You are on page 1of 37

Amsterdamsche Huwelijks- en Begrafenis-

penningen in de 17de Eeuw

DOOR

D". H. J. DE DOMPIERRE DE CHAUFEPI.

r is een aardige prent van Danckerts

voorstellende de huwelijksmedaille". Een

zittende jonge vrouw houdt de hand van

een voor haar staand jonkman vast, terwijl hij haar

eenen penning reikt, het onderschrift zegt Dats de

Bruydt daer men om danst". Wanneer onze voor-

vaderen huwden, was het metalen stuk vaak het

monument dat door de eeuwen heen zou spreken

van hun geluk en vreugde. Maar niet alleen wanneer

men om de bruid danste" werden die penningen

vervaardigd, ook wanneer men vijfentwintig, vijftig

jaren met haar door het leven gedanst had en zelfs

wanneer de dood voor altijd het huwelijk verbrak,

werd dit vermeld op gouden of zilveren medailles.

Op die soort van monumenten van Amsterdamsche

Generated on 2013-03-17 18:15 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

geslachten in de 17de eeuw willen wh' een oogenblik

31

de aandacht der lezers van dit jaarboekje vestigen.

Brandt zegt:

Men hoort de bruiloftspenning spreken

Met tong en taal van 't beelde teeken.''

Er zit inderdaad veel sympathieks in deze medailles

ook al zijn de voorstellingen die wij er op aan-

treffen dikwijls banaal en voor onzen modernen

smaak wat te gezocht, ook al doen de versjes ons

vaak aan ulevellenposie denken.')

Hier en daar was het niet gemakkelijk de zeker-

heid te erlangen of een of andere penning inderdaad

betrekking had op een Amsterdamsch geslacht of

persoon, evenmin durven wij verzekeren dat de

opsomming, die hier volgt volledig is; wij beperkten

ons onderzoek trouwens tot de stukken van het

Amsterdamsch Gemeente Archief en het Koninklijk

Penningkabinet in den Haag.2)

I.

Het eerst zullen wij de aandacht vragen voor de

trouwpenningen, om daarna de begrafenis- en doods-

penningen te bespreken.

In 1621 vierden Maarten Ryokhaver en Alijd

van der Laan hun gouden bruiloft; Dirks noemt

') Verg. de Roevkr, van vrijen en trouwen" p. 113.

!) Men vergelijke; Amsterdam in de 17de Eeuw pag. 65

en pag. 70, 71, penningen in het bezit van den heer D. G.

Generated on 2013-03-17 18:15 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Meer Jr. en Catalogus der tentoonstelling van 1876, pag. 223.

32

en beschrijft dezen penning in zijn Kepertorium

(Deel I. No. 876) en wij vinden hem afgebeeld op

de groote gedenkplaat die de acht gouden bruiloften

van het geslacht van Loon herdenkt (in 1722 door

Goeree gesneden, Muller 3703). Bovenaan prijkt

het geslachtswapen der Ryckhavers, onderaan dat

der van Loons, midden in het veld zijn twee elkan-

der drukkende handen afgebeeld terwijl twee duifjes

naast het wapen der van Loon's elkander zitten

aan te staren; door heel het veld loopen banden

welke samengehouden worden in een krans.

De keerzijde draagt het volgende opschrift:

Anno 1621.

Vijfticn jaer 't saem ons trou en Echt

volbracht sien wy (Got lof) de vrucht van ons

geslacht 26 7 temb.

Van veel hooger artistieke waarde is de penning

dien wij nu behandelen zullen. Jan Pietersz van

den Eeckhout (geb. 12 Aug. 1589) was in het eerste

huwelijk verbonden met Grietje, de dochter van

Claas Gerbrandtsz. Leydekker (f 16 Oct. 1631),

later in 1633 hertrouwde hij met Cornelia Dedels

dochter en bij die gelegenheid werd een fraaie pen-

ning gegraveerd, waarvan wij de voorzijde hierachter

afbeelden. ') Uit het eerste huwelijk is geboren de

') Naar eene teekening van den heer J. Bijtel, Amanuensis

Generated on 2013-03-17 18:15 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

aan het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

33

'bekende schilder Gerbrandt van den Eeckhout.

Jan van den Eeckhout was een aanzienlijk goudsmid.

Op den penning zien wij eene zittende vrouwen-

gestalte met twee kinderen, aan haar voeten staat

een genius die een schild houdt waarop het ons

reeds bekende symbool der verbonden handen. De

vrouw houdt in haar hand een staaf waarop twee

verbonden harten en bloemen aangebracht zijn,

onder aan den stang is een slot waarvan de grijn-

zende dood den sleutel houdt, de achtergrond wordt

gevormd door groote gebouwen en een poort.

Het omschrift zegt:

Daer 't een in 't ander hert, Door liefd gesloten weit.

siet men veel vreugde spruyten Druck angst of lijden groot,

Generated on 2013-03-17 18:16 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Niet anders dan de doot kan 't selve weer ontsluyten.

34

De keerzijde vermeldt de vergaering in den echte-

lijken staet op den 22 Februari A 1633. Daarom-

heen staat het volgende vers:

Cupido schoot d' hemel besloot tot Trouen echt U

beyden van twee tot een soo vast dat geen Alleen de

doot salt scheyden.

De dichter was blijkbaar zeer onder den indruk

dat alleen de dood een einde aan dit aardsch geluk

maken kon.

