Professional Documents
Culture Documents
Spaans Boekje 6 Vwo
Spaans Boekje 6 Vwo
DEEL 2
Bombay en Calcutta zijn de 2 moeilijkste steden in India, de
afgrond van de enkelen rijken en de armoede van velen. Eerst
zou Alberto een paar dagen in Bombay doorbrengen om een
rapport te maken over de filmindustrie van het land. Toni
Roura wou dat uiteindelijk toch wel als aanvulling op het
verhaal van Iqbal. Alle hotels zijn daar toeristen getto’s, hij
sliep in de Taj Mahal. De eerste 2 dagen begon Alberto met
tijdsverandering te wennen en beginnen met kruiden eten
maar hij kreeg wel diarree net als altijd. Hij bezocht een paar
filmstudio’s, hij verzamelde minimaal materiaal om zijn
rapport voor te bereiden. Hij dacht veel aan zijn kinderen, en
de foto van het vliegveld en dan dacht hij erbij dat zijn
kinderen hem aan het aanmoedigen waren dus dat hij door
moest gaan. In India heb je een slecht en een goed, een yin
en een yang. Op een ochtend vloog hij om 12:15, wat 13:50
werd (heel normaal daar), naar Madurai, naarmate de
bestemming naderde naarmate Alberto meer angst,
hulpeloosheid en onzekerheid kreeg. Hij ging direct naar zijn
kamer ook sliep hij weer in de Taj, dit keer in Taj Garden. Een
kamer hier in Madurai was 3x zo goedkoop als in Bombay. Hij
zette zijn koffers neer en ging gelijk op stap met zijn camera’s.
Een driewieler taxi zette hem af bij de winkel: het was niets
anders dan een gebouw van 3 verdiepingen. Hij ging eerst de
voorkant fotograferen, voor het geval dat erna niet meer kon.
Er stonden overal reclameborden over de winkel, alles
fotografeerde hij. Toen hij binnenkwam vielen gelijk 2
medewerkers hem aan met allemaal verkooptrucs, maar hij
zei dat hij alleen maar om zich heen aan het kijken was. Hij
wachtte totdat er een groep toeristen kwam. Alberto vroeg
zich af waarom zij zijn hartslag niet konden horen. Geen een
toeristengroep kwam binnen, dus hij riep een verkoper bij
zich. Hij was goed in Engels maar de verkoper wou graag zijn
Spaanse kunsten met hem delen. Hij moest erg zijn best doen
om zijn spanning in bedwang te houden en goed te acteren
en concentreren. Eerst vroeg hij of ze handgemaakt waren:
‘Ja meneer, natuurlijk, wij beschikken over een groot
vakmanschap. Wij het grootste huis in Madurai, verkopen aan
iedereen.’ Zij waren hele goede verkopers. De verkoper hield
de baas erbij die heel goed Engels kon en ging samen met
Alberto onderhandelen. Alberto zei dat hij eerst zeker wou
weten of ze handgemaakt waren en vroeg vervolgens om de
werkplaats te zien. De baas stuurde de andere verkoper naar
boven, eventueel om de arbeiders met elkaar te laten kletsen
ofzo dat het er minder erg uitzag. Vervolgens ging de baas
kletsen met Alberto over zijn reis en zijn hotel. De andere
verkoper kwam er weer aan, en nam Alberto mee naar
boven. Er waren een aantal deuren, en toen de verkoper een
deur opende betrad hij voor het eerst een wereld die hij had
leren kennen. Een wereld waar het Westen zich de rug toe
keert terwijl hij over de tapijten loopt die het resultaat zijn. In
de winkel werkten 9 kinderen, 6 jongens en 3 meisjes. De
oudste was ongeveer 12/13 jaar en de jongste ongeveer 7
maar de leeftijd was moeilijk te schatten. De tapijten waren
mooi maar de kinderen waren erg vies en dun. ‘Maken deze 9
‘arbeiders’ al jullie tapijten?’ ‘Nee meneer we hebben een
fabriek met meer personeel om aan de vraag te voldoen,
maar dit is onze school en die kinderen zijn onze beste
vakmensen en dat kan je geloven want kijk naar dit werk’. Op
dat moment pakte hij een vloerkleed van een meisje, het was
inderdaad heel mooi maar haar vingers waren erg dun en
bijna zonder nagels en vol littekens. De blik die het meisje
haar gaf had Diana hem nog nooit gegeven en hij kon het niet
uitleggen. Alberto zei dat ze zeker veel verdiende voor de
ouders. Er was alleen 1 heel klein raampje die vol bedraad
zat. Hij zat allemaal verkooptrucs tegen Alberto te vertellen
maar hij luisterde niet en keek alleen maar om zich heen. Hij
vroeg hoelang het duurde om zo een kleed te maken maar
daar kreeg hij geen antwoord op ‘tijd maakt niet uit de
waarde zijn eeuwen en voor altijd’. Alberto vroeg aan het
meisje wie het oudst leek hoe oud ze was, ze keek eerst naar
de man of ze mocht antwoorden vervolgens zei ze haar
naam. Hij had de naam Iqbal niet genoemd want dat durfde
hij niet. Hij zei dat hij de tour heel erg interessant vond en ze
verlieten de ‘werkplaats’. Hij was weg gegaan en gezegd dat
hij morgen terug zou komen, zijn taxi stond nog steeds buiten
te wachten in de hoop dat hij zijn gedachte had veranderd.
