You are on page 1of 214

De rode draad

naar Arnhem

Een andere kijk op Market Garden.


Het was een onverantwoordelijke operatie
geboren uit de historische angst voor het
communisme en door het snel oprukkende
Russische leger in de zomer van 1944.
Grote economische belangen gingen de
boventoon voeren in het taktische denken.
De Koude Oorlog is toen al begonnen.

C. de Heij
De rode draad
naar Arnhem

C. de Heij
Opgedragen aan:

– Mijn ouders, Jan de Heij en Wilhelmina Leijenaar


– die mij hebben geleerd onze bevrijders te respecteren die het mogelijk
hebben gemaakt dat ik nu in vrijheid leef en dit heb mogen schrijven.

– David Warden
– de kleine, maar in karakter reusachtige Schot, die van Noord-Afrika tot en
met Arnhem als een leeuw gevochten heeft, maar altijd bescheiden bleef.

– Ron Tidball
– de ‘Welshman’ die zonder een wapen boven Arnhem sprong en als hospik
met een kruiwagen vele gewonden onder vijandelijk vuur tussen Oosterbeek
en Arnhem het leven redde.

– George Fairs
– de onverzettelijke ‘Royal Engineer’ die van Duinkerken in 1940 tot en met
1945 alles meemaakte en tenslotte in Noorwegen levend het einde van de
Tweede Wereldoorlog mocht beleven.

– en ‘last but not least’ generaal Stanislaw Sosabowski


– die de illusie had dat dat zijn Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutisten
Brigade een belangrijke rol had mogen spelen bij de opstand van het Poolse
volk in Warschau in augustus 1944 en door een achterbakse brief van de
Britse generaal Frederick Browning in behoeftige omstandigheden overleed
in Groot-Brittannië in plaats van in zijn geliefde Polen waar hij door het
communistische regime als een verrader werd beschouwd.

Geen van bovenstaande personen is nog leven, maar ze zijn dagelijks een voor-
beeld voor mijn levenswandel.

© 2014 – C. de Heij

2
Inhoud

Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

De ouverture . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog . . . . . . . . . . . . . . . 32

De doos van Pandora . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55

Op weg naar de catastrofe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86

Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen . . . . . . . . . . . . . . 107

Richting ontknoping . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152

De nasleep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193

Literatuur en andere bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202

Index van personen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205

3
They shall not grow old
as we who are left grow old.
Age shall not weary them,
nor the years condemn.
At the going down of the sun
and in the morning,
We will remember them.

Een prachtig Brtits gedicht, veel bij herdenkingen voorgedragen,


bij deze gelegenheid voor de vele mijoenen slachtoffers die in de vorige eeuw
voor niets het leven lieten. Echt helemaal voor niets.
Twee gruwelijke wereldoorlogen hadden niet hoeven te gebeuren als
regeringsleiders een beetje moed hadden gehad en verder gedacht dan hun
landsgrenzen en eeuwenoude conflicten.

4
Voorwoord
Op 17 september 1944, nu meer dan 70 jaar geleden, begon operatie
Market Garden. Drie luchtlandingsdivisies en een parachutistenbrigade
moesten de weg vrijmaken voor het Britse 30e Legerkorps dat vanuit Neerpelt
in Noord-België zou oprukken. De uitslag is bekend. Maar was de operatie
echt militair of waren er politieke en economische belangen? Dat laatste pro-
beer ik aan te tonen.
Ik schrijf dit in mijn 65e levensjaar. Ik ben geboren en getogen in Ede waar
elk jaar in september op de Ginkelse Heide de Slag om Arnhem met grote
luchtlandingen wordt herdacht. Door de jaren heen had ik de eer en het voor-
recht vele Poolse en Britse veteranen te mogen ontmoeten en begeleiden. Ook
mede door hun informatie ben ik gaan twijfelen aan de geschiedschrijving over
Market Garden. Boekenplanken vol zijn er hierover. Maar al die boeken kun-
nen mijn vraag niet beantwoorden waarom er op dat moment zo’n onverant-
woordelijke operatie werd uitgevoerd. Hoe je het ook wendt of keert het was
op dat moment logistiek onmogelijk en de verovering van Walcheren om de
haven van Antwerpen te kunnen gebruiken was het belangrijkst. Dat werd van
de ene op de andere dag door de Geallieerde opperbevelhebber, generaal
Eisenhower, terzijde geschoven.
Waarom? Tot op de dag van vandaag leren de kinderen op school dat de
westelijke Geallieerden en de Russen samen nazi-Duitsland hebben verslagen,
wat natuurlijk waar is. Maar er wordt niet geleerd dat de Russen alleen als
militair bondgenoot werden geaccepteerd zolang ze de Duitsers grote verlie-
zen toebrachten maar wel op redelijke afstand bleven. Dat veranderde midden
1944 toen het Russische leger stormachtig ging oprukken. Roemenië werd
veroverd, de Balkan en Griekenland lagen in de opmarslinie, het toenmalige
Duitse Oost-Pruisen werd binnengevallen en de Poolse hoofdstad Warschau
werd bereikt. Dat alles binnen een paar weken. Op dat moment waren er geen
afspraken over waar het Russische leger zou stoppen. Bovendien werd vanuit
Nederland de V2-raket naar Groot-Brittannië afgevuurd. Het was de eerste
raket die via de stratosfeer vloog, eventueel een atoomwapen kon vervoeren
en er was geen afweer tegen mogelijk. Die feiten veranderden het tactisch
denken van een militair in een politiek/economisch toen er een kans kwam via
een staatsgreep in Duitsland de oorlog snel te beëindigen en het naderende
communisme een halt toe te roepen.
Om mijn stelling ‘De rode draad naar Arnhem’ en daar bedoel ik de angst
voor het communisme mee, te onderbouwen wil ik een stuk wereldgeschiede-
nis beschrijven die de aanloop naar deze tragedie vormt. De opkomst van het
liberalisme, socialisme en communisme in de 19e eeuw zal daar een belangrij-

5
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

ke rol in spelen. Ook de Eerste Wereldoorlog komt aan de orde. Want die oor-
log vormde weer de oorzaak van de Tweede Wereldoorlog. Voor degene die
goed is ingevoerd in de materie zal het niet nodig zijn, maar om tot een goed
begrip te komen denk ik dat het noodzakelijk is. Ik heb van dit boekje papie-
ren versies gestuurd naar diverse personen voor (opbouwende) kritiek. Die
heb ik verwerkt. De geschiedkundige inleiding werd door de meesten juist als
prettig ervaren. Als ik dit schrijf is het al weer 25 jaar geleden dat de Sowjet
Unie, en daarmee het communistisch systeem in Oost-Europa verdween. In
China bestaat het nu nog een beetje, alleen Noord-Korea kent het nog en dat
zal ook niet lang meer duren. Er is dus al een generatie opgegroeid die niet
weet wat dat precies inhoudt. Een paar jaar geleden werd aan Nederlandse
middelbare scholieren gevraagd wie op 5 mei 1945 ons land bevrijd hebben
door ongeveer 25% geantwoord dat het de Duitsers waren. Vandaar mijn
geschiedkundige inleiding.
Al vele jaren geleden heeft een hoogbejaarde historica mij de wijze les
gegeven de geschiedenis niet te bekijken als een voetbalwedstrijd die al
gespeeld is (dan weet iedereen achteraf hoe het had moeten gaan), maar je te
verplaatsen in de gedachtegangen en meningen die toen gangbaar waren en die
sterk kunnen afwijken van de huidige. Daar heb veel aan gehad. Af en toe was
het best wel moeilijk: waarom hebben ze dit beslist en waarom is het zo
gegaan? Maar uiteindelijk helpt het je wel op het juiste spoor te blijven.
Toen de Eerste Wereldoorlog in 1918 afgelopen was bestond het Duitse
keizerrijk niet meer net zoals de Oostenrijks-Habsburgse monarchie. De tsaar
van Rusland was met zijn hele gezin vermoord. Het Turks-Ottomaanse rijk
was uiteengevallen. Een gevestigd wereldbeeld was in één klap verdwenen en
veroorzaakte een chaos in het denken van de burgers en de politiek. Oude
waarden bestonden niet meer, nieuwe grenzen werden getrokken.
Maar de omwenteling in Rusland maakte de diepste indruk. Waar in de
andere Europese landen de democratie nog redelijk in stand bleef, kwam in
Rusland het communisme aan de macht onder leiding van de agitator Lenin.
Dat betekende in Rusland het einde van het kapitalisme en de invoering van
een door de staat geleide planeconomie en een niets ontziende dictatuur, ook
wel communisme genoemd. Het had overigens niet veel te maken met het
systeem dat Karl Marx ooit voor ogen stond.
Gefortuneerden in de hele wereld werden bang dat ze alles zouden gaan
verliezen. In Rusland gebeurde dat toen op grote schaal. De industrie, het
bankwezen, de middenstand en de landbouw werden genationaliseerd.
Buitenlandse bedrijven en investeerders waren in één klap alles kwijt. Het ging
om onvoorstelbare grote bedragen. Het was een fenomeen dat in korte tijd
kans zag de oude gevestigde wereldorde in paniek te brengen, maar ook in de
hele wereld een grote overtuigde aanhang kreeg. Voor mij is dat de rode draad

6
Voorwoord

in mijn betoog. Telkens weer zal het opduiken en eeuwenoude vijanden zou-
den het in monsterverbonden gaan of proberen te bestrijden uit angst dat hun
wereld zou instorten. Het was de oorzaak van het ontstaan van ultrarechtse
bewegingen die snel de kiem zouden vormen van het fascisme. Niet alleen in
Duitsland, maar in vele landen ontstonden er communistische en fascistische
partijen die de sympathie hadden van vele prominenten en van harte werden
ondersteund. Het fascisme werd door haar gewelddadige anticommunistische
karakter als een ideale tegenstander van het communisme gezien.
Adolf Hitler werd daarom jarenlang ruimhartig financieel gesteund, ook
vanuit het buitenland en kon zo gemakkelijk de economische crisis van 1929
overleven, aan de macht komen en blijven. Het resultaat is bekend: een nieu-
we wereldoorlog met nog meer slachtoffers. Bovendien werd zo ongeveer de
hele joodse bevolking in Europa op industriële wijze vermoord. Het is de
grootste schandvlek uit de menselijke geschiedenis.
Tenslotte nog dit: ruim 30 jaar geleden schreef ik mijn eerste poging over
dit onderwerp nog op een typemachine. Er waren nog geen computers en
internet bestond toen nog niet. Maar de grote lijnen stonden er al in. Het was
ook helemaal mijn bedoeling niet om het toen al te gaan uitgeven, ik zocht
alleen maar aanvullende informatie en ik dacht toen ook dat ik er misschien
iemand anders een plezier meer kon doen. Van alle kanten ben ik toen aange-
vallen en neergesabeld. Ik heb toen geleerd dat er vooral rondom de geschied-
schrijving over operatie Market Garden vastgeroeste meningen zijn en ieder-
een die dat probeert te veranderen, al zijn het maar kleinigheden, afgewezen
wordt. Aan dat beeld mag niets veranderen. Ik ben niet de enige die deze erva-
ringen heeft. Ik ben nu 65 jaar oud en wil het toch nog een keer proberen. Ik
weet dat er weer een storm van kritiek zal komen, maar toch hoop ik dat mijn
boekje het begin mag zijn van nieuwe inzichten over Market Garden. Maar
bovenal heb ik het geschreven voor die vele Poolse en Britse veteranen die ik
persoonlijk heb mogen kennen en de vele Canadese, Britse en Poolse militai-
ren die na Market Garden de slagersrekening mochten gaan betalen bij de ver-
overing van Walcheren wat een paar weken eerder gemakkelijk gekund had.
De haven van Antwerpen had dan snel gebruikt kunnen worden en de oorlog
was dan misschien eind 1944 wel afgelopen geweest.

7
Inleiding
Ik wil beginnen met twee gruwelijke executies die het begin en het einde sym-
boliseren van de rode draad van mijn betoog.
Op 21 januari 1793 werd koning Lodewijk XVI van Frankrijk onthoofd.
Hij stierf onder de guillotine. Het onthoofden van koningen en koninginnen
was niet zo bijzonder, maar tot dan toe
gebeurde dat in het ‘old boys network’. Voor
het eerst in geschiedenis werd een koning
door een volkstribunaal veroordeeld. Zijn
koningschap werd hem ontnomen en hij
werd ‘burger Louis Capet’ (Capet was zijn
familienaam) genoemd. Op de Place de la
Révolution stond de guillotine opgesteld,
maar voor zijn executie werd hij urenlang
door de volgepakte straten van Parijs rondge-
reden. In de koets zat ook zijn biechtvader,
maar een gesprek was nauwelijks mogelijk.
Hij hield zich naar omstandigheden goed. Op
het plein aangekomen zei hij ‘ik denk dat het
moment aangebroken is’. Ooggetuigen ver- Lodewijk XVI
klaarden dat na zijn executie een jongen het
hoofd onverschillig uit de mand haalde en aan
de toeschouwers toonde.
In oktober van dat jaar begon het ‘proces’
tegen zijn vrouw, Marie-Antoinette, dochter
van de keizer van Oostenrijk. Zij werd onder
andere van samenzwering tegen de Franse
republiek en incest met haar zoontje beschul-
digd. De koningin werd veroordeeld en
pogingen om haar broer Leopold II te hulp te
roepen, mislukten. Tijdens haar gevangen-
schap in de Concièrgerie, wachtte de konin-
gin, bekend als ‘Madame Déficit’ (mevrouw
staatsschuld, ‘weduwe Capet’ of in de volks-
mond ‘La chienne’, ‘de teef’), op haar lot.
Nadat haar haren werden kortgeknipt,
zodat de valbijl ongehinderd zijn werk kon Marie Antoinette tijdens haar
doen, werd ze op 16 oktober naar de guilloti- laatste gang
ne gebracht. Om haar nog meer te vernede- (tekening van David)

8
Inleiding

ren werd ze in een open mestkar naar het schavot gebracht. Enkele dagen
daarvoor was een hofdame van haar onthoofd en ook zij werd urenlang rond-
gereden door de stad. Gillend van angst deed zij dat. De toeschouwers langs
de route verwachtten hetzelfde van Marie Antoinette maar zij hield zich
rustig. In de Rue du Faubourg St. Honoré zat op een balkon van een boven-
woning de beroemde schilder Jacques-Louis David. Bij het langstrekken van
de kar schetste hij Marie-Antoinette in haar laatste momenten.
Aangekomen bij het schavot werd ze door de toeschouwers nogmaals ver-
nederd en bespot. De Parijse chef-beul Charles-Henri Sanson gebood haar
naar boven op het schavot te komen. Marie-Antoinette leek door de snelheid
waarmee ze dit deed haast te hebben. Per ongeluk trapte ze op de voet van
Sanson en verontschuldigde ze zich nog aan haar beul. Nadat het hoofd geval-
len was doopten veel mensen hun mouwen nog in haar bloed.

Op 19 juni 1953 werd het joodse echtpaar Julius en Ethel Rosenburg ter dood
gebracht op de elektrische stoel in de Sing Sing-gevangenis van New York. De
executie zou eerst in de vroege morgen gebeuren, maar werd uitgesteld. Vele
protesten en demonstraties waren daar de
oorzaak van. Maar in de avond ging het toch
door. Julius ging als eerste. Bij de executie
wordt een deel van het hoofdhaar weggescho-
ren om plaats te maken voor een koperen kap
die een paar duizend Volt elektriciteit door
de hersenen en het lichaam moeten voeren.
Bij Julius ging het ‘redelijk snel’ (minstens
een minuut, wat volgens mij heel lang duurt
als je daar zit.
Zijn vrouw Ethel was een fragiel klein
vrouwtje en de koperen kap was veel te groot
voor haar hoofd. Minuten lang duurde het.
Uit haar oren, neus en mond kwam rook.
Waarom? Zij werden beschuldigd van spi-
onage voor de Russen. Zij zouden gegevens
voor de bouw van de atoombom hebben
doorgegeven. Julius was lid van de commu-
nistische partij, maar een 100% bewijs van
spionage is er nooit geweest. Zijn vrouw heeft
er vermoedelijk helemaal niets van geweten
en was bovendien moeder van twee kleine
kinderen. Vanuit de hele wereld kwamen De electrische stoel, in de VS
protesten tegen deze ‘politieke moord’. ‘Old Sparky’ genaamd

9
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Toen de Amerikanen de eerste atoombom-


men inzetten op Hiroshima en Nagasaki in
augustus 1945 dacht men voor vele jaren de
technische voorsprong op dat gebied in han-
den te hebben. Maar op 29 augustus 1949 lie-
ten de Russen hun eerste atoombom in
Kazachstan exploderen. In Amerika ontstond
toen een ware heksenjacht op communisten
en mogelijke spionnen. Gangmaker was de
republikeinse senator van Wisconsin Joseph
McCarthy. Duizenden werden aangeklaagd
en veroordeeld. Ook democratische senato-
ren, artiesten, andersdenkenden werden
achtervolgd. Eén van de bekendste was wel
de acteur Charlie Chaplin die verbitterd
terugkeerde naar zijn vaderland Frankrijk.
De aanvallen van McCarthy gingen steeds
grotere proporties aannemen: er werden in de
senaat hoorzittingen gehouden waarin ook
politici van naam en faam werden beschul-
digd. Vooraanstaande militairen ondergingen
hetzelfde lot. Buiten de hoorzittingen om
Julius Rosenberg werden vele mensen in diskrediet gebracht.

Senator Joseph McCarthy Ethel Rosenburg

10
Inleiding

Uiteindelijk werd McCarthy in een hoorzitting het zwijgen opgelegd. Deze


man was helemaal bezeten door de angst voor het communisme, hij was op de
dat moment de verpersoonlijking van vele Amerikanen die hetzelfde voelden.
Ze hadden de beslissing gebracht in de Tweede Wereldoorlog en dachten met
de atoombom vele jaren de grootste wereldmacht te zijn.
Daarvoor was er al de Koreaanse oorlog die miljoenen slachtoffers zou
eisen. Het communistische Noord-Korea viel het zuiden aan en in het begin
met groot succes. Uiteindelijk ging communistisch China zich met de oorlog
bemoeien en werden de toen al Verenigde Naties troepen teruggedrongen.
Het kwam het tot een wapenstilstand die tot de dag van vandaag voortduurt.
Rusland tolereerde in haar invloedssfeer geen enkele vorm van onafhanke-
lijkheid. Opstanden in de DDR, Polen, Hongarije en Tsjecho-Slowakije wer-
den met harde hand onderdrukt. Er ontstond toen de zgn. ‘dominotheorie’:
het communisme moet meteen tot staan worden gebracht, anders zou het
overslaan naar andere regio’s. En zo kwam het tot de Vietnamese oorlog die
ook weer ontelbare slachtoffers zou eisen. Toen Rusland op 24 december
1979 Afghanistan binnenviel ontstond er een bloedige oorlog met de plaatse-
lijke bevolking en de Taliban. Die oorlog zou bijna 10 jaar duren en het werd
de zwanenzang van de Sowjet Unie. Diezelfde Taliban die nu te vuur en te
zwaard bestreden wordt werd toen van harte ondersteund met de modernste
wapens zoals de Stinger raket die vanaf de schouder kon worden afgevuurd en
vele Russische gevechtshelikopters heeft neergehaald.
In dit boekje probeer ik aan te tonen dat de angst voor het communisme en
in het bijzonder voor Rusland na de landing in Normandië op 6 juni 1944 het
tactisch denken van de Westelijke Geallieerden is gaan beheersen en alles te
maken had met operatie Market Garden: de aanval richting Arnhem. In
augustus 1944 was het niet de vraag of Duitsland zo worden verslagen, maar
wanneer. En nog belangrijker: hoe ver zouden de Russische troepen naar het
westen oprukken? Daar waren nog geen afspraken over gemaakt. De fascisti-
sche vijand was bijna verslagen maar de toekomstige communistische vijand
rammelde aan de West-Europese poort en op dat moment wist niemand nog
hoever die zou gaan oprukken. Grote economische belangen stonden op het
spel en die werden op dat moment belangrijker gevonden dan de gruwelijke
misdaden die de nazi’s hadden en nog zouden begaan.

11
De ouverture
De moord op het Franse koningshuis sloeg in de hele wereld in als een bom.
Frankrijk werd autoritair geregeerd door middel van een absolutistisch stan-
densysteem (in de rest van de Europese landen bestond iets soortgelijks). De
eerste stand was de adel, de tweede de gegoede middenstand en de derde de
boeren- en arbeidersstand.
Bittere armoede, hoge belastingen (er was een belasting op een eerste
levensbehoefte: zout, de ‘Gabelle’) en de bevoordeling van de eerste twee
standen leidden tot steeds meer opstanden. In vroeger tijden werd deze uit-
buiting geaccepteerd als een natuurverschijnsel: het hoorde erbij. De kerk
zorgde ervoor dat men de overheid zag als ‘door God gezonden’. De uitvin-
ding van de drukpers maakte dat het mogelijk werd andere meningen in grote
aantallen te verspreiden. Toen kwamen er vernieuwende filosofische gedach-
ten met als belangrijkste ‘De Verlichting’ met als één van de grootste denkers
de Duitser Immanuel Kant. Hij woonde in het Oost-Pruisische Köningsberg.
Voor hem was de Verlichting: ‘de gang van de mens uit zijn onmondigheid
waaraan hij zelf schuld is’. Met andere woorden: ‘kom in opstand, anders
wordt het leven nooit beter’. Het grote voorbeeld was de Amerikaanse revolu-
tie onder leiding van George Washington. Onder zijn leiding bevochten de
Verenigde Staten van Amerika hun onafhankelijkheid van Groot-Brittannië.
In de wereldgeschiedenis was het de eerste kolonie die dat presteerde.

Het beroemde schilderij Immanuel Kant Napoleon Bonaparte


van David (genaamd à
Marat) nadat Marat
was vermoord door
Charlotte Corday

12
De ouverture

De opkomst en ondergang van Napoleon Bonaparte


In Frankrijk gingen de guillotines overuren draaien: vele duizenden stierven na
een schijnproces voor een volkstribunaal. Het driemanschap dat het toen voor
het zeggen had, Danton en Robespierre ondergingen uiteindelijk hetzelfde lot,
behalve Marat die door zijn dienstmeisje Charlotte Corday in het bad met
messteken vermoord werd. Ze nam wraak voor haar broer die onder de guillo-
tine stierf.
Uit die chaos kwam een kleine, jonge ambitieuze Corsicaanse artilleriege-
neraal bovendrijven: Napoleon Bonaparte. Hij was geliefd bij zijn manschap-
pen. Hij at en dronk wat zij aten en dronken, hij sliep waar zij sliepen. Hij
vocht onconventioneel voor die tijd en vroeg geen onmogelijke dingen van zijn
mensen. Hij werd de nieuwe leider van Frankrijk. Hij versloeg vernietigend
Pruisen, het militair machtigste land van Europa, hij versloeg de Oostenrijkers
toen hij ver in de minderheid was in een briljante manoeuvre. De Europese
koningshuizen begonnen het in hun broek te doen. Ook hun tronen begonnen
te wankelen.
Napoleon voerde de rechtspraak voor iedereen in met het recht op een
advocaat (de Code Napoléon, later de Code Civil) de burgerlijke stand, het
decimale stelsel, het kadaster, de leerplicht, huizen kregen een huisnummer
(de bekendste is nummer 4711 in Keulen waar een parfumfirma was).
Natuurlijk kwam er geen paradijs op aarde voor de mensen, maar men voelde
dat er recht werd gedaan.
Toen de Fransen Nederland binnenvielen was er bijna geen tegenstand. Dat
al is illustratief voor de gemoedstoestand van de Nederlanders in die tijd. De
impopulaire stadhouder Willem V vluchtte al snel naar Engeland. Alleen in de
Achterhoek werd door de Fransen een freule doodgeschoten die na vele waar-
schuwingen haar provocerend gedrag met de dood moest bekopen. Ze was het
enige slachtoffer van de inval.
De Britse admiraal Horatio Nelson versloeg de Franse vloot vernietigend
voor de Spaanse kust bij Trafalgar. Dat had tot gevolg dat de Britten de
Europese kustlijn konden blokkeren. In die tijd kreeg Nederland zijn eerste
koning: Lodewijk (Louis) Napoleon. Hij was de broer van Napoleon
Bonaparte. Hij meende het goed met Nederland. Op fonetische wijze leerde
hij Nederlands: ‘dou vel ansi ni om; doe wel en zie niet om’. Door de Britse
blokkade ontstond er een enorme smokkelhandel met Engeland, waar
Nederland alleen maar beter van werd. Koning Lodewijk gedoogde het en
won steeds meer aan populariteit.
Napoleon maakte twee grote fouten: hij zou in Rome tot keizer van
Frankrijk worden gekroond door paus Pius VII. Hij nam echter de kroon uit de
handen van de paus en kroonde zichzelf en gaf daarmee aan dat hij de kroon
niet van God ontving. Vandaag de dag is dat niet groot probleem, maar in die

13
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Lodewijk Napoleon, Vice-admiraal De hertog van Wellington


broer van Napoleon Horatio Nelson
Bonaparte, de eerste
koning van Nederland

tijd kon je beter niet de kerk tegenhebben. Die had hij al tegen en deze daad
versterkte zijn positie niet bepaald. Tot dan had hij naam van ‘de volksjongen’
die de vorstenhuizen had verslagen. Diezelfde vorstenhuizen schilderden hem
toen af als een ‘parvenu’. Het maakte zijn positie er nier beter op. Bovendien
viel hij Rusland aan met de grootste legermacht (de Grande Armée) die de
wereld ooit gezien had. In een bloedige slag bij het riviertje de Borodino ver-
sloeg hij de Russen ternauwernood.
Hij ging naar Moskou en wachtte op de capitulatie van de tsaar. Die had
een gigantisch groot land en had zijn hoofdstad niet nodig: hij wachtte op de
Russische winter. Toen die kwam werd ook nog de stad in brand gestoken en
moest Napoleon de terugtocht aanvaarden. Duizenden kwamen om in de
vrieskou. Dat brak de ruggengraat van zijn leger. Bij Leipzig werd hij in 1813
verslagen. Hij werd verbannen naar het eilandje Elba voor de Italiaanse kust.

Terug naar het ‘ancien régime’


In Wenen werd een congres gehouden onder leiding van graaf Von Metternich
met de bedoeling de Europese grenzen en gezagsverhoudingen opnieuw vast
te stellen. Het motto was: alles moet terug naar het oude (ancien régime). Er
werden toen spotprenten gemaakt met de titel ‘het volk hongert, maar het
congres danst’.
In Nederland werd het huis van Oranje door een driemanschap weer aan
de macht gebracht. In het ontstane gezagsvacuüm moest zo snel mogelijk de
zoon van stadhouder Willem V (dus Willem VI) vanuit Engeland naar
Nederland komen. De kortste weg naar Den Haag was via het strand van

14
De ouvertue

Scheveningen. Volgens de geschiedenisboekjes stond de bevolking juichend


op het strand toen hij daar vanuit Engeland arriveerde. In werkelijkheid wer-
den de mensen door militairen uit hun huizen gehaald en onder dwang naar
het strand gestuurd.
Het Wener congres besloot dat er een sterke staat ten noorden van
Frankrijk moest komen. De Habsburgse Nederlanden (de vroegere zuidelijke
Nederlanden) werden bij Nederland gevoegd en Willem VI werd als koning
Willem I ingehuldigd. Het land kreeg twee hoofdsteden, Amsterdam en
Brussel waar hij elk half jaar resideerde. Maar de zuidelijke Nederlanden
accepteerden het niet en kwamen in opstand. Ze scheidden zich af en vorm-
den het koninkrijk België met als koning Leopold Von Sachsen Coburg.

De slag bij Waterloo


Maar Napoleon Bonaparte gooide nog één keer roet in het eten: in 1815 land-
de hij met een bataljon in Zuid-Frankrijk. De troepen die opdracht hadden
hem te arresteren liepen massaal naar hem over. Uiteindelijk was hij weer
terug in Parijs en binnen de kortste keren had hij weer een groot leger op de
been. De Britse generaal Wellington die met succes de Fransen in Spanje en
Portugal had bevochten ging met een expeditieleger naar Zuid-Nederland en
de Pruisen marcheerden onder generaal Blücher in de dezelfde richting.
De oude vos Napoleon besefte dat hij snel moest handelen. Hij wilde eerst
de Britten verslaan en daarna de Pruisen. Drie dagen eerder dan de Britten
ingeschat hadden was het Franse leger op volle sterkte in de buurt van
Wellington. Die begon nerveus te worden, maar kon geen kant meer op. Hij
stelde zijn leger op in een heuvelachtig gebied bij het dorpje Waterloo ten zui-
den van Brussel. Het was 17 juni 1815. Toen begonnen de weergoden
Napoleon dwars te zitten. In die nacht viel de regen met bakken uit de hemel.

Graaf Von Metternich Koning Willem I George Stephenson

15
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Zijn plan was op de 18e al vroeg aan te vallen met een inleidend bombarde-
ment van de artillerie. Maar de kanonnen konden niet in stelling gebracht wor-
den in de vette modder. Hetzelfde gebeurde met de infanteristen die bijna tot
hun knieën wegzakten. Hij moest uren wachten. De Britten konden hun ver-
dediging steeds beter voorbereiden De Franse artillerie opende uiteindelijk
het vuur, maar de explosies hadden veel minder effect omdat ze in de modder
smoorden. De infanterie werd daarop door de Britten neergemaaid. De Franse
maarschalk Michel Ney probeerde met een onverantwoorde cavalerieaanval
waarin hij zelf voorop ging, een doorbraak te forceren, maar ook dat mislukte.
Uiteindelijk arriveerden de Pruisen onder Blücher op het slagveld en de
Fransen begonnen zich terug te trekken. De nederlaag was een feit.
Dit keer nam men geen risico meer met Napoleon. Hij werd verbannen
naar een onherbergzaam eilandje voor de westkust van Afrika: Sint Helena.
Hij werd vergezeld door enkele vertrouwelingen en bewaakt door een klein
Brits garnizoen dat zich ook verbannen voelde. In 1821 is Napoleon daar op
52-jarige leeftijd overleden, officieel aan kanker, maar de laatste tijd komen er
steeds meer aanwijzingen dat hij langzaam is vergiftigd door één van zijn ver-
trouwelingen die in opdracht van de Franse regering handelde. Na zijn overlij-
den zijn er van zijn haar lokjes geknipt. Daarin zijn sporen van gif gevonden.

Het ontstaan van de grootindustrie, de bittere armoede en het liberalisme


Langzamerhand veranderde Europa van een agrarische naar een industriële
gemeenschap. De uitvinding van de stoommachine maakte het mogelijk snel
producten te maken die eerst op ambachtelijke wijze gemaakt werden. Dat
was de doodsteek voor de ontelbare thuiswerkers. De Brit George Stephenson
introduceerde de eerste stoomlocomotief wat een ommekeer in het vervoer
van goederen en personen betekende.
Ook de landbouw werd steeds grootschaliger wat de ondergang van ontel-
bare kleine familiebedrijfjes betekende. Vele boerenfamilies trokken naar de
ontstane grote industriecentra om daar hun geluk te zoeken. Ze kwamen in
troosteloze wijken te wonen, met veel te veel personen in kleine onderko-
mens. De hygiënische omstandigheden waren erbarmelijk: er was geen stro-
mend water, rioleringen bestonden nog niet, kinderarbeid was heel normaal en
medische verzorging een grote uitzondering. De kindersterfte was enorm. De
fabrieksarbeiders (als ze al werk hadden) hadden geen rechten en waren vol-
komen uitgeleverd aan de directies.
In Ierland (dat toen nog deel uitmaakte van Groot-Brittannië) werd de
bevolking hardhandig onderdrukt door de Britse landheren. Toen enkele jaren
achter elkaar de aardappeloogsten mislukten brak er een hongersnood uit die
duizenden levens eiste. Vele Ieren emigreerden naar Amerika met als resultaat
dat er tegenwoordig meer in het buitenland wonen dan in het land zelf. Jaren

16
De ouverture

lang zouden uit Europa miljoenen de uitzichtloze armoede ontvluchten om in


Amerika een betere toekomst te zoeken.
Het ging gisten in Europa: de bevolking had geleerd van de Franse
Revolutie en eiste meer vrijheden. Het liberalisme werd een nieuwe politieke
stroming en eiste burgerlijke vrijheden. In 1848 kwam het in heel Europa tot
onlusten en opstanden. Dat leidde tot de eerste hervormingen. De
Nederlandse koning Willem II bijvoorbeeld werd na ‘een nachtje slapen’ van
conservatief tot liberaal, wat leidde tot een constitutionele monarchie. Hij
moest veel macht inleveren, wat gebeurde door de leider van de liberalen
Thorbecke. Ze zouden nooit vrienden worden.

De opkomst van het socialisme en communisme


De Duitser Friedrich Engels trok zich het lot van de arbeiders aan. Hij kwam
uit een rijke familie: zijn vader bezat textielfabrieken in Duitsland en Groot-
Brittannië. Na eerst een periode in Berlijn in voor die tijd behoorlijk radicale
kringen te hebben verkeerd, vertrok hij begin 1843 naar Groot-Brittannië. Hij
meende dat de arbeidersklasse zich daar beter georganiseerd had. Vakbonden
met een vaste contributie werden opgericht. Verder was daar zijn Ierse vrien-
din Mary Burns die hem de sloppenwijken van Manchester liet zien en in
welke mensonterende omstandigheden de mensen daar moesten leven. Hij
begon de radicale pers te steunen en zijn denken werd steeds linkser mede
onder invloed van de geschriften van de Schotse theoloog Thomas Carlyle die
bekend werd door zijn publicatie ‘Past and Present’, waarin hij de Franse
Revolutie beschreef als het begin van de verheffing van de arbeidersklasse.
In het tsaristische Rusland waren verschillende revolutionaire groepen
actief. Zo waren er sociaal democraten onder leiding van Vladimir Iljitz
Oeljanow, beter bekend onder de naam Lenin. Zijn broer was geëxecuteerd na
een mislukte aanslag op de tsaar en hij was vol wrok tegen de machthebbers.
Hij was ook sterk beïnvloed door de anarchistische denker graaf Michael
Bakoenin die veel aanhang had. Vooral zijn theorie dat een gecentraliseerde
partijleiding de voorkeur had sprak Lenin aan.

Karl Marx en zijn filosofie: het communisme


In 1818 kwam in de Duitse stad in Trier Karl Marx ter wereld: zoon van de
joodse advocaat Hirschel Marx die daar een bloeiende praktijk had. Hirschel
Marx ‘bekeerde’ zich tot het christendom om praktische redenen: het gaf vol-
ledige burgerrechten en bovendien had hij een vooruitziende blik. Het antise-
mitisme bestond al eeuwenlang maar begon in Duitsland steeds sterker de kop
opsteken. Karl werd tot verdriet van zijn vader geen advocaat, maar volgde
een studie filosofie, kwam in revolutionaire kringen terecht en werd een
onverbeterlijke wereldhervormer. Na veel tegenstand van haar familie trouw-

17
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

de hij in 1843 met de aristocratische Jenny von Westphalen. Zijn kans om op


het revolutionaire terrein te verschijnen kreeg hij als redacteur bij de
‘Rheinische Zeitung’. In felle commentaren bestreed hij de regering en de
oppositie (waar hij eerder deel van uitmaakte, en volgens hem niet ver genoeg
gingen). Net als Engels werd Marx beïnvloed door de filosofie van Hegel. Hij
meende daar uit te kunnen afleiden dat het sociale onrecht door een verander-
de maatschappij snel ongedaan zou kunnen worden gemaakt. Marx vestigde
zich in Parijs. Hij werd daar redacteur van het tijdschrift ‘Deutsch-Französiche
Jahrbücher’ dat al na het eerste nummer moest worden opgeheven wegens
gebrek aan steun van de Franse sociaal democraten. Marx vertrok naar Brussel.
En daar vond een historische ontmoeting plaats: hier ontmoette hij
Friedrich Engels. Misschien had de geschiedenis er anders uitgezien zonder die
twee; we zullen het nooit weten. Engels werd meteen een groot bewonderaar
van Marx. Hij beschouwde hem als een genie. Hij steunde hem in alle opzich-
ten, vooral financieel. Marx begon toen het begrip ‘communisme’ te gebrui-
ken ter onderscheiding van de sociaal democratie dat hem niet ver genoeg
ging. Het geesteskind werd het ‘Communistisch Manifest’ dat beiden in 1848
publiceerden. De arbeidersklasse zou niet meer aan een nationaliteit gebon-
den: zij zou internationaal solidair zijn. Bovendien zou het particulier eigen-
dom afgeschaft worden, het bankwezen, de industrie en het transport genatio-
naliseerd, afschaffing van het erfrecht etc. In 1867 schreef Marx nog zijn werk
‘Das Kapital’, wat de bijbel van het communistisch denken zou worden.
Karl Marx is zijn leven lang een eenzaam mens gebleven. In 1883 overleed
hij in Londen. Weinigen woonden de uitvaart bij. Maar toch sprak Friedrich
Engels daar de profetische woorden: ‘zijn naam en zijn werken zullen door de
eeuwigheid voortduren’. En dat is gebeurd: er was een fenomeen ontstaan dat
tot de dag van vandaag de politieke en militaire agenda’s zou gaan beheersen.

Friedrich Engels Karl Marx Graaf Michail Bakoenin

18
De ouverture

De koloniale gebieden en begin van de rassenwaan


In die periode ontstonden er grote koloniale rijken. De Britten hadden ze al,
maar na de slag bij Trafalgar hadden ze de machtigste marine ter wereld en
bouwden hun koloniale rijk over de hele wereld enorm uit. Na de slag bij
Waterloo moesten de Nederlanders de Kaapkolonie (het latere Zuid-Afrika)
en Ceylon (Sri Lanka) aan de Britten afstaan. Maar het grootste islamitische
land ter wereld, Nederlands-Indië (Indonesië) bleef een Nederlandse kolonie.
De Fransen begonnen grote delen van Noorden West-Afrika te kolonise-
ren, Zuid-Oost Azië en eilandengroepen in de Stille Oceaan.
België kreeg na de afscheiding in 1839 een nieuwe koning: Leopold von
Sachsen Coburg. Voor zijn inhuldiging als koning der Belgen had hij de luxe te
kunnen kiezen tussen het koningschap van Griekenland en België. Hij koos, na
duidelijke garanties van Nederlandse regering, voor België. Dat heeft hem
geen windeieren gelegd. Het jonge België werd de kolonisator van de Congo,
een land rijk aan bodemschatten als goud, diamanten en metalen. De firma
‘Union Minière’ werd opgericht die al snel gigantische dividenden uitkeerde
met de koning als één van de grootste aandeelhouders.
Langs de Chinese kust werden grote steden geannexeerd zoals Hong Kong,
Kanton en Shanghai. In die steden ontstonden grote Europese enclaves die de
dienst uitmaakten tot ver in het Chinese binnenland. Het was het domein van
de zgn. ‘kanonneerpolitiek’; wie er niet mee instemde werd door scheepsartil-
lerie beschoten. De Chinese producten werden in natura betaald met opium.
Zo creëerde men miljoenen willoze drugsverslaafden die alles deden wat van
hen verlangd werd. Kortom, het waren de Europese landen de in de 19e eeuw
in de wereld de dienst uitmaakten.
De soms eeuwenlange overheersing veroorzaakte een superioriteitsdenken.

Leopold Friedrich Nietzsche Rudyard Kipling


von Sachsen Coburg

19
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Volkomen werd voorbijgegaan aan culturen die ver verheven waren boven de
Europese en al veel langer bestonden. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche
had een theorie over de mens die zichzelf kon verheffen tot ‘Übermensch’. Hij
bedoelde daarmee dat die mens dat door zelfinzicht kon bereiken. Dit werd al
snel misbruikt om twee soorten mensen te creëren: ‘de Unter- en de Über-
mensch’: vooral de niet-blanken en de blanken en langzamerhand werden daar
in Duitsland de joden, zigeuners en Oost-Europeanen ook onder gerekend.
De Britse schrijver Rudyard Kipling was de exponent van het Britse impe-
rialisme. Hij introduceerde het begrip ‘the white man’s burden’ (de last van de
blanke mens). Een strofe uit één van zijn gedichten was: ‘Oh east is east and
west is west and never the twain shall meet’. Hij bedoelde daarmee dat de blan-
ke mens nooit de andere mens (de gekleurde) zal begrijpen en dus veroordeeld
is deze mens te blijven ondersteunen. Kipling is geboren op 30 december 1865
in Bombay, Brits-Indië, het gigantische Aziatische subcontinent, de bakermat
van één van de grootste wereldgodsdiensten: het Hindoeïsme. Hij was een
bestudeerd en intelligent mens, maar toch was hij overtuigd van zijn uitspra-
ken en ideeën. Het is tekenend voor de gedachten van de 19e eeuw.

De Amerikaanse burgeroorlog
Aan de overkant van de Atlantische Oceaan ontstond in Amerika rond 1850
tussen de zuidelijke en noordelijke staten een economisch en politiek conflict:
het zuiden was een relatief dunbevolkt agrarisch gebied waar tabak en katoen
de voornaamste bronnen van inkomst waren. In het noorden ontstond een
enorme industriële macht. Bovendien waren er ook grote culturele verschillen
ontstaan: de eerste immigranten waren in de 16e eeuw de ‘Pilgrim Fathers’.
Het waren Britten die om geloofsredenen naar Amerika emigreerden. Zij
stichtten de staat Virginia genoemd naar de Engelse koningin Elisabeth die
‘virgin queen’ genoemd werd. De staat Louisiana is een overblijfsel van Franse
emigranten die hun gebied naar hun koning Louis (Lodewijk) noemden, met
als hoofdstad New Orleans. Maar in de noordelijke staten stroomden miljoe-
nen Europese emigranten binnen met de bedoeling een beter leven te krijgen.
Velen vonden een bestaan in snel opkomende industrie. De landbouwers
onder hen trokken, als ze kans kregen, naar de westelijke gebieden om daar
een eigen boerenbedrijf te beginnen. Velen slaagden daar ook in.
In de zuidelijke staten, waar bijna geen immigranten kwamen, ontstond
steeds meer het verlangen zich van de Verenigde Staten af te scheiden: de eco-
nomische en culturele verschillen werden steeds groter. Bovendien kwam er in
de wereld een steeds sterkere beweging op gang om de slavernij af te schaffen.
De katoen- en tabaksplantages in de zuidelijke staten draaiden grotendeels op
slavenarbeid, hoewel ook daar de mechanisatie op gang kwam en steeds min-
der mensen nodig waren. Maar de slavernij was niet het grootste breekpunt.

20
De ouverture

Het conflict escaleerde en zuidelijke staten scheidden zich af van het noorden
onder de naam Geconfedereerde Staten van Amerika met als hoofdstad
Richmond in Virginia. Hun president was een weinig krachtdadig figuur:
Jefferson Davis. President van de Unie in het noorden was Abraham Lincoln.
Het noorden weigerde de nieuwe staat te erkennen en zo werd een burgeroor-
log onvermijdelijk. Op 12 april 1861 opende de zuidelijke artillerie het vuur
op Fort Sumpter in Zuid-Carolina. Het fort was een noordelijke enclave en
werd na een paar dagen overgegeven. President Lincoln bood generaal Robert
E. Lee het opperbevel van het noordelijk leger aan, maar deze weigerde. Hij
was een tegenstander van de slavernij en de afscheiding maar vond dat hij
Virginia trouw moest blijven. Hij werd de opperbevelhebber van het zuiden
en zou uiteindelijk één van de beroemdste generaals uit de wereldgeschiedenis
worden. De eerste overwinningen waren voor het zuiden, dat hoewel slechter
bewapend en minder manschappen telde, veel gedurfder opereerde onder Lee
en zijn uitstekende generaals Jackson, Longstreet (Lee noemde hem ‘my old
war horse’), Pickett en de cavaleriegeneraal Stuart. Het noorden had in het
begin bevelhebbers die veel te aarzelend optraden en zelfs na een overwinning
te snel consolideerden en Lee de kans gaven opnieuw te hergroeperen.
De troepen waren toen nog bewapend met voorladers. De soldaten had
een rolletje papier met de juiste hoeveelheid buskruit. Met zijn tanden maak-
te hij het papiertje open en goot het kruit in de loop. Dan werd een ronde
loden kogel in de loop gedaan. Het papiertje kwam er bovenop en met een
laadstok werd het geheel naar beneden gestampt en men was klaar om te
vuren. Een goed geoefende soldaat kon op die manier zo’n drie keer per
minuut vuren. Men deed dat op het slagveld in bataljons- of compagniesver-
band. Men stond in drie of vier linies opgesteld en terwijl de ene linie laadde
schoot de andere. Dat had een verwoestend effect. Het was een tactiek die al

Abraham Lincoln Jefferson Davis Ulysses Grant

21
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Robert E. Lee James Longstreet De ‘Gatling gun’

eeuwenlang werd toegepast. Artilleriebeschietingen en cavalerieaanvallen


konden dit nog ondersteunen. In deze oorlog werden voor de eerste keer ook
achterladers gebruikt. Dat waren geweren waar de patroon zo als wij die nu
kennen achterin werd geladen en werd afgevuurd. Dat ging vele malen sneller.
Ze hadden een zgn. ‘getrokken loop’. Dat is een lange spiraal die door het
metaal van de loop wordt getrokken. De puntvormige kogel kreeg daardoor
met een voor die tijd ongekende snelheid. Met heel veel geluk kon je met een
voorlader op een afstand van 300 meter nog iets gericht raken, maar de achter-
lader was in de handen van een goede schutter tot 1000 meter effectief. Dit
wapen was nog niet weggelegd voor de gewone infanterie, maar verkenners,
cavaleristen en sluipschutters gingen het op grote schaal gebruiken.
In 1861 werd door Richard Jordan Gatling een monstrum uitgevonden: de
Gatling gun. Het was een wapen met meerdere lopen. Een grote patroonhou-
der werd er in geplaatst en door aan een slinger te draaien konden grote hoe-
veelheden kogels worden afgevuurd (bijnaam: koffiemolen). De Gatling gun
was het eerste machinegeweer en latere versies zouden de oorlogvoering
ingrijpend gaan veranderen. Het was zo’n nieuw wapen dat de beide legers er
in eerste instantie geen gebruik van wensten te maken: de eerste versies haper-
den ook vaak. Tegen het einde van de oorlog kocht een noordelijke generaal er
drie voor eigen rekening en ze hadden een vernietigende uitwerking.
In het westen vocht een doortastende noordelijke generaal: Ulysses Grant.
Hij werd benoemd tot nieuwe opperbevelhebber en had wel succes. Hij buit-
te (samen met generaal Sherman) de overwinningen wel uit en het zuiden
werd verder in het defensief gedrongen.
Voor het zuiden werd het langzamerhand erop of er onder. De industriële
suprematie van het noorden werd steeds groter. Het was geen kwestie wie de
oorlog zou winnen, maar wanneer het noorden zou winnen. De financiële

22
De ouverture

middelen waren uitgeput en de verliezen in eerdere veldslagen met het noor-


den konden niet worden aangevuld. Door de noordelijke blokkade van de zui-
delijke havens kon er geen katoen meer worden uitgevoerd. Dat veroorzaakte
in de Britse textielindustrie een enorme werkloosheid. In de zomer van 1863
vond in Richmond een historische conferentie plaats: generaal Lee presenteer-
de een plan om Pennsylvania binnen te vallen en als dat slaagde rechtstreeks
naar Washington op te rukken. Het zou een complete verrassing zijn, niemand
achtte het zuiden nog tot zo’n offensief in staat. Daarmee was de oorlog niet
gewonnen maar in het buitenland (vooral in Groot-Brittannië waar nog veel
sympathisanten waren) zou men president Lincoln onder druk kunnen zetten
de oorlog te beëindigen. Het plan werd goedgekeurd. Generaal Lee had in het
geheim al enkele legerkorpsen op mars gestuurd.
In het kleine plaatsje Gettysburg was een legeropslagplaats van schoenen.
Het zuidelijke leger had een tekort aan alles en generaal Longstreet kreeg de
opdracht via Gettysburg op te rukken om de schoenen te bemachtigen. Deze
opmars werd opgemerkt door een noordelijk cavaleriekolonel die alarm sloeg.
Hij zag kans een strategische heuvel voor het noorden te behouden en de ver-
sterkingen begonnen binnen te stromen.
Op 3 juli 1863 begon de slag bij Gettysburg. Na voorbereidende mislukte
flankaanvallen nam generaal Lee de beslissing de heuvel rechtstreeks aan te
vallen desnoods met grote verliezen. Generaal Longstreet was tegen de aanval,
maar Lee zette door: er zou geen tweede kans zou komen om een beslissende
doorbraak te forceren. Na een inleidende gigantische artilleriebeschieting viel
het leger van Virginia aan. De rechtervleugel zag nog kans de noordelijke stel-
lingen binnen te dringen, maar werd door de snel aangevoerde reserves terug-
geslagen. Het zuiden had het offensief en daarmee de oorlog verloren.
Na Gettysburg zag Lincoln zijn kans schoon om de slavernij als argument
van het voeren van de oorlog te gebruiken. Hij maakte er een kruistocht van
om in het buitenland steun te winnen. Nadat de oorlog nog bijna 2 jaar voort-
duurde werd in het dorpje Appomattox in Virginia op 9 april 1865 door gene-
raal Lee de capitulatie getekend.

Amerika wordt in korte tijd de grootste economische wereldmacht


Vanaf dat moment ontwikkelden de Verenigde Staten van Amerika zich
binnen 30 jaar tot de grootste economische macht ter wereld. Dat is een onge-
kend fenomeen in de geschiedenis, veroorzaakt door de miljoenen emigranten
vooral uit Europa, die met hun verschillende culturen en achtergronden een
smeltkroes vormden waarin nieuwe ideeën en vakmanschap de basis vormden.
Terwijl men in Europa nog conflicten uitvocht met een Middeleeuwse achter-
grond kon men in Amerika zich vrij ontplooien. Er was democratie, er waren
geen vorstenhuizen die hun eigen belangen beschermden. Bovendien was er

23
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

vrijheid van godsdienst. Ze konden hun eigen gemeenschappen stichten zoals


bijvoorbeeld de Mormonen die in staat Utah hun eigen geloofsgemeenschap
stichtten. Naar de hedendaagse normen was het daar geen paradijs. Velen leef-
den, net als in Europa, in armoede. Er is wel eens gesteld dat de meeste slaven
in het zuiden een beter leven hadden dat de arbeiders in de fabrieken in het
noorden. De voormalige slaven trokken massaal naar het noorden in de hoop
op een beter leven. Ze kwamen meestal terecht in de grote steden waar zij
onder erbarmelijke omstandigheden moesten leven.
Door de enorm snelle industrialisatie kwam er een ander soort machtheb-
bers op het toneel: de grootindustriëlen. Eerder waren het de bankiers die
tegen woekerrenten de koningen en keizers in stand hielden. In de Late
Middeleeuwen was de bankiersfamilie Fugger de financier van de Habsburgers
in vele oorlogen. In Europa kwamen ook de eerste grootindustriëlen op: bij-
voorbeeld de families Krupp en Mannesmann in Pruisen. Maar vooral in
Amerika waren zij het die na de burgeroorlog in snel tempo aan de macht
kwamen.
John D. Rockefeller ging in de olie-industrie en richtte de Standard Oil
Company op. Al voor zijn 60e jaar was hij de rijkste man van de wereld met
een vermogen van meer dan drie miljard dollar.
Andrew Carnegie richtte de Carnegie Steel Company op die de grootste
zou worden in Amerikaen de hele wereld. Op latere leeftijd werd hij filan-
troop en liet in Den Haag het Vredespaleis bouwen. Dat was in 1913. Had hij
een vooruitziende blijk? Een jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit.
John Pierpont Morgan was een bankier en kunstverzamelaar. In 1892
regelde hij de fusie van Edison General Electric and Thompson-Houston
Electric Company tot de multinational General Electric. Nadat hij de Federal
Steel Company had gefinancierd fuseerde hij die met de Carnegie Steel

John D. Rockefeller Andrew Carnegie J.P. Morgan

24
De ouverture

Company (er ging een partijtje golf aan vooraf met Andrew Carnegie waar de
prijs door middel van een ‘gentlemans’ agreement’ werd afgesproken). En zo
waren er nog meer: zij verkregen hun reusachtige kapitalen in de staalindustrie
van Pittsburgh, in de abbatoirs van Chicago, de olie-industrie van Penn-
sylvania of de kopermijnen van Montana.
Aan het begin van de 20e eeuw werd de auto uitgevonden. Het was Henry
Ford die het mogelijk maakte zijn geesteskind de T-Ford op de lopende band
te produceren, zodat de auto voor grote groepen in de samenleving betaalbaar
werd. Het zou in de komende wereldoorlogen de massaproductie van wapens,
vliegtuigen, schepen en voertuigen mogelijk maken. Henry Ford had een don-
kere kant: hij was een notoire antisemiet en zou in jaren 20 een grote rol gaan
spelen bij de financiering van de nazipartij van Adolf Hitler. Ik zal hier nog
uitgebreid op ingaan.
Bij de overgang van de 19e naar de 20e eeuw Amerika al een veel betere
begroting dan Europa. De kinderen van de emigranten die uit wanhoop een
betere toekomst zochten in Amerika hadden het niet veel beter dan hun fami-
lie die in Europa was achtergebleven, maar ze hadden wel iets onbetaalbaars:
democratie.
Dat betekende een vrije pers en vrijheid van meningsuiting. Na ruim een
eeuw waren in de voormalige Britse en Franse kolonies in Noord-Amerika de
denkbeelden van de Franse Revolutie grotendeels verwezenlijkt. Dat wil niet
zeggen dat het daar sociaal allemaal in orde was en is, integendeel, maar
Europa kon nog steeds geen afscheid nemen van het ‘ancien régime’. En daar
ontstond in de 19e eeuw een antiliberaal denken. Vooral de denkbeelden van
de Duitse filosoof Hegel vielen in de smaak. Hegels’ filosofie vertrouwde de
macht toe aan een staatshoofd en aan niemand anders; een terugkeer naar het
absolutisme.

Alfred Krupp Henry Ford Otto von Bismarck

25
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De reactionaire Otto von Bismarck en de eenwording van Duitsland


In Duitsland (dat toen nog uit verschillende vorstendommen bestond) ont-
stond langzamerhand een drang tot eenwording. Eén vorstendom was al mili-
tair en economisch het belangrijkste: Pruisen. Haar gebieden strekten zich in
het noorden uit van het huidige Ruhrgebied tot aan de Russische grens.
Pruisen was al vanaf de 18e eeuw een militaristisch land in Europa. Binnen het
Duitse gebied waren velen geïnspireerd geraakt door de Italiaanse eenwording
door Cavour en Garibaldi. Men verwachtte van de juist aan de macht geko-
men koning Wilhelm I van Pruisen dat hij het initiatief zou nemen om van de
Duitse staten één land te maken. Hij was een onzeker persoon en kwam er
eerlijk voor uit dat hij niet erg intelligent was. In Pruisen waren de landadel en
vooral het officierskorps bang voor verdergaande democratisering. De koning
liet zich leiden door de minister van defensie Albrecht von Roon. Die wist wel
iemand die de zaken op de rails kon brengen. En zo kon het gebeuren dat een
fossiel uit het absolutisme de naaste medewerker van de Pruisische koning
werd: Otto von Bismarck, afkomstig uit de Pruisische landadel met uiterst
reactionaire ideeën en een intrigant van de eerste orde, die geen tegenspraak
duldde. Hij verachtte de liberalen, de protestanten en katholieken maar voor-
al de socialisten en communisten.
Op 22 september 1862 werd hij door de koning benoemd tot minister-pre-
sident en minister van buitenlandse zaken. Binnen een week deed hij in het
Pruisische parlement een historisch geworden uitspraak: ‘Duitsland heeft haar
blik niet gericht op de democratie van Pruisen, maar op haar macht. De problemen
worden niet opgelost door toespraken in een parlement, maar door bloed en ijzer’.
Zijn mening over de Slavische volken schreef hij in een brief al enkele jaren
voor zijn benoeming: ‘Hak in op de Polen tot ze ten onder gaan. Ik heb medelij-
den met hen. Maar wij moeten voortbestaan. Wat kunnen wij anders doen dan ze
uitroeien. Een wolf kan er ook niets aan doen, dat God hem als zodanig geschapen
heeft. Maar iedereen schiet ze dood als hij de kans krijgt’.
En zo zette Bismarck een teneur die andere zieke geesten dankbaar zouden
overnemen. Hij maakte het waar: in het door Rusland overheerste deel van
Polen braken opstanden uit. Tsaar Alexander was bereid concessies te doen,
heel Europa stond achter de Polen, maar Bismarck was tegen. Binnen een
week na de Poolse opstand sloot hij een geheime overeenkomst met de tsaar.
De Russische en Pruisische legers zouden het recht hebben de grenzen over te
steken om de opstandelingen te achtervolgen (dit lijkt sterk op de overeen-
komst tussen Von Ribbentrop en Molotow in 1939 waar ik later op terug zal
komen).
Omdat Bismarck het door vooropgezette loslippigheid in de openbaarheid
bracht, werden de Europese staten voorzichtiger. De Russen konden nu de
opstand genadeloos neerslaan, maar Bismarck verklaarde dat er een kans was

26
De ouverture

geweest dat de Russen Polen aan Pruisen hadden gelaten: ’in dat geval hadden
wij Polen in drie jaar gegermaniseerd’.
Bismarck had een vingeroefening nodig om uit te vinden hoe ver hij met
zijn veroveringsplannen kon gaan. Hij liet zijn oog vallen op de Deense pro-
vincie Sleeswijk-Holstein. Sleeswijk was Deens ingesteld, Holstein daarente-
gen Duits. De Denen zagen de bui al hangen en stelden voor Holstein aan
Pruisen af te staan. Onder leiding van Bismarck ontstond een ‘Duitse veront-
waardiging’ omdat in het grijze verleden Sleeswijk en Holstein als ondeelbaar
werden beschouwd. Vermoedelijk is Adolf Hitler door Bismarck geïnspireerd
hetzelfde spel te spelen met het Rijnland en het Sudetenland. Hij kreeg het
zelfs voor elkaar de Oostenrijkers voor zijn ‘pan-Duitse’ gedachte te winnen.
Heel Europa liet de Denen net als eerder de Polen in de steek en na een kans-
loze slachtpartij werd Sleeswijk-Holstein ingelijfd. Bismarck had Oostenrijk
nu niet meer nodig en begon internationaal tegen hen te intrigeren en op een
oorlog aan te sturen, wat ook gebeurde. Pruisen veroverde het staatje
Hannover: zo was het heer en meester ten noorden van de Main. Het
Pruisische leger trok naar Bohemen en versloeg op 3 juli 1866 de
Oostenrijkers vernietigend bij Königgratz (Sadowa). Bismarck begon de reste-
rende Duitse staatjes onder druk te zetten: er moest een Duitse Bond komen
met aan het hoofd de koning van Pruisen en aan zijn zijde een bondskanselier.
Wie anders dan hemzelf.

De Frans-Duitse oorlog
De Fransen, bevreesd voor een grote machtige staat aan de andere kant van de
Rijn, gingen daar territoriale eisen stellen. Deze werden resoluut afgewezen en
de Fransen deden er niets aan. Het betekende dat er op het Europese vasteland
een nieuwe machtsfactor was ontstaan: Duitsland. Bismarck begon opnieuw te
intrigeren. Hij zag zijn kans schoon na een conflict over de Spaanse troonop-
volging, vervalste een telegram van zijn koning over dat onderwerp en liet het
naar de pers uitlekken. Het veroorzaakte een golf van nationalisme in
Duitsland en Frankrijk. Zo begon in 1870 de Frans-Duitse oorlog. De Fransen
slaagden er niet in op tijd genoeg manschappen te mobiliseren, de Duitsers
wel. De Fransen onder keizer Napoleon (de zoon van koning Lodewijk
Napoleon, de eerste koning van Nederland) leden de ene nederlaag na de
andere. De genadeslag vond plaats bij Sedan, waar maarschalk Mac-Mahon
omsingeld werd en zich samen met 90.000 man en de keizer moest overgeven.
Na een bloedig beleg van Parijs werd de Fransen nog extra zout in de wonden
gewreven omdat Bismarck het nodig vond op Frans grondgebied te Versailles
koning Wilhelm van Pruisen tot keizer van Duitsland te laten uitroepen, ter-
wijl Napoleon in gevangenschap was weggevoerd. Zo werden de ingrediënten
voor de Eerste Wereldoorlog al opgediend.

27
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Koning Wilhelm van Keizer Napoleon van Koningin Victoria


Pruisen, die keizer van Frankrijk, zoon van van Groot-Brittannië
Duitsland werd Lodewijk Napoleon, de en keizerin van India.
eerste koning
van Nederland

Duitsland en Italië krijgen de kruimels van het kolonialisme


De juist herenigde landen Duitsland en Italië keken met begerige blikken naar
de koloniale rijken van Frankrijk en Groot-Brittannië. Maar die koek was op.
Er bleven slechts kruimels over. Duitsland kreeg een paar eilandjes in de
Pacific, een stuk van Nieuw-Guinea, Togo, stukjes van Oost-Afrika en Zuid-
West Afrika wat in werkelijkheid een desolate woestijn was. Italië kreeg een
stuk van Somaliland wat aan Ethiopië grensde, Eritrea en Libië.

De Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog
En toen de mensheid uitkeek naar de 20e eeuw brak er in 1899 in Zuid-Afrika
de Boerenoorlog uit. De Kaapkolonie was van oorsprong Nederlands. In de
17e eeuw werd zij gesticht door Jan van Riebeeck, een opperkoopman van de
Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). De VOC was de eerste multi-
national in de geschiedenis met een eigen marine en geld, dat in praktisch de
hele wereld werd geaccepteerd. De Kaapkolonie werd gebruikt als bunkersta-
tion voor de VOC-vloten die van en naar het Verre Oosten gingen. Er werd
vers voedsel en drinkwater ingeslagen, de zieken werden er verpleegd en de
retourvloten namen de post mee.
De Britten namen de kolonie over na de nederlaag van Napoleon, vooral
vanwege het strategische belang. De bevolking bestond toen grotendeels uit
oorspronkelijke Nederlanders; men spreekt er een taal nauw verwant aan het
Nederlands: het Afrikaans. Maar ook andere nationaliteiten vonden de weg
naar Zuid-Afrika: Duitsers, maar ook Franse Hugenoten die in de 17e eeuw na

28
De ouverture

de moordpartijen onder Catharina de Medici vanwege hun geloof naar de


Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vluchtten. Zij introduceerden in
Zuid-Afrika de wijnbouw. De Nederlandstaligen noemden zich ‘Boeren’ en
toen de Britten steeds meer de overhand kregen trokken velen van hen naar
het noorden en stichtten twee republieken: Oranje-Vrijstaat aan de
Oranjerivier en in het noorden Transvaal bij de rivier de Vaal. De Britten had-
den plannen ook deze gebieden te annexeren, maar de Britse liberale minister-
president Gladstone maakte daar een eind aan. Toen werden daar grote hoe-
veelheden goud en diamanten gevonden. En dat veranderde de zaak.
Inmiddels was Cecil Rhodes gouverneur van de Kaapprovincie geworden. Hij
droomde van een Brits rijk tot aan de Kongorivier en stichtte de ‘British South
African Company’ met als bedoeling ten noorden van Transvaal ook goud en
diamanten te vinden. Het viel tegen. Wat restte was de kolonie Rhodesië die
naar hem vernoemd is.
Intussen was er in de Boerenrepublieken een ‘goldrush’ ontstaan. Het trok
duizenden avonturiers aan. De uiterst conservatieve Boeren noemden hen
‘uitlanders’ en gingen hen onder president Paul Kruger steeds meer tegenwe-
ken. Rhodes benaderde een bewonderaar van hem: dr. Jameson. Hij zou een
met een kleine strijdmacht een aanval uitvoeren. Dat zou de ‘uitlanders’ in
opstand doen komen en de Boerenrepublieken in Britse handen doen vallen.
Het zou de geschiedenis ingaan als de ‘Jameson Raid’ en een internationale
diplomatieke rel veroorzaken.
De Boeren kregen lucht van de zaak en handelden razendsnel: Jameson
werd met zware verliezen teruggeslagen. De ‘uitlanders’ vreesden voor hun
handel en deden niets. Het werd breed uitgemeten in de internationale pers en
de keizer Wilhelm II van Duitsland stuurde president Kruger zelfs een felicita-
tietelegram (Kruger was van Pruisische komaf). De Britten waren op hun ziel
getrapt. Zo er nog tegenstellingen waren tussen de Boerenrepublieken waren
die toen verdwenen. Een oorlog was onafwendbaar. De Britten maakten een
grote fout de Boeren te onderschatten. Zij waren uitstekende ruiters en schut-
ters.
In het begin brachten zij de Britten zware verliezen toe onder hun beroem-
de generaals Pieter Botha, Koos de la Rey en Christiaan de Wet. Internationaal
veroorzaakte deze oorlog grote verontwaardiging wat mede veroorzaakt werd
door de persfotografie. In de Amerikaanse Burgeroorlog gebeurde dat ook al,
maar die foto’s zijn bijna allemaal geposeerd. De fotografie toonde toen voor
de eerste keer de waanzin van de oorlog. Zo was de latere Britse minister-pre-
sident Winston Churchill verslaggever van de Daily Telegraph, hij werd door
de Boeren krijgsgevangen gemaakt, ontsnapte naar Moçambique en de Boeren
zetten een hoge prijs op zijn hoofd.
Ook in Britse pers ontstond hierover grote beroering. Toen de Boeren mili-

29
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

tair moeilijk verslagen konden worden, gingen zij over tot internering van de
Boerengezinnen die hen heimelijk bevoorraadden en steunden. In de
Kaapkolonie werden de zogenaamde ‘concentration camps’ ingesteld. Het
heeft de Britten het stigma opgeleverd de uitvinders van de concentratiekam-
pen te zijn, maar zij verkeken zich totaal op de sanitaire en medische gevol-
gen. Het samenbrengen van tienduizenden mensen in kleine kampen veroor-
zaakte epidemieën en een hoge kindersterfte.
De internationale verontwaardiging steeg verder. Paul Kruger moest het
land ontvluchten (zijn vrouw Gezina was te ziek om mee te gaan) en werd in
opdracht van koningin Wilhelmina met de kruiser Gelderland naar Nederland
geëvacueerd. Daar werd hij als een held ontvangen en toegejuicht. Deze daad
was tekenend voor de anti-Britse en pro-Duitse stemming die in Europa en
vooral in Nederland bestond.
Onder de antirevolutionaire minister-president Abraham Kuiper gleed
Nederland af naar een bedenkelijk pro-Duits niveau dat tot 10 mei 1940 zou
duren toen nazi-Duitsland Nederland binnenviel. Veel straatnamen werden
aan het begin van de 20e eeuw genoemd naar Zuid-Afrikaanse politici en
generaals.
Uiteindelijk gaven de Boeren de strijd op en accepteerden het Britse gezag.
De Boeren waren intussen ook redelijk populair in Groot-Brittannië. De
bekende Boerengeneraals maakten daar een rondreis en kregen van koning

President Paul Kruger De Boerengeneraal Koningin Wilhelmina


van Transvaal Christiaan de Wet. der Nederlanden ten
Behalve hun artilleristen tijde van de Boerenoorlog
droegen de Boeren geen
uniform, maar trokken in
het ‘zondagse pak’ ten
strijde

30
De ouverture

Edward VII zelfs een hoge onderscheiding aangeboden die zij echter beleefd
afwezen. De Boerenprovincies kregen een verregaand zelfbestuur en het land
ontwikkelde zich snel tot een welvarende staat (dat wil zeggen alleen voor het
blanke volksdeel). In 1910 werd het al een onafhankelijke staat binnen het
Britse Gemenebest.

31
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog
Door het ontstaan van twee nieuwe machtsfactoren binnen Europa (Duitsland
en Italië) was het evenwicht verdwenen. De Britten, Fransen en de Russen
hadden hun onderlinge oorlogen vaak op het gebied van de twee nieuwe sta-
ten uitgevochten; zij fungeerden als een soort expansievaten. De
Middeleeuwse versplintering van stadstaatjes had in de loop der eeuwen plaats
gemaakt voor steeds grotere staten, waar de taalgrenzen een steeds grotere rol
gingen spelen en daardoor het nationalisme.
Toch was men bij de overgang naar de 20e eeuw optimistisch, de Fransen
hadden het zelfs over ‘la belle époche’ (het mooie tijdperk). De kunst bereik-
te hoogtepunten: bijvoorbeeld door de impressionistische schilders als
Gaugin, Cézanne, Van Gogh, Monet en Renoir; in de muziek componisten als
Chopin, Tsjaikowski, Brahms, Franz Léhar en de familie Strauss; de vrolijke
architectuur van de Jugendstil; de grote medische voortuitgang zoals het vac-
cineren tegen de gevreesde pokken door Robert Koch en de uitvinding door
Röntchen van het naar hem genoemde apparaat; het begin van de psychoana-
lyse van Sigmund Freud; de opkomst van het gemotoriseerd verkeer en de
luchtvaart; de telefoon en elektriciteit. In vele landen werd de kinderarbeid
verboden, de leerplicht ingevoerd, vakbonden werden toegestaan en de
arbeidsomstandigheden werden langzaam maar zeker beter. Het algemeen
kiesrecht (nog niet voor vrouwen) werd ingevoerd, kortom, er zat een beter
leven aan te komen. Door de steeds sneller wordende verbindingen over zee
met de enorme passagiersschepen, zenders met morse (uitgevonden door

Tsaar Nicolaas II van Keizer Franz Josef Keizer Wilhelm II van


Rusland van Oostenrijk- Duitsland
Hongarije

32
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

Marconi) en de telegrafie werden de afstanden steeds korter en kwam het


nieuws steeds sneller bij de mensheid.

De onwil om tot een Europese samenwerking te komen


Maar nog steeds (we zijn nu bijna een eeuw verder na Waterloo) was er bij de
regeringsleiders nauwelijks een verlangen om in Europa om nader tot elkaar te
komen. De vorstenhuizen waren bijna allemaal familie van elkaar, maar de
weinigen die aandrongen om tot een Europese toenadering te komen, waren
roependen in de woestijn. Toch was daar alle aanleiding toe: Amerika begon
het verdeelde Europa economisch steeds meer te overvleugelen en in het
Verre Oosten begon ook Japan zich te manifesteren als een economische en
militaire macht waar serieus rekening mee moest worden gehouden.
Maar in Europa keek men niet verder zijn voortuintje en bleef genoegzaam
teren op het nationalistische verleden. Had men toen gekozen voor een
Europese samenwerking (al was het maar een pril begin geweest) dan waren er
geen twee wereldoorlogen geweest en had er rond 1940 een Europese Unie
van Ierland aan de Atlantische Oceaan tot en met Wladiwostok aan de Stille
Oceaan. Maar toen stond er een gruwelijke oorlog op het programma met
tientallen miljoenen doden, ontheemden en kiemen voor nieuwe conflicten.
Echt bang voor een gewapend conflict was men ook niet: de grote oorlogen
uit de Napoleontische tijd waren al bijna een eeuw geleden, de Frans-Duitse
oorlog van 1871 was kort maar hevig en nog geen tien jaar na de Amerikaanse
Burgeroorlog (de Duitse generaal Von Moltke noemde dit een oorlog van
‘stomme amateurs’). Men verwachtte weer een snelle en korte oorlog en
natuurlijk dacht iedereen de winnaar te zijn. Alsof het een voetbalwedstrijd
betrof.
Zo rond 1900 was Europa verdeeld in twee kampen: Duitsland,
Oostenrijk-Hongarije en Italië met aan de andere kant de zogenaamde ‘Triple
Entente’ die bestond uit Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland. Men hoeft
geen groot historicus te zijn om de belangen te zien: het Duitsland onder kei-
zer Wilhelm en Italië voelden zich als jonge staten miskend en Oostenrijk-
Hongarije onder keizer Franz Josef voelde zich in rug bedreigd door het
Rusland van tsaar Nicolaas en zocht steun bij de Duitsers.
Bovendien kwamen de Slavische volken langzamerhand in opstand tegen
hun onderdrukkers. De Polen, Tsjechen en Hongaren begonnen te rebelleren
en eisten autonomie. Frankrijk en Groot-Brittannië hadden samen grote kolo-
niale belangen en vreesden na de Frans-Duitse oorlog de militaire macht van
Duitsland. Rusland tenslotte, had lange grenzen met Duitsland en Oostenrijk-
Hongarije en voelde zich daardoor weer bedreigd en was bovendien gewikkeld
in een bloedige oorlog met Japan om de delfstoffen van Manstjoerije. En deze
grote machtsblokken waren met elkaar verbonden met verdragenwaar bijna

33
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De Oostenrijkse troonoopvolger Frans


Ferdinand met zijn vrouw Sophie en kinderen
Gavrilo Princip kort na zijn
niet meer onder uit te komen was. In plaats arrestatie. Drie van zijn mede-
van lessen uit het verleden te trekken en in te standers hadden eerder op de
zien dat men in Europa toenadering moest dag een bom gegooid naar een
zoeken ging men weer de eeuwenoude weg auto met Oostenrijkse
van de confrontatie op. officieren. Ondanks dat besloot
Frans Ferdinand dat de
De moordaanslag in Sarajewo feestelijke rijtoer door de stad
Zelfs nu nog weet men nog niet waarom de moest doorgaan.
Eerste Wereldoorlog uitgebroken is. Op 28 Princip had dat niet verwacht,
juni 1914 werden in Sarajewo de Oos- had honger en was een
tenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand en broodjeszaak binnengegaan.
zijn vrouw gravin Sophie Chotek tijdens een Tot zijn stomme verbazing
rijtoer door de Servische nationalist Gavrilo kwam de stoet toch voorbij en
Princip vermoord. Ze waren gewaarschuwd loste hij de fatale schoten.
het niet te doen, want eerder op de dag was De drie bommengooiers werden
er al een bomaanslag op officieren geweest. opgehangen, maar Princip was
Frans Ferdinand was voor die tijd ver bene- minderjarig en werd tot
den zijn stand getrouwd. Hij was een neef 20 jaar cel veroordeeld en
van keizer Frans Jozef. De kroonprins Rudolf verbannen naar Theresienstadt
had zelfmoord gepleegd en daardoor was (het toekomstige nazi-
Frans Ferdinand de enige troonopvolger. Hij concentratiekamp) waar hij na
had een koud en onverschillig karakter en liep enkele jaren aan tuberculose
overdreven plechtig. Keizer Frans Jozef had zou overlijden.

34
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

een uitermate slechte verhouding met hem en besloot dat de begrafenis een
zeer eenvoudig karakter moest hebben. En dat zou dan de oorzaak van het uit-
breken van de Eerste Wereldoorlog zijn geweest. Hoe ingrijpend ook, het was
een interne Oostenrijks-Hongaarse aangelegenheid: Bosnië was op moment
een deel van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Princip en zijn medestan-
ders (er waren er die dag meer op straat) waren uit op onafhankelijkheid van
Servië en hadden totaal geen belangen of contacten met de ‘Triple Entente’.

De nodeloze opbouw van een grote Duitse marine


De Duitse keizer Wilhelm II was geen intrigant zoals Bismarck (die hij aan de
dijk had gezet) maar dacht zijn politiek te kunnen voortzetten en had geen
oog voor de internationale verhoudingen. Hij was uniformziek en toonde zich
graag in buitenissige Pruisische uniformen. Zijn grote hobby was de jacht op
wilde zwijnen. Hij deed dat vaak samen met de Oostenrijkse troonopvolger
Frans Ferdinand die dezelfde passie had. Hij meende dat Duitsland zich moest
bewapenen tegen de ‘erfvijanden’ Frankrijk en Groot-Brittannië en deed dat
op grote schaal. Vooral de Duitse marine werd in een razend tempo uitgebreid
en dat terwijl het helemaal geen zeevarende natie was en in een vredessituatie
door haar korte kustlijn met een kleine marine kon volstaan. Steeds meer
zagen de Duitsers de Britten als hun nieuwe tegenstanders.
Vooral de Duitse marine bereidde zich mentaal voor op ‘Der Tag’.
Daarmee werd de beslissende zeeslag bedoeld waar zij definitief zouden afre-
kenen met de Britse marine. De Duitse dichter Ernst Lissauer schreef speciaal
voor deze gelegenheid het volgende lied:
Haat op het water en haat op het land,
Haat van het hoofd
en haat van de hand,
Haat van de hamer
en haat van de kroon,
Haat van zeventig miljoen gesmoorden, (welke zeventig miljoen???)
Wij hebben als één persoon lief
en haten als één persoon,
Wij hebben slechts één vijand en slechts hem alleen: Engeland.
Treffender kan men de Duitse frustraties niet aantonen. Hadden zij hun toe-
komst gezocht in hun economische macht in plaats van de militaire, dan had
de wereld er nu heel anders uitgezien.

De ene mobilisatie na de andere


Na de moordaanslag in Sarajewo werd Servië door Oostenrijk-Hongarije
onder zware druk gezet na hierover eerst overleg te hebben gepleegd met de
Duitse regering die dit handelen volmondig steunde. Dit weer irriteerde de

35
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Generaal Von Schlieffen Von Bethmann-Hollweg Het Britse Maxim


machinegeweer, de opvol-
Russische regering die de Serven als een broeder- ger van de Amerikaanse
volk zag. De Britse minister van buitenlandse Gatling gun.
zaken probeerde nog te bemiddelen, maar tever- Alle oorlogvoerende par-
geefs. Gesteund door de Duitsers was Oostenrijk- tijen hadden een eigen
Hongarije niet meer tegen te houden en verklaarde uitvoering. Het resultaat
op 28 juli 1914 Servië de oorlog. Zelfs op dat was hetzelfde:
moment was er nog sprake van een lokaal conflict het kostte miljoenen sol-
dat gemakkelijk opgelost had kunnen worden als daten het leven. Het
de Duitsers gas hadden teruggenomen. Rusland massaal oprukken van
ging nu te mobiliseren en nu begon keizer de infanterie op het slag-
Wilhelm terug te krabbelen. Hij liet tsaar Nicolaas veld werd onmogelijk
weten dat hij Oostenrijk-Hongarije probeerde te
bewegen tot een compromis met de Serven te komen. Daarop halveerden de
Russen hun mobilisatie. Toen er in de situatie feitelijk niets veranderde her-
vatten de Russen hun algemene mobilisatie. Op hoge toon eisten de Duitsers
dat zij daar mee moesten ophouden. Dat gebeurde niet en op 31 juli 1914
begon Duitsland te mobiliseren en verklaarde op de dezelfde dag Rusland de
oorlog.
Nóg was een wereldoorlog gemakkelijk te voorkomen geweest maar
Frankrijk besloot zich bij de Russen aan te sluiten en begon op haar beurt te
mobiliseren. Daarop verklaarde op 3 augustus Duitsland de oorlog. Groot-
Brittannië had grote aarzelingen, maar toen Duitsland op 2 augustus België
mededeelde dat het van plan was via dat land Frankrijk aan te vallen voelde
Groot-Brittannië zich gebonden aan het verdrag van Londen uit 1839 waarbij
Pruisen en de andere Europese mogendheden de veiligheid van België na de
afscheiding van Nederland garandeerden. En zo verklaarde Groot-Brittannië
Duitsland op 4 augustus de oorlog. Nederland, dat zich in de oorlog neutraal

36
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

verklaarde, had volgens datzelfde verdrag Luxemburg moeten helpen, maar


deed alsof haar neus bloedde. De Duitse minister-president, Von Bethmann-
Hollweg, verklaarde dat de Britten ‘voor een vodje papier’ de oorlog ingingen.
Dat had hij beter niet kunnen zeggen, want dit veroorzaakte weer een storm
van verontwaardiging in het andere kamp en bevestigde na de oorlog het
imago dat Duitsland de hoofdschuldige was. Het zou verstrekkende gevolgen
voor de toekomst hebben.
Italië hield zich in eerste instantie buiten de oorlog, maar toen aanzienlijke
gebiedsuitbreiding werd beloofd sloot het zich aan bij Duitsland en
Oostenrijk-Hongarije (later zou het de andere partij kiezen). Datzelfde deed
het Ottomaanse rijk (het latere Turkije) in november.
Aan beide kanten grensde het enthousiasme voor de oorlog aan massa-
hysterie. Men dacht dat het een snelle korte oorlog zou worden waarbij defi-
nitief met de vijand zou worden afgerekend. De Duitsers hadden te maken
met een tweefronten oorlog en wilden in het westen de oorlog beslissen met
een korte veldtocht, om daarna de Russen te verslaan.

Het Von Schlieffen plan


Aan het eind van de 19e eeuw had een lid van de Duitse generale staf, gene-
raal Von Schlieffen, een plan bedacht om via Luxemburg en België over een
breed front Noord-Frankrijk aan te vallen. Het plan was geen geheim. Het
bestond al vele jaren en werd op de militaire academies in vele landen als

De Duitse opperbevelheb- Paul von Hindenburg De Franse opper-


ber Von Moltke, die het bevelhebber Joffre
Von Schlieffen plan aan-
paste en uitvoerde. Hij
trad af en stierf verbitterd
in 1916

37
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

oefenstof gebruikt. In het oosten bij de Franse hoofdverdediging zouden de


Duitsers de meeste Franse troepen binden en langzaam oprukken (daar
bevond zich de Franse hoofdverdediging); verder naar het westen zouden zij
door de verwachte mindere tegenstand steeds sneller kunnen gaan. In het
begin liep alles volgens plan. Het Duitse leger drong snel door België en
Luxemburg heen en bedreigde Parijs. De Fransen raakten in paniek en brach-
ten de regering over naar Bordeaux.
Dat was voor de Duitse opperbevelhebber Von Moltke aanleiding het
bevel te geven om zes legerkorpsen aan het westelijk front te onttrekken en
naar het oosten over te brengen om ze tegen de Russen in te zetten. Dat had
een reden: massaal vielen zij Galicië aan (het door Oostenrijk-Hongarije
bezette deel van Polen). Zij veroverden de het gebied rond Lemberg (Lwow)
en dreigden Hongarije binnen te vallen. Maar de legerkorpsen waren niet meer
nodig. De generaals Hindenburg en Ludendorff leidden hun legers naar een
grote overwinning bij Tannenburg in Oost-Pruisen. De Russische comman-
dant Samosonov pleegde zelfmoord. De Russen rukten op in grote massa’s en
werden neergemaaid door de Duitse mitrailleurs en artillerie. Het was een
voorproefje van wat aan het westelijk front zou gaan gebeuren. Hier hielp
geen heldenmoed meer: alleen individuele acties hadden af en toe nog resul-
taat.
Maar in het westen ging het voor de Duitsers goed mis. De beide legers op
de uiterste rechterflank, die het snelst moesten oprukken, verloren contact
met elkaar. Omdat dat te herstellen maakte het Duitse 1e Leger onder gene-
raal Von Kluck de historische fout om zijn leger bijna een draai van 90 graden
te laten maken. De Franse opperbevelhebber generaal Joffre rook zijn kans en
stuurde een nieuw gevormd leger dat rond Parijs lag in het ontstane gat. Aan
de rivier de Marne werd een bloedige slag uitgevochten. De Duitse generale
staf besloot tot wat zij zagen een tijdelijke terugtocht om hun legers te reorga-
niseren voor een nieuwe beslissende aanval. Intussen hadden de Britten een
behoorlijk expeditieleger in Frankrijk en gingen samen met de Fransen in de
aanval. De Duitsers probeerden nog de havens Calais en Boulogne in te nemen
om zo te voorkomen dat de Britten nog meer versterkingen konden aanvoeren.
Het mislukte. Sinds 2 augustus waren de Duitsers voortdurend in de aanval
geweest, maar nu kwam het front tot stilstand. Het had een lengte van meer
dan 500 kilometer van het riviertje de IJzer in België (waar de Belgen en de
Britten de hele oorlog door een heroïsche strijd leverden) door Noord-
Frankrijk tot aan de Zwitserse grens.

De moderne oorlog en onvoorstelbare verliezen


Doordat de frontlinie over de gehele lengte nogal smal was, dacht men door
middel van een zware urenlange inleidende artilleriebeschieting de gevreesde

38
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

mitrailleurs uit te schakelen en daarna met een frontale infanterieaanval het


front te doorbreken. Zelfs aanvallen te paard door de cavalerie zoals in de
Napoleontische tijd werden niet geschuwd. Regimenten met hun kolonel aan
het hoofd marcheerden schouder aan schouder naar voren. De infanterie aan
de andere kant ging zich steeds beter ingraven en overleefde de beschietingen
van de artillerie. Het resultaat was een slachtpartij zonder weerga. Duizenden
slachtoffers per dag waren geen uitzondering. Gewonden konden niet of met
grote moeite worden geholpen. Vooral onder druk van de Britse opperbevel-
hebber Haig werden tijdens de eerste slag bij de Somme in december 1915
enorme aantallen Franse en Britse infanterie ingezet. Het resultaat van 12 kilo-
meter terreinwinst was 420.000 Britse en 200.000 Franse slachtoffers.
Om de frontlinie te breken gingen beide partijen over tot steeds zwaardere
middelen. De artillerie kreeg geschut van een kaliber dat de wereld nog nooit
gezien had. Enorme granaten verwoestten de loopgraven en kazematten. Al
dat geweld kon de frontlinie slechts marginaal verplaatsen. Het waren de
Duitsers die voor het eerst gifgas gingen gebruiken. Na enige tijd waren het
alle partijen die het inzetten. Chloor- en mosterdgas werden door middel van
granaten of door verspuiten met cilinders naar de vijand gebracht. Ontelbaren
stierven een gruwelijke verstikkingsdood of werden blind door het chloorgas.
Het gasmasker bood na enige tijd een redelijke bescherming.
Vier jaar heerste er in de loopgraven een ware hel. De stank van de rotten-
de lijken was ondraaglijk. Daardoor konden zich miljoenen ratten verspreiden.

De Britse opperbevelheb- De jonge Winston De latere Franse opperbe-


ber Haig, die als oud- Churchill vlak voor zijn velhebber Pétain. We
cavalerist meende met benoeming als Brits komen hem nog tegen als
massale aanvallen te minister van Marine collorabateur in de
winnen. Hij had de teke- Tweede Wereldoorlog
nen des tijds niet gezien

39
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Hele landschappen verdwenen van de aardbodem. Maar erger nog: bijna een
complete generatie stierf in de loopgraven of kwam er verminkt of voor het
leven getraumatiseerd uit terug. De verwachte snelle overwinningen kwamen
er niet: het werd een afschuwelijke nachtmerrie die de mensheid nog nooit
eerder had gezien.
Nieuwe wapens deden hun intrede: het vliegtuig en de tank. Het vliegtuig
werd in eerste instantie gebruikt voor verkenningsdoeleinden, maar toen de
Nederlandse vliegtuigbouwer Anthonie Fokker ontdekte hoe een mitrailleur
door de propeller kon schieten, werd het al spoedig gebruikt als aanvalswapen.
Het kon al behoorlijk zware bommen afwerpen en daardoor aanvalssteun
geven. Talloze luchtgevechten hebben later aanleiding gegeven alsof de lucht-
oorlog een soort ‘ridderlijk’ karakter had, maar zij was net zo smerig en niet-
sontziend als die op de grond.
De Britse marine begon een blokkade van de Duitse havens. De Duitsers
antwoordden met een nieuw wapen: de duikboot. Deze konden de blokkade
omzeilen en torpedeerden vele handelsschepen. Op 7 mei 1915 maakte een
Duitse duikbootcommandant een grote blunder: hij torpedeerde het Britse
passagiersschip Lusitania. Aan boord bevonden zich vele Amerikaanse passa-
giers. Bijna 1200 opvarenden kwamen om het leven. Het veroorzaakte in
Amerika een golf van verontwaardiging en de publieke opinie keerde zich
tegen de Duitsers. Zo kwam het land langzamerhand in het kamp van de
Entente en keerde zich af van de politiek zich niet met de Europese aangele-
genheden in te laten. Enkele Duitse kruisers zagen kans Britse koopvaardijen
marineschepen tot zinken te brengen maar werden al spoedig buiten gevecht
gesteld. De Duitse duikboten werden effectief bestreden en daardoor was de
Duitse marine vleugellam in haar havens opgesloten. Zij probeerde het één
keer op 31 mei 1916: ze voeren uit en de Britten kwamen uit hun Schotse
basis Scapa Flow. Bij het Deense Jutland werd een enorme zeeslag gevoerd.
De Britse minister van marine Winston Churchill had met een vooruitziende
blik de marineschepen op stookolie laten ombouwen en waren daardoor veel
sneller en wendbaarder geworden dan de Duitse die nog met kolen gestookt
werden. Door hun zwaardere kanonnen en betere pantsergranaten waren de
Duitsers aanvankelijk in het voordeel, maar de snellere Britse schepen dreig-
den hen te omsingelen. De Duitsers trokken zich terug naar hun havens en
zouden er niet meer uitkomen. En dat terwijl de steeds groter wordende
Duitse vloot een van de oorzaken van de oorlog was.
Buiten het Europese strijdtoneel verloren de Duitsers al kun juist verkregen
koloniën aan de Britten en de Fransen. Met Britse steun versloegen de
Arabieren hun Turkse overheersers en kregen zo Saoedie-Arabië weer terug.
De Britten lanceerden in samenwerking met de Russen een aanval in het
gebied rond Constantinopel. Het idee was van Winston Churchill. Men zou

40
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

aanvallen in de ‘weke onderbuik’ van Europa, en via de Balkan en de Donau-


vallei de Duitsers in de rug aanvallen. Het was een idée-fixe van Churchill.
Ook tijdens zijn premierschap in de Tweede Wereldoorlog bleef hij er in gelo-
ven. Het mislukte door doortastend optreden van de Turken maar vooral door
een slechte voorbereiding, getreuzel en slecht leiderschap van de commandan-
ten. Het kostte vooral vele duizenden Australische en Nieuw-Zeelandse mili-
tairen het leven. De Russen werden in het defensief gedrongen in Roemenië,
dat sympathiseerde met de Entente, werd nu gedwongen graan en olie te leve-
ren aan de Duitsers. De campagne had de oorlog aanzienlijk kunnen bekorten
en het mislukken had verstrekkende gevolgen voor de Balkan en Rusland, zelfs
tot na de Tweede Wereldoorlog. Churchill trad af als minister.
Aan het westelijk front probeerden de Duitsers eind februari 1916 bij
Verdun een doorbraak te forceren. Meer dan 600.000 levens zou het offensief
eisen, maar de Fransen onder generaal Pétain hielden stand. Na de slag hero-
verden ze het verloren gegane terrein weer. Langzamerhand sloeg de weeg-
schaal om in het voordeel van de Entente. De Britten voerden de dienstplicht
in en enorme hoeveelheden oorlogsmateriaal werd door de Verenigde Staten
aangevoerd. De Russen gingen in de zomer van 1916 weer in de aanval en
konden door de Duitsers en Oostenrijkers met grote moeite worden tegenge-
houden. In het westen gingen de Britten aan de Somme in de aanval, maar ook
dit offensief liep vast. Het westelijk front bond miljoenen manschappen en
was geen kans op een beslissende doorbraak voor een der partijen. Het zou
ruim 2 miljoen man het leven kosten. Met de gewonden en krijgsgevangen
samen bedroegen de verliezen ruim 7 miljoen.
Oostenrijk-Hongarije begon oorlogsmoe te worden. De Tsjeschen en Polen
begonnen in opstand te komen en liepen massaal over naar de Russen. De
Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken Graaf Czernin begon geheime
vredesonderhandelingen met de Entente en beloofde zelfbestuur van de
Slavische volken. Toen het uitlekte trad hij af om de keizer, die ook in het
complot zat, te dekken.

Amerika komt in de oorlog


Onder leiding van president Woodrow Wilson werden de Verenigde Staten
steeds verder in de oorlog betrokken. In eerste instantie beperkte het zich tot
grote kredieten en levering van oorlogsmateriaal aan de Entente. Maar toen de
in het nauw gedrongen Duitsers een onbeperkte duikbootoorlog ontketenden
en ook Amerikaanse schepen aanvielen, werd Amerikaanse deelname aan de
oorlog onvermijdelijk. De Duitsers boden begin 1917 in het geheim de
Mexicanen hulp aan bij het terugveroveren van gebieden die in 1840 door de
Amerikanen geannexeerd waren. Het lekte uit en Amerika verklaarde
Duitsland in april 1917 de oorlog. Het werd een ommekeer in de wereldge-

41
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

schiedenis: de kinderen en kleinkinderen van de emigranten die door sociale


en politieke wanhoop Europa ontvluchtten zouden daar een beslissende rol
gaan spelen. Wilden de Duitsers en Oostenrijkers nog een kans maken dan
moest het snel een beslissing forceren voordat de Amerikanen met hun enor-
me industriële potentieel zich serieus met de oorlog gingen bemoeien. En die
kans kwam er inderdaad. Er was geen oorlogsgeweld voor nodig.

De Russische revolutie
Toen in 1914 de oorlog uitbrak waren de Russen gezagsgetrouw: ze offerden
al eeuwenlang gehoorzaam hun leven aan het front voor de tsaar.
Revolutionairen en agitators als Lenin waren naar het buitenland gevlucht of
naar Siberië gedeporteerd. Het sinds kort geïnstalleerde Russische parlement
de Doema, streefde naar de constitutionele monarchie. Maar ook hier kwam
een conservatieve reactie: men voerde de dringend noodzakelijke sociale en
economische hervormingen niet door. Tsaar Nicolaas II en zijn echtgenote
waren de drijvende krachten hierachter.
Na de nederlagen tot 1915 nam de tsaar zonder enig militair inzicht het
opperbevel op zich met als resultaat dat de verliezen nog groter werden. De
Doema eiste dat er ministers aangesteld zouden worden die het vertrouwen
van de bevolking hadden. Het werd botweg afgewezen. Er waren vooral in St.
Petersburg (de toenmalige hoofdstad) te weinig voedseltransporten en de
bevolking begon honger te lijden. In maart 1917 braken daar grote stakingen
uit. Ruim 200.000 burgers vielen regeringsgebouwen aan. Kozakken en bere-
den politie kregen opdracht de opstand neer te slaan. Dat gebeurde genade-
loos met sabels en vuurwapens. Honderden vonden de dood. De opstand werd
niet gedragen door een politieke beweging, maar kwam spontaan voort uit een
algemeen gevoelen van onmacht. Men wenste een democratisch bestel, had
genoeg van de oorlog en de honger. Het optreden van de regering had een ave-
rechts effect: de volgende dag kwamen er nog meer massa’s op de been. Er
werden infanteriebataljons uit de omgeving in de stad gestuurd. Zij bestonden
grotendeels uit slecht bewapende ongemotiveerde militairen van het platte-
land, die weigerden op mensen te schieten met zij zich verbonden voelden. Zij
schoten op hun eigen officieren en sloten zich bij de demonstranten aan. De
regering had de situatie toen niet meer in de hand. De opstandige soldaten
bestormden het parlementsgebouw en eisten van de Doema de verantwoor-
ding over te nemen; een redelijke eis.
Meteen daarna kreeg de interim-regering onder vorst Lwow het bericht dat
er een ‘sovjet = raad’ regering was opgericht die bestond uit arbeiders- en sol-
datenraden. Dat had nog niets te maken met een communistisch systeem: het
betekende alleen dat men een vorm van democratie wenste. De tsaar beval
zijn frontgeneraals de orde te herstellen, maar zij aarzelden en zagen de tsaar

42
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

ook niet meer als een alleswetend figuur: het zou betekenen dat de Duitsers en
Oostenrijkers weer grote gebieden zouden kunnen veroveren. Slechts mond-
jesmaat stuurden zij troepen naar de hoofdstad. De tsaar was nu gedwongen
een regering te installeren die gesteund werd door de meerderheid van de
bevolking, wat hij al veel eerder had moeten doen. Deze werd door de sowjets
onder druk gezet het aftreden van de tsaar te eisen en zijn minderjarige zoon
tot opvolger te benoemen. De broer van de tsaar zou als regent optreden.
Maar hij weigerde. Het waren nog steeds gematigde eisen. Men zag de tsaar als
de oorzaak van de moeilijkheden maar wilde de dynastie een nieuwe kans
geven.
De regeringsleider Kerenski verwachtte dat de sowjets spoedig zouden ver-
dwijnen, maar buiten de grote steden namen ze steeds meer de macht over.
Vooral de boeren die eeuwenlang als lijfeigenen waren behandeld begonnen
op grote schaal eigendommen van de landheren en de kerk over te nemen.
Nog steeds waren het de politieke partijen en vakverenigingen die een demo-
cratie naar westers voorbeeld wensten, maar Kerenski maakte de historische
blunder door zichzelf tot opperbevelhebber te benoemen. Zijn offensief (hij
hoopte door een overwinning vaster in het zadel te komen) werd bloedig afge-
slagen en de Duitsers en Oostenrijkers begonnen weer op te rukken. Kerenski
reageerde als een kat in het nauw: hij beschuldigde de opperbevelhebber
Kornilow van hoogverraad. De burgerlijke en conservatieve groeperingen
accepteerden dit niet en daarmee was de rol van Kerenski uitgespeeld. Er ont-
stond nu een gevaarlijk machtsvacuüm. Men hoopte dat de gematigde krach-
ten het land nog konden redden, maar er stond niemand op om de verant-
woordelijkheid op te nemen.

De vrede van Brest-Litowsk


Uiteraard gingen deze ontwikkelingen niet aan de aandacht van de Duitsers en
Oostenrijkers voorbij. Ze zagen een gouden kans om de oorlog in het oosten
snel te beëindigen en al hun troepen van het oostelijk front naar het westen
over te brengen en zo de Amerikanen een kansrijk tegenwicht te bieden. Hun
geheime diensten zorgden ervoor dat een aantal agitators die in ballingschap
verbleven met valse papieren maar vooral met veel geld naar Rusland terugke-
ren konden en zo voor nog meer onrust en instabiliteit konden zorgen. Eén
van hen, de eerdergenoemde Vladimir Iljits Oeljanow (Lenin) was de meest
succesvolle. Hij verbleef in 1917 in Zwitserland en had er geen enkel pro-
bleem mee om met behulp van de vijanden van zijn volk naar Rusland terug te
keren. Hij liet er geen gras over groeien en ging meteen tot de aanval over. Op
9 april 1917 hield hij een redevoering op een bolsjewistisch congres. Hij was
geen imponerend figuur: klein van stuk en met een bruine baard. Maar hij was
een begenadigd redenaar. Hij kon met korte zinnen op eenvoudige wijze com-

43
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

plexe situaties begrijpelijk maken en daardoor de mensen achter zijn denk-


beelden krijgen. Hij stelde dat de oorlog tot elke prijs moest worden beëindigd
en door een internationale revolutie van soldaten en arbeiders zou moeten
worden opgevolgd.
De bolsjewistische partij was op dat moment slechts een splinterpartij: zij
vertegenwoordigde nog geen kwart van de volksvertegenwoordiging. Lenin zat
daar niet mee. Hij beperkte zich tot opruiende redevoeringen, onderwerpen
die men graag wilde horen en die hij zou veranderen. Maar zijn doel was voor-
al het staatsgezag te ondermijnen. Hij wenste de oorlog te beëindigen. En dat
was precies wat de Duitsers en Oostenrijker wensten.
Er kwam een nieuwe hoofdrolspeler op het toneel: de Georgiër Josef
Vissarinovitsj Dzugasvili, beter bekend onder naam Josef Stalin. Verscheidene
malen was hij gearresteerd door de tsaristische politie en evenzovele malen
ontsnapt. Hij sloot zich bij de bolsjewieken aan en werd hoofdredacteur van
hun krant: de ‘Prawda’ (de waarheid). Hij was een autodidact met een enorme
hoeveelheid parate kennis en had een groot ondergronds netwerk opgebouwd.
Lenin moest weer vluchten: hij werd gezocht door de geheime politie en week
uit naar Finland.
Er was nog een ander persoon actief: Lev Davidowitz Bronstein, bekend
onder de naam Trotski. Hij was een man die internationaal kon denken en niet
alleen de Russische omstandigheden zag. Hij was daarom bereid consessies te
doen. Ook hij was lange tijd in ballingschap geweest. Hij kon zich niet vinden

Vladimir Iljits Oeljanow Josef Vissarinovitsj Lev Davidowitz


(Lenin) op een foto geno- Dzugasvili (Stalin) in Bronstein (Trotski)
men door de tsaristische 1902
politie rond 1898. Vlak
daarna vluchtte hij naar
Zwitserland

44
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

in de dictatoriale partijdiscipline van Lenin. Hij verwachtte dat de meeste


andere partijen in Rusland uiteindelijk met de bolsjewieken zouden gaan
samenwerken. Toen hem dat te lang duurde liet hij het gerucht verspreiden
dat de regering van plan haar zetel van St. Petersburg naar Moskou te ver-
plaatsen. Het veroorzaakte grote onrust in het land. Trotski zag kans militair
commandant van de garnizoenen in de grote steden te worden en legde zo de
basis van de macht van het Rode Leger dat een grote rol zou gaan spelen. Het
is de geschiedenis ingegaan als de Oktoberrevolutie, maar er was niet veel
revolutionairs aan en verliep, ondanks pogingen van de voorlopige regering,
praktisch zonder bloedvergieten.
Lenin rook zijn kans en keerde met gezwinde spoed terug op het politieke
toneel en binnen de kortste keren was hij de man die aan de touwtjes trok. Hij
kwam er snel achter dat hij een failliete tsaristische erfenis had overgenomen:
het bankwezen, de industrie en landbouw zaten aan de rand van de afgrond en
moesten zo spoedig mogelijk weer op gang worden gebracht. Lenin organi-
seerde een ‘Pan-Russisch’ partijcongres met de bedoeling de neuzen van de
deelstaten in één richting te krijgen. Nog steeds waren de bolsjewieken een
minderheid. De rechtse krachten waren te bang en de sociaal democraten
dachten een linkse overwinning te hebben behaald en hadden niet door dat
Lenin uit was op een dictatoriaal stelsel. Zijn eisen werden ingewilligd: de bui-
tenlandse schulden zouden niet worden terugbetaald, het particulier eigen-
dom werd afgeschaft, de censuur werd ingevoerd en de boeren werd beloofd
dat de grond onder hen zou worden verdeeld. Besloten werd de oorlog zo
spoedig mogelijk te beëindigen. Trotski kreeg als doekje voor het bloeden de
post van minister van buitenlandse zaken en Stalin werd volkscommissaris
voor niet-Russische nationaliteiten.
Het betekende een breuk met de Entente. Door het afschrijven van de
schulden werden in de hele wereld miljardenverliezen geleden, wat een soort
economische crisis betekende en dat tijdens een oorlog. De Duitsers en
Oostenrijkers begonnen weer hoop in het oorlogsverloop te krijgen. In novem-
ber 1917 begonnen de onderhandelingen in het stadje Brest-Litovsk (het
tegenwoordige Brest in Litauen). Lenin stond er volledig achter. Op 3 maart
1918 werd in Brest-Litovsk door Rusland afstand gedaan van Polen, Litauen
en de zuidelijke Baltische staten. De Oekraïne verkreeg onafhankelijkheid.
Het verlies van de Oekraïne was voor Rusland een regelrechte ramp: het ver-
loor het grootste deel van haar spoorwegverbindingen, de staal- en textielin-
dustrie en vooral de landbouw. Het deerde Lenin absoluut niet: hij verwacht-
te dat door een internationale revolutie van soldaten en arbeiders de verloren
gegane gebieden (inclusief Finland, Polen en de Baltische staten) spoedig zou-
den terugkeren in de Russische moederschoot. In werkelijkheid brak er een
burgeroorlog uit.

45
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De Duits-Oostenrijkse en Ottomaanse (Turkse) onderhandelingsdelegatie te


Brest-Litowsk in 1918

De Entente beschouwde Rusland nu als een Duits-Oostenrijkse bondgenoot


en stuurde met Amerikaanse en Japanse steun troepen naar Archangel en
Wladiwostok in Oost-Siberië om hun oorlogsvoorraden terug te vorderen,
maar vooral om de spoorwegverbindingen in dat gebied zeker te stellen. Dat
had ook alles te maken met het miljardenverlies door de afschrijvingen en de
Russische spoorwegen maakten daar een substantieel deel van uit. Men vond
dat zo belangrijk dat Franse en Britse troepen aan het al zo verzwakte weste-
lijk front onttrokken werden en naar het verre Siberië werden overgeplaatst.
De Russische boeren hadden ook genoeg van de Bolsjewieken die hun
voedsel in beslag namen om hun aanvallen te kunnen voortzetten. Zij weer
werden gesteund door ±30.000 Tsjechen die uit het Oostenrijks-Hongaars
leger waren gedeserteerd en zich bij het tsaristische leger hadden aangesloten
en de Bolsjewieken niet zagen zitten. Zij vreesden dat hun land zou worden
bezet. Het was Trotski die kans zag als commissaris van de volksverdediging de
Bolsjewistische troepen te reorganiseren en zo langzaam maar zeker naar de
overwinning te leiden.
Zonder pardon werden tsaar Nicolaas en zijn gezin in Jekatarinaburg ver-

46
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

Tsaar Nicolaas met zijn gezin.


Op 16 juli 1918 werden ze allemaal te Jekatarinaburg vermoord

moord. Het nieuws sloeg in de wereld in als een bom. Ruim een eeuw geleden
gebeurde hetzelfde met de Franse koning Lodewijk en zijn vrouw Marie
Antoinette. Maar deze keer werden ook nog de kinderen vermoord. De angst
voor het communisme werd er enorm door versterkt. Een eeuwenoude
dynastie verdween voorgoed van het toneel.

Dreigende revoluties aan het westelijk front


Aan het westelijk front trad net als in Rusland vooral in Frankrijk in 1917 oor-
logsmoeheid op. Drie jaar lang probeerde men elkaars stellingen te doorbre-
ken met zware intensieve artilleriebeschietingen, gifgas en de inzet van com-
plete regimenten, maar toch was het front sinds 1914 nauwelijks verschoven.
Miljoenen waren gedood, voor het leven verminkt of getraumatiseerd. Aan
beide zijden had iedereen wel familie of vrienden verloren. Door de vrede van
Brest-Litowsk stroomden veel Duitse en Oostenrijkse troepen naar het weste-
lijk front. De Franse oud-minister van marine, Augagneur, verklaarde dat het
geen zin had de oorlog voort te zetten zonder Rusland en dat Amerika te laat
kwam. In Frankrijk braken massale stakingen uit en de vakbonden drongen aan

47
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

op welke vrede dan ook. De Franse regering antwoordde met processen tegen
deserteurs en militairen die weigerden voor de zoveelste keer in de granaten
en mitrailleurs te stormen. Velen van hen werden ter dood gebracht om een
voorbeeld te stellen aan de fronttroepen. In enkele gevallen werd zelfs de artil-
lerie tegen de eigen muitende infanterie ingezet.
Zo was er de Nederlandse striptease-danseres Margaretha Zelle (Mata
Hari). Zij was in 1895 getrouwd met de KNIL-officier luitenant Rudolf
Macleod, die in de Atjeh-oorlog in Sumatra vocht. Daar leerde zij de oosterse
dansen en gaf daar een extra erotisch tintje aan. Het was voor die tijd een sen-
satie. Daardoor kwam zij in contact met allerlei hooggeplaatste personen en
werd beschuldigd van spionage voor de Duitsers en hoewel er een flinterdun
weinig overtuigend bewijs was door een krijgsraad ter dood veroordeeld. Op
15 oktober 1917 werd ze bij de slotgracht van het kasteel van Vincennes
doodgeschoten door een vuurpeloton, waarna haar lichaam aan de weten-
schap ter beschikking werd gesteld omdat niemand het opeiste Alles werd er
aan gedaan om te laten geloven dat de oorlog niet voorspoedig verliep door
lafaards, verraders en spionnen. In werkelijkheid werd de rekening gepresen-
teerd van de industriële oorlog: er werd aangevallen met ouderwetse massa-
liteit en verdedigd met moderne middelen. Het Russische koningsdrama
begon in het westen de regeringen en generale staven te verontrusten: zou de
revolutie (het communisme) overslaan?

Op 15 oktober 1917 werd het doodvonnis van de Nederlandse


Margaretha Zelle (Mata Hari) in de slotgracht van het kasteel van Vincennes
voltrokken door een vuurpeloton, waarna haar lichaam aan de wetenschap ter
beschikking werd gesteld omdat niemand het opeiste

48
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

Intussen was Amerika in de oorlog betrokken. President Thomas Woodrow


Wilson begon er met grote tegenzin aan. De oorlog was geen ‘ver van m’n bed
show’: de gruwelijke details stonden elke dag breed uitgemeten in de
Amerikaanse kranten en de kinderen van de Europese emigranten die het poli-
tieke bankroet van hun werelddeel voor een betere toekomst waren ontvlucht,
zouden nu voor de beslissing moeten gaan zorgen. Wilson was volkomen op
de hoogte van het standpunt van de Britten en Fransen dat Duitsland de ver-
oorzaker van de oorlog was. Hij was er van overtuigd dat de oorlog door de
Entente samen met de Amerikanen zou worden gewonnen, maar had een
vooruitziende blik: hij voorzag nieuwe onrust in Europa als Duitsland zou
worden vernederd. Hoewel de Verenigde Staten van oorsprong een
Angelsaksisch land is, woonden (en wonen) er velen met een Europese
afkomst die de Eerste Wereldoorlog met een andere bril bekeken, zoals etni-
sche Russen, Duitsers, Oostenrijkers en Polen. Hij had daar wel degelijk reke-
ning mee te houden.
Op 21 maart 1918 begonnen de Duitsers een enorm offensief. Ze beseften
dat het de laatste kans was. Voor het eerst sinds het begin van de oorlog kwam
het front vooral tussen Ieperen en Reims in beweging. De Duitse infanterie
rukte massaal op, maar in verspreide formaties: daardoor hadden de artillerie
en mitrailleurs veel minder vat op hen. Snel veroverden ze de Britse en Franse
loopgraven en rukten op naar de Somme, het riviertje dat de Britten bijna vier
jaar lang taai verdedigd hadden. Het Britse 5e Leger werd vernietigend versla-
gen. Tussen de Britse en Franse legers ontstond een gevaarlijk gat richting het
Kanaal.

President Thomas Generaal Pershing Generaal Ludendorff,


Woodrow Wilson die in het naoorlogse
Duitsland een bedenke-
lijk rol zou gaan spelen

49
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De Entente besloot daarop een gezamenlijk oppercommando in te stellen:


het zou geleid worden door de Franse maarschalk Ferdinand Foch. Hij had in
eerdere campagnes bewezen uitstekend in staat te zijn legers van verschillende
nationaliteiten tot één geheel samen te voegen en succesvol te zijn. Hij veran-
derde de strategie totaal. Hij was niet uit op een beslissende doorbraak op één
punt, maar viel aan waar het mogelijk was om het Duitse offensief te ver-
zwakken. Het was succesvol. De Duitsers werden langzaam maar zeker terug-
gedrongen en het liep vast.
De Duitse opperbevelhebber Ludendorff wist dat de Amerikanen onder-
weg waren en de Kanaalkust moest veroverd worden om de havens in te
nemen. Op 14 april 1918 lanceerde hij een grote aanval op Calais. Ook deze
was aanvankelijk succesvol, maar de reserves van Foch slaagden erin op tijd
het front te bereiken. Ludendorff was ten einde raad. Hij besloot tot een alles
of niets offensief bij Chémin des Dames nog geen 100 kilometer van Parijs.
Het veroorzaakte paniek: de Franse regering overwoog te evacueren. Achter
de schermen werd over een wapenstilstand gesproken en er werd gezaagd aan
de poten van de stoel van Foch. President George Clemenceau ‘de tijger’ sprak
daarop in harde woorden het parlement toe en verwees naar de frontsoldaten
die het vuile werk moesten doen en niet in de steek konden worden gelaten.
Het was erop of eronder voor de Franse regering en de Entente. De Duitse
rechtervleugel werd aangevallen en teruggedrongen en in het Duitse kamp
ontstond nu ook oorlogsmoeheid. De aangevoerde versterkingen van het
oostelijk front hadden aanvankelijk succes gehad maar konden de gehoopte
beslissing niet forceren. Ze hadden de Kanaalhavens niet kunnen veroveren en
nu stroomden de Amerikaanse troepen onder generaal ‘Black Jack’ Pershing
massaal binnen. Juni 1918 waren dat er al 1.200.000 en dat was de genadeslag
voor de Duitsers.
De Fransen gingen toen ook op grote schaal tanks inzetten. De tank was al
in 1915 door de Britten gebruikt. Vooral Winston Churchill was een groot
voorstander van de verdere ontwikkeling ervan, maar de generale staf zag er
niets in. Ook de Duitsers hadden geen plannen in die richting, maar nu waren
het de Franse tanks die het front openbraken. De combinatie van aanvallende
tanks gevolgd door de in een gespreid front oprukkende infanterie dreef de
Duitsers langzaam maar zeker terug richting Antwerpen en de Maas. Maar zij
waren nog niet verslagen: het Entente-offensief eiste van augustus tot de
wapenstilstand in november eiste meer dan een miljoen doden en gewonden.
De oorzaak van de Duitse nederlaag moet ook in eigen land gezocht wor-
den. Het volk leed honger. Alle elementaire levensbehoeften waren gerantsoe-
neerd en bereikten in 1918 een kritieke grens die de volksgezondheid ging
bedreigen. De blokkade van de Britse marine begon haar vruchten af te wer-
pen. Aardappelen waren praktisch niet meer te krijgen en werden vervangen

50
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

door koolrapen. Doordat de bevolking steeds meer verzwakte, breidden ziek-


ten als tuberculose zich steeds meer uit. De oorlogsmoeheid werd groter en
groter.

Een nieuwe vijand: de Spaanse griep


Met de komst van de eerste Amerikaanse troepen in Europa werd ook de
Spaanse griep geïntroduceerd. Waar de ziekte precies is begonnen is niet dui-
delijk. Er is een theorie dat het een gemuteerd varkensgriepvirus is afkomstig
van Chinese spoorwegarbeiders die in Amerika werkten. Een andere theorie is
dat de Amerikaanse militairen werden gevaccineerd tegen te veel ziektes tege-
lijk. Men denkt dat daarbij een mutatie van het griepvirus is ontstaan. Het eer-
ste gedocumenteerde geval is dat van soldaat Albert Mitchell, die zich op 11
maart 1918 ziek meldde in Fort Riley in de staat Kansas in de Verenigde
Staten. De ziekte verspreidde zich met grote snelheid over de wereld. Vanuit
de Verenigde Staten naar het Oosten en vandaar uit weer terug naar het
Westelijk halfrond. De Eerste Wereldoorlog was nog in volle gang en door de
censuur kwamen er weinig berichten naar buiten over de ziekte. In Spanje, dat
niet aan de oorlog deelnam, werd in de pers veel aandacht besteed aan de epi-
demie. De ziekte werd daarom de Spaanse griep genoemd.
De griep begon met hoge koorts, hoesten, spierpijn en keelpijn. Gevolgd
door extreme moeheid en flauwtes. Men verloor zoveel energie dat men niet
meer kon eten en drinken. De ademhaling werd steeds moeilijker, gevolgd
door de dood. Er kwamen veel nepmedicijnen op de markt, die beloofden de
griep te kunnen voorkomen of zouden kunnen genezen. Maar een effectief
medicijn was er niet. Naar schatting hebben meer dan een half miljard mensen
de ziekte opgelopen. In totaal stierven er rond 40 miljoen mensen aan. Bij een
‘normale’ griep worden vooral ouderen en anderen met een lage weerstand
getroffen. Zo niet bij de Spaanse griep: het waren vooral de mensen in de leef-
tijdsgroep van 20 tot 40 jaar die overleden. In het voorjaar van 1919 was de
ziekte uitgewoed. Alleen al in Nederland stierven binnen enkele maanden
27.000 mensen aan de Spaanse griep. De meesten in de maand oktober
(16.960), november (5506) en december (5321) van 1918. Een op de 250
Nederlanders overleed aan de Spaanse griep. Binnen een jaar stierven in de
hele wereld dubbel zoveel mensen aan de griep als in vier jaar oorlog. Deze
ramp kwam er dus ook nog bij.

De revolutie slaat over naar Duitsland


Toen in Duitsland ook de 18-jarigen onder wapenen werden geroepen werd
de weerstand onder de bevolking steeds groter. Men wenste, hoe dan ook,
vrede. Ludendorff zag samen met Hinderburg geen mogelijkheden meer voor
een militaire overwinning. President Woodrow Wilson had in februari 1918

51
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

het Amerikaanse congres een lijst met 14 punten voorgelegd waaraan de


wereld zich na de oorlog zou moeten gaan houden. Samengevat kwamen zij er
op neer dat de volken die bezet werden weer hun onafhankelijk zouden krij-
gen (bijvoorbeeld Polen, Tsjechië, Hongarije en de Balkanvolken die bezet
werden door het Turks-Ottomaanse rijk). De wereldzeeën zouden door ieder-
een vrij bevaren konden worden. In de koloniën zouden problemen van de
bevolking onpartijdig beoordeeld worden en er zou een Volkenbond opgericht
worden die ervoor zou zorgen dat ook de onafhankelijkheid van de kleine lan-
den gegarandeerd zou worden.
Het was Ludendorff die de Duitse minister van buitenlandse zaken ver-
zocht langs diplomatieke weg op basis van de 14 punten van Wilson vredes-
onderhandelingen te beginnen. De Duitse regering was onderling verdeeld en
de harde waarheid was nog niet aan het parlement meegedeeld.
September 1918 deed Oostenrijk-Hongarije openlijk voorstellen om tot
een afzonderlijke vrede te komen. Ze werden afgewezen, maar de band met
Duitsland kreeg een gevoelige knauw. Ludendorff nam ontslag omdat hij
‘overspannen’ zou zijn. Op 26 september 1918 werd generaal Groener de
nieuwe bevelhebber. Ludendorff zou in het naoorlogse Duitsland een beden-
kelijke rol gaan spelen. President Wilson werd de onderhandelaar: met hem
wisselde de Duitse regering steeds neer nota’s uit en moest veel water in de
wijn doen. Die hoopte op deze wijze dat Lloyd George en Clemenceau zich
soepeler zouden gaan opstellen. Duitsland moest beloven de bezette gebieden
te ontruimen en de duikbootoorlog te beëindigen.
President Wilson verklaarde geen vertrouwen te hebben in keizer Wilhelm
en zag voor hem in het naoorlogse Duitsland geen plaats meer. Daarop verliet
de keizer Berlijn en vertrok naar het hoofdkwartier in Spa om zich onder
bescherming van het leger te stellen. De regering en politieke partijen aarzel-
den om de keizer af te zetten.
De Duitse admiraliteit vond het toen nog nodig om de vloot in Kiel het
bevel te geven uit te varen om de Britse blokkade te breken. Het was waan-
zinnig: de Britse vloot lag voor de kust klaar en de Duitse zou afgeslacht wor-
den. Daarop kwamen de bemanningen in opstand. Officieren werden ver-
moord: het werd een complete anarchie. De matrozen trokken hun uniformen
uit en gingen naar huis. Ze zwermden over het hele land uit en de revolutie
was een feit. Alle opgekropte frustraties kwamen naar voren en overal werden
naar Russisch voorbeeld arbeiders- en soldatenraden op. Daarop riep de
sociaal democratische minister Philip Scheidemann de republiek uit en tegelij-
kertijd deed de leider van de onafhankelijke socialisten, Karl Liebknecht, het-
zelfde. Het opperbevel kon toen alleen nog maar de sociaal democraten steu-
nen in de hoop de revolutie in te dammen. Daarmee werd de republiek erkend
en was de rol van de keizer uitgespeeld. Maar ook generaal Groener zag geen

52
De gruwelen van de Eerste Wereldoorlog

perspectief voor hem meer en dus moest de keizer naar een land dat hem
wilde opnemen.
In het diepste geheim stuurde koningin Wilhelmina haar vertegenwoordi-
ger Van Heutz naar België. Hoewel Nederland tijdens de oorlog een strikte
neutraliteit probeerde na te leven bezocht de prins-gemaal Hendrik regelmatig
het Duitse hoofdkwartier. Hij deed dat in zijn functie van voorzitter van het
Nederlandse Rode Kruis. Hij stak zijn bewondering voor het Duitse leger niet
onder stoelen of banken. Tijdens haar jeugd bezocht Wilhelmina samen met
haar moeder prinses Emma zu Waldeck und Pyrmunt enkele malen de keizer
die ze ‘onkel Willie’ mocht noemen. De zaak werd snel beklonken: de keizer
meldde zich met een klein gevolg bij het grensplaatsje Eysden. Hij ging wonen
in een buitenverblijf in Doorn tot aan zijn dood in 1941. Daar werd hij regel-
matig bezocht door prins Hendrik en later door prins Bernhard en zijn moeder
prinses Armgard. Het is tekenend voor de pro-Duitse stemming in Nederland:
eerst was het de Zuid-Afrikaanse Boerenleider Paul Kruger die geholpen werd
en in 1918 de Duitse keizer.

De wapenstilstand en de ingrediënten voor een nieuwe oorlog


President Wilson vroeg de Britten en de Fransen om hun mening over zijn 14
punten met betrekking tot een wapenstilstand. Zij gingen er in grote lijnen
mee akkoord op voorwaarde dat Duitsland het grootste deel van haar militaire
middelen zou inleveren, de Rijnbruggen zouden bezet worden en zij zouden
het recht hebben herstelbetalingen te eisen. Met dit laatste punt had Wilson
grote moeite: Duitsland werd hiermee aangewezen als de grote aanstichter
van de oorlog, wat maar gedeeltelijk waar was. Hij voorzag in de toekomst

Minister-president Philip Scheidemann Prins Hendrik


Wilson Lloyd George Von Mecklenburg-
Schwerin

53
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

grote problemen hierover en zou meer dan gelijk krijgen. Maar hij stond onder
grote druk om een eind aan de oorlog te maken. Ook de Amerikanen hadden
grote verliezen geleden en de publieke opinie was de oorlog meer dan beu.
Bovendien was hij ook getroffen door Spaanse griep en zijn weerstandsvermo-
gen was nog maar gering. Hij ging akkoord met de Britse en Franse eisen en zo
werden de ingrediënten voor een nieuwe oorlog opgediend.
Op 31 oktober 1918 capituleerde Turkije en Oostenrijk-Hongarije deed
hetzelfde op 4 november. Duitsland stond alleen en kon slechts naar de onder-
handelingstafel gaan. De Duitse delegatie kreeg een vrijgeleide en bij het dorp-
je Rhètondes in de bossen van Compiègne zat generaal Foch de vergadering
voor in de privé-salonwagen van de Franse spoorwegen die hij tot zijn beschik-
king had. De Duitse onderhandelaar Erzberger kon slechts de voorwaarden
van Foch accepteren en op 11 november 1918 werd de wapenstilstand onder-
tekend (geen capitulatie). In werkelijkheid duurde de oorlog nog een paar
dagen. Men had tijd nodig de commandanten op de hoogte te stellen en dat
gaf sommigen van hen de gelegenheid nog een laatste ‘glorieuze’ aanval uit te
voeren. Alsof het nog niet genoeg was geweest.
Uit de rook- en gifgaswolken kwam een gebroken Europa tevoorschijn: het
Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk bestond niet meer: Hongarije werd een onaf-
hankelijke staat, hetzelfde gebeurde op de Balkan. Europa was niet in staat
geweest deze zinloze massamoord te voorkomen en het resultaat was een her-
schikking van de machtsverhoudingen in de wereld. Vanaf 1918 was Amerika
het machtigste land van de wereld. De koloniale gebieden van Europa begon-
nen hun onafhankelijkheid te eisen.
De Russische tsaar en zijn gezin waren vermoord en vervangen door een
communistisch regime dat in de 20e eeuw de in grote mate de politieke ver-
houdingen zou gaan beïnvloeden. De Duitse keizer zat in ballingschap en zijn
land verkeerde in een staat van anarchie en het communisme dreigde naar
West-Europa over te slaan. Vooral in de Oost-Europese gebieden waren het
zwaarbewapende bendes die in grote gebieden de dienst uitmaakten en meer
te vertellen hadden dan de lokale bewindvoerders.
Eind 1918 kan men Europa vergelijken met een bokser die knock-out is
geslagen en als hij weer bijkomt is de het vertrouwde wereldbeeld dat hij had
verdwenen. De grote vorstenhuizen waren verdreven of vermoord. Grenzen
werden ondoordacht opnieuw getrokken op basis van sentimenten en nieuwe
staten ontstonden. Etnische verschillen leidden tot grote vluchtelingenstro-
men wat de kiem legde voor grote conflicten in de toekomst. Bij de eeuwwis-
seling in 1900 zag het er allemaal nog zo mooi en optimistisch uit. 18 jaar later
na een gruwelijke oorlog met vele miljoenen zinloze doden was het alleen
maar wachten op de volgende catastrofe. Daar hoefde je geen profeet voor te
zijn en velen deden dat ook al in die tijd. Er werd niet naar geluisterd.

54
De doos van Pandora
De wapenstilstand kwam in Duitsland hard aan. Het land zelf (met uitzonde-
ring van delen van Oost-Pruisen} was geen oorlogsgebied geweest en kende
geen enorme verwoestingen zoals in België en Frankrijk. Wel werd er honger
geleden, maar toen het Duitse leger in grote aantallen naar huis terugkeerde,
ontstond er verbittering. Waren al die miljoenen doden en gewonden dan voor
niets geweest? De Amerikaanse opperbevelhebber generaal Pershing had nog
voorgesteld meteen naar Berlijn op te rukken om de Duitsers te laten voelen
dat de oorlog echt afgelopen was. De Britten en Fransen voelden zich echter al
de overwinnaars en wezen het plan af. Een historische blunder met verstrek-
kende gevolgen. Veel Duitse ex-officieren begonnen toen rond te bazuinen
dat de oorlog nog lang niet verloren was geweest en zo ontstond al snel de
mythe van de ‘dolkstoot in de rug’, wat de weg vrijmaakte voor linkse maar
vooral rechtse extremisten die niet lang hoefden te vissen om hun netten te
vullen.
Toch kwam er in het stadje Weimar in 1919 een democratische regering
tot stand met Friedrich Ebert als eerste president van de republiek. Hij had
grote bevoegdheden en toen er grote onlusten, vooral van linkse kant, ontston-
den werden die bloedig onderdrukt. Karl Liebknecht, die van sociaal demo-
craat communist was geworden en Rosa Luxemburg een ‘voorvrouw’ van de
beweging, werden in koelen bloede vermoord.

Onbetaalbare herstelbetalingen
Volgens het verdrag van Versailles mocht het Duitse leger slechts bestaan uit
100.000 man zonder zware wapens. Ex-generaal Ludendorff zorgde voor ver-

Friedrich Ebert Karl Liebknecht Rosa Luxemburg

55
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

sterking door de oprichting van zgn. ‘vrijkorpsen’ die uit voormalige militairen
bestonden. Ze werden rijkelijk bewapend met voorraden die uit de oorlog
teruggekomen waren. Overigens was dat dezelfde Ludendorff die (terecht) de
oorlog wilde beëindigen maar ‘overspannen’ aftrad en het vuile werk door
generaal Groener liet opknappen en nu zichzelf als de grote held naar voren
schoof.
Volgens dat verdrag moest Duitsland 132 miljard goudmark als herstelbe-
talingen doen plus 6 miljard extra aan België plus 27% per jaar van de waarde
van de Duitse export. Omgerekend naar onze tijd een bedrag dat met de fac-
tor 12 vermenigvuldigd moet worden. Dit was niet op te brengen. Vooral de
Franse regering bleef dit eisen en wilde hiermee revanche voor de nederlaag in
1871 en Duitsland voor de toekomst definitief onschadelijk maken. De Britse
regering was er tegen, maar er was apathie ontstaan, men wilde vrede en ver-
wachtte dat de Franse regering wel zou inbinden, maar die deed het niet. De
Franse regering wilde Duitsland helemaal tot op het bot vernederen en
onschadelijk maken voor de toekomsten en dat werd de kiem van de Tweede
Wereldoorlog.
Dit was koren op de molen van Duits ultrarechts: geheime genootschappen
werden opgericht, die communisten, sociaal democraten ja zelfs christen
democraten gingen bestrijden. Het was de tijd van zgn. veemrechtbanken die
mensen ontvoerden. Ze kregen een schijnproces en werden daarna vermoord.
Velen trof dit lot met als meest bekenden de politici Mathias Erzberger en
Walter Rathenau.
In januari 1923 raakte Duitsland achter met de herstelbetalingen. België en
Frankrijk antwoordden met de bezetting van het Ruhrgebied. Het veroorzaak-
te een storm van verontwaardiging, ook in het buitenland. De Belgen en
Fransen namen het bestuur van de grote bedrijven over om op die manier de
schulden te vorderen. Dat veroorzaakte weer grote stakingen. De toch al fra-
giele Duitse economie stortte toen definitief ineen. In het laatste jaar van de
oorlog werd deze gefinancierd door ongelimiteerd geld bij te drukken. Door
de bezetting nam dat gigantische vormen aan. Aan het begin van de bezetting
kostte een Amerikaanse dollar ± 10.000 Duitse marken, binnen een week
20.000, na drie weken 50.000, snel daarna 100.000, een miljoen en zo ging
het maar door. Uiteindelijk waren 39 papierfabrieken en 1200 drukkerijen
nodig om de bankbiljetten, de postzegels en ander waardepapieren te druk-
ken. Midden november 1923 steeg de koers van de Amerikaanse dollar met
570% per seconde. De Duitse regering moest wel ingrijpen ten koste van de
spaarders en een zgn. ‘Grundschuld’ van 3% op het Duitse bezit van landerij-
en, rederijen, industrie etc. De koers werd gestabiliseerd op een biljoenste deel
van de oude mark en de nieuwe rentemark werd ingevoerd. Dit alles was het
geesteskind van de bankier Hjalmar Schacht. Hij was een financiële kameleon.

