Les: pluralisme, de franse revolutie

De staat stelt zich levensbeschouwelijk neutraal op.

Hoe verhoudt de staat zich tegenover religies. Hoe wordt die neutraliteit toegepast.

Actief pluralisme en passief

Passief:
Er is eenerzijds godsdienst vrijheid en anderzijds dat de staat zich neutraal opstelt tenopzichte van de
religies. De neutraliteit kan dan het best worden toegepast als iedereen zijn religie beperkt tot privé.
Dit niet te uiten in het openbaar en zeker niet in openbare instellingen.
Bv. In een gemeenschaps school, bibliotheek etc.
Geen kruisen of hoofdoeken.

Op dit moment vraagt men om het geloof privé te houden. De redenering is dat de staat neutraal
blijft als niemand dit openbaar doet.

Dit betekent dat de staat de werking van kerkelijke instellingen niet helpt. Zoals kerken niet
onderhouden, missen steunen. maar ook niet voor de islam.
Dit stamt van de revolutinaire in Frankrijk.

Actief:
Het omgekeerde van passief. Ook hier gaat de staat uit van de neutraliteit. Hier redeneert men
helemaal anders.
Hier gaat men er juist van uit dat de staat juist wel de religies toelaat in de openbare instellingen.
Bv. Een moslima mag een hoofdoek dragen, etc.
Als iedereen zijn ding doet zullen alle religies gezien worden en gerepresenteerd worden.

Actief betekent iedereen mag zijn religie uiten in openbare werkingen, maar ook zal de staat
bijdragen aan de werking van de erediensten. Het zal bijdragen aan de moskeen, kerken etc.

Situatie in belgie:
In belgie zijn een 7 tal ere diensten erkend.
 Katholieken
Eerste dienst in 1831
 Protestantisme,
 Anglecanisme,
 Jodendom
 Islam in de 1970
Het gevolg van die erkenning is dat ze in aanmerking komen om gefinancierd te worden door de
overheid.
De situatie in belgie,
Ze hebben altijd voluit de kant gekozen van actief pluralisme.
Ten aanzien toch van de katholieke kerk. De katholieken waren vanaf 1831 tot 1850 aan de macht
samen met de liberalen. Ze hadden het geregeld dat de katholieke kerk goed gefinancierd zou
worden door de staat. Dit is op gemeentelijk niveau.
Het betaalt ook de lonen van de priesters uit.
Dit werd niet toegepast ten aanzien van andere erediensten, ook niet tegenover de islam.
In de Jaren 1960 kwamen er veel moslims via gezinsherengingen, van werkers.
De bouw van de moskeeen werden door anderen betaald dan door de belgische staat. Ook de imams
werden door anderen betaald.
Enkel overtuigde moslims en rijken konden dit financieren. Dus vooral moslims uit saudi arabie.
De grote moskee in Brussel ook volledig gefinancierd.
Dit zijn radicale, en fundamentalistische islamieten.
Zij hebben ook imams uit saudi arabie, die ook veel radicalen zijn.

Hierdoor werd er gepreekt, tegen de westerse waarden, de verlichtingswaarden. De democratische

waarden. Hierdoor is een klein groepje geradicaliseerd, dit kwam aan het licht na 9/11
Hierna bestefte de staat dat het geen goed idee is om buitenlandse imams uit te nodigen.
Hier is de politiek gewijzigd. Ze wouden meer controle,
Dus nu begonnen ze met zelf te financieren en zelf de imams op te leiden.
In vlaanderen zijn er 24 moskeeen.

De vlaamse overheid koppelt strenge voorwaarden aan financiering van moskeen en imams
Men gaat na:
1. Aanvaarding van democratie en verlichting,
2. Onderzoek naar personen betrokken bij werking
3. Boekhouding inkijken van de moskee
4. Imams moeten nederlands kunnen
Enkel dan kan de moskee in aanmerking komen.