Hij liep vervolgens naar de tempel, nadenkend over die
kinderen. Hij ging naar de tempel voor vrede en meditatie
zodat hij van zijn stress af kwam. Hij kwam een oude,
spirituele vrouw tegen in de tempel, zij straalde
vriendelijkheid uit en door haar heeft hij vleugels gekregen.
Geloven, hij is nergens zeker van en hij ging terug. De
tapijtwinkel was al gesloten, geen licht te bekennen en alles
was donker. De 2 huizen ernaast zagen er wel bewoond uit.
Hij liep om de hoek en zag een typisch Indiaans steegje, India
is geen land van misdaad maar iemand kan je altijd verassen.
Alberto had geen moeite met de achterkant van het gebouw
te herkennen. Hij ging zijn eerste misdaad plegen. Hij zette
dozen op elkaar en klom het muurtje over zodat hij in de
achtertuin van het gebouw was. Hij pakte nieuwe dozen en
zette ze onder het kleine raampje neer. En toen hij het zag
stopte zijn hart. Alle 9 jongens en meisjes sliepen in de verste
hoek, samen, op een hoopje en op de grond. Hij maakte
Narayan, het oudste meisje wakker door met zijn zaklamp af
en aan in haar ogen te schijnen. Ze werd heel erg bang
wakker, Alberto was bang dat ze ging schreeuwen. ‘Niet
schreeuwen Narayan kom dichterbij’ ‘Ik was hier vandaag, ik
ben gekomen om te helpen’. Narayan was heel erg stil, zelfs
nadat hij Iqbals naam had uitgesproken. Het waren
verschrikkelijke 5 seconden vol twijfels en onzekerheden. Ten
slotte stond Narayan op liep naar het kleine raam en stond op
een tafel om op zijn lengte te komen. ‘Iqbal?’ vroeg ze ‘De
berichten op de zomen van de tapijten’, ja knikte ze snel, haar
ogen straalden voor het eerst. ‘Wie van jullie is Iqbal?’, alles
stortte in: ‘Iqbal stierf een jaar geleden meneer’. Narayan
vertelde dat ze Iqbal hadden vermoord als les, ze hadden niet
de noodbriefjes gevonden want Iqbal verstopte die goed.
