You are on page 1of 19

Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

Home > My studies > Basiskennis Loonadministra"e > Lessons > Les 6 - Werkkostenregeling

Les 6 - Werkkostenregeling
Homework
Loonheffingen niveau 3 - Les 6

You have not yet submi!ed your homework.

Submit homework

You have 1 ques"on moment. 1 moment le#.

Go to ask a ques"on

 Mark this lesson as par"cipated

Table of contents
6.1 Inleiding

6.2 Werkkostenregeling (WKR)

6.3 Cafetariaregeling

6.4 Vergoedingen reiskosten

6.5 Kostenvergoedingen

6.6 Samenva&ng

6.7 Vraagmoment

6.8 Oefenopgaven

6.9 Homework assignments

6.1 Inleiding
Loon in geld waarover alle loonheffingen (loonbelas"ng/premie volksverzekeringen, inkomensa%ankelijke bijdrage Zvw en premies
werknemersverzekeringen) moeten worden berekend en afgedragen, wordt vermeld in kolom 3 van de loonstaat. We kunnen de
volgende vormen van loon in geld onderscheiden:

loon in geld uit tegenwoordige dienstbetrekking, zoals salaris, vakan"ebijslag, provisie, tan"ème, overwerkvergoeding,

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 1 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

gra"fica"e;
vergoedingen van kosten die niet zijn vrijgesteld;
een door de werkgever aan de werknemer doorbetaalde ZW-, WW- en WIA-uitkering en eventuele aanvullingen hierop;
fooien die door tussenkomst van de werkgever aan de werknemer worden uitbetaald;
betalingen van derden die door de werkgever of door tussenkomst van de werkgever worden uitbetaald; een voorbeeld
hiervan zijn uitkeringen uit fondsen;
bedragen die de werknemer verschuldigd is, maar die door de werkgever worden betaald;
nega"ef loon, dat wil zeggen: een bedrag dat de werknemer terugbetaalt aan loon in verband met een eerdere fou"eve
betaling.

Loon in natura dat als voordeel uit dienstbetrekking moet worden aangemerkt en waarover dus ook loonheffingen moeten worden
betaald, wordt vermeld in kolom 4 van de loonstaat.

Vergoedingen en verstrekkingen worden op de bovenstaande wijze als loon aangemerkt en daarmee in de loonstaat verwerkt, als en
voor zover er sprake is van belast loon.

Zoals we al eerder hebben aangegeven, duiden vergoedingen in wezen op een geldstroom, terwijl verstrekkingen zich meer laten
vertalen in vormen van loon in natura. Ook hebben we al opgemerkt dat ten aanzien van vergoedingen en verstrekkingen lang niet
al"jd sprake is van belast loon. Er zijn namelijk diverse situa"es en omstandigheden die het voor de werkgever mogelijk maken om
door de werknemer te maken of gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk belas"ngvrij te vergoeden.

Het is dan ook belangrijk te weten of bepaalde vergoedingen en verstrekkingen:

tot het loon behoren;


volledig zijn vrijgesteld;
slechts gedeeltelijk of onder bijzondere voorwaarden zijn vrijgesteld.

Een vrijstelling geldt zowel voor vergoedingen als voor verstrekkingen. Alle vergoedingen en verstrekkingen moeten opgeteld
worden, om te beoordelen of het totaal volledig of gedeeltelijk vrijgesteld is. Als een verstrekking of vergoeding niet volledig
vrijgesteld is, geldt vaak een normbedrag dat tot het loon moet worden gerekend. Het niet-vrije gedeelte van de verstrekking of
vergoeding wordt dan belast. Als in zo’n geval een eigen bijdrage gevraagd wordt van de werknemer, komt die wel in mindering op
het (norm)bedrag dat tot het loon wordt gerekend. De eigen bijdrage van de werknemer kan er echter nooit voor zorgen dat de
bijtelling nega"ef wordt.

Het moge duidelijk zijn dat deze materie een essen"ële rol speelt in het hele loongebeuren. Daarom gaan we er in dit hoofdstuk
dieper op in. Een nadere uitwerking en concre"sering van de werkkostenregeling is ook te vinden in het Handboek Loonheffingen van
de Belas"ngdienst.

6.2 Werkkostenregeling (WKR)


Voor vergoedingen en verstrekkingen geldt de werkkostenregeling.

Alles wat de werkgever vergoedt of verstrekt aan een werknemer, wordt in eerste instan"e tot het loon gerekend, ook als het gaat
om het vergoeden van kosten! Alles wat fiscaal als loon kan worden be"teld, wordt tot het loon gerekend. Er wordt dus niet gekeken
naar wat eventueel belas"ngvrij kan worden vergoed. Het reguliere arbeidsrechtelijke loon, inclusief bijvoorbeeld de auto van de zaak
en het voordeel van het gebruik van een dienstwoning, blij# belast bij de werknemer.

Al het andere loon, denk daarbij aan kostenvergoedingen, kerstpakke!en maar ook de fiets van de zaak, kan de werkgever als
eindheffingsbestanddeel voor de werkkosten aanwijzen. Maar een werkgever kan er ook voor kiezen bepaalde vergoedingen en/of
verstrekkingen als een brutovergoeding te belasten bij de werknemer ofwel te bruteren. Dit was overigens ook mogelijk onder de
regeling van de VV&V voor 2015 (Vrije Vergoedingen en Verstrekkingen). Het voordeel zit erin dat de werkgever niet langer alles op
individueel werknemersniveau hoe# vast te leggen.

Van het loon dat de werkgever als eindheffingsbestanddeel aanwijst (loon belast bij werkgever), wordt 3% t/m een fiscale loonsom

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 2 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

(kolom 14 van de loonstaat) van € 400.000 en over het meerdere 1,18% vrijgelaten van belas"ng- en premieheffing. Dit wordt ook
wel de ‘vrije ruimte’ genoemd.

6.2.1 Gebruikelijkheidstoets
Een werkgever kan niet al"jd kiezen om een bepaalde vergoeding of verstrekking als loon of eindloon aan te merken. Al"jd eindloon
zijn:

producten uit eigen bedrijf voor postac"eve werknemers;


de kosten van een opleiding of studie aan voormalige werknemers, mits de studie gericht is op het verwerven van inkomen
(opleiding in het kader van outplacement);
verstrekkingen voor postac"eve werknemers die ook aan werknemers worden verstrekt, zoals een kerstpakket.

Al"jd loon van de werknemer zijn:

een auto van de zaak (behalve de buitengewone beveiligingsmaatregelen van die auto);
een (dienst)woning;
de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die de werkgever niet als eindheffingsloon hee# aangewezen;
het rentevoordeel (personeelsvoorwaarden) op een door de werkgever verstrekte hypotheek op de woning van de
werknemer (denk aan banken, verzekeraars, beleggingsinstellingen);
vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen voor criminele ac"viteiten;
het deel van de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen dat boven de 30%-grens van de
gebruikelijkheidstoets uitkomt;
boetes op naam van de werknemer.

Op deze laatste zijn twee uitzonderingen. Als aan de gebruikelijkheidstoets is voldaan, kan de werkgever in de volgende gevallen
verkeersboetes ook aanwijzen als eindheffingsloon:

De werkgever hee# aan de werknemer toegezegd om de verkeersboete, op naam van de werkgever, niet te verhalen.
De werkgever besluit later om de verkeersboete, op naam van de werkgever, niet op de werknemer te verhalen.

De boete moet dan wel op naam van de werkgever staan, dus wij spreken dan over een auto van de zaak.

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 3 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

De gebruikelijkheidstoets houdt in dat de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die de werkgever aanwijst als
eindheffingsloon niet meer dan 30% mogen afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Bij deze toets moet het
volgende in acht worden genomen:

de soort vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen en de waarde ervan;


de hoogte van de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen;
wie de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen krijgen.

Als het totaal meer dan 30% ongebruikelijk is, is het bedrag boven de 30%-grens loon van de werknemer. Dat kan dus ook al bij de
eerste vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling het geval zijn. Vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van
maximaal € 2.400 per persoon per jaar beschouwt de Belas"ngdienst in ieder geval als gebruikelijk.

Voorbeeld 1
Een werkgever hee" een middelgroot bedrijf en gee" zijn werknemers met kerst een flatscreentelevisie. Binnen de sector is het gebruikelijk
dat het personeel met kerst een duur cadeau krijgt. Een werkgever mag de flatscreentelevisie volledig aanwijzen als eindheffingsloon.