De voirge vlaamse regering was perfect in staat om meer moskeeen te financieren. Er was al een
onderzoek verricht naar de werking van de nieuwe moskeeen, de belgische staatsveiligheid doet dit
onderzoek. Maar ze worden gefinancierd door de vlaamse overheid.

Ze hadden al de werking grondig doornomen en Liesbet Goomans geadvieseerd, van de vorige

regering, minister van binnenlandse aangelegenheden. Zij was van de NVA, van Antwerpen.

zij weigerde omdat ze schrik had dat dit in grote letters in de kranten dat ze die moskeeen zou
financieren. Ze had schrik dat ze stemmen zou verliezen.
Ze heeft de moskeeen niet gefinancierd hoewel er wel een positief advies was van de
staatsveiligheid.
Ze zei dat ze die dossiers niet vertrouwde, ze heeft dan beslist om een Vlaamse staatsveiligheid op te
richten.
Dit staat in het nieuwe vlaams regeerakkoord. Nu is het minister Bart Soomers van open vld.
De kans is groot dat nieuwe moskees zullen gefinancierd worden. Omdat bart soomers
VOLTAIRE

de ene verlichtings denker was de andere niet.

Hier vergelijken we 2 verlichtings denker. Twee tegenpolen. Voltaire en Rousseau.

Voltaire was de meest populaire verlichtingsdenker, nu nog steeds.

Schreef veel, een echte sarcast. Schreef brochures, toneelstukken etc. maar bracht vooral veel kritiek
uit tegen de machthebbers.
De machthebbers van de achtiende eeuw, voor de franse revolutie waren de absolute vorsten. Die
werden bijgestaan door de clerus.
De toemalige machthebbers weigerden om vrije meningsuitings toe te passen etc.

De tegenover van de repressie van de kerk en de vorsten pleitte voltaire voor een absolute vrijheid
van meningsuiting. Dit is een libertair, een aanhanger van de absolute vrije meningsuiting. Dit
betekent, dat men gelijk welke mening mag uiten zonder enige beperking.
Dit zou raciste meningen toelaten etc. Voltaire was hier voorstander van. Hij zei, “ik kan het absoluut
oneens zijn, toch moet je die kunnen zeggen.”Die absolute vrijheid van meningsuiting. Dit is vooral
nog in Amerika.
In ons land zijn er beperkingen. Hier gaan we nu niet op in. Sinds het verlichtingsdenken zijn er een
aantal mensen die daar voorstander van zijn.

Hij kwam op voor de gelijkheid en de vrijheid van de burger. Of de burgerij als klasse.
De burgerij werd als klasse beperkt door de adel en de klerus, de koningsgezinden. Etc. Dit waren de
groepen die de burgerij tegenhielden van de macht.

De burger als derde stand, moest evenveel recht en vrijheden al de andere standen krijgen.
Als men vandaag naar verlichtings denken verwijst dan had Voltaire het over de vrijheid van de
eigenklasse. Niet voor de gelijkheid van de lagere klassen. Hij was geen voorstander van gelijke
rechten voor de lagere sociale klassen. Deze klasse kwam meer op door de industriele revolutie.

Hij was ook geen voorstander van gelijkheid van man en vrouw. Hij hoorde tot de bourgousie. Wilde
taken voor mannen en vrouwen. Pleitte openlijk voor ongelijkheid tussen man en vrouw.

Voltaire was een groot voorstander van de slavernij. In het licht van de verlichtingsdenken zouden
mensen denken dat er iets kwam tegen racisme.
Hij was een echte liberale kapitalist. Hij vond dat slavernij bijdroeg tot de winstmogelijkheid met de
slaven. Hij wou vrijheid en gelijkheid voor enkel zijn klassen.

Iemand anders was jean jaque rouseeau. Hij was voorstander van vrijheid van meningsuiting,
gelijkheid etc. Hij had ook oog voor de sociale kwestie. Hij wist dat de arbeider problemen had door
de revolutie. Dat dit slahtoffers maakte. Dat door de fabrieken ongeschoolden werden uitgebuit en
dat de geschoolden hun werk verloren.

