Professional Documents
Culture Documents
REVOLUTIE
DE MEDAILLES EN DECORATIES BETREFFENDE DE
VEROVERING V A N DE BASTILLE 1 7 8 9 - 1 7 9 2 .
DOOR
C . |.
GROOTENDORST
KORTENBACH.
UITGEVER
BODEGRAVEN
VOORWOORD.
Mijn interesse voor de medailles van de Fransche Revolutie
deed mij besluiten om van een der belangrijkste feiten, n.m.l.:
De Bestorming der Bastille" de Medailles en Decoraties in
dit werkje te beschrijven.
Getracht is een overzicht te geven van alle stukken, 'die
gemaakt zijn en van welke metaalsoort.
D SCHRIJVER.
DE FRANSCHE REVOLUTIE.
DE BASTILLE.
14 JULI, als heel Parijs in de macht der anarchie is, klinki
ergens uit een hoop volk de kreet: la'Bastille"!
Dat was de staatsgevangenis, het symbool van de willekeurige absolute monarchie in de oogen van het volk. Honderd
gruwelverhalen deden daarover de ronde, sterk overdreven,
maar geloofd. De garde nationale doet mee met de menigte,
allerwegen luidt de stormklok, van alle kanten komen uit d e
voorsteden van Parijs drommen gewapenden opzetten, het
beleg van de gehate veste is begonnen.
llli
Een klein garnizoen, veteranen en Zwitsers, verdedigt het
kasteel een tijdlang onder De Launay.
Na 'n paar uur drong de menigte binnen de poorten. Met
groote moeite is de bezetting gedeeltelijk gered, maar de
commandant, is vermoord. Z ' n hoofd werd op 'n piek rondgedragen.
De inname van de Bastille is een van de meest merkwaardige gebeurtenissen uit het begin- der revolutie, die van allen,
den levendigsten indruk achterliet in Frankrijk en in het Buiten-
land.
&$p
U Juli 1789.
Mdaille.
J.UET
1789
14 Juli 1789.
Medaille
PARIS LE 14 J . U E T 1789
afsnede links: ANDRIEU. F. rechts: No.. I.
tin, groot 80 m.M. Hennin PI. 3, No. 23.
lood, gebronsd, groot 83 m.M. Helbing No. 14.
brons, groot 84 m.M. Verz. Kortenbach,
5
No. %
14 Juli 1789.
Medaille.
SIEGE DE LA BASTILLE
14 Juli 1789.
[ Medaille.
De inname van de Bastille op het oogenblik, dat de gouverneur, Delaunay, wordt geboeid door de veroveraars, waaronder men soldaten opmerkt van de Fransche Garde.
In de afsnede: PRISE DE LA BASTILLE ET D U G O U V E R
NEUR LE 14 JUILLET 1789
Eenzijdig; tin, groot 62 m.M. Hennin PI. 3, No. 25.
Ik heb dit stukje nooit gezien, maar gepubliceerd volgens
het werk van A . L. Millin" (Histoire mtallique de la Rvolution francaise No. 14),
No. 5.
14 Juli 1789.
Medaille.
14 Juli 1789.
Medaille.
6
Keerzijde: Deze zijde geeft uitzicht op de burcht van Vincenne, het verblijf der Fransche Koningen, later ingericht als
Staatsgevangenis (par Rogat 1844).
In de afsnede: LE D O N J O N DE V I N C E N N E
Brons; groot 42 m.M., Schulman No. 1159.
No. 7,
14 Juli 1789.
Medaille.
Juli 1789.
Medaille.
7
niers laden het eene stuk, vuren het andere af en richten
't derde. Verschillende hoopjes kogels en een lijk.
In de afsnede: SIEGE DE LA BASTLL. PRISE E N
HEURES
ET DEMI
DE TEMS
DEUX
PAR LES
14 Juli 1789.
Medaille.
BRAVES
14 Juli 1789.
Medaille.
RETRACE
L'EPOQUE
DE
LA
SIEGE DE LA BASTILLE.
In de afsnede: DEDIE A U X
ELECTERS
DE 1789 PAR
8
Eenzijdig; tin, groot 82 m.M.-Hennin PI. 4. No. 26 Een papier, op de keerzijde geplakt draagt de volgende
gedrukte beschrijving, boven een bloemkroontje:
Aangeboden in naam der erkentenis van patriotisme en
broederschap aan Mijnheer
, kiezer van 1789,
door patriot Palloy, voor eeuwig geboekt door ons secretariaat van Heeren Kiezers 28 Januari 1792".
(De open gelaten plaats diende om den naam des kieze'rs
in te schrijven voor wien de medaille was bestemd).
Mr. Palloy heeft de opdracht gekregen om de Bastille af
te breken. Hij kreeg het idee om van de afbraak medailles
van de Bastille te laten maken. Hij zond deze naar bijzondere
personen. Deze medaille is degene, welke Mr. Palloy verdeelde onder de kiezers van 1789 bij gelegenheid van 't overleggen van z'n rekening. Het onderwerp van de inname der
Bastille, welke voorgesteld wordt, is een copie van No. 1, gegraveerd door B. Andrieu met kleine veranderingen en
andere inscripties. Deze medaille werd gemaakt door Moisson,
die de eer wilde hebben van het vervaardigen van dit stuk,
maar het is positief zeker, dat hij deze gecopieerd heeft
volgens No. 1 van Bertrand Andrieu. Van deze medaille
werden 800 proeven gemaakt, waarvan 500 verdeeld werden
onder de kiezers van 1789.