Eerst in 1652 stak de Dood den sleutel in het

slot, 2 November van dat jaar toch stierf Jan van

den Eeokhot. Het is zeer waarschijnlijk dat men

dit soort penningen bij de zilversmeden verkocht

met oningevuld middenvlak waar men dan later

de namen der echtelieden op graveerde Voorbeel-

den er van waren op de in 1901 gehouden

tentoonstelling te Utrecht, o. a. No. 73 met het

motief van onzen penning.

In 1629 huwt Danil des Ruelles met Guille-

mette Bengevoort in de Waalsche kerk te Amster-

dam, en ter herinnering aan dit feit werd een

medaille gegraveerd die wij onlangs uitgaven in

het Bulletin des Eglises Wallonnes (T. VIII p. 135),

afgebeeld op plaat I, No. 1.

De voorzijde bevat eene symbolische voorstelling;

te midden van de engelenkooren reikt Christus de

hand aan eene jonge vrouw. Het omschrift zegt:

Hout daer Joncvrouw die ick bemin en anders geen.

Generated on 2013-03-17 18:16 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Daer is myn trouw myn hart en sin naast Godt alleen.

35

De keerzijde vertoont hoe Laban Rachel aan

Jacob gaf en zegt:

Doen Laban Rachel stelde aan Jacob's groene sy,

was herders ziel vernoeght van al de slaverny.

Hun huwelijk dat slechts tien jaren duurde was

gezegend met zes kinderen.

In 1647 is het weder het geslacht van Loon, dat

onze aandacht vraagt, toen vierden namelijk Hans

van Loon en Anna Ruyckhavers hun gouden brui-

loft. Bij Dirks wordt deze penning onder No. 1062

in het Repertorium vermeld en ze is gereproduceerd

op de meer genoemde prent van 1722.

Aan de voorzijde staan smaakvol gerangschikt

<ie geslachtswapens onder banderollen met de namen

en de vermelding van den huwelijksdatum (27 Mei

1597). Boven in hemellicht prijkt Jehovah's naam

en uit wolken gestoken elkander drukkende handen,

die de banden vasthouden welke de wapenschilden

verbinden, aan de keerzijde lezen wij onder den

naam Jehovah:

De liefde blijft in eeuwigheyt

Geloof en hoop vergaen

Als liefd noch jaar noch tijt verbeyt

Ist Jubeljaar voldaan.

Palus Stockius mocht op zijn 82-jarigon leeftijd

in 1648 den dag herdenken, waarop hij voor 50

Generated on 2013-03-17 18:16 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

jaar in den echt trad met Sophie van Dijlsen

3fi

(Dirks 1072). Op dezen gegraveerden penning sieren,

vogeltjes en engelen de voorzijde, terwijl de keer-

z\jde een nest met vogeltjes vertoont met de toe-

passelijke opschriften o. a. met een woordspeling'

op 's mans naam God's stock sterkt". Op dergelijke

woordspelingen waren onze voorouders verzot, zoo

b.v. op dominus Lastdrager:

Die Godes last droeg aen sijn kerck

Heeft nu bij Godt de loon van 't werk,

of op dominus Smit:

Met Godes hamer sloeg dese Smit

In 's Hetnelskamer hij rustend zit.

Doch wij dwalen af en een aardig specimen der

17-eeuwsche numismatiek wacht ons.

Meermalen werden medailles geslagen op belang-

rijke historische gebeurtenissen door opschriften in

verband gebracht met particuliere evenementen;

zoo is er in het Amsterdamsen Archief een penning

op den vrede van Munster (van Loon II. 311) waar

op den rand gegraveerd staat:

Gilte van Abraham van der Hoeven met Catharina

de Geer Bruydegom aan Anna de Geer ter gedach-

tenisse den 13 Februari 1652.

De penning, die nu te bespreken is munt uit door

zijne artistieke waarde. In Amsterdam huwden in

1653 Willem Janszoon Meerman en Perina van

Limborch, de Pallas van het IJ", zooals haar lof-

Generated on 2013-03-17 18:17 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

dichter Heemskerk haar noemt in den Bloemkrans

37

van verscheyde gedichten" of wel de Kunstnimph"

aan wie door den poeet de meest mogelijke voor-

spoed toegewenscht wordt en zelfs ... een tweeling,

daar wanneer men met Meerman huwt zulk ver-

meeren" voor de hand ligt.

Aan de voorzijde van den hiernevens afgebeelden

penning ziet men twee herten, die vastgehouden

worden, in een ring, door een vrouw met twee

kinderen; terzijde trekken twee ossen een ploeg

en trekkebekken twee duifjes, een groote zonnebloem

staat verder in het veld en de schiftende zon ver-

licht dit tooneel; onderaan staat op eene cartouche:

De liefde, die van Godt afvloeit

Twee harten in de Trouwring boeit

En maakt ze soo gelijck van aart

Dat de eene volgt daar d' ander vaart.

Zou dit gedicht niet zn'n van de hand van vrouw

Limburg die menschen kan bekoren" en Die, o

Amstelstad Uw roem, doet ten blau. gewelf toe

zweven"?

Aan de keerzijde zien wij de bekende handen en

de beide geslachtswapens van Meerman en Limburg.

Het kantschrift luidt:

Willem Jansz. Meerman Perina van Lihborcii

Getrouwt den 26 Januari A 1653 in Amsterdam.

Dit unieke stuk, door Dirks vermeld l.l. 1221, is

in 1891 voor het Penningkabinet aangekocht van

Generated on 2013-03-17 18:00 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

een der nakomelingen van Perina.