De revolutie komt in Engeland op het einde van de 18de eeuw en de eerste helft van de 19de eeuw.
Hij merkte meteen dat dit nadelig was voor de gewone arbeiders, die uitgebuit werden.
Zijn argument was dat de verlichtingsdenkers ook moesten opkomen voor de lagere klassen. hij
verschilde enorm met Voltaire.
  Hij was ook een ecologist avant la lettre. Met die revolutie was er een negatieve impact op
het mileu. Hij was voorstander van het behoud van het mileu.
 Hij pleitte voor anders onderwijs, zoals steiner onderwijs.
 Hij zou nu links groen zijn.
 Anderszijds, was hij een voorloper van het radicaal links gedachtengoed, een voorloper van
het communisme.

Filosofen die opkomen voor alle macht aan het volk, leidt in de praktijk tot communistische staten.
Waarin mensen die niet communistisch zijn worden vervolgd. Hierover meer bij franse revolutie.

De wijze waarop de verlichtings denkers zich verhielden tot het geloof. Hierbij gaan we in op de
actualiteit.

Onderscheid tot deisten en atheisten.

Voltaire was een bekende deist.

De deisten waren van mening dat aan de verre oorsprong van het heelal, een soort goddelijke kracht
aan de oorsprong licht van het universum dat daarvoor zorgde. Ze vullen die persoon zelf in. Ze
noemen die de opperbouwmeester.
Voltaire was een deist. Het deisme was typisch voor angelsaksische landen en Nederland.
Zeer belangrijk is voor de deisten is dat het enkel uitgaat van een opperbouwmeester. Dat alle leven
verder op aarde, vanaf die oerknal. Dat dat alles verloopt volgens de natuurwetten. Grote
voorstanders van Darwinisme. Op dat vlak hechten ze geen belang meer aan godsdienst en religie.
Mirakels, verijzenis vinden ze ook maar niets.
Het deisme staat niet even onverdraagzaam tegenover religie, als de atheisten.

Het atheisme:
het ontstond bij de verlichtings denkers en was vooral frans. Ook het radicaal atheisme.
Ze ontkennen het bestaan van god. Ze zijn van mening dat die absoluut niet bestaat. Zeker de huidige
atheisten beweren dat het bestaan van god kan bewezen worden op wetenschapplijke wijze.

De methodische twijfel: wetenschappelijke methode, door rene decartes. Uit de 17de eeuw,
wiskundige en filosoof.
Dwz: men moet aan alles twijfelen, tot men een wetenschappelijk bewijs heeft voor iets. Enkel door
bevestigde en wetenschappelijke bewijzen. Zolang dit niet kan moet je aan alles twijfelen.

Hiermee beweren ze dat god niet bestaat.

De redenering:
1. je kan onmogelijk met zekerheid weten dat god bestaat
2. iets dat onmogelijk met zekerheid te weten is, blijft onwaar.
3. aangezien je onmogelijk met zekerheid kan weten dat god bestaat, bestaat god niet.

Nog een argument:

Thomas van acquino ging ervan uit dat de schoonheid van de natuur een bewijs is van god.
Zij draaien dit om. Ze keken naar de vele oorlogen en wreedheid, en zo gingen ze ervan uit dat god
dit niet zou toelaten dus dat hij niet bestaat. Ze waren niet perse onverdraagzaam van theisten.

De radicale atheisten, waren wel onverdraagzaam ten aanzien van het geloof.
Ze bevonden zich ook onder de franse verlichtings denkers.
Denie Didereau:
Uitivinder van encyclopedie. Des tijds is hij begonnen met de uitgave van een encyclopdie van de
stand van de wetenschap in 21 delen.
Dit mocht toen niet worden uitgegeven. In parijs werden die stiekem verkocht met vis verpakking.

Tijdens de franse revolutie droeg hij dit uit, en kwam hiervoor uit.
Hij schreef. Laten we de laatste koning wurgen met de darmen van de laatste pastoor.