Deze medaille is gerangschikt op 14 Juli 1789, omdat 't de
inneming der Bastille voorstelt, ofschoo'n 't pas verdeeld is
onder de kiezers in 't begin van 1792.
No. 11.
14 Juli 1789.
Medaille.
14 Juli 1789.
Medaille.
0
No. 13.
14 Juli 1789.
Medaille.
14 Juli 1789.
Medaille.
14 Juli 1789.
Medaille.
14 Juli 1789.
Medaille.
14 Juli 1789.
Medaille.
10
Keerzijde: is gelijk aan de voorzijde van No. 15.
Tin, groot 45 m.M. Hennin PI. 4, No. 32. Zie plaat II.
Louis Philippe Joseph, Hertog van Orleans, eerste prins van
den bloede, werd geboren te St. Cloud, den 13en April 1744.
't Lijkt ons overbodig om het leven van den prins in dit artikel
na te gaan tot het tijdstip van 1789.
Eenige gebeurtenissen, wat betreft z'n zeetochten, waarover
men ontevreden was, hadden hem een verwijdering van het
hof bezorgd. Hij werd benoemd tot afgevaardigde voor de
Staten Generaal en rangschikte zich onder de leden, welke
ijverden voor de hervorming van verkeerde toestanden en instellingen aan het hof.
Hij werd deelgenoot van de adellijke leden, die zich het
eerst vereenigden met de burgerij op den 25en Juni .1789.
Het gedrag van den Hertog van Orleans in de eerste oogenblikken der revolutie, bezorgde hem een groote populariteit.
Zonder echter nog de mindere practijken te raken, waarin hij
'n groot aandeel had, kan men zeggen, dat hij omgeven door
vleiers en rol wilde spelen, boven z'n middelen en daarom
deel nam aan de kruiperijen tegen het hof.
Het aandeel wat de Hertog van Orleans had in de woelingen
der revolutie verklaart voldoende waarom deze medaille werd
geslagen bij de inname der Bastille, 'n gebeurtenis, waarbij z'n
persoonlijkheid geheel niet paste.
No. 18.
14 Juli 1789.
Medaille.
Gezicht op de Bastille. De kettingen der ophaalbrug zijn verbroken en op de torens wapperen de standaards. O p den
voorgrond ziet men twee kanonnen, waarbij kogels liggen. Het
veld is geciseleerd.
In de afsnede: PRISE DE LA BASTILLE LE 14 JET 1789
Eenzijdig; tin, groot 70 m.M. Helbing tafel 2, No. 23.
Eenzijdig; brons, groot 69 m.M. plaat III.
No. 19.
14 Juli 1789.
Medaille.
11
Keerzijde:
In e e n
eikenblaren-krans:
VIVRE
LIBRE
OU
MOURIR.
V e r m o e d e l i j k tin, g r o o t 2 5 m . M . H e n n i n PI. 4. N o . 3 3 .
N o . 20.
14 Juli 1 7 8 9 .
Medaille.
poort een d o o r g a n g
vormt,
ketenen;
op
den
achtergrond
l i g g e n lijken
staan
en
gewapende
met
soldaten e n g e h u l d in r o o k w o l k e n . E e n v a a n d e l w a p p e r t
op
in d e verte
op,
Juli 1 7 8 9 .
Medaille.
in r o o k w o l k e n . O p d e n
voor-
g r o n d m a n n e n , g e w a p e n d met z e i s e n , v o r k e n , d e g e n s en g e w e r e n , m a r c h e e r e n naar e e n n e e r g e l a t e n o p h a a l b r u g , w a a r v a n
d e kettingen reeds zijn v e r b r o k e n . B o v e n d e p o o r t d e r
een wapenschild, onder de poort een g e w a p e n d e
brug
menigte.
14 Juli 1 7 8 9 .
Medaille
in r o o k w o l k e n . O p d e n
voorgrond:
ii
mannen, gewapend met zeisen, vorken,'speeren en geweren,
marcheeren naar een neergelaten ophaalbrug, waarvan de
kettingen zijn verbroken.
Boven de poort van de brug in het fries een wapenschild,
daarboven een kroon. In de poort gewapende mannen.
Omschrift: PRISE DE LA BASTILLE Xllll JUILLET 1789
Eenzijdig; lood bedekt met een laag geel koper, groot 65 m.M.
plaat III.
Waarschijnlijk gemaakt van de afbraak der Bastille.
No. 23.
Juli 1789.
Medaille.
14 Juli 1789.
Dcoratie.
13
Omschrift: I G N O R A N T N E D A T O S N E Q U I S Q U A M SERVIAT ENSES *)
G o u d ; groot 31 - 2 1 m.M. Hennin PI. 4, N o . 34.
G o u d ; groot 3 5 - 2 5 m.M. 7,2 G r . Helbing Tafel |
N o . 27.