Generated on 2013-03-17 18:01 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

as

In 1674 is het weder een van Loon (Dirks 1702)

die 50 jaar gehuwd is, ditmaal met Emerentia van

Veen; de zeer smaakvolle penning die dit feest

herdenkt, is afgebeeld op de reeds vermelde prent,

hij vertoont aan de voorzijde de geslachtswapens

tusschen rozen en toortsen, een vijftig prijkt in een

ring terwijl olijftakken het geheel omgeven, het

vers aan de keerzijde zegt:

Myn vaders en myn grootvaers lot van vyfligh

jaer in de echt te leven wert mij met vreught

vergunt van Godt Godt gun 't oock aan

myn soons en neven.

Zeer waarschijnlijk is dit een gedicht van Brandt

-die ook een uitgebreider poeem op dezen penning

maakte en daarbij zeer leerzaam de beteekenis der

verschillende emblemata uitlegt.

Het gedicht vangt aan met de volgende juiste

opmerking:

Generated on 2013-03-17 18:01 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

40

Hoe zelden worden in Jit leven

De gulde bruiloften gegeven.

Men drijf en druk nu uit in goudt

En zilver 't geen uw stamhuis bouwt."

De hemelstraal, boven in het veld, vermeldt

de kracht der Goddelijke gunst. De symboliek

der twee toortsen, waarvan de een meer opvlamt

dan de ander en omgeven is door knoppen, ter-

wijl de tweede door bloeiende rozen is omslingerd,

is niet zeer duidelijk, wel weder de ronde ring"

die de trouw verbeeldt en de L omsluit, de L die

den duur van 't huwelijk aanwast en tevens op

de L van van Loon eene toespeling vormt. Het

mooist is echter de beteekenis van de olijftak die

't heil van den echt beschrijven zal met groote en

kleine olijven, de afzetsels van het trouwverbond.

Er zijn drie groote olijven, dit zijn een drietal

zonen, dan zes kleinere dat zijn de zes kleinkinde-

ren. Ten slotte spreekt de dichter de hoop uit dat:

God maak' ten dienst van Amsterdam

Van elke telg een vruchtbre stam.

1675. Weder vinden wij den dichter Brandt bij

het feest waarvan wij nu den gedenkpenning gaan

vermelden. Het gold het gouden feest van Willem

van Borselen en Soetje Spiering, een feest daar

honderden vergeefs om wenschen" en waar men

bij herdenkt al wat voorbij gegaan is; gelukkig

Generated on 2013-03-17 18:02 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

gaf dit in dit geval meer stof tot danken dan tot

41

klagen, meerder zoet" dan zuur". Aan de voorzijde

zien wij man en vrouw die samen den ring met

de L in de hand houden, tusschen hen de familie-

wapens en een boom met vier takken, ongetwijfeld

symboliseerende vier kinderen, de ranken", de

afzetsels van den ouden stam, die zooals de dichter

zegt, met hun zeden moeten lichten,

in 't midden van de duisterheit

Der bose en goddelooze tijden."

Aan de keerzijde lezen wij:

Mijn kinderen gedenkt aen 't goedt dat Godt

ons schenkt Die, 't soet der echt nae 't paeren

ons gunde vijftig jaren 1675."

In 1677 herdachten P. H. Roonaer en A. D. van

Bleyswijk hun gouden bruiloft. Van dezen penning,

dien Dirks l.l. No. 1677 vermeldt, bezit het Penning-

kabinet twee verschillende exemplaren: een geheel

gegraveerd en een met gegoten en opgewerkte

voorzijde. De voorstelling van beiden is hetzelfde,

ook de opschriften zijn gelijkluidend. Een uit de

wolken gestoken hand houdt de banden vast, waar-

aan de beide geslachtswapens verbonden zijn, twee

engeltjes vliegen boven de schilden en houden eenen

ring omvat met de symbolische L, de omschriften

vermelden de namen. Aan de keerzijde het volgende

Generated on 2013-03-17 18:02 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

gedichtje:

42

Het jubeljaer

Geluckig lot een

Halve eeuw gepaert te

leven is ons in danck

gegunt van Godt. Godt

gunt oock aen ons

nicht' en neven.

In 1680 herdenken Franqois Wijnaents en Alida

Essings hun zilveren bruiloft. Aan de voorzijde

ziet men hoe Rebecca Jacob eene kan reikt. Jacob

is in Turksche dracht met tulband en zwaard; op

den achtergrond is de put en de kameelen, gegra-

veerd is het opschrift:

Op de silvre bruyloft van FRangois Wijnaents en

Alida Essings getrout sijnde 25 jaer den 14 Maart 1680.

Aan de keerzijde prijkt het zeer mooi gedreven

familiewapen met het opschrift:

Voor vijl en twintigh jaer dat sich FRANgois ver-

bont in d'echt met Alida beduyt dees silvere ront.

De penning die thans onze aandacht vraagt, is

geheel in denzelfden geest gemaakt als de medaille

van Eeckhot en Dedel.

Jacobus Sael gaf hem bij zijn huwelijk in 1686

aan Maria Brederoe, het stuk is afgebeeld in de

Roever's Van vrijen en trouwen" en vertoont twee

echtelieden die elkander de hand geven; de dood

Generated on 2013-03-17 18:02 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

tusschen hen nedergehurkt, houdt den sleutel

43

waarmede een stang gesloten is, die twee harten

verbindt, een mooi gestoffeerd landschap vormt den

achtergrond, terwijl uit den hemel een engel met

twee kransen nederdaalt, in de hoeken verschillende

emblemata, gewonde herten die wegsnellen, een

vogel in vlammen, een gevleugeld hart. Aan de

keerzijde is het middengedeelte van het veld inge-

nomen door het gedichtje dat wij reeds aantroffen

en dat mededeelt dat alleen de dood vermag de

verbinding der harten te doen ophouden. In de

hoeken is het geheele huweujks-allegoie-materieel

tentoongesteld: de verbonden handen met een bran-

dend hart, de toortsen, de pelikaan, die haar jongen

met haar bloed voedt. Om den kant staan de namen

van Sael en Brederoe en de datum (28 Mei 1686).

