You are on page 1of 85

hoofdstuk 1.

Basisbegrippen elektriciteit 7
 Spanning 7
 Stroomsterkte 7
 Weerstand 8
 Vermogen 8
 Verbruik 10
hoofdstuk 2. Elektrische installaties 11
 Aarding 11
 Algemeenheden 11
 Bepalingen 12
 Aardverbinding 12
 Aardingslus 13
 Aardgeleider 14
 Beschermingsgeleider 14
 Hoofdequipotentiale verbinding 15
 Bijkomende equipotentiale verbinding 15
 Veilig elektrisch materieel 16
 Verdeelborden 16
 Differentieelstroominrichtingen 17
 Smeltveiligheden en automatische schakelaars 19
 Maximale nominale stroom van smeltveiligheden en automatische
schakelaars rekening houdend met de doorsnede van de geleiders. 19
 Kleurcode van de calibreerelementen overeenkomstig de doorsnede
van de geleiders. 20
 Leidingen 20
 Algemeen 20
 Minimumdoorsnede 21
 Toegelaten plaatsingswijze bij laagspanning 21
 Kleurcode van de geïsoleerde geleiders 22
 Stopcontacten, schakelaars en verlichting 23
 Stopcontacten 23
 Schakelaars 23
 Verlichting 23
 Badkamers en douches 23
 Toegelaten elektrisch materieel 24
 Leidingen 25
 Bijkomende equipotentiale verbinding 25
 Verwarming in vloer 26
 Verlichting op Zeer Lage Veiligheids- Spanning (ZLVS) 26
 Maximale spanning afhankelijk van de situatie 26
 Algemeen 26
 Lampen 27
 Transformatoren 27
 Leidingen 27
 Symbolen 29
 Afwijkende beslissingen fwijkingen bij een elektrische installatie van
vóór 1 oktober 1981 29
 Afwijkingen bij een elektrische installatie van na 1 oktober 1981 30
 Verplichtingen 30
 Elektriciteitsdossier 30
 Voorbeeld situatieschema 31
 Voorbeeld ééndraadsschema 32
 Symbolen 33
 Algemeen 33
 Elektrische toestellen 33
 Leidingen 34
 Beschermingstoestellen 34
 Schakelaars 36
 Contactdozen 38
 Gebruikstoestellen 38
 Elektriciteitsverdeling op werven 41
 Deze kast heeft de volgende eigenschappen: 41
 Aansluiting 41
 Controle 41
 Gelijkvormigheidsonderzoek 41
 Periodieke controle 41
 Controleonderzoek van laagspannings- installaties bij verkoop van een
wooneenheid 41
 Toepassingsgebied 41
 Modaliteiten van het controleonderzoek 42
 1. Verplichtingen 42
 2. Geval van afbraak of volledige renovatie 43
 3. Voorwerp van het controleonderzoek 43
hoofdstuk 3. De sanitaire installatie 43
 Materialen 43
 Gegalvaniseerd staal 43
 Koper 43
 polyetyleen (PC)Kunststof/Polyvinycloride (PVC)Kunststof /
(vpe)Kunststof 43
 Alpex (buis in buis ) 44
 Lood: 45
 IJzer: 45
 Gietijzer: 45
 Beschermd staal: 45
 Asbestcement: 45
 grés 46
 De toevoerleidingen 46
 Gebruikte buizen: 47
Woningweetje ! 47
Voorwaarden aanleg waterleiding 47
 Watermenging 50
 Afvoerleidingen 51
 AFVALWATER 51
 PRINCIPE 51
 Soorten afvoerleidingen 52
 DIAMETER 52
Afvoerleidingen verbinden 53
Sifon 53
 De sanitaire toestellen 54
 Gebruikte materialen 55
 Sanitair porselein 55
 Saniair grés 55
 Gietijzer en plaatstaal 55
 Kunststoffen 55
 Roestvrijstaal 55
 Hout 57
 (natuur)Steen 58
 Kraanwerk 58
 Systeem onder druk: 59
 Drukloos systeem: 59
 De warm water productie 59
Warmwatertoestellen 59
Geisers 59
Boilers 60
Zonneboilers 60
Warmtepompboilers 60
Aardgasboilers 61
Elektrische boilers 61
Combiketels 61
 Tips 61
 Uitzetting van vloeistof 63
 Open expansie 63
 Gesloten expansie 63
hoofdstuk 1. Basisbegrippen elektriciteit

• Spanning
Grootheid symbool Eenheid symbool

spanning U 1 volt 1V

De spanning kan vergeleken worden met de waterdruk. Bij


een hogere druk kan, in een gelijke tijdsperiode, meer water
naar de plaats van bestemming gebracht worden. Bij een
hogere spanning kan meer elektriciteit getransporteerd
worden. De spanning wordt
uitgedrukt in Volt (V).


Grote spanningen
worden aangegeven in kilovolt of
megavolt.

 Kleine spanningen worden aangegeven in


millivolt of microvolt.

 Een spanning wordt gemeten met een


voltmeter.

Het symbool van een voltmeter is:

• Stroomsterkte
De elektrische stroomsterkte is de hoeveelheid elektriciteit (in coulomb) die in 1
seconde door de elektrische leiding vloeit.

De sterkte van elektrische stroom wordt gemeten in Ampère, en wordt informeel


ook wel ampèrage genoemd naar analogie van voltage voor de elektrische
spanning.
Grootheid  symbool   Eenheid  symbool  

stroomsterkte I 1 ampère 1A

 Het symbool I is afgeleid van het


Franse woord Intensité:
"intensiteit".
 De "ampère" is genoemd naar de
Franse natuurkundige André-
Marie Ampère.

 De stroomsterkte kan je meten


met een ampèremeter die je IN
de stroomkring schakelt !, zodat
de stroom die je wil meten er
door vloeit.

• Weerstand
Grootheid  symbool   Eenheid  symbool  

weerstand R 1 Ohm 1

De eenheid wordt weergegeven door de hoofdletter omega (Ω) uit het Griekse
alfabet, en is genoemd naar Georg Ohm een Duitse natuurkundige.
(Georg Ohm)

Wanneer een elektrische spanning van 1 volt aangelegd wordt op een geleidend
materiaal en er ontstaat daarin een stroom van 1 ampère
dan heeft de draad een weerstand van 1 Ω.
1V U
1 Ω= U =R × I of I =
1A R
• Vermogen
Het vermogen geeft als het ware het verbruik van de stroom door een bepaald
apparaat weer: het geeft aan welke stroomsterkte er gebruikt wordt bij een
bepaald spanningsverschil.

Grootheid  symbool   Eenheid  symbool  

vermogen P 1 watt 1W

De eenheid "joule per seconde" heet "watt", naar de


Britse uitvinder van de stoommachine James Watt.

Het symbool voor vermogen P is afgeleid uit het


Frans "Puissance" of het Engels "Power".

Het vermogen wordt gemeten met een wattmeter.

Het vermogen vinden kunnen we door verschillende formules:


P = U.I
De aangelegde spanning vermenigvuldigd met de stroomsterkte die door de
geleiders vloeit.
(vb: 100V x 1A = 100W)

P = W/t
De arbeid, energie of hoeveelheid warmte die ontstaan is na een bepaalde tijd.
Om het vermogen terug te vinden moeten we natuurlijk de tijd niet
vermenigvuldigen maar delen.
(vb: 360 000J / 3600s = 100W)

• Verbruik
Grootheid  symbool   Eenheid  symbool  

Verbruik kilowattuur kWh

Energieverbruik (in kWh) = vermogen (in kW) x tijdsduur (in uren)

De eenheid "joule" is in de praktijk te klein. De praktische eenheid van elektrische


arbeid is één kilowattuur (1 kWh).

De elektriciteitsmeter of -teller meet de verbruikte elektrische arbeid in


kilowattuur.

Een apparaat met een vermogen Een strijkijzer verbruikt in 4 uur


van 600W wordt elke dag een elektrische arbeid van 3,4
gedurende 3 uur ingeschakeld. kWh.
Bereken het energieverbruik na Hoe groot is het vermogen van
een maand (30 dagen). dit strijkijzer?

Gegeven: W = 600 W; t = 3h t = 4h; W = 3,4 kWh


Gevraagd: het energieverbruik W na 30 het vermogen P
dagen

Oplossing: dagelijks verbruik W 3,4 kWh


p= = =0,85 kW =85
Wdag = P.t = 600W x 3h = 1 800 T 4h
Wh = 1,8 kWh

maandelijks verbruik
maandelijks verbruik =
dagverbruik x 30 dagen
Wmaand = 1,8 kWh/dag x 30 dagen
= 54 kWh

hoofdstuk 2. Elektrische installaties


(Vincotte en ATK)

Maak enkel gebruik van veilig elektrisch materiaal, d.w.z. materiaal voorzien
van een keurmerk of een verwijzing naar een norm.
Schenk aandacht aan de gebruiksvoorwaarden van de leveranciers

• Aarding

• Algemeenheden
Het doel van de aarding is de foutstroom naar de aarde afleiden. Bij gebrek aan
een degelijke aardverbinding zal de gehele foutstroom, of een deel ervan, naar de
aarde vloeien via de persoon die het defecte toestel aanraakt. Dat kan dodelijk
zijn. Tijdens het onderzoek vóór indienststelling meet de erkende controle-
instelling de spreidingsweerstand van de aardverbinding of de aardingslus. De
waarde van de spreidingsweerstand mag niet groter zijn dan 30 Ω, of als er
bijkomende maatregelen worden genomen niet groter dan 100 Ω (zie punt 4.
“Differentieelstroominrichtingen”).
• Bepalingen

A. Aardverbinding of aardingslus 1.Aardgeleider

B. Aardingscheider 2. Hoofdbeschermingsgeleider

C. Vreemde geleidende delen 3. Beschermingsgeleider


(gas, water, centrale verwarming,
...)