56
De doos van Pandora

Duitse postzegels die de inflatie binnen twee jaar illustreren: van vijf pfennig naar
50 miljard mark
Hij diende als president van de Duitse
‘Reichsbank’ de democraten en de nazi’s. Hij dien-
de vooral de Duitse grootindustrie die vele weder-
zijdse belangen in Amerika had. Zijn ouders had-
den daar jarenlang gewoond en daardoor had hij
veel contacten daar. Hij was ook een grote vriend
van de voorzitter van de Britse centrale bank
Montague Norman. Die was peetvader van een
kind van hem. We zullen Schacht in augustus
1944 nog tegenkomen bij het veiligstellen van
enorme Duitse kapitalen toen de nederlaag onaf-
wendbaar was en niemand wist tot hoever de
Russen (lees het communisme) zouden oprukken Hjalmar Schacht
naar het westen.
Maar toen kwam ook de Franse frank onder
enorme druk te staan. Frankrijk had in de oorlog
enorme schulden gemaakt en toen de Duitse her-
stelbetalingen uitbleven dreigde een bankroet. De
Britse regering (die altijd al tegen de veel te hoge
herstelbetalingen was) zocht contact met de
Amerikanen. De socialistische en communistische
opstanden waren voorbij gegaan, maar nu zowel
Duitsland en Frankrijk in financieel ten onder
dreigden te gaan laaide de angst voor nieuwe
opstanden (het communisme) op. Onder leiding
van de Amerikaanse bankier Charles G. Dawes
werd een nieuw herstelbetalingsplan opgesteld. Charles G. Dawes

57
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Tot 1929 zou Duitsland jaarlijks 1 miljard goudmark betalen oplopend tot 3
miljard in 1929. Maar het mocht nooit ten koste gaan van het herstel van de
economie. Als onderpand dienden de spoorwegen en de invoerrechten.
Bovendien mocht Duitsland op de kapitaalmarkt 900 miljoen goudmark
lenen, wat door de toen snel aantrekkende economie gemakkelijk lukte.

De erfvijanden Frankrijk en Duitsland worden plotselimg grote vrienden


Zowel in Duitsland als in Frankrijk kwamen nieuwe regeringsleiders aan het
bewind die toenadering zochten: Gustav Stresemann en Aristide Briand. In
1925 werd die ‘ontluikende vriendschap’ bezegeld met het verdrag van
Locarno waar elkaars grenzen werden gegarandeerd en mochten er toch nog
meningsverschillen zijn, dan zouden die door een arbitragecommissie worden
opgelost. Vanwaar deze plotselinge vriendschap tussen twee eeuwenoude erf-
vijanden en dat al kort na de bloedigste oorlog aller tijden? Dat had dus een
heel andere reden dan realistisch denken wat men al in 1914 had moeten
doen.
Volgens het verdrag van Versailles werd mede door aandringen van presi-
dent Wilson een onafhankelijke Poolse staat uitgeroepen. Ze had ooit bestaan,
maar het land ligt ingeklemd tussen Duitsland en Rusland en werd voortdu-
rend door beide staten bezet en onderdrukt. Eigenlijk is het een wonder dat
het Poolse volk nog een eigen taal en cultuur kon bewaren. Zowel de Russen
als de Duitsers beschouwden Polen als hun ‘achtertuintje’ en de bewoners als
hinderlijk. De grenzen tussen Polen en Rusland waren in de Vrede van
Versailles niet duidelijk vastgelegd. Het Poolse staatshoofd Józef Piłsudski zag,
gezien de Poolse geschiedenis, de bui al hangen en besloot daarom voor de
toekomst zoveel mogelijk voormalig Pools bezit te veroveren. Daarbij moet
vooral gedacht worden aan het westen van de Oekraïne waar miljoenen etni-

Gustav Stresemann Aristide Briand Józef Piłsudski

58
De doos van Pandora

sche Polen woonden en nu nog wonen. Ook moet bedacht worden dat het een
ongelooflijke prestatie van de jonge Poolse staat was om in korte tijd een eigen
leger op te richten, uit te rusten en te trainen dat in staat was het tegen de
Russen van Lenin en Trotski op te nemen. Dat kan alleen verklaard worden
door de wens van het Poolse volk voor eens en voor altijd een onafhankelijk
land te worden en te blijven.
In 1919 had het Poolse leger het grootste deel van het westen van Oekraïne
onder controle, na een overwinning in de Pools-Oekraïense Oorlog. Daarop
begonnen de Russen naar het westen op te rukken. Aan het eind van 1919 had
zich een frontlijn gevormd. Schermutselingen aan de grens mondden uit in
een open oorlog na het offensief van Piłsudski, in april 1920, waarin de Polen
verder Oekraïne in waren getrokken. De Russen lanceerden een tegenaanval,
die aanvankelijk veel succes had. Ze wisten het Poolse leger terug te dringen
tot aan Warschau. In de zomer leek de val van Warschau onvermijdelijk, maar
in augustus begon het Poolse leger een wanhoopaanval op de flanken van de
Russen. Het was uiterst wreed. Krijgsgevangenen werden er niet gemaakt. De
Polen wilden niet nog een keer slaven worden en ze wonnen. De Russen sloe-
gen op een panische vlucht en sloten op 18 maart 1921 de vrede van Riga,
waarin de betwiste gebieden (vooral in Pools voordeel) werden verdeeld.
Zoals de Polen het ook bedoelden werd de grens een taalgrens mede dankzij
de Britse bemiddelaar lord Curzon. Achteraf noemde Lenin dit zijn smadelijk-
ste nederlaag.
Dat was dus de werkelijke reden van de Frans-Duitse ‘vriendschap’ van
Briand en Stresemann die nooit bestaan heeft. Want wat was er gebeurd als de
Russen de oorlog wel hadden gewonnen? Dan waren ze minimaal tot aan de
Oder opgerukt en hadden meer gebied veroverd dan ze bij de vrede van Brest-
Litowsk hadden moeten prijsgeven. Dat was ook het doel van Lenin: verove-
ring van zoveel mogelijk gebieden en door middel van opstanden van soldaten
en arbeiders de revolutie verder verspreiden. Tussen de Oder en de Rijn was
slechts een ongemotiveerd lichtbewapend Duits leger van 100.000 man. Dat
had de Russen nauwelijks tegenstand kunnen bieden. Dankzij Polen werd in
1920 een Russische (lees communistische) invasie van West-Europa voorko-
men.

De conferentie van Genua: een gemiste kans op een verenigd Europa


Op 10 april 1922 werd er in Genua een grote conferentie gehouden van alle
Europese landen. Het gebeurde op initiatief van de Britse minister-president
Lloyd George. Hij wilde alle kapitalistisch geïndustrialiseerde staten op één
lijn brengen om zo het kapitalistische systeem in Rusland weer in te voeren en
de gevreesde communistische angel te verwijderen. Hoewel het niet openlijk
uitgesproken werd, moet de Pools-Russische oorlog mede de aanleiding voor

59
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

de conferentie geweest zijn. Alle landen waren vertegenwoordigd door hun


presidenten, minister-presidenten en op zijn minst door de ministers van bui-
tenlandse zaken. Het was een eerste poging om te komen tot een Europese
Unie. Pas in 1971 zou er weer een vergelijkbaar grote Europese conferentie
gehouden worden. Had Lloyd George beter opgelet en de Franse regering
minder halsstarrig dan was het waarschijnlijk gelukt en was de wereld de
Tweede Wereldoorlog bespaard gebleven en was er rond 1940 misschien al
een Europese Unie geweest.
Maar Lloyd George hield niet van grote vergaderingen, hij onderhandelde
liever met kleine gelijkgestemde groepjes of met landen alleen. Vooral de
Fransen werden in het begin buiten de onderhandelingen gehouden. Zij waren
overal op tegen en Lloyd George wilde pas aan het einde van de conferentie
hun een aanbod doen als iedereen water in de wijn had gedaan. Dit betekende
dat de delegaties in hun hotelkamers moesten wachten op een uitnodiging
voor een gesprek. Dat leidde weer tot valse geruchten. De Duitse delegatie
voelde zich toch al zwaar gestraft en hadden dus lange tenen. Ze kregen aan-
wijzingen dat Lloyd George de Russen gunstige aanbiedingen deed ten koste
van Duitsland. Tot diep in de nacht waren de Duitsers onderling aan het dis-
cussiëren. Ze probeerden contact te krijgen met Lloyd George, maar die was
onbereikbaar.
Toen kwam er telefoon van de Russische minister van buitenlandse zaken
Georgi Tsjitsjerin. Hij wilde de Duitse delegatie de volgende morgen zo snel
mogelijk spreken. En toen volgde de beroemde ‘pyjamaconferentie’ in de
Duitse hotelkamers. Ze moesten à la minuut een beslissing nemen: wachten
op de vage onderhandelingen van Lloyd George of ingaan op een concreet
Russisch voorstel. Rathenau (minister van buitenlandse zaken) wilde met
Lloyd George verder gaan net als sommige andere delegatieleden maar kanse-

Lloyd George Georgi Tsjitsjerin Lenin rond 1920

60
De doos van Pandora

lier Wirth hakte de knoop door: hij wilde de volgende dag gaan praten. Hij
had genoeg van de, volgens hem, achterkamertjespolitiek van Lloyd George en
huldigde het standpunt ‘beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht’.
Rathenau had nog bedongen in ieder geval de Britse delegatie hiervan in ken-
nis te stellen. Verschillende malen werd dat geprobeerd, maar de telefoon
werd niet opgenomen.
De Russische delegatie was een eindje verderop gehuisvest in het plaatsje
Rapallo. De onderhandelingen daar verliepen voorspoedig. De Russen een wil-
den snelle afwikkeling. Lenin kon niet aanwezig zijn door zijn eerste hersen-
bloeding maar achter de schermen hield hij de touwtjes strak in handen. Al
om vijf uur ’s middags was men het eens. Pro forma was de vrede van Brest-
Litowsk in november 1918 geannuleerd en er voor in plaats kwam dit nieuwe
verdrag:
– Men erkende elkaars territorium;
– Men zou diplomatieke betrekkingen aangaan;
– Men zou afzien van herstelbetalingen;
– Men verleende elkaar meestbegunstiging en economische samenwerking
en overleg wanneer die samenwerking internationaal geregeld zou moeten
worden.
Dat was alles. Er waren geen geheime clausules en over een samenwerking
tussen het Duitse en Russische leger, dat op kleine schaal al bestond (maar
daar wisten zelfs de meeste Duitse delegatieleden niets van) werd niet gespro-
ken.
Toen het nieuws bekend werd sloeg het in als een bom. Lloyd George was
razend: Rusland en Duitsland die weer zouden toegelaten worden tot de
Europese familie hadden in zijn ogen achter zijn rug om een complot
gesmeed. De Franse delegatie verliet demonstratief (waarschijnlijk opgelucht)
de conferentie. In de kranten werd weer over een nieuwe oorlog gespeculeerd.
Maar het was een meesterlijke zet op het schaakbord van Lenin: hij had
Duitsland losgeweekt uit de nieuw te vormen Europese alliantie en daarmee
voorkomen dat hij een groot economisch en militair blok tegenover zich kreeg
dat zijn communistische systeem zou bedreigen. Tsjitsjerin kwalificeerde het
verdrag als: ‘het samengaan van twee internationale zondebokken’. Het ver-
drag van Rapallo zou standhouden tot de inval van Duitsland in Rusland in
juni 1941. Het was de oorzaak van een ruk naar rechts in de Europese politiek:
het communisme werd nog meer gevreesd en gewantrouwd.

Italië: het eerste fascistische land


Het was in Italië waar het fascisme voor de eerste keer vaste grond onder de
voeten zou krijgen. Het land was in de laatste periode van de oorlog lid van de
Entente en had, vooral in de bergen, hard tegen Oostenrijk gevochten. Na de

61
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De mars van de facsistische zwarthemden naar Rome, tweede van links


Benito Mussolini

oorlog kreeg het maar weinig gebiedsuitbreiding en erkenning, wat tot grote
verbittering leidde. Bovendien viel het land, door een enorme staatsschuld, in
een diepe economische depressie. Geheel volgens de lijn van Lenin begonnen
arbeiders daar de met een sluiting bedreigde fabrieken te bezetten en ‘arbei-
dersraden’ op te richten, die de productie probeerden voort te zetten. Dat
ging enige tijd goed, maar uiteindelijk moesten ze toch het loodje leggen.
Het land had geen echte politieke leiders die de problemen konden aan-
pakken. In dat politieke vacuüm sprong Benito Mussolini. Hij werd in 1883
geboren. Zij vader was smid en herbergier, zijn moeder onderwijzeres. De
bedoeling was dat hij in het onderwijs zou gaan, maar hij ging een zwervend
bestaan leiden. Hij werd een fanatiek socialistisch agitator. Hij kwam in de
partijleiding en werd hoofdredacteur van het partijblad ‘Avanti’. Al snel bleek
dat hij van overleg en democratie niets moest hebben. De partij ontsloeg hem
als hoofdredacteur, maar toen begon zelf een nieuwe krant: ‘Popolo d’Italia’.
Jarenlang bleef hij ageren en hamerde op nationalisme en revolutie. Op 23
maart 1919 richtte hij in Milaan zijn politieke organisatie op: ‘fascio di com-
battimento’, wat strijdgroep betekent. Het woord fascio betekent groep, bun-
del en gaat terug naar de Romeinse tijd. Ook de oude Romeinse groet (de
rechterarm omhoog) stamt ook uit die tijd en daar komt weer het woord fas-
cisme vandaan.

62
De doos van Pandora

Bij de verkiezingen in 1919 kwam zijn partij nauwelijks aan de bak, maar toen
er in 1920 een massale werkloosheid ontstond werd zijn partij snel een volks-
beweging. Toen keerde hij zich tegen zijn oude socialistische nest: hij organi-
seerde knokploegen, die zich tegen de socialistische en communistische bewe-
gingen keerde. Het bracht het land op de rand van een burgeroorlog. Zijn aan-
hangers aanbaden hem en hij kreeg de titel ‘il Duce’, de leider. Uiteindelijk
gingen ±50.000 man op mars naar Rome om de macht over te nemen.
Mussolini mocht een nieuwe regering vormen, waarin zijn partij een minder-
heid vormde, maar al snel nam hij de macht in handen. Hij stichtte een corpo-
ratieve staat waar bedrijfsorganisaties en vakbonden het voor het zeggen zou-
den hebben. In werkelijkheid was ‘il Duce’ alleenheerser. Het was het eerste
land in Europa dat een totalitair fascistisch bewind kreeg en was redelijk popu-
lair en een voorbeeld voor anderen. De criminaliteit daalde snel (vooral de
macht van de maffia) en om de één of andere reden waardeerde men hem
‘omdat de treinen op tijd reden’.

Stalin neemt de macht in Rusland over


In Rusland nam de situatie catastrofale vormen aan. De economie was com-
pleet ingestort en velen stierven de hongerdood. Was dat ook gebeurd als het
plan van Lloyd George was doorgegaan? Vermoedelijk niet. De kapitalistische
landen hadden dan in Rusland geïnvesteerd, al was het alleen maar om de mil-
jardenverliezen terug te krijgen door de communistische nationalisaties en een
poging te wagen het kapitalisme weer in Rusland terug te brengen en natuur-
lijk een regering die op hun lijn zat.
Maar Lenin voerde als tegenhanger de ‘nieuwe economische politiek’ in.
Het was een kleine terugkeer naar het kapitalisme. De boeren mochten hun
overschotten op de vrije markt verkopen en ook de industrie mocht (op kleine
schaal) hetzelfde doen. Geheime kapitaaltjes kwamen nu tevoorschijn en red-
den de economie ternauwernood. Het vormde de basis voor een geleide eco-
nomie en de opbouw van een moderne industriële staat. In 1923 kreeg
Rusland een nieuwe grondwet en een nieuwe naam: de Unie van Socialistische
Sowjet Republieken, USSR (voor het gemak zal ik de naam Rusland blijven
gebruiken). De Komitern werd opgericht, een organisatie die contact hield
met communistische partijen in het buitenland. Ieder land, waar ook ter
wereld, die de communistische leer aanvaardde kon lid worden van de USSR.
Er was echter een probleem: Lenin wás de communistische partij in
Rusland en had geen opvolger van zijn formaat. Eerst kwam hij, dan een hele
tijd niets en dan pas de rest. Dat was een grote historische fout van hem.
Trotski vond hij te eigenzinnig. Vermoedelijk was Grigori Zinovjev zijn favo-
riet, maar niemand weet dat zeker. Lichamelijk was hij niet sterk. Hij wilde
alles alleen doen en door de gigantische werkdruk werd hij diverse malen

63
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

getroffen door een hersenbloeding. In april 1923 raakte hij verlamd en kon
niet meer praten en op 21 januari 1924 overleed hij. Echte bewijzen zijn er
niet, maar het schijnt dat Jozef Stalin het overlijden bespoedigd heeft omdat
Lenin in zijn politiek testament voor hem gewaarschuwd heeft.
Trotski was op dat moment de machtigste man. Stalin, de partijsecretaris,
had zich in de loop van de jaren steeds meer macht toegeëigend, terwijl hij
nauwelijks de aandacht op zich vestigde. Hij stond toen bekend als een kleur-
loos ambtenaar. Dat zou snel veranderen. Stalin sloot een verbond met
Grigori Zinovjev en Lev Kamenjev die allebei het bloed van Trotski wel kon-
den drinken en dat was precies wat hij nodig had. Door middel van een hetze
in de partijkrant Prawda, waarvan hij hoofdredacteur was, werden de opvat-
tingen van Trotski als pure ketterij bestempeld. Op 1 januari 1925 werd
Trotski gedwongen af te treden als minister van defensie. Binnen een jaar na
de dood van Lenin tijd had Stalin de macht al in handen. Trotski werd naar
Alma Ata in Siberië verbannen. Hij vluchtte naar Turkije, Frankrijk en ten-
slotte naar Mexico, waar hij in 1946 door een agent van Stalin werd vermoord.
Stalin heeft altijd een teruggetrokken leven. Bijna nooit trad hij in de open-
baarheid of hield hij een toespraak. De weinigen die hem van nabij gekend
hebben spreken van een kleine man met bruine haren waar geen pijl op te
trekken viel. In het openbaar maakte hij gebruik van dubbelgangers die zijn
(volgens hem) ideaalbeeld lieten zien. Hij was paranoïde: wie hem niet beviel
had geluk als hij naar een kamp in Siberië werd gedeporteerd, meestal werd
die persoon meteen vermoord. Hij begon het oude feodale Rusland om te vor-
men tot een moderne industrie- en landbouwstaat. Dat deed hij met vijfjaren-
plannen die koste wat kost gehaald moesten worden. In 1930 opende hij de
aanval op de Koelakken. Dat waren de ‘herenboeren’. Hun akkers en vee
waren de ruggengraad van de Russische voedselvoorziening. De boerenbedrij-

Jozef Stalin Grigori Zinovjef Lev Kamenjev

64
De doos van Pandora

ven waren generaties lang familiebezit geweest en de Koelakken verzetten


zich heftig. Met miljoenen werden ze naar Siberië gedeporteerd. Daarvoor in
de plaats kwamen grote coöperatieve boerenbedrijven de ‘kolchozen’.
Op 1 december 1934 werd de ‘kroonprins’ van Stalin, Sergej Kirov, in
Leningrad vermoord. Hij werd in de rug geschoten. Het is niet bewezen, maar
alles wijst erop dat Stalin achter de moord zat. Nu begon een periode van
meedogenloze ‘zuiveringen’. De eersten waren Grigori Zinovjef en Lev
Kamenjev. Ze werden ter dood veroordeeld. Miljoenen anderen ondergingen
hetzelfde lot, meestal zonder een vorm van proces. Bijna de hele legertop
werd vermoord inclusief de lagere officiersrangen. Rond 1938 was bijna de
complete bolsjewistische top uit de tijd van Lenin vermoord. Toen Stalin de
absolute macht in handen had liet hij in 1939 politiechef Nicolaj Jesjof en zijn
medewerkers, die het vuile werk voor hem hadden gedaan, arresteren door
zijn nieuwe chef Lavrenti Beria. Ze werden beschuldigd van machtsmisbruik
en ter dood gebracht. Zo bracht Stalin de mythe in de wereld van een ‘vader-
tje’ die in dat gigantisch grote land die niet alles kon weten, maar de daders
strafte. Vandaag de dag nog zijn er velen die nog in dat sprookje geloven.
Stalin bereikte zijn doel: een moderne plan gestuurde economie. Maar het
was ten koste gegaan van miljoenen doden, nog afgezien van complete volke-
ren die naar andere delen van Rusland werden gedeporteerd en een armoedig
bestaan moesten lijden. Het Russische leger had geen bekwame leiding meer,
wat in het begin van de oorlog met Duitsland tot schrikbarende verliezen zou
gaan leiden.
Was dat de communistische heilstaat die Karl Marx voor ogen stond? Ik
denk het niet. Het resultaat was wel dat als reactie daarop er in de westerse
landen steeds meer ultrarechtse partijen in opkomst kwamen. De oude Karl
Marx en misschien zelfs ook Lenin zouden zich in hun graf omdraaien want
een nieuwe grote verschrikkelijke storm was op komst.

De beurscrach van Wall Street en de grote economische wereldcrisis


De Amerikaanse economie kwam alleen maar sterker uit de oorlog en groeide
explosief. In Europa waren er alleen maar schulden, vooral door de leningen
die Amerikan verstrekt had. Het had een republikeinse president gekregen:
John Calvin Coolidge. De republikeinen deden en doen nog steeds niets aan
naastenliefde en Coolidge helemaal niet. Hij voerde hoge importheffingen in
om de toch al superieure Amerikaanse economie te versterken. De grote
Europese schulden werden hierdoor nog verder verhoogd.
De Amerikaanse economie raakte oververhit. De mensen kochten alles
met leningen: het kon niet op. Het leven was één groot feest. Die periode is de
geschiedenis ingegaan onder de naam ‘roaring twenties’. Dat feesten nam dus-
danige vormen aan dat de regering een totaal verbod op de verkoop van alco-

65
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

hol afkondigde, de zgn. ‘drooglegging’. Dat veroorzaakte een enorme illegale


handel in drank met als grote regisseur de maffiabaas Al Capone. De beurs-
koersen stegen van dag tot dag en van krantenjongen tot oude oma ging bijna
iedereen in die handel en altijd met geleend geld. Op dinsdag 29 oktober 1929
klapte de zeepbel. Aandelen werden verkocht met een gemiddeld verlies van
40%. De totale paniek brak uit en steeds meer aandelen werden gedumpt.
Uiteindelijk bedroeg het beursverlies zo’n vijftig miljard dollar. Omgerekend
naar onze tijd moet je daar nog twee nullen bij doen dus vijfduizend miljard
dollar. De fragile Europese economieën, die toch al een hoge schuldenlast
hadden werden in de val meegesleept. Vele munteenheden moesten devalue-
ren. Een grote economische crisis was het gevolg met ontelbare werklozen die
in diepe armoede moesten leven.

De opkomst van een groot president: Franklin Delano Roosevelt


In Europa was toen al een begin van sociale zekerheid. Het waren minieme
uitkeringen die tegen uiterst strenge voorwaarden werden verstrekt, maar het
was iets. In Amerika kende men dat niet. Men was overgeleverd aan liefdadig-
heidsinstellingen. In 1932 waren er presidentsverkiezingen. De zittende repu-
blikeinse president Herbert Hoover had zich herkiesbaar gesteld, maar werd
verpletterend verslagen door de democratische kandidaat Franklin Delano
Roosevelt. De kiezers hadden genoeg van de republikeinen die niets deden aan
de crisis en alleen maar beloofden dat de storm vanzelf zou overwaaien. Maar
ook de persoon Roosevelt sprak de mensen aan. Televisie en internet kende
men nog niet, maar tijdgenoten spreken over de overtuigende wijze waarop hij
sprak via de radio en de interviews in de kranten en tijdschriften. Al in 1920
was hij kandidaat voor het vicepresidentschap, maar toen leden de democra-
ten nog een nederlaag. Hij stond bekend als afstandelijk en arrogant. Maar

John Calvin Coolidge Al Capone Franklin Delano Roosevelt

66
De doos van Pandora

toen werd hij getroffen door de ziekte polio waaraan hij bijna bezweek. Enkele
jaren was hij verlamd aan beide benen. Hij had een karaktervolle vrouw
Eleanor die hem bleef stimuleren door te zetten. In zijn latere carrière werd zij
ook wel ‘de echte vicepresident’ genoemd. In 1928 keerde hij terug in de poli-
tieke arena als een totaal ander persoon. Het zware gevecht met de ziekte had
hem doen inzien dat er in het leven andere waarden waren (hij is in rijkdom
opgegroeid). Meteen na zijn verkiezing als president ging hij voortvarend te
werk. Hij liet zich adviseren door liberale topeconomen en zo ontstond het
plan de ‘New Deal’. Het was een pakket van maatregelen om de economie
weer op gang te krijgen. Met zijn karakteristieke stem kon hij via de radio mil-
joenen achter zich krijgen. De appeltelers bijvoorbeeld raakten hun vruchten
aan de straatstenen niet kwijt. Hij riep de bevolking op om ze buiten de vei-
lingen van de telers te kopen: ‘koop die appels en help die mensen!’ Men deed
het massaal en zo werden vele duizenden fruittelers van de ondergang gered.
Er kwam er in Amerika een ongekend gevoel van solidariteit op gang.
Zijn volgende stap was de invoering van de wet ‘National Industrial
Recovery Act’ afgekort als NRA. De lange werkdagen werden verboden en
teruggebracht tot 8 uur. Dat schiep weer extra banen. Er werd een minimum-
loon ingevoerd wat de koopkracht weer verhoogde en er kwamen minimum-
prijzen. Ook voor de landbouw, die nog harder getroffen was dan de industrie,
kwamen stimuleringsmaatregelen. Het pakte wonderwel uit. Langzaam maar
zeker kroop de Amerikaanse economie uit het diepe dal en met haar, op enige
afstand, de Europese.

De pogingen om Roosevelt in diskrediet te brengen


Nu het ergste voorbij leek, begonnen vooral de Amerikaanse banken en grote
industrieën te protesteren. Veel vakbekwaam personeel was weggelopen naar

Eleanor Roosevelt Het NRA-bedrijvenschild Generaal Smedley Butler

67
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

kleinere bedrijven waar de arbeidsomstandigheden veel beter waren. Men


wilde ook weer af van het minimumloon. Roosevelt werd afgeschilderd als een
‘socialist’, wat daar gelijkstond en nu nog staat als ‘communist’.
Er ontstonden pro-fascistische groeperingen die er op uit waren het land te
laten regeren door kartels van banken en industrieën. Ze werden net als in
Duitsland in het geheim van harte gesteund door diezelfde banken en
industrie. In 1934 een lastercampagne gepland om weer een republikeinse
president te krijgen die de ‘New Deal’ zou terugdraaien. Daarvoor werd een
nationale held benaderd: de oud-generaal van de mariniers Smedley Butler.
Hij was in tijd de meest gedecoreerde militair en heel populair. In plaats van
mee te doen waarschuwde hij onmiddellijk de voorzitter van het Amerikaanse
congres die een onderzoek gelastte. De ingestelde McCormack-Dickstein
commissie rapporteerde dat Butler op alle fronten gelijk had. In 1935 deed
Butler nog een duit in het zakje met zijn boek ‘War is a racket’. ‘Racket’ bete-
kent in dit geval georganiseerde misdaad. Hij beschrijft hierin hoe hij steeds
meer tot het inzicht was gekomen dat hij niet in dienst van Amerika had
gevochten, maar in dienst van de banken en de industrie. In het tijdschrift
Common Sense schreef hij: ‘33 jaar en vier maanden was ik in actieve dienst.
En de meeste tijd daarvan als pooier voor de industrie, Wall Street en de banken.
Ik vocht in Mexico om de oliebelangen veilig te stellen, ik zorgde dat Haïti en Cuba
vrijhavens werden voor de National City Bank, ik hielp mee in het verkrachten
van een half dozijn Centraal Amerikaanse landen ten behoeve van Wall Street, ik
hielp Nicaragua te onderdrukken voor de bank Brown Brothers, ik vocht voor de
Amerikaanse suikerbelangen in de Dominicaanse Republiek, ik vocht in Honduras
voor de Amerikaanse fruitindustrie, ik vocht in China om de belangen van de
Standard Oil Company te beschermen. Als ik terugkijk had ik Al Capone veel
goede tips kunnen geven. Hij heeft het nooit verder gebracht dan drie districten in
Chicago, ik heb ervaring in drie werelddelen’.
De openbaarmakingen van Butler maakten Roosevelt nog populairder. De
verkiezingen van 1936 won hij overtuigend. Alleen in de staten Maine en
Vermont verloor hij en hij zette zijn ‘New Deal’-politiek krachtdadig door.
Tegen het einde van de dertiger jaren was Amerika onbetwist de grootste eco-
nomische macht ter wereld en de bevolking weer redelijk welvarend. In 1940
stelde hij zich beschikbaar voor een derde ambtstermijn. Er was een onge-
schreven wet dat zoiets ‘not done’ was. Ook in zijn eigen democratische partij
was er weerstand. Men was bang voor het imago van een dictator die er niet
genoeg van kon krijgen. Maar toch won hij ook die verkiezingen ruim van zijn
republikeinse tegenstander Wendell Wilkie. Ik durf de stelling wel aan dat
onze wereld er heel anders had uitgezien zonder Franklin Delano Roosevelt als
president, want binnen korte tijd zou Amerika partij worden in de Tweede
Wereldoorlog, die in Europa sinds 3 september 1939 uitgebroken was.

68
De doos van Pandora

De gesponsorde opkomst van Adolf Hitler


We zijn nu aangekomen bij de beschrijving van Adolf Hitler, samen met Jozef
Stalin de grootste massamoordenaar uit de 20e eeuw. Hij werd in 1889 gebo-
ren in het Oostenrijkse dorpje Braunau. Zijn vader werkt bij de douane maar
overleed voordat Adolf volwassen was. Hij groeide in armoedige omstandighe-
den op. Hij had een talent voor tekenen en schilderen, maar op jonge leeftijd
al een meerderwaardigheidscomplex. Sommigen noemen hem een narcist en
die mening ben ik ook toegedaan. Hij vond zich een groot kunstschilder, maar
werd aan de kunstacademie in Wenen tweemaal afgewezen. Hij voelde zich te
goed om als normaal arbeider aan de slag te gaan en ging voor toeristen prent-
briefkaarten tekenen. Hij woonde in een armenhuis. In die omgeving kwam
hij in contact met allerlei vreemde figuren met vreemde ideeën. Vooral in
Zuid-Duitsland en Oostenrijk was een sterk latent antisemitisme en dat moet
in de periode bij hem zijn opgekomen. Zijn vader, Alois Hitler, was de onwet-
tige zoon van Maria Anna Schicklgruber. De echte vader zou ene Johann
Georg Hiedler zijn. Er zijn ook documenten die vertellen die Maria Anna in
die periode werkte als dienstmeisje bij de joodse familie Rothschild en één van

Een groepsfoto aan het front in Frankrijk uit 1916 met Adolf Hitler links.
Hij werd met het ijzeren kruis onderscheiden en bracht het tot korporaal.
Zijn compagniescommandant noemde hem ‘een psychopatische idioot die
absoluut niet meer bevorderd mocht worden’

69
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

de familieleden de vader van Alois was. Dat kan de jodenhaat van Hitler mis-
schien verklaren.
Maar voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kan men hem karak-
teriseren als een bohémien en te lui om te werken. In die periode moet hij ook
nationaal-Duitse gedachten hebben ontwikkeld. Dat kwam vrijwel zeker
voort uit zijn frustraties dat hij in Oostenrijk niet aan de bak kon komen. Hij
zwelgde toen al van de oude Duitse keizerrijken en voelde zich meer Duitser
dan Oostenrijker. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak meldde hij zich
meteen als vrijwilliger bij een Beiers infanterieregiment. Hij werd enkele
malen zwaar gewond en ontving daarvoor het ijzeren kruis, een hoge onder-
scheiding. Hij werd bevorderd tot korporaal, maar zijn compagniescomman-
dant noemde hem toen al ‘een psychopatische idioot die absoluut niet meer
bevorderd mocht worden’. Deze man had dus mensenkennis en een vooruit-
ziende blik.
Vlak voor de wapenstilstand was hij aan het herstellen van een Franse gas-
aanval. Op dat moment was hij bijna blind en het nieuws trof hem als een
mokerslag: hij kon het niet geloven, dat moest een complot van joden en com-
munisten zijn. In zijn duistere psyche moet het een ramp geweest zijn.
Duitsland was voor hem superieur: het kon gewoonweg niet verliezen. Deze
kromme gedachten zouden hem tot aan zijn zelfmoord achtervolgen en mil-
joenen slachtoffers eisen.
Na de oorlog was hij weer terug bij af, maar kwam in contact met gelijkge-
zinde geesten. Die waren er genoeg. Al in 1918 kwam hij in de ban van Anton
Drexler, een slotenmaker. Die wilde een politieke massabeweging met als
basis de arbeidersbeweging en een Duits nationaal socialisme. Drexel was een
anti communist, maar wel sociaal democraat en wenste een socialistisch
Duitsland, maar niet het Duitsland wat Hitler voor ogen had. En hier sloot

Adolf Hitler Hermann Göring Ernst Röhm

70
De doos van Pandora

Hitler zich bij aan. Waarom weet niemand. Er waren in die tijd veel gelijkge-
stemde partijen en personen. Hitler had één groot talent: roepen wat de men-
sen graag willen horen. En niet één keer, maar vele malen en dan gaan de men-
sen je vanzelf geloven.
Het was in die turbulente periode dat zich allerlei figuren bij hem aanslo-
ten die we straks weer tegen zullen komen, zoals bijvoorbeeld Hermann
Göring, een vele malen gedecoreerde oorlogsvlieger maar antidemocraat;
Ernst Röhm, een oud-legerkapitein en afgezakt tot straatvechter; de oud-
leraar Julius Streicher die het blad ‘Der Stürmer’ uitgaf dat bol stond van het
smerigste antisemitisme; Alfred Rosenberg die helemaal opging in de rassen-
waan en een communistenhater eerste klas was; Rudolf Hess, een oud-
sergeant die tijdens de oorlog enkele malen zwaar gewond was; Josef
Goebbels, een gefrustreerde mislukte schrijver en journalist maar een groot
talent had voor propaganda en een opzwepend spreker was en Heinrich
Himmler, een mislukte kippenboer. Hij was afgewezen voor de opleiding van
marineofficier maar werd toegelaten tot de landmacht. Toen zijn opleiding
was afgelopen was de oorlog dat ook en is dus nooit aan het front geweest. Hij
dweepte met occultisme en rassenwaan. Ziedaar een greep uit de aanhang van
Hitler in de beginperiode. Allen zouden ze een belangrijke rol gaan spelen. De
kleine partij groeide snel en al spoedig werd de ‘Sturm Abteilung’ (SA) opge-
richt. Het was een in bruin uniform gestoken bende straatvechters met als lei-
der Ernst Röhm. Spoedig daarna de ‘Schutz Staffeln’ (SS). Deze waren in
zwart uniform gestoken en dienden in het begin als lijfwachten van de partij-
top.
Al snel had Hitler de macht naar zich toe getrokken en de oprichter Anton
Drexler op een zijspoor gezet. Het belangrijkste programmapunt van de partij
was dat de herstelbetalingen zouden worden opgeheven, Duitsland weer een

Rudolf Hess Josef Goebbels Heinrich Himmler

71
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

eigen groot leger mocht hebben en eigen koloniën (ook gebieden in Oost-
Europa) ook wel ‘Lebensraum’ genoemd. De rassenleer was minstens zo
belangrijk. De Duitse burger moest ‘raszuiver’ zijn. De joden moesten een
vreemdelingenstatus krijgen en konden geen openbare of belangrijke ambten
vervullen. De Slavische volken werden als minderwaardig beschouwd. De par-
tij kreeg toen haar naam: ‘Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei’
(NSDAP).
De partij begon zich in Beieren te stabiliseren maar was binnen Duitsland
nog steeds een splinterpartij. In 1923 toen de inflatie op haar hoogtepunt was
en het Ruhrgebied door de Belgen en Fransen bezet dacht Hitler in actie te
moeten komen. In Beieren was een beweging op gang gekomen om zich los te
maken van het Duitse rijk. In november hield de beweging een grote bijeen-
komst in een bierkelder in München. Er werden toespraken gehouden. Hitler
kwam naar binnen, schoot met een pistool in de lucht en beklom het spreek-
gestoelte. Met zijn brallerige stem riep hij dat de politie en militairen aan zijn
kant stonden en de macht in Beieren zouden overnemen. Hij noemde zichzelf
leider van de nieuwe Beierse regering en oud-generaal Ludendorff opperbevel-
hebber van het leger. Toen de tijd verstreek en Hitler in de gaten kreeg dat de
vlam niet oversloeg organiseerde hij een mars door München. Het was een
grotendeels door Ernst Röhm bijeengeraapt zootje ongeregeld dat gedeeltelijk
bewapend was. Aan het hoofd liepen Hitler, Göring, Streicher en Ludendorff.
Uiteindelijk stuitten ze op een barricade van de Beierse politie. Ze weigerden
te stoppen en de politie opende het vuur. Zo’n twintig deelnemers aan de
mars werden gedood en enkele politieagenten. Hitler was naar de grond gedo-
ken en had een arm uit de kom, Göring was gewond en vluchtte naar Zweden.
Ludendorff liep kaarsrecht op de politie af, ze openden de barricade waar-
schijnlijk uit respect voor de oude generaal. Hitler werd een paar dagen later
gearresteerd.
Begin 1924 was het proces. Ludendorff werd vrijgesproken omdat hij op
dat moment niet bij zijn volle verstand zou zijn geweest. Hij was het daar niet
mee eens, maar hoger beroep was tot zijn grote verdriet uitgesloten. Hitler
werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenis. Voor een poging tot staatsgreep met
veel slachtoffers een geringe straf. Bovendien mocht hij zijn straf comfortabel
uitzitten in de vesting Landsdorf. Daar heeft hij volgens zeggen zijn boek
‘Mein Kampf’ geschreven. Daar had hij de capaciteiten niet voor. Daar ben ik
van overtuigd. Hooguit heeft hij de grote lijnen aangegeven, maar het boek is
door Rudolf Hess geschreven die Hitler toen als een trouwe hond volgde.
Hitler vertrouwde hem volkomen en luisterde vooral in de beginperiode naar
zijn adviezen. Al naar negen maanden kreeg Hitler gratie. Waarom?
Normaliter zou hij jarenlang in de cel moeten hebben doorgebracht. Zijn
poging tot staatsgreep had tientallen mensen het leven gekost. Er waren nog

72
De doos van Pandora

veel meer ultrarechtse partijtjes actief. Van de hier genoemde figuren had
toen nog bijna niemand gehoord. Er moeten toen al krachten aan het werk zijn
geweest die wel hem gingen steunen.
De NSDAP was nog steeds een splinterpartij, maar het gedachtengoed en
dan vooral de afschaffing van de herstelbetalingen en de vorming van een
nieuw leger moet de grootindustrie, de banken en de legertop hebben aange-
sproken. In de periode dat Hitler gevangen zat had Ludendorff de leiding van
de partij overgenomen. Vermoedelijk heeft men gedacht dat Hitler zijn lesje
wel geleerd had en Ludendorff als een soort vaderfiguur zou accepteren. En
met zo’n beroemd generaal als lijsttrekker zou de partij snel moeten groeien
en vooral de ideeën verwerkelijken. In 1925 stelde hij zich kandidaat voor het
presidentschap, maar verloor smadelijk van zijn 78-jarige oude strijdmakker
Paul von Hindenburg. Hitler zag zijn kans schoon en begon een hetze tegen
Ludendorff en die moest toen het veld ruimen. Hij begon een club van mysti-
sche Germaanse godenaanbidders en verliet de partij in 1928. Zo niet eerder
was hij geestelijk de weg toen al helemaal kwijtgeraakt. De NSDAP had de
volgende jaren een kwakkelend bestaan.
Net als in Amerika herstelde de economie in Europa zich ook, al was het
wat minder snel. In Duitsland liep de werkloosheid terug en de voedingsbo-
dem voor ultra linkse en rechtse partijen dus ook. Ook Duitsland kende zijn
‘roaring twenties’. De filmindustrie produceerde aan de lopende band kassa-
successen, de theaters zaten bomvol. Beïnvloed door de jazz uit Amerika sloeg
de muziek andere wegen in. De Duitse bevolking zag de toekomst na jaren van
inflatie en armoede weer wat zonnig in. Toen kwam in oktober 1929 de beur-
scrach van Wall Street. Was dat niet gebeurd dan hadden we waarschijlijk van
Hitler en zijn trawanten slechts in een kleine marge van de geschiedenis iets
gehoord.
De crisis trof Duitsland extra hard. Het land was economisch weer net op
gang gekomen toen dit gebeurde. Binnen de kortste keren moesten bijna 18
miljoen mensen van ondersteuning leven. Dat veroorzaakte een grote sociale
onrust. De kanselier Heinrich Brüning van de christendemocratisch partij was
genoodzaakt harde bezuinigingen door te voeren. Het parlement diende een
motie van wantrouwen in en daarop schreef Brüning nieuwe verkiezingen uit
die op 14 september 1930 gehouden werden.
De NSDAP moet toen financieel gesteund zijn, maar ook al voor die tijd.
Vanaf 1920 verscheen de krant ‘Völkischer Beobachter’, die in het begin een
keer per week verscheen, maar vanaf februari 1923 dagelijks met als hoofdre-
dacteur de jodenhater Alfred Rosenberg. De krant zou vlak voor de Duitse
nederlaag in mei 1945 voor het laatst verschijnen. De partij was ondertussen
wel redelijk bekend in het land, maar Hitler was de eerste politicus die per
vliegtuig het land doorkruiste om zijn opzwepende toespraken te houden.

73
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Miljoenen pamfletten werden gedrukt en uitgedeeld en in de kranten werden


peperdure advertentiecampagnes gevoerd. De SA-knokploegen van Ernst
Röhm kwamen steeds massaler op straat, gestoken in splinternieuwe bruine
uniformen. Elke socialistische of communistische demonstratie werd door hen
aangevallen inclusief de partijbureaus. Ze terroriseerden de straat. Dit obscure
clubje had Hitler nooit kunnen betalen. Hij werd financieel gesteund door
sponsors uit binnen- en buitenland. In Hitler moeten ze de persoon hebben
gezien die het opkomende socialisme en communisme en daarmee hun belan-
gen in Duitsland zou stoppen. Als in Duitsland de anarchie uitbrak zouden
banken en aandeelhouders miljardenverliezen lijden met de kans dat het land
communistisch zou worden. Polen zou dan meegesleept worden en Jozef
Stalin zou zijn invloed tot aan de Rijn kunnen gaan uitbreiden.

Uitgeverij Holkema & Van Warendorf wordt onder grote druk gezet
Ik maak even een kleine sprong vooruit in de tijd. In 1933 werd door gere-
nommeerde Amsterdamse uitgeverij Holkema & Van Warendorf een boek
gepubliceerd met de titel ‘De geldbronnen van het Nationaal Socialisme’,
geschreven door ene Sidney Warburg. Er wordt in vermeld dat de
Amerikaanse grootindustrieel John D. Rockefeller (oprichter van de Standard
Oil Company) in de periode van 1929 toen de grote economische crisis
begon) tot 1932 de NSDAP financierde met een bedrag van 32 miljoen dollar
(nu ± 1,2 miljard euro). Officieel werd dit geld gebruikt om de Duitse herstel-
betalingen aan Frankrijk te ondersteunen, maar grote sommen werden via een
omweg naar de NSDAP gesluisd. Deze Sidney Warburg schreef onder een
pseudoniem. Volgens de Belgische vertaler van het boek, J.G. Shoup, was hij
een zoon van één de grootste bankiers in de Verenigde Staten en wilde hij
vastleggen hoe Amerikaanse bankiers Hitler en zijn NSDAP aan de macht
hielpen. Tot zover was er met het boek niets aan de hand, ware het niet dat
binnen enkele dagen de gehele oplage uit de boekhandels werd gehaald en
inclusief de magazijnexemplaren werden vernietigd. Voor zover nu bekend
heeft één exemplaar de tand des tijds overleefd. De uitgeverij moet onder een
enorme druk hebben gestaan om zoiets te doen. Nederland was en is een land
waar eeuwenlang boeken worden gedrukt met meningen wat in vele andere
landen onmogelijk is.

Henry Ford gaat Hitler financieel steunen


Laten we weer terugkeren in de tijd: op 20 december 1922 berichtte de New
York Times dat de Amerikaanse autogigant Henry Ford op grote schaal Adolf
Hitler aan het financieren was. Een paar dagen later deed de Berlijnse krant
Berliner Tageblatt een oproep aan de Amerikaanse ambassadeur dit te onder-
zoeken en de Amerikaanse regering te verzoeken om Henry Ford te laten stop-

74
De doos van Pandora

pen met zich te bemoeien met Duitse binnenlandse aangelegenheden. Het


was geen toeval dat Henry Ford dit deed. Hij was een notoire antisemiet. Al in
1919 gaf hij de krant ‘The Dearborne Independant’ uit die bol stond van anti-
joodse meningen. Deze bundelde hij in zijn boek ‘The international Jew, the
world’s formost problem’. Hoe Henry Ford Hitler ontdekte weet ik niet, wel
dat ook hij hem zag als een potentiële rem tegen het wereldcommunisme (in
zijn ogen waren de joden de uitvinders ervan). In ieder geval reden Hitler en
zijn staf rond in dure auto’s en werden zijn lijfwachten uitgerust met gloed-
nieuwe uniformen en met revolvers en pistolen. Hitler had een eigen kantoor
en aan de muur hing prominent een portret van Henry Ford.

De buitenlandse financiële steun aan Hitler


loopt via een Nederlandse bank
Praktisch alle betalingen aan de nazipartij gingen via een daarvoor speciaal in
Nederland opgerichte bank: de Bank voor Handel en Scheepvaart gevestigd
aan de Zuidblaak 18 te Rotterdam. Vandaar werd het geld doorgesluisd naar
de Duitse ‘Nationale Treuhand’ waar niemand minder dan Rudolf Hess de
penningmeester was.
De grootste financier van allemaal echter was IG-Farben, een multinational
van Duitse origine. Het was een het resultaat van een fusie in 1925 tussen de
volgende (toch al grote) Duitse bedrijven: Badische Anilin, Bayer, Agfa,
Hoechst, Weiler-ter-Meer en Griesheim Elektron. Het kreeg de naam
Internationale Farbenindustrie AG, kortweg IG-Farben. Het concern was zo
machtig dat het werd omschreven als een ‘staat binnen de staat’.
In 1928 werden de volgende Amerikaanse holdings van IG Farben samen-
gevoegd tot één Zwitserse holding: Bayer Company, General Aniline Works,
Agfa Ansco en Winthrop Chemical Company. Het kreeg de naam IG Chemic
(Internationale Gesellschaft für Chemische Unternehmungen AG) geheel
gecontroleerd door IG Farben in Duitsland. Een jaar later werd dat samenge-
voegd onder naam American IG Chemical Corporation en weer wat later
heette het General Aniline & Film. Eén van de belangrijkste organisatoren
daarvan was Hermann Schmitz: hij was directeur van de Zwitserse holding en
later ook van het hele concern tot met de oorlogsjaren en een belangrijk figuur
binnen de nazipartij.
Het Thyssen staalconcern onder leiding van Fritz Thyssen was ook een
grote geldschieter. Hij was een groot bewonderaar van Adolf Hitler. Duitse
kolenmijnen schonken voor iedere ton kolen die werd verkocht 50 pfennig aan
de nazipartij. Daarbij kwamen nog talloze schenkingen van particulieren en
bedrijven. Op deze wijze zijn vele miljoenen in de partijkas gekomen.
Het had alles te maken met de woelingen in Duitsland en de angst dat er in
Duits eenzelfde revolutie zou plaatsvinden als in Rusland en dat de hele

75
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Duitse industrie zou worden genationaliseerd. Het zou een ramp betekenen
voor andere economieën, vooral de Amerikaanse, die grote belangen had in
Duitsland. Achteraf weten we wat Hitler en zijn trawanten de mensheid heb-
ben aangedaan, maar in die tijd zag men hem als een (tijdelijk) hulpmiddel om
weer stabiliteit in Duitsland te krijgen. Paul von Hindenburg was nog steeds
president en men dacht waarschijlijk dat Hitler voor hem groot respect zou
hebben.

De NSDAP wint enorm veel zetels en wordt de tweede partij


De verkiezingen werden een groot succes voor de NSDAP: van 12 stegen ze
naar 108 zetels. De partij werd na de sociaal democraten de tweede partij in
het land. De NSDAP maakte het regeren bijna onmogelijk. Demonstratief
zaten ze met hun bruine uniformen in het parlement en torpedeerden iedere
poging tot hervorming.
In 1932 waren er presidentsverkiezingen en Hitler rook zijn kans. Paul von
Hindenburg had zich weer kandidaat gesteld en Hitler besloot zich ook ver-
kiesbaar te stellen. Er waren nog enkele kandidaten, maar in de eerste ronde
waren Hindenburg en Hitler de winnaar zonder absolute meerderheid en dus
was een tweede ronde nodig. Het waren vooral de christen- en sociaaldemo-
craten die toen op Hindenburg gingen stemmen, ondanks hun afkeer van het
Pruisische militairisme en de landadel uit Oost-Pruisen. Hindenburg won
daardoor met een meerderheid van 6 miljoen stemmen. Nu begonnen perso-
nen die het vertrouwen van Hindenburg hadden de poten onder stoel van kan-
selier Brüning uit te zagen. Hindenburg begon te dementeren en geloofde alles
wat hem gezegd werd. Zo werd hem door de Pruisische landjonker Franz von
Papen verteld dat Brüning van plan was de oude Pruisische landgoederen in
beslag te nemen en er kolonies van werklozen van te maken. Generaal Kurt
von Schleicher meldde dat het Duitse leger geen vertrouwen meer had in de
regering Brüning.
Hindenburg had het geestelijk allemaal niet meer op een rijtje en stemde
toe. Von Papen werd de nieuwe kanselier en Von Schleicher minister van
defensie. De op een zijspoor gezette Brüning voelde zich steeds meer bedreigd
en zou uiteindelijk naar Nederland vluchten. Na korte tijd kwam ook Von
Papen er achter dat het land bijna niet te regeren was en daarom stelde hij Von
Hindenburg voor Duitsland buiten het parlement om met noodwetten te gaan
regeren. Dementerend of niet, hier trapte Hindenburg niet in. Von Schleicher
zei hem dat er dan een burgeroorlog zou uitbreken. Daarop werd Von
Schleicher tot kanselier benoemd met de opdracht een meerderheidsregering
te vormen desnoods met de NSDAP. Het was politiek paniekvoetbal want
natuurlijk begon Hitler de zaak te traineren en vormde een monsterverbond
met zijn oude vijand Von Papen. Die twee begonnen nu Hindenburg onder

76
De doos van Pandora

druk te zetten en hij ging moegestreden door de knieën. De NSDAP ging aan
de regering deelnemen met Hilter als kanselier en Von Papen als vicekanselier.
De NSDAP zou slechts drie van de elf ministersposten krijgen. Dat ging even
goed, maar Ernst Röhm en zijn SA-knokploegen waren heer en meester op
straat. Tegenstanders werden zwaar mishandeld of vermoord. Göring werd
minister van binnenlandse zaken en trad niet op (natuurlijk niet). Wat Hitler
nodig had was een gebeurtenis die het land in rep en roer zou brengen en hem
in de gelegenheid zou geven de macht definitief in handen te krijgen. Dat
werd geregeld door SA-chef Karl Ernst. Hij had het nooit verder gebracht dan
piccolo in een hotel en uitsmijter in nachtclubs. Maar door zijn meedogenloze
gewelddadigheid klom hij snel op in de gelederen van de SA.

Marinus van der Lubbe en zijn ‘aanslag’ op het gebouw van de Reichstag
Marinus van der Lubbe was een Nederlandse metselaar. Door een bedrijfs-
ongeval kreeg hij kalk in zijn ogen en zijn gezichtsvermogen ging snel achter-
uit. Hij werd werkloos en moest leven van een uitkering van iets meer dan
zeven gulden per maand. Hij werd lid van de CPH (communistische partij
Holland). Hij was zo teleurgesteld in de Nederlandse samenleving dat naar het
‘communistisch paradijs’ in Rusland wilde (dat moet door gelijkgezinden zijn
betaald). Bij de Poolse grens werd hij echter tegengehouden en moest noodge-
dwongen terugkeren.
Tijdens zijn heen- en terugreis door Duitsland zag hij de gewelddadigheid
van het fascisme. Toen moet hij besloten hebben een daad te stellen. Wat zou
er mooier zijn dan de ‘Reichstag’, het gebouw van het parlement, dat geen
zeggenschap meer had, in brand te steken als een symbool van protest. Met
die gedachte ging hij opnieuw op reis richting Berlijn. Hij was toen al meer

Kanselier Marinus van de Lubbe Karl Ernst


Heinrich Brüning kort na zijn arrestatie

77
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

dan 70% blind. Het kan niet anders dan dat hij onderdak kreeg bij partijgeno-
ten in Berlijn die hij op zijn vorige reis ontmoet had en van zijn plannen ver-
telde. Dat moet zijn uitgelekt of verraden. Dat was de gouden kans waar
Hitler op had gewacht. Karl Ernst werd ‘uitverkoren’ de opdracht uit te voe-
ren. Van der Lubbe werd niet gearresteerd, hij werd gevolgd. Goering had
vanuit zijn ministerie een gang naar het parlementsgebouw wat de voorberei-
dingen en de terugkeer aanzienlijk vergemakkelijkte.
In de nacht van 27 februari 1933, nauwelijks een week voor de verkiezin-
gen, drong Van der Lubbe het parlementsgebouw binnen met wat lappen en
lucifers. Hij stak een paar gordijnen in brand en vluchtte weer naar buiten.
Karl Ernst met zijn handlangers had intussen met fosforbommen in het
gebouw een grote brand voorbereid. Ooggetuigen verklaarden later dat het
immense gebouw binnen de kortste keren op alle vier de hoeken in lichterlaaie
stond. Van der Lubbe werd al snel daarna gearresteerd. Het was al geen impo-
sant figuur en tijdens het proces zat hij er murw en apatisch bij. Vermoedelijk
was hij zwaar mishandeld. Hij bleef volhouden dat hij de enige dader was en
moet dat ook werkelijk gedacht hebben. Speciaal voor Marinus van de Lubbe
werd de doodstraf weer ingevoerd. Hij had de twijfelachtige eer de eerste van
vele miljoenen te zijn. Hij werd onder de guillotine vermoord en zijn hoofd
werd na afloop met ruwe steken weer aan zijn romp vastgenaaid.
Nu was het hek van de dam: de nazipropaganda maakte overuren. De
brand zou het signaal geweest tot een communistische staatsgreep. Vele dui-
zenden communisten van hoog tot laag werden gearresteerd. Velen stierven
na zware mishandelingen.
De verkiezingen brachten de NSDAP op bijna de helft van de zetels.
Samen met een Duits-nationalistische splinterpartij hadden ze een meerder-
heid in het parlement. De eerste daad van Hitler was, gezien de volgens hem
chaotische toestand van het land (hij had die zelf veroorzaakt), een noodwet
in te dienen die hem vier jaar lang dictatoriale macht gaf. Alleen de sociaal
democraten stemden tegen en daarmee was Adolf Hitler (hij noemde zich net
als Mussolini leider) Führer van Duitsland geworden. Pro forma was het land
nog een democratie, maar alle politici die nog enige tegenstand boden werden
bedreigd of uit de weg geruimd.
Al lang daarvoor was de mislukte sluwe kippenboer Heinrich Himmler
zich naar voren aan het werken. Zijn Germaanse SS in hun zwarte uniformen
die in eerste instantie alleen dienst deed als beschermers van de partijtop
groeide gestaag. De SA was alleen uit op straatvechters, maar de SS selecteer-
de in eerste instantie op intelligentie gepaard gaande met meedogenloosheid.
Al snel werd de Geheime Staatspolizei (Gestapo) opgericht en de
Sicherheitsdienst (SD) en dat alles onder de paraplu van de Reichsführer SS
Heinrich Himmler. Hitler had een koosnaampje voor hem: ‘der treue

78
De doos van Pandora

Heinrich’. Dat zou aan het einde van de Tweede Wereldoorlog veranderen,
maar toen was Himmler de architect van de opkomst van Hitler. Het hele SS
complex werd een staat binnen de staat waar alleen Himmler het voor het
zeggen had. Hij werd de chef van de dictatoriale staat, waar niemand zijn
mond meer durfde open te doen. Kinderen op school werden ondervraagd
over de opvattingen van hun ouders en op het werk kon je collega een tipgever
van de Gestapo zijn.

De uitschakeling van Ernst Röhm en zijn SA


Nu was de weg vrij om Hitler te totale macht te bezorgen. President von
Hindenburg was nu helemaal dement en vormde geen bedreiging meer. Hij
meende in de ontmoetingen met Hitler in gesprek te zijn met keizer Wilhelm.
De enige die Hitler nog naar de kroon kon steken was de SA-chef Ernst Röhm.
Met zijn knokploegen had hij Hitler aan de macht gebracht. Maar hij stak niet
onder stoelen of banken dat ‘nu de revolutie geslaagd was het tijd werd voor het
socialistische deel’. De partij was immers een nationaal socialistische arbeiders-
partij en de SA bestond grotendeels uit werklozen die hun beloning in de
vorm van vast werk en wat welvaart gingen opeisen. In populariteit begon hij
zelfs Hitler naar de kroon te steken. Hij wilde van zijn SA het nieuwe Duitse
volksleger maken met hem als opperbevelhebber. Nu begon de legertop te
protesteren. Hitler had als Oostenrijker een natuurlijke afkeer tegen de tradi-
tionele Pruisische legertop, maar die had hij wel nodig in zijn plannen voor de
toekomst en daar was voor de SA geen plaats meer voor. Bovendien was er een
uiterst geheime operatie aan de gang om het Duitse leger in snel tempo tot het
modernste ter wereld op te bouwen. Daarvan was bijna niemand op de hoog-
te en helemaal Ernst Röhm niet. Dus werd ‘der treue Heinrich’ Himmler in
stelling gebracht om dat ‘probleem’ op te lossen.
Het was in vrij grote kringen bekend dat Röhm homoseksueel was. Zolang
hij van nut was voor Hitler werd dat geaccepteerd (in de nazi-doctrine was
homoseksualiteit een doodzonde), nu werd het tegen hem gebruikt. In een
zorgvuldig voorbereide actie werden de woon- en verblijfplaatsen van de SA
top opgespoord. Wie was waar en wanneer en op welk moment? Toen dat
klaar was sloeg de SS van Himmler eind juni 1934 meedogenloos toe: honder-
den werden vermoord (onder wie Karl Ernst, de voorbereider van de
Reichstagsbrand) en dat betekende het einde van de macht van de SA. Het is
ook de geschiedenis ingegaan als de ‘nacht van de lange messen’. Niet alleen
SA’s werden vermoord maar ook oude rekeningen werden vereffend.
Generaal von Schleicher, die Hitler nog steeds als een tegenstander zag
behoorde tot de slachtoffers en met hem vele anderen. Na afloop van de
moordpartijen werd Ernst Röhm afgeschilderd als een homoseksuele commu-
nistische infiltrant en men moest dankbaar zijn dat de Führer op tijd ingegre-

79
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

pen had. Waarschijnlijk was Hitler geïnspireerd door de ‘zuiveringen’ van


Jozef Stalin die in dezelfde periode plaatsvonden.
De wereld zag het met lede ogen aan. De economische crisis duurde voort
en de Britten en Fransen hadden hun legersterkte tot een minimum terugge-
bracht. Bovendien zat niemand te wachten op een nieuwe oorlog. Maar over
de hele wereld hadden investeerders en banken grote belangen in Duitsland en
die werden in hun ogen door de nazi’s prima beschermd. Het doel, het com-
munisme weghouden uit de bufferstaat Duitsland, was gelukt en dat daar een
ultrarechtse dictatuur aan de macht was gekomen werd op de koop toe geno-
men.