Brons; groot 36 17 m.M. Florange et Ciani N o . 45.Lood; groot 3 5 - 2 5 m.M. Helbing N o . 28. Zie plaat IV.
Deze medaille heeft den vorm van een ruit en heeft een
oog met lossen ring.
In het District Spulcre diende men, tegen het einde van
Juli of in Augustus het voorstel in, om een gouden medaille
te geven, als'bijzonder onderscheidingsteeken, aan elk soldaat
der Fransche Garde, die in dienst gestaan had der reyolutie.
Dit voorstel werd aangenomen en M . de la Fayette stelde de
vraag aan de Vertegenwoordigers der Commune in de zitting
van 5 Aug. 1789, zonder echter te vermelden, dat deze medaille van goud moest zijn. Hij liet echter bekend maken, dat
voor deze onderscheiding, alvorens te geven aan hen, die er
aanspraak op konden maken deze verdiend te hebben, niemand kon reclameeren over een verschil, in verband met
andere bewezen diensten. **)
De Gardesoldaten vroegen vervolgens, dat het onderscheidingsteeken, dat hun gegeven zou worden, niet, van goud
werd gemaakt, opdat men niet zou denken, dat zij juist daarom
belang erin zouden stellen.
Het militaire Comit der Vertegenwoordiging stelde, in de
zitting van 7 Aug. 1789 een medaille voor van verguld koper,
aan den eenen kant het hoofd van den koning en aan den
anderen kant de wapens der stad, met dit opschrift: ,,Garde
Nationale Parisiene 1789". Deze onderscheiding moest aan
een driekleurig lintje gedragen worden.
De Vergadering zond dit voorstel naar de districten. Het
ontwerp werd niet aangenomen. ***)
*
14
Den 1en September 1789 besloten de Vertegenwoordigers
der Commune, op 'n voorstel van het militair Comit en van
den algemeenen Commandant der Parijsche Nationale Garde,
tot den vorm en de opschriften van de medaille zooals vroeger
beschreven was. Deze medailles-dcoraties moesten worden
gemaakt door iemand genaamd Francastel. **)
Het opschrift van de keerzijde van dit stukje is genomen van
Lucanus met 'n kleine verandering.
IGNORANTQUE
ENSES.
DATOS,
NE
QUISQUAM
SERVIAT,
Juli 1789.
Dcoratie.
is
No. 26.
14 Juli 1789.
Decoratie.
Dcoratie.
verguld,
groot
36
m.M.
Trsor
Dcoratie.
15
Eenzijdig; koper verguld groot 36 m.M. Trsor PI. IV, No. 7
Eenzijdig; tin groot 35 X 30 m.M. Hilberg tafel I no. 19 zie
plaat IV,
No. 29.
14 Juli 1789.
Medaille.
31 December 1789.
Medaille.
17
M. P. F. Palloy liet ieder der vroegere leden van deze Vergadering een proeve van deze medaille toekomen, met een
opdrachtsbrief en ontving talrijke dankbetuigingen.
Deze medaille werd geslagen door 'n zekere Fernandine,
van metaal uit de afbraak van de Bastille, zooals 't opschrift
aan de voorzijde aanduidt, ten getale van 1200.
De eed van 20 Juni 1789 is degene, die afgelegd werd door
de Nationale Vergadering in het ,,Jeu de Paume", te Versailles, welke ook hier beschouwd moet worden als de directe
aanleiding tot de bestorming der Bastille, 14 Juli daaropvolgend.
No. 31
31 December 1789
Medaille.
SIEGE DE LA BASTILLE
18
No. 32.
31 December 1789.
Medaille.
31 December 1789.
Medaille.
Voorzijde: De Vrijheid, staande, houdt een lans vast, waarop een muts rust, en heeft een bijl bij haar, terwijl ze met den
vinger naar de ineenstortende Bastille wijst.
Omschrift:
LA LIBERTE A DETRUIT LE DESPOTISME
Keerzijde: Een bundel bekroond door de vrijheidsmuts.
Daaronder:
L ' U N I O N FAIT L A F O R C E
Randschrift:
C E METAL PROVIENT DES V E R R O U X DE
LA BASTILLE.
Deze medaille is gevormd door twee dun geslagen ijzeren
plaatjes, gevat in een koperen ring, draagt geen jaartal maar
moet door het randschrift gerangschikt worden op 't einde
van 1789 en werd gemaakt voor Palloy.
Groot 40 m.M. Hennin Pl. 10, No. 74.
Komt ook voor met oog.
No. 34.
31 December 1789.
Medaille.
31 December 1789.
Jeton.
19
gehecht met opschrift: E X UNITATE LIBERTAS.
Eenzijdig, vermoedelijk tin, achtkantig, groot 33 m.M. Hennin
Pl. 12, No. 89.
Deze jeton en de twee volgende dienden voor de werklieden, die bezig waren met het afbreken der Bastille als herkenningsteeken om toegelaten te worden tot hun werkplaatsen.
Dit type was bestemd voor de chefs'van het werk, de volgende (No. 36) voor de werklieden en de laatste (No. 37)
voor de opperlieden. Deze jetons zijn overeenkomstig gerangschikt op datum van 31 December 1789.