In 1688 brak voor Cornelis Bolwerk en Marga-

retha Sengerd de dag aan waarop zij hun gouden

bruiloft vierden; hun kleine, eenvoudige huwelijks-

penning copieerden ze van dien van van Borselen.

Ook hier toch zien wij man en vrouw die eenen

ring vasthouden waarin L, ook hier de familiewa-

pens, ook hier de boom, maar daarvan is de kruin

anders ingericht, en dit kan geen verwondering

baren wanneer wij aan de keerzijde lezen dat ses

takken, sestien looten aan den stam zijn ontsproten,

deze alle moesten toch eene aanduiding vinden in

de zwaardere takken (de kinderen) en de kleinere

takjes (de kleinkinderen). Het opschrift aan de

Generated on 2013-03-17 18:03 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

keerzijde luidt:

44

Ses takken, sestien looten Uit Bqlwerk's

stam gesproten op twee na overent Staan hier op

Goud geprent Toen Bolwerk grijs van haaren

Getrout was vijftig jaaren. 6 April 1688.

Willem Raecx en Maria Bosch waren in 1690

vijftig jaar getrouwd en lieten toen een penning

slaan (Dirks 1l. No. 2176). Op de voorzijde de ge-

slachtswapens omgeven door olijf- en lauwertakken,

twee uit de wolken gestoken handen houden onder

een in hemellicht schitterend oog, de banden die de

wapenschilden verbinden, op banderollen en cartou-

ches staan de namen en data, aan de keerzijde staat

tusschen een cartouche met de vermelding 16^90

en de emblemata des huwelijks het volgende ge-

dicht, de penning spreekt:

Door man en vrou, ben

ik dees dag

Naar vijftig jaar te

samen leven

aan kind, kindskind en

vriend gegeven

opdat haart feest lang

heugen mag.

Johann Hendrick Mysohen werd 22 April 1641

geboren en zijn vrouw Catarina van Eyok 28

Mei 1647. Zn' huwden 17 October 1666 en her-

Generated on 2013-03-17 18:03 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

dachten in 1691 hunne zilveren bruiloft. Aan de

45

voorzijde van deD bij die gelegenheid vervaardigden

penning staan onder hemellicht de geslachtswapens,

de traditioneele verbonden handen ontbreken niet.

De keerzijde vertoont huwelijksemblemata en het

volgende gedicht, de penning spreekt:

Door man en vrou

ben ik dees dag

Naar een kwart eeuw te samen leven

Aan kinderen en vriend gegeven

opdat haar 't feest

lang heugen mag.

Een variant dus van het vorige versje.

Een stijve ernstige penning sluit ditmaal de reeks;

vroohjk zien ze er dan ook niet uit C. Stalpebt

van der Wiele en E. Bobt, zooals hun conterfljtsels

door Smeltzing in metaal zijn gebracht toen ze in

Generated on 2013-03-17 18:04 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

1696 vijftig jaar verbonden waren door de trou,

4t;

zooals het statige opschrift aan de keerzijde zegt.

Het deftige nexus et solutio non nisi Deo" komt

best overeen met de zuurzoete gelaatsuitdrukking

van de jubilarissen.

Aan de keerzijde is het gewone handengedruk,

trekbekken, alles verlicht en aanschouwd door een

in hemellicht schitterend oog, en dextra fldesque"

expliceert ook hier het deftige Latijn.

Maar helaas, eens zal de Dood toch de stang

ontsluiten en zullen de samengeklonken harten van

elkander afvallen, eens komt de tijd dat men den

weg gaat betreden die alle vleesch moet gaan"

en dan is het uit met schitterend licht, met bran-

dende toortsen, met samengekoppelde harten, trek-

kebekkende duifjes, loten schietende takken! Zand-

loopers, zeisen, grafurnen, doodsbeenderen, grijnzende

schedels, ziedaar wat er voor in de plaats komt!

II.

Was het zooals wij nu gezien hebben de gewoonte

om de blijde dagen des levens met eenen gedenk-

penning aan de vergetelheid te ontrukken, na den

dood lieten de nabestaanden van den gestorvene

te zijner eer of om de begrafenis te memoreeren

medailles slaan.

Vooreerst vinden wij in 1643 eenen penning op

Simon Episcopius (van Loon II 269)') Borremans

zingt er van:

Generated on 2013-03-17 18:04 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

') Afgebeeld: Amslerdam in de 17de eeuw p. 69.

47

Dit silvere stuk brengt in 't gedacht

Hem die des waren Godsdienst kracht

En Vrijheid kloek heeft voorgestaan

En nu is tot zijn God gegaan.

Aan de voorzijde zien wij de Waarheid met een

stralende zon in de eene hand en boek en palm in

de andere. Naast haar staat de Vrijheid met speer

en hoed. Het omschrift luidt aan de voorzijde:

De heldere suyvere naakte Waarheyt en ghulde

Vrijheyt.

Aan de keerzijde wordt het vervolgd:

Krachtig verdedicht met leer en leven door Meester

Simon Episcopius.

In potische termen omgezet vinden wij deze

gedachte aldus in de Bloemenkrans:

Bisschop die waarheids glants en d' aangename Vrijheid

Met leer en leven steeds heeft krachtig voorgestaan.

