You are on page 1of 5

Interview Klimaatverandering – Trouw, 15 december 2021

‘Wacht niet op een volgende watersnood maar zoek het hogerop’

Deltacommissaris Peter Glas.Beeld Valerie Kuypers

Kunnen we nog in de Randstad blijven wonen of moeten we naar hogere


delen van het land verhuizen? ‘Het is niet verstandig om te blijven
bouwen op de manier waarop we dat altijd deden’, zegt
deltacommissaris Peter Glas.

Onno Havermans
Ooit staat de Noordzee twee meter hoger dan nu. Misschien gebeurt dat pas over honderd jaar, of

meer, maar we doen er verstandig aan er nu al rekening mee te houden, adviseert deltacommissaris

Peter Glas. Met name bij de bouw van nieuwe woningen, en alles wat daarbij hoort: wegen, spoor,

riolering, water- en elektriciteitsleidingen. Want die gaan vijftig tot honderd jaar mee. Blijven ze

overeind bij extremer weer en een stijgende zeespiegel?

Bij de keuzes voor bouwlocaties is tot op heden nog nauwelijks aandacht voor klimaatverandering,
stelt Glas vast. In de huidige bouwplannen zijn naar schatting 820.000 nieuwe woningen voorzien in
gebieden die gevoelig zijn voor overstromingen, waar de bodem slap is of de grond vaak nat.
Toekomstige bewoners kunnen dus te maken krijgen met problemen en schade door wateroverlast,
verzakking, scheuren in muren en leidingen of rottende funderingspalen.

Bovendien kunnen de huizen straks in de weg staan als dijken moeten worden versterkt of een

bergplaats nodig is voor overtollig water. Ze belemmeren dan de zogeheten adaptatie, het opvangen

wateroverlast door langdurige hoosbuien of hoogstaande rivieren.


Kwetsbaar

“Klimaatverandering zal leiden tot hogere pieken in rivierafvoeren en een stijging van de zeespiegel,

wat weer zal leiden tot hogere waterstanden op rivieren en meren door opstuwing en belemmering in

de vrije afvoer van rivierwater naar zee”, schrijft de deltacommissaris aan de ministeries van

binnenlandse zaken en infrastructuur en waterstaat. “Dit verhoogt onherroepelijk de potentiële

kwetsbaarheid van ons land, met tevens een verhoogd risico op overstromingen.”

Beeld Bart Friso

Glas adviseert rekening te houden met klimaatverandering bij het kiezen van bouwlocaties en te

voorkomen dat wordt gebouwd op plekken die in de toekomst nodig zijn voor adaptatie. Ook moet de

overheid nu al nadenken over verstedelijking in de verre toekomst door ‘te onderzoeken hoe deze

verstedelijking op termijn anders over Nederland kan worden verdeeld, op plaatsen waar dit vanuit het

oogpunt van klimaatverandering en zeespiegelstijging het minst kwetsbaar is’.

Slaat u alarm? Moeten we weg uit de Randstad en hogerop in het land gaan wonen?
“Dit advies is geen alarm, maar het is wel urgent. De vraag of we hier nog wel kunnen blijven wonen

was al in 2007 het uitgangspunt van de deltacommissie onder leiding van Cees Veerman. Die

commissie leidde in 2008 tot het huidige deltaprogramma, dat is gericht op waterveiligheid,

ruimtelijke adaptatie en de beschikbaarheid van voldoende zoetwater. We kijken bij alles wat we doen

veel consequenter naar de toekomst in plaats van te wachten op een volgende watersnood.

“Afgelopen zomer zagen we in Limburg, België en Duitsland dat het acuut kan worden. Daarom

vroegen de ministeries om advies. We willen de ramp voor zijn door te kijken wat we moeten doen

tegen de achtergrond van klimaatverandering. Die uit zich niet alleen in wateroverlast; we hadden

eerder al drie extreem droge zomers. En het IPCC, het klimaatpanel van de verenigde Naties, maakte

afgelopen zomer duidelijk dat de klimaatverandering, met extreem weer, hogere temperaturen en

stijging van de zeespiegel, wordt veroorzaakt door de mens. Dat alles bij elkaar was een wake-up call.

Als de mens het probleem heeft veroorzaakt, kan hij het ook oplossen.”

Door zich aan te passen, is dat uw advies?

“Mijn advies bestaat uit twee brieven. In de eerste, van september, doe ik de aanbeveling om

klimaatbestendig te bouwen. De overheid zou richtlijnen en doelstellingen moeten opstellen hoe we

willen bouwen als we bouwen. Het is niet verstandig om te blijven bouwen op de manier zoals we dat

deden.