Hennin heeft nooit een exemplaar van deze jetons gezien
maar deze afgebeeld naar teekening van M. Palloy.
No. 36.
31 December 1789.
Jeton.
31 December 1789.
Jeton.
Medaille.
20
No. 39.
'
Voorzijde: Aanzicht van de torens der Bastille bezet met
gewapende menschen.
M e d a i l l e
Omschrift:
DESTRUCTION D U DESPOTISME
In de afsnede: 14 JUI 1789
Keerzijde: Tusschen 2 eikentakken de lans, waarop de vrijheidsmuts met een gekruiste houweel en spade.
Omschrift: . VIVR LIBRE O U MOURIR
Tin, groot 35 m.M. Trsor-Pl. XIV, N o . 6.
Komt ook voor met oog.
N o . 40.
M e d a i l l e
'
M e d a i l l e
'
Medaille.
14 Juli 1790.
Medaille.
21
N o . 44.
14 Juli 1 7 9 0 .
Medaille.
Voorzijde: T w e e in e l k a a r g e s l a g e n h a n d e n , w e l k e e e n staf
vasthouden, waarop de Vrijheidsmuts
Omschrift:
FEDERATION
Keerzijde:
Drie
rust.
NATIONALE
werklieden
verwoesten
de
laatste
resten
z o o a l s het
opschrift
van
de
afsnede
het
aanduidt:
JE R E N D L E D . N I E R S O U P I R E
Tin, g r o o t 3 2 m . M . H e n n i n P l . 18, N o . 1 6 0 .
Dit stukje wat slecht g e g r a v e e r d is w e r d v o o r l a g e n prijs
v e r k o c h t . D e k e e r z i j d e van dit stukje vindt m e n o p n i e u w
in
e e n a n d e r stukje, g e r a n g s c h i k t o p 31 D e c . 1 7 9 0 .
N o . 45.
31 D e c e m b e r 1790.
Medaille.
d e s p o t i s m e , z o o a l s h e t . o p s c h r i f t van d e n
R E N D LE D.NIER
SOUPIRE
Keerzijde: In het v e l d : D U
ELEVER
DANS
het
rand aanduidt: JE
LES AIRS
SEIN D E M A
LA
LIBERTE
MERE
MA
JE F U T
REDUIT
EN
P O U S S I E R E 1790
Dit stukje heeft g e w o o n l i j k e e n o o g .
Tin, g r o o t 3 3 m . M . H e n n i n P l . 2 1 , N o . 186.
D e v o o r z i j d e van dit stukje b e v i n d t z i c h o o k o p 'n a n d e r e
medaille
betrekking
hebbend
op
de
algemeene
federatie,
14 Juli 1790, H . N o . 1 6 0 .
H e t v r e e m d e randschrift v a n d e k e e r z i j d e heeft
betrekking
o p d e Bastille e n o p d e a f b r a a k van d e z e b u r c h t .
N o . 46.
31 D e c e m b e r 1 7 9 0 .
Voorzijde:
L'HOMME
en
Tafels,
waarop
te
lezen
C O N S T I T U T I O N zijn
en steunen t e g e n e e n
Medaille.
op
staat:
'n
DROI
altaar
DE
geplaatst
p a l m b o o m . M a r s en M i n e r v a
onder-
haar l i n k e r h a n d
vast, w a a r o p d e vrijheidsmuts
staat e n
godin
houdt ze een
bundel
deze bundel
is v e r -
22
en lauwertak. Aan den voet steunt een wapenschild van
Frankrijk. In de afsnede: FIDEL A LA N A T I O N A U LOI ET
A U ROL 1789
Keerzijde: Een plein, omgeven door boomen, waar middenop een eigenaardig soort zuil geplaatst is, waarvan het
voetstuk versierd is met drie standbeelden. Boven op de zuil
liggen twee leunende leeuwen, die het wapen van Frankrijk
dragen, waarop een beeld staat van de Renomm". *)
Deze figuur heeft in de eene hand een trompet, en in de
andere hand een olijftak met een stokje, waarop de Vrijheidsmuts staat. Het plein is vol met wandelende menschen.
In de afsnede: P L A C E DE LA LIBERTE SUR LE TERREIN DE
LA BASTILLE 1790
Gebronsd tin, groot 78 m.M. Hennin Pl. 21, No. 187.
Voor- en keerzijde komen ook als eenzijdig voor. Verz.
Kortenbach.
No. 47.
11 Maart 1792.
Medaille.