In het veld der keerzijde is een lang opschrift

gegraveerd, vermeldende dat deze penning geschon-

ken is aan hen die Episcopius tijdens zijn ziekte

bedienden en na zijn overlijden droegen toen hij

soetelijck in den Heere ontslapen is den 4en April

1643 s' morgens omtrent 10 uren tot Amsterdam.

In 1648 stierf Pieteb Vink; een aardige medaille

huldigt hem (Dirks 1069). De uit de hand gewerkte

voorzijde vertoont een man te midden van den

Tijd en den Dood. Het opschrift zegt:

Generated on 2013-03-17 18:04 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Abit tempus, venit Mors.

'18

Aan de keerzijde is het familiewapen gegraveerd.

Waar wij bij de huwelijkspenningen reeds zagen

hoe historiepenningen soms door opschriften tot

familiepenningen werden gemaakt, daar treffen wij

dit hier ook weder aan. Er zijn twee curieuse

stukken, een in het Amsterdamsch Archief en een

in het Haagsche Penningkabinet, die beiden hetzelfde

historische en familiefeit memoreeren. De historische

gebeurtenis is de mislukte aanslag op Amsterdam

zooals die gemoreerd wordt door eenen penning,

waarvan wij de afbeelding bij van Loon II, pag.

344. 3, vinden. Aan de keerzijde vermelden opschrif-

ten de begrafenis van Adriana Bas, huisvrouw van

Hendrick Reael. Op het Haagsche exemplaar

Generated on 2013-03-17 18:05 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

lezen wij:

49

1653

15 Augusti

Reaal en had geen Boon van noden

Mits t puyck der Burgers uyt syn wyck

Vrywilligh haren dienst aenboden

Te helpen onder d' Aerd het lyk

Zyn bedgenoodt, vraehht ghy wie 'twas

Int leven Adriana Bas.

Op het Amsterdamsche exemplaar staat:

Den 15 Augutt is

begraven Juffrou

Adriana Bas huysvrou

van den heer Hendrick

Reyal Reiniersen

synde 3 jaren 16 dagen

na het belegh van Amsterdam.

Het is hoogst waarschijnlijk dat men in de goud-

smidswinkels deze penningen koopen kon met de

voorzijde als van Loon 344. 3 en de keerzijde glad;

talrijk zijn ten minste deze penningen met op andere

wijze gegraveerde keerzijden.

In 1655 ontsliep Susanne Hochepied, haar nage-

dachtenis wordt gehuldigd door een mooie portret-

medaille, die wij onlangs beschreven in het Bulletin

de 1'Histoire des Eglises Wallonnes (1901, pag. 137

en pl. I, 2).

Susanne was de dochter van Danil Hochepied

en Catharina van der Merct; zij werd den twee-

Generated on 2013-03-17 18:05 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

den Maart op twintig jarigen leeftijd begraven in

50

de Zuiderkerk. Aan de voorzijde staat haar borst-

beeld, aan de keerzijde het familiewapen, omgeven

door vliegende, bloemen houdende genien.

In 1660 treffen wij de vermelding aan van Flinck

den grooten schilder; het type zijner medaille komt

veel voor en was waarschijnlijk in den handel met

oningevulde cartouches verkrijgbaar. Aan de voor-

zijde zien wij den doode op een praalbed uitgestrekt,

twee engelen dragen het en op de cartouche er

onder staat het volgende opschrift:

Geboren te Kleef, in den Jaere

1615 den 25en Van Loumaent

Gestorven t' Amsterdam 1660

den 2en van Sprokelmaent.

Boven den doode vliegen in de wolken door

hemellicht omglansd twee genin, die een banderol

dragen waarop staat:

Siet de Doot is een Inganck ten Leven.

Aan de keerzijde houdt de Dood een doek op

met dit opschrift van J. van den Vondel:

Hier liet Flink het sterflijk deel

Wiens onsterfelijke geest

Tuigt met zijn gekroont penseel

Hoe natuur den schilder vreest

Die zijn doeken 't leven gaf

Kunst braveert de Doot en 't graf.

Generated on 2013-03-17 18:06 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Emblemata des doods omringen den doek en er

51

onder is op een cartouche met vleermuisvleugels

gegraveerd: Memento Mori.

Op den dood van Cornelis Witsen zijn twee zeer

bekende penningen geslagen, de een vertoont de

in antieke dracht gehulde buste van Witsen en

aan de keerzijde die van Optia (van Loon III.

p. 71. 2). Een andere medaille (van Loon III.

p. 71. 1) geeft aan de voorzijde het portret, aan de

keerzijde het geslachtswapen. Tot nadere opmer-

kingen geven deze stukken geen aanleiding.

In 1673 sneuvelden ter zee twee verdienstelijke

zonen van de Amstelstad: Zweees en van Gelder.

De eerste penning, afgebeeld bij van Loon III.

121. 1, vertoont aan de voorzijde den zeeheld uit-

gestrekt op een praalbed, waarachter een graf-

monument is opgericht, dat geheel gedekt wordt

door het geslachtswapen omgeven door vlaggen,

kanonnen, speeren, zwaarden en pieken; op de car-

touche staat:

Jo Davit Zweerts Capt. vier zeeslagen mannelijck

bij geweest, in den laetsten zonder wijcken gevelt den

21 Aug. 1673.

De keerzijde vertoont het bekende type van den

zeeslag, met het brandende schip op den voorgrond

en pugnando" in de afsnede.