D. Metalen draagstructuren 4. Hoofdequipotentiale verbinding

E. Hoofdaardingsklem 5. Bijkomende equipotentiale verbinding

F. massa

• Aardverbinding
Voor bestaande gebouwen.
Eén of meerdere met elkaar verbonden en in de grond aangebrachte geleidende
stukken die een elektrische verbinding vormen met de aarde.
• Aardingslus
Voor elk nieuw gebouw
waarvan de bodem van de
funderingssleuf, van een
gedeelte van of de gehele
fundering, op ten minste 60

cm diepte ligt, moet op de


bodem van de funderingssleuf
een aardingslus worden
aangebracht. Die bestaat hetzij uit een volle geleider uit blank of verlood koper,
hetzij uit 7 samengeslagen draden van half soepel koper, met een rondvormige
doorsnede van 35 mm² en zonder las. De uiteinden van deze aardingslus of de
uiteinden van de draadstukken moeten altijd bereikbaar blijven. Indien deze lus
bestaat uit meerdere in serie geplaatste geleiders, dan moeten de aansluitingen
van elke geleider bereikbaar zijn.
• Aardgeleider
Dit is de geleider die de hoofdaardingsklem verbindt met de aardverbinding,
waarbij de eventuele aardingsscheider geacht wordt deel uit te maken van deze
aardgeleider.
Geleider (geel- groen) Min. doorsnede

Aardgeleider 16 mm²

Hoofdbeschermingsgeleider 6 mm²

Hoofdequipotentiale verbindingen 6 mm²

Bijkomende equipotentiale 4 mm² (*)


verbindingen

Beschermingsgeleider stopcontacten 2.5 mm²

Beschermingsgeleider verlichting 1.5 mm²

(*) Mechanisch (bv. buis) beschermd : 2,5 mm² ; niet-mechanisch beschermd : 4


mm²

• Beschermingsgeleider

De beschermingsgeleider moet in de gehele installatie beschikbaar zijn aan alle


gebruikstoestellen, zoals stopcontacten, verlichtingstoestellen, vast opgestelde
toestellen, ... uitgezonderd de elektrische toestellen op zeer lage
veiligheidsspanning (ZLVS).
• Hoofdequipotentiale verbinding
Aardingsaansluiting, differentieelstroominrichtingen of een beschermingsgeleider
volstaan niet altijd om het elektrocutiegevaar uit te schakelen. De vreemde
geleidende delen, die een gevaarlijk potentiaal kunnen verspreiden, moeten
onderling met elkaar verbonden worden. Is een dergelijke verbinding niet
aanwezig, dan kan een fout in een leiding of een toestel een gevaarlijke spanning
veroorzaken tussen bv. de waterleiding en de gasleiding.
In ieder gebouw moet een hoofdequipotentiale verbinding verwezenlijkt worden
die de hoofdaardingsklem verbindt met de vreemde geleidende delen zoals
water, gas, centrale verwarming, ...

• Bijkomende equipotentiale verbinding


In badkamers en doucheruimten moeten alle vreemde geleidende delen en
massa’s zoals gas, koud en warm water, centrale verwarming, badkuip, ...
ononderbroken met elkaar en met de beschermingsgeleider verbonden worden.
• Veilig elektrisch materieel
In een elektrische installatie mag alleen veilig elektrisch materieel gebruikt
worden.
Elektrisch materieel dat voldoet aan de desbetreffende norm wordt geacht veilig
te zijn. De overeenkomst met de norm wordt vaak aangegeven door een CE-
markering of keurmerk zoals CEBEC, VGS, VDE, KEMA, ...
Het laagspanningsmaterieel dient minstens een beschermingsgraad IPXX-B (IP2X)
te hebben.

• Verdeelborden

• Zijn van de klasse I (metaal) of van de klasse II (dubbel geïsoleerd).


• Moeten voorzien zijn van een deur en een
vaste achterwand.
• Zijn onbrandbaar, niet-hygroscopisch
(vochtopslorpend) en hebben een
voldoende mechanische weerstand.
• Staan binnen handbereik op ongeveer 1,5
meter boven de grond.
• De uitvoering van het verdeelbord stemt
overeen met de gegevens op de
schema’s.
• Wanneer verschillende tarieven gebruikt
worden, moeten de overeenkomstige
beschermingstoestellen op afzonderlijke
panelen (onderlinge afstand >10 cm)
of in verschillende verdeelborden geplaatst
worden.
• Soepele geleiders mogen gebruikt worden voor zover de draadjes aan
beide uiteinden worden samengehouden door samenknijpende hulzen of
een
gelijkwaardig systeem.
• Differentieelstroominrichtingen

Een automatische differentieelstroominrichting of verliesstroomschakelaar neemt


stromen waar die naar de aarde vloeien. Dit toestel biedt dus een uitstekende
bescherming tegen elektrocutie, brandgevaar en energieverbruik te wijten aan
ekstromen.
Ten minste één differentieelstroominrichting moet aan het begin van de
installatie geplaatst worden:
• maximale gevoeligheid van 300 mA (ΔIn)
• minimale nominale stroom van 40 A (In) en aangepast aan de
aansluitvermogenschakelaar
• kortsluitvastheid van minimaal 3 kA / 22,5k A²s
• van het type A (gevoelig voor pulserende gelijkstroom)
• voorzien voor scheidingsfunctie
• aansluitingen verzegelbaar
Alle differentieelstroominrichtingen moeten bovendien voldoen aan volgende
kenmerken :

- van het type A, herkenbaar aan dit symbool :


- CEBEC-gekeurd (kortsluitvastheid van minimaal 3000A)
- uitgerust met een testknop die het mogelijk maakt om de voeding te
onderbreken.

Tip : Een differentieelstroominrichting beschermt niet tegen overstroom.


Daarom dient men er steeds voor te zorgen dat de nominale stroom van de
differentieelstroominrichting niet overschreden wordt. Dit kan dmv zekeringen
of automaten

Bijkomende differentieelstroominrichtingen moeten geplaatst worden in de


volgende gevallen :
• voor bad- en doucheruimten, wasmachine, droogkast, afwasmachine:
• maximale gevoeligheid 30 mA (ΔIn) voor stroombanen van
verwarmingsweerst
• anden verzonken in vloeren en
• materialen: gevoeligheid 100 mA (ΔIn)
• wanneer een stopcontact in volume 2 in de badkamer wordt geplaatst:
• gevoeligheid 10 mA (ΔIn)
• wanneer de spreidingsweerstand van de aarding een waarde heeft tussen
• 30 en 100 Ω.

• Smeltveiligheden en automatische schakelaars


Overbelasting of kortsluiting kunnen brand veroorzaken indien de nominale
stroom van de smeltzekering of automatische schakelaar niet aangepast is aan de
doorsnede van de leiding. De vermogenschakelaars (uitgezonderd de
penautomaten) moeten ook voorzien zijn van de volgende markering:

• Maximale nominale stroom van


• Als een smeltzekering of een
automatische schakelaar smeltveiligheden en automatische
gewerkt heeft, zoek dan de schakelaars rekening houdend met de
oorzaak.!!! doorsnede van de geleiders.

Doorsnede in mm² Nominale stroom van Nominale stroom van
de smeltveiligheid de automatische
schakelaar
1.5 10 A 16 A
2.5 16 A 20 A
4 20 A 25 A
6 32 A 40 A
10 50 A 63 A
16 63 A 80 A
25 80 A 100 A
35 100 A 125 A

• Kleurcode van de calibreerelementen overeenkomstig de doorsnede van


de geleiders.
Doorsnede mm² Kleur

1.5 Oranje
2.5 Grijs
4 Blauw
6 Bruin
10 Groen
1.5 Oranje

• Leidingen

• Algemeen

De doorsnede van de geleiders moet steeds gekozen worden in functie van het
voorziene vermogen. Soepele geleiders mogen gebruikt worden voor zover de
draadjes aan beide uiteinden worden samengehouden door samenknijpende
hulzen of een gelijkwaardig systeem. De elektrische leidingen moeten op
voldoende afstand van niet-elektrische leidingen (bv. water, gas, ...) geïnstalleerd
worden.

11
• Minimumdoorsnede
Gebruik Min. doorsnede
Verlichting 1.5 mm2
Stopcontacten 2.5 mm2
Gemengde stroombaan : verlichting 2.5 mm2
en stopcontacten
Stroombanen voor sturing , controle 0.5 mm2 (**)
en signalisatie
Kookfornuis, oven , wasmachine , ... 4 mm2 (*)
3-fasig
Kookfornuis, oven , wasmachine , ... 6 mm2 (*)
1-fasig

(*) Uitgezonderd (kleinere doorsnede toegelaten) : kabel geplaatst in


opbouw of in vrije lucht, buis met diameter van minimum één duim of
25 mm of reservebuis die voorzien is naar dezelfde plaats van
energielevering. (**) Beveiliging : automaat In = 4A of zekering In = 2A.

• Toegelaten plaatsingswijze bij laagspanning

Plaatsingswijze (XVB) VFVB (XFVB) VGVB


VVB

In plastic of metalen buis ja ja ja ja


In niet-metalen en niet- brandbare ja ja ja ja
plinten
In de lucht neen ja ja ja
In de muur verzonken zonder buis (*) neen ja ja neen
(*) Horizontale en verticale trajecten (afmetingen in cm)

(*) In muur : minimaal 0,4 cm

(*) In beton : minimaal 3 cm

• Kleurcode van de geïsoleerde geleiders


Blauw = Nulgeleider Indien er geen nulgeleider is, mag
de blauwe geleider als fasegeleider
Geel/Groe = Beschermingsgeleider gebruikt worden. Vinçotte stelt voor
n altijd een blauwe geleider te
= Verboden
gebruiken in tweepolige
Geel
= Verboden stroombanen, zelfs als er geen
Groen nulgeleider is (net 3 x 230 V) , zodat
achteraf gemakkelijk omgeschakeld
kan worden naar een net 230/400 V.
• Stopcontacten, schakelaars en verlichting

• Stopcontacten

Het aantal enkelvoudige of meervoudige stopcontacten is beperkt tot 8 per


stroombaan. Indien er gemengde stroombanen (stopcontacten en verlichting)
geïnstalleerd worden, dan wordt elk samenwerkend geheel van
verlichtingspunten beschouwd als een stopcontact.
Alle stopcontacten zijn voorzien van een aangesloten penaarde (randaarde is
verboden) en zijn van het kindveilige type (zodat metalen voorwerpen, zoals een
stukje ijzerdraad, niet in het stopcontact gestoken kunnen worden). De
stopcontacten, bevestigd op de wand, zijn aangebracht op een afstand van
minstens 15 cm boven de vloer in droge ruimten en 25 cm in de andere ruimten,
behalve indien ze ingebouwd zijn in plinten of onder bijzondere voorwaarden in
de vloer.

