You are on page 1of 19

Driefase asynchrone motor

• Slip
• Rendement
• Koppel
Van Genechten K.
Werking van de driefase inductiemotor
 Herhaling

S
Slip
 Formule

𝒏𝒔 − 𝒏𝒓 Slip is het verschil in draaisnelheid


𝒔= tussen de rotor en het statordraaiveld
𝒏𝒔

Voorbeeld:

Toerental draaiveld
3000tr/min
N

2800tr/min
Toerental rotor
3000 2800
sn o m   0,066
3000
Z
De slip bij nominale belasting is 6,6%

a Van Genechten K.
Rendement
 Verliezen

Toegevoegd vermogen
𝑃 𝑛𝑢𝑡𝑡𝑖𝑔 Ptoeg  3  U L  I L  cos
𝜂𝑛𝑜𝑚 =
𝑃 𝑡𝑜𝑒𝑔𝑒𝑣𝑜𝑒𝑔𝑑

Nuttig vermogen
2   n
Pnuttig  T 
60

Verliezen (warmte)
• Jouleverlies
• IJzerverlies
• Mechanische verliezen
Rendement
 Verliezen

Kortsluitproef
Jouleverliezen •

Motor volledig blokeren (met rem)
Zeer lage spanning aansluiten zodat toch slechts
• In de 3 fasen (spoelen) in de de nominale stroom door de wikkelingen vloeit,
stator • Met een wattmeter meten we het opgenomen
vermogen, dit zijn de Jouleverliezen.
• In de staven van de rotor
(door de lage spanning kunnen we de ijzerverliezen
verwaarlozen)

IJzerverliezen
• Hysteresisverlies Nullastproef
• Wervelstroomverlies
• Motor onbelast laten draaien,
• Met een wattmeter meten we dan de
ijzerverliezen + mechanische verliezen.
(door de lage stroom kunnen we de jouleverliezen
Mechanische verliezen verwaarlozen)

• Wrijving
• ventilatie
Rendement
 Grafiek

Pnuttig

Ptoegevoegd

Opmerking:
Motoren met een groot vermogen
hebben een hoger rendement !

¾ van de nominale
belasting
a Van Genechten K.
Rendement
 Voorbeeld uit cataloog
Rendement
 Labo
L1
L2
L3
N
𝑃 𝑛𝑢𝑡𝑡𝑖𝑔
𝜂=
𝑃𝑡𝑜𝑒𝑔𝑒𝑣𝑜𝑒𝑔𝑑 2⋅ 𝜋 ⋅𝑛
𝑃 𝑛𝑢𝑡𝑡𝑖𝑔 =𝑇 ⋅ 𝜔=𝑇 ⋅
60

Stroomtransfo’s

Driefase
wattmeter

 Meet het toegevoegd


vermogen

𝑃 𝑡𝑜𝑒𝑔𝑒𝑣𝑜𝑒𝑔𝑑 =√ 3∙𝑈 𝑙𝑖𝑗𝑛 ∙𝐼 𝑙𝑖𝑗𝑛 ∙cos𝜑 REM


Koppel van de motor
 Moment

F=10N

𝑀=10 𝑁 ×0,2𝑚=2 𝑁𝑚
20cm

F=10N

𝑀=10 𝑁 ×0,3𝑚=3 𝑁𝑚
30cm
Koppel van de motor
 Torque

F
Afstand

T  F r
Koppel van de motor
 Grafiek

2
m  E rotor 0 s  Rrotor
Tem  
2    n synchroon Rrotor 2  s  X rotor 0 2
60

3.5

2.5
Koppel

1.5

0.5

0
1 0.9 0.8 0.700000 0.600000 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0
0000000 0000000
01 01

Slip
Koppel van de motor
 Grafiek

T Kipkoppel
Startstroom
I

Startkoppel

werkgebied
Tnom

Inom ns

nnom n
Koppel van de motor
 Invloed van de grootte van de aangesloten spanning

Koppel van de
motor bij 3*400V

U T

2 4

Het koppel van de motor is evenredig met


de aangesloten spanning in het kwadraat!!!

Koppel van de
motor bij 3*200V

n
a Van Genechten K.
Koppel van de motor
 Belasting met constant koppel

T
I
De belasting “vraagt” steeds een
constant koppel
(kranen, walsen, transportbanden,
liften, hefwerktuigen, … )

Tnom Werkpunt
Onderbelasting
Tlast
Inom

De motorstroom is I
kleiner dan de
nominale stroom
op het kenplaatje
Het toerental is iets groter
dan het nominale toerental
ns
n
n
n 3000tr/min
nom
Koppel van de motor
 Belasting met constant koppel

T
I

Opmerking: het
startkoppel van de
motor moet groter
zijn dan het
koppel dat de last Werkpunt
nodig heeft,
anders zal de Overbelasting
motor niet starten! Tlast

Tnom

De motorstroom is
groter dan de
nominale stroom I
op het kenplaatje Inom

Het toerental is kleiner dan


het nominale toerental n
ns
n
nnom
Koppel van de motor
 Belasting met constant koppel

T
I Koppel dat motor “levert”

Opmerking: het
startkoppel van de
motor moet groter
zijn dan het Werkpunt
koppel dat de last
nodig heeft, Koppel dat de belasting “vraagt” Tlast
anders zal de
motor niet starten!

n ns
n
Koppel van de motor
 Belasting met kwadratisch stijgend koppel

T
I

Tlast 1
Werkpunt

Tlast 2

Tnom

I
Inom

n
ns
n
nnom
Koppel van de motor
 Belasting met lineair toenemend koppel

T
I
De belasting “vraagt” een lineair
toenemend koppel

Werkpunt
Tnom

De motorstroom is
groter dan de
nominale stroom I
op het kenplaatje Inom

ns
n
n
nnom
Koppel van de motor
 Belasting met lineair toenemend koppel

T
I
De belasting “vraagt” een lineair
toenemend koppel

Tnom
Werkpunt
De motorstroom is
kleiner dan de
nominale stroom
op het kenplaatje Inom
I
nnom
ns
n
n

You might also like