Op de voor- en keerzijde staat het volgende

Generated on 2013-03-17 18:06 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

gedicht:

52

Doe nam mij daer ik vocht een yser uyter Tijt

Wie soud' een sterfelijk lyf voor sooveel eers niet wagen

Dus moet men juychen en geen oorlogshelt beklagen

Die 't lieve Vaderland voor Dwinglandy bevrijt.

De penning op van Gelder zien wij ook bij van Loon

III 121. 2, afgebeeld. De geheele voorzijdes inge-

nomen door het geslachtswapen; op de cartouche

er onder staat:

Gedagteni3 van Jonkheer Jan Paulz van Gelder

Capt. op 'tbed van eer gestorven den 22Aug. A1673

out 26 jaren.

Aan de keerzijde dezelfde voorstelling van eenen

zeeslag en aan voor- en keerzijden de opschriften:

Van Gelder's zeevoogd's zoon en hulp en eer bleef doodt

Doen viermaal 't Frans en Brits geweld voor Holland vloot

De vader won de slag, de zoon verloor zijn bloed

De winst is dier gekocht, 't verlies is wel geboet.

Het zij hier ter loops aangeteekend dat de

penning, die van Loon IV 186 geeft als geslagen

op den dood van de Ryter, waarschijnlijk niet

ter herdenking van dit feit gemaakt is, er is ten

minste geen enkele reden om dit aan te nemen.

In 1673 stierf een Amsterdamsch krijgsman te

land, de luitenant Lodewijk Serrrier. Deze penning

is beschreven in het meervermelde Bulletin"

Generated on 2013-03-17 18:06 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

pag. 137.

53

De voorzijde is geheel gelijk aan die van Flinck

alleen staat op de cartouche:

Saligh syn de dooden die in den Heere sterven van

nu aen, ja segt de Geest opdat sy rusten moghen na

haren arbeit. Apoc. 15 cap 15.

Dit is onjuist; de tekst wordt gelezen Apoc. 14 vers

13. Waar bij Flinck een opschrift staat, is hier een

krans.

Aan de keerzijde een cartouche geflankeerd door

twee geraamten, de een met zeis, de ander met

omgewende toorts, op de cartouche zit een genius

bellen te blazen aldus aanduidende de broosheid van

het menschelijk leven, op de cartouche onderaan:

L'homnie propose Dieu dispose.

Ingegraveerd is:

Ter gedachtenis van Louis Serrurier Luytenant

van een compagnie voetknegten Natus Amsterd. 11

Janua 1654 Ohiit Breda 26 September 1673.

In 1674 stierf Geertry van der Schie aan

wie de nevensgaande afgebeelde goed gegraveerde

penning gewijd is.

Wij zien aan de voorzijde het geslachtswapen en

palmtakken, aan de keerzijde een doodshoofd met

doodsbeenderen en het adagium:

Generated on 2013-03-17 18:07 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Den Dagh des doots is beter Als den Dagh der geboorte.

Generated on 2013-03-17 18:07 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

54

55

Liesbet Jans' dochter ging in datzelfde jaar ter

ziele. Een dikke gezonde jonge knaap zit op een

doodshoofd en blaast lustig zeepbellen, op den

achtergrond zijn vier oude vrouwen gezeten, terwijl

in de wolken God de Vader de afmen beschermend

uitstrekt. Het omschrift zegt:

Heati qui in domino mortui sunt.

Aan de keerzijde zien wij een uitgaande kaars en

zoo ginck mijn leven wyt.

Liesbet Jas's kaars brandde van 9 December

1615 tot 16 Februari 1674.

De bovenstaande penning gewyd aan Pieteh Vis'

nagedachtenis is zooals men ziet een kleine variant

Generated on 2013-03-17 18:07 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

56

van den vorigen. Hier ook de bellen blazende jongen

de oude vrouwen en de zegenende God, daar Pieteb

Vis een klein jongetje van drie jaar was zegt het

opschrift:

Laet de kinderkens tot mij komen want der Sulcken

is het koninckrijk Godts.

Aan de keerz\jde staat de kaars:

Sic evanescit.

Naast de zeer verspreide medaillemotieven, die

wij reeds op doodspenningen aantroffen is er nog

een voorstelling die zeer populair is. In het midden

prijkt een doodshoofd op doodsbeenderen en cartouche,

om den schedel ligt een lauwerkrans terwijl er op

staat een gevleugelde zandlooper, zeisen steken er

uit, omringd door banderollen; op de cartouche

en banderollen placht men vroome spreuken te

graveeren zoo hier:

Den dag des doots is beter- als den dagh der geboorte.

en:

Saligh zijn de Dooden die in den Heere sterven want

zij rusten van haren arbeid.

Soms was de keerzijde glad en voorzien van op-

schriften, hier echter was als keerzijde gebruikt

de voorstelling die wij reeds zagen van de door

twee geraamten geflankeerde cartouche; daarop

staat gegraveerd dat Casparus Caspari voorganger

Generated on 2013-03-17 18:08 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

was van de Augsburgsche confessie, die 49 jaar zijn

57

ambt waarnam en in 1678 op 79 jarigen leeftijd

stierf; opschriften zeggen nog:

Mijn lichaam dat nu rust zal wederom verrijzen

En met mijn ziel vereent mijn Heylant eeuwig prijzen.

en:

Gij die als vrienden mij gedragen hebt ter aarden

Wilt voor uw laatste dienst dit mij ter eer aanvaarden.

In dat zelfde jaar 1678 stierf Henrics Velt-

huyzen, een jongeling van 18 jaar, diep betreurd

door zijn parentes et pater moestissimi". 'tls een

eenvoudige gegraveerde penning met de gewone

emblemata des doods en de spreuk:

Quem superi diligunt, adolescens moritur.