Zelfs in die tijd waren er al veel antireligieuze ideeën. Je zou denken dat dit extreem was in die tijd.
Maar ook in dit tijd werden andersdenkden door de kerk vermoord en gefolterd.
Dit zorgde voor een soort polarisatie. De ene kant was gewelddadig dus de andere kant ook.
Dit zorgde voor radicale reactie. Dit ligt aan de oorprong van radicaal atheisme.
Het was toen gericht tegen het katholieke geloof. Maar vanaf toen een traditie, in frankrijk, om af en
toe eens radicaal atheistisch uit de hoek te komen. Dit staat ook in de grondwet.

De blasfemie, radicale atheisten maken gebruik van godsbelastering. Dit betekent dat men dat al wat
religie is bespotten, uitlachen, minachten etc. Dit werd gedaan via pamfletten, boeken, heel vaak via
cartoons. Die kwamen op en werden illegaal getoond aan de mensen. Ze brachten dit in verband met
erotiek en porno, om de religie te bespotten.

Vandaag is dit vooral gericht tegen de moslims en de moslim wereld. Hier is ook sprake van actie en
reactie. Een polarisering die onstaat bij een deel van bevolking.
In een aantal landen wordt blasfemie toepast tegenover islam. Als reactie op de radicale islam. Die
toch toeneemt in europa. Zoals vroeger het katholisme, wordt beantwoord door spotprenten.

De blasfemie is in feite ten aanzien van de islam. Werd voor het eerst verspreid door een Deense
krant in 2005 twee jaar voor de grote terroristische aanvallen in 2007. Hierin werd er al gespot met
mohamed.
In 2012 heeft men in het Franse weekblad charlie hebdo een spotprent geplaatst. In januari zijn er 12
mensen vermoord in de redactie. Het meest recente incident is een leerkracht die onthoofd nadat hij
een cartoon had getoond als didactisch materiaal. Hij toonde dit als les materiaal.

Veel jongeren radicaliseren. In de voorstad van parijs zijn er veel moslims.

De kinderen hebben dit vertelt aan hun ouders en de leerkracht is uiteidelijk onthoofd.

Die actie reactie bestaat nog steeds, en deze is ontstaan tijdens het verlichtingsdenken maar naar de
katholieken gericht. Bij ons behoord blasfemie tot vrijhied van meningsuiting. In sommige landing is
blasfemie verboden. In Italie, oostenrijk, etc. Lang verboden in Nederland. Het is niet in alle europese
landen automatisch deel van de vrijheid van meningsuiting.

Wat is het verlichtings denken wel en niet?

Het was niet voor de vrouw. Dat was pas na 1948 dat vrouwen stemrecht hadden.

Veel politiekers halen het verlichtingsdenken aan als reden voor hun wetten etc. Tegen moslims etc.
Men haalt dit niet altijd correct aan. Er wordt vaak uitgehaald naar de moslims omdat er daar
ongelijkehid is tussen man en vrouw. Dit is niet verlichtings materiaal. Dit kwam pas veel later. In
1948 was er pas stemrecht voor vrouwen.
Het was ook absoluut niet sociaal. Er wordt vaak verwijst naar het verlichtingsdenken verwezen door
de moslim gemeenschap. Dat ze zich moeten aanpassen aan de westerse waarden dus eigenlijk de
verlichtings waarden.
sommigen zeggen dat de westerse waarden, of de verlichtingswaarden superieur zijn. Al in 1990.
door Guy Verhofstad. Fractieleider van de Liberalen. Ook al Premier etc.
Hij publiceerde al burgermanifesten, waarin hij schreef dat het westerse model beter was dan
eender welke. Ook in veel andere landen. Ze moeten zich schikken wordt er veel gezegd tegenover
vrijheid van meningsuiting, gewetensvrijheid, etc.