23
heid of 'n ander karakteristiek zinnebeeld der revolutie zou
komen te staan. In Mei 1790 uitte de Gemeenteraad van Parijs
dezen wensch. *) M. P. F. Palloy hield zich met deze ontwerpen bezig. Men heeft de dtails van z'n werk gezien, op den
datum van 14 Juli 1789 volgens het artikel van de medaille
Hennin No. 26. Den 11 en Maart 1792 werd M. P. F. Palloy
toegelaten tot een spreekbeurt voor de Wetgevende Vergadering. Hij deed het verhaal van allerlei soorten moeilijkheden,
welke hij had meegemaakt bij de afbraak der Bastille, 'n werk]
dat nu geheel ten einde was en waarvan de rekening aan
den gemeenteraad van Parijs reeds was overgelegd; hij kondigde aan, dat hij bovendien deze rekening in 't openbaar
zou overleggen aan de club der kiezers en aan de kiezers van
1789; hij stelde hen aan de Vergadering voor, die zijn ijver
nagevolgd hadden voor de verdeeling in de departementen,
van de herinneringsteekens, gemaakt van de afbraak der
Bastille; hij noemde deze dan-ook z'n apostelen. Hij deponeerde de ontwerpen, welke hij had gemaakt, voor de plaats
der Bastille en voor een zuil, welke daarop moest verrijzen;
hij vereerde de Vergadering met medailles geslagen van het
ijzer der kettingen van de Bastille? in 'n gelijk aantal als dat
der afgevaardigden, vermeldend, dat hij met 'n andere medaille eenzelfde eerbewijs had gegeven aan de leden der
Assembl Constituante, beschreven op den datum van 31 December 1789, No. 30. Hij bood vervolgens andere medailles
aan, bestemd voor de bode's v. d. Assembl (gedateerd
31 December 1789) **) De Nationale Vergadering ontving met
zeer veel belangstelling zoowel M . P. F. Palloy, als z'n volgelingen.
Het ontwerp van de zuil werd toegezonden aan het Comit
van Openbare Instructie, terwijl dit Comit belast werd om
een middel voor te stellen om aan patriot Palloy de openbare
dankbaarheid te toonen.
De medailles werden onmiddellijk aan de afgevaardigden
rondgedeeld, terwijl de driekleurige linten werden verwisseld
* Moniteur du 7 Mai 1790.
** Idem - Petition. Faite a la barre de 1' Assembie Le'gislative le 11
mars 1792 Tan 4e de la Liberte' par Palloy qui a pour objet le dept
de sa corre.pondance depuis la rvolution son compte rendu et la
presentation d'un p'an gnral sur le terrain de la Bastille A le projet
d un monument a la gloire de la nation francaise. Brochure en 40 16
pages,
24
v o o r kettingen, w a a r a a n z e w a r e n o p g e h a n g e n . D e medailles,
bestemd v o o r d e b o d e ' s v a n d e A s s e m b l , w e r d e n o o k t o e gestaan. Z o o a l s m e n k a n z i e n o p d e n d a t u m van 31 D e c e m b e r 1 7 8 9 , artikel v a n medailles H e n n i n N o . 8 1 . M . P. F. Palloy
p u b l i c e e r d e v e r v o l g e n s d e details v a n z ' n o n t w e r p e n
o m het
hulde
het besluit
v. d . 11 M a a r t laatstleden, a a n Pierre F r a n c o i s P a l l o y w i l l e n d e
g e v e n e e n getuigenis v a n p u b l i e k e d a n k b a a r h e i d , staat h e m
een gedeelte d e r terreinen
t o e , d i e d e plaats d e r Bastille
Comit's
Dit besluit w e r d b e -
k r a c h t i g d d o o r d e n K o n i n g o p 2 7 Juni 1 7 9 2 .
D e n 1en Juli k w a m M . P. F. P a l l o y in d e N a t i o n a l e V e r g a d e r i n g e n b e d a n k t e d e z e v o o r het besluit v a n 16 J u n i . H i j
werd
o o k d o o r d e n K o n i n g o n t v a n g e n , d i e z ' n o r d e r s gaf
o p 31 M e i
1792. **)
D e eerste steen v. d . zuil w e r d geplaatst
m i d d e n o p het
kwam
bij d e z e c e r e m o n i e
den burgemeester
en werd
v a n Parijs, d o o r
toe-
patriot
Palloy e n d o o r d e v e r o v e r a a r s d e r Bastille. H e t o n t w e r p d e r
' z u i l , d i e tenslotte niet w e r d a f g e m a a k t , h a d v o l g e n s het rapport
Adresse et projet ge'nrale ddi i la nation prsent & 1' Assemble
NaSe. et au Roi des Francais par Palloy, arch.tecte-entrepre.
neur le 11 Mars 1792 Tan 4e de la Libert In 4e, avec p lanches
Rcit des dtails qui ont prcd, suivi et accompagne 1 mtroducon
de Pierre Francois. Palloy le patriote dans le Conseil du Roi, le A
Juillet 1792.
25
der kunst weinig verdienste en werd sterk becritiseerd. *) 't V o l gend jaar beval de Nationale Conventie door een besluit van
25 April 1793, dat de ijzeren koffer, welke 14 Juli d.a.v. in
de fundeering van deze zuil geplaatst was, eruit gehaald zou
worden en dat de gedenkteekens, welke deze bevatte, die
teekens, tegenovergesteld aan het algemeen systeem v. d.