• Schakelaars
Enkelpolige schakelaars, teleruptors of dimmers mogen gebruikt worden in
éénfasige kringen voor verlichtingstoestellen, contactdozen of sturingsdoeleinden
tot een stroomsterkte van 16A (In). Voor stroombanen met nulgeleider wordt
steeds de fase geschakeld.

• Verlichting
In de elektrische installatie moeten er ten minste twee stroombanen voor de
verlichting voorzien worden.

• Badkamers en douches
Het elektrocutiegevaar is bijzonder groot in badkamers en douches door de lage
weerstand van het menselijk lichaam wanneer het vochtig of ondergedompeld is.
Het is verboden om in een bad of een douche, of in de onmiddellijke omgeving
ervan, een mobiel of draagbaar elektrisch toestel te plaatsen of te gebruiken.
Volumes
• Toegelaten elektrisch materieel
Volume Toegelaten materieel Bescherming
0 Enkel materieel dat redelijkerwijs nodig is
Voeding ZLVS ≤ 12 V AC IP X7
Voeding ZLVS ≤ 6 V AC IP 00

1 Waterverwarmer (enkel sanitair en combi) IP X4


voor vaste opstelling
Voeding ZLVS ≤ 12 V AC IP X4
Voeding ZLVS ≤ 6 V AC IP 00

1 bis Installatie hydromassage met voedingspunt IP X4

2 Waterverwarmer (enkel sanitair en combi) IP X4


voor vaste opstelling
Verlichting (plaatsing min. 1,6m hoogte) IP X4
Vast opgestelde verwarming en ventilatoren IP X4
(klasse II)
Contactdoos via transfo (max 100 W) IP XX
Contactdoos gevoed via differentieelstroom- IP XX
richting (gevoeligheid 10 mA)
Voeding ZLVS ≤ 12 V AC IP 00

3 Divers elektrisch materieel IP X1


Voeding ZLVS ≤ 12 V AC IP 00

ZLVS: zeer lage veiligheidsspanning


IP X7: beschermd tegen een wateronderdompeling van korte duur
IP X4: spatwaterdicht materieel
IP X1: druipwaterdicht materieel
IP 00: geen bescherming vereist
IP XX: Wij raden aan om contactdozen steeds in volume 3 te plaatsen. Indien dit
onmogelijk is, bij opbouw minimum IPX4, bij inbouw is er bijzondere zorg te
besteden bij plaatsing.
15

• Leidingen
De leidingen mogen geen metalen omhulsels bevatten, moeten horizontale en
verticale trajecten volgen en zijn alleen bestemd voor elektrisch materieel
geplaatst in deze volumes.

• Bijkomende equipotentiale verbinding

Alle vreemde geleidende delen


(water, gas, ...) en massa’s van
elektrisch materieel op lage
spanning en zeer lage
spanning moeten plaatselijk
met elkaar verbonden
worden.
• Verwarming in vloer
De elektrische weerstanden moeten bedekt zijn met een metalen netwerk dat
verbonden is met de bijkomende equipotentiale verbinding.

• Verlichting op Zeer Lage Veiligheids- Spanning (ZLVS)


De halogeenlamp geniet grote belangstelling. De volgende eigenschappen maken
de halogeenverlichting erg aantrekkelijk : de levensduur en het verhoogde
lichtrendement. Om te beveiligen tegen elektrocutie gebruiken we een beperkte
spanning, namelijk de «Zeer Lage VeiligheidsSpanning» (ZLVS).

• Maximale spanning afhankelijk van de situatie


Situatie Geïsoleerde Blanke geleiders
geleiders

BB1 : droge huid ≤ 50 V ≤ 25 V


BB2 : vochtige huid ≤ 25 V ≤ 12 V
BB3 : ondergedompelde huid ≤ 12 V ≤6V
Ondanks het gebruik van ZLVS moet men aandacht schenken aan het brandrisico.
Daarom zijn onderstaande punten van belang.

• Algemeen
Maak enkel gebruik van veilig elektrisch materiaal, d.w.z. materieel voorzien van
een keurmerk of een verwijzing naar een norm. Schenk aandacht aan de
gebruiksvoorwaarden van de fabrikant.

• Lampen
Lampen niet inbouwen in brandbaar materieel (hout,
isolatie, ...).
Bewaar voldoende afstand, bv. 0,5 m, tot de voorwerpen die
verlicht worden om het brandgevaar te beperken.

• Transformatoren
Halogeenlampen kan je niet meteen aansluiten op het openbaar verdeelnet.
Daarvoor is een transformator nodig die de 230 V omzet naar een lagere
spanning.
Deze transformator moet van het type «veiligheidstransfo» zijn. De
transformatoren dienen zo te worden geplaatst dat ze te allen tijde een goede
afkoeling hebben en bereikbaar blijven.
Om brandgevaar te voorkomen, moet de transformator worden beveiligd tegen
overbelasting en kortsluiting aan de secundaire zijde. In sommige
transformatoren zijn smeltveiligheden of beveiligingsinrichtingen aangebracht in
of op de transformator. Is dat niet het geval dan moet u zelf zorgen voor de juiste
beveiliging.
Plaats de transformator in de nabijheid van de lamp (beperking spanningsval),
zorg er echter voor dat de lamp de transfo niet onnodig verwarmt.

• Leidingen
De doorsnede van de leidingen moet gekozen worden in functie van de maximale
stroomdoorgang en de spanningsval. De nodige beveiligingen moeten geplaatst
worden tegen overbelasting en kortsluiting .
Ter informatie : de noodzakelijke leidingdoorsnede (mm²) in functie van de
stroombaanlengte voor een maximale spanningsval van ± 3% bij 12V en de
nominale stroom van de beveiliging aan de secundaire zijde van de transformator:
Vermo Nomin Max Lengte Lengte Lengte Lengte Lengte
gen ale nomina 2.5m 5m 7.5m 10m 15m
lamp stroom le (mm2) (mm2) (mm2) (mm2) (mm2)
in W in A stroom

20 1.7 2 1.5 1.5 1.5 1.5 2.5


40 3.3 5 1.5 1.5 2.5 4 6
60 5 6.3 1.5 2.5 4 6 10
80 6.7 10 1.5 4 6 6 10
100 8.3 10 2.5 4 6 10 16
120 10 12 2.5 6 6 10 16
140 11.7 12 4 6 10 16 16
160 13.3 16 4 6 10 16 -
180 15 16 4 10 10 16 -
200 16.7 20 4 10 10 16 -
• Symbolen

• Afwijkende beslissingen fwijkingen bij een elektrische installatie van vóór


1 oktober 1981
Bij een verzwaring van de aansluiting op het openbaar verdeelnet in een gebouw
met een elektrische installatie, van voor 1 oktober 1981 zijn op de oude
installaties de voorschriften van het AREI van toepassing, met uitzondering van de
volgende punten

Gebruikt elektrisch materieel en beveiligingen die in goede staat zijn en uitgevoerd


werden volgens de erkende technische regels.
Automatische differentieelstroominrichtingen type AC en nominale stroom In < 40A.

Verzegeling van differentieelstroomrichtingen indien niet mogelijk.


Elektrische leidingen van minimaal 1 mm² en beveiligd door zekeringen van 6A of
automaat van 10A met pictogram(*).
Kleurcode van geïsoleerde geleiders en geleiders in kabels :
• algemeen
• geel/groen voor actieve geleider
Water-, gas- en andere leidingen op minder dan 3 cm van andere leidingen geplaatst.
Koperen aardgeleider van ten minste 6 mm².
Beschermingsgeleider
• niet in leiding die geen te aarden toestellen voedt
• buiten de leiding, indien niet mogelijk in
bestaande leiding
Hoofdequipotentiaalverbindingen.
Contactdozen
• zonder aardpen, zonder kinderveiligheid en met meer dan 8 per kring
• met een aardpen die niet verbonden is aan een beschermingsgeleider
Opbouw contactdozen op minder dan 15 cm van de
vloer in droge lokalen.

Slechts één verlichtingskring.


