You are on page 1of 2

Vak : Aardrijkskunde

Hoofdstuk : 3, Economische ontwikkeling


Onderdeel : Begrippen, par. 2 t/m 4, 7+8.
Klas : V2

Begrip Definitie Hoort


bij §
1. Akkerbouw Het telen van gewassen op grote akkers 2
2. Arbeidsmarkt De vraag naar en het aanbod van werk. 3
3. Arbeidsproductiviteit De gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid 4
4. Automatisering Het vervangen van een deel van het mensenwerk door 4
computers.
5. Bosbouw Het aanleggen en onderhouden van bos 2
6. Culturele dimensie Het bestuderen van verschijnselen in relatie tot taal, religie 8
en gebruiken.
7. Economische Het bestuderen van verschijnselen in relatie toto zaken als 8
dimensie welvaart, werkgelegenheid, productie en handel
8. export Het verkopen van grondstoffen, producten en diensten aan 7
het buitenland.
9. Gemengde Boeren combineren meerdere soorten landbouw 2
landbouw
10. Genetische Door het veranderen van de erfelijke eigenschappen van 2
modificatie planten probeert men betere plantenrassen te krijgen.
11. Groene Revolutie De enorme productieverhoging in de landbouw in 2
ontwikkelingslanden door de invoering van kunstmest,
chemisch bestrijdingsmiddelen verbeterde plantenrassen
12. Halffabricaat Het invoeren van grondstoffen, producten en diensten uit het 3
buitenland.
13. Infrastructuur Alle bovengrondse en ondergrondse verbindingen zoals 3
wegen, havens, spoorlijnen, pijpleidingen en kabels
14. Innovatie De ontwikkeling van nieuwe of verbeterde producten en 4
diensten.
15. Intensivering De verhoging van de opbrengst per hectare of per dier 2
16. Irrigatie Kunstmatige bevloeiing van landbouwgrond. 2
17. Lichte industrie Fabrieken die halffabricaten verwerken tot producten die aan 3
consumenten verkocht kunnen worden
18. Mechanisatie Het vervangen van mensenwerk door het gebruik van 2
machines.
19. Multinational Onderneming die vestiging in verschillende landen heeft 3
(=MNO)
20. Natuurlijke dimensie Het bestuderen van natuurlijke verschijnselen in relatie tot 8
de natuurlijke omgeving.
21. Natuurlijke Alle voor de mens bruikbare producten uit de natuur 7
hulpbronnen
22. Politieke dimensie Het bestuderen van verschijnselen in relatie tot conflicten, de 8
overheid of grenzen.
23. Productiefactoren De middelen die nodig zijn om goederen of diensten te 7
produceren: natuur, arbeid en kapitaal
24. Re-shoring Het terughalen van bedrijven naar het thuisland die 3
oorspronkelijk juist naar het buitenland waren verplaatst.
25. Robotisering Het verschijnsel dat steeds meer werkzaamheden worden 3
uitgevoerd door robots in plaats van door mensen
26. ruilvoet De verhouding tussen de prijs van de geëxporteerde 7
goederen en de prijs van de geïmporteerde goederen van
een land.
27. Speciale Gebied waar buitenlandse bedrijven zich tegen gunstige 3
Economische Zone voorwaarden kunnen vestigen
(SEZ)
28. specialisatie Boeren richten zich op één soort landbouw. 2
29. schaalvergroting Van een bedrijf om efficiënter te kunnen werken en de 2
kosten per kilo opbrengst of dier te verlagen
30. Tuinbouw Het telen van groenten, fruit en bloemen op akkers of in 3
kassen.
31. Veeteelt Het houden en fokken van vee 2
32. vestigingsfactoren Redenen waarom een bedrijf voor een bepaalde plaats kiest. 3
33. Zware industrie Fabrieken waarin grote hoeveelheden (vaak zwart) 3
grondstoffen worden verwerkt. Meestal maken deze
fabrieken hallfabricaten: een soort tussenproducten

Extra taak verwerkoning begrippen (leren-leren proces):

Groepeer de begrippen waarvan je denkt dat ze met elkaar te maken hebben.

Dit kan zijn omdat:


- ze een tegenstelling zijn van elkaar
- ze een indicatie zijn (meer/minder, % / ‰, veel/weinig, hoog/laag)
- de een de oorzaak en de ander een gevolg is van elkaar
- ze op elkaar lijken, maar net anders zijn
- ze onderdeel zijn van dezelfde noemer

Gebruik hiervoor een apart blad.

You might also like