De geheime opbouw van het moderne Duitse leger in Rusland


De Duitse topindustriëlen en banken en waarschijnlijk ook hun buitenlandse
partners waren op de hoogte van een geheime overeenkomst tussen Duitsland
en Rusland. Die was al begonnen in het begin van de twintiger jaren, eerst op
kleine schaal, maar het nam steeds grotere vormen aan: de wederopbouw van
het Duitse leger. Volgens het verdrag van Versailles mocht het Duitse leger
slechts uit 100.000 man bestaan. Wapens als zware artillerie, tanks, jachtvlieg-
tuigen, bommenwerpers en gifgas waren verboden. Zoals eerder beschreven
werd in 1922 het verdrag van Rapallo gesloten tussen Duitsland en Rusland.
De toenmalige minister van buitenlandse zaken Georgi Tsjitsjerin noemde het
‘een samengaan tussen twee internationale zondebokken’ en dat werd nog
steeds zo gevoeld.
Het communistische Rusland werd gezien als een bedreiging voor het kapi-
talistische systeem en met de opkomst van Adolf Hitler als een bedreiging van
het democratische systeem. Dat bracht beiden tot een monsterverbond: Hitler
wilde een modern leger en Stalin wilde instabiliteit in Europa, precies volgens

President Von Hindenburg Generaal Ernst Köstring Generaal Hans Speidel

80
De doos van Pandora

de leer van Lenin om na een nieuwe Europese oorlog en sociale onrust de


macht over te nemen.
Het komt er op neer dat er in het diepste geheim de voor die tijd nieuwste
bewapening werd ontwikkeld. Duitse officieren en topingenieurs vertrokken
naar Rusland en kregen de beschikking over fabrieken en oefenterreinen om
dat alles te ontwikkelen. Het begon al rond 1923. Het vliegtuiggedeelte werd
ondergebracht bij het stadje Lipetsk in de buurt van Moskou. De ontwikkeling
van de tanks in het stadje Kazan aan de Wolga. Duitse bedrijven bouwden de
fabrieken, maar het personeel was Russisch. Dat was nodig voor de geheim-
houding. Alleen de staf was Duits. Eén van de belangrijkste Duitse officieren
daar was de cavaleriegeneraal Erst Köstring. Hij was in Moskou geboren en
naar school gegaan en sprak perfect Russisch. Hij gaf leiding aan de ontwikke-
ling van de nieuwe generatie Duitse tanks. Hij zou in 1953 overlijden en wilde
na de oorlog summier over die tijd spreken. Zo verklaarde hij dat Goering hem
vertelde dat zonder de Russische voorbereiding de Duitse luchtmacht nooit
een niveau zou hebben bereikt om de oorlog te beginnen en generaal
Guderian (de latere Duitse tankgeneraal) hetzelfde. Over wie het organiseer-
de en financierde wilde hij weinig kwijt: ‘Krupp en nog een paar anderen’.
De tanks en vliegtuigen moesten worden getest. De Duitse officieren en
onderofficieren die dat deden moesten officieel ontslag nemen. Ze kregen een
andere identiteit en droegen in Rusland uitsluitend Russische uniformen. Er
werd naar gestreefd dat zelfs de naaste familie niet op de hoogte mocht zijn
van hun verblijfplaats. Bij de oefeningen vielen in de loop van tijd regelmatig
slachtoffers. Die werden in loden kisten als ‘machineonderdelen’ verscheept
naar Stettin. Dan werd de familie verteld dat ze waren omgekomen bij oefe-
ningen in Oost-Pruisen. In de beginfase zullen het enkele tientallen zijn
geweest, steeds meer toekomstige luchtmacht- en tankofficieren moeten hun
opleiding in Rusland hebben gehad, samen met hun moderne vliegtuigen en
tanks. Zo rond 1935 moeten het er duizenden zijn geweest die het kader gin-
gen vormen van het moderne Duitse leger.
De oefeningen werden later nog gecombineerd met Russische militairen.
Generaal Hans Speidel vertelde dat de Russische officieren uiterst leergierig
waren en af wilden van de nog steeds bestaande tsaristische doctrines en de
moderne westerse tactieken wilden leren. De oefeningen vonden op steeds
grotere schaal plaats en werden later ook door Russische maarschalken bijge-
woond. Van 1923 tot rond 1935 werd de basis gelegd van het moderne Duitse
leger dat dood en verderf zou gaan zaaien. Het kader van dat leger werd in het
diepste geheim in Rusland opgeleid. De moderne tanks, vliegtuigen zoals de
Messerschmidt, Junker en Stuka werden daar ontworpen, getest en gedeelte-
lijk gebouwd.
In 1931 werd Ernst Köstring benoemd tot militair attaché in Moskou. Hij

81
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

werd door president Hindenburg (die op dat moment nog niet dementerend
was) gefeliciteerd met de volgende woorden: ‘onderhoud goede betrekkingen
met het Russische leger en de Polen zou ik nog graag eens een pak op hun donder
geven, maar dat zal nog wel even duren’. Inderdaad, nog acht jaar zou dat duren,
maar het is wel tekenend voor de mentaliteit die er toen al was. Samen met de
Russen Polen verslaan en Duitsland de rest van Europa. En zo zou het gebeu-
ren.
Op 2 augustus 1934 overleed president Paul Von Hindenburg. Hitler
noemde zich vanaf die dag ‘Führer und Reichskanzler’ en werd daarmee offi-
cieel dictator van Duitsland dat vanaf dat moment geen democratie meer had,
voor zover dat nog het geval was.

De Spaanse burgeroorlog: ook daar komt het fascisme aan de macht


Twee fascistische dictaturen waren er nu in Europa: in Italië en Duitsland en
de Eerste Wereldoorlog was maar net 15 jaar geschiedenis. Er zou nog een
derde land bijkomen: Spanje. In 1931 waren daar gemeenteraadsverkiezingen.
Na afloop braken er grote rellen uit en koning Alfonso vluchtte het land uit.
Een revolutionair comité vormde een regering, maar de tegenstellingen tussen
links en rechts waren groot en bij de verkiezingen van 1933 won rechts. Toen
ook nog de ultrarechtse partij CEDA in de regering kwam braken er in het
hele land linkse opstanden uit. Toen de provincie Catalonië zich onafhankelijk
verklaarde werd dat genadeloos onderdrukt.
Drie jaar later waren er nieuwe verkiezingen. De linkse partijen wonnen en
ook de communisten gingen deelnemen in de regering. Die begon te bezuini-
gen op het veel te grote aantal hoge Spaanse officieren (ook Spanje had een
economische crisis) en die begonnen toen te protesteren en kwamen in
opstand onder leiding van Emilio Mola, maar al snel kwam generaal Francisco
Franco met zijn leger uit Spaans Marokko naar Spanje over. Die begon meteen
naar het noorden op te rukken richting Madrid en Malaga. Dat ging, ondanks
felle Republikeinse tegenstand, relatief snel. Nu werden de pijlen gericht op
Madrid en het Baskenland. De strijd kenmerkte zich door wreedheden waarbij
vrouwen en kinderen niet werden ontzien. Begin 1937 werden Franco’s natio-
nalisten (ook wel falangisten genoemd) versterkt met Italiaanse troepen. Nu
was het hek van de dam: Rusland stuurde troepen en zelfs enkele tanks waar-
op Hitler het Condorlegioen stuurde. Het was een afdeling van de Duitse
luchtmacht met de nieuwste modellen van de Stuka’s die nu uitgeprobeerd
konden worden in een echte oorlog.
Bij de republikeinen sloten toen zich duizenden buitenlandse vrijwilligers
aan die wilden vechten tegen het fascisme dat men steeds meer ging zien als
een bedreiging van de wereldvrede. Daar waren veel bekendheden onder zoals
de Amerikaanse auteur Ernest Hemingway en de Nederlandse Jef Last. Dat

82
De doos van Pandora

kostte hem zijn Nederlanderschap en met hem honderden Nederlanders.


Rond 1950 kregen ze hun paspoort terug, pas toen men erkende dat ze voor
een goede zaak gevochten hadden. Beter laat dan nooit, maar een groot schan-
daal. In Nederland werden Spaanse vluchtelingen opgenomen: rijke falan-
gisten werden in riante hotels op de Waddeneilanden ondergebracht en was
zelf een populair liedje in dagen: ‘die Spaansche vluchteling’.
Door de passieve houding in de rest van Europa haakten de Russen af en
trokken hun troepen terug. In 1937 bombardeerden de Duitsers het kleine
Baskische stadje stadje Guernica. Er was geen enkele aanleiding toe, het was
een misdadige oefening voor de luchtmacht. Er werd een slachtpartij aange-
richt onder de burgerbevolking. Het inspireerde de Spaanse schilder Pablo
Picasso tot zijn legendarische schilderij. De hoofdstad Madrid werd door de
nationalisten de hele burgeroorlog door fanatiek verdedigd en werd nooit inge-
nomen. Uiteindelijk slaagden de falangisten erin het republikeinse deel in
tweeën te delen. Toen begin 1939 Barcelona werd ingenomen gaven de repu-
blikeinen het verzet op. Samen met de internationale brigades trokken ze de
Pyreneeën over naar Frankrijk. De falangisten namen bloedig wraak: in de
jaren daarop werden vele duizenden republikeinen vermoord. Tot de dag van
vandaag heeft het diepe sporen van haat nagelaten, die zelfs nu nog door fami-
liebanden lopen. In 1975 werd kleinzoon van Alfonso, Juan Carlos, koning
van Spanje. Maar Franco eiste wel van hem dat hij de eed moest afleggen op
de falangistische wet en de bijbel. Hij heeft het gedaan.

Fascistische groeperingen en sympathieën in andere landen


En zo kwam Spanje als derde fascistische land in Europa. We zijn na 1945
geneigd te denken (of misschien wel weg te drukken) dat alleen in die landen
een uiterst rechtse mentaliteit heerste. Het tegendeel is waar. In alle Europese

Koning Alfonso Francisco Franco Ernest Hemingway

83
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

landen en in Amerika waren er groeperingen die al dan niet openlijk met het
fascisme sympathiseerden en dat hing allemaal samen met de angst voor een
communistische overheersing.
Ik kan in dit boekje die ontwikkelingen in alle landen niet beschrijven, daar
is een apart deel voor nodig, maar ze waren er wel degelijk. Groot-Brittannië
en Nederland wil ik er uit lichten om in ieder geval de teneur uit die tijd te
belichten.

Het fascisme in Groot-Brittannië


In Groot-Brittannië waren de rechtse partijen verenigd onder de naam ‘Right
Wing’ (de rechtervleugel). Daar is op zich niets verkeerds aan. Het was de
conservatieve partij aangevuld met enkele rechtse splinterpartijen. Maar daar-
uit ontstond een groepering die zich de ‘Right Club’ ging noemen en openlijk
sympathiseerden met de Duitse nazi’s. Er waren heel wat vooraanstaande
Britten al dan niet in het geheim lid van, met als meest bekende Archibald
Ramsay. Hij stamde uit een aristocratiche Britse familie. Hij studeerde aan de
exclusieve Britse kostschool, Eton, en kreeg een officiersopleiding op de mili-
taire academie van Sandhurst. Hij diende twee jaar als officier van de
Coldstream Guards in de Eerste Wereldoorlog. Daar raakte hij zwaar gewond.
In de parlementsverkiezingen van 1931 werd hij gekozen als conservatief par-
lementslid. Tijdens de Spaanse burgeroorlog was hij een fanatieke aanhanger
van Franco.
In 1938 werd zijn afkeer tegen het communisme en de joden definitief dui-
delijk. Begin januari hield hij een toespraak bij de Britse Buitenlandse
Zakenclub waarin hij stelde dat hij Hitlers afkeer van communisten en joden
heel goed kon begrijpen: ‘van de 59 leden van het centraal comite van de par-
tij waren er 56 joods en de drie anderen waren getrouwd met jodinnen’. Op 4

Archibald Ramsay Oswald Mosley Symbool BUF

84
De doos van Pandora

september 1939 (een dag na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog pre-
senteerde hij een antisemitisch gedicht op de muziek van ‘Land of Hope and
Glory’:

Land of dope and Jewry


Land that once was free
All the Jew boys praise thee
Whilst they plunder thee

Poorer still and poorer


Grow thy true-born sons
Faster still and faster
They’re sent to feed the guns.

Land of Jewish finance


Fooled by Jewish lies
In press and books and movies
While our birthright dies

Longer still and longer


Is the rope they get
But – by the God of battles
‘Twill serve to hang them yet.

Hij werd tot het einde van de oorlog in de gevangenis van Brixton geïnter-
neerd.

Oswald Mosley
Het volgende voorbeeld is Oswald Mosley. Hij was de zoon van sir Oswald
Mosley, baron van Ancoats. Hij ging in de politiek bij de conservatieve partij.
Daar kreeg hij al snel ruzie en stapte over naar de Labour Party. Het duurde
niet lang tot hij ook daar ruzie kreeg. In 1932 richtte hij de British Union of
Fascists (BUF) op: een samenwerkingsverband van kleine fascistische partijen.
De partij kreeg een vrij grote aanhang en zocht confrontaties op met commu-
nisten, socialisten en joden naar het voorbeeld van de Duitse SA. Vooral in
Londen kwam het tot grote straatgevechten. Toen de Tweede Wereldoorlog
uitbrak werd hij geïnterneerd in de Holloway gevangenis. In 1943 kreeg hij
toestemming om op het gebied van de gevangenis met zijn gezin een huisje te
bewonen. Na de oorlog probeerde hij nog aan de bak te komen, maar dat mis-
lukte. Hij ging in Ierland wonen en later in Frankrijk waar hij in 1980 over-
leed.

85
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De groeiende fascistische voorkeuren van koning Edward VIII


Op 20 januari 1936 overleed de Britse koning George V en daarmee werd zijn
oudste zoon automatisch koning Edward VIII. Hij zou dat 350 dagen zijn en is
niet officieel ingehuldigd. Zijn jeugdjaren verliepen als Britse prins redelijk
normaal. Hij kreeg een goede opleiding en tijdens de Eerste Wereldoorlog
wilde hij als jong officier van de Grenadier Guards aan het front dienen, maar
dat werd door de Britse opperbevelhebber Kitchener afgewezen. Maar toch
bezocht hij onder levensgevaar de loopgraven regelmatig.
In de twintiger jaren ontwikkelde hij zich steeds meer als een soort
‘filmster’. Hij was niet getrouwd, kroonprins en dus gewild bij de vrouwtjes
waar hij dankbaar gebruik van maakte. Hij was één van de meest gefotogra-
feerde personen van zijn tijd en trendsetter voor de mannenmode. In 1930
ging de prins zelfstandig wonen in het landhuis Belvedere bij Sunningdale.
Daar had hij verhoudingen met een reeks van getrouwde vrouwen. Zijn privé-
secretaris, Alan Lascelles beschreef hem als een man die in de puberteit was
blijven steken. Zijn vader, koning George, heeft ooit gezegd: ‘als ik dood ben
heeft hij zich binnen een jaar helemaal te gronde gericht’.
Hij kwam in contact met een Amerikaanse vrouw: Wallis Simpson.
Eigenlijk heette ze Wallis Warfield en was de dochter van een succesvol
zakenman. Na een eerder huwelijk trouwde ze in 1928 met een gescheiden
zakenman: Ernest Simpson en gingen in Londen wonen. Ze werden grote
vrienden met ene lady Thelma Furness, één van de minnaressen van Edward.
In 1934 begon Wallis Simpson een verhouding met hem. Pro forma had
Edward met haar kunnen trouwen. Dat recht had hij, maar de Britse regering
kreeg steeds meer aanwijzingen dat Wallis Simpson er nog meer minnaars op
na hield: een getrouwde automonteur en hertog Edward Fitzgerald van
Leinster. Bovendien kreeg de Britse geheime dienst steeds meer aanwijzingen

Koning Edward VIII Wallis Simpson Het bezoek in 1937

86
De doos van Pandora

dat zij ook een verhouding had met de Duitse ambassadeur Joachim von
Ribbentrop, de latere minister van buitenlandse zaken en dat ze uitgesproken
nazi-sympathieën had. Die had Edward al in mindere mate, maar onder haar
invloed werden die steeds sterker. Toen hij met deze feiten werd geconfron-
teerd tekende Edward op 10 december 1936 het document dat hij afzag van
de Britse troon. Dat gold ook voor eventuele kinderen die geboren zouden
worden. Hij hield nog een radiotoespraak waarin hij verklaarde verder te wil-
len leven met de vrouw waarvan hij hield. Het paar verhuisde naar Oostenrijk
en bleef daar totdat Wallis Simpson officieel gescheiden was. Op 3 juni 1937
trouwden ze in Frankrijk.
Zijn jongere broer werd de nieuwe koning (George VI) en verleende hen
de titels ‘hertog en hertogin van Windsor’. Ze gingen veel reizen met als
‘hoogtepunt’ het bezoek aan Adolf Hitler in 1937. Toen Frankrijk in 1940
door de Duitsers werd bezet verhuisden ze naar Spanje en snel daarna naar
Portugal. Waarom? Portugal en in mindere mate Turkije waren voor en tijdens
de Tweede Wereldoorlog broedplaatsen voor geheime diplomatie en intriges.
Portugal werd geregeerd door de dictator Salazar die ook fascistische neigin-
gen had, maar het wel opnam voor de arbeidende klasse.
In september 1940 was Groot-Brittannië nog de enige tegenstander van
nazi-Duitsland en stond op het punt ten onder te gaan. Juist toen kwamen er
steeds meer aanwijzingen dat Wallis Simpson weer contacten had met Von
Ribbentrop die het toen gebracht had tot minister van buitenlandse zaken.
Waarschijnlijk was het paar niet op de hoogte van grote Britse geheimen, maar
het veiligheidsrisico werd te groot. Bovendien waren ze bij uitstek geschikt als
marionetten-koningspaar bij een eventuele Duitse bezetting van Groot-
Brittannië. Gezien de nazisympathieën van beiden was dat een reële optie. De
Britse regering hakte de knoop door en dwong het paar te verhuizen naar de
Bahama’s, een Britse eilandengroep in de buurt van Florida. Edward mocht
daar gouverneurtje spelen en in zijn rug hielden de Amerikanen een oogje in
het zeil. In feite waren ze verbannen en zouden de eilanden gedurende de
Tweede Wereldoorlog niet meer verlaten.

De opkomst van Anton Mussert en zijn fascistische NSB in Nederland


We zijn aangekomen in Nederland, waar op 17 september 1944 operatie
Market Garden werd uitgevoerd. Het was al lange tijd (zoals eerder beschre-
ven) behoorlijk pro-Duits. Na de oorlog was er een grote parlementaire
enquête waarin generaal Van Oorschot dit nog eens onderstreepte. Hij was
voor de oorlog hoofd van GSIII, afdeling 3 van de generale staf die het inlich-
tingenwerk verzorgde. Bij de landmacht waren oefeningen die waren geba-
seerd op ‘siebsig/einundsiebzig’ (de Frans-Duitse oorlog en dan vooral de
Duitse overwinning) heel populair.

87
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Nederland was ook een totaal verzuild land. Bijna iedereen was ondergebracht
in een eigen hokje. De vakbeweging was algemeen, katholiek of protestant.
Van sportverenigingen tot koren en knutselclubjes, iedereen zat in zijn eigen
hokje. De radio had dezelfde vorm: Katholieke Radio Omroep (KRO), NCRV
(Nederlandsch Christelijke Radio Vereeniging), VARA (Vereeniging
Arbeiders Radio Amateurs), VPRO (Vrijzinnig Protestantsche Radio
Omroep, tot de dag van vandaag het buitenbeentje) en de AVRO (Algemeene
Vereeniging Radio Omroep) met als voorzitter Willem Vogt, die meende dat
zijn omroep als oudste en grootste het alleenrecht moest krijgen. Toen dat niet
gebeurde begon hij steeds meer de fascistische hoek in te gaan. Het is bekend
dat hij een groot bewonderaar van Mussolini was. Nauwelijks hadden de
Duitsers in mei 1940 Nederland bezet of Willem Vogt ontsloeg alle joodse
medewerkers inclusief Han Hollander, misschien wel de meest populaire
Nederlandse sportverslaggever aller tijden. Hij zou in een vernietigingskamp
vermoord worden.
Vliegtuigbouwer Anthonie Fokker werkte in de Eerste Wereldoorlog voor
de Duitsers en ontwierp de propeller in samenwerking met het machinege-
weer. Ook zijn vliegtuigen waren van legendarische kwaliteit (Nederland neu-
traal?). Hij bleef altijd uiterst pro-Duits.
En dan was er Henri Deterding. Hij begon zijn carrière als jongste bankbe-
diende, maar klom al snel op. Hij trad in dienst van de Nederlandsche Handel
Maatschappij en werd uitgezonden naar Medan op Sumatra. Daar kwam hij al
snel in dienst van de Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij,
waar hij directeur werd. Hij fuseerde de KNPM met het Britse Shell en werd
zo één van de grootste captains of industry ter wereld. De Britten gaven hem

Anthonie Fokker (l) in


1917 met rechts in licht
Willem Vogt (l) op het uniform Baron Von
dak van het Olympisch Richthofen
Stadion in Amsterdam (de Rode Baron) die met
met rechts de zijn rode driedekker naar Sir Henri Deterding
legendarische sportver- Fokkers’ ontwerp vele
slaggever Han Hollander luchtgevechten won.

88
De doos van Pandora

de titel ‘sir’. Ook hij was een felle anticommunist en zag in het fascisme de
enige kracht die dat kon tegenhouden. Nota bene in 1937 kreeg hij het voor
elkaar om voor 10 miljoen gulden (±100 miljoen euro in deze tijd)
Nederlandse agrarische producten op te kopen en voor een prikje aan
Duitsland te leveren ‘omdat in Duitsland een grote voedselschaarste heerste’.
Het is de geschiedenis ingegaan als het ‘Plan Deterding’. De Nederlandse boe-
ren waren hem dankbaar dat hun overproductie tegen een goede prijs werd
ingekocht en bij Hitler kon hij niet meer stuk. Na zijn pensionering ging hij in
Duitsland wonen op het Rittergut Dobbin dat eigendom was geweest van
Prins Hendrik. Op 72-jarige leeftijd stierf hij aan een hartstilstand. Bij de
begrafenis waren veel nazi-prominenten aanwezig. Hitler had een grote krans
laten bezorgen, vele hakenkruisvlaggen omringden de kist en bij de grafrede
werd hij geroemd als één van de grootste bestrijders van het wereldcommu-
nisme.
Ook in Nederland ontstonden fascistische groeperingen. Het waren mini-
male splinterpartijtjes die nauwelijks de aandacht trokken. Maar op 4 novem-
ber 1932 richtte ene ir. Mussert samen met Cornelis van Geelkerken als secre-
taris de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) op. Wie was Anton Mussert?
Hij werd geboren in 1894 en was de zoon van een gereformeerde hoofdonder-
wijzer in Werkendam. Eerst wilde hij marineofficier worden, maar hij werd
afgekeurd en ging toen weg- en waterbouwkunde studeren in Delft. In 1918
slaagde hij cum laude als civiel ingenieur. In 1920 ging hij werken bij de
Provinciale Waterstaat van Utrecht. Hij was een uiterst kundig ingenieur, ont-
wierp bruggen en maakte door ingenieuze waterwerken de Gelderse Vallei
toegankelijk. Maar hij ontpopte zich ook als een intrigant die er alles aan deed
om hogerop te komen. Mensen uit zijn toenmalige omgeving vertelden dat het
onmogelijk was met die man samen te werken: hij kon niet tegen kritiek.
Politiek was hij in het begin liberaal, maar hij werd al snel lid van de Nationale
Unie, een uiterst rechtse partij onder leiding van professor Carel Gerretson.
Toen begin jaren 30 de grote economische crisis begon was hij er heilig van
overtuigd dat de wereld zou afglijden naar het communisme. De democratie
zou dat niet kunnen verhinderen.
Volgens de statuten had de beweging, ik noem het verder partij, een ‘lei-
der’ (geïnspireerd op Duce en Führer) met vijf bestuursleden die echter geen
inspraak hadden en de leider kon ze naar believen ontslaan en aanstellen. Het
was dus van begin af aan een dictatoriaal partijtje. De partij had ook een ‘lei-
dend beginsel’ dat bijna letterlijk was overgenomen van de Duitse NSDAP.
Antisemitisme kwam er nog niet in voor. Mussert was geen imposant figuur:
hij was klein en als hij naar buiten trad nam hij poses aan die van Mussolini
waren afgekeken.
Begin januari 1933 trad de partij voor het eerst naar buiten toen er in

89
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Utrecht een zgn. ‘landdag’ werd gehouden met zo’n 600 deelnemers. Het was
goed voorbereid. Het weekblad van de partij ‘Volk en Vaderland’ verscheen
toen voor de eerste keer en naar het voorbeeld van Mussolini werd een ‘weer-
baarheidsafdeling’ (WA) in zwarte uniformen gepresenteerd en de groet: ‘hou
zee’. Mussert kreeg de titel ‘leider’. Mannelijke leden werden ‘kameraad’
genoemd en de vrouwelijke ‘kameraadske’. De NSB had een jeugdafdeling
(Nationale Jeugdstorm), een studentenfederatie en een landbouwafdeling. De
partij groeide snel: van zo’n 1.000 leden in 1933 tot 52.000 in 1936. De aan-
hang bestond grotendeels uit middenstanders en boeren die het hardst door de
crisis getroffen waren en weinig vertrouwen meer hadden in de democratie.
Omdat veel joden middenstander waren kende de partij in het begin veel
joodse leden.
In Nederlands-Indië werden vele duizenden lid van de partij. Daar was
men bang voor het opkomend streven naar onafhankelijkheid en in Mussert
zag men iemand die dat kon onderdrukken. Het had voor de partij ook een
groot financieel voordeel: veel van de Nederlands-Indische leden waren ver-
mogend en steunden de NSB met gulle hand.
Eind 1933 werd het lidmaatschap voor ambtenaren verboden. Het werd
een gewoonte het NSB-speldje niet voorop de revers te dragen maar er achter-
op. Bij de statenverkiezingen in 1935 won de partij bijna 8% van de stemmen;
voor die tijd een politieke aardverschuiving. Maar bij volgende verkiezingen
ging dat weer achteruit. Het ledental ging ook langzaam maar zeker naar bene-
den maar zou na de Duitse inval op 10 mei 1940 plotseling spectaculair stij-
gen. In maart 1940 telde men nog 33.000 leden, in oktober 1941 waren het er
90.000 en september 1943 meer dan 100.000. Ze hadden onder trouwe leden
van het eerste uur de bijnaam ‘meikevers’. Het is duidelijk dat velen een
graantje wilden meepikken van de Duitse bezetting.

Het eerste bewijs van


lidmaatschap op naam
van Anton Mussert,
ondertekend door
Ir. Anton (Ad) Mussert Het partij-embleem Van Geelkerken

90
De doos van Pandora

De demonstratieve ontvangst van Mussert


door gouverneur-generaal De Jonge
In 1935 vertrekt Anton Mussert naar Nederlands-Indië om zijn leden daar te
bezoeken en om nog meer aanhang te verwerven. Al twee jaar was het rijks-
ambtenaren verboden op straffe van ontslag lid te zijn van de NSB, maar toch
vond de gouverneur-generaal Cornelis de Jonge het nodig om Mussert als een
vorst te ontvangen. Waarom? De Jonge stond bekend als een autoritair per-
soon die niets van democratie moest hebben. Als jurist kwam hij in 1910 in
dienst van het ministerie van defensie en maakte snel carrière. Tijdens de
Eerste Wereldoorlog werd hij in juli 1917 de eerste minister van defensie die
geen militaire functie had. In die periode kreeg hij grote ruzie met koningin
Wilhelmima over de opperbevelhebber generaal Snijders. Nederland was neu-
traal, maar de Duitsers begonnen eind 1917 toestemming te vragen om via
Limburg versterkingen naar het front in België te brengen. Dat zou de neutra-
liteit tot een farce maken en generaal Snijders verklaarde, dat bij een eventue-
le Duitse aanval, het Nederlandse leger kansloos zou zijn (wat ook zo was) en
het beter was niet te vechten. Na drie jaar oorlog en miljoenen doden had de
generaal dat goed gezien. Daarop werd hij door minister De Jonge ontslagen.
Omdat het hier de opperbevelhebber betrof, die volgens de grondwet ‘bij ont-
steltenis van de koning en regering’ staatshoofd zou zijn, was toestemming van
koningin Wilhelmina nodig. Ze weigerde. Minister-president Cort van der
Linden ging verhaal halen, dreigde met een kabinetscrisis en kreeg als ant-
woord van de koningin dat zij wat haar betreft ‘reizende heren niet tegen wen-
ste te houden’. De generaal bleef, het kabinet bleef, maar tussen De Jonge en
Wilhelmina zou het nooit meer goed komen.
Na zijn ministerschap kwam hij in de olie-industrie terecht bij de
Bataafsche Petroleum Maatschappij waar hij onder leiding van de eerderge-

Rost van Tonningen Henk Feldmeijer Cornelis de Jonge

91
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

noemde Henri Deterding ging werken en die zal hem nog verder in zijn recht-
se denken beïnvloed hebben. Er werden hem nog diverse hoge functies bij de
overheid aangeboden die hij allemaal weigerde. In 1931 werd hij benoemd als
gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Het leidde daar en in Nederland
tot grote protesten. De christen democraten hadden gerekend op Colijn (die
als militair daar gediend had onder generaal Van Heutz), de sociaal democra-
ten vonden hem een ‘handlanger van het grootkapitaal’ en in Indië werd hij
niet geaccepteerd ‘omdat hij totaal geen binding met het land had’. Voor mij
is het ook een raadsel waarom deze man benoemd werd en waarom hij deze
functie wel accepteerde. In 1936 werd hij opgevolgd door Tjarda van
Starkenborgh Stachouwer. Hij verdween van het politieke toneel en leidde
een teruggetrokken leven in Oosterbeek. In september 1944 zullen we hem
weer tegenkomen als (tijdelijk) aspirant staatshoofd van Nederland ten noor-
den van de Rijn.

De SS-ideologie gaat de NSB steeds meer overheersen


Keren we terug naar de NSB. De snelle groei van de partij trok fanatieke fas-
cisten aan, die nu hun kans schoon zagen aan de bak te komen. Eén van hen
was Meinoud Rost van Tonningen. Hij is geboren in Nederlands-Indië en is de
zoon van een KNIL-generaal. Na de Eerste Wereldoorlog werkte hij in
Oostenrijk voor de Volkenbond om toezicht te houden op de Oostenrijkse
financiën. Daar ontwikkelden zijn latente anti joodse en anti communistische
gevoelens zich snel. In 1936 werd hij lid van de NSB en namens die partij ook
van de Tweede Kamer. Hij ging zich steeds meer profileren binnen de partij
en met zijn snel groeiende aanhang zich steeds meer tegen Mussert afzetten.
Hij werd hoofdredacteur van het ‘Nationale Dagblad’, de spreekbuis van de
partij. Daarin ventileerde hij zijn rascistische ideeën en zijn bewondering voor
het ‘groot-Duitse’ denken en de SS-ideologie. Mussert zou tot het einde van
de oorlog partijleider blijven, maar werd steeds meer overvleugeld door dit
soort scherpslijpers. Hij heeft nog een bezoek aan Adolf Hitler gebracht, maar
werd toen al niet meer serieus genomen. Het antisemitisme ging de partij
steeds meer domineren en de joodse leden van het eerste uur haakten toen
massaal af.
Een ander voorbeeld is Henk Feldmeijer, zoon van een sergeant-majoor,
die zijn achternaam in 1915 liet veranderen van Veldmeijer in Feldmeijer
omdat hij zich met de Duitsers verbonden voelde. Henk Feldmeijer was uitge-
sproken nazi die de NSB alleen gebruikte om zijn nazistische plannen door te
voeren. Zo rond 1937 ging hij zich steeds meer profileren binnen de partij. Hij
zat in het griezelige clubje ‘Der Vaderen Erfdeel’, dat de ‘Dietse’ (lees
Nederlands-Vlaamse) cultuur onderzocht en een ‘Dietse’ staat voorstond
samen met Vlaanderen en dan vooral ‘raszuiver’. In 1939 richtte hij samen

92
De doos van Pandora

met Rost van Tonningen de ‘Mussert-Garde’ op die helemaal doortrokken van


was van de SS-idiologie. Zo gleed de NSB af van een fascistische partij die
geënt was op het denken van Mussolini (wat ook geen lieverdje was) naar een
partij die helemaal op één lijn zat met de Duitse NSDAP met haar rassenwaan
en onverdraagzaamheid naar andersdenkenden, maar vooral met de gedachte
van een superieur ‘arisch’ ras.
Na de Duitse inval in Nederland meldden zich duizenden vrijwilligers bij
de ‘Germaanse SS’ van Feldmeijer. Er was in Nederland, maar in heel het
bezette Europa, een wens om tegen het communisme te gaan vechten.
Uiteindelijk zouden zo’n 10.000 Nederlanders zich als vrijwilliger aanmelden
voor Duitse dienst, waarvan 3.000 daadwerkelijk bij de SS hebben gediend
(de meesten in buurt van Leningrad). De rest zat bij de WA die in Nederland
jacht maakte op joden, onderduikers en wat de Duitse bezetter nog meer niet
beviel. In de bezette ‘Germaanse’ landen Noorwegen, Denemarken en België
was procentueel eenzelfde tendens te zien.

Voorbeelden van overtuigde communisten


In de toekomstige bezette landen waren de van oudsher democratische
partijen ver in de meerderheid. Dat waren vooral de sociaal- en christendemo-
craten en de liberalen. De fascistische partijen waren daar splinterpartijen. Dat
gold ook voor de communistische partijen, die helemaal niet geaccepteerd
werden. Ze moesten in de dertiger jaren al in een vorm van illegaliteit leven,
wat hun tijdens de bezettingsjaren een groot voordeel gaf: ze waren veel wan-
trouwender. Infiltranten hadden veel minder kans in vergelijking met de eerste
verzetsgroepen die veel makkelijker opgerold werden. Maar de communisten
hadden overal ook vele intellectuelen in hun midden. In Nederland was dat
bijvoorbeeld de dichteres en schrijfster Henriette Roland Holst, ze kwam uit
een welgestelde liberale familie, maar zette zich al vroeg tegen dit milieu af. In
het begin was ze een sociaal-democrate, maar uiteindelijk koos ze voor het
communisme. Ze had veel contact met de Duitse Rosa Luxemburg, zette zich
met woord en geschrift in voor arbeidende klasse en vertaalde de
Internationale naar het Nederlands.
Een ander voorbeeld is Henk Sneevliet (een volgens mij erg onderbelicht
persoon in de Nederlandse geschiedenis), zoon van een Rotterdamse sigaren-
maker. Het gezin was arm en zijn moeder overleed aan TBC toen hij drie was.
Hij werd in Den Bosch opgevoed door zijn oma en tantes. Hij ging bij de
spoorwegen werken en werd al gauw actief binnen de vakbeweging en bij de
grote spoorwegstaking van 1903. Hij werd gemeenteraadslid in Zwolle en in
die tijd ontmoette hij Henriette Roland Holst. Toen de SDAP weigerde een
zeeliedenstaking te ondersteunen stapte hij uit de partij en werd lid van de
CPH (Communistische Partij Holland). Hij vertrok naar Nederlands-Indië

93
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

waar hij enige tijd als verslaggever werkte. In 1918 was hij medeoprichter van
de PKI (Partai Komunis Indonesia). Daar werd hij opgemerkt door de
Komitern. Hij werd steeds meer als een bedreiging gezien door het
Nederlands-Indische gouvernement en het land uit gezet. De Komitern stuur-
de hem in 1921 naar China om daar mee te helpen een communistische partij
op te richten. Na enige tijd schoof hij de jonge Mao Tsje Toeng als leider naar
voren. Hij gaf hem het historische advies samen te gaan werken met de natio-
nalistische Kwo Ming Tang van Tsjang Kai Ttsek en later de macht te grijpen.
In China wordt hij nog steeds als een soort heilige gezien en wordt ‘Maring’
genoemd, wat toen zijn schuilnaam was. Terug in Nederland keert hij zich af
van Stalin en de Komitern en kiest de kant van Trotski en verlaat de CPH.
Meteen na de Duitse inval gaat hij in het verzet en schrijft in illegale kranten
onder de naam ‘Baanbreker’. Begin 1942 wordt hij gearresteerd en ter dood
veroordeeld. Met zes anderen wordt hij in het concentratiekamp Amersfoort
vermoord. Zelfs de Duitse moordenaars waren onder de indruk: hand in hand
stonden ze daar en zongen de Internationale terwijl ze één voor één doodge-
schoten werden, Sneevliet als laatste.

De ‘Cambridge Five’
In vele andere landen zijn soortgelijke voorbeelden te vinden. Als laatste wil ik
een Brits geval aanhalen dat dat tientallen jaren doorgewoekerd heeft. In de
dertiger jaren ontstond onder een groep studenten aan de universiteit van
Cambridge een pro-communistische beweging: de ‘Cambridge Five’. Zij zagen
daarin de enige kracht die tegen het fascisme wilde en kon optreden. De leider
van die groep was Harold ‘Kim’ Philby. Hij was van aristocratische afkomst.
De anderen waren Donald Maclean, Guy Burgess, Anthony Blunt en John
Cairncros. Philby trok al snel de aandacht van de Russische geheime dienst.

Henriette Roland Holst Henk Sneevliet Harold ‘Kim’ Philby

94
De doos van Pandora

Hij ging bij de Britse geheime dienst werken en maakte snel carrière en uit-
eindelijk zou hij het hoofd ervan worden. De vier anderen plaatste hij op stra-
tegische plaatsen binnen de dienst, zodat de Russen jarenlang precies op de
hoogte waren. Honderden agenten vonden de dood door hun toedoen. Pas in
1963 werd hij ontmaskerd en vluchtte na Rusland waar hij als een held werd
behandeld. Tot aan zijn dood in 1988 had hij daar een comfortabel leven. In
een interview verklaarde hij ‘geen seconde spijt te hebben’.
Dit verkrampte denken van uiterst links tot uiterst rechts kan alleen ver-
klaard worden door de schok na de Eerste Wereldoorlog, toen Europa van het
ene op het andere moment haar eeuwenoude vertrouwde fundamenten had
verloren. Bedenk hoe snel alles is gegaan: in een periode van iets meer dan
twintig jaar begon de Tweede Wereldoorlog. In die tijd werden er een haat en
agressie opgebouwd die wel tot een oorlog moesten leiden.
Ik noem dit hoofdstuk ‘de doos van Pandora’, uit de Griekse mythologie,
waarin alle rampspoeden van de mensheid zaten. In het interbellum (de peri-
ode tussen de beide wereldoorlogen) werd het water gekookt voor de soep van
de volgende oorlog. In die doos zaten de ingrediënten van de soep en ze zou-
den er spoedig ingegooid worden. Het resultaat was een oorlog die nog nooit
eerder vertoond is. Tientallen miljoenen doden, mensen die alleen va wege
hun ras, politieke gezindheid, seksuele geaardheid of geestelijke gesteldheid
op een industriële wijze vermoord zouden worden.
En dat allemaal omdat banken en industriëlen bang waren voor het com-
munisme en het nodig vonden één van de grootste gekken uit de wereldge-
schiedenis aan de macht te helpen: Adolf Hitler en zijn clubje van gevaarlijk
gefrustreerde idioten. Misschien was het hun bedoeling om hem na verloop
van tijd weer aan de kant te zetten, maar dat is niet gebeurd. Eenmaal aan de
macht had hij hun geld niet meer nodig.
Voor Stalin verliep alles naar wens in de geest van Lenin. West-Europa
werd steeds onstabieler en het wachten was op de volgende oorlog. Dan zou
hij zijn kans grijpen en de invloedssfeer naar het westen kunnen uitbreiden en
vooral de verloren gegane gebieden weer terug kunnen veroveren. Hij moet op
dat moment werkelijk gedacht hebben dat Hitler zich aan zijn afspraken zou
houden en dat hij degene zou zijn die Hitler aan de kant zou zetten om zo de
belangrijkste machtsfactor in Europa te worden.

95
Op weg naar de catastrofe
Toen Adolf Hitler de macht definitief in handen had, handelde hij in snel
tempo. Zijn eerste daad was in maart 1935 het invoeren van de dienstplicht.
Hij verklaarde een ‘vredesleger’ van een half miljoen man op te willen bou-
wen, terwijl het verdrag van Versailles slechts 100.000 man toestond. Maar
noch Frankrijk of Groot-Brittannië konden en wilden niet ingrijpen.
De Duitse wapenindustrie begon toen op volle toeren te draaien dankzij
de uitmuntende voorbereiding in Rusland. De tanks, kanonnen en vlieg-
tuigen waren getest en goed bevonden en waren op dat moment de beste ter
wereld.

De Hitler Jugend
Bovendien begonnen de nazi’s een ‘leger van de toekomst’ op te bouwen: de
Hitler Jugend. De leider hiervan was Baldur von Schirach. Alle Duitse kinde-
ren van 6 tot en met 18 jaar waren verplicht lid van deze club. Ouders die wei-
gerden gingen de gevangenis in. Van hun 6e tot hun 10e werd er gekampeerd
en veel aan atletiek gedaan. Op hun 10e jaar moesten de kinderen al een eed
afleggen dat ze bereid waren voor Hitler te sterven. Van hun 14e tot hun 18e
kregen ze paramilitaire opleiding en werden compleet gehersenspoeld met de
nazi-ideologie.
De meisjes volgden een soortgelijk programma dat resulteerde in een lid-
maatschap van de BDM (Bund Deutscher Mädel). Die werden voorbereid op
een kinderrijk moederschap. In 1938 telde de Hitler Jugend zo’n 8 miljoen
leden. Binnen enkele jaren zouden velen van hen als fanatieke nazi’s meevech-
ten in de oorlog. Voor hun ouders en hun omgeving waren ze een gevaar. Ze
waren erop getraind alles over te brieven wat er thuis gezegd werd.

De bouw van concentratiekampen en de moord op gehandicapten


Overal in het land werden concentratiekampen gebouwd waar vooral commu-
nisten, socialisten, homoseksuelen werden ‘heropgevoed’ en dat ging er niet
zachtzinnig aan toe. De bedoeling was deze mensen zo bang te maken dat ze
de rest van hun leven het wel uit hun hoofd zouden laten actief te zijn. In de
meeste gevallen lukte dat.
De rassenwaan begon nu echt toe slaan: het werd joden verboden openba-
re functies te bekleden en omdat de nazi-ideologie alleen gezonde ‘raszuivere’
mensen accepteerde begon men in het geheim dementen, zwakzinnigen,
debielen en zwaar gehandicapten in inrichtingen te vermoorden. De meest
gebruikte methode was deze mensen in een gesloten vrachtwagen te laden. De
uitlaatgassen werden naar binnen geleid. Terwijl de auto gingen rijden stierven

96
Op weg naar de catastrofe

de mensen een afschuwelijke verstikkingsdood. Meestal kreeg de familie te


horen dat de persoon onverwacht overleden en gecremeerd was. Protesteren
of verder informeren had geen zin: de eigen veiligheid kwam dan in gevaar.

De Olympische Spelen van 1936


Vóór de machtsovername van Hitler had het Internationaal Olympisch
Comité in 1931 de Spelen van 1936 aan Berlijn toegewezen. Ondanks pro-
testen uit vele landen gingen de Spelen gewoon door. Berlijn en wijde omge-
ving werden tot een toeristisch paradijs gemaakt waar niets van de nazi-ideo-
logie te merken was. Maar bij de opening vonden enkele landen het toch nodig
de nazi-groet aan Hitler te brengen, waaronder de Nederlandse afvaardiging.
Het hadden voor de nazi’s de Spelen van het blanke ras moeten worden, maar
één Amerikaanse zwarte atleet bedierf het feestje: Jesse Owens. Hij won vier
gouden medailles, drie met de sprint en één met verspringen.

Het Rijnland wordt geannexeerd


Al in maart van dat jaar ging Hitler uitproberen hoe ver hij kon gaan. Hij ver-
klaarde dat het gedemilitariseerde Rijnland gewoon bij Duitsland hoorde
omdat het in strijd zou zijn met het verdrag van Locarno. Duitse troepen trok-
ken het gebied in en bij Koblenz namen Duitse grenswachten zonder verzet de
plaatsen van hun Franse collega’s in.
Er klonken luide internationale protesten, maar daar hield het wel mee op.
Dat smaakte naar meer. De Duitsers namen deel aan de Spaanse Burgeroorlog
(zoals eerder besproken). Hitler speculeerde er (met succes) op dat Frankrijk
en Groot-Brittannië geen zin hadden in een nieuwe oorlog. Ze hadden geen
groot en modern leger meer en de economische crisis gekoppeld aan de
publieke opinie deed de rest.

Baldur von Schirach Jesse Owens Kurt Schuschnigg

97
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De ‘Anschluss’ van Oostenrijk


Het was de grootste wens van de voormalige Oostenrijker Hitler om zijn oude
vaderland bij Duitsland in te lijven. Hij had in Oostenrijk al een grote aanhang
die gemobiliseerd werd die steeds gewelddadiger werd. Eind januari 1938
deed de politie een inval in het hoofdkwartier van de nazi’s en vond een gede-
tailleerd plan voor een staatsgreep.
Minister-president Kurt Schuschnigg ging op bezoek bij Hitler in het bui-
tenverblijf in Berchtesgaden in de Beierse Alpen om verhaal te halen. Daar
werd hij in een lange tirade uitgescholden, uitgevloekt en bedreigd door
Hitler. Schuschnigg zag wel in dat zijn land militair volkomen kansloos was,
maar liet zich niet intimideren. Hij riep een volksstemming uit, waarin de
bevolking zich kon uitspreken: zelfstandig blijven of een deelstaat van
Duitsland worden. Daarop werd grens tussen beide landen hermetisch door de
Duitsers afgesloten en werden er veel troepen samengetrokken. In het geheim
werd de Oostenrijkse nazi Arthur Seyss-Inquart in stelling gebracht om na de
machtsovername staatshoofd te worden.
Schuschnigg gaf toen te kennen te willen aftreden. Hij zag in dat verder
verzet geen zin meer had en wilde voorkomen dat er veel slachtoffers zouden
vallen. President Wilhelm Miklas echter weigerde Seyss-Inquart als minister-
president te benoemen. Daarop trokken de Duitse troepen de grens over. SS-
chef Heinrich Himmler nam tijdelijk de macht waar: alleen al in Wenen wer-
den 69.000 mensen gearresteerd. In het hele land was bijna geen plaats meer
om alle arrestanten onder te brengen. Velen werden vermoord of zwaar mis-
handeld. Seyss-Inquart vaardigde volgens plan een éénwordingswet uit en
daarmee kreeg Oostenrijk een nieuwe naam binnen Duitsland: Ostmark. Er
werd nog een volksstemming gehouden: zo’n 99% stemde voor de ‘Anschluss’
(voor wie het geloven wil). Weer keek Europa machteloos toe. In de pers had

Arthur Seyss-Inquart Wilhelm Miklas Konrad Henlein

98
Op weg naar de catastrofe

men het over ‘een natuurlijk proces’ omdat beide landen Duitstalig waren in
de hoop dat Hitler nu tevreden zou zijn, maar eigenlijk wist men al wel beter.
Als dank voor bewezen diensten werd Seyss-Inquart na de inval in Polen gou-
verneur-generaal en later rijkscommissaris in het bezette Nederland.

De annexatie van het ‘Sudetenland’ en Tsjecho-Slowakije


De volgende stap van Hitler was de annexatie van Tsjecho-Slowakije. Het ont-
stond als staat na het uiteenvallen in 1918 van Oostenrijk-Hongarije, toen
men de Oostenrijkse delen Bohemen en Moravië samenvoegde met de
Hongaarse delen Slowakije en Roethenië. Het had echter een minderheid
binnen haar grenzen: de zgn. ‘Sudentenduitsers’. Het zijn nooit Duitsers
geweest: ze maakten altijd deel uit van Oostenrijk en de Oostenrijkse regering
heeft bij de vorming van de Tsjecho-Slowaakse staat ook aangedrongen het
Sudetenland bij Oostenrijk te laten. Het is niet gebeurd en nu had Hitler een
opstapje om te gaan ageren. Al jarenlang was ene Konrad Henlein aan het sto-
ken in dat gebied, omdat hij vond dat het Duitssprekende bevolkingsdeel
(±18% van de bevolking) zwaar gediscrimineerd werd. In de praktijk viel dat
wel mee maar zijn club werd financieel gesteund door Duitsland en ging zich
steeds agressiever opstellen. In mei 1938 begonnen ze met imitatie-uniformen
van de SS en SA openlijk op straat te lopen. De Tjsecho-Slowaakse regering
kondigde een gedeeltelijke mobilisatie af. Dat leger was modern en goed
bewapend. Winnen van de Duitsers was niet mogelijk, maar ze konden ze wel
zware verliezen toebrengen.
De Britse en Franse regeringen begonnen nu te protesteren en verklaarden
bereid te zijn de Tsjechoslowaken te steunen. Hitler kreeg één van zijn beken-
de woedeaanvallen, maar moest (tijdelijk) inbinden. Henlein kreeg opdracht
nog driester te werk te gaan. Provocaties zorgden voor vechtpartijen en de
‘Sudetenduitsers’ werd nog meer als slachtoffers afgeschilderd. Henlein eiste
nu dat het Sudetenland zich bij Duitsland zou aansluiten en Hitler bezwoer in
alle toonaarden dat hij hierna geen nieuwe eisen zou stellen. De Franse presi-
dent Édouard Daladier had geen zin in een nieuwe oorlog en de Britse
minister-president Neville Chamberlain noemde Tsjecho-Slowakije ‘een
nieuw land, dat hij eigenlijk niet goed kende’. De Tsjecho-Slowaakse regering
bleef weigeren.
Chamberlain reisde driemaal naar Duitsland voor een ontmoeting met
Hitler: naar Berchtesgaden, Bad Godesberg en München. Hitler begreep dat
dat de Britten en Fransen koste wat kost een oplossing wilden, maar vooral
geen nieuwe oorlog. En dus ging hij steeds meer eisen stellen. Tenslotte ging
Benito Mussolini ‘bemiddelen’, wat resulteerde in een internationale confe-
rentie. De Tsjechoslowaakse regering werd hiervoor niet eens uitgenodigd.
Besloten werd om vier gebieden van de Tsechoslowaakse republiek die

99
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Duitstalig waren aan Duitsland toe te wijzen. En dat waren precies de hoog-
gelegen gebieden die van levensbelang waren voor de verdediging van het
land. De beste bondgenoot van de Britten en de Fransen met een modern leger
van 48 divisies die de Duitsers hadden kunnen weerstaan werd toen het vech-
ten onmogelijk gemaakt. Neville Chamberlain keerde als een groot triomfator
terug naar Londen. Op de vliegtuigtrap zwaaide hij met een door Hitler
ondertekend stukje papier. De vrede in Europa was verzekerd. De illusie zou
maar even duren.
Maar Hitler wilde heel Tsjecho-Slowakije hebben. Vooral de zware oor-
logsindustrie had hij nodig. De inval in Polen stond allang op zijn verlanglijst-
je en Tsjecho-Slowakije was voor het Duitse leger één van de uitvalsbasissen
van dat plan. Bovendien had het land nog steeds een sterk leger dat hij niet in
zijn rug wilde hebben bij de aanval op Polen.
Er werd weer naar een ‘achtergestelde’ bevolkingsgroep gezocht. Ditmaal
waren het de Slowaken. Men ontdekte een katholieke priester, Josef Tiso, die
al jarenlang aan het ageren was. Hitler bood hem zijn steun aan, wat hij zon-
der aarzelen accepteerde. Onder zijn leiding braken in heel Slowakije opstan-
den en stakingen uit. In maart 1939 kwam er een Slowaakse onafhankelijk-
heidsverklaring die de Duitsers op de achtergrond minitieus hadden voorbe-
reid.
Daarop werd de nieuwe president Emil Hacha door Hitler ontboden en
werd net als zijn voorganger op ‘Hitleriaanse’ wijze uitgescholden en bedreigd.
In de steek gelaten door de hele wereld en na overleg met zijn regering onder-
tekende hij een verklaring dat hij het land aan de Duitsers zou overlaten.
Vechten had geen zin meer.
De volgende dag al hield Hitler een triomftocht door Praag. Meteen wer-
den de namen Tsjechië en Slowakije veranderd in Bohemen en Moravië en tot
Duits protectoraat verklaard. De Duitse oud-minister van buitenlandse zaken
Von Neurath werd benoemd tot rijksprotector. Onder zijn leiding werd het
gebied voor nazi-begrippen nog met zijden handschoentjes aangepakt. Dat
veranderde na de Duitse inval in Polen toen de SS-er Heydrich hem opvolgde.
De Tsjechen en Slowaken zijn een Slavisch volk en waren in de ogen van de
nazi’s ‘Untermenschen’. Een waar schrikbewind zou volgen.
Overigens was de eerdergenoemde president van de Britse centrale bank
Montague Norman bereid om het Tsechische landskapitaal in samenwerking
met zijn grote vriend Hjalmar Schacht, de president van de Duitse centrale
bank, via allerlei constructies internationaal ‘wit te wassen’ en zo Duits eigen-
dom werd.
Om het geheel voorlopig af te maken dwong Hitler de regering van Litauen
het ‘Memelgebied’, waar veel Duitstaligen woonden, af te staan aan de Duitse
provincie Oost-Pruisen.

100
Op weg naar de catastrofe

De gruwelijke vervolging van de joden


gaat beginnen en de ‘Reichskristallnacht’
In de periode van de ‘onderhandelingen’ begon zich een verschrikkelijk drama
af te tekenen: de vervolging van de joden. Dat gebeurde niet in het geheim,
maar openlijk. Toen in 1933 Hitler aan de macht kwam werd het joden al snel
verboden bepaalde plekken te bezoeken zoals, parken, zwembaden, bio-
scopen, theaters enz.
In 1935 werden de Neurenberger rassenwetten ingevoerd en daarmee ver-
loren de joden hun burgerrechten. Ze mochten geen openbare functies meer
bekleden en niet meer aan universiteiten studeren. Rond 1938 waren 150.000
van de 600.000 joden het land ontvlucht. Dat waren degenen die het konden
betalen. De hele wereld nam toen maar mondjesmaat joodse vluchtelingen op,
ook in Nederland. Degenen die wel toegelaten werden zouden in een nieuw te
bouwen vluchtelingenkamp worden ondergebracht in de buurt van
Apeldoorn. Koningin Wilhelmina, die meestal op paleis Het Loo woonde,
maakt onmiddellijk bezwaar: ze wenste geen joodse vluchtelingen in haat
nabijheid. Het kamp werd naar Drenthe verplaatst en kreeg de naam ‘Kamp
Westerbork’. Het zou tijdens de bezetting dienen als doorgangskamp naar de
vernietigingskampen in Polen.
In oktober 1938 kregen 12.000 Pools-Duitse joden het bevel Duitsland
meteen te verlaten. Ze mochten slechts een koffer per persoon meenemen.
Eén van die families was de familie Grynszspan uit Hannover. Ze hadden (net
als de meeste anderen) al generaties lang in Duitsland gewoond. Een 17-jarige
zoon uit dat gezin woonde bij zijn oom in Parijs. Toen jij hoorde van de ellen-
de die zijn familie moest ondergaan zijn bij hem de stoppen doorgeslagen. Hij
ging met een pistool naar de Duitse ambassade. Daar kreeg hij een heftige dis-
cussie met een Duitse diplomaat, Ernst von Rath, en schoot hem neer. Drie
dagen later overleed hij.
Dit was de kans om de joden nog verder te onderdrukken en in een kwaad
daglicht te stellen. Het moest ‘spontaan’ lijken, in het jargon van nazi’s
‘Gesundes Volksempfinden’. Dat was propagandaminister Jozef Goebbels wel
toevertrouwd: in hotel Schottenhammel in München werden de instructies
gegeven. Alles wat joods was zou worden aangevallen: winkels, scholen, syna-
gogen tot begraafplaatsen toe. De politie kreeg opdracht niet in te grijpen.
Wel kregen ze bericht rekening te houden met de arrestatie van zo’n 30.00
joden. Bovendien moesten ze zoveel mogelijk joodse archieven in beslag
nemen. Dit zou de vervolgingen die voor later gepland waren aanzienlijk mak-
kelijker maken.
In de nacht van 9 op 10 november 1938 (twee dagen na de moord in Parijs
en in de geschiedenis gegaan als de ‘Reichskristallnacht’) barstte de hel los.
Joodse winkels, warenhuizen en woningen werden verwoest. Zo’n 200 syna-

101
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

gogen werden in brand gestoken alsmede gemeenschapshuizen. Er waren rond


300 doden en duizenden gewonden. Enkele tientallen joden pleegden zelf-
moord. Twee dagen later werd de joodse gemeenschap verweten dat ze dit
zelf hadden uitgelokt en moesten 25% van hun bezit aan de staat afstaan van-
wege de geleden schade(!). Het ging om een bedrag van meer dan een miljard
mark. Met dan 30.000 joden werden gedeporteerd naar concentratiekampen,
waar ze toen nog niet meteen werden vermoord, maar zwaar mishandeld en
vernederd. De wereld reageerde pro forma verontwaardigd, er werden ambas-
sadeurs teruggeroepen die weer snel terugkeerden maar daar bleef het wel bij
en men ging weer over tot de orde van dag.

De aanval op Polen wordt voorbereid


Nu begon Hitler te ageren tegen Polen. Net als in Tsjecho-Slowakije was daar
een Duitstalige minderheid van zo’n 800.000 personen en het lag voor hand
dat Hitler zijn oude beproefde spelletje zou spelen. In 1919 was de Poolse
staat voor de zoveelste keer in haar geschiedenis onafhankelijk geworden. In
het noorden was de Oostzee met links de Duitse provincie Pommeren en
rechts de provincie Oost-Pruisen, dat na een volkstemming in het Duitse rijk
was gebleven. De stad Dantzig (Gdansk) werd een zgn. ‘vrije stad’ onder
bestuur van de Volkenbond. De meerderheid van de stad en enkele tientallen
dorpen in de omgeving waren Duitstalig. Daarmee zou de Polen helemaal van
de Oostzee worden afgesneden en geen enkele haven hebben. Daarom werd
aan Polen een strook land toegewezen tussen Pommeren en Dantzig van enke-
le tientallen kilometers breed: de zgn. ‘Poolse corridor’ met aan de Oostzee
het vissersdorpje Gdynia. Tot dan toe was Dantzig de grootste zeehaven in het
gebied (in de Middeleeuwen was het één der grootste Hanzesteden), maar de
Polen zagen kans in enkele jaren Gdynia uit te bouwen en Dantzig te over-

Józef Beck Otto Dietrich Carl Burckhardt

102
Op weg naar de catastrofe

vleugelen. Dat zette kwaad bloed. Ineens was de corridor een bedreiging:
Pommeren en Oost-Pruisen waren van elkaar gescheiden en dat werd niet
meer geaccepteerd.
Hitler begon weer met zijn oude vertrouwde tactiek: als er rekening werd
gehouden met de Duitse minderheden in Polen zou hij het land met rust
laten. Het was de Poolse minister van buitenlandse zaken Józef Beck die zijn
regering ervan overtuigde niet te geloven in de woorden van Hitler. Hij sloot
liever een verdrag met de Britse en Franse regeringen omdat die de indruk
wekten de Poolse onafhankelijkheid serieus te nemen en dit keer wel een halt
wilden toeroepen aan Hitlers’ veroveringsdrang. Bovendien had Polen ook nog
Rusland in de rug die elke kans zou gebruiken om revanche te nemen op de
Pools-Russische oorlog, nog geen 18 jaar geleden.
Zo rond de zomer van 1939 werd het wel duidelijk dat Hitler van plan was
Polen aan te vallen en te gebruiken als springplank voor een aanval op Rusland
(het communisme), geheel volgens plan van de banken en de grootindustrie
die hem aan de macht hadden gebracht. Daarvan moet Jozef Stalin zich
bewust zijn geweest. Maar hij had andere plannen. Hij stuurde aan op een oor-
log in West-Europa. Wanneer die elkaar hadden afgeslacht zou het voor hem
een koud kunstje zijn geweest West-Europa binnen te vallen. Dat was de
reden dat hij jarenlang had getolereerd dat de Duitse oorlogsindustrie in
Rusland haar nieuwste wapens kon ontwikkelen.

Geheime onderhandelingen
Hitler zag West-Europa als een verzameling van ‘Germaanse broedervolken’
met wie hij een goede band wilde hebben als hij Rusland (lees het commu-
nisme) ging aanvallen. Met andere woorden: hij wilde in zijn rug gedekt zijn.
Met argusogen moeten de Russen de vaak geheime onderhandelingen tussen
vooral de Britten en de Duitsers hebben gevolgd. Want het waren de Britten
die er alles aan deden een nieuwe wereldoorlog te voorkomen.
Zo was er op 17 juli 1939 in Londen een internationale conferentie over de
walvisvangst. Deelnemers waren de Verenigde Staten, Groot-Brittannië,
Japan en Duitsland. De Britse minister van buitenlandse handel Robert Spear
Hudson en Helmut Wohlthat, de directeur van het Duitse planbureau zijn
deelnemers. Hier vinden geheime onderhandelingen plaats. Geheim of niet, er
lekten dingen uit. Op 22 juli brengen Britse kranten het nieuws dat de Britse
regering Duitsland een lening van 1 miljard pond zou geven in ruil voor een
gedeeltelijke Duitse ontwapening.
Wohlthat had op 19 juli ook een gesprek met Horace Wilson, secretaris
van Chamberlain. Van dat gesprek is nog een uittreksel bekend geschreven
door Von Dirksen, de Duitse ambassadeur in Londen. Het komt op het vol-
gende neer: Duitsland wordt als grootmacht erkend en kan van nut zijn voor

103
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

de Britten die niet meer in staat waren hun wereldrijk samen te houden.
Samen met Duitsland zouden er nog drie invloedssferen zijn waarbij zij elkaar
behulpzaam zouden zijn: het Britse imperium, China en Rusland(!). Wilson
streefde een overeenkomst na die de Britse conservatieve partij in de herfst
een verkiezingsoverwinning zouden brengen. Men kon de bevolking gerust-
stellen dat er geen nieuwe oorlog zou komen. De Poolse kwestie en de kwestie
Dantzig zouden geen belangrijke onderwerpen meer zijn. Van deze onderhan-
delingen is bijna niets meer terug te vinden. Slechts enkele leden van de rege-
ring Chamberlain waren op de hoogte. Waarom er niet verder onderhandeld
werd is niet duidelijk, maar vermoedelijk moet Chamberlain zich gerealiseerd
hebben dat een dergelijke overeenkomst zijn land internationaal zou isoleren.
Met de geplande aanval op Polen, werd Hitler ongeduldig en wordt eind
juli 1939 de Britse krantenmagnaat lord Kemsley uitgenodigd door zijn Duitse
collega Otto Dietrich. Dat kan geen ‘spontane’ uitnodiging zijn geweest. In die
tijd was de Duitse pers al lang niet meer onafhankelijk. Dietrich was een felle
nazi, hoge officier bij de SS en vertrouweling van Hitler en hoofd van de
Duitse gemuilkorfde pers. Natuurlijk ontmoet Kemsley Hitler. Die vraagt de
Britse voorstellen duidelijk op papier te zetten en voegt eraan toe dat er niet
onderhandeld kan worden zonder annulering van het verdrag van Versailles en
teruggave van de Duitse koloniën. Chamberlain gaat in op het verzoek, maar
dat gebeurde in het diepste geheim. Zelfs het ministerie van buitenlandse
zaken werd er buiten gehouden. Op 3 augustus 1939 wordt de brief aan Otto
Dietrich overhandigd. Er wordt in gevraagd over welke punten Hitler wil
onderhandelen (misschien stonden er ook Britse concessies in, maar dat is niet
bekend).
Carl Burckhardt was een Zwitser die door de Volkenbond was benoemd
tot hoge commissaris van de stad Dantzig. Op 10 augustus wordt hij ’s avonds
gebeld door de plaatselijke nazileider Forster. Of hij maar zo vriendelijk wilde
zijn naar Hitlers buitenverblijf Berchtesgaden in Beieren te komen. Voor ver-
voer is gezorgd: het privévliegtuig van Hilter is al onderweg. De volgende dag
volgt een gesprek tussen een woedende Hiltler en Burckhardt. Dat was dus
precies een week na de brief van Chamberlain. Blijkbaar beviel de inhoud
Hitler niet en hij begon ook steeds meer haast te krijgen. Zijn generaals had-
den hem geadviseerd niet later dan 1 september de aanval op Polen te openen
vanwege de najaarsregens. De tijd ging dringen.
Twee dagen later brengt Burckhardt in Bern verslag uit aan twee Britse
diplomaten en een Franse, Pierre Arnal. Hier is een uitgebreid verslag van en
het toont aan dat Hitler probeerde de Britten en de Fransen buiten een oorlog
te houden. Hitler: ‘Als het toch een oorlog moet worden, dan ik heb die liever van-
daag dan morgen. Ik ben niet zo’n watje als de keizer die maar bleef aarzelen.
Italië zal mijn kant kiezen en Japan ook. Mijn divisies zullen in het westen makke-

104
Op weg naar de catastrofe

lijk standhouden en Polen zal ik binnen drie weken verpletteren. De Zwitsers zul-
len niets doen en dekken dus mijn rechterflank en mijn luchtmacht is de beste van
de wereld. Voor de Russen ben ik ook niet bang. We kennen ze door en door.
Jarenlang hebben Duitse officieren in Rusland gediend en we weten dat de beste
Russische officieren zijn vermoord. Maar waar gaat het mij nu om? Alleen maar
dit: Duitsland heeft graan het hout nodig. Het graan kan ik in het oosten verbou-
wen. Voor het hout heb ik koloniën nodig. In het westen heb ik niets te zoeken.
Vandaag niet en morgen ook niet. Ik heb totaal geen ambities in het dichtbevolkte
West-Europa. Maar ik wil de handen vrij hebben in het oosten. Ik ben bereid hier-
over te onderhandelen. Alles wat ik wil doen is tegen Rusland gericht. Als het
westen te stom en te blind is om dat te begrijpen dan moet ik wel met de Russen
onderhandelen. Dan zal ik eerst het westen verslaan en daarna Rusland aanval-
len. Ik heb de Oekraïne nodig zodat ze ons nooit meer als in de laatste oorlog kun-
nen uithongeren’.
Hitler kreeg het niet voor elkaar: de Britten en Fransen gaven geen garan-
ties voor een ongestoorde Duitse aanval op Polen. Dus deed hij wat hij gezegd
had: hij begon onderhandelingen met de Russen. Ruim een week voor de aan-
val sloten in het Kremlin Stalin, de Duitse minister van buitenlandse zaken
Joachim van Ribbentrop en zijn Russische collega Vjatsjeslav Molotov een
niet-aanvalsverdrag. Het had een geheime clausule: Duitse en Russische
invloedssferen werden afgesproken. Finland, Estland en Letland vielen onder
de Russische en Litauen onder de Duitse invloedssfeer. Delen van oost-Polen
zouden weer Russisch worden. Eigenlijk was het een uitgebreidere versie van
het verdrag van Rapallo uit 1922 dat nooit was opgezegd. Net als toen sloeg
het nieuws in als een bom. De Britten en de Fransen hadden geprobeerd Hitler
af te houden van een aanval op Polen. Door telkens toe te geven aan de wen-
sen van Hitler hadden ze zich internationaal belachelijk gemaakt. Maar Hitler

Joachim von Ribbentrop Vjatsjeslav Molotov Walter Schellenberg

105
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

had intussen het sterkste leger ter wereld opgebouwd. De Britse en Franse
regeringen stonden voor een duivels dilemma: een nieuwe oorlog met
Duitsland beginnen of Hitler zijn gang laten gaan. Gezien de uitlatingen van
Hitler tijdens het gesprek met Carl Burckhardt dat hij geen interesse had in
een bezetting van West-Europa (die waren bij beide regeringen bekend) heeft
men volgens mij tot een Salomonsoordeel besloten: laat Hitler Polen aanval-
len, wij verklaren Duitsland de oorlog (dan zijn we internationaal gedekt),
doen vervolgens niets en we zien wel hoe de situatie zich ontwikkelt. Dat zal
de gedachte zijn geweest en de hoop op een Duitse aanval op Rusland (het
communisme). Een daadwerkelijke oorlog zou dan niet uitbreken.

