You are on page 1of 1

Oefeningen deel 2 energie

5 Humane

1) Twee weerstanden van 12 en 48  worden aangesloten op een bron


van 24 V.

a) De twee weerstanden zijn in serie geschakeld. Hoe groot is


het elektrisch vermogen dat de spanningsbron moet leveren?
b) De twee weerstanden worden nu parallel geschakeld. Wordt
het elektrisch vermogen dat de spanningsbron moet leveren
daardoor groter of kleiner?
Leg uit waarom. Hoeveel maal zo groot of klein wordt het
dan?

2) Een wasmachine heeft een maximaal elektrisch vermogen van 3,2


kW. Tijdens het afwerken van een volledig wasprogramma is het
gemiddeld elektrisch vermogen van de wasmachine 2,4 kW. Het
wasprogramma duurt 90 minuten.
Bereken de elektriciteitskosten van het draaien van het
wasprogramma bij een tarief van 0,120 €/kWh

3) Wat is het elektrisch vermogen van een waterkoker die gedurende 120
seconden een elektrische energie verbruikt van 650 000 J.

4) Door een bepaald punt in de draad gaat gedurende 12 seconden een


lading van 26,3 C. Bepaal de het elektrisch vermogen als je weet dat dit
toestel aangesloten staat op een netspanning van 220 V.

5) Gegeven: Een koffiezetapparaat verbruikt 850W bij 230V.


Gevraagd: Bereken de stroomsterkte, de weerstand en de te betalen som
na 24 uur als je weet dat er €0,15 per kWh moet worden betaald.

You might also like