Nog een Amsterdammer wordt in dit jaar op een

medaille herdacht; het is Theodorus Vinck. Aan

de voorzijde het motief dat wij bij Casparus Caspari

ontmoetten: de schedel met zandlooper; aan de

keerzijde gegraveerd de geslachtswapens en de

cartouche met naam en data.

Een dergelijke penning memoreert Jan Swart,

gestorven op zijn twintigste jaar.

Na al deze minder bekende persoonlijkheden

klinkt als een donderslag de naam van den vader

der volmaakte poezy" Joost van den Vondel. Zijn

penning vinden wij afgebeeld bij van Loon III,

Generated on 2013-03-17 18:17 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

283. 2. Aan de voorzijde het borstbeeld in krans,

58

aan de keerzijde staat, zooals de rechtsgeleerde

Abba het in zijn gedicht uitdrukt de Rynzwaan",

die den dichter verpersoonlijkt. De vogel is om-

geven door een zware krans waar op de linten staat:

slants oudste en grootste poeei".

Eigenaardig is een niet gedateerde maar waar-

schijnlijk uit dezen tijd stammende penning, waar

aan de voorzijde de traditioneele emblemen prijken,

maar aan de keerzijde een man is afgebeeld die

een mand draagt, terwijl op den achtergrond een

dorp zichtbaar is, 'ter onder geschreven opschrift

zegt:

Dit wordt U toegedacht

Die Lysbet Swaan

Ter aarde bragt

Weduwe van Jan Wat.

In 1680 stierf in Amsterdam Bertha Wirtz. Haar

penning is afgebeeld bij de Vries en de Jonge. pl.

X. No. 6; aan de voorzijde zien wij het geslachts-

wapen omgeven door de woorden:

Bartha Wirtz overl. 16 Juli 1680 out 8jarenlOM

'22 dag.

Brandt dien wij reeds meermalen ontmoetten

maakte voor de keerzijde het volgende gedicht:

Begeeft mij ryckdom, staet en jeught

God's liefde maakt mijn hert verheught

Myn dood kan vader's roem niet hinderen

Generated on 2013-03-17 18:17 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Zijn oorloch'sdaden zijn zijn kinderen.

59

Brandt maakte ook nog het volgende versje op

de zelfde gebeurtenis:

Helt Wirtz liet Bertha na

Zij volgt hem al te dra

Maar 't kan zyn roem niet hinderen

Zyn daden zijn zijn kinderen.

Eenige toelichting is hier niet overbodig: Paulus

Wirtz was geboortig uit het Holsteinsche, hij kwam

als krijgsoverste in Nederland en bracht het zelfs

tot veldmaarschalk, vandaar het epitethon held".

Hij stierf op 21 Maart 1676 en liet dus zijn jong

dochtertje Bertha na, die echter zooals wij zagen

in 1680 overleed; ze werd bij haren vader in de

Oude Kerk begraven.

De gewone penning van Petrus Faas in 1682

gestorven, geeft geen aanleiding tot eenige nadere

omschrijving.

Juist nog tegen het einde der eeuw vinden wij

een soort penningen vertegenwoordigd die uitmunten

door de zinrijkheid der opschriften. Het zijn die

medailles waarop de Dienaren des Heiligen Woords"

plegen te worden gehuldigd. De predikanten waren

vaak het voorwerp eener groote vereering en bij

hun dood sloofde de meer of min poetische ge-

meenteleden zich uit om hunne verdiensten aan de

vergetelheid te ontrukken, soms komen daarop de

Generated on 2013-03-17 18:18 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

teksten voor, waarover het laatst gepreekt was,

60

men noemde die swanengalmen" of een overzicht

van de carrire van den afgestorvene, zoo b.v.:

De Bruine rust

en vind zyn lust

Nu hy in Knype, Stavren, Sluys

Te Wezel, Dordrecht, Gravenhagen

Was trouwe dienaar in God's huys.

De Amsterdamsche domin wiens penning wij nu

gaan bespreken was de in 1689 overleden

Danil van Henghel, getrouw predikant In geheel

syn leven 47 tot Amerongen en Leersom 6'/j tot Utrecht

41 Outste predikant omtrent 13 jaren Geboren tot

16 12

Amst. -- Oct. 1618 Gestorven tot Utrecht den -zrz-

Aug. 1689.

Dit een en ander leert ons de voorzijde.

De keerzijde geeft:

Psalm 90 vers 10 Aangaende de dagen onser .laaren

daerin syn 't Seventigh Jaar of soo wy seer sterck sijn

Tachtentich Jaar en de 't uytnemenste van dien is

moeyte en verdriet.

Het omschrift luidt:

Sy sulle rusten op hare slaepstede een yegelick die

in syn oprechtigheit gewandelt heeft.

Geheel andere verdiensten worden op een ander

soort gegraveerde penningen herdacht, wy bedoelen

de stukken die men placht te vereeren aan scheeps-

Generated on 2013-03-17 18:19 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

kapiteins, die de retourvloot uit Indi veilig wisten

61

binnen te brengen. Meest waren deze penningen

in goud en vertoonden ze aan de voorzijde een met

volle zeilen varend schip, terwijl het opschrift de

verdiensten van de zeelieden breed uitmat. Deze

penning vindt hier zijn plaats daar de man, die

gehuldigd werd, reeds was gestorven vr dat men

hem zijn belooning kon ter hand stellen.