De aanval op Polen
Hitler had een aanleiding nodig om Polen binnen te vallen. Rond Dantzig en
Oost-Pruisen waren al veel provocaties georganiseerd wegens vermeende
Poolse aanvallen op ‘Volksduitsers’, maar deze keer werd het grondig aange-
pakt. Vlakbij de Poolse grens was een Duitse radiozender. Die zou worden
aangevallen door Poolse provocateurs. In werkelijkheid waren het Duitstalige
Poolse gevangenen die de vrijheid werd beloofd als ze meewerkten. De ‘aan-
val’ werd uitgevoerd en er werd enige tijd ‘Poolse propaganda’ uitgezonden.
Meteen na afloop werden de gevangenen vermoord. De architect van dit alles
was ene Walter Schellenberg die binnen de SS een bliksemcarrière maakte.
We zullen hem als de grootste vertrouweling van Himmler nog regelmatig
tegenkomen. Men kan hem vergelijken met Rudolf Hess, die eigenlijk de baas
was in de nazipartij, maar op de achtergrond bleef. Na de oorlog presenteerde
Schellenberg zich als een soort idealistische padvinder die het allemaal niet zo
bedoeld had en Himmler wilde afremmen. In werkelijkheid was het een gewe-
tenloze intrigant die op de achtergrond werkte maar uiteindelijk de werkelijke
chef van het gruwelijke SS-complex werd.
In vroege morgen van 1 september viel het Duitse leger Polen binnen.
Enkele uren later hield Hitler een brallende toespraak, waarin hij zei dat de
vele Poolse ‘provocaties’ een hoogtepunt hadden bereikt met de overval op
het radiostation en dat er vanaf nu ‘teruggeschoten werd’.
De Britse en Franse regeringen stelden een ultimatum: de Duitse troepen
moesten zich terugtrekken. Het ultimatum liep tot 3 september. Toen er niets
gebeurde waren beide landen officieel in staat van oorlog met Duitsland, maar
het zou nog ruim 8 maanden duren voordat die werkelijk uitbrak. Men had de
hoop dat Duitsland Rusland (het communisme) zou aanvallen en West-
Europa buiten schot zou blijven.

106
weer doorlog en nieuwe onderhandelingen
Enkele dagen voor de aanval kwam het Duitse ‘marine-opleidingsschip’
Schleswig Holstein op bezoek in Dantzig. Het was een oude kruiser uit de
Eerste Wereldoorlog, maar met zware kanonnen. Die namen het schiereiland
‘Westerplatte’ onder vuur. Het is een fort dat de haveningangen van Dantzig
(Gdansk) en Gdynia beschermde. Zo’n 300 Polen bemanden het fort. Tot de
capitulatie hebben ze het tot de laatste man verdedigd en is nu een symbool
van de Poolse onafhankelijkheid. Het Poolse leger vocht hard en dapper, maar
was geen partij voor het Duitse leger. De Poolse cavalerie voerde nog aanval-
len te paard uit, de vliegvelden werden meteen door de beruchte Stuka-bom-
menwerpers uitgeschakeld, zodat de Duitse luchtmacht vrij spel had. De
hoofdstad Warschau onderging een terreurbombardement dat vele slachtof-
fers eiste. Toen de Polen op 17 september vanuit het oosten ook nog door de
Russen aangevallen was de oorlog beslist. Het is een wonder dat ze nog zo lang
tegenstand konden bieden.

Het moorden begint meteen


Meteen na het passeren van de gevechtstroepen begonnen de moordpartijen
tegen de joden en de intelligentia. Na de inname van Warschau speelde een
Duitse militaire kapel hard marsmuziek op een plein in het centrum. Een
Duitse ooggetuige vertelt dat hij misselijk werd van wat hij zag. Tientallen
mensen werden opgepakt vanwege een joods uiterlijk of dat ze misschien een
hoge opleiding hadden en werden in bomen opgehangen. De harde muziek
diende alleen maar om het angstgeschreeuw te onderdrukken. Dit was nog
maar een miniem begin van de gruwelijke moordpartijen die zouden plaats-
vinden. Uiteindelijk zouden in de oorlog zes miljoen Polen omkomen. Maar
weinig Duitsers protesteerden hiertegen.
Generaal Johannes Blaskowitz deed het wel: in felle bewoordingen pro-
testeerde bij zijn commandant Walther von Brauchitsch. Moesten zijn solda-
ten vechten en sterven om deze ‘walgelijke moordpartijen mogelijk te
maken?’ Het werd hem niet in dank afgenomen. Omdat hij een uiterst kundig
generaal was, bleef hij in dienst. Hij was één van de weinigen die durfde en
wilde protesteren. De rest van het Duitse officierscorps genoot met volle teu-
gen van de overwinningen aan het begin van de oorlog. Eindelijk hadden ze
een revanche op de Eerste Wereldoorlog. Op 5 mei 1945 was Blaskowitz
Duits onderhandelaar bij de capitulatiebesprekingen in hotel ‘De Wereld’ in
Wageningen. Hij is vlak na de oorlog in een Duitse gevangenis in Neurenberg
(alle gevangen Duitse officieren werden gescreend) vermoedelijk door SS-
medegevangenen vermoord.

107
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Maar Stalin kon in zijn optiek tevreden zijn: de gebieden die in de Pools-
Russische oorlog verloren gingen waren grotendeels weer terug. Tijdens de
besprekingen over de demarcatielijn kregen ze het gezag over de Baltische sta-
ten Letland, Estland en Litauen (dat eigenlijk Duits zou worden) en werden
bij Rusland ingelijfd. Frankrijk en Groot-Brittannië waren in oorlog met
Duitsland en hij kon achterover geleund gaan zitten dat ze elkaar gingen
afslachten waarna het zijn beurt zou zijn West-Europa aan te vallen. Dat moet
nog steeds zijn gedachte zijn geweest.
Ook de Russen wensten geen Poolse intelligentia. Ging het bij de Duitsers
om rassenwaan, de Russen wilden afrekenen met potentiële tegenstanders in
de toekomst. Ze hadden na de inval in Polen vele duizenden gevangenen
gemaakt en die werden ‘gesorteerd’. Ze werden overgebracht naar Katyn, een
Russisch dorpje zo’n 30 kilometer ten westen van Smolensk. Het heeft een
bos dat gebruikt werd als executieplaats. In 1940 werden daar ±27.000 Poolse
burgers, geestelijken en militairen vermoord. De massagraven werden daarna
beplant met bomen. De rest van de krijgsgevangenen werd in kampen onder-
gebracht waar ze slecht behandeld werden.
Na de Duitse invasie in Rusland in 1941 werden ze ineens beschouwd als
‘medestrijders’. De meesten bedankten voor de eer en wilden bij de Westelijke
Geallieerden vechten. De Russen konden niet nog eens duizenden Polen ver-
moorden. Ze waren in het begin van de oorlog grotendeels afhankelijk van de
aanvoer van enorme hoeveelheden grondstoffen van de Westelijke Geal-
lieerden. Dus lieten ze de Polen gaan, maar dan wel te voet. Via Syrië bereik-
ten ze het toenmalige Palestina, waar ze getraind werden in het gebruik van de
Britse wapens. Ze zouden een belangrijke gaan rol spelen bij de bevrijding van
West-Europa.

Maurice Gamelin Johannes Blaskowitz Heinz Guderian

108
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

Frankrijk en Groot-Brittannië wachten af


en weer nieuwe geheime onderhandelingen
Hitler had een grote gok gewaagd bij de inval in Polen. Het Franse leger was al
bijna volledig gemobiliseerd en er was al een Brits expeditieleger in Noord-
Frankrijk. Na de oorlog verklaarden Duitse generaals dat als de Britten en
Fransen meteen aangevallen hadden er nauwelijks tegenstand zou zijn
geweest. Het is niet gebeurd.
Op 6 oktober houdt Hitler een toespraak waarin hij de Britten en Fransen
een vrede voorstelde. Polen was verslagen en dus zou er geen reden meer zijn
om een oorlog te beginnen. Er werd niet op gereageerd. Er waren Franse par-
lementariërs, zoals Flandin, die er wel op in wilden gaan. De Fransen hadden
begin september het grote ‘Bos van Warndt’ in het Saarland veroverd wat van
strategisch belang was. Maar al na enkele weken gaf president Daladier zijn
opperbevelhebber Maurice Gamelin opdracht zich terug te trekken wat een
bewijs was dat de Franse regering de Duitsers niet wilde provoceren.
Volgens mij werd er nog steeds gewacht op een Duitse aanval op Rusland.
Zo ontstond er aan beide zijden een afwachtende houding. Het zou nog acht
maanden duren voordat de oorlog in het westen uitbrak. De Britten noemde
het ‘the phoney war’, de Fransen ‘la drôle de guerre’ en de Duitsers ‘der
Sitzkrieg’. Er waren af en toe kleine schermutselingen maar hield daar het wel
mee op. Hitler werd ongeduldig: hij wilde zo snel mogelijk Rusland aanvallen
en een duidelijke situatie in het westen was dus gewenst. Al op 9 oktober geeft
hij opdracht de aanval in het westen voor te bereiden, codenaam Fall Gelb.
Zijn generaals waren het er niet mee eens: de aanval op Polen had veel langer
geduurd dan gepland. Vooral het fanatisme waarmee de Polen zich verdedig-
den had indruk gemaakt. Bovendien gingen ook zij er van uit dat bij een aan-
val op Rusland (lees het communisme) de Fransen en Britten Duitsland niet
zouden aanvallen.
Achter de schermen worden er pogingen tot toenadering gedaan: de
Amerikaanse ambassadeur in Parijs, Bullit, stuurt een bericht naar Washington
waarin hij meedeelt dat James Mooney, de directeur buitenland van General
Motors door Hermann Göring is benaderd om de Amerikaanse regering te
laten bemiddelen in het conflict op neutraal terrein. President Roosevelt rea-
geerde hierop door begin 1940 zijn onderminister van buitenlandse zaken
Summer Welles naar Europa te sturen om te bemiddelen. Het eerste wat hij
doet is Hitler te bezoeken. Die stond er uiteraard niet afwijzend tegenover
maar bleef bij de oude eisen: herziening van het verdrag van Versailles en
teruggave van de Duitse koloniën. Dan gaat Summer Welles naar Rome om
Mussolini te bezoeken. Die ziet wel mogelijkheden te onderhandelen. Toen
dat nieuws bekend werd vertrok Von Ribbentrop spoorslags naar Rome om
Mussolini in het gareel te houden: Hitler moest de regie blijven voeren.

109
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Summer Welles blijft nog een paar dagen in Rome, maar vertrekt zonder
resultaat.
De Franse staatslieden Laval en Dregrelle schijnen in het geheim te hebben
voorgesteld Polen te demilitariseren en een vazalstaat van Duitsland te wor-
den. Mocht Duitsland Rusland aanvallen (blijkbaar wist iedereen dat behalve
Stalin) dan zou Polen na afloop weer haar oude grenzen krijgen.
Toch blijft de grote lijn dat de Britten en Fransen een Duits-Russische oor-
log verwachtten waar zij zich graag buiten zouden houden en een oorlog met
Duitsland zou uitblijven. En ook hier komt de rode draad weer naar voren: het
communisme zou een onherstelbare slag worden toegebracht. Dat werd mede
veroorzaakt doordat de Russen op 30 november 1939 Finland binnenvielen en
meteen werd de hoofdstad Helsinki gebombardeerd. Het was op dat moment
een volk van net vier miljoen mensen en militair niet opgewassen tegen het
Russische leger. Maar de Russen maakten een grote inschattingsfout. De Finse
opperbevelhebber Gustav Mannerheim had zijn leger omgevormd tot een
guerillaleger dat op ski’s (temperaturen van -30-40 graden waren normaal) de
Russen zware verliezen toebracht. waar niet op gerekend was. De Finnen kon-
den dat niet volhouden en op 12 maart 1940 moesten ze capituleren. Het land
moest grote delen aan Rusland afstaan die voor de Russen van strategisch
belang waren en ook van oude sentimenten uit de tsaristische tijd.

De Duitse invasieplannen worden ontdekt en aangepast


Toen gebeurde er iets onverwachts: op 10 januari 1940 landde een Duitse
Bf108 van het vliegveld Münster in België bij Mechelen aan de Maas. De
piloot, majoor Erich Hönmanns, is verdwaald en ziet de Maas aan voor de
Rijn. Samen met zijn passagier, majoor Helmuth Reinberger, worden zij
gevangen genomen. Groot is de verrassing wanneer in de aktentas van
Reinberger het complete invasieplan voor België en Nederland gevonden
wordt. Natuurlijk wisten de Duitsers dat een kopie van ‘Fall Gelb’ in handen
van de Belgen was gevallen. Het plan was een uitgebreide versie van het plan
‘Von Schlieffen’ dat in 1914 was gebruikt. Nu zou ook het neutrale Nederland
worden aangevallen. Het zwaartepunt van de aanval zou door het
Nederlandse Brabant en Limburg en Noord-België trekken en dan naar het
zuiden richting Noord-Frankrijk. De bedenker van het plan, generaal Heinz
Guderian, paste het toen aan: nu zou de secundaire aanval in het noorden
plaatsvinden en zijn tanks zouden massaal via de Ardennen aanvallen. Volgens
de militaire handboeken onmogelijk en daarom volgens Guderian juist een
totale verrassing. Hij zou in het gelijk worden gesteld.

Het Venlo-incident
De Nederlandse neutraliteit werd op 9 november 1939 door de Duitsers doel-

110
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

bewust in diskrediet gebracht door het zgn. ‘Venlo-incident’. In Nederland


was een kleine afdeling van de Britse geheime dienst (SIS) gevestigd. Daarvan
waren de Duitsers op de hoogte en ze benaderden de Britten. Zogenaamd was
er in brede kring van het Duitse leger weerstand tegen een nieuwe oorlog in
het westen en men wilde Hitler aan de kant zetten. Eén van die officieren was
‘majoor Schämmle’ die als contactpersoon zou fungeren. In werkelijkheid was
het de SS-er Walter Schellenberg, die de ook al ‘aanval van Poolse terroristen’
op het Duitse radiostation had voorbereid. De Britten werden vertegenwoor-
digd door kapitein Sigismund Payne Best en majoor Richard Stevens. Steeds
werden ze aan het lijntje gehouden. Uiteindelijk zou de dissidente Duitse offi-
cier zich melden in café Backus in Venlo op enkele tientallen meters van de
grens met Duitsland. De Duitsers waren in het geheim al de grens overgeko-
men. Toen de auto met de Britten kwam aangereden, kwamen hun auto’s ook
tevoorschijn en openden het vuur met pistoolmitrailleurs. De Nederlandse
luitenant Dirk Klop schoot met zijn pistool terug en stierf in de kogelregen.
De Britten werden in de auto’s gesleurd en op Duits grondgebied gebracht.
Het doel was bereikt: de Nederlandse neutraliteit was in diskrediet gebracht
en de Britse geheime dienst voor gek gezet. Walter Schellenberg steeg nog ver-
der in de achting van Heinrich Himmler en zou al snel zijn vertrouwde plaats-
vervanger zijn.

Toch een Duitse aanval op West-Europa


We zijn nu vlakbij de Duitse aanvallen op West-Europa. Wat bezielde Hitler?
Elke provocatie van hem werd niet beantwoord. De aanval op Polen leverde
hem een oorlogsverklaring op, maar maanden later was er bijna niets gebeurd.
Had hij Rusland aangevallen (waar de Amerikanen, Britten en Fransen samen
met de banken en de grootindustriëlen op hoopten) dan had hij volgens mij

Karl Brandt Kurt Student Hans Oster

111
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

ongestoord zijn gang kunnen gaan. Ik durf ook de stelling wel aan dat hij in het
geheim gesteund zou zijn. De uitschakeling van het communisme stond nog
steeds bovenaan de agenda ondanks de Duitse gruweldaden.
Hitler leed aan de ziekte van Parkinson. In 1940 was hij 50, maar de symp-
tomen van de ziekte openbaarden zich al eerder. Zijn brallerige toespraken
hield hij met wapperende handen, maar rond 1938 hield hij zijn linkerarm
vast met zijn rechter. Zoals eerder beschreven noemde zijn commandant in de
Eerste Wereldoorlog hem ‘een psychopatische idioot die absoluut niet meer
bevorderd mocht worden’. Maar hij werd nog gekker. Kon hij voor zijn ziekte
politieke en militaire situaties nog redelijk inschatten, werd dat later gaande-
weg onmogelijk. Dat werd veroorzaakt door zijn lijfarts Karl Brandt die Hitler
tot vlak voor zijn zelfmoord zou behandelen. Karl Brandt was tevens de archi-
tect van de moord op Duitse dementen, debielen en krankzinnigen. Parkinson
wordt behandeld met het medicijn dopamine. Wanneer het in een te grote
dosis wordt gegeven veroorzaakt het psychische problemen. Hitler had een
grenzeloos vertrouwen in Karl Brandt en die schreef behalve dopamine elk
medicijn voor wat Hitler verlangde. Achteraf een zegen voor de mensheid,
want als hij had geluisterd naar zijn generaals dan had de oorlog nog langer
geduurd.

Het ontstaan van de luchtlandingstroepen


Voordat ik verder ga met de Duitse inval in West-Europa wil het ontstaan van
de luchtlandingstroepen beschrijven: ze zullen een belangrijk deel van mijn
betoog gaan vormen. De vliegtuigen werden in de jaren 20 en 30 steeds gro-
ter en gingen passagiers vervoeren. Continentale vluchten werden heel
gewoon en dus gingen de militairen over de mogelijkheden nadenken. Het
idee was snel veel troepen achter de vijandelijke linies te brengen. Ze konden
grote verwarring stichten en in de rug aanvallen. Er zijn twee soorten lucht-
landingstroepen: de parachutisten en troepen die per vliegtuig aan de grond
worden gezet. Deze nemen ook het zwaardere materieel mee: voertuigen en
lichte artillerie.
De Russen hadden in 1936 de primeur (maar gezien de samenwerking met
Duitsers misschien wel beide): voor een internationaal gezelschap werd een
demonstratie gegeven. Daarbij was de Britse generaal Wavell aanwezig die
meteen een groot voorstander van luchtlandingstroepen werd. 1200 man wer-
den gedropt inclusief voertuigen en 18 lichte kanonnen. Veel van de parachu-
tisten werden toen nog op de vleugels van de vliegtuigen vervoerd en moesten
zich krampachtig vasthouden voordat ze zich boven het doelgebied konden
loslaten. Maar de trend was gezet. De Britten begonnen er ook mee. In eerste
instantie waren amateurparachutisten de instructeurs, maar met ‘vallen en
opstaan’ werd het eerste bataljon geformeerd.

112
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

In Amerika werd de 82e Infanteriedivisie onder generaal Omar Bradley (we


zullen hem nog uitgebreid tegenkomen) omgevormd tot de 82e (All
American) luchtlandingsdivisie. In Duitsland gebeurde hetzelfde: de 22e
infanteriedivisie onder generaal Kurt Student werd in het diepste geheim ook
omgevormd tot de 22e luchtlandingsdivisie.

Noorwegen en Denemarken worden als eerste aangevallen


Terug naar het oorlogsverloop. De Duitse wapenindustrie had staal nodig,
veel staal. Dat werd grotendeels geïmporteerd uit Zweden via de Noorse
havenstad Narvik. In december 1939 waarschuwde de Noorse nazi Vidgun
Quisling (die de illusie had nazileider van Noorwegen te worden) Hitler dat
de Britten plannen hadden Narvik te isoleren en zo de Duitse oorlogsindustrie
te benadelen.
In de nacht van 2 op 3 april 1940 verlieten Duitse marine-eenheden en
transportschepen hun havens richting Noorwegen. De Britten hadden een bri-
gade en enkele bataljons laten landen om de havensteden langs de langgerekte
Noorse kust te beschermen. Voor de eerste keer in de geschiedenis werden
luchtlandingstroepen ingezet: het waren Duitse en ze landden met transport-
vliegtuigen op de het vliegveld Fornebu bij Oslo en veroverden het snel. Bijna
de hele de Duitse vloot werd ingezet, maar leed zware verliezen in de gevech-
ten met de Britse. Dat kon niet verhinderen dat het Duitse leger, ondanks dap-
pere tegenstand van de Noren en de Britten Noorwegen konden bezetten.
Boven Narvik werd nog tot 7 juni gevochten, maar in feite was de strijd al
beslist.
Tegelijkertijd werd Denemarken aangevallen. De Denen gaven de strijd al
op na een paar uur vechten in Jutland: ze waren volmaakt kansloos. We zagen
ze kans het grootste deel van de joodse bevolking naar Zweden over te bren-
gen.

De aanval op West-Europa
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 werd de aanval (‘Fall Gelb’) op West-
Europa ingezet. De Nederlandse militair attaché in Berlijn, majoor Bert Sas,
werd herhaaldelijk ingelicht over de datum van de aanval door de Duitse kolo-
nel Hans Oster. De aanval werd vaak uitgesteld wat werd veroorzaakt door de
strenge winter van 1939-1940. De inlichtingen van Bert Sas werden daarom
niet meer serieus genomen. Hans Oster werd op 9 april 1945 in het concen-
tratiekamp Flossenburg aan een pianosnaar opgehangen.
Toen op 10 mei 1940 de Duitse aanval naar West-Europa werd ingezet
trad de moegestreden Britse minister-president Neville Chamberlain af. Hij
was al enige tijd ernstig ziek en zou in 1941 aan maagkanker overlijden. Hij
werd opgevolgd door zijn minister van Marine, Winston Churchill.

113
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De controverse tussen minister Dijxhoorn en generaal Reynders


Nederland en België waren neutraal, maar in het geheim waren er afspraken
over een verdediging bij een Duitse aanval. De Fransen waren bereid op te
rukken tot Breda om de Belgisch-Nederlandse verdediging te onder ondersteu-
nen. De Nederlandse verdediging was gebaseerd op de oude (maar eeuwen-
lang effectieve) Hollandse Waterlinie. Tussen Amersfoort en Rhenen werd de
Gelderse Vallei gecontroleerd onder water gezet. Er stond niet meer dan enke-
le tientallen centimeters water, maar genoeg om een aanval met zware voer-
tuigen af te slaan. De hooggelegen Utrechtse Heuvelrug was een ideale verde-
digingslinie. Het plan was dat bij een Duitse aanval het Nederlandse leger in
de oostelijke en zuidelijke provincies zo lang als mogelijk tegenstand zou wor-
den geboden, waarna de troepen zich op de ‘Vesting Holland’ zouden terug-
trekken.
Deze plannen werden gemaakt door de opperbevelhebber generaal Izaak
Herman Reynders, een uiterst kundig generaal, die kans had het gezien in
enkele jaren het Nederlandse leger met de weinige middelen die hij had naar
vermogen op sterkte te brengen. Het was nog steeds erg verouderd, maar
vooral het moreel (men was weer trots om militair te zijn) en het zonder aan-
ziens des persoons plaatsen van de juiste officieren op de juiste plaats had de
sterkte vergroot. In zijn plan bleef de Grebbelinie het belangrijkste verdedi-
gingspunt, maar in Oost-Brabant had hij de zgn. ‘Peel-Raam Stelling’ geposi-
tioneerd om het Duitse leger zo lang mogelijk tegen te houden en zo contact
te houden met het Belgische en Franse leger om de gelegenheid te bieden rich-
ting Breda en de Moerdijkbruggen op te rukken om zo een nieuwe aanval à la
Von Schlieffen op z’n minst sterk te vertragen en het Britse expeditieleger in
Noord-Frankrijk de gelegenheid te geven tegenaanvallen uit te voeren.
Om de één af andere reden had de minister van defensie Dijxhoorn een

Winston Churchill Generaal Reynders Generaal Winkelman

114
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

antipathie tegen de generaal. Misschien kwam het omdat hij bij het leger een
lagere rang had bekleed (luitenant-kolonel). In ieder geval begon hij te ageren
tegen de tactiek van Reynders. Hij wilde van de Peel-Raam Stelling een sym-
bolische verdediging maken en bij een Duitse aanval zo snel mogelijk terug-
trekken op de Vesting Holland.
Minister-president De Geer was een besluiteloos figuur (al snel na de
Duitse inval keerde hij uit Engeland via Portugal terug naar Nederland omdat
hij de Duitse suprematie in Europa erkende). Dijxhoorn bleef doorzagen aan
de poten van generaal Reynders stoel. Uiteindelijk nam één van de beste gene-
raals uit de Nederlandse geschiedenis begin 1940 ontslag. Hij had het verloop
van de oorlog niet kunnen veranderen, maar het Duitse leger veel grotere ver-
liezen kunnen toebrengen. Voor mij is hij een uiterst miskend officier uit de
Nederlandse geschiedenis.

Generaal Winkelman en de verzwakking van de Peel-Raam Stelling


Dijxhoorn had zijn zin: er moest een nieuwe opperbevelhebber komen. Het
meest voor de hand liggend zou generaal Van Voorst tot Voorst zijn geweest,
de chef staf van Reynders, maar die was katholiek: er moest volgens de grond-
wet een opperbevelhebber komen die protestant was (dat was toe nog de
staatsgodsdienst).
Toen kwam generaal Henri Winkelman in beeld. In 1934 had hij de illusie
opperbevelhebber te worden toen generaal H.A. Seyffardt, op eigen verzoek
eervol ontslag kreeg. De toenmalige minister van defensie, L.N. Deckers, had
een (terechte) voorkeur voor generaal Reynders, zodat hij de functie kreeg.
Winkelman werd als doekje voor het bloeden bevorderd tot luitenant-generaal
en tegelijkertijd ongevraagd met pensioen gestuurd. Hij ging bij het
Philipsconcern in Eindhoven werken en werd daar adviseur voor de bedrijfs-
beveiliging, luchtafweer (hoe raar het klinkt, particulieren mochten in die tijd
eigen luchtafweer hebben) en hoe de belangrijkste delen van het bedrijf bij
een aanval in veiligheid te brengen. Hij paste het defensieplan aan naar de
wensen van minister Dijxhoorn en heeft zo tot aan het eind van zijn leven de
(terechte) smet op zijn reputatie gehad de Philipsfabrieken te willen bescher-
men. Dat heeft hij ook gedaan, want de Peel-Raam Stelling werd onder zijn
commando ernstig verzwakt en het Duitse leger kon snel door Brabant opruk-
ken richting de Moerdijkbruggen en Vlaanderen.

De aanval begint
In de vroege morgen van 10 mei 1940 werd de aanval op West-Europa inge-
zet. Het Britse, Franse en Belgische leger was net als het Nederlandse qua
modernisering en ervaring geen partij voor het Duitse. Volgens plan trok het
Nederlandse leger zich langzaam terug: langs de Maas en de IJssel boden de

115
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

bunkers met zware mitrailleurs heftig tegenstand en het Duitse leger leed
grote verliezen. Bij fort Westervoort vlak bij Arnhem was dat vooral het geval.
Doordat de Peel-Raam Stelling een ‘symbolische’ verdediging werd, kon de
Duitse 9e Pantserdivisie snel door Noord-Brabant oprukken en het
Nederlandse leger afsnijden van het Belgische en Franse en het Nederlandse
leger stond er toen dus helemaal alleen voor.
Maar de geplande terugtrekking op de Vesting Holland en de Grebbelinie
verliep grotendeels volgens plan. De eerste Duitse aanvallen op de
Grebbelinie waren weinig succesvol: ze kwamen er niet door. Een aanval over
de provinciale weg van Ede naar Veenendaal werd bij het dorpje De Klomp
bloedig afgeslagen door de Nederlandse artillerie. De Duitsers werden onge-
duldig en vielen aan met twee ‘SS-Leibstandarten’: Das Reich en Adolf Hitler.
Die hadden veel ervaring opgedaan bij de invasie in Polen. Toen begon de
Grebbelinie langzaam te bezwijken. De Nederlandse troepen hadden op alle
gebieden een grote achterstand in training en bewapening, maar bleven stand-
houden. Langzaam begonnen de troepen van de Grebbelinie zich terug te
trekken naar de Vesting Holland. De Duitse aanval over de Afsluitdijk werd
afgeslagen met doeltreffende medewerking van een marineschip.

De Duitse luchtlandingstroepen worden verslagen


Bij de aanval op Nederland werd voor het eerst in de geschiedenis massaal
gebruik gemaakt van luchtlandingstroepen. Alles wat de Duitsers hadden op
dat gebied werd ingezet: de 7e Vliegerdivisie en de 22e Luchtlandingsdivisie
onder generaal Graaf Hans von Sponeck (hij werd in juli 1944 als één der eer-
sten vermoord na de aanslag op Hitler). Eén compagnie werd ingezet om het
Belgische fort Eben Emanual in te nemen, wat succesvol verliep.
De luchtlandingstroepen hadden de opdracht alle vliegvelden rondom Den
Haag in te nemen: Ypenburg, Ockenburg en Valkenburg, alsmede vliegveld
Waalhaven bij Rotterdam. Ze moesten ze de koninklijke familie, de regering
en de generale staf gevangen nemen en op die manier een snelle capitulatie
afdwingen. De Duitse vliegtuigen vlogen over Nederland naar de Noordzee
met de bedoeling verwarring te stichten. Men moest denken dat ze naar
Engeland vlogen. Boven de Noordzee draaien ze om en de parachutisten wer-
den gedropt. Die kwam wijd verspreid terecht. Toen begonnen transportvlieg-
tuigen op de vliegvelden te landen om hun troepen en zwaarder materiaal aan
de grond te krijgen. Soms lukte dat, maar alle vliegvelden werden met grote
dapperheid (merendeels door rekruten) weer heroverd. Veel Duitse vliegtui-
gen werden met zware mitrailleurs tijdens het landen beschoten en vernietigd.
De parachutisten werden opgejaagd en konden bijna niets uitrichten.
Vliegveld Waalhaven werd door de mariniers heroverd en zij drongen de para-
chutisten steeds verder terug. De Duitse aanval door de lucht liep dus op een

116
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

groot fiasco uit: geen enkel doel werd bereikt. De verliezen waren groot: van
de 430 ingezette transportvliegtuigen werden er ruim 300 vernietigd of onher-
stelbaar beschadigd (veel van de piloten waren onvervangbare instructeurs), in
totaal verloor de Duitse luchtmacht van 10 tot 14 mei 525 vliegtuigen in
Nederland. Rondom Den Haag verloren de Duitsers bijna 3000 man. Ruim
1800 krijgsgevangenen werden op marineschepen naar Engeland overge-
bracht.
De Duitse parachutisten bij de Rotterdamse Willemsbrug werden door de
mariniers steeds verder in het nauw gedreven. De Duitse legerleiding had,
gezien de tegenstand in Noorwegen en Denemarken, maximaal drie dagen
voor Nederland uitgetrokken. Door de onverwachte tegenstand bij de
Grebbelinie en het mislukken van de aanval op Den Haag werd besloten
Rotterdam te bombarderen. Het centrum werd à la Warschau compleet plat-
gebombardeerd. Aan generaal Winkelman werd meegedeeld dat Utrecht en
Amsterdam de volgende doelwitten waren. Daarop kon hij niets anders doen
dan capituleren. De koninklijke familie en de regering waren een dag eerder
op marineschepen naar Engeland vertrokken. Nog steeds gaat in de geschiede-
nis het verhaal rond dat het Duitse leger Nederland binnen de kortste keren
veroverd heeft. Niets is minder waar: net als de Belgen, de Fransen en de
Britten had Nederland een verouderde defensie en was geen partij voor
Duitsland, maar het Nederlandse leger heeft de Duitsers grote verliezen toe-
gebracht.

België en Frankrijk worden in korte tijd onder de voet gelopen


Tegelijkertijd met de inval in Nederland viel de hoofdmacht van het Duitse
leger België en Frankrijk aan. Het had 90 divisies direct beschikbaar en 48 in
reserve en meer dan 3000 moderne tanks. Het ging er niet om hoe de Belgen,
Fransen en Britten zouden verliezen, maar wanneer. Zoals eerder vermeld liet
generaal Heinz Guderian de hoofdmacht met het merendeel van de tanks
door de Ardennen oprukken. De tanks, in combinatie met gemotoriseerde
infanterie en gesteund door zware luchtaanvallen maakten korte metten met
de verouderde legers.
Toen drie Duitse pantserkorpsen bij Sedan in Noord-Frankrijk doorbraken
kwam het Britse expeditieleger in gevaar en begon zich terug te trekken rich-
ting de Kanaalkust. Daarop besloot de Britse marine een enorme evacuatie
voor te bereiden. Alles wat maar varen kon, van vissersschepen tot plezier-
jachten, werd gebruikt. Uiteindelijk kwam het Britse expeditieleger in
Duinkerken uit. Van 28 mei tot 3 juni 1940 werden 210.000 Britten en
120.000 Belgen en Fransen over het Kanaal geëvacueerd. Ze moesten hun
zware wapens achterlaten, maar vormden wel het kader van de legers die met
de opgedane ervaring de Duitsers het in de nabije toekomst moeilijk zouden

117
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

gaan maken. De Duitsers rukten nu snel op naar het zuiden. Uiteindelijk werd
op 25 juni 1940 tot een wapenstilstand besloten. Om de vernedering voor de
Fransen nog extra groot te maken werd deze ondertekend in dezelfde spoor-
wagon in Compiègne waar de wapenstilstand in 1918 werd ondertekend.
In Zuid-Frankrijk werd een Duits vriendelijk gebied gecreëerd onder de
naam ‘Vichy-Frankrijk’ met aan het hoofd de oude maarschalk Pétain, die met
succes in de Eerste Wereldoorlog Verdun verdedigde. Blijkbaar was hij dat
allemaal vergeten, want zijn regering is de geschiedenis ingegaan als één van de
grootste collaborateurs met de nazi’s die vooral voorop liep met het deporte-
ren van joden en om mijn rode draad weer aan te tonen: hij was een bekend
socialisten- en communistenhater. Waarom Hitler geen opdracht heeft gege-
ven om heel Frankrijk (de Duitse oude erfvijand) te bezetten weet ik niet.
Misschien met het idee de bezette Europeanen aan zijn kant te krijgen bij zijn
geplande aanval op Rusland.
Toen begon eind juli 1940 de luchtslag om Groot-Brittannië. Als het
Duitse leger dat wilde veroveren, moesten ze eerst de Britse luchtmacht ver-
slaan. Vanaf alle vliegvelden in West-Frankrijk werd dat geprobeerd. De Britse
landmacht was verouderd, maar hun luchtmacht niet: ze hadden het jacht-
vliegtuig de ‘Spitfire’ dat qua wendbaarheid en vuurkracht beter was dan de
Duitse ‘Messerschmidt’. Bovendien moesten de Duitsers elke keer van
Frankrijk naar Engeland vliegen en hadden maar korte tijd om een gevecht aan
te gaan. Ze hadden een grote meerderheid aan jachtvliegtuigen, maar uitein-
delijk verloren ze de slag. Mede door de grote verliezen die de Duitse lucht-
macht bij de aanval op Nederland leed werd de invasie naar Groot-Brittannië
(operatie Zeeleeuw) afgeblazen.
Wat het Duitse leger in de Eerste Wereldoorlog in vier jaar niet voor elkaar
kreeg, lukte nu in een paar weken. In vergelijking met het beestachtige optre-
den in Polen was er een groot verschil: de West-Europese landen werden nog
gezien als ‘Germaanse broedervolken’ en als toekomstige medestrijders tegen
de communistische vijand Rusland. Op plunderingen en verkrachtingen kon
bij de aanval in West-Europa de doodstraf staan. Het is bekend dat de para-
chutisten die in Nederland ingezet werden Nederlands geld bij zich hadden
om boodschappen te betalen.
In de bezette gebieden werden ‘staatshoofden’ aangesteld met de strikte
opdracht de bevolking met zijden handschoentjes aan te pakken. In Nederland
werd dat de eerdergenoemde Arthur Seyss-Inquart, die vanuit Polen overge-
plaatst werd en dus volkomen op de hoogte was van de bestialiteiten die daar
plaatsvonden (omdat hij mank liep had hij de bijnaam ‘zes en een kwart’).
Mijn ouders woonden in Ede en hebben de gevechten om de Grebbeberg
meegemaakt, het geweer- en mitrailleurvuur en de artilleriebeschietingen. Ze
vertelden mij dat iedereen bang was voor wat er komen zou. Maar toen het

118
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

Duitse bezettingsleger er eenmaal was, gebeurde er eigenlijk niets. De winkels


gingen weer open en de ENKA-fabriek, waar veel mensen werk hadden, ging
weer produceren. Ze waren op dat moment blij dat hun leven weer op gang
kwam en voelden de meeste mensen in de bezette gebieden van West-Europa
het: de spanning van de mobilisatie, het uitbreken van de oorlog en als het dan
gevoelsmatig meevalt, de opluchting. En dat was precies de bedoeling van de
bezetter: het gevoel krijgen dat men helemaal niet als vijand beschouwd werd,
maar als bondgenoot in de strijd tegen het communisme.

De snelle acceptatie van de Duitse overwinning


Het was niet alleen ‘de gewone man’ die dat zo voelde ook de verantwoorde-
lijke politici begonnen er zich wel erg snel bij neer te leggen dat er in Europa
een ‘nieuwe orde’ was gekomen. In Nederland was dat oud-minister president
Hendrikus (Hendrik) Colijn, die al meteen het moede hoofd in de schoot
wierp. Hij was lid van de Anti Revolutionaire Partij, streng gereformeerd en
dus per definitie anticommunistisch. In het begin van zijn carrière had hij als
adjudant van generaal Van Heutz in Nederlands Indië gediend. Toen er op het
eiland Lombok (1894-1895) opstanden uitbraken liet hij daar een kampong
bestormen. In een na zijn dood gepubliceerde brief schreef hij: ‘Ik heb er een
vrouw gezien die, met een kind van ongeveer een half jaar op den linkerarm, en een
lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder
en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinde-
ren, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zo laten doden. Het was
onaangenaam werk, maar ’t kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan
hun bajonetten. ’t Was een verschrikkelijk werk. Ik zal er maar over eindigen.’
Daarvoor kreeg hij de Militaire Willemsorde. Hij ging in de politiek en werd
minister-president. Hij is de geschiedenis ingegaan door zijn keiharde bezuini-

V.l.n.r.: Jan de Quay,


Louis Einthoven
Pétain ontmoet Hitler in en Hans Linthorst
oktober 1940 Hendrik Colijn Homan

119
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

gingen op de uitkeringen in de crisistijd en zijn vasthouden aan de ‘gouden


standaard’, waardoor de gulden overgewaardeerd bleef en de crisis in
Nederland onnodig lang duurde. Toen de Duitsers het Rijnland binnenvielen
hield hij een ‘vaderlijke’ radiotoespraak waarin hij zei dat we ons vooral niet
ongerust moesten maken en ‘de legersteden’ (een arbeider had geen bed maar
een legerstede) moesten opzoeken en ‘gerust’ moesten gaan slapen. Al kort na
de Duitse inval schreef hij de brochure ‘Op de grens van twee werelden’,
waarin hij de Duitse suprematie erkende. We moesten er maar aan wennen
dat het voor lange tijd onze toekomst was. Als dank daarvoor werd hij door de
Duitsers luxueus geïnterneerd. Dat gebeurde in Duitsland, waar hij grote vrij-
heid genoot en zich meer druk maakte over een theologisch geschil binnen de
gereformeerde kerk dan over het lot zijn landgenoten. Dat geschil leidde in
1944 (in de donkerste dagen van onze geschiedenis) tot een scheuring binnen
die kerk.

De oprichting van de Nederlandsche Unie


Al in juli 1940 (een paar weken na de Duitse inval) werd de ‘Nederlandsche
Unie’ opgericht. De oprichters vormden een driemanschap (in de Nederlandse
geschiedenis is blijkbaar een driemanschap noodzakelijk). Het waren Jan de
Quay (hoogleraar aan de universiteit van Tilburg, Louis Einthoven (commis-
saris van politie in Rotterdam) en Hans Linthorst Homan (commissaris van de
koningin in Groningen). Eén van de eerste daden van deze heren was onder-
handelingen beginnen met een Nederlandse fascist van het eerste uur: Arnold
Meijer en zijn partij ‘Zwart Front’, later ‘Nationaal Front’. Hij was een aan-
hanger van Mussolini. De Quay was het helemaal eens met hem en verklaarde
een tegenstander van democratie en vrije economie te zijn.
Louis Einthoven was als hoofdcommissaris van politie in Rotterdam
bekend als anti-Chinees. Door de economische crisis bleven veel Chinese
bemanningen in Rotterdam achter als hun rederij failliet ging. Uiteindelijk
ging het om zo’n 3000 Chinezen. Niemand had last van hen: ze stichtten de
eerste Chinese restaurants in Nederland en verkochten pinda’s op straat (in
die tijd was er het bekende liedje ‘pinda pinda, lekka lekka, als je maar drie
centen biedt). Door het voortdurend ageren van Einthoven tegen deze men-
sen werden er uiteindelijk zo’n 1000 het land uitgezet.
De commissaris van de koningin in Groningen Linthorst Homan was pro-
Duits. Toen in het periodiek van de partij ‘De Unie’ van zijn hand steeds meer
pro-Duitse artikelen verschenen trad Einthoven af maar keerde in juni 1941
alweer terug. Uiteindelijk werd de Nederlandsche Unie door de Duitsers ver-
boden. Jan de Quay zou het nog schoppen tot minister-president van
Nederland, Louis Einthoven tot directeur Bureau Nationale Veiligheid (later
de BVD) en Linthorst Homan kreeg belangrijke functies binnen de EEG. Alle

120
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

drie hebben ze met hun partij uitgebreid gecollaboreerd met de bezetter.


Bijna een miljoen Nederlanders waren lid of hadden op de één op andere
manier te maken met de partij. Maar hierbij moet wel bedacht worden dat
door de Duitse bezetting de bevolking een houvast zocht, een soort nationaal
protest. Maar deze drie heren hadden toch beter moeten weten. Na de oorlog
is hen geen strobreed in de weg gelegd en zijn ze er straffeloos van afgekomen.
Alles in dienst in de strijd tegen het communisme.

Europa is grotendeels bezet en weer nieuwe onderhandelingen


Van de Noordkaap in Noorwegen tot en met Zuid-Frankrijk waren de
Duitsers in 1940 heer en meester. In Italië was de fascist Mussolini aan het
bewind en in Spanje Franco. Frankrijk had in het zuiden ‘Vichy Frankrijk’ met
uiterst Duitsgezind bewind onder Pétain en in België weigerde koning
Leopold III met zijn regering naar Groot-Brittannië te vertrekken. Hij bleef en
zag Duitsland als een ideale buffer tegen het communisme.
Groot-Brittannië had praktisch geen materieel voor de landmacht. De
marine en de luchtmacht waren nog partij voor de Duitsers, maar de Britten
hadden ook rekening te houden met het oprukkende Japanse gevaar in het
Verre Oosten en moesten daar ook troepen stationeren zoals in India, Birma,
Malakka en Hong Kong. En zo kon het gebeuren dat er in Groot-Brittannië
een haviken- en duivenpolitiek ontstond. Men wilde keuzes maken.
Edward Wood, beter bekend als lord Halifax was één van de duiven. Hij
maakte deel uit van diverse conservatieve kabinetten en werd als voorzitter
van het Britse Hogerhuis het boegbeeld van de partij. In november 1937
bezocht Halifax Duitsland en ontmoette Hitler, Goebbels en Goering. Hij
verklaarde toen niet blind te zijn voor misstanden in Duitsland, maar grote
bewondering had voor manier waarop het communisme in Duitsland uitge-
bannen was. Toen Chamberlain aftrad werd hem gevraagd minister-president
te worden. Hij had de voorkeur van de conservatieve partij en koning George
VI, maar weigerde. Toen werd de minister van marine Winston Churchill
benoemd. Men dacht toen dat hij een soort ‘tussenpaus’ zou zijn en weer
opgevolgd zou worden door Samuel Hoare, die in de jaren dertig belangrijke
regeringsposten bezette, maar ook hij werd geen minister-president maar
Brits ambassadeur in Spanje.
Alle landen die deel uitmaakten van het Britse Gemenebest waren in sep-
tember 1939 automatisch in oorlog met Duitsland. Die zaten daar niet op te
wachten: na 20 jaar weer een oorlog. Vooral Nieuw Zeeland en Australië pro-
testeerden heftig. De Australische minister-president, Robert Menzies,
schreef aan de hoge commissaris (de contactpersoon tussen de Gemenebest-
landen en de Britse regering) dat hij Churchill als een lastpost en publiciteits-
zoeker beschouwde en ‘dat de Europese landen vrede moesten sluiten voordat

121
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

het uit de hand liep en hun krachten moesten verenigen tegen de werkelijke
vijand: het communisme’. Churchill was niet bepaald geliefd in die landen: in
1915 werd een aanval op Constantinopel ingezet via de Dardanellen. Het plan
was van zijn hand. Hij was toen minister van Marine. Het was slecht voorbe-
reid en kostte aan duizenden Australische en Nieuw-Zeelandse militairen het
leven.
Er werd door de Britse regering serieus vergaderd over ‘wisselgeld’ bij even-
tuele onderhandelingen. Men was toen bereid Malta, Suez (inclusief het
kanaal) en Gibraltar aan Mussolini af te staan. Die beschouwde de Middel-
landse Zee net als de Romeinen als een Italiaanse zee (Mare Nostrum).
Eventueel konden daar nog in Afrika Somaliland, Kenia en Uganda aan toege-
voegd worden. De Duitse eisen van teruggave van hun oude koloniën en
intrekking van het verdrag van Versailles uit 1918 zouden ook bespreekbaar
zijn.
Halifax vroeg Churchill op de man af ‘of hij er mee kon instemmen dat als
zaken die van vitaal belang voor de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië
zijn onaantastbaar bleven hij bereid was te praten’. Uit de dagboeken van
Chamberlain blijkt dat Churchill antwoordde: ‘Als we uit deze troep weg kun-
nen komen door Malta, Gibraltar en een paar Afrikaanse kolonies weg te geven,
dan spring ik er bovenop’. Het is niet gebeurd, waarschijnlijk omdat Hitler zich
door de snelle overwinning in het westen zich zo sterk voelde dat hij er niet
meer op in wilde gaan en nog steeds de illusie had Groot-Brittannië op een
ander tijdstip (na de invasie van Rusland) te kunnen veroveren. Dat is waar-
schijnlijk onze redding geweest: hoe zou de wereld er hebben uitgezien als
Hitler zijn gang had kunnen gaan? Lord Halifax werd Brits ambassadeur in
Amerika. De kansen op een tussentijdse vrede waren, voor zover mij bekend,
op dat moment voorbij.

Groot-Brittannië wint in Noord-Afrika


De Britten hadden een behoorlijke strijdmacht bij het Suez Kanaal en versloe-
gen het Italiaanse leger in Libië vernietigend. Ook delen van de Italiaanse
marine werden door de Britse marine verslagen. Tegelijkertijd werden de
Franse marineschepen in de grond geboord die voor anker lagen in Frans
Noord-Afrikaanse havens. Het zette in Frankrijk kwaad bloed, maar ze ston-
den onder commando van Vichy-Frankrijk onder Pétain en hadden ook de
kant van de Duitsers kunnen kiezen. De Britten stonden er alleen voor en kon-
den zich geen enkel risico permitteren. Begin 1941 stonden de Britten er in
Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied niet slecht voor. Ze beheersten
de Straat van Gibraltar (en Gibraltar zelf), het Suez Kanaal (dat een korte
vaarroute bood naar het Verre Oosten) en de eilanden Malta, Kreta en
Cyprus. Ze veroverden steeds meer gebied op de Italianen en op 5 mei 1941

122
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

kon de Ethiopische keizer Haile Selassi weer terugkeren. Het Italiaanse leger
had alleen maar nederlagen geleden.

De Duitse aanval op Rusland wordt voorbereid


Ondertussen waren de voorbereidingen voor operatie ‘Barbarossa’ in volle
gang. Het was het Duitse aanvalsplan op Rusland. Barbarossa (rode baard) is
een mytische Duitse koning uit de Middeleeuwen. Hij zou rusten aan een
grote steen in een woud in Thüringen. Als het grote Duitse rijk van toen weer
hersteld was zou hij terugkeren. Een ‘Germaanse messias’ dus. Het Duitse
leger was in drie legergroepen verdeeld: Noord zou richting Leningrad opruk-
ken, Midden richting Moskou en Zuid richting Zuid-Oost Rusland. Het was
een gigantische strijdmacht van ongeveer een miljoen man met zo’n 3000
tanks, de modernste artillerie en ondersteund door meer dan 4000 vliegtuigen.
De geplande aanvalsdatum was 1 mei 1941: dat was niet alleen de grote feest-
dag van de socialisten en communisten, maar ook de uiterste datum volgens de
Duitse generale staf. In Rusland begint in september de herfst al met meestal
veel regen die de wegen voor zware voertuigen onbegaanbaar maakt. Eind
oktober valt de winter in met sneeuw en strenge vorst. Bovendien worden
dagen met daglicht snel korter.
Waarom besloot Hitler Rusland aan te vallen? Nog steeds was het verdrag
van Rapallo geldig en het niet-aanvalsverdrag uit 1939. Ik denk dat Hitler zich
zo sterk voelde dat hij de aanval wel aandurfde. De Britten waren zijn enige
tegenstander en hij wist dat ze onderling verdeeld waren. De verovering van
Rusland was altijd onderdeel van zijn plan geweest en dacht door het interna-
tionaal gehate communistische Rusland aan te vallen in de rest van de wereld
(vooral in de Verenigde Staten, waar we eerder hebben gezien dat de banken
en de grootindustrie bepaald geen vrienden van president Roosevelt waren)
sympathie en steun te winnen.
In de geschiedschrijving is een onderbelicht aspect: midden april 1941 ver-
trok de Russische minister van buitenlandse zaken Molotov naar Japan om een
niet-aanvalsverdrag te ondertekenen. De Japanse regering deed dat maar al te
graag: ze waren op dat moment in een gruwelijk wrede bezettingsoorlog ver-
wikkeld in Mantsjoerije en China. Dat speelde zich ook af langs de lange
Russische grenzen met China. Wat voor belang had Stalin bij deze overeen-
komst? Zag hij een Duitse aanval aankomen en wilde hij in zijn rug gedekt
zijn? In ieder geval kan het bij Hitler een déja-vue’ reactie hebben opgeroe-
pen: ‘hij doet hetzelfde als wat wij met de Polen hebben gedaan en gaat ons
aanvallen’.
Hebben de Russen dan niet gemerkt dat er een grote aanval werd voorbe-
reid? Langs hun grens werd de grootste aanval op hun land in hun geschiede-
nis voorbereid. Dat kan niet onopgemerkt zijn gebleven. De Russische gehei-

123
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

me dienst, KGB, was in de hele wereld uitstekend geïnfiltreerd en voorzag de


generale staf (Stafka) van heel goede informatie. Er zijn twee mogelijkheden:
het is algemeen bekend dat Stalin totaal afgezonderd leefde en niet van slecht
nieuws hield en niet kon geloven dat Hitler hem zou aanvallen. De andere (en
voor mij meer geloofwaardige mogelijkheid) is dat hij Hitler net als Napoleon
wilde laten aanvallen. Toen West-Europa zo snel verslagen was en het Duitse
leger nog steeds oppermachtig, wilde hij Hitler in de val lokken. De hoofd-
macht van het Russische leger bevond zich ver in het achterland en kon dus
niet meteen aangevallen worden zoals in West-Europa. Het Duitse leger was
helemaal niet voorbereid op de strenge winter. Er moesten enorme afstanden
worden afgelegd en zo zou het Duitse leger worden uitgedund, afgemat en
uiteindelijk verslagen. Dat het aan Russische kant enorme verliezen en ver-
woestingen zou gaan kosten deerde Stalin niet, als zijn doel maar bereikt werd.
En daar is hij helemaal in geslaagd.

Churchill vervalt weer in zijn oude fout


De mislukte militaire escapades van Mussolini in de Balkan dwongen Hitler de
aanval op Rusland uit te stellen. Hitler wilde in de hele Balkan rust voor de
aanval op Rusland en viel Joegoslavië binnen. Dat ging niet zonder slag of
stoot. Drie dagenlang werd Belgrado gebombardeerd en dat kostte 18.000
mensen het leven. Tegelijkertijd werd Griekenland aangevallen.
Winston Churchill verviel weer in zijn oude fout: net als in de Eerste
Wereldoorlog wilde hij een aanval in wat hij ‘de weke onderbuik van Europa’
noemde. Met alle respect voor wat deze man in de Tweede Wereldoorlog
betekend heeft moet gezegd worden dat hij narcistische neigingen had: wat hij
vond was de waarheid. Bovendien was champagne dag en nacht zijn lieve-
lingsdrank. De Britse opperbevelhebber Alan Brooke (ook van de

Lord Halifax Generaal Alan Brooke Generaal Erwin Rommel

124
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

Gemenebestlanden) heeft het er in zijn memoires over als hij spreekt over de
urenlange discussies om Churchill op andere gedachten te brengen. Maar Alan
Brooke was toen nog niet in functie (hij zou dat in december 1941 worden)
Enkele Britse divisies werden aan het Noord-Afrikaanse front onttrokken
(die daar hard nodig waren) om in Griekenland tegen de Duitsers te vechten.
Al snel capituleerde de Griekse opperbevelhebber Tsolakogloe op 21 april
1941 en was al op 26 april bereid met de Duitsers samen te werken. De
Griekse koning en zijn kabinet vluchtten naar Kreta. Dat lukte ook aan drie-
kwart van het Britse expeditieleger, maar net als in Duinkerken met achterla-
ting van hun uitrusting. Het Duitse opperbevel stelde toen voor Malta ‘opera-
tie Hercules’ aan te vallen, nu de Britten zo verzwakt waren. Malta is een klein
eiland, maar strategisch gelegen in de Middellandse Zee. Als de Duitsers dat
veroverd hadden, hadden ze waarschijnlijk Noord-Afrika wel veroverd met
het Suez Kanaal.

Een nieuwe grote nederlaag voor de Duitse luchtlandingstroepen


Luchtlandingsgeneraal Kurt Student wist echter Hitler ervan te overtuigen om
met zijn luchtlandingstroepen Kreta aan te vallen. Na het debacle in
Nederland wilde hij bewijzen dat zijn troepen deze klus wél aankonden, en zo
gebeurde het. Op 20 mei 1941 werd de aanval ingezet onder de naam ‘opera-
tie Mercurius’. Na tien dagen was Kreta veroverd. Op het eerste gezicht een
groot succes, maar in werkelijkheid leden de Duitse luchtlandingstroepen voor
de tweede keer enorme verliezen. De schattingen lopen uiteen, maar het is
realistisch ze op 18.000 man in te schatten. De Britten zagen kans om nog
zo’n 20.000 man naar Egypte te evacueren, 5.000 man gaven zich over, maar
velen trokken zich terug in de bergen en zouden de Duitsers tot aan het eind
van de oorlog het leven zuur maken. Vanaf die dag werd het Duitse luchtlan-
dingsleger niet meer gebruikt. Op bescheiden schaal werden nog parachu-
tisten opgeleid, maar ze deden dienst als grondtroepen. Als para’s werden ze
nog incidenteel ingezet bij kleine operaties, zoals bijvoorbeeld de bevrijding
van Mussolini in 1944.
De Duitse generaal Erwin Rommel met zijn ‘Afrika Korps’ kreeg de
opdracht naar Noord-Afrika over te steken om de Britten aan te vallen richting
het Suez Kanaal. Zijn leger werd steeds sterker en het gemis van mensen en
materieel dat de Britten in Griekenland en op Kreta hadden verloren werd
steeds voelbaarder.

Rudolf Hess vertrekt naar Schotland


We gaan naar 10 mei 1941 (precies een jaar na de Duitse aanval op West-
Europa en vlak voor de aanval op Rusland). Op die dag vertrok Rudolf Hess,
de tweede man in nazi-Duitsland, de vervanger en favoriet van Adolf Hitler,

125
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

vanuit Augsburg in een vliegtuig richting Schotland. Volgens de geschied-


schrijving om vredesonderhandelingen met de Britten aan te gaan. Hij zou
met een parachute vlak bij het kasteel van de Schotse lord Douglas Hamilton
zijn gesprongen. Hij is gearresteerd en bij het proces van Neurenberg is hij tot
levenslang veroordeeld en samen met Baldur von Schirach en Albert Speer
(30 jaar gevangenisstraf), die als de organisator van de Duitse bouw en
industrie verantwoordelijk was voor de dood van ontelbare dwangarbeiders en
er genadig afkwam in de Spandau-gevangenis in Berlijn opgesloten. Von
Schirach en Speer werden al relatief snel vrijgelaten, maar Hess moest zijn
straf uitzitten. In 1987 pleegde hij op 93-jarige leeftijd zelfmoord door zich
aan een elektriciteitssnoer op te hangen. Tot zover de officiële versie.
Hoe men het ook wendt of keert, feit is dat de tweede man in nazi-
Duitsland naar de Britten vloog om vredesonderhandelingen te voeren. Hij
was de vertrouweling van Adolf Hitler en volgens mij de werkelijke schrijver
van ‘Mein Kampf’ (vast staat dat hij het uitgebreid bewerkt heeft). Hij werd
op 26 april 1894 in Alexandrië, Egypte geboren als de zoon van een rijke
Duitse handelaar. Hij ging daar naar school. Hij stond toen al bekend als bui-
tengewoon intelligent, vooral in wiskunde. In die periode had hij daar Britse
vriendjes en vriendinnetjes, wat zijn Angelsaksisch gericht denken heeft beïn-
vloed. In 1908 gingen zijn ouders terug naar Duitsland en het gezin vestigde
zich in Bad Godesberg. In Zwitserland bezocht hij nog een beroemde econo-
mische hogeschool. In de Eerste Wereldoorlog is hij zwaar gewond geraakt
door schoten door zijn borst en longen.

De contacten met de ‘Oxford-groep’


Zo rond het begin van de 30er jaren (toen hij al hoog en breed in het nazizadel
zat) kwam hij in contact met de ‘Oxford-groep’. De Amerikaan Frank N.D.

Lord Douglas Hamilton Albert Speer Frank N.D. Buchman

126
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

Buchman stichtte in de 20er jaren de ‘Oxford Groep’. Het was een soort reli-
gieuze club die probeerde vanuit het christelijk denken een soort algemene
levensfilosofie te ontwikkelen. Later kreeg het een andere naam: ‘Morele
Herbewapening’ en hij richtte de ‘Anonieme Alcoholisten’ op. Maar ook
Frank Buchman ontpopte zich als een communistenvreter. Op 25 augustus
1936 gaf hij een interview aan een krant in New York en deed daar onder
andere de volgende uitspraken: ‘ik dank de hemel voor een man als Adolf Hitler
die een frontlinie heeft gebouwd tegen de antichrist, het communisme’. Of: ‘mijn
kapper in Londen vertelde me dat Hitler de wereld had gered van het commu-
nisme. Zo voelde hij dat. Ik keur niet alles goed wat de nazi’s doen. Antisemitisme?
Slecht natuurlijk. maar ik denk dat Hitler in elke jood een Karl Marx ziet’. In
ieder geval was de Oxford-groep duidelijk anticommunistisch.
Rudolf Hess en ook Heinrich Himmler waren regelmatige bezoekers van
die bijeenkomsten. Hess had daar contacten met de ‘duif’ lord Douglas
Hamilton. Himmler knoopte daar stevige banden aan met de fanatieke
Nederlandse nazi jonkvrouw Julia op ten Noort en haar broer jonkheer
Laurens op ten Noort (we komen ze weer tegen bij de beschrijving van Market
Garden).
Is Rudolf Hess helemaal op eigen initiatief naar Schotland gevlogen? Dat is
onwaarschijnlijk. Er moeten meer personen op de hoogte zijn geweest. Dan
denk ik vooral aan Heinrich Himmler en zijn paladijn Walter Schellenberg.
Het vliegtuig moest worden verbouwd. De bewapening werd vervangen door
extra brandstoftanks. Zoiets kan niet onopgemerkt zijn gebleven. De vrouw
van Hess en zijn zoon werden na zijn daad volkomen ongemoeid gelaten. Dat
kan alleen maar Himmler geregeld hebben. Hess moet plannen hebben gehad
om Hitler af te zetten en een afzonderlijke vrede met de Britten te sluiten en
daarna pas Rusland aan te vallen. De combinatie Hess, Himmler, Hamilton en
de Oxford groep kan geen toeval zijn. Waarom heeft hij het gedaan? Het is
bekend dat Hitler door zijn overmatig gebruik van medicijnen tegen de ziekte
van Parkinson steeds agressiever en onberekenbaarder werd: zijn persoonlijk-
heid was aan het deformeren. Hij had om de kleinste dingen onverwachte
woedeaanvallen. Bovendien was er binnen de Duitse legerleiding grote weer-
stand tegen de geplande aanval op Rusland met als resultaat weer een twee-
frontenoorlog met alle risico’s net als in de Eerste Wereldoorlog en Hess was
het daarmee eens.
De Britse documenten over de zaak Hess zullen in 2017 worden vrijgege-
ven (waarom moet dat zo lang duren?), maar in de loop van meer dan 70 jaar
is er wel het één en ander ontdekt. De meest gangbare theorie is dat in 1941
zowel in Duitsland als in Groot-Brittannië de ‘duiven’ van Hitler en Churchill
af wilden. Hess zou Hitler opvolgen en de eerdergenoemde Samuel Hoare,
Churchill.