Plaatsing van een afzonderlijke automatische differentieelstroominrichting met een
grote of zeer grote gevoeligheid (≤ 30mA):
• voor materieel en toestellen in wasruimten, stortbad-
en badkamers
• voor was- en vaatwasmachines
Eénpolige schakelaars voor verlichting in badkamers
Leidingen in wasruimtes, doucheruimtes en badkamers:
• bestaande leidingen
• verzonken vloerverwarming
• equipotentiale verbindingen

• Afwijkingen bij een elektrische installatie van na 1 oktober 1981


Differentieel van het type AC 01/0

Algemeen differentieel IN < 40A 16/0

Differentieel IN ≤ 40A zonder de aanduiding “3000A, 22, 5kA²s” 07/0

Vermogenschakelaars en zekeringen met een minimum schakelvermogen van 27/0


1500A

Voeding van een wasmachine in 2,5 mm² , indien de doorsnede aangepast is


aan het vermogen van het toestel

Voeding van een fornuis met tweemaal twee actieve geleiders in parallel van
4mm2 en één beschermingsgeleider van 4mm2

Kabel met metalen pantsering in de badkamer in dienst te laten (type VFVB) 22/0
Meer dan 8 stopcontacten per stroombaan, mits aangepaste beveiliging

Enkelpolige schakelaar in de badkamer

Afwezigheid van proces-verbaal indienststelling

• Verplichtingen
De eigenaar, beheerder en eventueel de huurder van een elektrische installatie
moeten:
de installatie onderhouden
1. de nodige maatregelen nemen opdat de bepalingen van het AREI altijd
worden nageleefd
2. de directie “Bestuur Energie” van de Federale Overheidsdienst Economie,
K.M.O., Middenstand en Energie onmiddellijk op de hoogte stellen van
elke elektrocutie waarvan personen het slachtoffer zijn geworden
3. de goede werking van de differentieelstroominrichtingen regelmatig
(maandelijks) nakijken door gebruik van de testknop
4. het elektrisch dossier bijhouden (schema’s, verslagen van de controle-
instelling, ...)
5. het erkend organisme contacteren bij het verlopen van de
geldigheidsdatum
van het controleverslag (25 jaar)

• Elektriciteitsdossier
Het elektriciteitsdossier dat de eigenaar en eventueel de huurder moeten
bezitten, dient naast de controleverslagen ook de ééndraads- en situatieschema’s
van de installatie te omvatten. De schema’s moeten in 3 exemplaren worden
voorgelegd aan de controle-instelling.
• Voorbeeld situatieschema
• Voorbeeld ééndraadsschema
• Symbolen

• Algemeen

• Elektrische toestellen
• Leidingen
• Beschermingstoestellen
• Schakelaars
• Contactdozen
• Gebruikstoestellen
• Elektriciteitsverdeling op werven
De kasten worden gebruikt als tijdelijke aansluiting om op bouwplaatsen kranen,
betonmolens, boor- en slijpmachines van stroom te voorzien.

• Deze kast heeft de volgende eigenschappen:


• onbrandbaar materieel, stabiel opgesteld
• beschermingsgraad is minstens IP 44 (spatwaterdicht) geschikt voor
• buitenopstelling
• afsluitmogelijkheid met slot
• algemene differentieelstroominrichting met een gevoeligheid van
maximum
• 300 mA (ΔIn) en een nominale stroomsterkte van minstens 40 A (In)
• nodige beveiligingen afhankelijk van de leidingen en stopcontacten
• afscherming van alle onder spanning staande delen
• pictogram “levensgevaar”
Neem steeds contact op met de distributienetbeheerder. Het is mogelijk dat de
elektriciteitskasten aan bijkomende eisen onderworpen zijn (o.a. afmetingen voor
plaatsing van de kWh-teller).

• Aansluiting
De aansluiting kan gebeuren met een voorlopige of met de definitieve kabel.
Wendt u hiervoor tot de distributienetbeheerder.

• Controle
De controles dienen uitgevoerd te worden door een erkend organisme.
• Gelijkvormigheidsonderzoek
Elke laagspanningsinstallatie, zelfs als ze gevoed wordt via een privé-installatie,
moet vóór de ingebruikname aan een gelijkvormigheidsonderzoek onderworpen
worden. Ook na een belangrijke wijziging, verzwaring van de aansluiting of
aanzienlijke uitbreiding (bijvoorbeeld bijplaatsen van een kring) moet de
elektrische installatie gecontroleerd worden volgens de wettelijke voorschriften.

• Periodieke controle
Ten laatste 25 jaar na de datum vermeld op het verslag van het gelijkvormigheids-
onderzoek van de huishoudelijke elektrische installatie dient de eerste 25-
jaarlijkse periodieke controle uitgevoerd te worden.

• Controleonderzoek van laagspannings- installaties bij verkoop van een


wooneenheid

• Toepassingsgebied
Dit artikel is van toepassing op de verkoop van een wooneenheid:
• met een oude elektrische installatie waaraan sedert 1 oktober 1981 geen
belangrijke wijzigingen of aanzienlijke uitbreidingen zijn aangebracht
• met een oude elektrische installatie waaraan sedert 1 oktober 1981
belangrijke wijzigingen of aanzienlijke uitbreidingen zijn aangebracht
maar
• waarvan het gedeelte dat dateert van vóór oktober 1981 nog niet het
voorwerp heeft uitgemaakt van een controleonderzoek

Voor de toepassing van dit artikel worden niet als wooneenheid beschouwd:
• kloosters
• hospitalen
• gevangenissen
• rusthuizen
• pensionaten
• hotels
• onderwijsinstellingen

Indien de wooneenheid deel uitmaakt van een regime van mede-eigendom


gelden de hierna vermelde bepalingen enkel voor wat betreft de private delen van
de betrokken wooneenheid. Daarenboven zijn deze bepalingen evenmin van
toepassing op garages, parkings en andere ruimten die deel zijn van de
wooneenheid maar waarvan de elektrische installatie wordt gevoed via een
elektriciteitsmeter op naam van de mede-eigenaars of van de vereniging van
mede-eigenaars.
Deze bepalingen zijn evenmin van toepassing op wooneenheden die het
voorwerp uitmaken van een onteigening.

• Modaliteiten van het controleonderzoek

• 1. Verplichtingen
Bij de verkoop van een wooneenheid als bedoeld in het toepassingsgebied, is de
verkoper verplicht:
• een controleonderzoek van de elektrische installatie te laten uitvoeren
• de datum van het proces-verbaal van het controleonderzoek en het feit
van de overhandiging van dit proces-verbaal in de authentieke akte te
doen vermelden

Indien de verkoper en koper overeenkomen dat een controleonderzoek van de


elektrische installatie overbodig en nutteloos is omdat de koper het gebouw gaat
afbreken of de elektrische installatie volledig gaat renoveren is de verkoper
verplicht dit akkoord in de authentieke akte te doen vermelden.
De verkoper is verplicht in de authentieke akte te doen vermelden dat de koper
de Algemene Directie Energie, Afdeling Infrastructuur schriftelijk moet informeren
van de afbraak van het gebouw of van de volledige renovatie van de elektrische
installatie. Deze laatste maakt aan de koper een dossiernummer over en verzoekt
hem/haar een proces-verbaal van controle toe te zenden van zodra de nieuwe
elektrische installatie in gebruik wordt genomen. In het geval van onmogelijkheid
om de controle te laten uitvoeren bij een door gerechtelijke beslissingen bevolen
verkoop is diegene die de verkoop vordert verplicht in de authentieke akte of in
het procesverbaal van openbare toewijzing de afwezigheid te doen vermelden
van het controleonderzoek van de elektrische installatie en het belang voor de
koper om tot deze controle te laten overgaan.
In het geval van een controleonderzoek met een negatief proces-verbaal als
gevolg is de verkoper verplicht in de authentieke akte de verplichting voor de
koper te doen vermelden zijn identiteit en de datum van de akte van verkoop
schriftelijk mee te delen aan het erkend organisme dat het controleonderzoek van
de elektrische installatie heeft uitgevoerd.
Na deze melding heeft de koper de vrije keuze om een erkend organisme aan te
stellen voor een nieuw controleonderzoek om na te gaan of na de afloop van de
termijn van 18 maanden, te rekenen vanaf de datum van de akte van verkoop, de
overtredingen verdwenen zijn.
Indien de koper een ander erkend organisme aanstelt dan licht dit organisme het
erkend organisme dat het eerste proces-verbaal van controleonderzoek heeft
opgesteld hierover in.
Indien er tijdens dit nieuw controleonderzoek wordt vastgesteld dat er nog
overtredingen overblijven zijn de voorschriften van artikel 274.02 van toepassing.

• 2. Geval van afbraak of volledige renovatie


Bij een afbraak van het gebouw of een volledige renovatie van de elektrische
installatie zijn de bepalingen van artikel 270 van toepassing.

• 3. Voorwerp van het controleonderzoek


Het controleonderzoek heeft tot doel de gelijkvormigheid van de elektrische
installatie vast te stellen met:
• de voorschriften van dit reglement die erop betrekking, met uitzondering
van het artikel 278, voor het gedeelte waarvan de aanleg was aangevat na
30 september 1981
• de voorschriften van artikelen 1 tot 279 die erop betrekking hebben voor
het gedeelte waarvan de aanleg was aangevat vóór 1 oktober 1981

hoofdstuk 3. De sanitaire installatie


Een sanitaire installatie bestaat uit verschilende onderdelen, meer bepaald

 De leidingen voor koud en warm water


 De afvoerleidingen voor het afvalwater
 De sanitaire toestellen met de bijhorigheden
 Speciale apparaturen voor het behandelen van het water

• Materialen

• Gegalvaniseerd staal

• Koper
De verbindingen gebeuren door te buizen te lassen, schroeven of met behulp van
persfittingen. Het lassen wordt minder gedaan; het vereist stielkennis en is
arbeidsintensief. De schroefkoppelingen zijn vooral interessant voor reparaties, ze
zijn duur en arbeidsintensief. De persfittingen laten zich snelen eenvoudig
plaatsen. De leidingen worden allemaal geplaatst en verbonden met fittingen
zonder deze dicht te persen. Dit gebeurt pas na de volledige plaatsing van de
leidingen. Op die manier kunnen de buizen nog gemanipuleerd worden. Voordeel
van koper is dat het bestand is tegen hoge druk, bovendien is het een duurzaam
materiaal.

• polyetyleen (PC)Kunststof/Polyvinycloride (PVC)Kunststof /


(vpe)Kunststof
De basis van alle buizen is de grondstof PE (polyethyleen)
Het aantal moleculen per cm³ bepaald de sterkte (bestand tegen druk en
temperatuur)
Voor PE-RT buizen wordt LDPE (low density PE) met verschillende toevoegingen,
om de moleculaire structuur te verbeteren, gebruikt.
Voor PEX buizen wordt HDPE (high density PE) gebruikt.
In een extruder wordt de grondstof gesmolten en tot buis gevormd

PE-RT buizen zijn nu klaar!