Voorbeeld 2
Een werkgever gee" een van de werknemers een elektrische fiets van € 2.000. Deze werknemer komt op deze fiets naar het werk. Deze
situa$e en de prijs van de fiets zijn niet ongebruikelijk. Een werkgever mag de fiets volledig aanwijzen als eindheffingsloon.

6.2.2 Begrippen
Forfaitaire ruimte of vrije ruimte? Werkkosten of forfait? De begrippen zijn misschien niet al"jd even duidelijk. Er is voor gekozen om
bij de benadering van de werkkostenregeling uit te gaan van de begrippen, zoals die in de a(eelding op de vorige bladzijde zijn
weergegeven.

Door deze wijziging zijn er administra"ef dus twee vormen van loon:

het 'loon werknemer, de echte arbeidsrechtelijke beloning';


het 'loon belast bij werkgever'.

Van het 'loon belast bij werkgever' mogen weer wel de zogenoemde ‘gerichte vrijstellingen’ worden afgetrokken.

De gerichte vrijstellingen zijn:

werkelijke kosten openbaar vervoer;


reiskosten tegen € 0,21 per km;
congressen, seminars en studiekosten, outplacement, vakliteratuur, inschrijving in een beroepsregister;
"jdelijke verblijfskosten;
extraterritoriale kosten;
zakelijke verhuiskosten plus een vergoeding van maximaal € 7.750 ;
gereedschappen, computers, mobiele communica"emiddelen en dergelijke apparatuur;
verplichte arbovoorzieningen;
producten uit het eigen bedrijf tot 20% van de waarde met een maximum van € 500 per werknemer per kalenderjaar;
verklaring omtrent het gedrag;
Thuiswerkvergoeding.

Het bedrag dat overblij#, wordt genoemd de 'loonsom werkkostenregeling'. Is dit bedrag groter dan 3% over een maximaal fiscaal
loon van € 400.000 plus 1,18% over het meerdere, de vrije ruimte, dan wordt alles daarboven belast met 80% eindheffing.

Vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen van gereedschappen, computers, mobiele communica"emiddelen en


dergelijke apparatuur zijn gericht vrijgesteld als deze voldoen aan het zogenoemde noodzakelijkheidscriterium. Noodzakelijk betekent
dat de werknemer zonder de voorziening zijn dienstbetrekking niet goed kan uitoefenen. Dat houdt in dat de werknemer de
voorziening voor zijn werk nodig hee# en gebruikt. De mate van dat gebruik is daarbij niet doorslaggevend. De werkgever mag voor
het gebruik van de voorziening een eigen bijdrage van de werknemer vragen. Indien de werknemer de voorziening niet meer nodig

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 4 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

hee# voor de dienstbetrekking, moet hij deze wel teruggeven of de restwaarde aan de werkgever vergoeden. Anders ontstaat er een
belastbaar privévoordeel.

Voorbeeld 1
Binnen de vrije ruimte - geen heffing
De totale loonsom van een bedrijf bedraagt € 4.000.000. In totaal vergoedt en verstrekt het bedrijf voor € 80.000 aan 'loon' dat is
aangemerkt als 'loon belast bij werkgever'. In het bedrag van € 80.000 zit voor € 50.000 begrepen aan reiskosten, congreskosten en
studiekosten. Deze € 50.000 mag worden afgetrokken van het totaalbedrag van € 80.000 .

Per saldo zou deze werkgever dus over € 30.000 eindheffing moeten betalen. Maar het bedrag van de vrije ruimte is 3% x € 400.000 plus
1,18% van € 3.600.000 = € 54.480. Het bedrag van € 30.000 is dus voor zowel de werkgever als de werknemer belas$ngvrij.

Voorbeeld 2
Buiten de vrije ruimte - 80% eindheffing
De totale loonsom van een bedrijf bedraagt € 4.000.000. In totaal vergoedt en verstrekt het bedrijf voor € 110.000 aan 'loon' dat is
aangemerkt als 'loon belast bij werkgever'. In het bedrag van € 110.000 zit voor € 30.000 begrepen aan reiskosten, congreskosten en
studiekosten. Deze € 30.000 mag worden afgetrokken van het totaalbedrag van € 110.000.

Per saldo zou deze werkgever dus over € 80.000 eindheffing moeten betalen. Maar het bedrag van de vrije ruimte is 3% x € 400.000 plus
1,18% van € 3.600.000 = € 54.480. Over het saldo van € 25.520 wordt 80% eindheffing toegepast. De werkgever moet dus een bedrag van
€ 20.416 aan eindheffing afdragen.

6.2.3 Nihil- en forfaitaire waarderingen


In het bovenstaande schema zijn de waarderingen al heel even aan de orde gekomen. Bij loon in natura gaat het om een verstrekking
of een terbeschikkingstelling. Loon in natura is in principe loon voor de loonheffing. De hoofdregel is dat deze vorm van loon wordt
gewaardeerd op de waarde in het economisch verkeer. Dat wil zeggen: of de factuurwaarde inclusief btw of de prijs die een derde
zou betalen. In afwijking van de hoofdregel wordt loon in natura ook vaak gewaardeerd op een fic"ef bedrag of op nihil (€ 0).

Onderstaande verstrekkingen of terbeschikkingstellingen zijn nihil gewaardeerd (let op, dus niet de vergoedingen):

verstrekken van consump"es op de werkplek buiten de maal"jd om (koffie, thee, fruit, snoep, soep et cetera);
terbeschikkinggestelde werkkleding:
kleding die (bijna) uitsluitend geschikt is om "jdens het werk te dragen, zoals uniformen en overalls:
werkkleding die op het werk achterblij#;
werkkleding die per kledingstuk is voorzien van een logo (70 cm2);
verstrekken van een renteloze personeelslening, voor een fiets, elektrische fiets of elektrische scooter in verband met gebruik
voor het woon-werkverkeer;
terbeschikkinggestelde ov-abonnement en voordeelurenkaart, als de werknemer deze kaart ook voor het werk gebruikt;
ter beschikking stellen van huisves"ng en inwoning (inclusief de verstrekte energie, water en bewassing) op de werkplek
(noodzakelijke overnach"ng op de werkplek in verband met werk, begeleid woonprojecten et cetera;
ter beschikking stellen van voorzieningen op de werkplek (bureau, computer, stoel, kopieermachine, fitnessruimte et cetera);
ter beschikking stellen van niet-arbovoorzieningen op de werkplek thuis.

De werkplek is de plaats waar de werknemer zijn werk verricht en de werkgever verantwoordelijk is volgens de
Arbeidsomstandighedenwet. (Denk aan: kantoor, fabriek, winkel, auto voor de chauffeur, tuin voor de tuinman, parkeerplaats bij het
bedrijfspand et cetera.) Ook een kamer in de woning van de werknemer thuis kan een werkplek zijn als aan drie voorwaarden is
voldaan:

De kamer is een zelfstandig deel van de woning (eigen opgang, sanitair, keukenblok).
De werkgever hee# de kamer gehuurd van de werknemer (huurovereenkomst).

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 5 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

De werknemer werkt in de kamer.

Naast de nihilwaarderingen kennen sommige verstrekkingen of terbeschikkingstellingen een fic"eve waarde (forfaitair gewaardeerd).
Dit zijn:

een verstrekte maal"jd op de werkplek (€ 3,55 );


ter beschikking stellen van niet-noodzakelijke inwoning bij de werkgever (€ 6,10 per dag);
ter beschikking stellen van een dienstwoning (18% van het fiscale jaarloon);
ter beschikking stellen van kinderopvang (uren opvang x uurprijs volgens de Wet kinderopvang).

De bedragen behoren tot het loon van de werknemer. Wanneer een werknemer een eigen bijdrage betaalt voor de verstrekking of
terbeschikkingstelling, mag deze uiteraard op de waarde in mindering worden gebracht. De werkgever mag er ook voor kiezen om de
verstrekte maal"jd, de niet-noodzakelijke inwoning en de kinderopvang aan de vrije ruimte toe te rekenen.

6.2.4 De werkgever moet kiezen


Bij gebruik van de werkkostenregeling, zal hij een aantal stappen moeten ze!en.

Stap 1: Is er een werknemer?


Als de werkgever bepaalde vergoedingen of verstrekkingen gee#, moet hij eerst vaststellen of hij dit aan werknemers gee#. Is er
namelijk geen sprake van werknemerschap, dan hee# de werkgever helemaal niets te maken met de werkkostenregeling. Mogen
bijvoorbeeld de freelancers of uitzendkrachten die bij een organisa"e werken, deelnemen aan het personeelsfeest, dan tellen deze
kosten niet mee. Deze personen staan immers niet bij de werkgever in dienstbetrekking.