De hedendaagse tijd. Die begint met de franse revolutie. De franse revolutie begint in 1789. duurt
ongeveer 10 jaar. Tot 1799. toen kwam napoleon tot in 1814. hij hield waarden van de republiek
overeind. Zoals scheiding van kerk en staat.
Ze maakten komaf met de standenmaatschappij. De franse periode is de franse revolutie plus
napoleon periode.
De zuidelijke nederlanden stonden onder het bewind van de fransen en moesten ook de wetten
volgen. Tot 1792 tot 1814 behoorden wij tot Frankrijk. Ze zijn begonnen met oorlog in heel Europa in
1792. werd verdergezet door Napoleon. Wij moesten de Franse wetten opvolgen tot het congress
van wenen.

De revolutionaire periode:
Duurde 10 jaar. Hierin zijn er nog 3 periode. Tijdens die revolutie waren er verschillende polititieke
regimes.
 De eerste periode:
Na het uitbreken van de Franse revolutie, kwamen er twee groepen in de revolutie. Dit waren
voorlopers van partijen. Ze hebben samen geregeerd.
 De Jacobijnen: centrum linkse figuren
 Gierondijnen: liberalen. Links en rechts. Kwamen van chiron. Het waren hoe dan ook
revolutionairen. Hebben de revolutie gefinancierd. Waren de mannen van het
kapitaal. Kwamen van de streek van Gieronde.
Het waren allemaal republiekijnen en revolutionairen. Samen maakten ze komaf met de
standenmaatschappij.
De Gierondijnen hebben vooral de revolutie gefinancierd. Heel wat wijnboeren. De revolutie was een
van de burgerij. Maar de lagere klassen deden hieraan mee.

Op tal van terijnen. De scheiding van kerk en staat, passief pluralisme. Volledige ommekeer.
Gewetensvrijheid.

Allerlij rechten en vrijheden kwamen in Decleration van de mensen rechten te staan.

was een copie van de Amerikaanse versie. De bill of rights, voor de rechten van de Amerikanen. Ten
dele. Ze dienden nadien ook als voorbeeld van de verklaring van de rechten van de mens na de
tweede wereldoorlog. Met het Europees hof als gevolg.
Onze oorsprong van de rechten van de mens. De persvrijheid etc. dateren van de Franse en
amerikaanse revolutie.
Nadien ook het Europees hof voor de rechten van de mens. Dat de rechten en de vrijheid van
mensen wordt beschermd. Persvrijheid staat hier ook in. Absoluut ook de scheiding der machten.
Tijdens het vorstelijk absolutisme waren samen in 1 persoon. Er wordt een onderscheid gemaakt uit
de wetgevende macht etc. zie vorige notities.
De drie macht kan de andere niet meer beinvloeden. Bv. Politici kunnen rechtzaken niet beinvloeden.
Dat is een absolute noodzaak in een democratie of een rechtstaat. Waar het recht bestaat en
effectief wordt toegepast voor mensen.

Men maakte volkomen komaf met het koningshuis, en de erfelijke functies. De voorechten van de
clerus etc.
Volgens de wet was iedereen gelijk. Het was een volksrevolutie, opgezet en georaganiseerd door de
burgerij.Het volk werd ingezet als kannonvlees en neemt weldegelijk deel aan de revolutie.
Alle erfelijke functies, de koningshuis etc werden weggedaan. Er kwam een rechtsgelijkheid voor
mensen. Een parlementaire democratie met een eerste vorm van verkiezingen dit alles door de
jacobijnen en Gierondijnen.
Zo komen we in de hedendaagse tijd.

 Tweede periode: 1792-95

De chirondijnen worden door verkiezingen uit het parlement gezet. De Jacobijnen kwamen aan de
macht samen met de Cordelliers.
De jacobijnen zijn centrum links. De corduliers waren radicaal links. Afkomstig van Rijsel en Parijs. Zij
hebben de Jacobijnen meer naar links doen opschuiven.

Zij kwamen aan de macht tussen 92-95. ook op dit moment gaan de zuidelijke Nederlanden deel
uitmaken van Frankrijk.
Ze hebben een compleet links beleid gevoerd. Ze namen sociale maatregelen ten voordelen van de
ondersten van de samenleving.