• PE-RT (ook bekend onder verschillende wandere namen)
• PEX ( 3 variaties: PEX-a, PEX-b en PEX-c)
• alu-PE-RT (PE-RT/AL/PE-RT)
• alu-PEX (PEX/AL/PEX ook Multybuis, AKB wenz.)
De verschillen tussen PE-RT en PEX:
» PE-RT is goedkoper dan PEX,
» PE-RT max. temp. 60ºC (dus alleen voor "lage temperatuur " verwarming)
» PEX max. temp.90ºC met pieken tot 110ºC,
» PE-RT: grotere kans op haarscheurtjes en verbrossing bij te hoge temperaturen
en/of druk,
» PE-RT is betrekkelijke nieuw dus weinig duur-ervaring,
» PE-X wordt al meer dan 40 jaar succesvol toegepast, 

Zuurstofdifussie komt voor bij alle kunststof buizen. Door de wand van de buis
komt zuurstof in het water. Hoe warmer het water, hoe meer zuurstof.
Zuurstofrijk water veroorzaakt corrosie en roest in het systeem. De ketel, pomp
en radiatoren kunnen hierdoor worden aangetast.
De buizen voor de verwarming zijn (in het algemeen) diffusiedicht gemaakt door
een extra laagje (ca. 0,2 mm) diffusiedichte coating (EVOH) aan te brengen. Bij
composietbuizen (o.a. PEX/AL/PEX) is de aluminiumlaag 100% diffusiedicht.
Keuringen en kwaliteit: de buizen voor waterleiding en verwarming worden (in
Nederland) gekeurd door KIWA voor een KIWA en KOMO keur. Goedgekeurde
buizen voldoen aan minimumeisen. De buizen hebben in het algemeen een
verwachte levensduur van meer dan 50 jaar. Dit wordt berekend aan de hand van
"langeduurproeven" en "computerberekeningen" (Dus niet aan de hand van 50
jaar praktijkervaring). De invloed van het plasticresidu (door kunststofcorrosie) op
de rest van een installatie wordt niet meegenomen in een kwaliteitsbeoordeling.
Bij PE-RT-aluminiumbuizen is het mogelijk dat haarscheurtjes in de binnenbuis
doordringen tot de aluminiumlaag waardoor het aluminium gaat corroderen. Hier
is nog weinig ervaring mee.
BEDENK voor u de buis kiest, dat de buis meer problemen kan veroorzaken dan u
denkt. Het aanbrengen van nieuwe buis is erg duur: vloer openhakken, nieuwe
vloer en nieuwe vloerbedekking. U kiest een ketel op kwaliteit (ook de
vloerbedekking en het interieur?). Toch wordt een ketel na 15 jaar vervangen, de
buis niet. De meerprijs van een goede buis is te verwaarlozen op de totaalprijs van
de hele installatie.

• Alpex (buis in buis )


PEX/AL/PEX (Multybuis, alupex, composietbuis enz.) is een
samengestelde buis bestaande uit 5 lagen: een kunststof
binnenlaag, lijmlaag, een laag aluminium laag, een lijmlaag en een
kunststof buitenlaag. In de meeste gevallen is het kunststof een
PEX-c. Er zijn ook composiet buizen waar de kunststoflagen een
PE-RT is,dus niet vernet, op de
buis staat dan PE/al/PE.

De voordelen van deze buis zijn: nauwelijks


uitzetting en krimp, gemakkelijk te buigen
(blijft in vorm) en 100% diffusiedicht. Voor
wat bertreft de geleiding en weerstand is de
buis gelijk aan bv. PEX-c (=binnenbuis).
De kwaliteit van de buis is gelijk aan de
kwaliteit van de binnenlaag PEX of PE-RT. De
voordelen van deze buis zijn
vnl.installatietechnisch

Is gemakkelijk verwerkbaar en goedkoper dan metalen. Nadeel is de


uitzettingscoëffinciënt bij hoge temperaturen. Er moet bij de installatie van
kunststof leidingen de nodige uitzettingsruimte gelaten worden.
De nieuwe generatie kunststof buizen: meerlagig, ook aluminium buis verwerkt
tussen twee kunststofbuizen. Buis blijft flexibel, en kan hoge druk aan. Is
momenteel de meest gebruikte variant.

• Lood:
wordt niet meer gebruikt. Het valt zelfs aan te raden om de loden leidingen te
verwijderen bij de renovatie van een oude woning. De buizen werden aan elkaar
gegoten. In het gebruik van loden leidingen ligt de oorsprong van de term
loodgieter.

• IJzer:
wordt minder en minder gebruikt in particuliere woningen. Het gebruik is
bovendien sterk geografisch bepaald. Wordt wel nog gebruik voor toepassingen
onder hoge druk, bijvoorbeeld in de industrie of voor de plaatsing van een
sprinklerinstallatie. De verbinding van de buizen gebeurt door ze te schroeven of
met behulp van gelaste fittingen.

• Gietijzer:

• Beschermd staal:
Het staal is beschermd met een laagje kunsthars

• Asbestcement:
merknaam Eternit, is een samengeperst en versteend mengsel van
cementmateriaal en soms zand waarin 10 à 15% asbestvezels (golfplaten,
vlakeplaten) en bij standleidingen 15 á 30% als versterking verwerkt zijn.

Asbestcement is gemakkelijk te bewerken, vormvast, waterdicht, brandwerend en


werd daarom veel in de bouw gebruikt, (huizen gebouwd voor 1993) bijvoorbeeld
in golfplaten voor dakbedekking en gevelbekleding. Daarnaast werd het ook
gebruikt voor water- en gasleidingen. Deze leidingen zijn berucht om hun
brosheid: na jaren in de grond te hebben gezeten kunnen ze kapotgaan door
lichte trillingen.

Sinds 1993 is het op de markt brengen van asbest verboden (met bepaalde
uitzonderingen). Inademen van asbestdeeltjes kan allerlei longziekten tot gevolg
hebben waaronder een zeer specifieke vorm van kanker; mesothelioom. Oude
onbeschadigde platen asbestcement vormen geen gevaar zolang ze in goede staat
verkeren omdat de asbestvezels vast zitten in het cementmengsel. Echter bij het
bewerken zoals boren, snijden en breken van de platen zullen deeltjes vrijkomen.

Spuitbaar asbest dat veel gebruikt werd bij het isoleren en brandwerend maken
van schepen en gebouwen werd in Nederland al in 1978 verboden.

Ontvangen van "http://nl.wikipedia.org "

• grés
Grès is een keramisch materiaal dat gemaakt is van een kleisoort die tegen hoge
temperaturen bestand is. De eigenschappen van gres zitten in tussen die van
aardewerk en porselein. Het wordt gebakken bij 1150 tot 1350 °C, waarbij het
versintert, waardoor het niet poreus is en ondoordringbaar wordt voor de meeste
vloeistoffen. Het is ook goed bestand tegen zuren.

Reeds in de 13e eeuw werd in het gebied rondom Keulen gres, ook wel steengoed
genoemd, geproduceerd. Vanaf de 14e eeuw werd dit 'Keuls aardewerk', vooral
bekend door de Keulse pot. Gres kan van een zoutglazuur worden voorzien.

Door zijn grote slijtvastheid is gres ook een bijzonder geschikt materiaal voor
vloertegels, traptreden en vensterbanktegels.

Gres wordt al meer dan 100 jaar gebruikt om rioolbuizen van te maken. Riolering
moet bestand zijn tegen een hoge zuurgraad, en daar kan gres goed aan voldoen.
Het heeft een grote duurzaamheid en is vormvast. Door het brosse karakter van
het materiaal heeft het echter een beperkte weerstand tegen mechanische
belastingen.

Ontvangen van "http://nl.wikipedia.org "


• De toevoerleidingen

Men dient een onderscheid te maken tussen de leidingen voor koud en warm
water.

• Gebruikte buizen:
Koud water Warm water
Gegalvaniseerd staal Gegalvaniseerd staal
Koper Koper
polyetyleen (PC)Kunststof PE
Polyvinycloride (PVC)Kunststof
(vpe)Kunststof
Alpex (buis in buis )

Woningweetje !
Voorkom vastzitten , draai zo nu en
dan de hoofdkraan en de stopkranen een klein beetje dicht en weer open. Zo
voorkom je dat ze vast gaan zitten. Gebruik hierbij wat kruipolie. Tegenwoordig
heb je ook kogel stop kranen met nylon binnenwerk die nauwelijks onderhoud
behoeven.

Voorwaarden aanleg waterleiding


Alvorens een waterleiding aan te leggen, maak je een plan van aanpak. Bedenk
hoeveel meter leiding en welke verbindings- en bevestigings materialen je nodig
hebt en schets het leidingen verloop. Zorg dat tussen de aan te leggen
waterleiding en andere leidingen, zoals gas en elektra, afstand wordt gehouden.

Woningweetjes !
Moeilijk bereikbare plaatsen.
Voor aansluitingen in zeer lastige situaties, zoals achter inbouwapparatuur in de
keuken, zijn flexibele aansluitslangen met gevlochten staaldraadmantel
verkrijgbaar.

Aftappen
Zet bij het aftappen alle kranen in huis open. Hierdoor lopen de leidingen vlot
leeg.

Isoleren Leidingen
Warmwaterleidingen moeten geisoleerd worden om warmteverlies en condens te
voorkomen. Deze isolatie vermindert tevens geluidsoverlast. Ook
koudwaterleidingen voorzie je daarom van isolatie.

wateraansluiting
Doe het zelven aan de waterleiding is toegestaan na de watermeter! Alle
leidingen daarvoor zijn eigendom van het waterleidingbedrijf.

Keuze op de muur of in de muur.