Stap 2: Is er sprake van intermediaire kosten?


Komt de vergoeding of verstrekking ten gunste van een werknemer? Stel dan eerst vast of er geen sprake is van intermediaire kosten.
Intermediaire kosten zijn geen loon. De werkgever hee# dan dus niets met de werkkostenregeling te maken.

Stap 3: Is er voldoende oorzakelijk verband met de dienstbetrekking?


Anders gezegd: wordt de vergoeding of verstrekking vanuit ‘andere hoofde’ gedaan? De Belas"ngdienst hanteert als voorbeeld een
bloemetje bij ziekte voor de werknemer. Dit gebeurt meer vanuit medeleven en goed werkgeverschap, dan vanuit de
dienstbetrekking. Is er onvoldoende oorzakelijk verband, dan is er geen sprake van loon en hee# de werkgever niets met de
werkkostenregeling te maken.

Stap 4: Is er een (bestaande) vrijstelling van toepassing?


Zo ja, dan wordt deze van het loon uitgezonderd en komt deze dus niet in de werkkostenregeling terecht. Gee# de werkgever
bijvoorbeeld een eenmalige uitkering bij een 25-jarig jubileum, dan blij# deze vrijgesteld.

Stap 5: Is er sprake van loon dat verplicht belast moet worden bij de werknemer?
Als de werkgever de eerste vier stappen gezet hee#, staat vast dat er sprake is van belast loon. Voor sommige vormen van loon, zoals
het genot van een dienstwoning of de auto van de zaak, hee# de werkgever niet de keuze deze ten laste van de vrije ruimte te
brengen. De werkgever is verplicht dit bij de werknemer te belasten.

Stap 6: Wijst de werkgever het loon aan als eindheffingsbestanddeel (loon belast bij werkgever) of belast de werkgever het bij de
werknemer?
Is er sprake van te belasten loon, dan moet de werkgever besluiten bij wie hij dat gaat belasten. Hij mag de keuze per periode maken,
maar zaken als reiskostenvergoedingen zijn vaak in de arbeidsvoorwaarden vastgelegd. Wil de werkgever deze aanpassen, dan moet
dat vaak in overleg met de ondernemingsraad. Moet een deel van de vergoeding worden belast (denk aan de reiskostenvergoeding
van meer dan € 0,21 per km), dan mag de werkgever ook alleen het meerdere bij de werknemer belasten. De werkgever wijst dan het
bedrag van € 0,21 aan als eindheffingsbestanddeel.

Stap 7: Is er sprake van een gerichte vrijstelling?


Diverse zaken zijn in de werkkostenregeling als gerichte vrijstelling opgenomen. Zij gaan dus niet ten koste van de vrije ruimte.
Vergoedt de werkgever voor reiskosten meer dan € 0,21 per km en hee# deze besloten deze vergoeding te belasten bij de

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 6 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

werkgever? Dan is het bedrag van € 0,21 gericht vrijgesteld. Het meerdere valt in de vrije ruimte.

Stap 8: Is er sprake van een specifieke waardering?


Loon in natura wordt gewaardeerd op de waarde in het economisch verkeer of, als deze er is, op de waarde die op de factuur staat
vermeld. Voor een aantal zaken geldt een nihil- of lagere waardering. Deze zaken tellen dus per saldo niet of tot een laag bedrag mee
voor de bepaling of u wel of niet boven de vrije ruimte van 3% t/m maximaal een fiscaal loon van € 400.000 plus 1,18% over het
meerdere komt. Bij nihilwaarderingen gaat het in het algemeen om zaken die ter beschikking zijn gesteld en die (deels) op de
werkplek worden gebruikt, uniformen en werkkleding of consump"es buiten de maal"jd om.

Stap 9: Komt de organisa"e boven de grens van 3% t/m € 400.000 plus 1,18% over het meerdere?
Komt de werkgever boven de vrije ruimte van 3% t/m € 400.000 plus 1,18% over het meerdere, dan betaalt deze over het surplus
80% eindheffing. Kijk dan of het mogelijk is om bepaalde arbeidsvoorwaarden aan te passen.

6.2.5 Eindheffingen VV&V


Van belang bij de keuzes en de berekening is ook het feit dat de werkgever nu bepaalde eindheffingen betaalt. Door de invoering van
de werkkostenregeling zullen de meeste werkgevers in de prak"jk alleen nog te maken hebben met:

eindheffing van € 300 bij bestelauto's;


52% eindheffing bij regeling voor vervroegde ui!reding;
45% of 75% heffing op rela"egeschenken (op"oneel);
eindheffing volgens het tabeltarief (bijvoorbeeld bij een naheffingsaanslag);
eindheffing volgens het tabeltarief. (Bijvoorbeeld: een beloning is ne!o uitgekeerd en dit had bruto moeten zijn.)

Als de werkgever de grens van de vrije ruimte overschrijdt, komt daar 80% eindheffing werkkostenregeling bij.

6.3 Cafetariaregeling
Bij een cafetariaregeling maakt de werknemer gebruik van de mogelijkheid om loonbestanddelen te ruilen voor andere
loonbestanddelen. Hij kan dan bijvoorbeeld kiezen om belaste loonbestanddelen te ruilen voor onbelaste loonbestanddelen of voor
loon in natura of voor loonbestanddelen die onder de vrije verstrekkingen en vergoedingen vallen. Indien een werkgever een
cafetariaregeling voor zijn werknemers wil invoeren, dan moet de loonafspraak schri#elijk worden vastgelegd. Voor een
cafetariaregeling zijn de volgende voorwaarden van belang:

De loonafspraak moet toekomstgericht zijn. Alleen toekoms"g loon kan worden geruild voor een ander beloningselement.
Verdiend maar nog niet genoten vakan"egeld is daarbij ook toekoms"g loon.
Er moeten structurele keuzemogelijkheden zijn. De keuzemogelijkheden horen vast te liggen. Bij een incidentele keuze wordt
eerder aangenomen dat sprake is van loonbesteding in plaats van een loonkeuze.
De loonafspraak moet doorwerken. Een verlaging van het loon in geld ten gunste van een onbelast loonelement werkt door in
bijvoorbeeld:
een verlaging van de vakan"ebijslag;
een verlaging van het dagloon voor de WW- of WIA-uitkering;
een verlaging van het pensioengevend loon.
De regeling moet voldoende realiteitswaarde hebben. De waarde van loon in natura moet overeenkomen met het ingeze!e
loon in geld.

Loonelementen, zoals gereedschappen, computers, mobiele communica"emiddelen en dergelijke apparatuur, zijn gericht vrijgesteld
als de werkgever vindt dat deze noodzakelijk zijn voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Deze kunnen niet als
keuze-element in een cafetariaregeling worden ingebracht. De wil van de werkgever staat bij het noodzakelijkheidscriterium voorop
en niet de keuzemogelijkheid van de werknemer.

6.4 Vergoedingen reiskosten


https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 7 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

Het begrip ‘reizen’ komt binnen vrijwel elke dienstbetrekking aan de orde. Een belangrijk deel ervan hee# betrekking op het reizen
van en naar het werk (het woon-werkverkeer); het andere deel ziet op de zakelijke reizen, bijvoorbeeld naar klanten en voor het
volgen van opleidingen. De vergoeding en verstrekking van reiskosten behoort tot de vrijgestelde vergoedingen en verstrekkingen.
De werkgever hee# verschillende op"es om ervoor te zorgen dat de werknemer de noodzakelijke reizen kan maken. De werkgever
kan voor de reiskosten een vergoeding geven, hij kan vervoersbewijzen of een auto ter beschikking stellen.

In deze paragraaf bespreken we de verschillende aspecten van de reiskosten die de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking
maakt. Achtereenvolgens bespreken wij:

reizen met openbaar vervoer;


reizen anders dan met openbaar vervoer;
vervoer vanwege de werkgever;
vaste reiskostenvergoedingen;
parkeergelegenheid.

6.4.1 Reizen met openbaar vervoer


Onder ‘openbaar vervoer’ wordt verstaan: voor iedereen openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus,
trein, tram, metro, veerpont of via een geleidesysteem voortbewogen voertuig. Een taxi of luchtvaartuig is geen openbaar vervoer.

Als een werknemer met het openbaar vervoer reist, mag de werkgever kiezen: of maximaal € 0,21 per kilometer onbelast vergoeden
of de werkelijke reiskosten onbelast vergoeden. Een werknemer die de reisafstand gedeeltelijk aflegt met eigen vervoer en
gedeeltelijk met het openbaar vervoer, mag voor de volledige reisafstand een onbelaste vergoeding krijgen van € 0,21 per kilometer.