vrijheid, gelijkheid, eenheid en onverdeelbaarheid v. d. Republiek vertoonden, zouden verbroken worden. W a t betreft
het terrein, dat aan M . P. F. Palloy, door besluit van 1627
Juni 1792, was toegestaan, heeft hij 't niet gekregen. Hij heeft
in dit opzicht een verzoek gericht tot de Kamer der Afgevaardigden, 10 Maart 1819. **)
Ofschoon hij z'n verzoek over dit onderwerp in 1818 reeds
vernieuwd had, werd 't verworpen door Koninklijk Besluit van
26 Aug. 1818 onder 't motief, dat om terreinverdeeling toe te
staan, deze moest worden bepaald door een besluit volgens
het rapport der gezamenlijke Comit's der Domeinen en
openbaren Dienst en dat dit besluit niet tusschenbeiden was
gekomen en de rechten van mijnheer Palloy overgingen in
een gewone schuldvordering, gemaakt van verval van wetten
en besluiten. De medaille, in dit artikel beschreven, is degene,
die werd aangeboden aan de afgevaardigden in de zitting
van den 11 en Maart 1792. De zuil, welke men aan de eene
zijde ziet, duidt op het ontwerp van M . P. F. Palloy, voor de
plaats der Bastille.
Het opschrift van de keerzijde herinert aan de eed, afgelegd door de leden van de Assembl Lgislative bij hun
installatie, niet op den;1en; October 1791, maar op den 2en
en 4en van deze maand.
M. P. F. Palloy liet dit sukje slaan door iemand, genaamd
Frandine, ten getale van 800.
No. 48.
11 Maart 1792.
Medaille.
20
waarop de muts rust. Men leest op het vaandel: L A LIBERTE
O U L A MORT. Eenige letters van dit devies zijn niet duidelijk.
O p den achtergrond links, de Bastille, welke men afbreekt;
rechts, een rij soldaten en wapenschilden op den grond.
Keerzijde: Omschrift: C E FER VIENT DES C H A I N E S D U
P O N T LEVI D E L A BASTILLE
In 't veld: D O N N E PAR LE PATRIOTE P A L L O Y A U X
APOTRES DE L A LIBERTE R E C O N N U LE 11 MARS 1792
L A N 4ME PAR L'ASSEMBLEE N A T I O N A L E .
Deze medaille is gevormd door twee geslagen dun ijzeren
plaatjes, gevat in een kperen ring, waaraan gewoonlijk een
oog is.
Uzer, groot 41 m.M. H. Pl. 33, N o . 350.
De noten, betrekking hebbend op verscheidene medailles,
die reeds beschreven zijn, en vooral die van 14 Juli 1789,
Hennin N o . 26 hebben de werken van M . P. F. Palloy leeren
kennen.
Hij had voor eigen rekening commissarissen gezonden naar
alle departementen om aan de autoriteiten, aan de volksinstellingen en aan bestuursleden modellen van de Bastille
te brengen, welke gemaakt waren van de afbraak van die
Staatsgevangenis, en andere gedenkstukken, welke bestemd
waren om de herinnering te bewaren aan de verovering en
de vernietiging van dit kasteel. Deze commissarissen bepaalden zich niet alleen tot dat doel, maar zij verspreidden door
allerlei middelen de patriotischen geest, hielden redevoeringen, lieten feesten geven en brachten vele jonge menschen
ertoe, om zich onder de wapenen te begeven. Terug in Parijs,
werden zij aan de Nationale Vergadering voorgesteld door
M. P. F. Palloy, 11 Maart 1792, zooals men gezien heeft in
het artikel van de voorafgaande medaille. De Vergadering
ontving ze en toen werd ook de naam van Apostelen der
Vrijheid" bevestigd. *)
Deze medaille werd geslagen van het ijzer, afkomstig van
kettingen der ophaalbrug v. d. Bastille, zooals het randschrift
van de keerzijde aangeeft. Er werden ongeveer honderd stuks
van gemaakt. M . P. F. Palloy liet ze uitvoeren om ze uit te
deelen aan hen, welke hij z'n apostelen noemde.
* Rapport de M. Pastoret du 16 Juin 1792, sur la ptition du patriote
Palloy.
27
No. 49.
9 April 1792.
Medaille.
28
marquis de Bouill wierpen zich vooruit; de nationale gardes
wedijverden met de linietroepen; een gevecht had plaats in de
straten v. d. stad, van half vijf tot negen uur 's avonds. Tenslotte
onderwierpen zich de opstandige regimenten. Deze gebeurtenis had plaats den 31 en Augustus 1790. De ernstige en getrouwe burgers zagen met voldoening den uitslag van de
zaak van Nancy; maar dit resultaat viel niet in den smaak bij
het gedeelte, dat van toen af de omverwerping van het koninklijk gezag zocht; een met geweld onderdrukte opstand, de
overeenstemming van linietroepen met de Nationale Garde,
het volk verplicht te gehoorzamen aan de wetten en aan- de
aangestelde autorieiten waren voor dat gedeelte een lastig en
onverwacht geval.