Waterleidingen kunnen of op een muur vastgezet worden of in een wand worden
weggewerkt. Als je leidingen in de muur aanbrengt, gebruik dan zo min mogelijk
koppelingen.
Voordelen Nadelen
In de   Leidingen zijn uit het  Je moet sleuven hakken
muur zicht. of frezen in de wand.
 Minder kans op  Reparaties of
condensvorming uitbreidingen zijn lastig
 Ruimte is makkelijk om uit te voeren
schoon te houden.  Lekkages openbaren
 Geen gevaar je te zich minder snel en de
branden aan bron is soms moeilijker
warmwaterleidingen te traceren
 Mantelbuis nodig ter
bescherming
 Bij naderhand boren in
de wand is er kans op
lekkage
 Kans op geluidshinder
Op de  Je hoeft geen sleuven   De leidingen zijn
muur te hakken of te frezen zichtbaar
 Reparaties of  De leidingen verkleuren
uitbreidingen zijn  Condensvorming op de
makkelijker uit te leidingen in vochtige
voeren ruimtes
 Minder kans op  Gevaar je te branden
geluidshinder aan de
warmwaterleidingen

Woningweetje!
Controleer voor afronding van de aanleg, onder druk, of de leidingen waterdicht
zijn. Doe dit bij leidingen in de muur voor het afdichten van de sleuven.

Mantelbuizen
Leidingen zetten uit en krimpen door warmwater transport. Daarom moet je
mantelbuizen aanbrengen, daar waar leidingen door of in wanden of vloeren
lopen. Hiermee voorkom je breuk van tegels of stucwerk en vervelende
tikgeluiden bij het uitzetten en krimpen. Als mantelbuis wordt veelal een flexibele
kunststof buis gebruikt.

Bevestiging van leidingen.


Om te voorkomen dat leidingen op de muur gaan doorbuigen of klapperen,
moeten deze worden vastgezet met beugels of klemzadels. De diameter van de
leiding en of er warm of koud water doorheen stroomt, bepalen de maximale
afstand tussen de beugels of klemzadels. Bij bochten zet je de leiding altijd aan
weerszijden op 15 cm van de bocht vast. De leidingen moeten ook in de beugels
of klemzadels vrij kunnen uitzetten en krimpen. Met name bij aftakkingen en
bochten, omdat hier de werking het grootst is. De beugel of de klemzadel moet
dus iets ruimer zijn dan de koperen leiding.

Waterleidingen verbinden.
Waterleidingen worden samengesteld uit leidingen en verbindingsstukken.
Verbindingen kun je solderen, knellen of schroeven. Leidingen die worden
weggewerkt in de muur of op plekken waar je niet goed bij kunt komen, moeten
met soldeerfittingen worden verbonden.
De meest voorkomende verbindingsstukken zijn
-    Sok/mof om uiteinden van waterleidingen aan elkaar te koppelen
-    Verloopstuk om twee leidingen met een verschillende diameter aan elkaar te
koppelen
-    Bocht: om een 45 graden of 90 graden bocht aan te leggen
-    T-stuk om een aftakking te realiseren
-    Kap: voor het afsluiten van een waterleiding
-    Muurplaat; om een kraan en de bijbehorende leiding op een muur te
bevestigen

Knelfittingen
Met knelfittingen maak je zonder solderen verbindingen in een
waterleidinginstallatie. In knelkoppelingen zitten knelringen die zorgen dat de
leiding bij het in elkaar draaien gekneld wordt, waardoor een makkelijk los of vast
te draaien moeten zijn. De verbindingen maak je waterdicht met behulp van
teflontape of hennep. Als je teflontape gebruikt, wikkel je dit een aantal keer
overlappend en met de klok mee om het schroefdraad. Breek de tape af door aan
het tape te trekken. Hierdoor trek je de tape direct strak om de schroefdraad.
Draai vervolgens de verbinding vast. Let op: Niet te vast!! Net als bij knelfittingen
kun je dan als de koppeling lekt, de verbinding nog iets aandraaien. Ook hennep
wikkel je, net als teflontape, met de klok mee om de schroefdraad. Gebruik hierbij
wat hennepvet of fitterskit. Hennep zet uit als het nat wordt; in het begin kan een
koppeling dus nog iets lekken.

• Watermenging

Om de kwaliteit van het water ook te kunnen waarborgen in de sanitaire


installatie en aan de tappunten, wordt sinds 1 juli 2004 iedere nieuwe of
gerenoveerde installatie gekeurd. De keuring biedt o.a. de garantie dat in de
woning geen vermenging van regenwater en drinkwater kan optreden als u een
dubbel watercircuit aanlegt.
Woningweetjes!
Schroefdraad aan gladde leiding
Om een uiteinde van schroefdraad met een gladde leiding te verbinden. Deze
stukken heten schroefbus of puntstuk.

Bramen verwijderen
Als je een koperen leiding afkort, verwijder dan niet alleen de bramen op de buis,
maar ook die in de buis. Dit voorkomt een fluittoon en dat er metaaldeeltjes in
het waterleidingsysteem komen.

Buigcorrectie
Bij het buigen van bochten is het verstandig de buiseinden aan beide kanten iets
langer te laten, zodat correcties na het buigen mogelijk zijn. Zaag na afronding de
buis op maat.

Lekkage voorkomen
Om lekkage te voorkomen mag er nergens spanning op de leidingen staan.
Forceer dus nooit de leidingen naar een bepaalde richting als je ze bevestigt.

Buitenkraan aansluiten tegen bevriezing.


Als je een buitenkraan gaat monteren aan de buitenmuur, moet je maatregelen
nemen tegen bevriezing van de leiding bij strenge vorst. Dit doe je door in de
aanvoerleiding een stopkraan met een aftapkraan te monteren. Bij strenge vorst
kun je het deel van de leiding naar de buitenkraan dan afsluiten en het water eruit
laten lopen. Laat na het aftappen de buitenkraan open staan.

Priktapkraan.
Met de priktapkraan kun je eenvoudig, zonder zagen of solderen, een extra
tappunt maken in een bestaande roodkoperen waterleiding van 12 of 15 mm. De
priktapkraan kan zowel in horizontale als verticale positie gebruikt worden en dus
op elke gewenste plek geprikt worden. Ideaal voor bijvoorbeeld de aanleg van een
kraan voor (af) was machine of een buitenkraan.

• Afvoerleidingen
• AFVALWATER
Het propere water dat wordt aangevoerd naar de diverse sanitaire toestellen,
dient na gebruik terug afgevoerd te worden. Men maakt een onderscheid tussen
het rioolwater van het WC en het
huishoudelijk afvalwater van bad en keuken (met zeepresten, detergenten, enz.).

• PRINCIPE
Alle sanitaire toestellen van één verdieping
worden via horizontale leidingen verbonden met
een verticale leiding. Deze verticale leiding,
standleiding genoemd, zorgt ervoor dat al het
afvoerwater tot beneden wordt afgeleid, waar
het dan in de riolering wordt geloosd.
• Soorten afvoerleidingen
 Gietijzer
 Beschermd staal
 Lood (echter alleen voor koud water) (nieuw is dit verboden)
 Koper
 Asbestcement (nieuw is dit verboden)
 Kunststoffen, hier speelt de temp. Van het afvalwater een rol bij keuze:
o Tot max 60°  polyethyleen of weekmaakvrije pvc
o Tot max 80°  polyethyleen PE50
o Kokend water  weekmaakvrije pvc-c ( gechloreerde
polyvynylchloride)
 Grés

• DIAMETER
De diameter van de afvoerleiding hangt af van het sanitaire toestel waarop ze
wordt aangesloten. Zo zal de diameter van de afvoer van het bad duidelijk groter
moeten zijn dan deze van een wastafel. Als
verschillende sanitaire toestellen op eenzelfde afvoerleiding uitkomen,neemt u
een grotere diameter.

Aansluiting op sanitaire toestellen Diameter afvoerleidingen (in mm)

Lavabo 32

Bidet 32

Douche 40

Gootsteen 40

Bad 40

Wasmachine 40

Afvoer + standleiding WC 90/100

Afvoer van meerdere sanitaire toestellen 60

bv. Bad + lavabo

Regenwater RW 80/90/100
Afvoerleidingen verbinden
Voor het verbinden van waterafvoerleidingen zijn diverse verbindingstukken,
zoals bochten, T-stukken of sokken, verkrijgbaar. Het is belangrijk dat de
waterafvoerleiding zo wordt aangelegd dat het (afval) water vloeiend weg kan
stromen. Gebruik dus zo min mogelijk bochten en leg de leidingen aan onder
afschot ( 5mm per meter). Sluit niet alle toestellen direct op de standleiding aan,
maar pas hier en daar horizontale verzamelleidingen toe. Breng in het
waterafvoersysteem een aantal ontstoppingsstukken aan. Die zorgen ervoor dat
je op een eenvoudige manier de leiding kunt inspecteren, reinigen of , indien
nodig, ontstoppen.

Woningweetje!
Verlengen. Verleng een afvoerleiding nooit met een buis met een kleinere 
diameter. Dit geeft bij de overgang grote kans op verstopping.
Sifon
Een sifon, ook wel stankafsluiter of waterslot genoemd, voorkomt dat rioollucht
het huis binnendringt. Tussen elk sanitair of keukentoestel en de verzamel of
standleiding moet een sifon zitten. Er bestaan diverse soorten sifons. Als een
toestel langdurig niet wordt gebruikt, verdampt het water in de sifon. Er kan dan
rioollucht in de woning komen. Gebruik deze toestellen dus regelmatig.
Verstandig is ook om ze af en toe eens goed schoon te maken.

Woningweetje!

Verstoppingen
Probeer als de afvoer verstopt is deze eerst met een gootsteenontstopper te
ontstoppen. Sluit de overloop van de wastafel of gootsteen af met een doek of
tape, zodat er geen water en lucht kan ontsnappen. Zorg dat er wat water in de
bak staat en zet de ontstopper op het afvoergat. Beweeg de steel enkele malen
krachtig op en neer. Na een aantal keer pompen, is de afvoer vaak weer vrij. Als
dit niet helpt, schroef je de sifon los en maak je deze grondig schoon. Als het
water dan nog niet wegloopt zit er mogelijk verderop in de leiding een
verstopping. Probeer dan met een ontstoppingsveer het vuil door te steken. Deze
ontstoppingsveer steek je via de sifon in de afvoer. Je kunt ook proberen met een
tuinslang met water de verstopping weg te spuiten. Houd bij laatstgenoemde
methode wel een emmer bij de hand!!!!!.