Eventueel mag de werkgever ook de werkelijke kosten van het openbaar vervoer onbelast vergoeden plus maximaal € 0,21 per
kilometer voor de afstand die met eigen vervoer is gereisd. Het maakt daarbij niet uit op welke wijze het reizen met eigen vervoer
plaatsvindt.

Als de werkgever de werkelijke kosten van het openbaar vervoer wil vergoeden, moet hij voldoen aan de volgende voorwaarden:

De werknemer overhandigt de vervoerbewijzen aan de werkgever, zodra ze niet meer geldig zijn.
De werkgever administreert de vervoerbewijzen per werknemer.
In de administra"e van de werkgever kan een directe en eenduidige rela"e worden gelegd tussen de verstrekte vergoeding en
de ingeleverde vervoerbewijzen.
De werkgever houdt de geadministreerde vervoerbewijzen beschikbaar voor controle.

Als de werknemer voor het werk per openbaar vervoer reist met plaatsbewijzen die de werkgever hee# aangescha# en aan de
werknemer hee# verstrekt, is er sprake van vervoer vanwege de werkgever. De werkgever mag de plaatsbewijzen onbelast aan de
werknemer verstrekken. De werknemer hee# in die situa"e geen reiskosten, zodat de werkgever uiteraard geen onbelaste
reiskostenvergoeding meer mag betalen. Wel mag de werkgever een onbelaste vergoeding geven van maximaal € 0,21 per kilometer
voor de reizen van en naar de opstapplaats van het openbaar vervoer.

Als de werkgever aan de werknemer een ov-kaart voor vrij reizen met het Nederlands openbaar vervoer ter beschikking stelt, hoe#
hij niets bij het loon te tellen, als de werknemer de kaart ook gebruikt voor het reizen naar het werk. Als de werknemer de kaart niet
voor het reizen naar het werk gebruikt, valt de vergoeding uiteraard onder loon.

Als de werkgever aan de werknemer een voordeelurenkaart ter beschikking stelt, hoe# er geen bedrag bij het loon geteld te worden,
mits de kaart ook daadwerkelijk voor het reizen voor het werk wordt gebruikt. Voor de reizen waarbij deze voordeelurenkaart
gebruikt wordt, mag de werkgever maximaal het op het plaatsbewijs vermelde bedrag vergoeden.

Verstrekt of vergoedt de werkgever daarentegen een ov-kaart of een voordeelurenkaart, dan moet gekeken worden naar de kosten.
Is de prijs van een ov-kaart hoger dan de kosten van de zakelijke reizen (km x € 0,21 ) en de werknemer betaalt volgens afspraak het
verschil terug, dan is de verstrekking onbelast. Als de prijs van een ov-kaart lager is dan de kosten van de zakelijke reizen, dan is de
verstrekking ook onbelast. De werkgever kan in plaats van nacalcula"e ook het prijsverschil aannemelijk maken.

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 8 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

Voor het voordeelabonnement is de vraag of sprake is van een belaste of onbelaste verstrekking/vergoeding a%ankelijk van het
volgende; is de prijs van het voordeelabonnement hoger dan de kor"ng op de zakelijke reizen, dan is het verschil loon voor de
werknemer, is de prijs lager, dan is de verstrekking onbelast.

Voor de reizen die de werknemer moet maken om van huis of werk naar de opstapplaats voor het openbaar vervoer te gaan, geldt de
algemene regel dat de werkgever een onbelaste vergoeding van maximaal € 0,21 per kilometer mag betalen. Dit geldt dus ook voor
het gebruik van een (brom)fiets. Als de werknemer gebruikmaakt van een taxi, mogen de werkelijke kosten van het vervoer per taxi
vergoed worden.

Als de werknemer met het openbaar vervoer naar zijn werk gaat, dan kan hij daarnaast recht hebben op de reisa#rek voor de
inkomstenbelas"ng. Hiervan is sprake als de werknemer regelma"g (minimaal een keer per week of veer"g keer per jaar) met het
openbaar vervoer naar zijn werk reist. De werknemer moet hiervoor wel een verklaring overleggen. Meestal regelt het
openbaarvervoerbedrijf dat, maar anders moet de werknemer naast de trein- en buskaartjes een desbetreffende verklaring van de
werkgever kunnen overleggen. Deze reisverklaring moet in ieder geval de volgende zaken beva!en:

naam en adres van de werkgever;


naam en adres van de werknemer;
een verklaring die door de werkgever is ondertekend, waarin hij aangee# hoeveel dagen per week de werknemer meestal met
het openbaar vervoer naar zijn werkplek reist.

6.4.2 Reizen anders dan met openbaar vervoer


Als de werknemer een eigen vervoermiddel gebruikt voor reizen voor het werk, mag de werkgever voor deze reizen een onbelaste
vergoeding betalen van maximaal € 0,21 per kilometer.

Het maakt geen verschil of de werknemer het vervoermiddel gebruikt voor woon-werkverkeer of zakelijk verkeer. Het is ook niet van
belang om welk soort vervoermiddel het gaat. De eventuele kilometers die de werknemer uit privéoverwegingen hee# omgereden,
mogen niet worden vergoed.

De werkgever mag desgewenst ook kiezen voor een vaste vergoeding voor woon-werkverkeer of andere zakelijke reizen met een
bepaalde vaste regelmaat. Hierbij gelden dezelfde voorwaarden als voor andere vaste kostenvergoedingen. De kosten moeten dus
gespecificeerd worden naar aard en veronderstelde omvang. De hoogte van de vaste vergoeding kan de werkgever baseren op het
aantal malen in het jaar dat de werknemer vermoedelijk zijn woon-werktraject zal afleggen en de lengte van het traject. De
vergoeding moet worden aangepast als de omstandigheden veranderen.

Als een werknemer verschillende werknemers in zijn auto naar het werk meeneemt, geldt ook de onbelaste vergoeding van maximaal
€ 0,21 per kilometer. Als de werkgever het carpoolen regelt met een werknemer en deze werknemer ook andere werknemers
ophaalt, mag de werkgever aan deze werknemer ook de omgereden kilometers vergoeden tegen € 0,21 per kilometer. De
werknemers die meerijden hebben in feite vervoer vanwege de werkgever en mogen dus geen onbelaste vergoeding meer ontvangen
voor de gecarpoolde kilometers. Zij hebben immers ook geen kosten.

Als de chauffeur en de meerijder(s) zelf het carpoolen organiseren, mag de werkgever aan zowel de chauffeur als de meerijder een
onbelaste vergoeding geven van € 0,21 per kilometer. Eventuele omgereden kilometers mogen dan niet vergoed worden.

Als de werkgever aan de werknemer een hogere vergoeding betaalt dan € 0,21 per kilometer, geldt het bedrag boven de € 0,21 als
loon. Hierover kan de werkgever eindheffing toepassen. Als hij dit niet doet, moeten er loonheffingen ingehouden worden. Deze
inhouding mag uitgesteld worden tot januari van het volgende jaar.

Vergoedingen die de werkgever gee# naast de € 0,21 per kilometer, bijvoorbeeld voor parkeer- en tolgelden, extra afschrijving en
slijtage aan de auto, moeten belast worden via de eindheffingsmethodiek.

6.4.3 Vervoer vanwege de werkgever (auto van de zaak)


Als de werkgever vervoer ter beschikking stelt aan de werknemer, is er sprake van ‘vervoer vanwege de werkgever’.

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 9 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

Dit komt voor in de volgende situa"es:

De werkgever organiseert het vervoer van de werknemer, bijvoorbeeld met een personeelsbus of door een auto of fiets van
de zaak ter beschikking te stellen.
De werkgever tre# een regeling waarbij de werknemer meerijdt in het privévervoermiddel van een collega die daarvoor een
vergoeding ontvangt.
De werknemer reist per openbaar vervoer met vervoerbewijzen die de werkgever hee# aangescha# en aan de werknemer
hee# verstrekt.

In deze gevallen kan de werkgever geen onbelaste kilometervergoeding meer verstrekken voor reizen waarbij de werknemer
gebruikmaakt van vervoer vanwege de werkgever.

Het ter beschikking stellen van een personenauto is voor de werkgever een vaak gebruikte methode om het reisvraagstuk op te
lossen. Een dergelijke terbeschikkingstelling vormt voor de werknemer belast loon (loon in natura), tenzij er aan bepaalde, hierna nog
te bespreken, voorwaarden wordt voldaan. Indien dat niet het geval is, is het voordeel dus loon voor alle loonheffingen.