127
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Hess kwam niet onverwacht: vlakbij het kasteel van lord Hamilton was een
kleine landingsbaan en die was enkele uren verlicht. Bovendien was daar
brandstof aanwezig voor de terugreis. Maar waarom moest Hess persoonlijk
naar Schotland vliegen? Dat was om iemand te ontmoeten die het land zelf
niet kon verlaten: prins George, de jongste broer van de Britse koning en zijn
belangrijkste adviseur. Hij was onderweg naar Schotland, maar keerde snel
terug toen bleek dat alles niet volgens plan verliep. Hess had binnen twee
dagen uit en thuis moeten zijn, maar moest zijn parachute gebruiken en het
vliegtuig stortte neer. Hij kwam te laat en de verlichte landingsbaan begon in
het donker te veel op te vallen (hoe was het trouwens mogelijk dat een vijan-
delijk vliegtuig onopgemerkt Schotland kon binnenvliegen en volgens het plan
ook weer terug?). Het resultaat was dat dat de vredesbeweging van de Britse
koning, prins George, de hertog van Hamilton en Samuel Hoare het plan snel
moesten afblazen.
Er waren in die periode in Groot-Brittannië twee Rudolf Hessen aanwezig:
een dubbelganger in Wales, die tot het einde van de oorlog gevangen werd
gehouden en de echte in Schotland. In augustus 1942 kwam prins George om
het leven bij een vliegtuigongeluk in Noord-Schotland. Hij zou onderweg zijn
geweest naar IJsland om het moreel van het Britse garnizoen daar op te pep-
pen. Maar er zijn aanwijzingen dat hij onderweg was naar het neutrale
Zweden met de echte Rudolf Hess. De prins en de bemanning zijn geïdentifi-
ceerd, behalve één persoon. Het watervliegtuig had opdracht niet boven land
te vliegen maar deed het toch (het zou een navigatiefout zijn geweest). In
1946 werd de zogenaamde Hess in Neurenberg wegens misdaden tegen de
menselijkheid veroordeeld tot levenslang. Terecht als hij de echte was
geweest. Er zijn nog meer aanwijzingen dat hij de werkelijke Hess niet was.
Tijdens het proces zag hij er afgetakeld uit. Het was geen schim meer van de
vroegere strijdbare Hess. Hij verklaarde aan geheugenverlies te lijden. Hij
werd vooral door Hermann Goering in de maling genomen, die hem niet
serieus nam en natuurlijk zag dat het een dubbelganger was. Toen hij nog een
laatste woord mocht doen werd hij door de Britse rechter na korte tijd op
botte wijze onderbroken. Vermoedelijk om te voorkomen dat hij verkeerde
uitspraken zou doen.
Zijn Britse arts in de Spandau-gevangenis, Hugh Thomas, is er ervan over-
tuigd dat hij de echte Hess niet was. Die had in de Eerste Wereldoorlog scho-
ten door de borst gehad die een long zwaar beschadigden en aan de achterkant
weer naar buiten waren gekomen. Tijdens een medisch onderzoek constateer-
de Thomas dat de zgn. Hess op beide plaatsen geen spoor van een litteken ver-
toonde. Bovendien weigerde hij tot aan het begin van de zestiger jaren zijn
vrouw en zoon te ontmoeten. Dat zou de echte Hess nooit gedaan hebben.
Het is algemeen bekend dat hij zielsveel van de zijn vrouw en zoon hield .

128
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

In 1987 zou hij op 93-jarige leeftijd als enige overgebleven gevangene zelf-
moord hebben gepleegd door zich aan een elektriciteitssnoertje te hebben
opgehangen. Het was in de tijd van de beginnende ontspanning tussen oost en
west onder de Russische president Gorbatsjov. Voor die tijd weigerden de
Russen categorisch Hess om humanitaire gronden vrij te laten. Er gaan nu
stemmen op die beweren dat toen dat wel dreigde te gebeuren de zgn. Hess
uit de weg is geruimd, zodat hij de waarheid niet kon vertellen. Dan blijft er
natuurlijk een prangende vraag over: wie was die zgn. Hess die de rest van zijn
leven een ellendig bestaan in de Spandau-gevangenis accepteerde om de echte
Hess te beschermen. Het moet ieder geval iemand geweest zijn die de Duitse
taal perfect beheerste. Hij moet onder enorme druk zijn gezet om dit te doen.
Misschien dat in 2017, als de dossiers vrijkomen, we de waarheid weten.

Prins Bernhard en de ‘stadhoudersbrief’


Uit diezelfde periode is er van Nederlandse kant een verklaring van de kolonel
der mariniers De Bruyne, die deel uitmaakte van de Nederlandse inlichtingen-
dienst in Groot-Brittannië. Deze werd door hem onder ede afgelegd bij zijn
verhoor door de Parlementaire Enquête Commissie die na de oorlog in
Nederland werd gehouden. Citaat: ‘In de herfst, in ieder geval in de tweede helft
van 1942 is van Britse zijde een grote druk uitgeoefend. Ik werd ontboden bij gene-
raal Alan Brooke (de Britse opperbevelhebber), om ons tot spoed aan te zetten,
omdat men begin 1943 een grote kans zag tot een overeenkomst met Duitsland, ten
minste een terugtrekken van de Duitse troepen uit Nederland’. Welke spoed is
niet bekend geworden omdat de voorzitter van de commissie, Donker, er niet
verder op doorvroeg en zijn commissieleden ook niet.
Dit is echt onbegrijpelijk en er is volgens mij nooit meer serieus onderzoek
naar gedaan. Ik denk om het koninklijk huis te beschermen.

Martin Borman Prins George De zgn. Rudolf Hess

129
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Op 7 januari 1937 trouwden prinses Juliana en de Duitse prins Bernhard zur


Lippe Bisterfeld. Het was een geëngageerd huwelijk. Juliana was de enige
troonopvolgster van de Oranje-dynastie en geschikte huwelijkskandidaten ble-
ven uit. Prins Bernhard had een functie in Parijs bij het Duitse chemieconcern
IG Farben. Hij was lid van de SS. Op het huwelijksfeest werd pontificaal het
SS-Horst Wessellied gespeeld waarbij de Hitlergroet werd gebracht. Door zijn
huwelijk kreeg hij automatisch de Nederlandse nationaliteit, maar toch vond
hij het nodig nog enkele brieven aan Hitler te schrijven om vooral maar zijn
‘Duitser’-zijn te benadrukken en een persoonlijk bezoek af te leggen. En dat in
een tijd dat Nederland een strikte neutraliteit probeerde te handhaven. Hitler
noemde hem toen ‘een gigolo’, dus zoveel indruk heeft hij niet gemaakt. Qua
geheimhouding vormde hij een enorm veiligheidsrisico. Hij was chantabel:
zijn moeder (prinses Armgard) en zijn broer prins Ashwin woonden in
Duitsland. Laatstgenoemde was bovendien officier in het ‘Brandenburg’ regi-
ment dat gespecialiseerd was in het verkrijgen van inlichtingen.
Al jarenlang is er in Nederland discussie over een ‘stadhoudersbrief’. Hierin
zou prins Bernhard zich hebben aangeboden als een Duitsgezind staatshoofd
in Nederland. De brief zou mede ondertekend zijn door prinses Juliana. Hij
zou in 1942 zijn geschreven. Ik geloof niet dat er zo’n brief bestaat. Dat soort
dingen gebeurt altijd mondeling via omwegen en vooral niet op papier. Maar
ik ben ervan overtuigd dat hij in die periode een serieuze kandidaat was, dat
heel graag gedaan had en wel degelijk benaderd is. Wanneer we kijken we naar
de poging van de Britse prins George om met de echte Hess naar Zweden te
vliegen en de verklaring van kolonel De Bruyne dan is het zeer waarschijnlijk
dat er in die periode geheime vredesonderhandelingen zijn gevoerd met de
bedoeling zowel Churchill en Hitler af te zetten en dan is het niet meer zo gek
dat prins Bernhard als kandidaat staatshoofd in Nederland benaderd is. Toen
de Nederlandse regering en de koninklijke familie in mei 1940 zich in Londen
vestigden, werd prins Bernhard (terecht vanwege zijn naziverleden) aan alle
kanten gewantrouwd. Dat wantrouwen werd minder, maar bleef altijd
bestaan. Maar een Duitse prins, met innige banden in nazi-Duitsland, echtge-
noot van de Nederlandse kroonprinses was wel heel geschikt als ‘stadhouder’
van een Duits-vriendelijk Nederland waar hij toen nog erg populair was.
Het past ook perfect in het beeld van een opmerkelijk gesprek dat in
augustus 1942 plaatsvond in het plaatsje Shitomir in de Oekraïne tussen
Himmler en Walter Schellenberg. Schellenberg was toen pas 32 jaar, maar al
opgeklommen tot SS-generaal en directeur van het ‘Reichs Sicherheits
Hauptamt, RSHA). Beiden kwamen toen al tot de conclusie dat door de deel-
name van Amerika in de oorlog, door de Japanse aanval op Pearl Harbour op
7 december 1941, Duitsland geen enkele kans meer had deze te winnen. Het
was precies dezelfde situatie als in de Eerste Wereldoorlog. Dat was nog ruim

130
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

voor de Duitse nederlagen bij El Alamein en Stalingrad. Ze waren het erover


eens dat er een ‘alternatieve oplossing’ moest komen. Er zou een ‘compromis-
vrede’ met Groot-Brittannië en Amerika moeten worden gesloten maar wel
met de voorwaarde dat Duitsland de oorlog tegen Rusland (lees het commu-
nisme) zou voortzetten. Het Duitse Afrika-Korps van generaal Erwin Rommel
begon al in het defensief te raken en de aanval op Rusland was zo goed als
vastgelopen. Om die aanval in Rusland te kunnen voortzetten was een
‘Duitsvriendelijke’ vrede in het westen noodzakelijk. De ‘duiven’ in Groot-
Brittannië wilden wel en samen met de Amerikanen konden ze dan al hun
krachten tegen Japan in het Verre Oosten inzetten, waar de Britten grote
koloniale belangen hadden.
Op dat moment hielpen de Amerikanen de Britten al met het ‘uitlenen’ van
marinevaartuigen, maar president Roosevelt zal toen ook hebben ingestemd
met zo’n compromisvrede. Een nieuwe oorlog in Europa lag in de publieke
opinie Amerika helemaal niet goed. Last but not least zouden de Duitsers met
het communisme afrekenen. Het moet wel een goed voorbereid plan zijn
geweest. De echte Rudolf Hess (let wel: nog steeds een overtuigd nazi en anti-
semiet) had zich in Zweden moeten presenteren als nieuwe regeringsleider
van Duitsland. Het strikt neutrale Zweden lag ingeklemd tussen het bezette
Noorwegen en Finland dat op dat moment nog enthousiast met de Duitsers
meevocht tijdens het beleg van Leningrad. Hitler zou dan moeten zijn afgezet.
Ik denk dat Himmler en zijn paladijn Schellenberg dat staatsgreep zouden
gaan uitvoeren, misschien in samenwerking met Martin Bormann.
De Zweedse regering moet er van overtuigd geweest zijn dat het allemaal
goed zou verlopen. Het vliegtuigongeluk in Schotland heeft er een einde aan
gemaakt. Boze tongen beweren dat krachten in de omgeving van Churchill het
ongeluk hebben veroorzaakt, maar als dat zo is ben ik blij dat het zo gelopen

Kolonel De Bruyne Prinses Juliana en prins Bernhard rond 1937

131
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

is. Hoe had de wereld er nu uitgezien? Waren er in de vernietigingskampen


nog meer miljoenen vermoord? Ik denk van wel. En dat allemaal uit angst voor
het communisme.

De Duitse aanval op Rusland begint


Op 22 juni 1941 werd de aanval op Rusland ingezet, bijna twee maanden later
dan volgens de planning verantwoord werd geacht. Op sommige plaatsen
werd door de Russen dapper tegenstand geboden, maar de drie Duitse leger-
groepen begonnen onweerstaanbaar snel op te rukken. De infanterie kon de
tanks bijna niet bijhouden. Legergroep Noord bedreigde al snel Leningrad,
Midden zou nog de voorsteden van Moskou bereiken en Zuid rukte snel op
naar de Krim. In sommige gebieden werden de Duitse troepen als bevrijders
met bloemen ontvangen maar dat veranderde al snel. De drie legergroepen
hadden in de achterhoede elk een ‘Einsatzkommando’, die de opdracht had-
den alle joden in de veroverde gebieden te vermoorden. Ze werden samenge-
dreven en doodgeschoten, kleine kinderen, bejaarden, het maakte niet uit.
Zelfs de geharde moordenaars kregen daar psychische problemen mee: met
drugs en alcohol bleven ze hun smerige werk doen.
De grote regisseur van dit alles, Heinrich Himmler, was een keer getuige
van zo’n massamoord. Toen een schedel door een kogelinslag explodeerde
kreeg hij bebloede hersenresten op zijn uniform en dreigde flauw te vallen.
Begeleiders konden hem ternauwernood staande houden. Kort daarop hield
hij een toespraak in Posen (het tegenwoordige Poolse Poznan) waar hij het
werk van de ‘Einstazkommandos’ verheerlijkte, maar toegaf dat het menselijk
niet te doen was. Meteen daarop werd begonnen met de bouw van de vernie-
tigingskampen Treblinka, Majdanek, Sobibor en Auschwitz. Ik weet het, er
zijn er zijn er nog zo veel meer geweest, maar hier werden miljoenen mensen
op industriële wijze vermoord. Hun haar en lichaamsvetten werden in de oor-
logsindustrie gebruikt. Gouden tanden en kronen werd voor de verbranding
verwijderd en tot goudstaven omgesmolten. Het is de grootste misdaad tegen
de menselijkheid uit de geschiedenis.
Maar ook tegen de Russische bevolking gingen de Duitsers als beesten
tekeer. Elke vorm van verzet werd genadeloos afgestraft, het liefst door men-
sen in het openbaar op te hangen (zelfs kleine kinderen). Het was niet alleen
de SS die zich hieraan schuldig maakte. Ook de ‘gewone’ Duitse landmacht
(Wehrmacht) deed hier enthousiast aan mee. Het resultaat was duizenden
partizanen die wraakzuchtig achter de Duitse linies actief waren en vooral de
aanvoerlijnen (die steeds langer werden) gingen aanvallen. Toen in september
de herfst inviel met veel regen op de meestal onverharde wegen liep het offen-
sief al vast. De daaropvolgende winter deed de rest. Precies zoals volgens mij
Stalin en zijn generale staf het gewild hadden. Het grootste deel van het

132
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

Russische leger was nog intact, werd voortdurend versterkt en zou al binnen
korte tijd in de tegenaanval kunnen gaan.

De Japanse aanval op Pearl Harbour


Japan was al veel eerder vanuit Mantsjoerije en Korea een aanval op China
begonnen die uiterst wreedaardig verliep. De steden werden meedogenloos
gebombardeerd en de Chinese bevolking gruwelijk geterroriseerd. Steeds ver-
der rukten ze naar het zuiden op.
Japan was voor zijn oorlogsindustrie grotendeels afhankelijk van Amerika
en toen dat vanwege de oorlog in China werd stopgezet, werd tot een aanval
op de grote Amerikaanse marinebasis Pearl Harbour op de Hawaii-eilanden,
die midden in de Stille Oceaan lagen, besloten. Door het uitschakelen van de
Amerikaanse vloot hoopten Japanners tijd genoeg te winnen om hun grond-
stoffen uit de te veroveren gebieden te halen (vooral Nederlands-Indië).
Bovendien was de verwachting dat als Japan zo’n uitgestrekt gebied zou
beheersen dat Amerika van een aanval zouden afzien. De Japanse marinecom-
mandant, admiraal Yamamoto, was tegen. Hij had jaren in Amerika gewoond
en waarschuwde tegen het enorme Amerikaanse industriële potentieel dat
zich tegen Japan zou gaan keren. Het plan werd doorgedrukt en Yamamoto
gehoorzaamde zijn keizer. Op 7 december 1941 stegen vanaf Japanse vlieg-
dekschepen honderden vliegtuigen op die de Amerikaanse vloot op Pearl
Harbour grotendeels vernietigden. President Roosevelt verklaarde Japan de
oorlog en een dag later deed Adolf Hitler hetzelfde tegen Amerika.
In het begin slaagde het Japanse plan: door het uitschakelen van de
Amerikaanse vloot hadden ze vrij spel in Zuid-Oost Azië. Ze veroverden
Birma en rukten op naar Malakka. Door luchtaanvallen brachten ze veel Britse
marineschepen tot zinken. Vooral het verlies van het slagschip ‘Prince of
Wales’ was een verlies voor de Britten. De aanval op de onneembaar geachte
strategische havenstad Singapore werd ingezet en veroverd. De Amerikanen
werden op de Filippijnen verslagen en Nederlands-Indië werd langs alle kanten
aangevallen. Het KNIL (Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger) vocht voor
wat het waard was, maar werd verslagen (sommige kleine eenheden trokken
zich in de jungle terug en hielden het nog jaren vol).
De Nederlands-Indische marine stond onder commando van admiraal
Helfrich. Hij had zijn vloot (aangevuld met Britse, Amerikaanse en
Australische eenheden) naar Australië moeten sturen om dat land te bescher-
men maar hij besloot toch de Japanse vloot in de Java Zee aan te vallen. Het
was een kansloze missie. Schout bij nacht Karel Doorman voerde het de
opdracht uit. Op 27 februari 1942 zochten de eskaders de confrontatie met de
Japanse marine. Ze werden grotendeels verslagen. Karel Doorman comman-
deerde het vlaggenschip ‘De Ruiter’. Het werd tot zinken gebracht. Karel

133
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Doorman had de kans om met reddingssloepen te ontsnappen, maar verkoos


met zijn manschappen in de machinekamers, die de kans niet hadden, ten
onder te gaan.

De zeeslag bij Midway: de ommekeer


Maar op 5 juni 1942 werd er bij het eilandje Midway in de noordelijk Stille
Oceaan door de Japanse en Amerikaanse marines slag geleverd. De
Amerikanen hadden drie vliegdekschepen en de Japanners vier. Bovendien
hadden de Japanners veel meer slagschepen. Toch slaagden Amerikanen erin
alle vier de Japanse vliegdekschepen en vele slagschepen uit te schakelen en
daarmee was het geen vraag meer of Japan de oorlog zou verliezen, maar wan-
neer. De Amerikaanse prioriteit lag daarna in de oorlog in Europa . De oorlog
tegen Japan werd grotendeels gevoerd door de Amerikaanse marine en de
mariniers. De Amerikaanse marine stond onder commando van admiraal
Chester Nimitz en de grondstrijdkrachten onder generaal Douglas MacArthur.
De Amerikanen vochten zich richting Japan door stap voor stap eilanden in de
Stille Oceaan te veroveren. De Australiërs versloegen de Japanners in Nieuw-
Guinea en voorkwamen zo een invasie in hun land.

De ontcijfering van de Duitse Enigma codes


De Britten waren voor de bevoorrading totaal afhankelijk van aanvoeren over
zee. De Duitsers begonnen onder commando van admiraal Dönitz een gena-
deloze duikbootoorlog, vooral in het noordelijke deel van de Atlantische
Oceaan. De schepen voeren in konvooien en de snelheid van het konvooi was
de snelheid van het langzaamste schip. Ze werden geëscorteerd door marine-
schepen met dieptebommen, maar die konden pas ingrijpen als het te laat was.
Het aantal getorpedeerde schepen steeg zo snel dat er een breekpunt kwam en

Karel Doorman Chester Nimitz Douglas MacArthur

134
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

de Britse industrie zo weinig grondstoffen had, dat de oorlogsproductie in


gevaar kwam. Duizenden zeelieden kwamen in de periode om het leven.
Men wist dat de Duitsers gecodeerde berichten verstuurden met het
Enigma apparaat. Die waren in het begin niet te ontcijferen. Vandaag de dag
doen vele ‘romantische’ verhalen de ronde over geheime agenten die zo’n
apparaat in een Duitse ambassade zouden hebben gestolen etc. In werkelijk-
heid was het een coderingsapparaat dat eind jaren twintig al de op de markt
was en door veel landen en bedrijven werd gebruikt om geheime boodschap-
pen te versturen. Het in bezit hebben van het apparaat was geen oplossing.
Tussen het zendende en ontvangende apparaat waren codes afgesproken en als
je die niet kende kon je er niets mee. Ontelbare combinaties waren mogelijk.
Eind jaren dertig hadden de Polen in het diepste geheim al een begin
gemaakt met het kraken van de codes en waren al redelijk succesvol, maar het
was de geniale Britse wiskundige Alan Turing die de Duitse codes definitief
gebroken heeft. Hij veranderde het denken van de getallen 1-9, maar dacht
alleen in 0 en1 (waar of niet waar), wat het begin betekende van de ontwikke-
ling van de computers die nog steeds volgens dit basisprincipe werken. Sterker
nog: hij bouwde er één. Een enorm apparaat dat werkte met radiolampen,
maar toen al al binnen korte tijd miljoenen coderingsmogelijkheden kon ver-
gelijken.
Toen er eenmaal een coderingsboek uit een Duitse duikboot was buitge-
maakt was het Duitse Enigma-systeem gebroken en konden alle bevelen naar
de Duitse marine, maar ook naar de Duitse land- en luchtmacht worden mee-
gelezen. Het is tot ver na de oorlog geheim gebleven. Het kon ook tot afschu-
welijke dilemma’s leiden: het grote Duitse bombardement op de stad
Coventry was aan de Britten bekend, maar als ze de bommenwerpers hadden
opgewacht, zou de geheimhouding in gevaar zijn gebracht. Dus werd de histo-

De Enigma-codeermachine Alan Turing Admiraal Dönitz

135
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

rische stad platgebombardeerd ten koste van vele slachtoffers. Het decode-
ringscentrum was gevestigd in een groot landhuis in de buurt van Londen met
de naam ‘Bletchley Park’. Alles gebeurde daar onder strikte geheimhouding.
Alleen de hoogste regeringskringen en militaire leiders waren ervan op de
hoogte.
Alan Turing was homoseksueel. Toen dat bekend werd, moest hij zich van-
wege de Britse staatveiligheid zich chemisch laten castreren. Hij kon dat niet
accepteren en pleegde zelfmoord door een hap uit een door hem zelf zwaar
vergiftigde appel. Het Amerikaanse computerbedrijf Apple gebruikt in haar
logo een appel met een hapje eruit. Misschien een eerbetoon aan hem.
Nu het mogelijk was ‘mee te luisteren’ kon de aanvallen op de scheepskon-
vooien steeds beter worden afgeslagen en begin 1944 waren het de Duitse
duikboten die opgejaagd werden. Vanaf 1942 voeren er ook enorme konvooi-
en naar de Russische havenstad Moermansk met grondstoffen voor de
Russische oorlogsindustrie. Het heeft de nederlaag van de Duitsers in Rusland
behoorlijk versneld. De oorlog op de Atlantische Oceaan heeft aan vele dui-
zenden zeelieden het leven gekost, maar maakte het mogelijk dat de Britten en
de Russen de oorlog konden voortzetten.

De Duitse nederlaag bij Stalingrad


Het Duitse leger kon eind 1941 al meer geen potten breken in Rusland. Het
beleg van Leningrad werd gebroken. Over het bevroren Ladogameer ten
oosten van de stad werden eten en munitie aangevoerd. De stad werd dag en
nacht door de Duitse artillerie beschoten. Er werd honger geleden en het is
bekend dat huisdieren werden opgegeten, ja zelfs kannibalisme kwam voor.
Maar de stad werd niet ingenomen ten koste van ruim een miljoen inwoners
die het niet overleefden.
n 1942 begonnen de Duitsers een wanhoopsoffensief. In het najaar hadden
voorhoedes de Kaukasus bereikt en de stad Stalingrad aan de rivier de Wolga.
De geschiedenis van 1941 herhaalde zich: de winter viel in en het offensief
stokte. De troepen in de Kaukasus kregen toestemming zich terug te trekken.
Maar Stalingrad werd door Hitler tot een vesting verklaard en het Zesde Leger
onder commando van generaal Friedrich von Paulus kreeg het bevel tot laatste
man stand te houden. Het was een bevel van Hitler die niet kon accepteren
dat hij de oorlog in Rusland niet kon winnen. Stalingrad werd door bombarde-
menten totaal verwoest, maar het Russische leger hield stand in ruïnes en kel-
ders. In november 1942 begonnen de Russen een tegenoffensief onder com-
mando van generaal Grigorij Zjoekov met goed uitgeruste en getrainde mili-
tairen uit Siberië. Ze slaagden erin de stad te omsingelen. In totaal zaten ruim
300.000 man in de val. 100.000 overleefden het en werden in krijgsgevangen-
schap afgevoerd. Generaal Von Paulus werd vlak voor de capitulatie nog

136
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

bevorderd tot veldmaarschalk, maar wel met de bedoeling dat hij ‘strijdend
ten onder zou gaan’ (hij zou dus zelfmoord moeten plegen). Hij heeft dat dat
grote woede van Hitler niet gedaan. Jaren na zijn gevangenschap leidde hij een
luxueus leven in de voormalige ‘Deutsche Demokratische Republik’. Veel
Duitse officieren werden ‘omgeturnd’ naar het communistisch denken: de
bekendste is wel Walter Ulbricht, de eerste president van de DDR, hij was
stafofficier van Von Paulus.

De nederlaag van het Duitse tankwapen bij Koersk


De Russen hadden hun oorlogsindustrie achter het Oeral-gebergte in veilig-
heid gebracht. Daar ontwikkelden ze nieuwe vliegtuigen, maar vooral een
nieuwe tank: de T34. Het was voor die tijd een staaltje van ongelooflijke tech-
nologie: hij was eenvoudig te bouwen, besturen en te onderhouden, hij was
qua vuurkracht superieur aan de modernste Duitse tanks, hij kon de laagste
temperaturen doorstaan en hij was voorzien van de modernste snufjes zoals
een schuin aflopende bepantsering, waardoor granaten meestal in een andere
richting werden afgeketst en geen uitwerking hadden. Op 5 juli 1943 vond de
tankslag bij Koersk plaats. Het was een reactie op een nieuwe aanval van de
Duitsers. Het werd uiteindelijk de zwanenzang van het Duitse tankwapen. De
Russische T34’ers waren superieur. De Duitsers leden ontstellende verliezen
en zouden deze klap nooit meer te boven komen. Vanaf die dag konden ze
zich alleen nog richting Duitsland terugtrekken.

De massamoord op de joden gaat verder


en de optand van het Getto van Warschau
Maar de Duitsers gingen door met het vermoorden van joden en zigeuners. In
Oost-Europa gebeurde dat openlijk, in West-Europa ging dat heel geraffi-
neerd. Het onvoorstelbare van de vernietigingskampen was bijna aan niemand
bekend. De joden werd voorgespiegeld dat ze naar Oost-Europa zouden ver-
trekken en daar hard moesten werken op landerijen. Er werden zelfs ‘Joodse
Raden’ ingesteld die zelf mochten bepalen in welke volgorde men moest ver-
trekken. De meeste Nederlandse joden werden naar het eerdergenoemde
Drentse kamp Westerbork overgebracht, waar ze wachtten op transport. Hun
schamele bezittingen kregen nog een keurig etiketje met naam en adres. De
illusie van overleven werd tot het laatste moment in stand gehouden.
In Oost-Europa (vooral in Polen) werden de joden samengepakt in zgn.
‘Getto’s’. Dat waren wijken van een stad waar veel te veel mensen werden
samengepakt in afwachting van hun deportatie naar een vernietigingskamp.
Het grootste was in Warschau. Het was omgeven door een muur. Uiteindelijk
waren daar meer dan een miljoen mensen. Er was nauwelijks eten en medi-
sche en sanitaire voorzieningen slechts mondjesmaat. Men stierf op straat van

137
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

de honger. Maar daar wist men wél wat hun te wachten stond. Op 19 april
1943 kwam men in opstand. Met illegaal verkregen lichte wapens (pistolen,
revolvers en handgranaten) hielden ze het tot 16 mei uit en hadden toch het
genoegen veel van hun kwelgeesten te doden. De SS-generaal Stroop die de
opstand neersloeg liet een ‘herdenkingsboek’ maken. Het omslag was ver-
vaardigd van huid van de slachtoffers. Dat ging zelfs Himmler te ver die hem
daarvoor op de vingers tikte (we hebben al eerder gezien dat Himmler zijn
toekomst somber inzag en daarom waarschijnlijk ‘milder’ en bang voor zijn
toekomst werd).

De Duitse nederlaag bij El Alamein


In Noord-Afrika ging het Duitsers ook steeds minder voor de wind. Hun
Afrika-Korps onder generaal Rommel werd steeds minder bevoorraad, omdat
de Middellandse Zee steeds meer onder Britse controle kwam. Na een neder-
laag bij Tobroek moest het Britse leger zich honderden kilometers terugtrek-
ken richting Egypte en zo kwam het Suez Kanaal in gevaar. Maar deze Duitse
aanval werd tegengehouden. Bovendien kreeg het Britse 8e Leger een nieuwe
commandant: generaal Bernhard Law Montgomery. Hij had zijn sporen al in
de Eerste Wereldoorlog verdiend en was daar zwaar gewond geraakt en voor
dood verklaard, maar op wonderbaarlijke wijze hersteld. In mei 1940 hadden
zijn troepen in Noord-Frankrijk taai tegenstand geboden aan de Duitsers. Hij
stond bekend om zijn ‘peptalks’, waarmee hij zijn troepen weer opmonterde.
Dat deed hij toen ook vlak bij het dorpje El Alamein het Duitse Afrikakorps
zich weer samentrok voor een beslissende veldslag. Hij stond ook open voor
nieuwe dingen: de Duitsers vervoerden hun water en brandstof niet alleen in
tankwagens, maar ook in de zgn. ‘jerrycans’ (Jerry is de Engelse naam voor
‘Mof’). De Britten deden dat in kwetsbare blikken die meestal maar eenmalig
te gebruiken waren. De jerrycan nam hij onmiddellijk over en werd al snel
door alle Geallieerde legers gebruikt. Hij bestudeerde de strijdwijze van gene-
raal Rommel en besloot hem op dezelfde manier aan te vallen. Het Britse 8ste
Leger bestond grotendeels uit divisies uit het Gemenebest: er was een
Australische, Indiase, Nieuw-Zeelandse en Zuid-Afrikaanse divisie. Samen
met enkele Britse divisies vormde het een grote strijdmacht.
Tot de dag van vandaag wordt Montgomery verweten dat hij veel te voor-
zichtig was en pas wilde aanvallen als hij zeker van de overwinning was. Dat is
een grote misvatting: hij had gevochten in de loopgraven van de Eerste
Wereldoorlog en wilde niet verantwoordelijk zijn voor nieuwe dergelijke
slachtingen. Als het kon viel hij aan ten koste van grote verliezen. Maar bij El
Alamein had hij generaal Rommel in de tang. Die kon geen kant meer op en
kon zich alleen maar verdedigend opstellen. Minitieus bereidde Montgomery
de aanval voor: hij liet Rommel in de waan dat zijn hoofdaanval aan het noor-

138
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

delijk front zou plaatsvinden, maar de grote klap viel in het zuiden. De
Duitsers boden verwoed tegenstand, maar werden vernietigend verslagen en
konden zich toen alleen nog maar terugtrekken. Toen was Hitlers droom, de
verovering van het Suez Kanaal en misschien wel de verovering van Saoedi-
Arabië met de rijke olievelden definitief voorbij.

Amerika komt daadwerkelijk in de oorlog


In de nacht van 7 op 8 november 1942 landden Amerikaanse troepen in
Marokko en bij Algiers. Ze werden rechtstreeks vanuit Amerika overgevaren.
De meeste Franse troepen daar (zij stonden onder commando van Vichy
Frankrijk) kozen snel eieren voor hun geld en sloten zich bij de geallieerden
aan. Daarmee was het lot van het Duitse Afrika Korps bezegeld. Rommel (in
Duitsland een held) kreeg van Hitler de opdracht zich ziek te melden en al
snel capituleerden de Duitsers.

De snelle carrière van generaal Eisenhower


Het Amerikaanse leger stond onder commando van generaal Dwight D.
Eisenhower (bijnaam ‘Ike’). In 1936 was hij nog majoor, maar al toen begon-
nen zijn organisatorische talenten op te vallen. Men attendeerde Amerikaanse
opperbevelhebber Marshall op hem. Toen volgden de bevorderingen snel.
Eind oktober 1941 werd hij bevorderd tot brigadegeneraal en bij zijn aantre-
den in Noord-Afrika was hij al benoemd tot luitenant-generaal. De rang van
generaal-majoor werd overgeslagen. Waarom werd hij zo snel bevorderd? In
de burgermaatschappij was hij waarschijnlijk opgeklommen als leider van een
multinationale onderneming. Hij had het talent mensen samen te brengen,
klaar te stomen om één doel te bereiken. Hij was geen ‘vechtgeneraal’, maar
organisator en diplomaat. De gevechten in Noord-Afrika liet hij over aan de

Generaal Zjoekov Generaal Eisenhower Generaal Montgomery

139
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

generaals George Patton en Omar Bradley (later meer over hen). Hij was
voorbestemd om de Geallieerde opperbevelhebber te worden.

De Amerikaanse oorlogsindustrie
Al eerder noemde ik de vrees van de Japanse admiraal Yamamoto die voor de
kracht van de Amerikaanse industrie. Die werd sneller bewaarheid dan hij
zich had kunnen voorstellen. Binnen de kortste keren was de Amerikaanse
industrie omgeschakeld naar een oorlogsindustrie. De Duitse industrie was op
zoek naar moderne en perfecte wapens wat veel productietijd vergde. De
Amerikanen produceerden massaal wapens, schepen, vliegtuigen en voertui-
gen die goedkoop waren en eenvoudig te onderhouden en te bedienen.
• De M4-Sherman tank had een 75-mm kanon en was geen partij voor de
Duitse tanks, maar werd in zulke grote hoeveelheden geproduceerd dat ze
uiteindelijk het Duitse tankwapen versloegen. Door zijn wendbaarheid was
hij uitermate geschikt voor straatgevechten.
• De GMC vrachtwagen: daar kon bijna niets aan kapot gaan en iedereen kon
er mee rijden.

De M4-Sherman tank, in De Jeep, vandaag de dag


allerlei versies gebouwd nog in gebruik en popu-
De GMC die bijna niet lair in allei burgerversies
kapot kon gaan

Het Browning .50 De C-47 Dakota die in Het ‘Liberty’-schip dat al


machinegeweer dat al in allerlei versies werd snel in een week kon
1921 werd ontwikkeld en gebouwd worden gebouwd
vandaag de dag nog
dienst doet

140
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

• De wereldberoemde ‘Jeep’, die door alle terreinen kon rijden dankzij de


vierwielaandrijving en voor die tijd uiterst revolutionair. Het woord Jeep
komt van de Engelse afkorting ‘general purpose’ GP.
• De C-47 Dakota was een militaire versie van het passagiersvliegtuig dat al
enkele jaren bestond. Het werd aangepast en kon voor alle denkbare doel-
einden worden gebruikt. Als het moest kon het op één motor vliegen zonder
in de problemen te komen.
• De Amerikanen zagen uiteindelijk kans binnen een week een vrachtschip te
bouwen. Het was het eerste ‘prefab’-systeem uit de geschiedenis. In fabrie-
ken werden de onderdelen gebouwd en op de werf werd het schip niet meer
gebouwd, maar in elkaar gezet. Het kreeg de naam ‘Liberty’-schip. Veel
comfort had het niet, maar het was sterk, degelijk en snel.
• Bijna alle voertuigen en vliegtuigen werden bewapend met het .50 machine-
geweer, ontwikkeld door de Amerikaanse firma Browning. Het bestond al
sinds 1921 en wordt vandaag de dag nog gebruikt. De patronen hebben een
kaliber van een halve inch en veroorzaken een verwoestende uitwerking.
Dit alles werd in ongekende hoeveelheden geproduceerd, inclusief de
modernste marineschepen, jachtvliegtuigen en bommenwerpers.

Sicilië wordt het eerste aanvalsdoel


Er waren discussies tussen de Britten en Amerikanen of eerst Italië moest wor-
den aangevallen of meteen West-Europa. Het was Stalin die van de westelijke
Geallieerden vroeg om een invasie in West-Europa om zijn troepen in het
oosten te ontlasten. Maar op dat moment was dat logistiek onmogelijk. Het
Amerikaanse leger was in een enorm tempo aan het mobiliseren, maar zelfs de
industrie kon begin 1943 niet genoeg produceren om een aanval mogelijk te
maken. Al op 19 augustus 1942 werd door de Canadezen een aanval op
Dieppe uitgevoerd, wat een dramatische mislukking werd. Daarom werd
besloten eerst Italië aan te vallen. Sicilië zou het eerste doelwit zijn. Dat
gebeurde op 10 juni 1943. Het Britse leger onder generaal Montgomery en het
Amerikaanse onder generaal Patton met zijn chef-staf generaal Omar Bradley.
Toen het Amerikaanse leger in Noord-Afrika binnenviel leed de toenmali-
ge Amerikaanse commandant generaal L.R. Fredendall enkele nederlagen. Hij
werd door Eisenhower meteen vervangen door generaal Patton, die het
Amerikaanse tankwapen had ontwikkeld. Over zijn deskundigheid op dat
gebied bestaan geen twijfels, maar wel over zijn psychische gesteldheid. Hij
was een groot bewonderaar van de klassieke veldheren uit de oudheid: hij was
er zelfs van overtuigd dat hij daarvan een reïncarnatie was. Hij duldde geen
tegenspraak en voelde zich ver verheven boven zijn collega-generaals. Hij liep
als een cowboy rond met revolvers op zijn heupen die met ivoor waren inge-
legd.

141
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De luchtlandingsaanvallen worden grotendeels een mislukking


In Noord-Afrika werden Britse luchtlandingstroepen al op kleine schaal inge-
zet, maar bij de aanval op Sicilië gebeurde dat massaal. Het Britse leger had als
doel allereerst de havenstad Syracuse veroveren. Daar moest de Porto Grande,
een belangrijke brug worden veroverd onder generaal Hicks. Dat lukte ten
koste van grote verliezen: van de ingezette zweefvliegtuigen gingen er alleen al
boven zee 50 verloren. Van 25 is nooit meer iets teruggevonden. Veel van de
luchtlandingen vonden ver van het doel plaats, waardoor nog meer verliezen
werden geleden.
Een belangrijk doel was de aanval op de Primosole-brug over de rivier de
Simeto onder generaal Lathbury (Hicks en Lathbury zullen we bij Arnhem
weer tegenkomen). De overtocht van de luchtvloot was voorspoedig, maar
werd bij het naderen van de kust door de eigen Britse marine luchtafweer
beschoten, daarna volgde nog de Duitse luchtafweer. De brigade werd
gedropt, maar slechts ongeveer een vijfde kwam in de buurt van de brug, die
uiteindelijk veroverd werd. Ook hier waren de verliezen enorm. Men had
niets geleerd van de Duitse debacles bij Den Haag en op Kreta.

Generaal Patton wordt het commando ontnomen


De landingen vanuit de zee verliepen redelijk volgens plan. Maar al meteen
erna begon Patton ten koste van grote verliezen als een dolle stier op te rukken
alleen maar om de Britten en vooral Montgomery de loef af te steken en dat op
een eiland waar al na een paar dagen de uitslag van de slag al bekend was. Zijn
commando werd hem ontnomen toen hij toen hij een militair ziekenhuis had
bezocht. Hij beledigde en schoffeerde enkele militairen die wegens psychische
problemen opgenomen waren. Door langdurige artilleriebeschietingen had-
den ze het ‘shell-shock trauma’, wat allang bekend was uit de Eerste Wereld-

Generaal George Patton Generaal Omar Bradley Lucky Luciano

142
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

oorlog en erkend was binnen het Britse en Amerikaanse leger. Eén van de mili-
tairen probeerde hij te mishandelen en hij moest worden tegengehouden. Hij
werd overgeplaatst naar Engeland, waar hij een spookleger ging commande-
ren. om de Duitsers te misleiden. Later meer hierover. Generaal Omar
Bradley werd de nieuwe Amerikaanse legercommandant.

Lucky Luciano en de rol van de Amerikaans/Italiaanse maffia


Er waren op Sicilië en later in Zuid-Italië maar weinig Italiaanse troepen en
vooral officieren actief. Dat had een oorzaak. Voorafgaande aan de invasie
werd door de Amerikaanse regering overlegd met één van de grootste gang-
sters uit hun geschiedenis: Lucky Luciano. Zo ‘lucky’ was hij op dat moment
niet meer: hij zat net als Al Capone een lange gevangenisstraf uit wegens
belastingontduiking (het enige waarop hij kon worden gepakt).
Maar zelfs vanuit de gevangenis beheerste hij de havenvakbonden en had
hij connecties met de Italiaanse maffia die door Mussolini (dat moet hem wor-
den nagegeven) behoorlijk onder de duim werd gehouden. Er werd hem het
volgende voorgesteld: we willen geen geduvel in de havens en gebruik jouw
connecties met de maffia in Italië om officieren en personen uit de overheid
onder druk te zetten geen tegenstand te bieden. Als tegenprestatie zou hij
amnestie krijgen. En zo is het gebeurd. De maffia op Sicilië en op het
Italiaanse vasteland trad weer naar buiten en had een groot aandeel in de val
van Mussolini. Lucky Luciano kreeg zijn amnestie, maar mocht niet meer in
Amerika wonen. Hij keerde terug naar Italië.

De slag om Monte Casino en de capitulatie van Italië


Britten, Amerikanen en Polen staken de Straat van Messina over naar het
Italiaanse vasteland en vochten zich een weg richting Rome. Op een strategi-
sche bergpas bevond zich een eeuwenoud klooster: Monte Casino. Het moest
veroverd worden. Een ander route was er niet. Aanval na aanval werd door de
Duitsers onder generaal Kesselring afgeslagen. Het waren uiteindelijk de Polen
die het veroverden.
Over zee vielen de Amerikanen aan bij Salerno en Anzio en verenigden
zich met de oprukkende troepen uit het zuiden. Op 25 juli 1943 werd
Mussolini door zijn eigen regering afgezet en gearresteerd. Op 3 september
werd na geheime onderhandelingen onder leiding van de Amerikaanse gene-
raal Maxwell Taylor een wapenstilstand met de Geallieerden gesloten en op
13 oktober verklaarde Italië de oorlog aan Duitsland. Die grepen resoluut in:
Mussolini werd bevrijd door Duitse parachutisten en werd leider in Noord-
Italië, maar had in de praktijk niets te vertellen. Op 28 april 1945 werd
Mussolini door Italiaanse partizanen vermoord. De gevechten in Italië zouden
voortduren tot de Duitse capitulatie in mei 1945. Ondanks de grote verliezen

143
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

had het wel een cynisch voordeel: sterke en ervaren Duitse eenheden werden
aan het Italiaanse front gebonden en konden elders niet worden ingezet.

Nieuwe Duitse voorstellen voor een wapenstilstand


Eind december 1943 werd er door een Duitse dissident contact gezocht in
Nederland en er vond in Coevorden een opmerkelijke ontmoeting plaats tus-
sen de verzetsleider Van Heuven Goedhart (hij was ook hoofdredacteur van
de illegale krant Het Parool) en de Duitse luitenant-kolonel Wilhelm Staehle.
Hoe kwam deze ontmoeting tot stand?
Het gebeurde in een schipperscafé dat gedreven werd door mevrouw
Roelie Duinkerken. De verzetsbeweging maakte dankbaar gebruik van de
gastvrijheid van haar. Ook de schippers, die veel illegale goederen vervoerden,
deden daar aan mee. Haar broer, Piet Duinkerken, was schoolhoofd in
Emmer-Compascuum en kwam al in 1942 in contact met Staehle. Dat was
geen toeval: de moeder van Staehle kwam uit Coevorden en had de meisjes-
naam Wildeboer. Hij moet daar al een bekend persoon zijn geweest. Door zijn
moeder was hij tweetalig: hij sprak perfect Nederlands. Hij was een gelovig
protestants-christelijk mens en antinazi. Hij was een bewonderaar van Carl
Goerdeler, oud-burgemeester van Leipzig, een uitgesproken tegenstander van
de nazi’s. Zo kwam hij in de kring van personen die Hitler wilden vermoor-
den. Dat waren personen uit allerlei groeperingen.
Uiteindelijk zou het resulteren in de aanslag op Hitler in juli 1944 door
kolonel Von Stauffenberg. Het was al eerder geprobeerd: toen Hitler het
oostelijk front ging bezoeken waren er in het vliegtuig bommen aan boord die
op een bepaalde hoogte moesten ontploffen, maar ze werkten niet. De broer
van Roelie kwam in contact met mr. Jaap Cramer die een hoge functie in de
provincie Drenthe had en actief was in het verzet. Piet Duinkerken vroeg zijn
zuster het café te gebruiken voor de ontmoeting. Staehle stelde Van Heuven
Goedhart het volgende voor: Hitler zou uit de weg worden geruimd, de
Duitsers zouden zich uit Nederland en België terugtrekken. Staehle zou ‘stad-
houder’ van Nederland en België worden. Hij deed dit voorstel mede namens
Goerdeler, maar wel met alweer de voorwaarde dat Duitsland alleen tegen de
Russen (lees het communisme) zou blijven vechten. Het gebeurde aan de
vooravond van de invasie op West-Europa die de Duitsers natuurlijk zagen
aankomen.
Van Heuven Goedhart bracht het voorstel via een radioverbinding over
naar de Nederlandse regering in Londen (die het vermoedelijk niet verder
gegeven heeft) en kreeg als antwoord er niet op in te gaan. Hij ging via de zgn.
‘Spaanse weg’ naar Engeland, waar hij minister van justitie werd in de regering
in ballingschap. Simon Carmiggelt werd zijn opvolger als hoofdredacteur van
‘Het Parool’. Na de oorlog bleek dat de voorstellen van Staehle wel degelijk

144
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

serieus waren. Hij maakte deel uit van de groep van kolonel Von Stauffenberg
die in juli 1944 een aanslag op Hitler uitvoerden. In het voorjaar van 1945
werd hij met een nekschot vermoord.

Generaal Morgan bereidt de invasie in West-Europa voor


In 1943 werd de Britse generaal Frederick Morgan benoemd tot ‘Chief of Staff
to the Supreme Allied Commander’ (COSSAC). In het Nederlands: chef-staf
van de geallieerde opperbevelhebber, die toen nog niet bestond. Morgan had
de taak de invasie in West-Europa voor te bereiden. Hij moest met alle denk-
beeldige scenario’s rekening gaan houden. Eén scenario had hij niet in de
hand: de meeste Britse en Canadese troepen waren in midden- en noord-
Engeland gelegerd. Voor de binnenstromende Amerikaanse troepen bleef dus
alleen zuid-Engeland over, waar ook de Amerikaanse vliegvelden werden aan-
gelegd. Al in een vroeg stadium kreeg de invasie de codenaam ‘Overlord’. De
legering van de troepen had als consequentie dat de Amerikanen in het zuiden
van het toekomstige landingsgebied zouden landen en de Britten en
Canadezen in het noorden. Dat betekende ook dat de naoorlogse bezettings-
gebieden in Duitsland van noord naar zuid zouden zijn. Er werd besloten in
Normandië te landen. Waarom: de stranden waren geschikt en de enorme
invasievloot had daar de ruimte om te manoeuvreren, in tegenstelling tot het
Kanaal, waar de Duitsers de aanval verwachtten.
Dit was het plan voor een ‘normale’ aanval, maar hij moest ook met andere
scenario’s rekening houden: dat was het plan met de codenaam Rankin.
• Rankin A: de Duitsers zouden zo verzwakt raken dat er slechts een invasie
op kleine schaal nodig was;
• Rankin B: de Duitsers zouden zich terugtrekken uit bepaalde bezette gebie-
den in West-Europa. We hebben gezien dat er geheime onderhandelingen
waren over dit onderwerp en dat er dus nog steeds rekening mee werd
gehouden;
• Rankin C: Een plotselinge ineenstorting en revoluties in Duitsland (lees
communisme) zoals die zich in 1918 had voorgedaan.
Rankin A heeft zich niet voorgedaan. Kijken we naar Rankin B en C dan
blijkt dat er wel degelijk rekening werd gehouden met een demilitarisering van
delen van West-Europa wat aantoont, dat men voor Overlord eventueel
bereid was de Duitsers alleen verder tegen de Russen te laten vechten. Rankin
C spreekt voor zichzelf maar bij zowel B en C kan er sprake zijn van een
staatsgreep of plotselinge ineenstorting van het gezag. In 1918 was men daar
helemaal niet op voorbereid en de bedoeling was dat niet weer te laten gebeu-
ren.
In 1943 waren de Russen aan het oostfront aan de winnende hand en
begonnen snel richting West-Europa op te rukken. De angst voor een commu-

145
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

nistische overheersing in West-Europa bij een plotselinge Duitse ineenstorting


was groot. Dat verklaart de snelle opbouw van de luchtlandingstroepen. Die
konden in een paar uur in heel Duitsland worden ingezet om in eerste instan-
tie vitale objecten in te nemen (vooral regeringsgebouwen en vliegvelden).
Zonder noemenswaardige tegenstand zouden de grondtroepen ze in een paar
dagen kunnen bereiken. Bij de bespreking van Market Garden kom ik hier uit-
gebreider op terug.

Generaal Eisenhower wordt de opperbevelhebber


Begin 1944 kreeg generaal Morgan wel een opperbevelhebber: Eisenhower.
Dat lag in de lijn der verwachting. Morgan had zijn (overigens voortreffelijke)
voorbereidende werk gedaan en moest een stapje terug doen. Omdat de
Amerikanen verreweg het grootste aandeel hadden in de oorlog was het van-
zelfsprekend dat zij de opperbevelhebber leverden. Zijn plaatsvervanger werd
de Britse luchtmaarschalk Arthur Tedder. Morgan zou een uitstekende plaats-
vervanger zijn geweest. Waarom Tedder het werd weet ik niet.
De planning en opbouw van operatie Overlord kon toen beginnen. Het
was een gigantische onderneming: de troepen moesten tot het uiterste
getraind worden, de inschepingen in de enorme invasievloot moesten precies
op volgorde plaatsvinden, de aanvliegroutes van de jachtvliegtuigen en bom-
menwerpers moesten vaststaan, elk marineschip dat zou deelnemen aan het
voorafgaande bombardement moest op tijd op de juiste positie aankomen.
Maar het belangrijkste was wel de geheimhouding. Slecht een klein aantal
militairen en politici was op de hoogte van doel van Overlord: Normandië. Bij
de oefeningen werd de manschappen vaak verteld dat het doel Calais, België
of Nederland was. Alles werd gedaan om de Duitsers in verwarring te brengen
over de invasieplaats.

General Morgan Generaal Percy Hobart Generaal Miles Dempsey

146
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

Generaal Percy Hobart en zijn ‘funnies’


Daarin had de Britse generaal Percy Hobart een belangrijk aandeel. Deze man
is een fenomeen: recht tegenover Calais bouwde hij een compleet imitatiele-
ger. Voertuigen en vliegtuigen werden van hout, rubber of canvas nagebouwd
en waren vanuit de lucht niet van echt te onderscheiden. De tanks waren van
rubber konden worden opgeblazen met lucht. Voor de vorm liepen er echte
militairen rond.
Commandant van dat spookleger was George Patton, die de opdracht had
zich zo veel mogelijk in het openbaar te vertonen en vooral te laten doorsche-
meren dat Calais het aanvalsdoel was. Vermoedelijk wist zelfs hij op dat
moment niet beter dan dat Calais het aanvalsdoel was. Maar Hobart kon nog
veel meer. Hij ontwierp de zogenaamde ‘funnies’: die waren niet zo ‘funny’.
Het waren omgebouwde tanks met op de voorzijde een grote rol met kettin-
gen. Al ze het strand reden begon de rol in een razend tempo te draaien, de
kettingen sloegen met grote kracht in grond en bracht de landmijnen tot ont-
ploffing. Hij zag kans tanks met canvas drijvend te maken, hij bouwde tanks
met enorme vlammenwerpers aan boord en tanks die een brug konden ver-
voeren en over kanalen kon leggen. De ‘funnies’ werden in grote aantallen
gebouwd.

Eisenhower neemt een moeilijke beslissing: Overlord gaat van start


De invasie in Normandië was begin mei 1944 gepland. Generaal Eisenhower
begreep dat hij als opperbevelhebber eindverantwoordelijk was. Mocht
Overlord (ook wel D-Day, ‘Decision Day’) genoemd mislukken, dan had hij
zijn ontslagbrief al klaarliggen. De Amerikaanse landingstroepen stonden
onder bevel van generaal Omar Bradley en de Britse onder generaal Miles
Dempsey. Generaal Montgomery kreeg het opperbevel over de landingstroe-
pen. De landingsstranden in Normandië kregen van zuid naar noord codena-
men: Utah en Omaha zouden door de Amerikanen worden aangevallen. Gold,
Juno en Sword door de Britten en Canadezen. Achter de Amerikaanse stran-
den werden twee luchtlandingsdivisies aan de grond gezet: de 82e onder com-
mando van generaal James Gavin en de 101e onder generaal Maxwell Taylor.
De Britten gebruikten hun nieuw geformeerde 6e luchtlandingsdivisie onder
generaal Richard Gale (het had ook een voortreffelijk Canadees parachutisten-
bataljon in haar gelederen).
De zomer van 1944 en later ook het najaar en de winter waren nat en
koud. Overlord was afhankelijk van goede getijden en maanlicht voor de
luchtlandingstroepen die ’s nachts zouden landen. Een paar keer werd de lan-
ding uitgesteld. In de avond van 5 op 6 juni was er een vergadering van de
bevelhebbers. Het weer was slecht: het regende en waaide hard. De lan-
dingstroepen waren aan boord van de schepen. De volgende gelegenheid met

147
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

de juiste getijden en maanlicht zou veel later zijn. De meteorologen konden


slechts een paar uur weersverbetering in de vroege morgen van 6 juni voor-
spellen. Eisenhower stond voor een moeilijke beslissing: de landingsschepen
ontruimen was slecht voor het moraal, maar vooral voor de geheimhouding.
Hij moest de knoop doorhakken en besloot aan te vallen. Ontelbare marine-
schepen en landingsvaartuigen begonnen uit te varen. Jachtvliegtuigen en
bommenwerpers stegen op om het invasiegebied zwaar te bombarderen en te
beschieten.

De luchtlandingstroepen maken het (met alle respect) niet waar


De drie luchtlandingsdivisies werden overgevlogen en neergelaten. Met van
mijn kant alle respect voor de betoonde dapperheid was het net als in Sicilië
een groot fiasco. Vooral de Amerikanen werden (mede door hevig Duits
luchtafweergeschut) vaak ver van hun doelen gedropt. Wel zorgden ze voor
grote verwarring achter de Duitse linies, maar een belangrijk aandeel in de
strijd hebben ze niet geleverd. De Britse luchtlandingsdivisie trof hetzelfde
lot: ver verspreid van elkaar kwamen ze aan de grond.
Maar er was één belangrijke uitzondering. Majoor Howard van het ‘Oxford
and Buckinghamshire Regiment’ (afgekort ‘Oxford Bucks) had van generaal
Gale de opdracht gekregen de belangrijke brug over de rivier de Orne met
zweefvliegtuigen te veroveren. Ze landden precies op het doel, schakelden de
Duitsers binnen enkele minuten uit en verwijderden de springladingen van de
brug. Urenlang hielden ze stand totdat ze ontzet werden door de commando-
troepen van lord Lovat, die via de stranden waren opgerukt. Tot de dag van
vandaag is de brug een pelgrimsoord van veteranen van de Britse 6e
Luchtlandingsdivisie. Het heeft de naam ‘Pegasus Bridge’, naar het embleem
dat de Britse luchtlandingstroepen droegen.

De invasie vanuit zee begint


In de vroege morgen verscheen de enorme invasiemacht voor de Norman-
dische kust. Tientallen zware marineschepen begonnen de stranden en het
achterliggende gebied te beschieten: het was een waar inferno. De invasietroe-
pen werden ingescheept in de landingsvaartuigen en begonnen de stranden te
bestormen. In het uiterste zuiden was dat strand Utah. Ze werden kilometers
te ver afgezet wat uiteindelijk hun geluk was. Ze konden binnen korte tijd hun
doelen bereiken. Verder naar het noorden was strand Omaha. Daar werden de
landingstroepen bijna compleet afgeslacht. Generaal Omar Bradley keek ver-
bijsterd toe vanaf het Amerikaanse slagschip Augusta. Enkele uren lang werd
overwogen Omaha te evacueren. Het is Bradley zwaar aan te rekenen dat hij
geen gebruik wilde maken van de Britse ‘Funnies’ van generaal Percy Hobart.
Hij dacht met zijn Amerikaanse Eerste Divisie ‘de Big Red One’ het alleen

148
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

met infanterie te kunnen klaren. Met bovenmenselijke dapperheid werd ook


bij Omaha een doorbraak geforceerd. De Britten en Canadezen maakten wel
dankbaar gebruik van de ‘Funnies’. Ze ruimden de mijnenvelden op en de
vlammenwerpers rekenden af met de beruchte Duitse mitrailleurs.
Het was de bedoeling dat al op de eerste dag de Britten en Canadezen de
stad Caen zouden innemen, een belangrijk verkeersknooppunt in het gebied.
Ze stuitten echter op zware tegenstand van SS-pantsertroepen. Dat had wel
het cynische voordeel dat de Duitse aanvallen op de Amerikanen verzwakt
werden. Wekenlang werd er in het moeilijke Normandische terrein zwaar slag
geleverd, maar uiteindelijk braken de Amerikanen door. Generaal Patton was
in ere hersteld er commandeerde het Amerikaanse 3e Leger. Generaal
Courtney Hodges commandeerde het Amerikaanse 1e Leger en veroverde de
havenstad Cherbourg. Daar kon men lange tijd niets mee beginnen: de
Duitsers hadden alle kades opgeblazen, de haveninstallatie verwoest in bij de
haveningang veel schepen tot zinken gebracht.
Vlak na de landing werden bij Normandië twee havenkades gebouwd:
Mulberry A en B. Het waren staaltjes van de modernste technologie uit die
tijd. Drijvende betonnen caissons werden afgezonken en vormden zo kilome-
ters lange kades waarover honderden tonnen voorraden per dag werden aange-
voerd. Na de watersnoodramp in 1953 werd nog diezelfde technologie
gebruikt om het Veerse Gat in Zeeland af te sluiten in het kader van de
Deltawerken. Mulberry A was bestemd voor de Britten en Canadezen en B
voor de Amerikanen. Op 16 juni 1944 werden ze al in gebruik genomen. Drie
dagen later was er één van de zwaarste stormen van de eeuw. Na afloop was
Mulberry A totaal verwoest en B kon slechts provisorisch worden gerepareerd.
Via deze kwesbare navelstreng moest vanaf die datum het enorme Geallieerde
leger worden bevoorraad.

Majoor Howard Courtney Hodges Charles de Gaulle

149
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

In Groot-Brittannië en Amerika wachtten nog tientallen divisies op een over-


steek naar het West-Europese vasteland. Langs de hele Kanaalkust gingen de
Duitsers de havens fanatiek verdedigen en bij een terugtrekking onbruikbaar
maken. Door haar noordelijke positie kreeg het 1e Canadese Leger onder
generaal Crerar de moeilijke taak met zware gevechten te proberen een haven
te veroveren.

Het Duitse 7e Leger wordt ingesloten bij Falaise


In week van 24 tot 31 juli braken de Amerikanen met enorme kracht door de
Duitse linies en bogen langzaam naar het noorden af. Bij Falaise maakten ze
contact met de Britten en sloten Het 7e Duitse Leger in. Kleine elementen
konden over de Seine ontsnappen. Het was vergelijkbaar met de Duitse neder-
laag bij Stalingrad. Het Duitse 15e Leger kon zich op tijd terugtrekken en zou
een cruciale rol gaan spelen bij operatie Market Garden.

Generaal De Gaulle mag Parijs ‘bevrijden’


Onweerstaanbaar rukten de Amerikanen toen op. Op 25 augustus staan ze
voor Parijs en moeten stoppen. Eisenhower wilde de commandant van de
‘Vrije Franse troepen’, generaal De Gaulle, de eer geven zijn hoofdstad in te
nemen. De Amerikaanse colonnes moesten van de weg af om de in de achter-
hoede verblijven de Franse troepen voorrang te geven. Generaal de Gaulle was
een nationalist en doordrammer pur sang. President Roosevelt noemde hem
zijn ‘politieke hoofdpijn’ en wilde absoluut niet in de naoorlogse Franse poli-
tieke perikelen betrokken raken. In het voorjaar van 1945 (toen de bezettings-
zones in Duitsland bekend waren) stelde hij zelfs voor om in een gigantische
operatie de Amerikaanse legers naar het noorden van Duitsland te verplaatsen
en de Britse naar het zuiden om zo van de toekomstige Franse perikelen af te
zijn. Het was logistiek onmogelijk, maar anders was het doorgegaan.

De Duitsers trekken zich bijna panisch terug


Op 15 augustus landden de Amerikanen in Zuid-Frankrijk onder generaal
Jacob ‘Jake’ Devers. Ze rekenden af met het Vichy-bewind en rukten onweer-
staanbaar op naar het noorden. De Duitse legergroep G onder de eerderge-
noemde generaal Johannes Blaskowitz kon alleen nog maar terugtrekken.
Het Britse 2e Leger stak de Seine over. Op 3 september bevrijdden ze
Brussel en een dag later bereikt de 11e Pantserdivisie Antwerpen. Het
Belgische verzet heeft de wereldhaven onbeschadigd in handen gekregen. De
kades en de hijskranen stonden klaar om voor de Geallieerden te gaan werken.
Althans dat was de gedachte op dat moment. Om de haven te kunnen gebrui-
ken moest het schiereiland Walcheren worden veroverd om de zo de
Westerschelde te kunnen bevaren. Dat was uiteraard bekend en generaal

150
Weer oorlog en nieuwe onderhandelingen

Eisenhower noemde het in zijn dagorders dan ook zijn grootste prioriteit voor-
dat elke andere aanval werd ondernomen. Maar van de ene op de andere dag
verdween die prioriteit om plaats te maken voor een onverantwoordelijke
operatie naar het noorden richting Arnhem met de codenaam Market Garden.

151
richting ontknopinG
Op 20 juli 1944 werd door kolonel Claus von Stauffenberg een aanslag op
Hitler uitgevoerd. Van begin af aan was hij een antinazi. In Noord-Afrika was
hij zwaar gewond geraakt en niet meer geschikt voor actieve dienst. Hij drong
door tot de kring van vertrouwelingen van Hitler. Hij had medeplichtigen,
maar dat waren er niet veel. Enkele hoge Duitse officieren waren op de hoog-
te, maar wilden pas dapper zijn als Hitler daadwerkelijk gedood was en zijn
kliek van aanhangers was gearresteerd.
Het was de bedoeling dat na de aanslag het garnizoen van Berlijn de rege-
ringsgebouwen en de radiostations zou bezetten. Maar weer had Hitler geluk:
de aanslag vond plaats tijdens een stafbespreking in zijn hoofdkwartier de
‘Wolfsschanse’ in Oost-Pruisen. Elke keer werden de besprekingen in een
betonnen bunker gehouden, maar deze keer in een houten barak. Von
Stauffenberg had twee zware bommen bij zich in een aktetas. Op het toilet
probeerde hij ze van de tijdontstekers te voorzien, maar werd gestoord. Eén
bom werd geactiveerd: hij hoopte dat de andere zou mee exploderen. Hij
plaatste de aktetas onder de zware houten tafel recht tegenover Hitler en liet
zich met een smoesje wegroepen. Enkele minuten later was de explosie: de
tweede bom kwam niet tot ontploffing. De aktetas was door één van de aan-
wezigen met de voet verplaatst. Het dak van de barak werd weggeslagen. Had
de explosie in de bunker plaatsgevonden dan had niemand het overleefd. Er
vielen drie doden en vele gewonden. Hitler kwam er met de schrik en lichte
verwondingen vanaf.
Von Stauffenberg had de explosie afgewacht. Hij ging er van uit dat Hitler
dood was. In de verwarring kwam hij van het zwaar beveiligde terrein af en

Claus von Stauffenberg Roland Freisler Günther von Kluge

152
Richting ontknoping

vloog naar Berlijn, waar hij zei dat Hitler was gedood. Zijn medestanders aar-
zelden. Hadden ze doorgezet, dan had het niet veel uitgemaakt of Hitler wel
of niet dood was. Eén van die zogenaamde helden, generaal Fromm, werd
bang en regelde een snelle krijgsraad. Een dag na de aanslag werden Von
Stauffenberg en enkele van zijn medestanders in de avond onder het licht van
koplampen van vrachtauto’s een voor een doodgeschoten. Het heeft Fromm
niet mogen baten: hij werd ook gearresteerd en is op 12 maart 1945 in een
concentratiekamp vermoord.