Ook werd het nieuws van deze gebeurtenis voor Parijs het
signaal van zeer talrijke volksoploopen, die de afzetting van
de ministers vroegen, de arrestatie van den minister van
Oorlog en v. d. marquis van Bouill. M . de La Fayette en deNationale Garde verdreven deze oploopen, die tot groote
buitensporigheid schenen te leiden. De dag na de zaak van
Nancy, 1 September 1790, hield het regiment van Cateauvieux een krijgsraad om te oordeelen ov.er ongeveer 80 soldaten van dit corps, welke gevangen genomen waren met de
wapens in de hand. De verdragen met Zwitserland lieten aan
de. regimenten van.die natie, in dienst van Frankrijk, hun particuliere rechtspraak toe. Vier en twintig werden er ter dood
veroordeeld en 42 tot de galeien. Deze veroordeeling werd
uitgevoerd, 21 van die soldaten werden opgehangen, drie
werden geradbraakt en de 42 overigen, veroordeeld tot de
galeien, werden gebracht naar die van Brest. De regimenten
v. d. Koning en Mester-de-Champ werden tengevolge van
een besluit van de Nationale Vergadering van 3 Sept. 1790
vervallen van hun rang verklaard.
Een vrijstelling werd uitgevaardigd op 14 September 1791,
bij gelegenheid van de voltooiing van de Constitutie. Twee
besluiten van hetzelfde jaar verklaardendeze amnestie ook
toepasselijk op de Zwitsersche soldaten. Den 31 en December 1791 werd er in de Nationale Vergadering een lange bespreking gehouden over de soldaten van het regiment, van
Chateauvieux, die op de galeien waren om hun veroordeeling
te ondergaan. De questie om te weten of Frankrijk op z'n
29
galeien vreemde soldaten in z'n dienst moest houden werd
grondig onderzocht.
Het volgende besluit werd uitgegeven: De Nationale Vergadering verklaart, dat de 41 soldaten van Chateauvieux begrepen zijn in-het besluit van amnestie van den 14en September 1791 en bepaalt daarvan tengevolge, dat ze in vrijheid
worden gesteld. Dit besluit werd bekrachtigd door den koning
op den 12en Februari 1792.Deze vrijgekomen soldaten werden toen het voorwerp van
belangstelling der overdreven patriotten. Men ontwierp het
plan om een groot feest te geven ter hunner eer en zij werden
als 't ware in triomph naar Parijs gevoerd. Zij vertoonden zich
ten getale van 40, den 9en April 1792, voor de balie van de
Assemble Lgislative, waar zij pas werden toegelaten en
uitgenoodigd tot de eer der zitting na een zeer hoogloopende
bespreking. Collot d'Herbois verscheen met hen als hun
officieele verdediger en hield in hun naam een redevoering.
De voorbereiding van het feest ter eere van die soldaten,
wat men feest der Vrijheid noemde, veroorzaakte in Parijs
veel besprekingen en onrust. Het bestuur van het departement,
onder voorzitterschap van Louis Alexander de La Rochefoucault, wilde dit verhinderen; de burgemeester Ption en de
gemeenteraad keurden 't goed en leidden de voorbereidingen.
Tenslotte had dit feest plaats op 15 April 1792, zonder herrie
te veroorzaken; maar 't gaf aanleiding tot dreigende voorgevoelens voor de toekomst.
Door een besluit van den 4en September 1792 betreffende
de regimenten van den Koning en Mestre-de-Champ, verklaarde de Wetgevende Vergadering, overwegende, dat deze
beide corpsen hun rang in het leger slechts hadden verloren
door een dwaling, waarin de Assemble Constituante hen had
gesleept, dat zij zich nooit hadden misdragen tegen het
vaderland.
M. P. F. Palloy, waarvart men reeds dikwijls de werken
heeft vermeld, greep deze gelegenheid van het feest, dat
gegeven was voor de soldaten v. h. Regiment van Chateauvieux
aan, om twee nieuwe medailles te maken, n.m.l. deze, beschreven in dit artikel en die van H. No. 353. Deze medaille,
beschreven in dit artikel, gemaakt van ijzer, wat afkomstig
was uit de afbraak v. d. Bastille, werd uitgedeeld aan de
30
soldaten van Chateauvieux op den dag, waarop zij zich met
Collot d'Herbois vertoonden voor de Nationale Vergadering.
Deze medaille vormt ook het bewijs, dat Collot reeds vroeger
ten gunste van deze soldaten het besluit van 31 December
1791 verzocht had. De groote zeldzaamheid van deze medaille
wijst er op, dat er slechts het noodzakelijk aantal voor de 40
soldaten van is gemaakt of tenminste weinig meer. Toch bestaan er twee variaties van dit stukje: het tweede is beschreven
in het volgende nummer.
Dit enkele feit kan slechts hierdoor verklaard worden, dat,
daar de stempels gebroken waren nadat eenige proeven waren
gemaakt, er anderen gemaakt zijn om de noodzakelijke hoeveelheid medailles volledig te maken.
De voorrijde van deze medailles is dezelfde als die van
H. No: 353.
No. 50.
9 April 1792.
Medaille.
DE LA BASTILLE LE
30
DECEMBRE
1791
SOLLICITE
PAR
COLLOT
D'HERBOIS
Uzer, groot 41 m.M. Hennin Pl. 33, No. 352.
No. 51.
15 April 1792.
Medaille.
31
C H A T E A U V I E U X O N T ETE PURIFIE ET C O N V E R T I E E N
MEDAILLE LE 15 A V R . L A N 4 DE LA LIBERTE PAR P A L L O Y
PATRIOTE
Deze medaille is gevormd door twee dun ijzeren plaatjes in
een koperen ring gevat, gewoonlijk met een oog.