De bovenstaande algemene regel is niet van toepassing, indien de werknemer niet (of nauwelijks) privé gebruikmaakt van deze auto.
Om de meest voorkomende situa"es in goede banen te leiden, hee# de wetgever de regeling voor het privégebruik van de auto
bedacht. Die regeling maakt duidelijk onder welke omstandigheden er voor de werknemer sprake is van belast, dan wel onbelast loon.
De omvang van het privégebruik door de werknemer is hier cruciaal. Hierbij moet nog worden opgemerkt dat het woon-werkverkeer
als zakelijk wordt aangemerkt.

Voor de regeling voor het privégebruik van de auto wordt de grondslag gevormd door de catalogusprijs van de
terbeschikkinggestelde auto, inclusief de omzetbelas"ng en de bpm. Accessoires die door of namens de fabrikant of de importeur zijn
aangebracht vóór de datum van toekenning van het kenteken, tellen ook mee voor de grondslag. Andere accessoires tellen niet mee,
ook niet als ze vóór de datum van toekenning van het kenteken zijn aangebracht.

Indien de werkgever aan zijn werknemer een auto ter beschikking stelt, gaat het primair om de vraag of er een bijtelling moet
plaatsvinden. Als dat zo is, wordt de omvang van de bijtelling (gekoppeld aan de eigenschappen van de auto) relevant.

Bijtelling moet in beginsel al"jd plaatsvinden, tenzij de werknemer niet privé in die auto rijdt. Dat moet dan wel terdege uit alle
omstandigheden blijken. De werkgever mag de bijtelling alleen achterwege laten, indien met overtuigend bewijs wordt aangetoond
dat de werknemer minder dan 500 kilometer privé rijdt. Een dergelijk bewijs kan geleverd worden door:

een sluitende kilometeradministra"e;


een goede afspraak met de Belas"ngdienst over een adequate controle op het privégebruik;
een zogenaamde ‘Verklaring geen privégebruik’;
zo’n verklaring kan de werknemer aanvragen bij de Belas"ngdienst, als hij op jaarbasis maximaal 500 kilometer privé rijdt.

Indien er sprake is van een bijtelling, gaat het nog om de omvang ervan. Met betrekking tot die omvang zijn zes categorieën auto’s
relevant: 4%, 8%, 12%, 16%, 22% en 25% bijtelling. Het percentage is a%ankelijk van de CO2-uitstoot. Er zijn drie groepen:

1. 0 gram CO2-uitstoot (volledig elektrische auto’s);


2. meer dan 0 gram maar maximaal 50 gram CO2-uitstoot;
3. meer dan 50 gram CO2-uitstoot.

Vanaf 2017 is de datum 1e toela"ng van belang. Dat is de datum waarop de auto voor het eerst op de weg is toegelaten. Voor 2017
is de datum 1e tenaamstelling van belang. Dat is de datum waarop het kenteken op naam van de eigenaar is gesteld

1. Bijtelling auto’s zonder CO2 uitstoot


Ligt de datum eerste toela"ng in 2017 of 2018 waarbij een periode van 60 maanden inmiddels verstreken is, dan is de
bijtelling gelijk aan de bijtelling van auto's die in 2023 voor het eerst op de weg zijn toegelaten (zie laatste zin van deze
alinea). Ligt de datum eerste toela"ng in 2018, waarbij een periode van 60 maanden nog niet verstreken is, dan is de bijtelling
4% gedurende 60 maanden. De periode van 60 maanden begint op de 1e dag van de maand die volgt op de maand waarin de
auto voor het eerst is toegelaten. Is de periode van 60 maanden voorbij dan bedraagt de bijtelling voor de rest van het jaar en

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 10 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

de volgende jaren 16% over een cataloguswaarde van € 30.000 en daarboven 22%.

Ligt de datum eerste toela"ng in 2019, dan is de bijtelling 4%. Als de cataloguswaarde van de auto meer is dan € 50.000 , dan
is de bijtelling voor het meerdere 22%. Idem de 60 maanden periode.

Ligt de datum eerste toela"ng in 2020, dan is de bijtelling 8%. Als de cataloguswaarde van de auto meer is dan € 45.000 , dan
is de bijtelling over het meerdere 22%. Ook hier geldt de periode van 60 maanden.

Ligt de datum eerste toela"ng in 2021, dan is de bijtelling 12%. Als de cataloguswaarde van de auto meer is dan € 40.000 ,
dan is de bijtelling over het meerdere 22%. Ook hier geldt de periode van 60 maanden.

Ligt de datum eerste toela"ng in 2022, dan is de bijtelling 16%. Als de cataloguswaarde van de auto meer is dan € 35.000 ,
dan is de bijtelling over het meerdere 22%. Ook hier geldt weer de periode van 60 maanden.

Ligt de datum eerste toela"ng in 2023, dan is de bijtelling 16%. Als de cataloguswaarde van de auto meer is dan € 30.000 ,
dan is de bijtelling over het meerdere 22%. Ook hier geldt weer de periode van 60 maanden.

Als de auto aan een andere werknemer ter beschikking wordt gesteld of als de auto wisselt van eigenaar, wisselt het
bijtellingspercentage niet.

2. Bijtelling auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 0, maar niet meer dan 50 gram per kilometer
Bij een datum 1e toela"ng vanaf 2017 geldt een bijtelling van 22%. Bij een auto die voor 2017 op naam is gesteld is de
bijtelling 25%.

Als de auto aan een andere werknemer ter beschikking wordt gesteld of als de auto wisselt van eigenaar, wisselt het
bijtellingspercentage niet.

3. Bijtelling auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 50 gram per kilometer
Bij een datum 1e toela"ng in 2017 t/m 2022 geldt ook een bijtelling van 22%. Bij een auto die voor 2017 voor het eerst op
naam is gesteld geldt ook een bijtelling van 25%.

6.4.3.1 Vervoer vanwege de werkgever (fiets van de zaak)


Naast een auto van de zaak of in plaats van een auto van de zaak kan een werkgever ook een fiets aan de werknemer ter beschikking
stellen. Onder een fiets wordt ook een elektrische fiets verstaan. De fiets moet mede worden voortbewogen door menselijke
spierkracht. Dus: een elektrische scooter is geen fiets, een pedelec daarentegen wel. Wanneer een werkgever een fiets ter
beschikking stelt voor woon-werkverkeer wordt de fiets geacht mede voor privé te worden gebruikt. De werknemer krijgt een
bijtelling van 7% over de consumentenadviesprijs. Een eigen bijdrage komt in mindering op de bijtelling. Indien de werkgever
aanvullende accessoires mede ter beschikking stelt, is de waarde hiervan loon voor de werknemer. De werkgever mag de bijtelling
voor de fiets en de eventuele aanvullende accessoires aanwijzen als eindheffingsloon en onderbrengen in de vrije ruimte van de
werkkostenregeling.

6.5 Kostenvergoedingen
Aan werknemers die vaak dezelfde kosten maken, kan de werkgever een kostenvergoeding geven. Een vergoeding van kosten zijn
intermediaire kosten. Dus: kosten die de werknemer maakt, maar die eigenlijk voor rekening van de werkgever horen te komen. Een
voorbeeld hiervan is de brandstof die een werknemer tankt voor een bedrijfsauto. De werkgever mag deze kosten als intermediaire
kosten zonder toepassing van loonheffing vergoeden. Een werkgever mag een werknemer ook een vaste kostenvergoeding geven.

Een vaste kostenvergoeding moet zijn gespecificeerd naar:

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 11 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

de aard van de kosten;


de veronderstelde omvang van de kosten.

Om te bepalen of deze vergoeding belas"ng- en premievrij mag worden verstrekt, kan de Belas"ngdienst aan de werkgever vragen
om steekproefsgewijs te onderzoeken welke uitgaven de werknemers gedurende een bepaalde "jd hebben gedaan. Een dergelijk
onderzoek zal van "jd tot "jd moeten worden herhaald, wil het als betrouwbare basis kunnen dienen voor de hoogte van een vaste
vrijgestelde kostenvergoeding. Voor een vaste vergoeding die op basis van een cao wordt betaald, geldt deze procedure ook. Een
zodanige vergoeding is niet zonder meer vrijgesteld.