De meedogenloze wraak van Hitler


De wraak van Hitler was verschrikkelijk: iedereen van wie ook maar werd ver-
moed dat men betrokken was werd gearresteerd. Duizenden werden ver-
moord of in concentratiekampen gebracht (wat ongeveer hetzelfde was). De
hoofdverdachten kregen een showproces dat werd voorgezeten door de nazi-
rechter Roland Freisler, die optrad als er dergelijke rechtszaken gevoerd wer-
den. Hij had in februari 1943 al naam gemaakt bij de ‘berechting’ van Hans en
Sophie Scholl, die in Duitsland lid waren van het studentenverzet onder de
naam ‘Witte Roos’. Ze verspreidden op de universiteit antinazi pamfletten.
Het ‘proces’ vond achter gesloten deuren plaats en duurde maar even. Ze wer-
den ter dood veroordeeld binnen een uur met de guillotine vermoord.
Het ‘proces’ in Berlijn werd breed uitgemeten. Achter Freisler werd een
camera verborgen die alles opnam. De beklaagden kregen nauwelijks kans zich
te verdedigen en werden voortdurend door Freisler op de meest onbeschofte
manier uitgekafferd. De riemen werden uit hun broeken gehaald, zodat die
dreigden af te zakken. Freisler maakte er smerige ‘grappen’ over. Ook hier was
het ‘proces’ binnen korte tijd afgelopen. De beklaagden werden allemaal ter
dood veroordeeld. Eén van de echtgenotes vroeg aan een bewaker of zou haar
man nog een keer mocht bezoeken. Hij keek haar meewarig aan en zei:
‘mevrouw, uw man leeft al niet meer’. En zo was het: ze werden meteen met
pianosnaren aan vleeshaken opgehangen en stierven een langzame, gruwelijke
dood. Hitler liet het filmen en had bij het bekijken het grootste plezier toen bij
één van slachtoffers de broek afzakte.
Voor Freisler kwam er gerechtigheid: begin 1945 werd er een Amerikaans
bombardement op Berlijn uitgevoerd. Op weg naar de schuilkelder ging hij
nog even terug om wat dossiers van nieuwe slachtoffers op te halen. Een bom
trof het gerechtsgebouw en hij stierf bedolven onder houten balken.
Maar de heksenjacht ging door: van hoog tot laag werd niemand ontzien.
Veldmaarschalk Günther von Kluge werd verdacht. Hij moet zijdelings op de
hoogte zijn geweest van het complot, maar meer ook niet. Hij werd terugge-
roepen uit Noord-Frankrijk en wist toen hoe laat het was. Op 18 augustus
1944 liet hij zijn chauffeur stoppen in de buurt van Metz, waar hij in de Eerste

153
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Wereldoorlog in de loopgraven had gevochten en pleegde daar zelfmoord. De


grootste Duitse corifee, veldmaarschalk Erwin Rommel, kreeg thuis bezoek.
Hij werd voor de keus gesteld: een gifpil in te nemen of een proces te krijgen
waar uiteraard de uitslag al van tevoren vaststond. Bovendien zouden zijn
vrouw en kinderen in een concentratiekamp belanden. Hij slikte de pil en
kreeg een enorme staatsbegrafenis waarbij veel krokodillentranen gehuild
werden.

Admiraal Canaris, de Duitse Abwehr


en weer een plan tot een staatsgreep
Een misschien minder bekend, maar belangrijk slachtoffer, was admiraal
Wilhelm Canaris. Hij was hoofd van de Duitse inlichtingendienst ‘Abwehr’,
het enige onderdeel van de Duitse regering dat nog niet onder toezicht van de
SS stond. Van twijfelend nazi veranderde hij al snel in een antinazi. Hij had
goede contacten met de Spaanse dictator Franco die meer vertrouwen in hem
had dan in Hitler (Canaris sprak vloeiend Spaans). Toen er in het begin van de
oorlog een verzoek kwam om Duitse troepen vrije doorgang door Spanje te
verlenen om Gibraltar te veroveren overtuigde Canaris hem dat niet te doen.
In 1943 had Canaris in het Spaanse Santander een geheime ontmoeting
met zijn Britse en Amerikaanse collega’s Menzies en Donovan. Hij stelde voor
een staatsgreep te plegen en Hitler aan de Britten uit te leveren. Maar weer
werd de voorwaarde gesteld dat Duitsland alleen tegen de Russen zou verder
vechten. Weer werd dat voorstel afgewezen.
Enkele dagen na de aanslag werd Canaris gearresteerd door Walter
Schellenberg, waardoor de SS nu ook de controle over de Abwehr had en
daarmee de definitieve macht in Duitsland. Canaris werd naar het concentra-
tiekamp Flossenburg overgebracht. Op 9 april 1945 werd hij samen met de

Wilhelm Canaris Generaal Komorowski Von dem Bach-Zelewski

154
Richting ontknoping

beroemde Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer en de eerdergenoemde kolo-


nel Hans Oster ook aan een pianosnaar opgehangen.

Het Russische leger rukt snel op en de opstand in Warschau


Midden 1944 begon het Russische leger onstuimig op te rukken. Het begon
Polen binnen te trekken en overschreed de grenzen van Oost-Pruisen en daar-
mee Duistland. Daar werden verschrikkelijke wreedheden begaan en vooral
verkrachtingen. Ooggetuigen verklaarden dat de aanvalstroepen zich hier in
mindere mate aan schuldig maakten, maar dat het vooral de achterhoede was.
Wie ben ik om dat goed te praten? Maar op hun opmars richting het westen
werden de Russen dag na dag geconfronteerd met de afschuwelijke misdaden
die de Duitsers hun hadden aangedaan. Ze deden dat zelfs nog tijdens hun
terugtocht en verwoestten daarbij alles wat ze tegenkwamen.
Op 23 juli veroverden de Russen de Poolse stad Lublin in het oosten en
begonnen naar de hoofdstad Warschau op te rukken. Ze begonnen over de
radio oproepen uit te zenden om in opstand te komen en zo de inname van de
stad te vergemakkelijken. Op 29 juli bereikten de eerste Russische eenheden
de voorsteden van Warschau. Daarop besloot (met toestemming van de Poolse
regering in ballingschap) op 1 augustus de commandant van het Poolse onder-
grondse leger, de ‘Armia Krajowa’, generaal graaf Tadeusz Bór-Komorowski,
om in Warschau in opstand te komen. Ze hadden geen zware wapens, maar
rekende op een snelle komst van de Russen. Die kwam niet. Stalin vond het
beter dat de Duitsers zijn toekomstige tegenstanders uit de weg zouden rui-
men en wachtte cynisch af.
Zijn wens werd meer dan vervuld: generaal Erich Von dem Bach-Zelewski
(oorspronkelijk heette hij Von Zelewski, maar hij voegde er een ‘Germaans’
tintje aan toe) kreeg de opdracht de opstand neer te slaan. Deze nazi-rat was
eerder commandant van de drie eerdergenoemde ‘Einsatzkommandos’ die in
Oost-Europa al zo’n miljoen joden vermoord hadden. Hij gaf ook aan
Himmler het idee om in het Poolse dorpje Oswitze (Auschwitz) een vernieti-
gingskamp te bouwen. Hij is nooit vervolgd voor zijn misdaden. Na de oorlog
genoot hij van een riant pensioen en leefde in West-Duitsland. Hij beweert
dat hij Hermann Goering in de gevangenis van Neurenberg zijn zelfmoordpil
heeft gegeven. Hij kon daar gewoon op bezoek komen, terwijl hij er ook
terecht had moeten staan.
In het gebied van Warschau had de Armia Krajowa zo’n 50.000 man, waar-
van de helft bewapend was. Er werd zwaar gevochten. De Duitsers probeer-
den het verzet te breken (de burgerbevolking deed enthousiast mee) door
massa-executies: tussen de 40.000 en 60.000 burgers werden vermoord. Op
10 september bereikten voorhoedes van het Russische leger de rivier de
Weichsel (Wisla) bij Warschau. Leden van de ‘Armia Krajowa’ begroetten de

155
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Russen en hoopten dat hun moeilijkste periode voorbij was. Ze werden


meteen gearresteerd en de meesten werden naar Siberië gedeporteerd. Er was
een uitzondering aan de kant van de Russen: in de noordelijke sector was het
leger van generaal Konstantin Rokossowski. Zijn vader was Pools en zijn moe-
der Russisch. Zijn vader overleed jong en het gezin verhuisde naar Rusland
waar hij carrière maakte als officier. Veel kon hij niet doen zonder Stalin tegen
de haren in te strijken, maar in het geheim liet hij wapens naar de stad smok-
kelen. Na de oorlog werd hij in Polen minister van defensie.

Generaal Sosabowski wil met zijn parachutistenbrigade naar Warschau


In Groot-Brittannië (Schotland) bevond zich de Eerste Onafhankelijke Poolse
Parachutistenbrigade onder commando van generaal Stanislaw Sosabowki. Ze
waren tot het uiterste getraind en gemotiveerd. Ze waren niet voor niets ‘onaf-
hankelijk’. Men had hen beloofd mee te vechten bij de bevrijding van Polen.
Aan het westelijk front vochten zo’n 200.000 Polen mee in de strijd tegen de
Duitsers maar wel met de bedoeling om uiteindelijk hun vaderland te bevrij-
den.
De Poolse regering in ballingschap in Londen smeekte om de inzet van de
brigade bij Warschau. Sosabowski en zijn manschappen wisten dat ze daar
grote verliezen zouden lijden, maar ze hadden het er graag voor over: hun
hoofdstad was heilig en elke Duitser die ze konden uitschakelen (en dat zou-
den er heel veel zijn geweest) had de Russen waarschijnlijk gedwongen toch in
te grijpen en dat wilden de westelijke geallieerden juist niet: elke kilometer die
Russen niet naar westen zouden oprukken was meegenomen. Het was weer de
angst voor het oprukkende communisme, mijn rode draad. Dat op dat
moment duizenden Polen zich letterlijk aan het doodvechten waren in hun
hoofdstad werd op de koop toe genomen. Het toppunt van cynisme, maar ja,

Generaal Sosabowski Generaal Rokossowki Henry Morgenthau

156
Richting ontknoping

de angst voor een snel naderend communisme werd met de dag groter. Vanuit
Brindisi, Italië, werden er vluchten met voorraden naar Warschau uitgevoerd.
Het was niet veel, het was meer een symbolische hulp voor de buitenwereld.
Maar het was technisch goed mogelijk geweest om de brigade van 3000 man
ten westen van Warschau te droppen, eventueel zonder zware wapens. Het is
niet gebeurd: tijdens operatie Market Garden mochten ze als figuranten mee-
doen en zelfs toen deden ze meer dan hun plicht.
Op 1 oktober capituleerden de Polen. Generaal (deze rat was dat nu een-
maal) Von dem Bach-Zelewski begon ook aan zijn toekomst te denken en liet
de duizenden strijders als krijgsgevangen behandelen: in de praktijk kwam er
niet veel van terecht, maar ze werden in ieder geval niet meteen vermoord en
velen hebben daardoor de oorlog overleefd. Wat er van de stad nog over was
(vooral historische gebouwen) werd met vlammenwerpers in brand gestoken
en was grotendeels onbewoonbaar: de bevolking sloeg op de vlucht en het zou
vele jaren duren voordat ze weer konden terugkeren. Het aantal slachtoffers
aan Duitse kant was zo’n 20.000. Aan Poolse kant is het moeilijk in te schat-
ten maar het moeten er tussen de 120.000 en 180.000 zijn geweest. Was de
Poolse Brigade ingezet, dan was er in ieder geval een kans geweest om dit
drama te voorkomen.

Het omstreden Amerikaanse plan Morgenthau


voor het naoorlogse Duitsland
Al vlak na de Geallieerde invasie in Normandië op 6 juni 1944 begonnen pre-
sident Roosevelt en zijn politieke en militaire staf plannen te maken over het
naoorlogse Duitsland. De toch al zwakke gezondheid van de president ging
hard achteruit: hij was bezig met zijn derde ambtstermijn en dat had zijn tol
geëist. Mentaal was hij niet meer opgewassen tegen de haviken onder zijn
adviseurs. Er werden plannen gemaakt om ten minste 50.000 Duitse officie-
ren zonder vorm van proces te liquideren. De Duitse politieke en militaire top
zou ‘op de vlucht’ doodgeschoten worden.
Eind juli 1944 bezocht de Amerikaanse minister van financiën Henry R.
Morgenthau Jr. Europa en bezocht daar de troepen. Op 10 augustus had
Morgenthau een ontmoeting met Winston Churchill. Die had op dat moment
grote zorgen. Het eens zo machtige Groot-Brittannië stond aan de rand van
een bankroet. Het had een miljardenschuld aan Amerika en was niet meer
kredietwaardig. Morgenthau had een plan. Het zag er in grote lijnen als volgt
uit: Duitsland zou na de capitulatie in drie delen worden opgesplitst. Een
noordelijk deel, een zuidelijk deel en in het westen een internationale zone.
Een deel van Oost-Pruisen en Opper-Silezië zouden bij Polen komen, het
noordelijke deel van Oost-Pruisen bij Rusland en het Saargebied bij Frankrijk.
De hele Duitse industrie zou worden ontmanteld en de machines en gereed-

157
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

schappen zouden verdeeld worden tussen de Geallieerde Europese landen.


Duitsland zou een agrarische staat moeten worden. De Duitse mark zou een
waarde krijgen van 5 dollarcent (later werd dat 10 dollarcent), wat een fractie
van de werkelijke waarde was. De consequenties zouden voor Duitsland des-
astreus zijn: meer dan de helft van de beroepsbevolking zou werkloos worden,
ziekten en permanente hongersnood met vele slachtoffers zouden het gevolg
zijn.
Van 12-16 september 1944 (dus precies in de periode van de voorberei-
ding van Market Garden) werd in het Canadese Quebec een conferentie
gehouden met als deelnemers Roosevelt, Churchill en de Canadese minister-
president William Mackenzie King. Morgenthau presenteerde op 14 septem-
ber daar zijn plan. Churchill was er fel op tegen: hij waarschuwde dat, net als

De verdeling en herinrichting van Duitsland volgens het Morgenthau-plan

158
Richting ontknoping

in 1918, de kiem voor een nieuwe wereldoorlog werd gelegd. Bovendien wees
hij erop dat tussen het Russische leger en de Rijn een gedemilitariseerd gebied
zou komen en men maar moest afwachten hoe Stalin zou reageren. Die
mening was ook de Amerikaanse ambassadeur in Moskou, William Averell
Harriman, toegedaan. Hij was een persoonlijke vriend van Roosevelt en waar-
schuwde hem herhaaldelijk voor de cynische Stalin die, als hem dat uitkwam,
zijn beloftes aan zijn laars lapte.
Ooggetuigen verklaarden dat Roosevelt tijdens de conferentie er slecht uit-
zag en een verwarde indruk maakte. Net als zijn voorganger president Wilson
in 1918 (die getroffen was door de Spaanse griep) was hij niet meer in staat
om de juiste beslissingen te nemen en ging helemaal af op zijn adviseurs.
Churchill moest uiteindelijk instemmen met het plan omdat hij een enorme
lening van de Amerikanen kreeg om Groot-Brittannië van een bankroet te red-
den. Maar ook vele Amerikaanse politici en militairen waren tegen het plan
gekant en waren het met Churchill eens. De Amerikaanse luitenant-kolonel
John Boettinger, de schoonzoon van Roosevelt, sprak de profetische woorden:
‘dit plan geeft Hitler 30 nieuwe uiterst gemotiveerde divisies’. En zo is het ook
gebeurd: na het bekend worden van het plan ging de Duitse propaganda onder
leiding van Jozef Goebbels op volle toeren draaien en werd het Duitse volk
een toekomst voorgespiegeld die nog veel erger dan het plan zelf. De soldaten
aan het front merkten het direct: de Duitse tegenstand werd met de dag ster-
ker. Binnen Amerika groeide het protest tegen het plan met de dag. Rond eind
november was het grotendeels van de baan, maar het kwaad was al geschied.

De geheime bijeenkomst van de Duitse industrie en banken


in hotel Rouge te Straatsburg
Op 10 augustus 1944 vond er in Straatsburg in hotel Rouge (wat een toepas-
selijke naam voor mijn boekje!) een bijeenkomst plaats door de top van de
Duitse industrie. Die werd gehouden vlak na de moordaanslag op Hitler door
kolonel Von Stauffenberg. Op diezelfde dag veroverde een legerkorps van het
Amerikaanse 3e Leger al Le Mans, vlakbij Parijs. Waarom dan een bijeen-
komst in Frankrijk? Het moest allemaal in het diepste geheim gebeuren. Hitler
was al lang psychisch niet meer op de wereld en Heinrich Himmler (lees zijn
paladijn Walter Schellenberg) was in werkelijkheid de baas in Duitsland. Het
zou me niet verbazen als Schellenberg één van de regisseurs van deze bijeen-
komst was. Vandaar de keuze voor Straatsburg.
In de geschiedschrijving wordt deze vergadering ook wel eens beschreven
als een poging het nazi-kapitaal in veiligheid te brengen om na de oorlog weer
een nieuw ‘Vierde Rijk’ te kunnen financieren. Ik beschouw dat als grote
onzin: zelfs de meest fanatieke nazi moet in die tijd wel beseft hebben dat hun
tijd voorbij was. Dezelfde Duitse industriëlen en banken die Hitler aan de

159
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

macht hadden gebracht en er vele miljarden aan hadden verdiend, probeerden


toen hun geld en expertise in veiligheid te brengen om na de oorlog weer op
de oude voet verder te kunnen gaan. Er waren vertegenwoordigers van
Volkswagen, Krupp, Messerschmidt en IG-Farben en vele anderen alsook ver-
tegenwoordigers van het ministerie van bewapening (namens minister Albert
Speer) en het ministerie van financiën (namens minister Hjalmar Schacht).
Het eerste land dat in aanmerking kwam om deze enorme kapitalen te behe-
ren was Zwitserland dat er zelfs niet vies van was de vele goudstaven te accep-
teren die gemaakt waren van de ontelbare gouden tanden en kiezen van de
slachtoffers uit de vernietigingskampen.
Toen de Duitsers begin 1945 het nog nodig vonden de joden uit Noord-
Italë in de vernietigingskampen te gaan vermoorden, konden de (vee)trein-
transporten alleen nog via Zwitserland rijden. Het werd probleemloos toege-
staan (we zijn officieel strikt neutraal, maar als het veel geld oplevert mag
alles).
Het zou me ook niet verbazen als er in Straatsburg ook Britse en Ame-
rikaanse vertegenwoordigers bij zijn geweest om te bespreken hoe er na de
oorlog een sterk economisch `9en later ook militair) Duitsland op de been kan
worden gebracht als tegenwicht tegen het communisme dat verder naar het
westen zou oprukken. Hoe ver wist men op dat moment nog niet, maar de
enorme kapitalen zouden in ieder geval veilig gesteld zijn. Men kan het ook
zien als een eerste vorm van de economische en politieke Bilderberg conferen-
ties die op initiatief van prins Bernhard na de oorlog werden georganiseerd en
vooral een anti communistisch karakter hadden.

Het Amerikaanse plan Safehaven werd daarvoor al afgeblazen


In het voorjaar van 1944 (dus al voor de landing op Normandië) was er het
Amerikaanse plan Safehaven (veilige haven). Het was een initiatief van de
Amerikaanse geheime dienst OSS (de voorloper van de latere CIA) om te
voorkomen dat er grote Duitse kapitalen oncontroleerbaar naar het buitenland
zouden verdwijnen om later weer op te duiken. Maar de Amerikaanse regering
kreeg stevige kritiek van de industrie. Die had voor de oorlog al belangrijke
contacten met de Duitse. De Amerikaanse wet schrijft voor dat in een staat
van oorlog de contacten bevroren moeten worden. Dat is vooral belangrijk
voor de ontwikkeling van oorlogswapens. Operatie Safehaven ging de grote
industrieën te ver. Dat waren o.a. Standard Oil, Alcoa, Dupont, Remington
Arms, General Motors, Goodyear, Proctor and Gamble en Union Carbide (dat
een groot samenwerkingsverband had met IG-Farben).
Ze hadden een argument: de Duitse technologie lag op vele punten ver
voor op de rest van de wereld. De Duitsers ontwikkelden al een straalvliegtuig
en ze waren ver in de ontwikkeling van raketten. De oorlog in Europa mocht

160
Richting ontknoping

dan bijna afgelopen zijn, die tegen Japan nog niet en daar kon Duitse techno-
logie een belangrijke rol in gaan spelen. En weer kwam het argument commu-
nisme naar voren: wilde de Amerikaanse regering dan dat die kennis in handen
van de Russen viel? En dus werd operatie Safehaven afgeblazen en werd Duits
kapitaal en technologie al tijdens de oorlog naar het buitenland (vooral
Zwitserland) verplaatst.
En dat verklaart weer waarom ik eind jaren vijftig als kleine jongen in Ede
jaloers bij de A12 stond te kijken naar de talloze auto’s met de witte Duitse
nummerborden die naar de bollenvelden en de stranden reden. Mijn ouders
konden nauwelijks een fiets voor mij betalen en de AOW werd in Nederland
jaren na de Duitse ingevoerd, maar de Duitsers hadden hun ‘Wirtschafts-
wunder’. Het was geen wonder: samen met de Marshallhulp en de snel terug-
kerende enorme Duitse kapitalen en expertise, die op de rug van miljoenen
dwangarbeiders en evenzovele doden waren verdiend en ontwikkeld werd de
Duitse industrie volgens de nieuwste snufjes in een razend tempo opgebouwd.
En dat alles om maar vooral een sterkte bufferstaat tegen het communisme te
hebben. Praktisch hetzelfde gebeurde met Japan. Juist de twee landen die de
oorlog veroorzaakt hadden en gruwelijke misdaden op hun geweten hadden
werden om die reden aan alle kanten geholpen.

Commando- en structuurwisselingen bij de Geallieerden


Keren we terug naar de Geallieerde snelle opmars na de slag bij Falaise. Op 1
augustus 1944 werd generaal Montgomery ontheven van zijn taak als bevel-
hebber van de troepen. In plaats daarvan werd het hoofdkwartier SHAEF
(Supreme Headquarters Allied Expeditionary Force) vanuit Londen naar een
hotel in Parijs verplaatst met generaal Eisenhower als opperbevelhebber. Er
werden twee legergroepen gevormd: in de zuidelijke sector de Amerikaanse
12e Legergroep onder generaal Bradley. Die bestond uit het 1e Amerikaanse
leger onder generaal Hodges en het 3e leger onder generaal Patton.
Montgomery werd bevelhebber van de 21e Legergroep die bestond uit het
Britse 2e leger onder generaal Dempsey, het Canadese 1e leger onder generaal
Crerar, de Poolse pantserdivisie onder generaal Maczek, de Nederlandse
Prinses Irene brigade onder prins Bernhard en diverse kleinere eenheden van
verschillende nationaliteiten.
Voor Montgomery was het een persoonlijke tragedie: in de Geallieerde
bevelsstructuur was het normaal dat de Amerikanen met hun massale inbreng
op alle gebieden de opperbevelhebber leverden en het was het logisch geweest
dat hij zijn functie zou behouden. Als doekje voor het bloeden werd hij
benoemd tot Brits veldmaarschalk.
Waarom is het zover gekomen? Het is algemeen bekend dat hij eigenwijs
en arrogant was, maar dat was geen beletsel voor zijn uitmuntende capacitei-

161
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

ten als generaal. Hij viel pas aan als hij de zekerheid had dat alles tot in de
puntjes was voorbereid en dat was toen mogelijk door de overweldigende
overmacht. Hij had in de Eerste Wereldoorlog als officier te vaak gezien waar
onverantwoordelijke acties toe konden leiden met afschuwelijk grote verlie-
zen. Britten en Amerikanen liggen elkaar (nog steeds) niet. De Britten zien
Amerika nog steeds als een oude kolonie en de Amerikanen zien de Britten als
oude kolonisators. De Amerikaanse generaal Patton kon niet door één deur
met hem: ze konden elkaar wel schieten. Generaal Bradley was de comman-
dant van Patton: hij diende in Noord-Afrika onder hem en beschouwde hem
nog steeds als zijn mentor. Patton kon dankzij de strategie van Montgomery
snel oprukken (nog steeds deed hij dat ten koste van onnodig hoge verliezen).
Met zijn karakteristieke hese stem hield hij als een filmster uit een westernfilm
met revolvers op zijn heupen drukbezochte persconferenties: ‘hadden ze me
mijn gang laten dan was ik doorgebroken ‘like shit through a goose’ (als stront
door een gans). Toen zijn leger in de buurt van Metz de Duitse grens bereikte
was het afgelopen met zijn snelle opmars: hij kwam tegenover sterke Duitse
troepen te staan die hem zware verliezen toebrachten.
Toen het Duitse Ardennenoffensief in december 1944 was vastgelopen
eiste Patton de eer voor zich op: hij had met zijn leger het belangrijkste aan-
deel daarin (hij had zijn leger inderdaad binnen ongelooflijk korte tijd naar het
noorden laten afzwenken maar het was Montgomery die (samen met het
Amerikaanse 1e Leger dat tijdelijk onder zijn commando viel) het leeuwen-
deel van de strijd succesvol leverde.
Vlak na de Duitse capitulatie was Patton betrokken bij een verkeersonge-
luk met een vrachtwagen. Hij was zwaargewond en overleed enkele dagen
later. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de Amerikaanse geheime dienst
OSS er achter zat. Bij elke gelegenheid schoffeerde hij Russische officieren en
de Waffen SS noemde hij de enige soldaten met wie hij graag tegen de Russen
(lees het communisme) verder zou willen vechten. Het kwam de Amerikaanse
president Harry Truman (president Roosevelt was toen net overleden) in ieder
geval niet slecht uit. Hij had al genoeg te stellen met generaal MacArthur die
zich in de strijd met de Japanners steeds eigenzinniger ging opstellen en Patton
had al aangekondigd dat hij graag in de oorlog met Japan zou meedoen. Maar
nog een prima donna op dat strijdtoneel zou wel erg veel zijn geweest.

Slechte communicatie en grote bevoorradingsproblemen


Het hoofdkwartier van Eisenhower in Parijs functioneerde slecht. De verbin-
dingen liepen meestal via telegrammen die regelmatig niet of in gedeelten aan-
kwamen waardoor misverstanden ontstonden. Dat was tijdens de snelle
opmars na Falaise geen grote ramp, maar toen het front zich begon te stabili-
seren werd het een groot probleem. Montgomery verweet Eisenhower

162
Richting ontknoping

(terecht) dat hij geen ‘veldgeneraal’ was, maar een diplomaat. Op 6 september
is de haven van Dieppe grotendeels hersteld en konden ook vanaf daar voorra-
den worden aangevoerd. Maar het was bij lange na niet genoeg. Operatie
Overlord lag weken voor op de planning en de fronttroepen konden maar
mondjesmaat bediend worden. Een extra complicatie was dat in voorbereiding
op Overlord bijna alle bruggen en spoorlijnen in Noord-Frankrijk door bom-
bardementen waren vernietigd.

De ‘Red Ball Express’


Vier legers moesten worden bevoorraad en dat was een onmogelijke taak. De
‘Red Ball Express’ werd in het leven geroepen: van complete divisies die net
aangekomen waren werden alle transportmiddelen afgenomen en zo reden dag
en nacht vrachtauto’s over met rode ballen gemarkeerde wegen. De chauf-
feurs waren bijna allemaal kleurlingen: het Amerikaanse leger liet alleen hoog
opgeleide kleurlingen toe in staffuncties, de anderen werden gebruikt in
ondersteunende functies. Maar dit was nog niet genoeg om de troepen te
bevoorraden en de opmars begon snel te haperen.
Het Britse 2e Leger bestond uit drie legerkorpsen, waarvan alleen het 30e
Korps onder generaal Horrocks verder oprukte. De beide andere werden tot
stilstand gebracht, zodat dat korps alle voorraden kreeg. Ze bevrijdden Brussel
en de grote havenstad Antwerpen in samenwerking met het plaatselijke ver-
zet, die de springdingen aan de kades en hijskranen onklaar had gemaakt. Het
laatste Britse wapenfeit voordat de opmars stokte, was de verovering van een
brug over het Kempisch Kanaal bij Neerpelt. De tankbemanningen van de 11e
Pantserdivisie die Antwerpen hadden ingenomen vielen in slaap waar ze maar
ook waren. Ze hadden in drie dagen bijna 400 kilometer afgelegd. Maar toch
hadden ze enkele kilometers verder naar het noorden moeten oprukken en zo

Generaal Horrocks Generaal Von Zangen Maarschalk Von Rundstedt

163
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

op zijn minst het Nederlandse schiereiland Walcheren moeten afgrendelen:


Antwerpen is alleen bereikbaar via de Westerschelde en zolang Walcheren in
handen van de Duitsers bleef was Antwerpen onbruikbaar.

De ontsnapping van het Duitse 15e Leger


Links van het Britse 2e Leger had het 1e Canadese Leger onder generaal
Crerar de moeilijkste taak: waar de andere Geallieerde legers in een snel
tempo konden oprukken, moesten zij het opnemen tegen het Duitse 15e
Leger onder generaal Gustaf von Zangen dat de opdracht had langs de kust de
havens te verdedigen en anders onbruikbaar te maken. De Canadezen deden
meer dan hun best. Het 15e Leger kwam met de rug tegen de muur te staan:
de Westerschelde. Het Duitse opperbevel raakte in paniek: bij Falaize was het
7e Leger ingesloten en nu dreigde hetzelfde te gebeuren met het 15e Leger.
De eerder in ongenade gevallen veldmaarschalk Gerd von Rundstedt werd
weer van stal gehaald en kreeg het opperbevel in het westen. Hij had een
gloeiende hekel aan Hitler en noemde hem ‘die Boheemse korporaal’. Eén van
zijn eerste daden was opdracht te geven tot de evacuatie van het 15e Leger.
Het is één van de laatste bevelen die via het eerdergenoemde Enigma codeer-
apparaat door de Britten kon worden ontcijferd. De Duitsers trokken zich
terug op hun landsgrenzen en berichten over lange afstanden waren niet meer
nodig. Het kon veel directer via telefoon en ordonnansen.
Maar dit Enigma-bevel werd nog ontvangen en gedecodeerd. Het Geal-
lieerde opperbevel was dus volledig op de hoogte van de evacuatie van een
compleet Duits leger dat via Breskens naar Vlissingen over de Westerschelde
zou worden geëvacueerd. Ze deden het met vracht- en binnenvaartschepen. In
totaal werden er ongeveer 80.000 man geëvacueerd. Ik kan niet geloven dat
men een compleet leger kon laten ontsnappen. Dat kan maar één doel gehad
hebben: de versterking van het Duitse leger tegen de Russen. Zie mijn rode
draad verderop als er sprake zou zijn van een wapenstilstand.

Waarom die enorme opbouw van de Geallieerde luchtlandingstroepen?


Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er in Amerika en Groot-Brittannië
luchtlandingsdivisies geformeerd. De Britten hadden er twee: de 6e Lucht-
landingsdivisie (die in Normandië werd ingezet) en 1e Luchtlandingsdivisie.
Bovendien hadden de Britten nog de Schotse Lowland divisie die in zijn geheel
door de lucht getransporteerd kon worden.
De Amerikanen hadden uiteindelijk vijf luchtlandingsdivisies: de 82e en de
101e (die beide in Normandië werden ingezet. Verder was er nog de 11e
Luchtlandingsdivisie, die op de Filippijnen tegen de Japanners werd ingezet,
maar praktisch alleen als grondtroepen; de 17e Luchtlandingsdivisie, die in
maart 1945 werd ingezet bij operatie ‘Varsity’, de grote aanval van de 21e

164
Richting ontknoping

Legergroep bij Wezel over de Rijn; en tenslotte de 13e Luchtlandingsdivisie


die in februari 1945 in Europa arriveerde. Ze werd in de omgeving van Parijs
gelegerd. Eén keer zou die in actie komen, maar ook dat werd afgeblazen. De
divisie zou nog tegen de Japanners worden ingezet, maar ook dat ging niet
door. Het is de enige Amerikaanse eenheid die in de Tweede Wereldoorlog
niet in actie is gekomen. En dan was er ten slotte nog de Poolse Onafhankelijk
Parachutisten Brigade die het onmogelijk werd gemaakt om mee te vechten
tijdens de opstand in hun hoofdstad Warschau.
Ik heb het al eerder gememoreerd maar doe het nog een keer: wat moesten
de Geallieerden met zo’n enorme luchtlandingsstrijdmacht die ze maar bleven
uitbouwen? Elke keer had de inzet van grote aantallen luchtlandingstroepen
geleid tot onacceptabele verliezen en de tactische winst was bijna nul. Het
Duitse opperbevel stopte al snel met de inzet er van na de mislukkingen in
Nederland en op Kreta. De inzet van de Geallieerde luchtlandingstroepen op
Sicilië en Normandië was, met alle respect, (op lokale successen na) ook een
mislukking. Bovendien werden die troepen streng geselecteerd: het waren de
beste en vooral gemotiveerde soldaten die in ‘gewone’ legeronderdelen juist
het verschil konden maken.
Het had alles te maken met de plotselinge ineenstorting van het Duitse kei-
zerrijk in 1918. Toen was men er niet op voorbereid en die fout wenste men
niet nog een keer te maken. Daarom had de Britse generaal Morgan er in zijn
plan Rankin daarmee al rekening gehouden. Bij zo’n ineenstorting waren mas-
sale luchtlandingsstrijdkrachten wél inzetbaar: ze konden door heel Duitsland
op elke gewenste plek worden neergelaten. En weer komt mijn rode draad
naar voren: wat te doen bij zo’n ineenstorting? Ook het Russische leger begon
last te krijgen van de lange aanvoerlijnen en de opmars begon te vertragen,
maar er waren geen afspraken tussen de westelijke Geallieerden en de
Russische generale staf (Stavka). Pas tijdens de conferentie van Yalta op de
Russische Krim tussen 4 en 11 februari 1945 werden hierover globale afspra-
ken gemaakt, maar Churchill had grote twijfels ten opzichte van Stalin en
Roosevelt was toen al te ziek om nog tegengas te kunnen geven.
Maar ondanks hun aanvoerproblemen bleven de Russen in 1944 naar het
westen oprukken. De eerder beschreven opstand in Warschau duurde tot 1
oktober, maar ten noorden en ten zuiden van de stad werd het offensief weer
hervat. Het tactisch denken van Eisenhower was niet de vraag: wordt
Duitsland verslagen maar wanneer en hoever rukken de Russen naar het
westen op en zijn er misschien oplossingen mogelijk met dissidente Duitsers
om die opmars zo ver mogelijk naar het oosten te houden? Die laatste optie
klinkt erg cynisch, maar ik stelde al eerder dat er enorme economische belan-
gen op het spel stonden. Een eventuele staatgreep waarbij Hitler aan de kant
werd gezet was voor de Amerikaanse publieke opinie goed te verkopen.

165
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Bovendien was er nog de bloedige oorlog met Japan waarvan op dat moment
het einde nog lang niet in zicht was.

Het 1e Geallieerde Luchtlandingsleger wordt opgericht


Begin augustus 1944 werd het 1e Geallieerde Luchtlandingsleger opgericht.
De bedoeling was de slagkracht en de expertise van de luchtlandingsdivisies te
combineren. En weer werd er volgens het boekje benoemd: de Amerikaanse
luchtmachtgeneraal Lewis Brereton werd de bevelhebber en de Britse generaal
Frederick Browning werd zijn plaatsvervanger. De Amerikaanse divisies vorm-
den het 18e Amerikaanse Luchtlandingskorps onder Generaal Matthew
Ridgway en de Britse divisies het 1e Britse Luchtlandingskorps onder generaal
Frederick Browning.
De benoeming van Brereton was niet onomstreden: aan zijn kwaliteiten als
luchtmachtgeneraal werd niet getwijfeld. Hij had zijn sporen op de Filippijnen
in de strijd tegen de Japanners verdiend, maar zijn kennis van luchtlan-
dingstroepen was minimaal. Het was voor generaal Ridgway een grote teleur-
stelling: hij had een enorme expertise op het gebied van luchtlandingstroepen
en was een kundig generaal. Begin jaren vijftig volgde hij in Korea de dolge-
draaide generaal Douglas MacArthur op die door president Truman was ont-
slagen en bracht die oorlog tot een bevredigend einde.
Generaal Browning had de Britse luchtlandingstroepen gevormd en was
degene die de beroemde rode baret invoerde ter onderscheiding van de ‘gewo-
ne’ troepen. Maar hij was ook uiterst afstandelijk en ijdel. Hij kleedde zich
volgens de laatste ‘militaire mode’, wat hem de bijnaam ‘Boy’ Browning ople-
verde. Bovendien liet er zich voortdurend op voorstaan dat hij met de beroem-
de Britse schrijfster Daphne du Maurier getrouwd was.
Meteen na de vorming van het 1e Geallieerde Luchtlandingsleger begon

Generaal Brereton Generaal Ridgway Generaal Browning

166
Richting ontknoping

het aan de lopende band plannen te maken om de oprukkende grondlegers te


ondersteunen, maar die deden dat zo snel dat geen enkele ervan doorging. Eén
ervan was operatie Comet: de Britse 1e Luchtlandingsdivisie zou de bruggen
tussen Eindhoven en Arnhem veroveren. Maar ook dit plan ging niet door.
Het werd door Montgomery afgeblazen omdat de Duitse tegenstand in het
gebied met de dag groter werd.

Plannen voor de verovering van Walcheren


om de haven van Antwerpen te kunnen gaan gebruiken
Keren we terug naar begin september 1944. Frankrijk en België waren groten-
deels bevrijd, maar het offensief was tot stilstand gekomen. De grote zeehaven
Antwerpen was onbeschadigd veroverd maar kon pas gebruikt worden als
Walcheren was veroverd en de Westerschelde mijnenvrij was gemaakt. Daar
was Eisenhower zich heel goed van bewust, want op 9 september stuurde hij
nog een telegram naar alle chefs van staven waarin hij stelde dat het vrijmaken
van de Westerschelde (de verovering van Walcheren) zijn hoogste prioriteit
had en niets anders. Op dezelfde dag vroeg Montgomery een luchtlandings-
aanval aan op Walcheren die meteen door Brereton werd afgewezen: het ter-
rein was ongeschikt en er zou te veel luchtafweer zijn. Dat moge waar zijn
geweest, maar de staf van Brereton had eerder plannen voorgesteld waarbij
niet eens kaarten beschikbaar waren voor de troepen. En als het ten koste van
grote verliezen zou zijn gegaan dan had men Walcheren veroverd, was de
haven van Antwerpen snel beschikbaar geweest, de bevoorradingsproblemen
zo goed als opgelost en zou het 1e Canadese Leger een nog bloediger veldslag
bespaard zijn gebleven die enkele weken later zou gaan plaatsvinden.
Bovendien mag de vraag gesteld worden waarom Eisenhower en Montgomery
Brereton niet hebben teruggefloten want de hun orders waren toch duidelijk.

De Britse Tetrarch tank De Amerikaanse M22 Locust tank

167
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De Britse luchtlandingstroepen hadden de beschikking over de lichte


‘Tetrarch’ tank die met een zweefvliegtuig aan de grond kon worden gebracht.
Hij werd door drie personen bemand: chauffeur, commandant en schutter.
Hij had een 40 mm kanon en een 7.92 mm machinegeweer en een snelheid
van 63 km per uur. Ook de Amerikaanse luchtlandingstroepen hadden de
beschikking over een dergelijk wapen: de M22 Locust tank. Hij was nog lich-
ter, had een 37 mm kanon, een .30 machinegeweer en was in combinatie met
de infanterie uiterst effectief. Op Walcheren zou het een geduchte ondersteu-
ning zijn geweest voor de luchtlandingstroepen: daar waren geen of nauwelijks
Duitse tanks. Ingezet bij een luchtlanding en in combinatie met Britse en
Canadese grondtroepen moet het toen mogelijk zijn geweest Walcheren in
korte tijd te veroveren en daarmee de haven van Antwerpen in gebruik te
nemen.

De veelbesproken vliegtuigconferentie bij Brussel op 10 september 1944


Maar blijkbaar waren er belangrijker dingen op komst om zo’n kans niet te
benutten. En die gebeurden op zondag 10 september op een vliegveld bij
Brussel. Daar landde Eisenhower voor een bespreking met Montgomery.
Eisenhower zou een bezeerde knie hebben. Dat was gebeurd bij noodlanding
met een klein vliegtuigje toe hij onderweg was vanuit Engeland. Hij had de
piloot geholpen het vliegtuigje op de grond in veiligheid te brengen en had
daarbij zijn knie geblesseerd. Volgens de tot nu toe bekende geschiedschrijving
kon de bespreking alleen in het vliegtuig plaatsvinden omdat Eisenhower niet
in staat was uit te stappen. Hij had als opperbevelhebber altijd de gewoonte
om met de soldaten (al was het maar kort) te praten. Dat had dus ook gekund
bij het hoofdkwartier van Montgomery. Dan is meteen mijn volgende vraag:
als je met een bezeerde knie in een vliegtuig kunt stappen waarom kan je met
diezelfde bezeerde knie er niet uitstappen en in ieder geval zittend in een jeep
gesprekjes met de soldaten te voeren? Naar mijn mening moesten er in het
vliegtuig uiterst geheime besprekingen gevoerd worden. Dat blijkt al uit het
feit dat er meteen ruzie was tussen Eisenhower en Montgomery over wie er
wel en niet daarbij aanwezig mochten zijn.
Alweer volgens de geschiedschrijving zou Montgomery toen met een uitge-
breidere versie van het plan Comet zijn gekomen In plaats van de Britse 1e
Luchtlandingsdivisie zou deze uitgevoerd worden door vier luchtlandingsdivi-
sies en een luchtlandingsbrigade: de Britse 1e, de Amerikaanse 82e en 101e,
de Schotse Lowland Divisie en de Poolse Luchtlandingsbrigade wat we nu
kennen als operatie Market Garden. Het Britse 30e Legerkorps zou over de
grond vanuit het bruggenhoofd bij Neerpelt aan het Kempisch Kanaal via
Eindhoven en Nijmegen naar Arnhem oprukken en dat ook nog over een
smalle weg (vierbaanswegen kende men toen nog niet). Eisenhower zou er

168
Richting ontknoping

mee ingestemd hebben onder de voorwaarde dat het een beperkte aanval zou
zijn. Ik weet dat ik nu op heel veel lange tenen ga staan, maar daar geloof er
helemaal niets van.
Tijdens Market Garden moesten vijf bruggen worden veroverd: de brug bij
Son over het Wilhelminakanaal, bij Veghel over de Zuid-Willemsvaart, bij
Grave over de Maas, bij Nijmegen over de Waal en tenslotte bij Arnhem over
de Rijn. De eerste de beste amateurstrateeg (dat ben ik ook, ik was maar een
eenvoudig dienstplichtig korporaal) had kunnen en moeten zien dat deze aan-
val onverantwoordelijk was. Want zelfs al was de operatie geslaagd dan had
men naar het oosten moeten oprukken over de rivier de IJssel (de zesde over-
gang dus). En dan nog: er waren op dat moment gewoonweg niet genoeg voor-
raden om zo’n offensief langere tijd te ondersteunen en de flanken zouden
uiterst kwetsbaar zijn.. Bovendien is het helemaal in strijd met de natuur van
Montgomery, die altijd pas ging aanvallen als hij alles tot in de puntjes had
voorbereid. Natuurlijk zal hij in die periode van euforie symptomen van over-
moed hebben gehad, maar een dergelijk waagstuk past echt niet bij hem.
Generaal Bradley zei toen hij van het plan hoorde: ‘Als de vrome geheelonthou-
der Montgomery het hoofkwartier was binnen gewankeld met een gigantische kater
had ik niet verbaasder kunnen zijn’.
Generaal Bradley werd uitgebreid ingelicht over het plan. Hij ontving van
Eisenhower een telegram waarin sprake was van een grote doelstelling van
Market Garden. Hij heeft het hier over de verovering van Rotterdam en
Antwerpen. Hieruit blijkt dat het helemaal niet de bedoeling was ‘via een
achterdeur’ Duitsland binnen te vallen, maar dat de aanval naar het westen
zou afzwenken. En dan zou men via de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden
Walcheren moeten veroveren. In dat geval had men in één klap twee wereld-
havens tot de beschikking gehad en waren de bevoorradingsproblemen (vol-
gens Eisenhower) meer dan opgelost. Maar als amateurstrateeg zie ik de pro-
blemen al opdoemen: je valt één van de dichtstbevolkte gebieden ter wereld
aan die ook nog grotendeels onder ze zeespiegel liggen. Stel dat je Rotterdam
en de haven hebt veroverd, dan moet je ook nog richting Walcheren over
brede waterwegen oprukken en dat was onmogelijk. Maar toch stond het in
dat telegram.
Ook in de officiële geschiedschrijving staat dat de 1e Britse Luchtlandings-
divisie de brug bij Arnhem moest veroveren. In de oorspronkelijke planning
was dat de 82e Amerikaanse Luchtlandingsdivisie. Toen generaal Bradley dat
hoorde greep hij in: deze divisie was zijn favoriet: oorspronkelijk was het de
82e Infanteriedivisie waarvan hij in de dertiger jaren de commandant was en
had nog meegemaakt dat de ze werd omgevormd tot de eerste operationele
Amerikaanse luchtlandingsdivisie. Ook dat is merkwaardig: toen (weer vol-
gens de officiële geschiedschrijving) Montgomery het plan aan Eisenhower

169
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

voorlegde waren de indelingen van de divisies al vastgelegd. Ik kan me voor-


stellen dat Montgomery en zijn staf op dat gebied plannen maakte, maar dat
doe je toch op zijn minst in overleg met de staf van het 1e Geallieerde
Luchtlandingsleger. In 1958 schreef generaal Urquhart een boek over zijn visie
op de Slag om Arnhem. Hij zegt dat hij na de oorlog inzage had in
Amerikaanse documenten waarin stond dat de Amerikaanse 101e Lucht-
landingsdivisie bij Arnhem zou worden ingezet. Brereton was gevoelig voor de
argumeten van Bradley en het werd de Britse 1e Luchtlandingsdivisie.
Toen Eisenhower het plan met Montgomery had doorgesproken kreeg
generaal Frederick Browning, die het commando zou gaan voeren, het pas ter
inzage en zou de historische woorden ‘Misschien gaan we wel een brug te ver’
hebben gesproken. Dat alles duidt op een uiterst geheime vooral Amerikaanse
voorbereiding. Volgens mij was het helemaal geen plan van Montgomery,
hoewel het wel zijn initialen droeg: MG, maar van Eisenhower zelf die via
geheime diplomatieke kanalen signalen kreeg van een komende staatsgreep in
Duitsland. Vandaar die geheime bespreking op een afgelegen deel van het
vliegveld bij Brussel.

De V2 raket en de angst voor een Duits atoomwapen


Drie dagen eerder vielen de eerste V2 raketten op Londen. Ze werden afge-
schoten in de buurt van Den Haag. Er was geen kruid tegen gewassen. Vanuit
de stratosfeer vielen ze zonder een geluid te maken recht naar beneden, ze
droegen een enorme explosieve lading die grote verwoestingen aanrichtte.
Meteen daarop berichtte de chef van Eisenhower, de Amerikaanse opperbe-
velhebber generaal George Marshall dat hij zich grote zorgen maakte: niet
alleen om de raket zelf maar meer nog om het feit dat er ook een eventueel
Duits atoomwapen mee kon worden vervoerd.
Op velerlei gebied lagen de Duitsers technologisch voor op de rest van de
wereld: ze ontwikkelden bijvoorbeeld het eerste straalvliegtuig. Maar in de
ontwikkeling van de rakettechnologie waren ze heel ver. Maar ze hadden dan
ook een wonderkind in huis: Wernher Magnus Maximilian Freiherr von
Braun, beter bekend onder de naam Werner von Braun. Hij was op raketge-
bied zo geniaal dat hij al eind jaren dertig op 25-jarige leeftijd hoofd werd van
het Duitse ontwikkelingsprogramma. Dat gebeurde op een enorm terrein bij
het kleine dorpje Penemünde aan de Oostzee vlakbij de Poolse grens.
De eerste raket was eigenlijk geen raket. Het was een onbemand vliegtuig-
je met op de rug een raketmotor. Het vliegtuigje zelf zat boordevol explosie-
ven. Het kreeg de naam ‘V1’; de V stond voor het woord ‘Vergeltungswaffe’
(vergeldingswapen). Het was voor die tijd een geniaal ontwerp: de huidige
kruisraketten zijn er nu nog op gebaseerd. De V1 raketten werden naar Groot-
Brittannië afgevuurd. In het begin veroorzaakten ze grote paniek. Tijdens hun

170
Richting ontknoping

vlucht hadden ze een kenmerkend brommend geluid. Als dat in jouw omge-
ving ophield werd het gevaarlijk: dan stortte hij loodrecht naar beneden en
volgde er een enorme explosie. In het begin veroorzaakte het grote paniek in
de Britse steden, maar al snel ontdekte men dat de V1’s door middel van radar
ontdekt en onderschept konden worden: ze werden grotendeels door speciaal
daarvoor opgeleide squadrons uit de lucht geschoten.
De V2 was echter de eerste raket in de menselijke geschiedenis die over
lange afstanden doelen kon aanvallen en dat begon het tactisch denken van de
Geallieerden te beheersen: het zal toch niet gebeuren dat wij vlak voor een
overwinning door raketten met kernwapens worden verslagen? Het was toen
een reële optie.
Toen de V2 raket uiteindelijk in grote aantallen kon worden geproduceerd
gebeurde dat in het Harz-gebergte. Onder dat gebergte werd door middel van
twee enorme toegangstunnels de zgn. ‘Dorafariek’ gebouwd. Duizenden,
vooral buitenlandse, dwangarbeiders moesten daar de raketten in elkaar zetten
en velen verloren daarbij door de extreem slechte arbeidsomstandigheden en
ondervoeding het leven. Toen de productie daardoor in gevaar kwam, greep
Werner von Braun in: hij selecteerde in het concentratiekamp Buchenwald
persoonlijk vele gevangenen die naar de Dorafabriek werden overgeplaatst.
Zijn geesteskind moest worden geproduceerd hoeveel mensenlevens het ook
mocht kosten.
Diezelfde Werner von Braun (ook daarover later meer) kwam na de oorlog
in dienst van de Amerikaanse NASA, ontwikkelde de Apolloraket die het
mogelijk maakte dat de mens de maan bereikte. Werner von Braun heeft ook
nog een meertrapsraket ontwikkeld die in het najaar van 1944 vanaf Nijkerk of
Nunspeet richting Antwerpen werd afgevuurd, maar de explosieve lading was
niet groter dan die van een kleine granaat en werd daardoor niet opgemerkt.

De V1 na de lancering De V2 voor de lancering Werner von Braun

171
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Nog meer aanwijzingen die het tactisch denken gingen beïnvloeden


De Britten bombardeerden Duitsland ’s nachts en de Amerikanen overdag.
Van de terugkerende bemanningen kwamen steeds meer berichten over de
Messerschmidt straaljager waartegen zij geen enkel verweer hadden, ook niet
de escorterende jagers. Nu weten we dat die straaljager veel te laat in produc-
tie werd genomen en er te weinig van waren, maar toen maakte het wel deel
uit van het taktisch denken.
Er kwamen ook berichten dat de Duitsers op grote schaal in de Beierse en
Oostenrijkse Alpen enorme hoeveelheden wapens, munitie en gifgas in gehei-
me bergplaats aan het verbergen waren om na de de oorlog in dat gebied een
grote guerilla oorlog te gaan voeren. Het gebied zou de naam ‘Alpenfestung’
(Alpenvesting) dragen. Na de oorlog bleek dat het maar op heel kleine schaal
is gebeurd, maar ook hier moest rekening mee worden gehouden.
Maar de grootste angst was dat de Duitsers voorlagen met de ontwikkeling
van een atoomwapen. Het was bekend dat ze ermee bezig waren. In
Noorwegen hadden ze een fabriek waar ‘zwaar water’ (deuterium) werd ver-
vaardigd. De fabriek is meerdere malen gebombardeerd en aangevallen door
Britse luchtlandingstroepen en met redelijk succes. Een grote hoeveelheid
zwaar water was op een veerboot geladen en die werd met behulp van het
Noorse verzet met explosieven tot zinken gebracht. Maar niemand wist pre-
cies hoe ver de Duitsers waren gevorderd en een Duitse atoombom bleef een
schrikbeeld.
Via de Britten kwam hierover informatie van de wetenschappelijk redac-
teur van de Duitse uitgeverij Springer, Paul Rosbaud. Met gevaar voor eigen
leven bleef hij de hele oorlog door informatie doorspelen. Daardoor wist men
vrij nauwkeurig dat de Duitsers aan een atoomwapen werkten en in de zomer
van 1944 plannen maakten om Britse en Amerikaanse steden aan te vallen met

De Messerschmidt: Robert Oppenheimer Paul Rosbaud

172
Richting ontknoping

een ‘vuile’ atoombom. Dat was geen echte bom maar een groot zwaar explo-
sief gevuld met uiterst radioactief zand dat op grote hoogte boven de steden
tot ontploffing zou worden gebracht. Daarvoor werd een vliegtuig ontwikkeld
dat eigenlijk alleen maar grote vleugels had en met weinig brandstof de vlucht
over de Atlantische Oceaan heen en terug kon maken. Ook daarmee moest
dus serieus rekening mee worden gehouden.
In Amerika was men begonnen met de ontwikkeling van de atoombom.
Het gebeurde onder de codenaam ‘Project Manhattan’ en was zo geheim dat
zelfs vicepresident Harry Truman erbuiten gehouden werd. Hij werd pas inge-
licht na het overlijden van president Roosevelt. De leiding van het project was
in handen van de Amerikaanse natuurkundige Robert Oppenheimer. In zijn
staf zaten natuurkundigen van naam en faam uit de hele wereld zoals Fermi,
Bohr en Teller. Uiteindelijk werd het project om veiligheidsredenen onderge-
bracht in Los Alamos, in de woestijn van Arizona. Voor de ontwikkeling van
de bom hadden ze grote hoeveelheden schoon uranium nodig. Die waren in
Amerika niet voorhanden. Via geheime kanalen verkregen ze die van de
Belgische firma Union Minière in het toenmalige Belgisch Congo. Uiteindelijk
slaagden ze erin een atoombom te ontwikkelen die in juli 1945 tot ontploffing
werd gebracht.
Tenslotte was bekend dat de Duitsers een voortreffelijk uitgebreid netwerk
van geheime agenten en informanten in Rusland hadden. Deze organisatie had
de naam ‘Fremde Heere Ost’ en stond onder leiding van generaal Reinhard
Gehlen. Ze voorzagen de Duitse generale staf met betrouwbare informatie
over de Russische plannen. Dat er aan het eind van de oorlog niet of nauwe-
lijks gebruik van werd gemaakt lag meer aan de gek geworden Hitler en zijn
meelopers dan aan de kwaliteit van de informatie. Dat netwerk was uiterst
belangrijk voor de naoorlogse periode. Gehlen zag na de oorlog kans zich bij
de Amerikanen te melden. Hij was na de oorlog jarenlang hoofd van de toen-
malige West-Duitse inlichtingendienst BND (Bundes Nachrichten Dienst) en
zijn oude netwerk werd naadloos ingepast, bleef functioneren en werkte nauw
samen met andere westerse inlichtingendiensten. Maar in 1944 was zijn dienst
een kostbare prooi in de toekomstige strijd tegen het communisme. Dat waren
in grote lijnen de keuzes waar generaal Eisenhower voor kwam te staan.

Eisenhower gaat een gok wagen


Bij de geheime bijeenkomst op 10 september moet Eisenhower informatie
hebben gehad dat er in het opmarsgebied van de 21e Legergroep van
Montgomery mogelijkheden waren. Volgens mij was dat een demilitarisatie
van Nederland boven de rivier de Rijn. Dat verklaart ook zijn telegram aan
generaal Bradley over het gebruik van de havens van Rotterdam en
Antwerpen. We hebben gezien dat voorstellen tijdens de oorlog op dat gebied

173
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

regelmatig voorkwamen, mits de Duitsers de oorlog tegen de Russen alleen


mochten voortzetten. Groot-Brittannië was op dat moment aan het einde van
haar latijn. Het land stond aan de rand van een bankroet en de regimenten
waren dusdanig uitgedund dat ze niet of nauwelijks konden worden aange-
vuld. Financieel werd het land door Amerika op de been gehouden. In het
Verre Oosten vochten de Amerikanen en de Britten ook nog tegen de
Japanners (dat zou uiteindelijk nog tot in augustus 1945 gaan duren).
En dan was er nog de publieke opinie in Amerika en Canada: zij hadden
niet om de oorlog gevraagd. Amerika was in de Europese oorlog beland
geraakt maar dat was gebeurd door een Duitse oorlogsverklaring. De
Canadezen waren automatisch in de oorlog gekomen doordat ze lid waren van
het Britse Gemenebest. De vele duizenden doden maakten de oorlog in
Europa niet populair. Het waren de Amerikanen en Canadezen en niet te ver-
geten de Australiërs en Nieuw-Zeelanders die nog geen 30 jaar na de Eerste
Wereldoorlog weer de Europese kastanjes uit het vuur mochten halen. In die
landen wordt de Engelse taal gesproken en dan denken Europeanen al snel dat
zij zich sterk met hen verbonden voelen, maar vaak is het tegendeel waar. En
dan is het, gezien het voorgaande, niet meer zo vreemd dat Eisenhower een
gok ging wagen. Het mag cynisch klinken (we hebben het over duizenden
levens die ingezet werden), maar van zijn enorme strijdmacht gebruikte hij
een legerkorps, vier luchtlandingsdivisies en een luchtlandingsbrigade. Ter
vergelijking: het Russische leger maakte er bijna dagelijks geen probleem van
om dergelijke aantallen in de strijd te brengen, ongeacht de verliezen.

Het geheime Duitse aanbod aan de Geallieerden


Wat was dan dat aanbod? We hebben gezien dat de Nederlandse NSB-leider
Anton Mussert een bezoek bracht aan Nederlands-Indië en hartelijk werd ont-
vangen door de gouverneur-generaal jonkheer De Jonge, een uiterst autoritair
persoon. Hij was voor een vorm van democratie, maar dan wel het minste van
het minste. In de Eerste Wereldoorlog was hij minister van defensie en had
(zoals eerder beschreven) een groot conflict gehad met koningin Wihelmina.
Zij zouden na die tijd niet meer door één deur kunnen gaan. Na zijn gouver-
neurschap leefde hij een teruggetrokken bestaan in een riant huis in
Oosterbeek dat, toeval of niet, vlak achter hotel Hartenstein lag, het latere
hoofdkwatier van generaal Urquhart.
Hij was in 1940 één van de kandidaten bij de voorbereiding van de
Nederlandse Unie onder professor Jan de Quay die verregaande samenwerking
zocht met de Duitse bezetter maar ging dat ging hem toen al niet ver genoeg
en hij trok zich terug. Maar hij moet op de één of andere manier in beeld zijn
gebleven want hij werd benaderd door broer en zuster jonkheer Laurens en
jonkvrouwe Julia Op ten Noort. Beiden waren fanatieke aanhangers van de

174
Richting ontknoping

SS-ideologie. Ze waren lid van de NSB, maar van de extreme nazi-tak van
Feldmeier en Rost van Tonningen. Julia Op ten Noort was een persoonlijke
vriendin van Heinrich Himmler. Ze kende hem al jarenlang door ontmoetin-
gen in Groot-Brittannië via de eerdergenoemde Oxford-groep. Voor iedereen
was Himmler een onneembare veste, maar Julia Op ten Noort kon zonder
probleem contact met hem hebben. Er gaan geruchten dat ze een kind van
hem had, maar dat is twijfelachtig. Ze had een in geval een ‘Lebensborn’-kind.
Operatie Lebensborn was een plan van de SS om ‘raszuivere Germaanse kin-
deren’ voort te brengen. ‘Raszuiver’ betekende dat er vele generaties werd
teruggekeken en als dat allemaal ‘Übermenschen’ waren dan kon er ‘gefokt’
worden. Vermoedelijk heeft ze niets eens geweten wat de naam van de vader
van haar kind was.
Als broer en zus Op ten Noort in actie kwamen dan zaten daar Heinrich
Himmler en zijn paladijn Walter Schellenberg achter. Ze hadden een persoon-
lijke uitnodigingsbrief van Himmler aan De Jonge. Pro forma was Hitler toen
nog steeds de baas, maar die was (vooral na de aanslag op hem) helemaal dol-
gedraaid door zijn overmatig gebruik van medicijnen tegen de ziekte van
Parkinson en werd alleen nog maar omringd door jaknikkers die hem vooral
niet tegenspraken. In werkelijkheid beheerste het enorme SS-complex
Duitsland met Himmler als grote directeur. Tot het eind van de oorlog bleef
hij achter de schermen onderhandelen om tot een vrede met de westelijke
Geallieerden te komen.
Waarom jonkheer De Jonge? Himmler en Schellenberg waren op zoek naar
een ‘tussenpaus’ die tijdelijk het bewind (met strakke hand) in Nederland zou
kunnen overnemen à la Pétain in Vichy-Frankrijk. De Nederlandse regering in
ballingschap kwam niet in aanmerking en koningin Wilhelmina helemaal niet.
De uiterst rechtse De Jonge was ideaal: hij had regeringservaring als minister

Reinhard Gehlen Julia Op ten Noort Walter Bedell Smith

175
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

van defensie, was gouverneur-generaal van Nederlands-Indië geweest en pro-


Duits. Hij had leiding kunnen geven aan de secretarissen-generaal die na de
vlucht van de regering in 1940 hun werk waren blijven doen. Ik denk dat er in
het geheim een voorstel tot een wapenstilstand aan de Geallieerden is gedaan
en Market Garden was de ‘verzekeringspolis’: het bruggenhoofd over de Rijn
bij Arnhem en de vliegbasis Deelen vlak ten noorden van de stad. De
Geallieerden zouden onbeperkt voorraden kunnen aanvoeren. De Duitsers
zouden alleen tegen de Russen verder vechten (dat is dan meteen een verkla-
ring voor de praktisch ongestoorde evacuatie over de Westerschelde van het
15e Duitse Leger van generaal Gustav von Zangen). Het aanbod aan de
Geallieerden eind augustus-begin september 1944 gedaan en dat maakt mijn
theorie over de geheime bijeenkomst op 10 september op het vliegveld bij
Brussel waarschijnlijk. De aanvallen met de V2’s zouden zijn gestopt (die von-
den vanuit Nederland plaats) en misschien wel een Duitse atoomaanval: daar
moest toen ernstig rekening mee worden gehouden.
Misschien ben ik wel heel cynisch als ik denk dat de Geallieerden in alle
rust de tijd kregen een enorme troepenmacht op te bouwen om eventueel (als
het nodig was) de Duitsers in de rug te dekken in de strijd tegen de Russen
(mijn rode draad) want er moest en zou na de oorlog een sterke bufferstaat
gevormd worden om de Russen zo ver mogelijk naar het oosten te houden. Pas
na de conferentie van Yalta in 1945 werd er pas gesproken over een onvoor-
waardelijke overgave van Duitsland en waren er afspraken gemaakt waar de
demarcatielijnen en bezettingsgebieden zouden zijn.
Dan is er de vraag waarom niet prins Bernhard als tussenpaus? We hebben
eerder gezien dat hij in beeld was bij de discussie over de zgn. ‘stadhouders-
brief’. Was het hem aangeboden, dan had hij het vermoedelijk geaccepteerd:
hij kon leven als een kameleon als hij maar op de voorgrond kon treden, een
uniform mocht dragen en vooral een comfortabel leven kon hebben. Maar op
3 september 1944 was hij benoemd tot opperbevelhebber van de Nederlandse
strijdkrachten. Hij ging mee met de Prinses Irene Brigade die bij de 21e
Legergroep van Montgomery was ingedeeld. Zowel Eisenhower als Mont-
gomery waren tegen de benoeming gezien zijn naziverleden, maar prins
Bernhard had goede contacten met de chef-staf van Eisenhower generaal
Walter Bedell Smith, een notoire communistenvreter. Die ging Eisenhower
bewerken en tenslotte stemde die ermee in. Montgomery moest hem als
ondergeschikte accepteren, maar bleef hem wantrouwen.
Bedell Smith was voor Eisenhower onmisbaar: hij was de opperbevelheb-
ber met de eeuwige glimlach. Hij was de diplomaat die legers van allerlei
nationaliteiten moest samenbinden en dus moest hij populair blijven. Bedell
Smith voerde de ‘moeilijke’ gesprekken met officieren die niet voldeden en
ontslagen of overgeplaatst moesten worden: hij riep zelfs een keer generaal

176
Richting ontknoping

George Patton op het matje. Hij deed het vuile werk voor Eisenhower. Na de
oorlog werd Bedell Smith ambassadeur in Moskou en na een paar jaar hoofd
van de CIA.
Prins Bernhard organiseerde vanaf de jaren vijftig de zgn. ‘Bilderberg-
conferenties’ in Oosterbeek. Bedell Smith werkte daar van harte aan mee: hier
kwamen politici en industriëlen samen. Ze konden hier ongestoord vergaderen
en meningen spuien die in het openbaar niet mogelijk waren. Politici komen
en gaan, maar ook hier waren het vooral de grootste industriëlen en bankiers
ter wereld die voor de oorlog Hitler aan de macht hadden gebracht en na de
oorlog nog altijd aan het brainstormen waren hoe ze het communisme ver van
hun bed konden houden.