Maar Iqbal vroeg om vrijheid, geld voor werk en geen
slavernij, hij sloot zich aan bij een vakbond, hij stierf op zijn
twaalfde. Hij was de leider van die vakbond. Narayan vroeg of
hij was gekomen voor Iqbal waarop Alberto antwoordden ja,
toen vroeg ze ‘Alleen Iqbal?’. Alberto dacht terug aan wat hij
tegen Toni had gezegd, Toni zei dat dit overal gebeurd en of
hij dan iedereen ging redden en toen zei Alberto maar ik weet
als enige waar Iqbal is. Narayan en de rest waren opgesloten
en konden daar niet wegkomen, 3 van de 9 zwierven alleen
op straat en de rest was gekocht van hun ouders. Narayan
was er al 3 jaar en was voor 20 dollar gekocht. Rajiv werd op
4-jarige leeftijd gekocht voor 15 dollar en Chandaben op 5-
jarige leeftijd voor 16 dollar. Narayan zou ontsnappen als het
kon en zei dat alle kinderen daar naar buiten wouden. Dat
Iqbal had verteld dat iemand hun op 1 dag kwam redden en
dat hij is gestorven voor alle jongeren. Er was niemand ’s
nachts in het gebouw, maar hij moest nadenken hoe hij dit
ging doen. Alberto had Narayan beloofd om terug te komen
omdat voor hem iedereen daar Iqbal is, Narayan geloofde
hem eerst niet. Hij ging terug naar het hotel. Alberto zat de
hele tijd na te denken, want hij kon ze niet alle 9 mee naar
huis nemen, ook niet op straat laten liggen, wat moest hij
doen? Hij heeft in bad gezeten en ging erna naar buiten. Hij
hield altijd zo van India, maar hij wist er eigenlijk helemaal
niks vanaf. In zijn buurt waar hij sliep waren geen zwervers,
na een tijd wandelen kwam hij ze tegen. Hij ging bij een sloot
zitten, met zijn voeten in het water. Er kwam een heilige aan,
hij zei dat het hem speet en de heilige maakte een
stopgebaar. Hij zag eruit als Gandhi. Hij vroeg of die haast
had, waarop hij zei nee, en waarop de heilige weer zei: een
westerling die geen haast heeft, indrukwekkend’. Hij ging
naast hem zitten. Hij zei dat zijn aura negatief was en dat hij
zijn aura kon voelen. Er was chaos in zijn aura, daarom zei hij
dat hij naar de muziek van de wind moest luisteren want die
begeleidde hem. Alberto zei dat hij in India was om te
mediteren, waarop de heilige antwoordde: hoe kan je
mediteren als je je gevangen voelt door hulpeloosheid? Hij zei
dat hij moest gaan slapen. Alberto wou hem geld geven, maar
hij nam het niet aan. En Alberto zei sorry voor dat hij hem
had wakker gemaakt, maar dat het geen toeval was dat hij de
boom was waardoor hij het hele bos erachter niet kon zien en
daardoor de wereld ervoor open ging. Hij zei nog dat Alberto
zijn aura wit was, maar functioneert als een prisma. Hij vroeg
of hij er morgen weer was, maar nee. Volgende ochtend werd
Alberto laat wakker en ging gelijk onder de douche staan om
zijn hoofd leeg te zijn. Hij las de krant en zag een advertentie:
de mogelijkheid om een Indiaas kind te ‘adopteren’ door
maandelijks een klein bedrag te betalen en dan kreeg je
nieuws hoe het met het jongen/ meisje ging. Hij had het
antwoord. Hij ging blij en opgewonden naar zijn kamer, maar
ook zenuwachtig. Hij belde Estrella, na 2x nam ze op, hij legde
uit dat Iqbal was overleden maar dat er in Barcelona een
stichting is die Indiase kinderen helpt. Zij ging alles uitzoeken
voor hem, maar ze had maar een uur want in Spanje was het
al 17:00. Hij moest op de hotelkamer blijven. Estrella belde
hem een kwartier later, de stichting heette RDM, het was een
soort boederij, het lag in Anantapur bij Bangalore bij Madurai
in de buurt. Het telefoonnummer in Barcelona nam niet op,
maar ze ging hun direct als ze wakker werd de volgende
ochtend bellen. Hij ging erna bellen met Diana en Oscar. De
rest van de dag was voorbereidend op de avond, hij kocht
een hele grote tang waarmee je dikke draden en ijzeren
kettingen kan doorsnijden. Hij ging in de avond weg van zijn
hotel met alleen zijn zaklamp en tang. Hij ging eerst naar het
riviertje waar hij gister met de heilige zat, maar hij was er niet
en liep vervolgens door met een riksja (taxi) naar het
centrum. Hij kwam aan en toen stonden de lichten nog aan,
een kwartier later gingen ze uit. Hij ging weer hetzelfde als de
dag ervoor naar boven, Narayan werd gelijk wakker. Ze zei
dat hij beter via de deur kon gaan, hij klom een muurtje over
en was vervolgens bij de gang met 4 deuren, aan hun deur
hing een ketting, de tang deed zijn werk langzaam. De
kinderen stonden in een groepje met ogen wagenwijd open
voor de deur. Narayan ging eerst de muurtjes over en
vervolgens de kinderen en als laatst Alberto. Narayan sprak
Indiaans tegen hun want ze spraken geen Engels. Narayan
ging weer terug naar binnen, zonder te zeggen waarom
Alberto begreep haar niet want ze hadden niks nodig. Het
duurde 5 minuten, hele spannende enge minuten, voor
Narayan terugkwam. De rest wachtte buiten op straat, ze
begonnen te rennen weg van Pankaj Shah. Narayan had
Pankaj Shah in de vik gestoken, het was vanaf bijna de hele
stad zichtbaar. Hij gaf geld en een brief mee voor Narayan,
die het treinstation naar binnen ging. Hij ging zelf terug naar
het hotel heel erg snel om zijn koffers op te halen, met een
riksja. Zonder de winkel Pankaj Shah, konden ze ook geen
kinderen tot slaaf meer maken. Toen hij terugkwam op het
station waren de kinderen er nog. Ze gingen met de trein
naar Anantapur. De ouders van Narayan hadden haar
verkocht omdat ze geen dochter wouden, alleen maar zonen.