Rammelen van waterleidingen


Het rammelen van waterleidingen wordt veroorzaakt door waterslag. Waterslag
geeft een doffe tik door beweging in de leiding en ontstaat veelal door het te snel
sluiten van een kraan. Je kunt waterslag verhelpen door de leidingen extra goed
vast te zetten of door een waterslagdemper te plaatsen. Dit is een expansievaatje
dat aan de leiding wordt gemonteerd en de drukverschillen in de leiding voor een
deel compenseert. Een waterslagdemper wordt meestal bij de (af)was machine
aansluiting geplaatst. Let op: een waterslag demper mag niet worden toegepast in
een warmwatersysteem vanwege de verhoogde kans op bacteriegroei.

Slaolie tegen stank


Sifons die langdurig niet gebruikt worden, zoals een afvoer in de wasmachinebak,
kun je vullen met slaolie. Slaolie blijft op het water liggen en verdamt niet. Zo
voorkom je de nare rioollucht.

• De sanitaire toestellen

Sanitaire toestellen worden in diverse materialen, vormen en kleuren


aangeboden.

Als meest voorkomende toestellen kennen wij

de badkuip, de douchekuip ,het zitbad , de wastafel of lavabo , de bidet, de


urinoir, de closetpot of wc , de gootsteen of uitgietbak.

Weetje !

Lavabo
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een lavabo of aquamanile is een middeleeuwse pot die gebruikt werd voor het
wassen van de handen bij een belangrijk maal. De lavabo was doorgaans van
metaal. Vanwege de waarde van de pot ontleende de eigenaar een zekere status
aan het bezit hiervan. Het woord lavabo is afkomstig uit het Latijn en betekent "ik
zal wassen".

In Vlaanderen verwijst de term ook vandaag de dag nog naar een wasbak. In
Nederland is het woord in het dagelijks taalgebruik in onbruik geraakt, behalve
dan voor het bekken dat men in de sacristie van een kerk vindt voor de
handwassing van de priester voor de aanvang en na afloop van de misviering.

De oudste in Nederland opgegraven lavabo stamt uit de 15e eeuw en werd in


2007 gevonden bij de opgraving nabij een voormalig koopmanshuis in Alkmaar.[1]

Tijdens de H. Mis. Hierbij reciteert de priester Psalm 25 : "Lavabo inter innocentes


manus meas, et circumdabo altare tuum, Domine." (Mis van Paus Pius V) of Psalm
50: "Lava me, Domine, ab iniquitate mea, et a peccato meo munda me." (Mis van
Paus Paulus VI).
Bij de handenwassing wordt een lavabokan en een lavaboschaal gebruikt. Na de
wassing droogt de priester zijn handen met het lavabodoekje. In middeleeuwse
kerken bevindt zich vaak een nis in de muur van het koor (piscina) met een
uitgang naar buiten. De priester goot het water van de wassing in de piscina,
zodat het op het kerkhof stroomde.

• Gebruikte materialen

• Sanitair porselein
Het materiaal is ondoordringbaar voor water, het oppervlak is krasvrij, grote
toestellen zoals badkuipen worden er niet in gemaakt.

• Saniair grés
Het materiaal is grover van samensteling dan porselein, is minder glad maar is
sterker dan porselein

• Gietijzer en plaatstaal
geëmailleerd aan de gebruikszijde waardoor het op sanitair porselein lijkt. Het
email heeft een dicht en glad oppervlak, het onderhoud is delicater dan bij
porselein, men mag geen bijtende reinigingsmidelen gebruiken, alleen zepen.

Gietijzer is zwaarder en duurder dan plaatstaal. Het houd langer de warmte op,
wat belangerijk is voor een badkuip. Deze materialen worden dan ook meestal
voor een badkuip gebruikt.

• Kunststoffen
Dit materiaal is meestal niet krasvrij het onderhoud moet gebeuren met een
spons en zeep, men mag geen schuurmidelen aanwenden. Tegenwoordig zijn er
volledig uitgeruste prefab badkamers in kunststof op de markt. Deze cellen zijn
licht in gewicht en zijn dus makkelijk transporteerbaar.

• Roestvrijstaal
Ondermeer gebruikt voor goodsteenen, het
materiaal is niet krasbestendig en laat
vochtpleeken na het drogen

Gietbeton (info http://www.keukens.be)

 Soorten
Beton is een samengesteld natuurlijk
materiaal. Door verschillende kleuren
granulaten te kiezen of door toevoeging van een kleurstof kun je andere kleuren
bekomen. Voor werkbladen wordt gebruik gemaakt van hoogwaardig gietbeton
met een fijne structuur.

 Structuur.
Het werkblad wordt gemaakt door het beton in en mal te gieten.
 Afwerking en kwaliteit
Er zijn drie manieren om een betonnen aanrechtblad af te werken:
- Impregneren met siliconen, dan behoudt het beton zijn natuurlijke
uitstraling.
- In de was of olie zetten, dan krijg je een wat diepere, matte afwerking.
- Aflakken met een PU-lak. Deze methode beschermt het beton het best tegen
intrekkend vuil en geeft het een mooie diepe glanzende uitstraling.
 Stijl en sfeer
Een betonnen werkblad heeft een heel industriële uitstraling. Momenteel is het
gebruik van beton heel trendy, vooral in loftomgevingen. De koele, strakke
uitstraling van beton wordt vaak gebruikt in designontwerpen.
 Pluspunten
o hard
o krasvast
 Minpunten
o poreus (zonder afwerking)
o vlekgevoelig
o moeilijk te onderhouden
o zwaar
o oneffen randafwerking
o voegen en naden
o voelt koud aan
 Onderhoud
Om het betonnen werkblad goed te kunnen onderhouden moet je het
behandelen met een poriënvuller (olie) zodat het minder poreus en dus minder
vlekgevoelig wordt. Het onderhoud vraagt dan niet veel werk meer. Wekelijks
schoonmaken met een neutraal schoonmaakmiddel.
• Hout

(info :www.badenvanhout.be )
Een houten binnenbad, is oude traditie hernieuwd toegepast. In deze tijd waarin
duurzaamheid en zorg voor het milieu meer centraal staan, maar ook gezondheid
en wellness een steeds belangrijkere plaats innemen is een houten bad een prima
keuze.

Naast een stijlvolle blikvanger in uw badkamer is een houten bad heerlijk in


gebruik. Hout is een natuurproduct en bezit ook de natuurlijke eigenschappen.
Door de isolerende werking van het hout, blijft het water in een houten bad veel
langer warm.

Moest u in het verleden elke 10 minuten heet water bijvullen, het water in een
houten buitenbad blijft uren warm.
• (natuur)Steen
• Kraanwerk
Er zijn in de handel vele modellen en kwaliteiten van kranen, sproeiers enzo,…

Tip
Best met keramische schijven
• Systeem onder druk: • Drukloos systeem:
Koud leidingwater stroomt via de Bij deze toepassing wordt geen in
inlaatcombinatie in de boiler. Een thermostaat en gebruikt. Een speciale drukloze m
verwarmingsbron zorgen dat het water tot de voor de afvoer van het expansiew
ingestelde temperatuur wordt verwarmd. Bij het de opwarmperiode zal de kraan d
verwarmen zet het water uit, waardoor de druk in druppelen totdat de ingestelde te
de boiler stijgt. Deze overdruk wordt begrensd bereikt.
door de ontlastklep van de inlmaatcombinatie.

• De warm water productie

Warmwatertoestellen
Warmwatertoestellen bestaan in alle maten en gewichten. Ze verschillen op het
vlak van rendement, capaciteit, comfort, uitstoot, kosten... Bij je keuze baseer je
je best op het aantal bewoners in huis, de beschikbare energiebronnen en al
geïnstalleerde verwarmingssystemen.
Hieronder volgt een overzicht van de diverse warmwatertoestellen met
bijhorende voor- en nadelen:

Geisers
Geisers zijn eerder geschikt voor duo’s en kleine gezinnen. Deze
doorstroomtoestellen warmen het water op, terwijl het door het toestel loopt.

Ze werken op gas en kunnen een onbeperkte hoeveelheid water leveren. Kies een
kleine geiser voor de keuken, een grotere voor douche en bad. Geisers zijn zowel
in aankoop als in verbruik goedkoper dan voorraadtoestellen. Ze verwarmen het
water immers enkel op het ogenblik dat iemand de warmwaterkraan opendraait.

Er zijn wel een aantal nadelen verbonden aan geisers:

 Meestal leveren ze minder warm water per minuut dan


voorraadtoestellen.

 Vaak kan je niet op twee plaatsen tegelijk warm water tappen.

 Je moet een minimumhoeveelheid warm water per minuut tappen: de


tapdrempel. Onder de tapdrempel slaat het toestel af, met koud water of
een wisselende temperatuur als gevolg. De tapdrempel ligt bij de meeste
geisers tussen 1 à 3 liter per minuut. Als je waterbesparende
voorzieningen zoals een douchekop wil installeren, zorg dan voor een
tapdrempel van maximum 1,6 liter per minuut.

Boilers
Heb je een gezin? Dan kies je best een boiler. Dat is een voorraadtoestel: in een
goed geïsoleerd vat houdt het een voorraad water op een constante temperatuur.

Boilers leveren snel warm water met een constante temperatuur zonder
tapdrempel. In huis kunnen verschillende personen tegelijkertijd warm water
gebruiken. Wat de grootte van boilers betreft, reken je best 40 liter per persoon.
Met een boiler van 120 liter kunnen drie personen zonder problemen direct na
elkaar douchen.