Een vaste kostenvergoeding moet de werkgever apart vaststellen. Het is dus niet toegestaan dat de werkgever de vrijstelling toepast
op een gedeelte van het loon dat hij met de werknemer is overeengekomen; ook niet als de hoogte van dat loon mede is afgestemd
op de kosten die door de werknemer worden gemaakt. Als de werkgever een vrijgestelde vergoeding gee#, moet hij aannemelijk
kunnen maken dat deze vergoeding aan de voorwaarden voldoet voor de vergoeding van beroepskosten. Ook bij een vaste
kostenvergoeding moet het gaan om kosten die de werknemer voor de verwerving van zijn loon maakt. Bovendien moeten die kosten
binnen de grenzen van de redelijkheid noodzakelijk zijn.

6.5.1 Vaste reiskostenvergoedingen


Voor het vaststellen van een vaste reiskostenvergoeding zijn er twee methoden: methode 1 en methode 2. Methode 1 kan een
werkgever toepassen voor een werknemer met een vaste arbeidsplaats. Methode 2 kan gehanteerd worden voor een werknemer
zonder een vaste arbeidsplaats.

Methode 1
Als de werknemer een vaste arbeidsplaats hee#, mag de werkgever op een prak"sche manier een (genormeerde) vaste onbelaste
onkostenvergoeding geven. Een werknemer reist naar een vaste arbeidsplaats, als hij de arbeidsplaats op jaarbasis vermoedelijk in ten
minste 36 weken zal bezoeken. Voor de berekening van de vaste onbelaste vergoeding gaat de werkgever uit van 214 reguliere
werkdagen op jaarbasis. Hierbij is dan al rekening gehouden met vakan"e, ziekte en verlof.

Het saldo van 214 vermenigvuldigt de werkgever dan met de totale reisafstand per dag van en naar de vaste arbeidsplaats van de
werknemer. Deze reisafstand op jaarbasis vermenigvuldigt de werkgever met de onbelaste kilometervergoeding van maximaal € 0,21.
Voor de vaste vergoeding per maand/vier weken/week deelt de werkgever dit bedrag door respec"evelijk 12, 13 of 52.

Als een werknemer in deel"jd werkt, moet de werkgever deze regeling naar evenredigheid toepassen. Tijdens kortstondige
afwezigheid van maximaal zes aaneensluitende weken mag de werkgever de vaste reiskostenvergoeding doorbetalen. Als er
langdurige afwezigheid van de werknemer verwacht wordt, mag de vaste reiskostenvergoeding gedurende de lopende en
eerstvolgende kalendermaand nog onbelast uitbetaald worden. Daarna mag de vaste onbelaste reiskostenvergoeding pas weer
gegeven worden vanaf de maand die volgt op de maand van het herstel.

Als de totale reisafstand van en naar de vaste arbeidsplaats meer is dan 150 kilometer, is nacalcula"e van de vaste kostenvergoeding
verplicht. Als blijkt dat de vergoeding voor een deel bovenma"g is, moet dit bovenma"ge deel tot het loon worden gerekend of
worden terugbetaald. De nacalcula"e vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar of, als de dienstbetrekking "jdens het
kalenderjaar eindigt, in het loon"jdvak dat volgt op de maand waarin de dienstbetrekking eindigt.

In formule:

Methode 2
Als de werknemer niet al"jd naar een vaste plek reist voor zijn werk, mag de werkgever ook een andere methode hanteren. Van de
214 arbeidsdagen moet de werknemer dan minstens 128 dagen naar de vaste werkplek reizen. Hierdoor kan hij van bijvoorbeeld vijf
dagen of meer, twee dagen thuis werken. De rekenmethodiek is nagenoeg gelijk aan de methodiek bij methode 1.

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 12 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

In formule:

Werkt de werknemer in deel"jd of begint c.q. eindigt de dienstbetrekking in de loop van het jaar of de reisafstand verandert, dan past
de werkgever de methodiek voor de 214 en 128 dagen evenredig toe. Voordeel van deze methode is dat de kostenvergoeding ook bij
langere afwezigheid mag worden door betaald, zolang er maar aan het 60%-criterium wordt voldaan.

6.5.2 Parkeergelegenheid
Als de werkgever aan de werknemer een parkeergelegenheid vergoedt of verstrekt, zijn er een aantal regels waarmee de werkgever
rekening moet houden:

parkeergelegenheid in of bij de woning van de werknemer;


parkeergelegenheid bij de plaats van de werkzaamheden.

De vergoeding van een parkeergelegenheid in of bij de woning van de werknemer is belast. Hierbij kan gedacht worden aan een
parkeergelegenheid voor een auto of aan een stallingruimte voor een motor of een fiets.

Hieronder vallen ook: een garagebox, een parkeerdek of een vaste parkeerplek in de onmiddellijke nabijheid van de woning. Het is
hierbij niet van belang of de werkgever de auto al dan niet ter beschikking hee# gesteld.

De verstrekking van een parkeergelegenheid bij de plaats van de werkzaamheden is onbelast. Hierbij kan gedacht worden aan een
parkeerkaart die de werkgever aan de werknemer gee# om te parkeren bij zijn vaste arbeidsplaats. Indien de vergoeding voor een
parkeergelegenheid bij de plaats van de werkzaamheden door de werkgever wordt betaald naast de onbelaste vergoeding van
maximaal € 0,21 per kilometer, is echter weer sprake van loon.

6.5.3 Thuiswerkvergoeding
Voor dagen dat een werknemer met een werkgever hee# afgesproken om thuis te kunnen werken, mag de werkgever een onbelaste
thuiswerkvergoeding geven van € 2,15 per werkdag. Daarbij maakt het niet uit of de werknemer op deze dag par&me werkt. Op
deze thuiswerkdag kan de werknemer uiteraard geen onbelaste reiskostenvergoeding ontvangen.
Een thuiswerkvergoeding kan ook als vaste thuiswerkvergoeding worden afgesproken volgens onderstaande formule:

Voorbeeld
Indien een werknemer par%me werkt, twee dagen op de werkplek en twee dagen in de week thuis. Dan is de vaste thuiswerkvergoeding per
maand (214 x € 2,15 x 2/5)/12 = € 15,34.

6.6 Samenva&ng
In deze les is de werkkostenregeling besproken. Sommige vergoedingen en verstrekkingen behoren tot het loon en andere zijn geheel
of onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld of op nihil gewaardeerd. Bepaalde vergoedingen worden gewaardeerd op een fic"eve
waarde, zoals de verstrekking van een maal"jd. Als een vergoeding of verstrekking geheel of gedeeltelijk belast is, wil dat zeggen dat
deze vergoeding of verstrekking moet worden gezien als loon in geld/in natura en dan moeten er zowel premies
werknemersverzekeringen als loonheffing (loonbelas"ng/premies volksverzekeringen) over betaald worden. Eventueel kan de
werkgever deze vergoeding en verstrekking aanwijzen als eindheffingsloon. De werkgever neemt dan de loonbelas"ng in de vorm

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 13 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

van eindheffing ter groo!e van 80% voor zijn rekening.

6.7 Vraagmoment
Hee# u vragen over deze les? Dan kunt u die stellen via een vraagmoment.

U herkent een vraagmoment aan het spreekballonnetje dat op Plaza in het overzicht “Lessen” bij een les staat. Door op deze
spreekballon te klikken, komt u op een nieuwe pagina, waar u uw vraag in het tekstvak kunt typen.

Het tekstvak mag maximaal vij%onderd tekens beva!en. Zorg er dus voor, dat u uw vraag/vragen bondig formuleert.

Nadat u op “Verstuur vraag” hee# geklikt, wordt uw vraag automa"sch naar uw docent verstuurd. Zodra uw docent de vraag hee#
beantwoord, verschijnt er op uw dashboard bij de opleiding een spreekballon.

U kunt per les één keer vragen stellen. Verzamel dus uw vragen over de les, voordat u deze instuurt. Als u gebruik hee# gemaakt van
het vraagmoment, verdwijnt het spreekballonnetje bij de les.

6.8 Oefenopgaven
De volgende opgaven werkt u als oefenopgaven voor uzelf uit. De uitwerkingen van deze opgaven kunt u meteen zelf controleren.

De heer Charleston hee# in maart 2023 een uitkering gekregen van Charlestons bv van € 6.400, bovenop zijn salaris. Op 1
maart 1998 trad hij in loondienst bij de vennootschap onder firma, waarin zijn vader des"jds samen met diens broer beherend
vennoot was. Deze vennootschap werd in 2008 omgezet in een besloten vennootschap. De heer Charleston kocht de aandelen
van zijn vader en zijn oom in 2011. In het jaar 2023 hee# Charlestons bv aan de heer Charleston een tan"ème uitbetaald van €
12.000. Het maandsalaris van de heer Charleston bedraagt exclusief 8% vakan"ebijslag € 5.000. De stelling luidt dat de
uitkering van € 6.400 zonder heffing van loonbelas"ng mag worden uitgekeerd.