Ze oefenden controle uit op de voedsel prijzen. Wat in de weg stond van de vrije markt.
Opdat iedereen voldoende voedsel zou kunnen kopen controleerden ze de prijzen.
Hierdoor kon de burger dat niet meer vrij bepalen. Het idee van vraag en aanbod was weg met al
doel dat iedereen voedsel zou kunnen kopen.

Hieraan zien we dat ze naar het communisme opschoven. Ook bij hun is de vrije markt economie
afgeschaft. Dit doen fascisten ook maar minder. Men ziet geen vrije markt als meer iets als links,
communistisch.
Tijdens een bepaalde periode van de franse revolutie ontstond al een communistische staat. Dit is
niet echt gekend. Men associeert het begin van het communisme met Rusland en de revolutie van
Rusland. Dit is niet historisch correct.
De machthebbers inspireerden zich op Jean Jaques Rousseau. Hij meende dat alle macht in handen
moest komen in de handen van het volk.

Wanneer men in de communistisch ideologie bepaald dat alle macht moet toekomen aan het volk.
Waarbij het volk het volk sociale macht heeft. Meestl gaat dit gepaard met een communistisch
beleid. Een aantal uitverkorenen van het volk voeren het beleid maar laten zich niet meer verkiezen.
Daardoor gaar communisme vaak gepaard met een dictatuur. Met een staat met een partij.

Dit gebeurde ook in Frankrijk. Gedurende die periode waren zij aan de macht. Het ging om een
schrikbewind of terreurbewind.

 Wat is terreur of een terreur bewind?

De Jacobijnen zijn destijds overgegaan tot een terreurbewind. Symbolisch hiervoor is de executie van
Lodewijk de 16de. Opgepakt en terdood gebracht op 21 jan 1793. is onthoofd via de giotille.
Die giotille werd uitgevonden omdat die menselijker moest zijn als executie middel.
De Franse revolutionairen hebben hiervan gebruik gemaakt om vijanden te onthoofden.

De franse revolutionairen, de Jacobijnen en de Corduliers hebben dit uitgeoefend op alle vijanden en

contra revolutionairen. Door de giotille en de verdrinkingsdood.
De pastoors werden anders vermoord dan de rijkeren die ze met de giotille ombrachten. Men heeft
verschillende mensen tegelijk verdronken etc.
Later werd dit ook toegepast in andere revoluties. Om de tegenstanders uit te schakelen.

Wie waren de contra revolutionairen? De machthebbers van het ancien regime, de clerus.
Koningsgezinden. De adel. Die verzetten zich tegen de Franse revolutie.

Een aantal van dezen waren gevlucht naar Engeland. Haalden geld op bij koningsgezinden. Daar
verzamelden ze geld en manschappen om Frankrijk terug te veroveren en het ancien regime terug te
brengen.

De revolutionairen pakten hen zeer hardhandig aan, ze hebben iedereen die maar verdacht deed
meteen vermoord. Spionnen in burger konden willekeurig bepalen wie niet voldeed aan de
verwachtingen.

Kleren, kranten, een uitsrpaak, een schijnbare mening. etc. als er maar iemand verdacht werd die
zonder proces of met een schijnproces tot de dood veroordeelt. Men ging niet uit van de onschuld.
Wat gebruikelijk is in rechtstaten. Men zal die aanhouden, berechten en straffen.

Dit is terreur, omdat je daarmee de mensen angst aanjaagt. Niemand durft hierdoor nog iets.
Dit is een bewind dat ook altijd samen gaat met geweld. Zoals het beleid dat IS ook voerde.

De corduliers en de Jacobijnen hebben hiervan gebruik gemaakt. Dat komt voor in totalitaire staten.
Totalitaire staten gaan uit van een totale ideologie en iedereen meot hier in passen.
Dit komt voor overal in de geschiedenis maar vooral in de 20ste eeuw. Dergelijke staten zijn China,
Cuba, Rusland, De Nazi's in duitsland, de Fascisten in Italie.