Er zijn echter ook enkele nadelen:


 Voorraadtoestellen verbruiken in het algemeen meer energie dan
doorstroomtoestellen, omdat ze de watervoorraad op temperatuur
houden.
 Als de watervoorraad op is, duurt het een tijdje voor er weer genoeg
warm water in het vat zit.

Er zijn verschillende typen boilers. We stellen ze even aan je voor en geven daarbij
voorrang aan de systemen die de kleinste ecologisch voetafdruk achterlaten:

Zonneboilers
Erg milieuvriendelijk zijn zonneboilers. Weliswaar een stuk duurder in de
aankoop, maar op lange termijn verdien je je investering terug door de lage
verbruiks- en onderhoudskosten. Je hebt wel nog een bijkomende
warmwaterinstallatie op elektriciteit of aardgas nodig. Een zonneboiler staat
namelijk maar voor de helft van het warmwaterverbruik in.   

Een dubbele installatie, zal je denken, en toch een energiebesparing? Ijskoud


water verwarmen vraagt heel wat meer energie en tijd dan lauw water. Die klus
kan enkel een zonneboiler gratis klaren. Het toestel werkt trouwens eerder op het
licht van de zon dan op de warmte. Ook bij bewolking is er dus sprake van
voorverwarming. Het door de zon verwarmde water stroomt door buizen in het
opslagvat en verwarmt zo het water in het opslagvat zelf.

Veel combiketels of doorstroomtoestellen kan je combineren met een


zonneboiler. Zonneboilers met naverwarming op gas hebben het hoogste
rendement en belasten het milieu het minst.

Warmtepompboilers
Een warmtepomp kan worden uitgebreid met een onderdeel voor warm water
oftewel een warmtepompboiler. Deze werkt volgens hetzelfde principe als de
warmtepomp. Het toestel onttrekt warmte uit de natuur (lucht, water, bodem) en
met elektriciteit brengt het die warmte op een hogere temperatuur. Zo warmt het
water in het voorraadvat op.

Deze warmtepompboiler is een energiebewuste keuze, als men noch een


zonneboiler noch een toestel op gas kan plaatsen. Een warmtepompboiler biedt
hetzelfde comfort als een elektrische boiler, maar verbruikt veel minder energie.
Aardgasboilers
Een aardgasboiler is een logische keuze, als je je woning met aardgas verwarmt. Je
kan deze boiler gemakkelijk aansluiten op de aardgasketel van de centrale
verwarming. Let er wel op dat de afstand tussen boiler en kranen niet te groot is
vanwege het warmteverlies onderweg.

Kies een boiler op aardgas die warm water levert naargelang de behoefte. Het
water hoeft immers niet permanent verwarmd te worden, zoals bij een elektrisch
toestel het geval is. Aardgasboilers warmen het water ook sneller op dan
elektrische. Je hebt er wel meer plaats voor nodig.

Elektrische boilers
Elektrische boilers kan je niet echt zuinig noemen. Ze verbruiken veel energie,
vooral aan dagtarief. Plaats het toestel daarom zo dicht mogelijk bij badkamer en
keuken, bijvoorbeeld onder het aanrecht. Warm water stroomt dan sneller uit de
kraan en het warmteverlies in de leidingen blijft beperkt.

Elektrische boilers kunnen wel handig zijn in huizen zonder gasaansluiting.


Bovendien is de installatie eenvoudig: je hebt geen luchtaanvoer en
rookgasafvoer nodig.

Combiketels
Wil je een zuinig toestel voor verwarming én voor warm water? Kies dan een HR-
combiketel op gas. De meest energievriendelijke combiketel is een
doorstroomtoestel met comfortregeling of klein voorraadvat. Meestal hebben HR-
ketels een condensafvoer en een speciale rookgasafvoer nodig. De optie
automatische pompschakeling stelt de pomp alleen in werking als het nodig is,
een besparing van nog eens 200 kWh op jaarbasis. Kortom, na een paar jaar heb
je de hogere aankoopprijs al terugverdiend door het lagere verbruik.  

Vaak biedt een combinatie van toestellen de beste oplossing voor warm water. Je
kan bijvoorbeeld een boiler op aardgas plaatsen voor de badkamer en een kleine,
elektrische boiler voor de keuken.

• Tips

Vanzelfsprekend of toch niet?


 Neem vaker een douche dan een bad. Een douche kost je vijf emmers,
een bad dertien emmers warm water.

 Met een waterbesparende douchekop verbruik je slecht drie emmers


warm water, terwijl het comfort hetzelfde blijft. Deze energiebesparing
geldt wel enkel bij gas- of elektrische boilers of bij combiketels met een
boiler.

 Laat de kraan niet openstaan tijdens het scheren, de afwas...


 Laat warm water alleen maar stromen als het echt nodig is. Vang het
water op in een spoelbak in plaats van het zo maar te laten wegstromen.

 Of gebruik een warmwaterkoker als je geen ééngreepsmengkraan hebt


waarmee je direct de temperatuur en het debiet kan regelen.

 Plaats een doorstroombegrenzer of perlator op kranen die je veelvuldig


gebruikt. Je spaart er telkens twee liter water mee.

 Let bij de aankoop van nieuwe apparaten op het energieverbruik én op


het waterverbruik.

(Af)wassen

 Wassen kan even goed op 30°C.

 Draai één volle machine in plaats van twee halfvolle machines.

 Gebruik zoveel mogelijk de spaartoetsen van je (af)wasmachine.

 Extra zuinig is een (af)wasmachine met warm water afkomstig van een
hot fill, een warmwatertoestel op gas in de directe omgeving. De machine
moet het water dan niet meer verwarmen, enkel op temperatuur houden.

Plaatsing

 Plaats het warmwatertoestel zo dicht mogelijk bij de aftappunten in de


keuken en badkamer. Houd de warmwaterleidingen zo kort en dun
mogelijk. Hoe korter de afstand die het water moet afleggen, hoe minder
warmteverlies er optreedt. Aparte, rechtstreekse leidingen naar keuken
of badkamer kunnen ook een oplossing bieden.
 Water verliest warmte als het door koude ruimtes stroomt. Isoleer
daarom de warmwaterleidingen.

 Soms is de installatie van een extra geiser of boiler in de keuken


doeltreffender dan het isoleren van ettelijke meters waterleiding.

Instellingen

Stel de temperatuur van een geiser of boiler in op 60°C. Op deze relatief lage
temperatuur verbruik je minder energie, voorkom je kalkaanslag en bevorder je
de levensduur van het toestel. Om gezondheidsredenen ga je best niet onder
60°C.

 Zorg voor een correct gebruik van de dag- en nachtschakelaar.

 Bij een elektrische boiler kan een schakelklok of timer flink wat kosten
uitsparen.

 Schakel een elektrische boiler bij langere afwezigheid uit. Let wel op met
vorst tijdens de wintermaanden.

Onderhoud

 Laat een warmwatertoestel eenmaal per jaar schoonmaken en


controleren. Een vuile aan- en afvoer schaadt het rendement.

 Kalkaanslag op verwarmingselementen van elektrische toestellen? Het


kalklaagje verhindert een goede warmteoverdracht. Het vraagt dus meer
energie om het water te verwarmen. Gebruik huishoudazijn om de
kalkaanslag te verwijderen in koffiezetapparaten, waterkokers...

Gezondheid

 Let op met de legionellabacterie. Deze leeft onder meer in leidingwater,


maar slechts in minieme aantallen zodat er geen gezondheidsrisico
bestaat. In stilstaand water tussen 20 en 60°C kan de bacterie zich echter
snel vermenigvuldigen. Besmetting kan voorkomen wanneer men de
legionellabacterie inademt, als deze via kleine druppels verspreid wordt.
Bijvoorbeeld via een douche of sproei-installatie. Stel de temperatuur van
de geiser of boiler dus minstens in op 60°C.
 Keer je na een afwezigheid van een week of meer terug naar huis? Spoel
alle warmwaterkranen en -leidingen goed door met heet water van
minimum 60°C. Zet tegelijkertijd een raam open en verlaat de ruimte. Na
een vijftal minuten kan je de kranen terug dichtdraaien, maar blijf de
ruimte wel nog een tijdje verluchten.

• Uitzetting van vloeistof


Wanneer een vloeistof wordt verwarmd zet deze uit, d.w.z. de dichtheid ervan
daalt als de temperatuur stijgt. De temperatuur van een vloeistof in een
verwarmingsysteem zal aanzienlijk variëren in de tijd.
Wanneer een vloeistof wordt verwarmd zet deze uit, d.w.z. de dichtheid ervan
daalt als de temperatuur stijgt. De temperatuur van een vloeistof in een
verwarmingsysteem zal aanzienlijk variëren in de tijd. De temperatuur kan zich
typisch tussen 20-80 °C bevinden, wat een toename in volume van ongeveer 3 %
kan veroorzaken. Elk verwarmingsysteem moet zodanig ontworpen zijn dat het
goed met deze expansie om kan gaan.
 
Er zijn twee typen expansiesystemen voor verwarmingsystemen:
 Open expansie
 Gesloten expansie

• Open expansie
Een open expansiesysteem is een systeem waarbij elke ketel is verbonden met de
buitenlucht via een veiligheidsleiding. De veiligheidsleiding mag nooit gesloten
zijn.
De veiligheidsleiding kan over het dak worden geleid, via een expansievat of
direct.
 

• Gesloten expansie
Een gesloten expansiesysteem is een systeem waarbij expansie wordt
opgevangen in een drukexpansievat. Het expansievat is doorgaans voorzien van
een membraan dat de vloeistof scheidt van de lucht in het vat. Het gesloten
expansiesysteem moet ook voorzien zijn van een ontlastklep.
 
Systemen die werken op vaste brandstoffen maken typisch gebruik van open
expansie aan de primaire zijde en gesloten expansie aan de secundaire zijde.
 
Afbeelding
1. Expansie met open vat
2. Expansie met gesloten vat

You might also like