“In de tweede brief, van december, gaat het om wáár we dan bouwen. Onderzoekers hebben een kaart

gemaakt met de ambities op basis van de woningbehoefte en die gelegd op een kaart die de

geschiktheid van de bodem en het watersysteem laat zien. En wat blijkt? De woningbouw is vaak

gepland op plekken waar het kwetsbaar wordt.

“Er is momenteel woningnood en de behoefte is het grootst in de Randstad, logisch dat daar de meeste

bouwplannen zijn gemaakt. Die hoeven ook niet meteen van tafel, maar kijk wel naar de gevolgen van

extreme regenval in de polder. Zorg dat het water wordt opgevangen en niet direct naar de riolen gaat

waardoor de putdeksels omhoog komen. Zorg dat het veilig blijft, ook over honderd jaar. Wat je

aanlegt moet lang meegaan. En reserveer ruimte, want de klimaateffecten zijn tot 2050 nog redelijk te

voorspellen maar daarna wordt de onzekerheid groter.”


Dus liever geen Vijfde Dorp in de Zuidplaspolder, op zes meter onder NAP, maar nieuwbouwwijken
in het droge oosten van het land?

“Het is niet mijn rol om op individuele locaties in te gaan, dat bepalen gemeenten en provincies. Maar

ik zeg wel: denk goed na hoe je bouwt. Betrek daar bodem, water en klimaat bij. Bouw ook niet vlak

naast een dijk, die misschien versterkt moet worden, voorkom een lock-in. Als de ruimte die je in de

toekomst misschien hard nodig hebt voor een dijkversterking al is vergeven, zet je jezelf klem. Een

tijdelijke bestemming kan, maar een nieuwe woonwijk pal naast de dijk, die er over honderd jaar nog

staat, is niet slim.

“De consequentie daarvan is dat je gaat nadenken hoe de verdeling van de woningopgave anders zou

kunnen. Er is behoefte aan meer landelijke regie. Dat hoor je de laatste tijd vaker, ook als het gaat om

de bouw van datacentra bijvoorbeeld. Voor woningbouw is het verstandig om te kijken of een gebied

overstroombaar is, of er sprake is van slappe grond, zakt de bodem, vooral in veenweidegebied, of

verzilt hij? In dit advies is dat samengevat in één plaatje.”

Maar daarop staat bijvoorbeeld niet waar natuur is, of landbouw. Je kunt toch niet overal bouwen?

“Elke meter in Nederland heeft al een bestemming. Sommige gebieden kun je daardoor uitsluiten voor

woningbouw, bijvoorbeeld natuurgebieden. Maar niet om alles hoeft een hek te staan, het combineren

van functies is vaak een optie. Bij stedenontwikkeling moet je ook denken aan voorzieningen en

werkgelegenheid, het gaat niet alleen om woningbouw.”

Hoe komt het dat veel bouwplannen juist in kwetsbare gebied liggen?

“Steden ontstaan meestal bij water. De eerste nederzettingen waren op een hoger gelegen plek, maar

bij uitbreiding kruipt een stad steeds meer naar de rivier toe. Dat zie je in Noord- en Zuid-Holland op

tal van plaatsen, maar ook bijvoorbeeld bij de Waalsprong in Nijmegen. De uitdaging om het droog te

houden wordt dan steeds groter.

“We willen hier nog graag blijven wonen en dat kan ook. Bij iedereen staat nu wel op het netvlies dat

klimaatverandering zijn weerslag heeft op het weer en op de zeespiegel. Nederland ligt in een delta

maar het is de veiligste delta ter wereld. Het hoogwaterbeschermingsprogramma werkt aan versterking
van de dijken, elke week gemiddeld een kilometer. Daar moeten we ruimte voor reserveren, kijk dus

uit met buitendijks bouwen.

“Bij de woningbouw hebben we nog onvoldoende acht geslagen op water en bodem, dat moeten we nu

wel gaan doen. We krijgen vanwege de klimaatverandering steeds meer te maken met extreem weer,

dat moet je kunnen opvangen. Leg in een woonwijk groene stroken aan, een plantsoen of sportveld als

waterbuffer, en plant bomen, die zorgen ook voor verkoeling tijdens hitte die steden extra hard treft.

Groene daken doen dat ook.

“We staan voor de grootste verbouwing van ons land. En dat kunnen we. We hebben de kennis en het

vermogen, in het deltaprogramma zoeken we steeds aansluiting bij de laatste stand van de wetenschap.

Maar dan moeten we niet zomaar overal gaan bouwen. Als we ons niet aanpassen aan de

klimaatverandering en gewoon voortgaan zoals we gewend zijn, loopt de schade richting 2050 op tot

170 miljard euro.”

You might also like