Uzer, groot 41 m.M. Hennin Pl. 33, No. 353.
Deze tweede medaille van M. P. F. Palloy voor de soldaten
van Chateauvieux heeft betrekking op dn dag, waarop het
feest ter hunner eer werd gevierd. Dit stuk werd gemaakt of
verondersteld gemaakt te zijn van de ijzeren kettingen, welke
de soldaten gedragen hadden in de gleien van Brest. De
groote zeldzaamheid, is 'n bewijs, dat er slechts een zeer klein
aantal van gemaakt zijn, zooals die van Hennin N o . 351 en
Hennin No. 352.
No. 52.
31 Mei 1792.
Medaille.
32
Een besluit van 16 Juni bevestigd door den koning op den
27en van dezelfde maand, gaf bevel tot oprichting der zuil.
M. P. F. Palloy werd, na opnieuw toegelaten te zijn in de
Nationale vergadering op den 1en Juli 1792 door den koning
ontvangen aan wien hij z'n ontwerpen voor de zuil voorlegde
en z'n orders vroeg voor de ceremonie der eerste steenlegging,
welke plaats moest hebben op den 14en Juli daaropvolgend.
Hij vereerde den Koning met een medaille, opgehangen aan
een lintje met de nationale kleuren, welke deze vorst met
blijdschap in ontvangst nam en welke hij aanstonds in z'n
knoopsgat deed.
De patriot Palloy schreef spoedig op den en Juli aan den
Voorzitter der Vergadering, dat de Koning den Minister van
Binnenlandsche Zaken belast had met het uitvoeren der orders
voor de ceremonie de.r eerste steenlegging en zich had verwaardigd, welwillend een medaille in ontvangst te nemen
met aan den eenen kant de voorstelling van het monument,
wat de Vergadering besloten had op te richten. De brief eindigde met de vraag een deputatie te benoemen voor 't bijwonen der plechtigheid.
De medaille, hierboven beschreven, is degene, welke Palloy
den Koning aanbood, toen hij bij hem werd toegelaten. Ze
stelt 't ontwerp der zuil voor,- welke opgericht moest worden
op het terrein der Bastille; en werd gemaakt van 't ijzer der
Bastille; 'n buitengewone zeldzaamheid is 't, omdat Palloy er
maar heel weinig liet slaan.
De woorden v. d. keerzijde duiden aan, dat deze medaille
aan den Koning gegeven werd in Mei 1792; maar dit is een
dwaling. Dit stukje was met deze aanwijzing gemaakt met de
bedoeling, dat Palloy 't in den loop van dien maand aan den
Koning zou aanbieden, maar hij werd pas toegelaten in 't
begin van Juli. Toch is deze medaille gerangschikt op 31 Mei
volgens den vermelden datum.
No. 53.
14 Juli 1792.
33
in de hand. Links bij haar een leeuw. O p den adhtergrond:
links ziet men de half-verwoeste Bastille, rechts staat een altaar,
waarop een lauwertak en het wetboek liggen; op den grond
voor het altaar een sabel. In de afsnede U N I O N F O R C E
LIBERTE.
Keerzijde: Omschrift op den koperen rand: HUISSIER DE
LA M A I S O N C O M M U N E
In 't veld op 'n ijzeren plaat: CETTE MEDAILLE PROVIENT
DES C H A I N ES DE LA BASTILLE PRESENTEE A LA MUNICIPALITE DE PARIS LE 14 JUILLET L A N IV DE LA LIBERTE
PAR P A L L O Y PATRIOTE.
Deze medaille is gevormd door twee dunne ijzeren plaatjes
in n koperen ring gevat, waaraan een oog is.
De op den rand gegraveerde randschriften zijn en relif
gemaakt. Uzer en koper, groot 39 m.M. (ijzer) geheel 50 m.M.
Hennin Pl. 34, N o . 362.
Deze medaille, gemaakt van het ijzer afkomstig van afbraak
v. d. Bastille, geeft duidelijk het doel aan; deze werd aangeboden door M. P. F. Palloy, aan den gemeenteraad van
Parijs, om gedragen te worden door de bode's. Dit aanbod
werd gedaan op 14 Juli 1792, den dag, waarop de eerste
steen werd gelegd voor de zuil, welke opgericht werd op de
plaats der Bastille volgens ontwerp van de patriot Palloy, zooals
men gezien heeft op 11 Maart 1792, artikel van medaille
Hennin No. 3*49.
No. 54.
1792. ;k.
Medaille.
1792.
Medaille.
34
No. 56.
1792.
Medaille
groot 5447
1792.
mM.
Helbing
Medaille.
Als voorafgaande.
Eenzijdig; lood, rond, groot 62 m.M. Helbing No. 204.
No. 58.
1792.
Medaille.
BRONNENVERMELDING.
Hennin Histoire numismatique de la Rvolution frangaise,
Paris 1826.
Trsor Mdailles de la Rvolution et de l'Empire francais.
Helbing, Otto. Auktions-Katalog 66 -
1932.
Pl. I
Pl. 11
Pi. (ir
22
Pk IV
31.
52.