In 1689 werd aan Johannes de Hertog de op-

dracht gegeven om enkele schepen van uit Indi

huiswaarts te geleiden, hij kweet zich niet alleen

van die taak maar maakte aan de Kaap de Goede

Hoop nog twee rijke Fransche schepen prijs; de

dappere man stierf helaas vr zijn aankomst in

het vaderland en nu werd dit stuk aan z\jnen ouden

vader vereerd.

Ook deze medaille (van Loon III. 457) vertoont

aan de voorzijde een schip in zee en aan de keer-

zijde staat uitvoerig verhaald wat wij hierboven

aanteekenden.

In 1691 ontmoeten wij weder eenen met lof her-

dachten predikant, nl. Abraham van Beusekom,

(niet van Bennekom, zooals Dirks zegt n 2228).

De voorzijde vertoont in een Oostersch landschap

Christus met de Emmasgangers, aan de keerzijde

verhaalt een lang opschritt dat Abraham van Beu-

sekom dienaar in den Heiligen dienst des Evangelies

was onder de Doopsgezinde", in de echtstaat ge-

Generated on 2013-03-17 18:19 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

treden is met Kommeryntie Markus de Bois, dit

62

geschiedde te Brouwershaven, en dat hem twee

kinderen geboren werden.

1693. Vondel zingt op Ida Blok:

Jongkvrouw Ida stil van aert

Slijt haar jaren ongepaert

En wil ergens in een hoekje

Liever met het stomme boekje

Eensaem spreken stil en vrij

Dan zich onder slavernij

Van het huwelijk begeven

Zij wint rust die zoo kan leven.

En rustig ziet Ida Blok er inderdaad uit zooals

ze in metaal afgebeeld staat op een penning. Het

haar is glad gestreken langs de gladde slapen, om

Generated on 2013-03-17 18:19 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

den mond ligt een vredige glimlach, een dicht ge-

63

plooid doekje bedekt haar jonkvrouwelijke schouders

en borst. De penning is slecht afgebeeld bij de

Vries en de Jonge pl. XI. 4, wij deden haar daarom

nog eens reproduceeren.

De keerzijde wordt gesierd met het volgende ge-

dicht:

Sie 't beeld van Ida Blok een vrouw

Wier deugd en geest en schrandre keunis

Ver boven 't lof van mond en pen is

Die meenig man beschaamen zou

Had niet de doodt daer 't al voor bukt

Te vroeg dit voorbeeldt weggerukt.

De dichter van deze ontboezeming teekent met de

initialen I. D. S. terwijl I. Boskam de vervaardiger

van dit stuk is. Het schijnt dat de naam Ida Blok

een waarborg is geweest voor deugd want in 1696

komt de dood een andere Ida halen.

Het type van deze medaille is geheel hetzelfde

als van die welke wij met den naam van Govrt

Flinck vermeldden, alleen staat hierin de cartouche

aan de voorzijde:

Ida Blok geboren 4 Mey 1655. Overleden 10 Febr.

1096.

Dus houd men naam en beeld in wezen

Nu Ida Blok ons hier begeeft

En boven bij haar Schepper leeft

Een bruyt uyt duytsent uytgelesen

Om 't lam te volgen in syn hof

Generated on 2013-03-17 18:20 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Met onnavolglijk maagdenlof.

64

Deugd, eerbaarheid en weinig neiging voor

Hymen's banden vertoonden de maagden die den

naam Ida Blok zoo waardig droegen.

In hetzelfde jaar stierf nog een andere vrouw

in Amsterdam en wel Maria Adriaens. Aan de

voorzijde het gebruikelijke doodshoofd met zand-

looper, aan de keerzijde het gedicht:

De Ryckdom. Staet en Eer

Konst Schoonheyt

Hoogheyts roem

Ja al wat werelt is vergaat

gelijk een bloem

Maria Adriaens.

De laatste Amsterdammer in de 17de eeuw wiens

dood op eenen penning gememoreerd wordt is

Corxelis Nicola; zoon uit een beroemd Patricisch

geslacht, was hij zelf vermaard door het bezit van

eene zeer traaie bibliotheek en muntverzameling.

Aan de voorzijde staat het familiewapen met den

spreuk:

Multis ille bonis llebilis occidit".

Aan de keerzijde staat een grafmonument, aan

de eene zijde daarnaast staat weenend Apollo, aan

de andere zijde de Vrede die den treurenden God

schijnt toe te roepen:

,,Perdis ait lacrymas".

Gij vergiet om niets uw tranen daar de even brave

Generated on 2013-03-17 18:20 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

als geleerde jongeling zeker in den Hemel is.

65

Hoe de Vrede hier nederdaalt om Apollo te

troosten is op den eersten aanblik niet recht dui-

delijk, maar het opschrift helpt ons op weg. Het

zegt (in het Latijn):

Nadat de vrede te land en te water voor de Neder-

landen was verkregen stierf Cornelis Nicola."

In 1697 was de Rijswijksche vrede gesloten, dus

ook hier weder wordt de geschiedenis des Vader-

lands gepaard aan de in de gezinnen voorvallende

gebeurtenissen. Tegen het monument aan ligt een

lier, er voor een uitbrandende toorts en een omge-

vallen urn, waaruit munten te voorschijn vallen;

want Nicola was een niet onverdienstelijk Numis-

maat.

Met dezen Amsterdamschen penningliethebber,

sluiten wij ditmaal onze Amsterdamsche penning-

kundige aanteekeningen.

Generated on 2013-03-17 18:21 GMT / http://hdl.handle.net/2027/uc1.$b521374


Public Domain in the United States, Google-digitized / http://www.hathitrust.org/access_use#pd-us-google

Den Haag.

You might also like