Onjuist. Wel is voldaan aan de eis van een 25-jarig dienstverband. De werknemer is in dienst geweest van de rechtsvoorganger
van zijn huidige werkgever. Het tan"ème mag als incidenteel loon niet worden meegeteld bij de bepaling van het loon over een
maand. Belast is € 1.000 (€ 6.400 -/- € 5.400).

Een ambulante werknemer ontvangt op 150 dagen per jaar een vergoeding van € 10,50 voor het gebruik van lunches onderweg.
Er dient 150 maal € 10,50 tot het loon gerekend te worden. De heffing mag plaatsvinden volgens de methode van eindheffing
volgens het enkelvoudige tarief. Is deze stelling juist?

Onjuist. Vergoeding is onbelast. Er is sprake van een gerichte vrijstelling wegens kosten van "jdelijk verblijf.

Jan Schroeven en zijn maat Gert Draaier zijn werknemers bij Lowmax bv en werkzaam op verschillende projecten in
industriegebieden. Hun loon wordt per maand betaald. Werkkleding en materiaal worden door de werkgever ter beschikking
gesteld. Jan en Gert rijden in de auto van Jan naar de projecten. Jan ontvangt van zijn werkgever een kilometervergoeding van €
0,23. Gert ontvangt als meerijder € 0,15 per kilometer. Jan is met Gert overeengekomen dat Gert zijn vergoeding van € 0,15 aan
hem afstaat. Overige reiskostenvergoedingen worden niet betaald. In de eerste drie maanden van 2023 reizen zij naar de
volgende plaatsen:

op 19 dagen naar arbeidsplaats A, afstand enkele reis 12 km;

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 14 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

op 18 dagen naar arbeidsplaats B, afstand enkele reis 18 km;


op 19 dagen naar arbeidsplaats C, afstand enkele reis 10 km.

Zij ontvangen per dag per persoon in verband met het vuile en onaangename werk een ongemakkentoeslag van € 5 en
eveneens een maal"jdvergoeding van € 11.

Kan de reiskostenvergoeding voor zowel Jan als Gert belas"ngvrij worden uitbetaald? Zo ja, waarom? Zo nee, geef dan voor
zowel Jan als Gert aan welk bedrag in de eerste drie maanden van 2023 belast is.

De vergoeding voor reiskosten is vrijgesteld tot een bedrag van € 0,21 per kilometer. De vergoeding die aan Gert wordt gegeven,
blij# onder dit bedrag en is daarom onbelast.

Jan ontvangt een bovenma"ge vergoeding van € 0,02 per kilometer. Afgelegde kilometers:

Project A – 19 dagen x 24 km = 456

Project B – 18 dagen x 36 km = 648

Project C – 19 dagen x 20 km = 380

Totaal 1.484

Belast: 1.484 x € 0,02 = € 29,68.

De werkgever kan kiezen om de bovenma"ge vergoeding van € 0,04 als eindheffing aan te wijzen en ten laste te brengen van de
vrije ruimte of deze als regulier loon aan te merken. Als het vervoer van Gert niet georganiseerd is door de werkgever is de
reiskostenvergoeding van Gert onbelast.

Stel dat er sprake is van een belaste reiskostenvergoeding. Geef dan aan hoe deze belast dient te worden. Mo"veer uw
antwoord.

Een bovenma"ge reiskostenvergoeding is voor het meerdere boven € 0,21 per km belast als loon bij de werknemer.

Kan Lowmax bv - als er sprake is van een belaste reiskostenvergoeding - de eindheffingsregels toepassen?

Eventueel kan de werkgever het bovenma"ge deel als eindheffing aanmerken en ten laste brengen van de vrije ruimte. Indien de
vrije ruimte opgesoupeerd is betaalt de werkgever een eindheffing van 80% over het aangewezen bedrag.

Kan de betaling van de ongemakkentoeslag en de maal"jdvergoeding zonder loonheffing plaatsvinden of zijn dit naar uw
oordeel belaste kostenvergoedingen? Indien dit laatste het geval is, geef dan aan welk bedrag tot het loon behoort en waarom
en op welke wijze dit voordeel belast is.

Voor de vraag of de maal"jdvergoeding onbelast is, moet worden vastgesteld of de werknemer een ambulante werknemer is. De
werknemer is ambulant als hij vanuit zijn woonplaats naar steeds verschillende werkplaatsen reist of op maximaal twin"g dagen
naar een vaste werkplaats en hij dat minimaal een keer per week doet. Nu de werknemers als ambulant kunnen worden
aangemerkt, is de vergoeding van € 11 per dag onbelast. De ongemakkentoeslag is gewoon loon uit dienstbetrekking. De
ongemakkentoeslag is loon uit dienstbetrekking en daarom belast voor de loonheffingen.

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 15 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

Wat zijn de gevolgen voor de loonheffing van de overeenkomst tussen Jan en Gert ten aanzien van de kilometervergoeding?
Mo"veer uw antwoord.

De overeenkomst tussen Jan en Gert speelt in de privésfeer en hee# geen gevolgen voor de loonheffing.

Wat wordt verstaan onder ‘gerichte vrijstellingen’?

Gerichte vrijstellingen zijn vergoedingen en verstrekkingen die op grond van de Wet loonbelas"ng zonder inhouding van
loonheffing mogen worden vergoed of verstrekt. De wet gee# een limita"eve opsomming. De gerichte vrijstellingen zijn:

1. werkelijke kosten openbaar vervoer;


2. reiskosten tegen € 0,21 per km;
3. congressen, seminars en studiekosten, outplacement, vakliteratuur, inschrijving in een beroepsregister;
4. "jdelijke verblijfskosten;
5. extraterritoriale kosten;
6. zakelijke verhuiskosten;
7. gereedschappen, computers, mobiele communica"emiddelen en dergelijke apparatuur;
8. verplichte arbovoorzieningen;
9. producten uit het eigen bedrijf tot 20% van de waarde met een maximum van € 500 per werknemer per kalenderjaar;
10. verklaring omtrent gedrag;
11. thuiswerkvergoeding.

Een viertal werknemers van Riaz bv hee# op project P gedurende tach"g dagen werkzaamheden verricht. Omdat de
werknemers allen op hetzelfde project werken, hee# Riaz bv een carpoolregeling georganiseerd voor deze werknemers.
Werknemer Peter treedt met zijn eigen privéauto op als chauffeur. Alle werknemers wonen bij elkaar in de buurt. De afstand van
huis naar project P en vice versa is 150 km. Zowel Peter als de overige drie werknemers krijgen per dag € 27 betaald. De
kilometervergoeding wordt maandelijks aan de werknemers uitbetaald. Riaz bv beschouwt de kilometervergoeding aan de
chauffeur en de meerijders als een belas"ngvrije vergoeding.

Hee# Riaz bv juist gehandeld? Mo"veer uw antwoord.

Het betre# een carpoolregeling die georganiseerd is door de werkgever. Aan de chauffeur is maximaal vrij te vergoeden 150 km
x € 0,21 = € 31,50. Hij ontvangt € 27. Er dient dus geen loonheffing te worden ingehouden. De overige drie werknemers
ontvangen eveneens per persoon € 27. Deze vergoedingen zijn bij alle drie belast, omdat voor hen sprake is van vervoer
vanwege de werkgever.

In verband met haar ziekte kan Magda geen auto rijden. De werkgever stelt haar daarom voor het jaar 2023 gra"s en
belas"ngvrij een ov-jaarkaart 2e klasse ter beschikking. Zij gebruikt deze kaart voor reizen naar de arbodienst, het eenmaal per
maand bezoeken van het bedrijf en voor privédoeleinden.

Hee# Riaz bv juist gehandeld? Mo"veer uw antwoord.

Riaz bv hee# juist gehandeld. De ov-jaarkaart wordt zowel voor zakelijke als privédoeleinden gebruikt.

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 16 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

Riaz bv hee# een drietal vertegenwoordigers in dienst. Voor het gebruik van de privéauto krijgen zij een kilometervergoeding
van € 0,21 per kilometer. Omdat de vertegenwoordigers in hun auto al"jd waardevolle spullen hebben, zijn zij verplicht hun
wagen te parkeren in een garage, gelegen in de buurt van het woonhuis. De huurkosten bedragen € 200 per maand. Daarnaast
betalen de vertegenwoordigers maandelijks € 50 voor energiekosten. Riaz bv betaalt deze bedragen belas"ngvrij uit.