Daarmee zijn de Jacobijnen begonnen, hun voorman was Maximiliaan Robbespierre. Uiteindelijk is
het zo dat die politiek van de corduliers en de Jacobijnen zo veel mensen kwaad maakte. Vooral de
katholieken. Vooral op het platteland.
Op den duur verliezen de leiders al de krediet. Zelfs bij de eigen aanhangers. Op den duur vertrouwt
men niemand meer. Zelfs eigen familie.
Meestal eindigt dat dan met de leider die gexicuteerd wordt.

 De derde periode. 1795-99

De gierondijnen kwamen terug aan de macht. Zij waren liberaler ingesteld.
Zij voeren de parlementaire democratie terug in. Vrijheid van godsdienst etc.
Ze voeren de vrijemarkt terug in. Ze behoorden tot de hogere burgerij, tot de industriele burgerij. Die
investeerden in de industriele revolutie. Ze hadden weinig oog voor de sociale politiek. Het staken
werd verboden, vakbonden werden verboden. Etc.
Hun politiek was associaal.

 De napoleontische periode: 1799-1814

In 1799 komt napoleon banaparte aan de macht. Hij komt niet aan de macht via revolutie maar via
staatsgreep. Hij was generaal en had de steun van militairen. Via die steun heeft hij een staatgreep
kunnen doen.
Bij een staatgreep wordt het volk niet betrokken. Ze beweren achteraf vaak dat de staatsgreep voor
de bestwil van het volk.
Het blijkt dat het volk niet zo ontevreden was met die staatsgreep. Door de ommekeer van de staat,
vonden mensen dit moeilijk. Ook de katholieken vonden dit niet erg omdat ze niet blij waren met de
scheiding van kerk en staat.
Tijdens de tweede periode had de bevolking het zwaar gehad.
De gierondijnen herstellen de democratie maar de arme mensen hebben honger en hebben het
economisch slecht. Heel de franse revolutie periode is zeer woelig en er was altijd een klasse die
benadeeld werd.

voor de mensen bracht napoleon veiligheid, rust, orde etc. mensen hadden hier nood aan.
Mensen hebben dit vaak. Hobbes legde hier ook de nadruk op. Zeker na omwentelingen.

Napoleon sloot een verdrag met de paus en de katholieke kerk. Een concordaat. Waarin napoleon
beloofde om da radicaal anti godsdienstig beleid van de vorige machthebbers achter zich te laten.
Om een politiek te voeren die de kerk weer deed ademen in Frankrijk.
Het is ook napoleon die met het idee kwam om priesters door de staat te laten uitbetalen, de kerken
te helpen onderhouden door de gemeentes. Om de bouw van de kerk mee te financieren.

Ze werden betaald door het ministerie van justitie. Omdat de staatsveiligheid resorteert onder het
ministerie van justitie. Napoleon was van mening dat priesters moesten geholpen worden. Maar ze
mochten zich niet meer verzetten tegen de modernieteit en de scheiding van kerk en staat. Staat had
voorang op kerk. Hij zette dit in het concordaat.
Hij dacht als hij ze financierd ze zouden luisteren. De kerk moest zich schikken naar de moderniteit.
Men heeft die politiek later verlaten in belgie, ten aanzien van de moslim gemeenschap. Men had dit
beter zo gelaten want dit garandeerd controle in zekere zin.

Napoleon richtte vanuit de staat seminaries in, de inhoud kon hierdoor gecontroleerd worden.

In belgie is dit ook beslist. Om een islam school op te richten. Men wil dat de eerste jaars, hier les
komen volgen.

Napoleon was een dictator, had de parlementaire democratie afgeschaft, had een politie staat, liet
zich kronen tot keizer,was een dictator. De vrijheid van meningsuiting verdween.
Hij was uit op de verovering van Europa. Hij slaagt erin om tal van landen te veroveren. Maar in 1812
begint hij te verliezen. Dit resulteert in het verdrag van Wenen.

Hij stuurt de antwoorden door, met uitleg van de zelfstudie.