Omdat dochters kosten bruidsschat. Haar vader had ook haar
zus verkocht, maar die is overleden. Ze vertelde over Iqbal: hij
was heel erg sterk, grote glimlach, op 5 jaar oud verkocht, hij
is 3x ontsnapt maar niet om weg te rennen maar hij bracht
jongens en meisjes samen, hij staakte, ze hebben hem in
elkaar geslagen en zo was hij overleden, iqbal kwam met het
idee briefjes in kleden en ze wisten zeker dat ‘hij’ (iemand uit
het westen) hen ooit zou vinden. Narayan gaf geen antwoord
op de vraag waarom zij de winkel in de brand had gestoken.
Het was een hele lange reis door India, maar ook door
Alberto zelf. In de avond moest Alberto huilen, alleen,
verloren, bevrijd, gevonden, verlost. Ze gingen overstappen
bij Bangladore, daar hadden ze wat gegeten. Toen ze
aankwamen bij RDM, moest hij het hele verhaal uitleggen. Ze
hadden geen hele fijne aankomst, ze werden niet gelijk
aangenomen en meneer Serradell, de man van Ventura
Masferrer (de man tegen wie Alberto alles moest uitleggen)
dat dit echt zelden voorkwam. Hij vertelde Alberto dat zijn
missie nu is afgelopen, en niet meer kan doen dat dit, je kan
niet alle slaven bevrijden. Maar dat er nu in ieder geval een
oudere generatie komt met meer eerlijkheid, gelijkheid en
cultuur als hij zijn verhaal uitbrengt. Alberto zei dat hij
inderdaad gek was dat hij dit had gedaan. Meneer Serradell
zei dat de afgelopen 100 jaar de mens de wereld agressiever
heeft aangevallen dan in de hele geschiedenis, en dat de
planeet nu pas begint zichzelf te verdedigen. Hij behoorde tot
de mens van de primeurs zei hij, en dat was het grootste
compliment wat Alberto ooit had gekregen. Hij was na 2
dagen vertrokken want hij werd laat wakker, het regende en
zodat hij nog met de persoon van RDM kon praten die het
daar begeleidde. Toen hij afscheid van de kinderen nam
waren en tranen, knuffels en kusjes. Narayan vertelde hem 1
woord wat hij moest denken aan zijn kindertijd, ‘Bapn’ wat
iets betekende als vader. Hij dacht aan wat Ventura
Masferrer hem vertelde: je kunt niet alles in 1x veranderen,
maar het is voldoende om 1 eerste stap te zetten. Hij kon,
aangekomen in Bangalore, gelijk een vlucht naar Londen en
daarna naar Barcelona. Hij ging eerst naar het hotel ‘Taj
Mahal’ van de eerste nachten, en belde Estrella dat hij naar
huis kwam. Hij kocht cadeaus voor de kinderen en Estrella. Hij
begon in het vliegtuig te schrijven, voordat de emoties
konden worden gezeefd. Elke dag zijn er meer mensen die
zich ervan bewust zijn dat ze veel geld betalen voor
voorwerpen die gemaakt zijn met bloed, zweet en tranen van
kinderen. En dat is de eerste grote stap.