Hee# Riaz bv juist gehandeld? Mo"veer uw antwoord.

Belast is € 250 naar de reguliere wi!e "jdvaktabel. Een vergoeding voor parkeergelegenheid in of bij (= in de buurt van) de
woning van de werknemer is belast.

Voor welk maximumbedrag mogen vergoedingen onder de werkkostenregeling worden gebracht? Wat gebeurt er met het
meerdere?

Er mag t/m 3% over een maximaal fiscaal loon van € 400.000 plus 1,18% over het meerdere van het bedrijf onder de
werkkostenregeling worden gebracht. Het meerdere is voor een percentage van 80% belast in de eindheffing.

6.9 Homework assignments


Complete these homework assignments and submit your answers to your teacher via Plaza. These assignments are checked and
assigned a grade. If you obtain an unsa"sfactory mark, you will be given a resit.
1. Gemma bv hee# een aantal vergoedingsregelingen. Geef voor elke regeling aan of deze belast of niet belast is.
a. De recep"onistes krijgen een vergoeding van € 30 per persoon per maand in verband met extra kosten voor
persoonlijke verzorging en kleding.
b. De vertegenwoordigers krijgen een vergoeding van € 40 per maand voor representa"ekosten. Dit bedrag is
vastgesteld op basis van eerdere declara"es.
c. Een werknemer krijgt een aantal kosten vergoed in verband met een door hem te volgen studie. De direc"e hee# de
studie goedgekeurd; het verscha# de werknemer de mogelijkheid om in de toekomst promo"e te maken. Per maand
worden vergoed: studieboeken op declara"ebasis, les- en examengelden en de autokosten ad € 0,28 per km.
d. Het personeel krijgt een vergoeding van € 5 per maand voor consump"es buiten de maal"jd om. De consump"es
koopt de werknemer in de bedrijfskan"ne tegen kostprijs inclusief btw.

2. De heer Mutsaers ontvangt in de maand juni van zijn werkgever een aantal vergoedingen. Geef aan of deze vergoedingen
belast of onbelast zijn:
a. een bedrag van € 50 in verband met een boete voor een snelheidsovertreding met zijn eigen auto die noodzakelijk
was om "jdig bij een klant te zijn;
b. een vergoeding voor koffiegeld van € 5,- per werkdag;
c. een bedrag van € 75 vanwege een lunch met zakenrela"es. Van dit bedrag is € 25 voor kosten van Mutsaers en € 50
voor kosten van de zakenrela"es;
d. een vergoeding van € 200 voor het aanschaffen van nieuwe werkkleding.

3. Mevrouw Harmsen werkt drie dagen per week bij Xener bv. De afstand van haar woning tot haar werkplek bedraagt 13
kilometer; zij legt deze afstand af met haar auto. Vanuit haar werkplek hee# zij in de maand november met haar privéauto
zakelijke ri!en gemaakt voor in totaal 350 kilometer. Hoeveel bedraagt de maximale vaste reiskostenvergoeding die aan haar
in de maand november onbelast kan worden uitbetaald?

4. Bij Dax bv hanteert men een aantal kostenvergoedingen. Geef aan of deze vrijgesteld of niet vrijgesteld zijn.

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 17 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

a. Iedere vertegenwoordiger krijgt per jaar een vergoeding voor een abonnement op een vakblad.
b. De vertegenwoordigers krijgen voor elke dag dat zij buiten het eigen bedrijf verblijven een koffiegeldvergoeding van €
7,50. Dit bedrag is tot stand gekomen door een gemiddelde te nemen van de declara"es uit het verleden.
c. Dax bv vergoedt aan werknemers die lid zijn van een vakbond, de contribu"e.
d. Een werknemer die een studie volgt, die door de direc"e is goedgekeurd, krijgt een vergoeding die gelijk is aan de
studiekosten.

5. De heer Hurks is onlangs aangenomen bij zijn nieuwe werkgever. Naast zijn salaris krijgt hij de beschikking over een
bedrijfsauto waarin hij ook privé mag rijden. Privé gaat hij in ieder geval meer dan 500 km per jaar rijden. Hij krijgt een
onkostenvergoeding van € 175 per maand. Daarnaast krijgt hij € 100 per maand als ongemakkentoeslag, omdat hij op
onregelma"ge "jden werkt. Om zijn vakkennis bij de houden mag hij twee abonnementen nemen op een vakblad. De
werkgever betaalt deze rechtstreeks aan de uitgever.
a. Hoe wordt de auto die de heer Hurks mag berijden in de loonheffing betrokken?
b. Wat kun je vertellen over de loonheffing over de onkostenvergoeding?
c. Op welke wijze is de ongemakkentoeslag van € 100 belast?
d. De werkgever eist wel dat de heer Hurks dichter bij het bedrijf gaat wonen. De nieuwe werkgever betaalt de
verhuiskosten. Wat kunt u vertellen over de vergoeding van de verhuiskosten?

6. Op welke wijze worden onderstaande vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstelling aangeduid in het kader van de
werkkostenregeling? Vink onderstaande items in de juiste kolom aan.

Vergoedingen\Verstrek Loon Gericht vrijgesteld Nihil gewaardeerd Intermediaire kosten


king/terbeschikkingste
lling/intermediaire kost
en

Gebruik vaste
computer op de
werkplek

Verklaring omtrent
gedrag

Studiekosten

Rentevoordeel voor
een lening voor een
elektrische fiets

Ter beschikking
gestelde voordeeluren
kaart

Tablet nodig voor het


werk

Inwoning ter vervulling


van de
dienstbetrekking

thuiswerkvergoeding

vaste reële
onkostenvergoeding

Bijtelling privégebruik
auto van de zaak

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 18 of 19
Lessons - NHA Plaza 04/02/2024, 11:21

7. Werknemers mogen lunchen in het bedrijfsrestaurant. De lunch die een werknemer gebruikt hee# de werkgever ingekocht
voor € 4,75. Werknemer mogen lunchen tegen een redelijke vergoeding van de kostprijs en betalen een eigen bijdrage van €
1,75. Op welk bedrag moet de lunch voor de loonheffingen worden gewaardeerd?
a. € 4,75
b. € 3,55
c. € 3,-
d. € 1,75

8. Soweco BV hee# besloten alle vergoedingen en verstrekking af te schaffen. In plaats daarvan krijgen de werknemers op het
eind van het jaar een bedrag van € 2.250. Dit bedrag brengt Soweco BV onder in de vrije ruimte. Mag Soweco dit bedrag aan
de vrije ruimte toerekenen?

9. Kledingboe"ek Jolijn gee# aan haar medewerksters een kassakor"ng van 30% op kleding uit de winkel. Femke hee# een
bloes gekocht met een verkoopprijs van € 49,95. Is hier sprake van een belast loonelement? Mo"veer uw antwoord.

10. Gilde Meubelen verkoopt designmeubels aan par"culieren. Ronald Vermaas is verkoper bij Gilde Meubelen. Zijn salaris
bedraagt € 4.750 bruto per maand. Verder zijn onderstaande gegevens bekend:

a. De werkgever draagt maandelijks € 425 af aan het pensioenfonds. De werknemersbijdrage van Ronald aan de
pensioenregeling is € 125.
b. De werkgever betaalt maandelijks € 690 premie werknemersverzekeringen.
c. De werkgeversbijdrage Zvw bedraagt € 361.
d. Robert beschikt over een auto van de zaak. Cataloguswaarde € 40.000. Bijtelling 22% in verband met privégebruik.
Eigen bijdrage € 200 per maand.
e. Robert hee# een laptop ter beschikking ter waarde van € 800. De werkgever vindt het noodzakelijk dat Robert
hierover beschikt.
f. Robert hee# deze maand vij#ien dagen op de zaak geluncht. De lunch is op kosten van de werkgever. Er is wel een
eigen bijdrage van € 2 per lunch.
g. In verband met een tweedaagse verkooptraining hee# Robert deze maand één nacht overnacht in een hotel. De
overnach"ngskosten waren € 115.
h. De ingehouden en afgedragen loonheffing is € 1.557,92.

Bereken het ne!oloon van Ronald. Indien mogelijk maakt de werkgever gebruik van de vrijstellingen van de
werkkostenregeling, een nihilwaardering of de vrije ruimte.

https://online.nha.eu/subscription/1731476/assignments/view/14503/475040 Page 19 of 19

You might also like