De snelle dood van Himmler en de toenmalige kennis van de holocaust


Na dit intermezzo over prins Bernhard en Bedell Smith kan ik me voorstellen
dat u zich afvraagt waar het monster Himmler en zijn paladijn Schellenberg
de moed en de brutaliteit vandaan haalden om deze wapenstilstand voor te
stellen. Nu weten we dat er na de oorlog het proces tegen de grootste oorlogs-
misdadigers in Neurenberg plaatsgevonden heeft en dat meesten hun leven
aan de galg lieten. Maar dat is een noviteit in de geschiedenis. Daarvoor was
het heel gebruikelijk dat dergelijke figuren onderdak kregen in een land dat
hun wel wilde hebben (met een levenslange gouden handdruk). Toen NSB-
leider Anton Mussert in de gevangenis van Scheveningen zat maakte hij al
plannen over lezingen die hij aan de Amerikaanse universiteit van Harvard zou
gaan houden.
Na de Duitse capitulatie in mei 1945 trok Heinrich Himmler een soldaten-
uniform aan en mengde zich onder de duizenden krijgsgevangenen. Dat was in
Noord-Duitsland in het gebied van de 21e Legergroep van Montgomery. Die
hadden net het concentratiekamp Bergen Belsen bevrijd en de afschuwelijke
misdaden gezien die daar gebeurd waren (Anne Frank en haar zusje waren
daar enkele weken daarvoor aan ondervoeding gestorven). Daarom werden de
Duitse krijgsgevangenen door de Britten niet al te zachtzinnig behandeld.
Himmler had zo’n 20 jaar als de gevreesde ongekroonde koning geleefd. Het
had hem aan niets ontbroken en toen werd hij plotseling op het bestaansmini-
mum teruggeworpen. Hij voelde zich beledigd en maakte zich bekend. Hij
werd meteen afgezonderd, zijn identiteit werd bevestigd en toen pas zou hij
beseft hebben dat hij ter verantwoording zou worden geroepen voor zijn
daden. Hij had een cyaankalipil bij zich verstopt en pleegde zelfmoord. Dat is
de officiële lezing waar ik dus niets van geloof.
Er is ook een versie dat hij herkend werd, toen gearresteerd en meteen uit
de weg geruimd om te voorkomen dat zijn plan tot een staatsgreep en wapen-
stilstand in augustus 1944 aan het licht zou komen. Het is wel vreemd dat hij

177
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

van onder tot boven nagekeken zou zijn en dan toch zelfmoord kon plegen. Ik
vind het allemaal wel erg onwaarschijnlijk. In ieder geval kwam zijn dood niet
ongelegen.
De miljoenenmoord in de vernietigingskampen was in september 1944
nauwelijks bekend. Dat er concentratiekampen bestonden waar onmenselijk
hard werd opgetreden was al lang voor de oorlog bekend, de massamoorden
op joden in Oost-Europa waren deels bekend, maar dat er op een industriële
schaal miljoenen mensen werden vermoord was niet bekend of men wilde het
onvoorstelbare niet geloven.
Men had het kunnen weten: op 7 april 1944 ontsnapt de joodse Slowaak
Rudolf Vrba uit Auswitz. Hij had daar een ‘bevoorrechte positie’: dat wil zeg-
gen dat hij niet meteen vermoord werd en een paar maanden langer mocht
leven omdat hij functie in het kamp kreeg. Hij wist dat de Hongaarse joden
aan de beurt waren om vermoord te worden. Hij zag kans om Boedapest te
bereiken om de joodse gemeenschap daar te waarschuwen, maar werd niet
geloofd. Men dacht nog steeds (zoals al die miljoenen mensen voor hen) dat
men naar werkkampen zou worden gedeporteerd. Het leven zou daar zwaar
zijn, maar men had goede hoop het te overleven. Hij heeft een gedetailleerd
rapport geschreven over de gebeurtenissen en dat is naar de Geallieerden
doorgespeeld. Het is op 20 juni 1944 in de New York Times gepubliceerd en
de Britse BBC besteedde er uitgebreid aandacht aan. Maar men kon zich niet
voorstellen dat het waar was. Ik geloof dat: wie had zich in die tijd kunnen
voorstellen dat er miljoenen mensen jarenlang, dag en nacht, op industriële
wijze vermoord werden. Dat was in de menselijke geschiedenis nog nooit
gebeurd en daarom niet te begrijpen. Zelf nu nog is het onvoorstelbaar. Pas
toen de Russen in 1945 de vernietigingskampen hadden bereikt kwam langza-
merhand de waarheid aan het licht.
Himmler en Schellenberg wisten dat dit lugubere hoofdstuk nog steeds
grotendeels geheim was: het gebeurde ver weg in Polen en mocht het Duitse
leger er in geslaagd zijn de Russen terug te dringen dan hadden ze kans gehad
hun misdaden te verbergen en had het nog vele jaren langer geduurd voordat
de hele geschiedenis van de holocaust bekend zou zijn geworden.

De ongelooflijk optimistische planning en uitvoering van Market Garden


Komen we nu op de planning van Market Garden. Voordat ik hiermee begin
wil ik nogmaals stellen dat alle grootscheepse luchtlandingsoperaties, zowel
van Geallieerde en Duitse kant (op incidentele plaatselijke successen na) alle-
maal mislukt zijn. En nu stond de grootste op dat gebied op het punt van
beginnen. Waren alle voorgaande luchtlandingen op een relatief beperkte
schaal uitgevoerd (met de grondtroepen er vlak achter), deze keer betrof het
tot Arnhem een afstand van bijna 180 kilometer en dat in een situatie dat de

178
Richting ontknoping

grondtroepen nauwelijks voldoende bevoorraad konden worden om maar te


zwijgen over de bevoorrading bij een eventuele succesvolle doorstoot.
Ik heb het voorrecht vele Poolse en Britse veteranen te hebben gekend en
persoonlijke gesprekken met hen te hebben gehad. Als het over Market
Garden ging viel mij de mening van de ‘oude rotten’ op. In de Britse 1e
Luchtlandingsdivisie bevonden zich veel militairen die al in Noord-Afrika,
Sicilië en Normandië gevochten hadden. Ze ergerden zich mateloos over de
nonchalance waarmee de nieuwe rekruten werden opgeleid: ‘het leek wel of
we op vakantie gingen, wij kenden de ‘Jerries’ (Moffen) en wisten dat ze tot
het laatste moment bleven doorvechten’. Ook hadden ze het over de slechte
geheimhouding: dat de brug bij Arnhem het doel was wist bijna iedereen.
De Britse 1e Luchtladingsdivisie kende enkele commandowisselingen: de
eerste commandant was in Zuid-Italië gesneuveld, werd opgevolgd door een
andere die weer naar India werd overgeplaatst om daar een luchtlandingsdivi-
sie op te richten. Begin februari 1944 werd de Schot Robert ‘Roy’ Urquhart
benoemd tot nieuwe commandant van de divisie. Hij was succesvol als briga-
de-generaal in Noord-Afrika en Sicilië, maar had totaal geen ervaring met
luchtlandingstroepen en had bovendien last van luchtziekte. Insiders hadden
verwacht dat brigade-generaal Gerald Lathbury zou worden bevorderd tot de
nieuwe commandant. In Sicilië had hij met grote moed zijn vaardigheden
bewezen, maar werd het niet. Hij heeft zijn teleurstelling nooit laten merken
en heeft als commandant van zijn parachutistenbrigade meer dan zijn plicht
gedaan, maar het blijft een raadsel waarom zo’n ervaren officier toen op een
zijspoor werd gezet.

Lang niet alle mogelijkheden werden benut


Men zou verwachten dat bij de grootste luchtlandingsoperatie uit de geschie-

Generaal Urquhart Generaal Lathbury Majoor Freddie Gough

179
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

denis (vooral gezien de fiasco’s uit het verleden) alles uit de kast zou worden
gehaald dat een succes mogelijk zou maken. Het tegendeel is waar: het lijkt
wel of er een euforie van onoverwinnelijkheid was. Van meerdere kanten
werd aangedrongen op de inzet van de eerdergenoemde lichte Britse en
Amerikaanse tanks in alle landingsgebieden (ook de Amerikaanse), maar dit
werd door generaal Browning afgewezen: ze zouden niet nodig zijn en teveel
zweefvliegtuigen gebruiken. Daarom bestond het belangrijkste deel van het
plan van Urquhart de inzet van de gespecialiseerde onafhankelijke compagnie
(de enige in het Britse leger) van majoor Freddie Gough, bestaande uit motor-
rijders en jeeps die met zware mitrailleurs bewapend waren en als eersten naar
de brug bij Arnhem moesten racen en die veroveren. Dat is wel erg weinig als
je bedenkt dat ze vanaf de landingsplaats zo’n 18 kilometer zouden moeten
afleggen dwars door vijandelijk gebied. Dan kan er snel iets misgaan.
Dan is er nog het sprookje van de slechte radioverbindingen: pas tijdens de
slag om Arnhem zou blijken dat ze ondeugdelijk waren. Dat is niet waar. De
toestellen die meegenomen werden hadden maar een bereik van vijf kilometer
en waren gefabriceerd voor de strijd tegen de Japanners in Birma. Dat was
bekend. Voorgesteld werd om een behoorlijk aantal zwaardere zender/ont-
vangers mee te nemen die een veel groter bereik hadden en betrouwbaar
waren. Dit werd door generaal Urquhart afgewezen omdat er dan minder
militairen konden worden meegenomen. Vanaf de verst afgelegen landings- en
droppingsgebieden moesten de troepen zo’n 18 kilometer naar de brug bij
Arnhem oprukken en generaal Urquhart nam genoegen met radioapparatuur
die in het gunstigste geval een bereik van vijf kilometer had. Zijn hele divisie
werd neergelaten over een gebied dat vele malen groter was. Hij had moeten
weten dat als het fout ging hij geen radioverbindingen meer zou hebben met
zijn brigades en toch heeft hij het gedaan. .
Generaal Browning (de commandant van de hele luchtlandingsoperatie)
vond het nodig zijn hoofdkwartier mee te laten overvliegen. Daarvoor waren
36 zweefvliegtuigen nodig. Hij landde bij Groesbeek tussen de 82e en 101e
Amerikaanse luchtlandingsdivisies. Voor de commandant van de 82e
Amerikaanse Luchtlandingsdivisie, generaal Gavin, was hij een blok aan het
been. Die moest troepen afstaan om dat hoofdkwartier te beschermen, die hij
beter had kunnen gebruiken. Browning was daar volmaakt overbodig. Zijn
enige wapenfeit was dat hij na de landing snel naar buiten rende om te urine-
ren in Duitsland (het was vlakbij de grens en dat was zijn grote wens). Hij had
dezelfde radioapparatuur bij zich en was dus net zo onbereikbaar als
Urquhart. Met die zweefvliegtuigen hadden de eerdergenoemde lichte tanks
en betrouwbare zendapparatuur kunnen worden vervoerd. Blijkbaar was het
voor Browning ineens niet meer ‘een brug te ver’ en stond er iets te gebeuren
wat hij eerder niet wist en wat hij toen absoluut niet wilde missen.

180
Richting ontknoping

De keuze van de aanvalsprioriteiten is opmerkelijk: de Amerikaanse 101


Luchtlandingsdivisie onder generaal Maxwell Taylor zou vlak voor het Britse
30e Korps neergelaten worden en had de ‘makkelijkste’ opdracht, hoewel ze
meerdere kleine bruggen moesten veroveren, maar kregen de meeste voorra-
den en manschappen tijdens de eerste ‘lift’. Maar de bruggen over de Maas, de
Waal en de Rijn moesten door de 82e Amerikaanse en de Britse 1e
Luchtlandingsdivisies worden veroverd. Zowel de generaals Urquhart als
Gavin kozen voor landingsgebieden ver van die bruggen.
Er zijn voorstellen gedaan om bij alle bruggen troepen neer te laten om
deze als eerste te veroveren (een logische gedachtengang). Dat werd afgewe-
zen vanwege vermeende zware Duitse luchtafweer en een drassige grond bij
de bruggen. Maar het merkwaardige feit doet zich voor dat bij de eerderge-
noemde operatie Comet op 8 september om 04.30 uur 18 zweefvliegtuigen
bij de Arnhemse brug zouden landen om hem dan stormerderhand te verove-
ren. De hoofdmacht zou daarna om 06.45 uur arriveren. Toen was een direc-
te aanval op de brug bij Arnhem blijkbaar geen enkel bezwaar. Door slecht
weer werd Comet een dag uitgesteld.
Toen Montgomery berichten kreeg dat in het hele gebied de Duitse tegen-
stand steeds sterker werd blies hij de aanval af, meteen gevolgd door het eer-
dergenoemde bevel aan Brereton Walcheren aan te vallen. Dat was dus nog
steeds zijn eerste prioriteit en dat hij op dat moment helemaal niet geobse-
deerd was in een grote aanval naar Duitsland zoals veel wordt gesuggereerd.
De volgende dag was de conferentie met Eisenhower bij Brussel en zou hij
met operatie Market Garden op de proppen zijn gekomen. Ik kan het niet
geloven. Het plan kwam van Eisenhower en blijkbaar was de verwachte grote
Duitse tegenstand ineens geen bezwaar meer en kwam de belangrijke verove-
ring van Walcheren op het tweede plan.

Maxwel Taylor Generaal James Gavin Walter Model

181
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

De landingsgebieden van generaal Urquhart lagen ver weg van de Arnhemse


brug (bij Ede, Wolfheze, Renkum en Heelsum). De Poolse brigade van gene-
raal Sosabowski zou pas op de derde dag worden gedropt bij Elden (later werd
dat Driel) toen de restanten van de de Britse divisie in Oosterbeek ingesloten
waren. Maar het zware materieel (zoals transport en artillerie) werd al op de
eerste dag op de noordoever van de Rijn neergelaten (onder groot protest van
Sosabowski). Het lijkt er sterk op dat de Poolse Brigade in de planning ‘nog
een beetje mocht meedoen’. De Polen waren uiterst gemotiveerd en graag als
eersten op de zuidoever van de Rijn geland. Ze wilden de Duitsers zo snel
mogelijk verslaan en naar hun vaderland Polen oprukken (samen met de
200.000 andere Poolse militairen die aan het westelijk front vochten) om het
te bevrijden. De opstand in Warschau was nog steeds aan de gang. Ik heb in de
loop van de tijd meerdere Poolse veteranen gesproken die mij vertelden dat
hun brigade op de eerste dag al zou landen en de Arnhemse brug stormerder-
hand moest veroveren samen met de brug bij Nijmegen. Het zou een perfecte
verrassingsaanval zijn geweest en heel goed uitvoerbaar. Maar ook hier heerste
er een optimisme dat deze verrassingsaanval niet meer nodig zou zijn.
Generaal Gavin met zijn 82e Amerikaanse Luchtlandingsdivisie moest de
verkeers- en/of de spoorbrug over Waal bij Nijmegen veroveren. Maar ook hij
koos niet voor een directe aanval op de bruggen. Het merendeel van zijn troe-
pen concentreerde hij rond Groesbeek waar hij een Duitse tegenaanval vanuit
het Duitse ‘Reichswald’ verwachtte. Maar één directe aanval liet hij wel uit-
voeren. Een compagnie van het 504 Regiment voerde die aanval uit op de
brug over het Maas bij Grave en die was meteen succesvol. Maar ook hij had
een aanval met zweefvliegtuigen, parachutisten en jachtvliegtuigen op de
noordoever van de Waal kunnen uitvoeren. De verkeersbrug was zijn belang-
rijkste doel: maar hij nam ook een afwachtende houding aan.
Het was onmogelijk de drie divisies en de Poolse brigade in één ‘lift’ over te
vliegen, daarvoor was er onvoldoende capaciteit. Toen werd besloten de aan-
val op zondag 17 september overdag in te zetten om één uur ’s middags.
Slechts één derde van alle troepen zou kunnen worden overgevlogen met als
argument dat de terugkerende vliegtuigen dringend onderhoud nodig hadden
en er te weinig grondpersoneel was om dat te doen. Dat zou dus betekenen
dat de vliegtuigen na een korte vlucht naar Nederland datzelfde niet nog een
keer konden doen. Was er wel een oorlog aan de gang? Nu konden de eerste
troepen maar enkele uren bij daglicht in actie komen en moesten bovendien
de landingsterreinen ’s nachts verdedigen voor de tweede ‘lift’ die pas de vol-
gende dag zou komen. De Duitsers kregen dus alle tijd om te reageren en
deden dat dus ook. Aan het einde van de dag was het voor hen een fluitje van
een cent om te begrijpen wat het doel van de luchtlandingen was. In een neer-
gestort Amerikaans zweefvliegtuig werd nog een aanvalsplan gevonden, maar

182
Richting ontknoping

dat hadden ze niet meer nodig. Ik denk dat men er bij de planning vanuit ging
dat er een snelle Duitse ineenstorting zou plaatsvinden (staatsgreep) en dat de
rest van de luchtlandingstroepen alleen nog maar nodig waren om alles zeker
te stellen. Een gok die helemaal verkeerd uitpakte.

Vanaf het begin vertragingen en er ging meteen van alles fout


In het opmarsgebied van het Britse 30e Legerkorps over de grond werd in het
begin al op hevige tegenstand gestoten en er werd meteen achter op het tijd-
schema geraakt. Bovendien bliezen de Duitsers de eerste brug op die moest
worden veroverd: die over het Wilhelminakanaal. Er moest een zgn. ‘Baily’-
brug worden aangelegd. Dat veroorzaakte urenlange vertraging.
Zoals eerder vermeld had bij Nijmegen het een compagnie van het 504e
Regiment de brug over de Maas met een bliksemaanval veroverd. Het volgen-
de obstakel was het Maas-Waal Kanaal: die had drie bruggen. Twee werden er
opgeblazen, maar de derde veroverd. Bleven nog over de belangrijkste doelen:
de spoor- en de verkeersbrug over de Waal bij Nijmegen.
Maar in het gebied van de 1e Britse Luchtlandingsdivisie ging alles fout wat
er maar fout kon gaan. In het begin verliepen de landingen voorspoedig. De
luchtlandings- en de parachutistenbrigade landden voorspoedig. Tijdens de
overtocht waren maar enkele vliegtuigen verloren gegaan. Maar precies de
zweefvliegtuigen met het materieel van majoor Freddy Gough waren daarbij
en daarmee was de angel uit plan van generaal Urquhart gehaald. Hij was vele
kilometers van de spoor- en verkeersbruggen bij Arnhem verwijderd.
Onmiddellijk diende zich het te verwachten verbindingsprobleem aan: het
was bijna onmogelijk om onderling contact te hebben en het oprukken rich-
ting Arnhem verliep moeizaam.
Als door een wonder slaagde het bataljon van luitenant-kolonel John Frost
erin via de uiterst zuidelijke route, de brug te bereiken en de noordkant ervan
te veroveren. Toen de volgende dag de laatste parachutistenbrigade landde
was de Duitse tegenstand zo sterk geworden dat er geen sprake van aanvallen
meer was, maar terugtrekken richting hotel Hartenstein in Oosterbeek, waar
Urquhart zijn hoofdkwartier had gevestigd. Daar had de Duitse veldmaar-
schalk Model kort daarvoor het hoofdkwartier van zijn legergroep gevestigd.
Het zag eruit als een rustige plek ver van het front. Model was een overtuigd
nazi en een favoriet van Hitler: die had een gloeiende hekel aan officieren van
Pruisische afkomst, die hij als de veroorzakers van de nederlaag in 1918
beschouwde en daar was Model het helemaal mee eens. Toen de Britse lucht-
landingen begonnen trok hij zich terug naar de omgeving van Doetinchem en
gaf daar leiding aan de strijd. In het voorjaar van 1945 was hij in het Duitse
Ruhrgbied omsingeld. Toen hij geen uitweg meer zag pleegde hij met zijn
dienstpistool zelfmoord.

183
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

In datzelfde gebied bevonden zich de restanten van de 9e en 10e Duitse SS-


pantserdivisies die uit ‘de zak van Falaise’ bij Normandië over de Seine waren
ontsnapt. Nog steeds wordt er beweerd dat de aanwezigheid van die troepen
het gevolg van verraad is. Vooral de Nederlandse dubbelagent Christiaan
(Chris ‘King Kong’) Lindemans wordt hiervan verdacht. Hij was kind aan huis
op het hoofdkwartier van prins Bernhard en daar heeft hij inderdaad gevoelige
informatie gekregen van o.a. Kas de Graaf, een medewerker van de prins die
hij ooit via Frankrijk naar Spanje heeft helpen ontsnappen. Lindemans werkte
als dubbelagent nauw samen met de Duitse Abwehr-officier Giskes en is ver-
antwoordelijk voor de dood van vele mensen. Lindemans had gehoord van
Geallieerde luchtlandingen in de omgeving van Eindhoven en dat probeerde
hij aan Giskes door te spelen. Die was in de tussentijd overgeplaatst en in de
villa in Driebergen waar normaliter Giskes resideerde trof hij majoor
Kiesewetter aan die hem niet vertrouwde en de inlichtingen niet verder gaf.
Overigens is Lindemans na de oorlog, na door de Britten op hardhandige wijze
te zijn verhoord, op voor mij mysterieuze wijze in een Haags ziekenhuis om
het leven gekomen.
Was de aanwezigheid van de SS-pantsertroepen het gevolg van verraad? Ik
geloof het niet. Toen veldmaarschalk Von Rundstedt kort daarvoor het com-
mando in het westen overnam zag hij al (daar hoef je geen veldmaarschalk
voor te zijn) dat er uiteindelijk een aanval richting de Rijn zou komen.
Daarom positioneerde hij de overgebleven troepen van generaal Bittrich in
een strategisch en dichtbebost gebied. Had de aanval bijvoorbeeld bij Wezel
plaatsgevonden dan had Bittrich binnen korte tijd ook daar kunnen zijn.
Bovendien bevonden zich in een depot bij Kleef zo’n 30 ‘Tiger’ tanks, de
modernste van de wereld uit die tijd, waar alleen de Russische T34 tank tegen
opgewassen was.

Christiaan Lindenmans De Duitse ‘Tiger’ tank Wilhelm Bittrich

184
Richting ontknoping

De aanwezigheid van de Duitse pantsertroepen was overigens al voor Market


Garden bekend. Inlichtingenrapporten beschreven redelijk precies de terug-
tocht naar het noorden, men kende de namen van de divisies en wist dat ze
zich in het gebied in de driehoek Arnhem-Apeldoorn-Doetinchem bevonden.
Men wist ook dat de divisies zwaar gehavend waren, maar nog steeds
gevechtsklaar. Die inlichtingenrapporten kwamen ook onder de ogen van
Eisenhower en Montgomery die Market Garden gewoon lieten doorgaan. Er is
nog voorgesteld om op derde dag extra luchtlandingstroepen van de Britse 6e
Luchtlandingsdivisie bij Arnhem neer te laten, maar dat werd afgewezen.
Voor mij weer een bewijs dat men een omwenteling in Duitsland verwachtte
en dat dan die pantsertroepen dan niet meer van belang waren.
In de staf van generaal Browning was een inlichtingenofficier: majoor Brian
Urquhart (geen familie van). Die werd zo ongerust door de stroom van ongun-
stige inlichtingen dat hij toestemming vroeg en kreeg om in de omgeving van
Arnhem fotoverkenningsvluchten te laten uitvoeren. Op die foto’s waren
zware Duitse tanks te zien die gecamoufleerd onder bomen stonden. Toen hij
bleef protesteren tegen de aanval werd hij door generaal Browning op non-
actief gesteld omdat hij psychische problemen zou hebben. Dat viel wel mee,
want in zijn latere carrière is hij nog jarenlang plaatsvervangend secretaris-
generaal van de Verenigde Naties geweest. Browning was blijkbaar alweer
teruggekomen van zijn opmerking dat Arnhem wel eens ‘een brug te ver’ was,
anders zou hij als verantwoordelijk commandant toch wel alarm hebben gesla-
gen. Ik denk dat hij toen op de hoogte was over de werkelijke bedoeling van
Market Garden.

Generaal Urquhart reageert paniekerig


Als we terugkeren naar de gevechtshandelingen zien we dat bij Arnhem gene-
raal Urquhart in paniek begint de raken: door de falende verbindingen heeft
hij totaal geen contact meer met zijn commandanten. Daarom gaat hij zelf op
zoek naar hen. Hij vindt ze niet en in een huis in een Arnhemse woonwijk zit
hij dagenlang ondergedoken. Dat is voor een divisiecommandant een onge-
looflijke blunder. Hij had op zijn post moeten blijven en leiding moeten
geven, hoe moeilijk dat ook was. Bovendien had hij niet aangegeven wie zijn
plaatsvervanger was als hij dood, gewond of vermist was. Nu werd dat, volgens
de militaire traditie, de oudste generaal. Dat was brigade-generaal Hicks, de
generaal van de luchtlandingstroepen die met de zweefvliegtuigen waren
geland. Hij moest leiding gaan geven aan de verdediging van het gebied rond
hotel Hartenstein in Oosterbeek. Hem wordt verweten dat hij als een
archaïsch officier uit de Eerste Wereldoorlog zijn troepen tot onnodige verlies-
gevende tegenaanvallen dwong, maar hij had op dat moment helemaal geen
overzicht over de situatie en moest improviseren. Hij had ook te maken met

185
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

een fout van generaal Urquhart tijdens de planning van Market Garden: de
hooggelegen gebieden van de Westerbouwing ten westen van Oosterbeek. Dat
had hij nooit over het hoofd mogen zien. Daar tegenover was nog de veerpont
over de Rijn vanaf het dorpje Driel op de zuidoever. De Westerbouwing was
militair gezien ‘makkelijker’ te verdedigen geweest en vanaf daar hadden de
Polen van generaal Sosabowski de Britten via het Drielse veer goed kunnen
versterken. Toen generaal Urquhart weer terug was op zijn hoofdkwartier had
luitenant-kolonel Frost de noordoever van de brug nog steeds in handen, maar
het was onmogelijk om nog versterkingen aan te voeren.
Intussen was ook de Poolse Brigade bij Driel in plaats van bij Lent neerge-
komen. Dat had alles te maken met de (te late) ontdekking van de Wester-
bouwing en het veer bij Driel. Generaal Sosabowski deed wat hij kon en zag
kans om delen van zijn troepen op de noordkant te krijgen. Dat ging ten koste
van zware verliezen bij de overtocht in rubber bootjes. Het was te weinig en te
laat, maar dat kon hem niet aangerekend worden. Zijn troepen hebben meer
dan hun best gedaan.
Het Britse 30e korps onder generaal Horrocks rukte langs de smalle corri-
dor op: regelmatig werden ze in de flanken aangevallen en af en toe doorbro-
ken, maar uiteindelijk bereikten ze Nijmegen, waar zware straatgevechten uit-
braken. De spoor- en de verkeersbrug waren voorzien van springladingen. De
Nijmeegse verzetsstrijder Jan van Hoof zou leidingen naar de springladingen
hebben doorgeknipt, maar een onderzoekscommissie heeft na de oorlog
geconcludeerd dat dat niet het gewenste effect heeft gehad. Jan van Hoof
stierf op 19 september toen hij als gids mee reed op een jeep.

De dappere Amerikaanse aanval over de Waal


Generaal Gavin besloot een aanval uit te voeren die de geschiedenis is inge-
gaan als één van de gedurfdste en dapperste uit de oorlog. Een bataljon van het
504 Regiment van kolonel Reuben Tucker (dat regiment had ook al in een
individuele actie de brug over het Maas-Waal kanaal veroverd) is onder dek-
king van rookgranaten in canvasbootjes de Waal overgestoken en heeft vanaf
de noordkant de verkeersbrug brug veroverd. Het ging ten koste van onstel-
lend zware verliezen. De tanks van het Britse 30e Korps begonnen toen de
brug over te steken.
Eenmaal aan de overkant werd er gestopt met het argument dat er moest
worden gewacht op de infanterie die nog steeds in de Nijmeegse binnenstad
aan het vechten was. Op dat moment was de brug bij Arnhem nog steeds in
Britse handen. Ik weet het: in het gebied tussen Nijmegen en Arnhem was
zware Duitse tegenstand, maar als men de Arnhemse brug echt had willen
veroveren had men dit ten koste van grote verliezen kunnen doen. In plaats
daarvan werd er voorzichtig opgerukt en uiteindelijk werd het besluit geno-

186
Richting ontknoping

men de restanten van de Britse 1e Luchtlandingsdivisie over de Rijn terug te


trekken. Alle moeite en soms uitzonderlijke dapperheid waren voor niets
geweest. Het resultaat was de verovering van de Noord-Brabant en een uit-
stulping tot Nijmegen. In het gebied tussen Arnhem en Nijmegen ontstond
een niemandsland waar tot het einde van de oorlog bloedige gevechten gele-
verd werden. Montgomery noemde Market Garden ‘voor 90% geslaagd’; daar-
na heeft hij consequent geweigerd er inhoudelijk over te spreken. Voor
Eisenhower geldt hetzelfde: in zijn memoires wordt er maar summier over
gesproken. Volgens mij was het belangrijkste argument dat er gestopt werd
omdat er maar geen bericht van een Duitse staatsgreep kwam en dan zou de
verovering van de Arnhemse brug zinloos zijn geweest. Een verdere opmars
naar Duitsland was op dat moment logistiek onmogelijk.

Was er Duitse hulp bij de ondermijning van de bruggen?


Vanaf de start van Market Garden is er veel misgegaan. We hebben gezien dat,
ondanks de eerdere slechte ervaringen met luchtlandingstroepen op grote
schaal, de planning zich kenmerkte door een groot optimisme en nonchalance.
De inzet van alle beschikbare wapens en directe aanvallen op de belangrijkste
bruggen werden niet gebruikt en uitgevoerd. Op de eerste dag werd slechts
een derde van de troepen overgevlogen, terwijl het mogelijk was bijna de hele
strijdmacht in een dag over te vliegen.
Er is nog een merkwaardig fenomeen: de ondermijning van de bruggen. Je
zo toch mogen verwachten dat de Duitsers begin september 1944 alle strate-
gische bruggen in het gebied van de Rijn zwaar bewaakt en van springladingen
hadden voorzien. Er zou hoe dan ook een aanval in die richting komen. In het
gebied van de 101e Amerikaanse luchtlandingsdivisie werd de brug over het
Wilhelminakanaal opgeblazen. De compagnie van de 82e Amerikaanse
Luchtlandingsdivisie die de brug over het Maas-Waal Kanaal veroverde, vond
die wel ondermijnd, maar de springladingen konden niet tot ontploffing wor-
den gebracht. Hetzelfde gebeurde bij de verkeersbrug bij Nijmegen over de
Waal en de brug bij Arnhem was helemaal niet ondermijnd. Het is waar: in
eerste instantie weigerde veldmaarschalk Model de brug bij Nijmegen op te
blazen omdat hij (terecht) meende nog kansen te hebben naar het zuiden op
te rukken. Maar toen het 30e Britse Korps de brug begon over te trekken werd
geprobeerd die op te blazen en dat mislukte.
Naar mijn bescheiden mening zijn er voor Market Garden van Duitse kant
voorbereidingen getroffen om de Geallieerden een handje te helpen.
Waarom? Ik denk dat op zaterdag 16 september of op zondagmorgen 17 sep-
tember 1944 er bekend zou worden gemaakt dat er een staatsgreep had plaats-
gevonden en dat de Duitsers Nederland ten noorden van de Rijn zouden
demilitariseren. Oud-gouverneur-generaal van Nederlands-Indië De Jonge

187
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

zou (tijdelijk) het bewind over dat Nederlandse gebied gaan voeren. De
Geallieerden zouden zowel de stad Arnhem op de noordoever in handen krij-
gen, alsmede de vliegbasis Deelen vlak ten noorden daarvan om tenminste één
sterk bruggenhoofd over te Rijn te hebben. De haven van Antwerpen zou ter
beschikking komen en (misschien) Rotterdam. De Geallieerden zouden hun
verdere opmars staken en het Duitse leger zou de handen vrij krijgen om
alleen tegen de Russen (lees het communisme) te vechten. De aanvallen met
de V1 en V2 wapens zouden daardoor ook worden gestopt. Terwijl de
Duitsers zouden proberen de Russen terug te dringen, zouden Geallieerden in
alle rust hun enorme strijdmacht kunnen opbouwen en eventueel (hoe
cynisch ook) tegen de Russen kon worden ingezet. Die hadden dan waar-
schijnlijk genoegen moeten nemen met de terugtrekking van hun troepen tot
aan ongeveer de Curzon-grens tussen Polen en Rusland die na de Eerste
Wereldoorlog werd vastgesteld.

Het Morgenthau-plan heeft de Duitse staatsgreep verijdeld


Wat is er dan misgegaan? Volgens mij is generaal Eisenhower ingegaan op een
Duits aanbod waarvan hij de gevolgen niet goed kon inschatten, maar blijk-
baar de moeite van het proberen waard was en hij heeft de gok gewaagd. Zijn
opmars richting Duitsland was door gebrek aan voorraden vastgelopen en het
zag er niet naar uit dat dat snel zou verbeteren. Van zijn immense strijdmacht
gebruikte hij een Brits legerkorps, vier luchtlandingsdivisies en een parachu-
tistenbrigade. Het klinkt cynisch: maar als het zou mislukken dan zou dat de
sterkte van zijn strijdmacht nauwelijks beïnvloeden.
Het is bekend dat Laurens Op ten Noort met een uitnodigingsbrief van
Himmler in opdracht van zijn zuster Julia tijdens de gevechten in Oosterbeek
was waar De Jonge woonde, maar hij was niet te bereiken. Blijkbaar werd er
van hem verwacht dat hij zich op de één of manier zich zou openbaren als de
tijdelijke stadhouder van Nederland. Pas begin november werd hij gevonden
in Amerongen bij baron Bentinck die er uitgesproken NSB-sympathieën op
nahield. Vermoedelijk is De Jonge naar Amerongen gegaan toen de verwachte
staatsgreep niet kwam en hield hij zich verder van de domme. Ik kan daar geen
andere verklaring voor vinden. De Jonge wist wat zijn rol in het geheel zou
moeten zijn, maar moet het gevoel hebben gehad dat er te weinig garanties
waren en is toen in Amerongen ondergedoken. Heinrich Himmler en zijn
paladijn Walter Schellenberg hadden vermoedelijk Adolf Hitler aan de kant
hebben moeten zetten en dat is niet gebeurd. Waarom?
President Roosevelt en minister-president Churchill waren van 12-16 sep-
tember 1944 aan het confereren in het Canadese Quebec en moeten op de
hoogte zijn geweest. En daar werd ook door de Amerikanen het eerderge-
noemde ‘Morgenthau-plan’ gepresenteerd genoemd naar de Amerikaanse

188
Richting ontknoping

minister van financiën, om van Duitsland na de oorlog een boerenstaat te


maken zonder zware industrie. Het plan verdween al snel van tafel, maar werd
in de internationale pers breed uitgemeten.
De Duitse propaganda (lees Josef Goebbels) maakte er dankbaar gebruik
van om in Duitsland een stemming te kweken tot de laatste man door te vech-
ten. Churchill zag in Quebec de bui al hangen en was fel tegen het plan in ver-
band met de oprukkende Russen en de situatie na een Duitse capitulatie waar
dan weer net als in 1918 grote onlusten zouden uitbreken en daar zouden de
Russen graag gebruik van maken om in heel Duitsland het communisme aan
de macht te brengen. Ik denk dat op dat moment Himmler en Schellenberg
hebben afgehaakt. Vóór de presentatie van het Morgenthau-plan zagen zij de
Geallieerden als eventuele bondgenoten in de strijd tegen de Russen en had-
den daarmee de afzetting van de dolgedraaide Hitler en zijn kliek makkelijk
kunnen verkopen. Het grootste deel van het leger had hun waarschijnlijk
gevolgd. Nu lagen de kaarten anders. Het naoorlogse Duitsland zou (net als in
1918) weer diep vernederd worden en daar konden ze niet aan meewerken.

Het bezoek van Albert Speer aan generaal Bittrich


Toen de gevechten bij Arnhem op het eind liepen was er nog een bezoeker die
je daar niet zou verwachten: ‘Reichsminister’ Albert Speer, de minister van
bewapening. Hij had alle belang bij een welslagen van Market Garden: zijn
industriëlen moesten in bescherming worden genomen tegen het naderend
communisme en dat verklaart zijn aanwezigheid in deze uithoek van het front.
Ik denk dat hij op de hoogte was van het geheime aanbod aan de Geallieerden.
Hij had ooit plannen Hitler te vermoorden door middel van het gifgas Tabun,
dat door de ventilatoren van de commandobunker naar binnen zou moeten
worden gebracht.
Albert Speer was de persoonlijke gast van generaal Bittrich, waarvan
bekend is hij een uitgesproken tegenstander van Hitler was. Hij klom op in
rangen van de Waffen-SS, maar al snel kreeg hij een aversie tegen Hitler. Hij
heeft aan veldmaarschalk Rommel zijn steun uitgesproken dat als Hitler uit de
weg zou zijn geruimd hij hem met zijn troepen ten volle zou steunen. Albert
Speer sprak zijn bewondering uit voor de wapenstilstand die Bittrich beval om
de Britse en Poolse gewonden uit het slagveld te halen voor medische behan-
deling. Voor Bittrich was het een fluitje van een cent geweest om de Britten en
de Polen rond Hartenstein en bij de brug in Arnhem tot de laatste man uit te
schakelen. Hij heeft het niet gedaan.
Hij heeft openlijk fel geprotesteerd toen een Amerikaanse vliegtuigbeman-
ning na een noodlanding door SS’ers werd vermoord. Was de Duitse omwen-
teling geslaagd, dan had Bittrich vermoedelijk meegewerkt aan de demilitari-
sering van Nederland en samengewerkt met de Britse en Poolse troepen om

189
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

daarna naar het oostfront te vertrekken. Veldmaarschalk Von Rundstedt, had


er na de landingen in Normandië er bij Hitler al op aangedrongen met de
Geallieerden tot een wapenstilstand te komen en (alweer!) alleen tegen de
Russen verder te vechten. Tijdens de oorlog is hij enkele malen in ongenade
gevallen, maar telkens weer werd hij weer opgeroepen. Deze keer om veld-
maarschalk Model als westelijk opperbevelhebber op te volgen die na de zelf-
moord van veldmaarschalk Von Kluge deze functie maar 18 dagen vervulde.
Tot nu toe is het me niet gelukt te ontdekken wie er achter deze snelle com-
mandowisseling zit. Model bleef tot en met zijn zelfmoord in 1945 een felle
nazi en bewonderaar van Hitler, maar moest deze regelrechte degradatie
accepteren. Ik denk dat het Himmler en Schellenberg zijn geweest.

Wie waren er op de hoogte van het plan?


Dat zullen er niet veel geweest zijn. Bij een mislukking (wat dus gebeurd is)
moet het geheim blijven voor de Russen. Eisenhower zal het niet in z’n eentje
beslist hebben. Het Duitse voorstel zal zo rond eind augustus via mistige inter-
nationale kanalen gedaan zijn, maar moet heel serieus zijn overgekomen. Er
zal overleg geweest zijn tussen Roosevelt en Churchill en met de opperbevel-
hebbers de generaals Marshall en Alanbrook. Die zullen het groene licht heb-
ben gegeven, waarop op 10 september 1944 de beroemde bijeenkomst in het
vliegtuig bij Brussel plaatsvond.
Op dat moment werd pas Montgomery ingelicht. Die heeft toen een
woede uitbarsting gehad waarop Eisenhower hem er geduldig en fijntjes eraan
herinnerde hij zijn chef was en naar hem moest luisteren. Ik heb het al eerder
gememoreerd: Market Garden was helemaal in strijd met het voorzichtige
karakter van Montgomery. Dat verklaart ook de eerste planning van Market
Garden: de Amerikaanse 82e Luchtlandingsdivisie zou de aanval op Arnhem
uitvoeren. Als Brits veldmaarschalk zou je dat toch door je eigen Britse 1e
Luchtlandingsdivisie laten doen: daar was de hoofdprijs te verdienen. Toen de
commandant van de 12e Legergroep, generaal Bradley, op de hoogte van het
plan was greep hij in: hij protesteerde heftig en wenste ‘zijn’ oude 82e
Infanteriedivisie niet in de punt van de aanval, waarop de aanvalsdoelen van
de beide divisies werden omgedraaid. Volgens generaal Urquhart is er ook nog
sprake van geweest dat de Amerikaanse 101e Luchtlandingsdivisie bij Arnhem
zou landen. Waar Eisenhower Montgomery op de vingers tikte gaf hij toe aan
de wensen van Bradley zodat het er steeds meer op lijkt dat het een
Amerikaanse operatie was: ‘wij leveren het grootste aantal troepen en mate-
rieel en laten de Britten en de Polen maar het grootste risico lopen, want het
gaat over de toekomst van hun continent’. En wat voor de Amerikanen (en
niet te vergeten de Canadezen) het belangrijkste was: ‘hoe verder we de
Russen naar het oosten houden, hoe beter het is. Wij hebben geen zin om voor

190
Richting ontknoping

de derde keer in deze eeuw jullie te helpen, los nu maar eens een keer je eigen
Europese problemen op’. Het moet uit het hart gegrepen zijn van president
Roosevelt: de Franse generaal De Gaulle noemde hij zijn ‘politieke hoofdpijn’
(die wilde ‘definitief’ met de Duitsers afrekenen) en in de opmars van de
Russen zag hij alweer een nieuwe Europese oorlog in het verschiet, waar
alweer de Amerikanen het leeuwendeel voor hun rekening zouden moeten
nemen. Samengevat is het dan niet zo vreemd dat generaal Eisenhower de gok
Market Garden gewaagd heeft.
Alleen hooggeplaatste officieren en politici zullen van het hele plan op de
hoogte zijn geweest. Generaal Browning zal het geweten hebben maar zijn
ondercommandanten Maxwell Taylor, Gavin, Urquhart en Sosabowki niet of
misschien kleine details. Pas na de werkelijke staatsgreep zouden ze zijn inge-
licht. Misschien moet ik een uitzondering maken voor Urquhart die al vlak na
de landing van zijn troepen in paniek raakte en met een deel van zijn stafoffi-
cieren op zoek ging naar de brigade van Lathbury maar misschien ook wel naar
een soort van ‘ontvangstcomité’ (jonkheer De Jonge?), waar hij op gerekend
had. De nonchalance waarmee hij zijn deel van de operatie voorbereidde kan
er alleen op wijzen dat hij er op rekende dat hij het niet helemaal op eigen
kracht hoefde te doen. Trouwens, we hebben eerder gezien dat na de slechte
ervaringen met de inzet van luchtlandingstroepen men weigerde gebruik te
maken van alle middelen die men tot zijn beschikking had. Korpscommandant
Browning vond het zelfs nodig zijn hoofdkwartier uit Groot-Brittannië over te
laten komen, waar het volmaakt overbodig was en een last voor generaal
Gavin. In ieder geval was het voor hem ineens geen ‘brug te ver’ meer.,
Alles wijst op een (mijn verontschuldigingen voor het woord) ‘feestelijke
aanval’ die met geringe verliezen Zuid-Nederland zou hebben bevrijd en
Arnhem en de vliegbasis Deelen ten noorden van Arnhem, waarna de oorlog
voor de Geallieerden afgelopen zou zijn geweest.
Ik wil ter aanvulling nog een opmerkelijk feit vermelden. Rond 14 septem-
ber werden er ter hoogte van Heveadorp/Oosterbeek drie leden van de SAS
met een watervliegtuig afgezet. Ze waren in burgerkleding. Ze hadden de
opdracht met ‘iemand’ contact te zoeken. Toen dat niet lukte en de slag
begonnen was, trok één van het uniform van een gesneuvelde sergeant aan
trok verder op met generaal Hacket. Deze informatie heb ik van die persoon.
Ik heb hem rond 1992 ontmoet.

De Polen krijgen de schuld


Na de slag werden er ter camouflage zondebokken gezocht. Het meest kregen
de Polen van generaal Sosabowski het te verduren: ze werden pas aan het
einde van slag ingevlogen (niet eens allemaal). Ze deden meer dan ze eigenlijk
konden. Zonder de hulp van de Polen zou het onmogelijk geweest zijn om nog

191
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

zo’n 3000 man van de Britse divisie terug over de Rijn te evacueren.
Sosabowski werd nog geschoffeerd door een Britse generaal die hem eindelijk
in de buurt van Driel bereikt had en generaal Browning vond het nodig (voor-
dat hij al snel naar Ceylon werd weggepromoveerd) een achterbakse brief aan
de generale staf te schrijven waarin hij Sosabowski afschilderde als een eigen-
wijze generaal, die zijn plaats niet kende en voortdurend er op uit was de zaak
te traineren. De Poolse brigade werd ontbonden en Sosabowski sleet de rest
van zijn leven in Groot-Brittannië in armoede als een eenvoudige fabrieks-
arbeider. Net als de meeste andere Poolse militairen kon hij niet terug naar
zijn geliefde vaderland waar hij door de communistische regering als verrader
werd beschouwd. Van de degenen die het wel geprobeerd hebben, hebben de
meesten het niet overleefd. In Amerika en Groot-Brittannië kreeg de Poolse
brigade nooit erkenning. Alleen van Nederland ontving Sosabowski het
postuum hert Bronzen Kruis en de brigade als geheel de Militaire Willemsorde
uit handen van koningin Beatrix.
Generaal Urquhart werd overgeplaatst naar Malakka en later naar Australië
als commandant van de Britse troepen aldaar (dat was een behoorlijke degra-
datie). Het lijkt wel of alle Britse ingewijden van Market Garden naar een
ander deel van de wereld werden overgeplaatst.
Julia op ten Noort en haar broer Laurens hebben ondanks hun extreme
naziverleden nauwelijks last gehad. Waar andere prominente nazi’s in
Nederland tot de doodstraf of lange gevangenisstraffen werden veroordeeld
ontsprongen zij de dans. Ze zijn allebei in vredige omstandigheden overleden:
Laurens in 1977 in Nederland en Julia ongeveer tegelijkertijd in Zuid-
Duitsland. De urn met haar as staat ergens op een kerkhof aldaar. Vooral Julia
was een beschermelinge van Heinrich Himmler en was volgens mij de belang-
rijkste nazi van Nederland. Nooit is er serieus onderzoek gedaan naar haar rol
rond Market Garden. Hetzelfde geldt voor jonkheer De Jonge. Daar is een
goede reden voor: stelt u zich eens voor als zou blijken dat ik de waarheid zou
hebben opgeschreven (waar ik volledig achter sta) dan zou dat vandaag de dag
nog grote ruzie met de Russen betekenen: zij leverden het leeuwendeel van de
strijd tegen nazi-Duitsland en als nu zou blijken dat de Geallieerden in sep-
tember 1944 het op een akkoordje met de Duitsers wilden gooien, dan is de
wereld nu nog te klein en terecht. Zonder de inzet van het Russische leger was
nazi-Duitsland nooit verslagen, daar ben ik van overtuigd. Maar grote econo-
mische en politieke belangen en vooral de angst voor het communisme voer-
den in die tijd de boventoon. Dat zou nog tot 1989 duren toen de Sowjet Unie
uiteen viel.

192
De nasleep
Na afloop van de mislukking van Market Garden kreeg het Canadese 1e Leger
onder commando van generaal Guy Simonds (in plaats van generaal Crerar die
ziek was), van Montgomery het bevel de Scheldemonding van Duitse troepen
te zuiveren. Dat bestond uit het Canadese 2e korps, de Poolse 1e
Pantserdivisie, de Britse 49e en 52e divisies. De Britten bevrijdden West-
Brabant en de Polen Breda en omgeving, alles ten koste van zware verliezen.
Maar het waren de Canadezen het hardst getroffen werden: zij moesten door
Zuid-Beveland en Walcheren oprukken richting Vlissingen door open terrein
en praktisch zonder enige dekking. Het was de slagersrekening die betaald
moest worden voor het laten ontsnappen van het 15e Duitse Leger van gene-
raal Von Zangen en door Market Garden begon de aanval weken te laat en
hadden de Duitsers de verdediging kunnen voorbereiden. Op 8 november
1944 waren de gevechten ten einde. De dijken van Walcheren moesten wor-
den gebombardeerd om amfibische operaties mogelijk te maken: hieraan
deden ook nog Franse commandotroepen aan deel. Toen kon de
Westerschelde mijnenvrij worden gemaakt en op 28 november 1944 legde het
eerste schip aan in Antwerpen. Om de Canadezen te eren was het Canadees:
de Fort Cataraqui.
De Amerikaanse troepenopbouw kwam in een stroomversnelling: Het
Amerikaanse 7e Leger, dat in Zuid-Frankrijk was geland, positioneerde zich
ten zuiden van Amerikaanse 3e Leger van generaal Patton onder generaal
Alexander Patch en werd versterkt door een provisorisch Frans leger onder
generaal Jean De Lattre de Tassigny. Boven het Amerikaanse 1e Leger kwam
nog het Amerikaanse 9e Leger onder generaal William Simpson. In totaal had
Eisenhower dus zes legers tot zijn beschikking en vooral niet te vergeten een
luchtmacht die zo ongeveer de alleenheerschappij had.

Het bloedbad in het Hürtgenwald


De Amerikanen rukten op naar de dammen van de rivier de Ruhr in de buurt
van Aken. Men wilde voorkomen dat ze werden opgeblazen en de opmars
naar het Ruhrgebied zouden vertragen. Dat had met een omtrekkende bewe-
ging langs twee kanten kunnen worden gedaan. Maar generaal Hodges was
optimistisch en koos voor een directe aanval: recht door het ‘Hürtgenwald’,
heuvelopwaarts door een dicht bebost gebied. Hier waren de Sherman tanks
onbruikbaar en moest de infanterie het alleen doen met catastrofale gevolgen:
het Amerikaanse leger verloor in die slag in maar korte tijd zo’n 50.000 man.
De (thans nog bestaande) 28e Infanteriedivisie leed toen dermate grote verlie-
zen, dat ze nog steeds de ‘Bloody Bucket’ divisie genoemd wordt. Het

193
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

embleem van de divisie heeft een vorm die aan een emmer doet denken. In die
korte periode verloor het Amerikaanse leger bijna evenveel mensen als tijdens
de hele Vietnamese oorlog. De lessen uit de Eerste Wereldoorlog waren ver-
geten.

Eisenhower gaat een afwachtende houding aannemen


Eisenhower werd toen uiterst voorzichtig, nog meer dan de gezonde voorzich-
tigheid van Montgomery. Hij had te maken met de publieke opinie in
Amerika en een oorlog tegen Japan die nog lang niet afgelopen was en ook
grote verliezen eiste. In die periode moet hij ook inlichtingen gekregen hebben
dat de aanvoerlijnen van de Russen tot het uiterste waren opgerekt: hetzelfde
probleem dat hij ook gekend had, maar voor de Russen waren dat duizenden
kilometers. Na Warschau rukten ze nog langzaam op en waren zich achter
rivier de Weichsel (Wisla) aan het hergroeperen voor de grote aanval richting
Berlijn, waartoe ze op dat moment na de zware gevechten nog niet volledig in
staat waren.
Wat nog belangrijker was dat er steeds meer aanwijzingen waren dat de
Duitsers met de ontwikkeling van de atoombom jarenlang op het verkeerde
spoor waren: de Italiaanse professor Fermi (die in het Amerikaanse
Manhattan-team was) had in de eerste ontwikkeling aangetoond dat een
explosieve reactie kon worden onderdrukt door te werken met grafietstaven.
De Duitse geleerden kenden die theorie maar hebben dat niet geprobeerd en
zijn toen de weg naar de bom kwijtgeraakt. Het Amerikaanse opperbevel kon
er toen van uitgaan dat dat een Duitse atoombom geen reële dreiging meer
was.
Eisenhower had nog een probleem: het moreel van zijn troepen. Die had-
den het idee met Kerstmis 1944 weer thuis te zijn, maar daar was nu geen
enkele kans meer op. Voor de fronttroepen werd het een sport om een zgn.
‘loopgraafvoet’ te krijgen. Door vooral je voeten niet te wassen en je sokken
niet te verschonen kreeg je gangreen en moesten er tenen worden geampu-
teerd en dat was je vliegticket naar huis. Binnen het Amerikaanse leger werd
er veel gedeserteerd. In de Duitse en Russische legers werd daar meedogenloos
tegen opgetreden, maar Eisenhower ging hier voorzichtig mee om. Achter de
frontlinie werd er door de aanvoertroepen op grote schaal zwart gehandeld in
sigaretten en (broodnodige) benzine.
Het is niet mijn bedoeling Eisenhower te bekritiseren. Hij was geen
Europeaan en zijn Canadese en Amerikaanse troepen ook niet. Na iets meer
dan 20 jaar mochten zij weer de kastanjes uit het Europese vuur halen en
gezien de militaire situatie kan ik heel goed begrijpen dat hij een afwachtende
houding ging aannemen en zijn troepen alleen maar veilig naar huis wilde
laten terugkeren. Bovendien was er een begin van overeenkomst tussen de

194
De nasleep

Russen en de westelijke Geallieerden: het plan Eclips. Het voorzag in een ver-
deling van de bezettingszones na de Duitse capitulatie en komt grotendeels
overeen wat we in werkelijkheid hebben zien gebeuren. Het noorden zou
door de Britten worden bezet, het zuiden door de Amerikanen en ruwweg ten
oosten van de Elbe zouden de Russen de bezettende macht zijn. Berlijn lag in
het Russische gebied en zou ook in drie delen worden bezet. Het is overigens
voor de zoveelste keer dat het Poolse volk in de steek gelaten werd, maar dat
kan de Amerikanen en Canadezen niet worden aangerekend: het was het
resultaat van eeuwenoude Europese intriges waar zij hun handen (terecht)
niet aan wensten te branden.
Dat alles veroorzaakte een verlamming van het offensief in het westen. Ik
ben ervan overtuigd dat als de Russen met een dergelijke enorme strijdmacht
aan de Rijn hadden gestaan de oorlog misschien wel rond Kerstmis 1944 afge-
lopen zou zijn ondanks het slechte weer (het najaar van 1944 en de winter van
1945 waren nat en koud) . Het zou een paar miljoen mensenlevens hebben
gescheeld en de wereld zou er nu heel anders hebben uitgezien, maar voor
Eisenhower was het een onuitvoerbare opdracht gezien de te verwachten
enorme verliezen en de publieke opinies in Amerika en het Britse
Gemenebest.

Het Duitse Ardennenoffensief


Ook de Duitse generale staf bemerkte de Russische vertraging en de aarzelen-
de tactiek van Eisenhower en besloot tot een laatste (wanhoops)aanval in het
westen. Eind oktober 1944 werden er in het geheim ervaren gevechtstroepen
aan het oostelijk front onttrokken en samen met de nieuwste Tiger-tanks en
nieuw opgeleide troepen werden die achter de Maas in het gebied van de
Ardennen opgesteld. De Duitsers wisten dat het de zwakste sector in het front
was, eigenlijk een soort ‘vakantieoord’ voor Amerikaanse troepen die rust kre-
gen. De Amerikaanse 101e Luchtlandingsdivisie had in Normandië, bij
Eindhoven en in het niemandsland in de Betuwe gevochten en probeerde hier
weer wat op adem te komen. De bedoeling van de aanval, die op 16 december
1944 werd ingezet, was diagonaal door België op te rukken en Antwerpen te
heroveren. De 21e Legergroep van Montgomery zou dan afgesneden zijn van
de 12e Legergroep van Bradley.
De aanval kwam als een complete verrassing: de Duitse tanks en infanterie
rukten snel op door de dunne verdedigingslinies. Niemand had er rekening
mee gehouden dat de Duitsers nog tot zo’n aanval in staat waren en het duur-
de meer dan 24 uur voordat de volledige omvang ervan bekend was. Toen
greep Eisenhower in: de 9e en 1e Amerikaanse Legers werden onder het bevel
van Montgomery geplaatst en het Amerikaanse 3e Leger van generaal Patton
kreeg de opdracht naar het noorden af te zwenken. Patton leverde toen een

195
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

ongelooflijke prestatie, dat moet hem nagegeven worden. De Amerikaanse


101 Luchtlandingsdivisie bevond zich in stadje Bastonge (Bastenaken) dat
zich op een kruispunt van strategisch belangrijke wegen bevond. De divisie
was compleet ingesloten, maar weigerde zich over te geven en werd uiteinde-
lijk door eenheden van het Amerikaanse 3e Leger ontzet.
Maar Montgomery leverde in het noorden een grotere prestatie: hij gaf de
Duitsers de illusie dat ze steeds verder konden oprukken, maar hij versloeg
hen op meesterlijke wijze. De Duitse aanval kon nog enige tijd doorgaan door
een voortdurende dichte mist, waardoor de Geallieerde luchtmacht aan de
grond moest blijven. Toen die eenmaal opgetrokken was, werden de Duitsers
genadeloos aangevallen en was het offensief doodgebloed.

De conferentie van Yalta en de valse Russische beloftes aan Polen


Van 4 tot 11 februari werd in de Russische stad Yalta op de Krim een confe-
rentie gehouden tussen de Roosevelt, Churchill en Stalin. Hier werden de
afspraken over een naoorlogse verdeling bevestigd en bovendien zou er daarna
alleen sprake zijn van een onvoorwaardelijke Duitse capitulatie. Tijdens de
conferentie verklaarde Stalin een groot voorstander te zijn van een sterk onaf-
hankelijk Polen als buffer tussen Duitsland en Rusland.
In Moskou waarschuwde de Amerikaanse ambassadeur en persoonlijke
vriend van Roosevelt, William Averell Harriman, hem voor de zoveelste keer
voor de ‘beloftes’ van Stalin. Op dat moment waren er zo’n 200.000 Poolse
militairen actief in West-Europa en vochten met een enorme inzet, maar wel
met als doel een onafhankelijk Polen. Ook de Poolse regering in ballingschap
in Londen waarschuwde Roosevelt. Maar hij was toen al ernstig ziek en had
niet meer lang te leven. Het is te vergelijken met de conferentie van Versailles
in 1918 toen de Amerikaanse president Wilson besmet was met de Spaanse
griep en zo ziek was dat hij elke beslissing wel goed vond.

De grote aanval over de Rijn


In de nacht van 23 op 24 maart 1945 (een half jaar na Market Garden en er in
West-Nederland duizenden mensen stierven van de honger) vielen de
Geallieerden Duitsland massaal aan. De Britten, Polen en Canadezen bij
Wezel, de Amerikanen over de pas veroverde brug over de Rijn bij Remagen
en in het zuiden het Amerikaanse 3e Leger onder generaal Patton. Er was voor
de Duitsers geen houden meer aan: binnen de kortste keren was het
Ruhrgebied omsingeld en pleegde veldmaarschalk Model, die daar de verdedi-
ging leidde, zelfmoord. Toen werd het een race naar het oosten. De Britten,
Polen en Canadezen rukten gestaag op door Nederland en Noord-Duitsland,
de Amerikanen door de rest van Duitsland. De Amerikanen veroverden nog
een brug over de Elbe bij Maagdenburg en hadden Berlijn nog kunnen berei-

196
De nasleep

ken voordat de Russen dat konden. Maar Eisenhower stopte de opmars: wat
had het voor zin om de Duitse hoofdstad, die nog zwaar verdedigd werd, ten
koste van enorme verliezen te veroveren om zich later weer achter te Elbe te
moeten terugtrekken. Bovendien bestond het gevaar van een plotselinge ont-
moeting van Amerikaanse en Russische troepen. De Duitsers was hetzelfde in
1939 bij de inval van Polen overkomen en braken toen urenlange zware
gevechten uit. Er was hierover tussen Eisenhower en de staf van het Russische
leger geen enkele vorm van overleg.

Harry Truman wordt de nieuwe Amerikaanse president


Op 12 april 1945 rond één uur ’s middags, stierf president Roosevelt achter
zijn werktafel. Hij werd opgevolgd door zijn ‘running mate’ en vicepresident
Harry Truman. Rond de kliek van Hitler ontstond er hysterische euforie: dit
zou het begin zijn van de uiteindelijke overwinning, maar bij de ‘gewone’
Amerikaanse soldaat aan het front was het tegendeel het geval: men wist dat
hij ernstig ziek was. Ze betreurden het overlijden van een groot president maar
gingen over tot de orde van de dag en hoopten dat de nieuwe president
Truman voor hen hetzelfde zou betekenen. Overigens noemde 83e
Amerikaanse Infanteriedivisie die de brug over de Elbe had veroverd haar na
de nieuwe president: de Harry Truman brug.

De Russen veroveren Berlijn


De Russen bereikten de Oder vlakbij Berlijn. Stalin had de veldveldmaarschal-
ken Georgy Zhukov en Ivan Koniev de opdracht gegeven de stad te veroveren.
Maar hij speelde ze tegen elkaar uit: de hoofdprijs zou het parlementsgebouw
de ‘Reichstag’ zijn. Naar verliezen werd niet gekeken. De eerzuchtige veld-
maarschalken waren alleen maar uit op eigen roem. Toen Zhukov vertraging
opliep bij zijn opmars deinsde hij er niet voor terug zijn artillerie in te zetten
tegen de troepen van Koniev.
Hitler pleegde samen met zijn vrouw Eva Braun (met wie hij enkele dagen
daarvoor was getrouwd) zelfmoord. Jozef Goebbels deed dat samen met zijn
vrouw Magda hetzelfde, maar zij vonden wel nodig vlak daarvoor hun zes kin-
deren te vergiftigen. Hoe gek kunnen mensen worden.

De Duitse capitulatie
Er was geen commandostructuur meer in het Duitse leger. Daarom werd er
op enkele plaatsen apart gecapituleerd (zoals op 5 mei 1945 in Wageningen
door de Duitse generaal Blaskowitz (dat waren onderhandelingen en pas op de
volgende dag vond de ondertekening in een verlaten boerderij bij Wageningen
plaats). Maar de werkelijke algehele capitulatie was op 8 mei in Berlijn, waar
veldmaarschalk Wilhelm Keitel de documenten ondertekende. Daarmee was

197
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

de oorlog in Europa voorbij. Het was toen voor de eerste keer dat Winston
Churchill officieel de woorden ‘iron curtain’ (ijzeren gordijn) gebruikte. Hij
bedoelde daarmee Rusland en het gevaar van een communistische invasie. We
hebben gezien dat het in werkelijkheid sinds het einde van de Eerste
Wereldoorlog al speelde

De werkelijke gruwelen van de concentratiekampen worden ontdekt


Tijdens hun opmars ontdekten de Russische en Geallieerde troepen steeds
meer de gruwelijke details van de concentratiekampen. Het was zo onvoor-
stelbaar, maar toch was het gebeurd. Daarom werd voor de eerste keer in de
geschiedenis tegen de leidinggevenden van een oorlogvoerende natie een groot
proces gehouden. Het gebeurde in stad Neurenberg, waar Hitler grote triom-
fen gevierd had. De belangrijkste nazi-prominenten werden ter dood veroor-
deeld en eindigden hun leven aan de galg.

Ook Walter Schellenberg sterft een mysterieuze dood


Himmler had al eerder zelfmoord gepleegd (vermoedelijk is hij uit de weg
geruimd) en Hermann Göring deed hetzelfde in zijn dodencel met een cyaan-
kalipil. De paladijn en plaatsvervanger van Himmler, Walter Schellenberg,
werd op een ‘lager’ proces tot slechts zes jaar gevangenis veroordeeld, maar
werd na drie jaar al weer vrijgelaten omdat hij leverkanker zou hebben. Hij
stierf op 31 maart 1952. Hij is uitgebreid verhoord en profileerde zich toen als
een soort idealistische padvinder die alleen maar probeerde Himmler af te
remmen. Hij heeft zelfs nog zijn memoires geschreven. Ook hier zijn er steeds
meer aanwijzingen dat ook hij uit de weg geruimd is. Als Himmler en
Schellenberg naar buiten waren gekomen met hun voorstel tot een staatgreep
en wapenstilstand in augustus 1944 had dat grote problemen met de Russen
gegeven, zelfs nu 70 jaar nog. Het moest allemaal onder de pet blijven.
Vele nazimisdadigers ontsprongen de dans. Velen vluchtten naar Zuid-
Amerika (ook met hulp van het Vaticaan) en anderen leefden een ongestoord
leventje in West-Duitsland. Men vond het daar wel genoeg en de Koude
Oorlog was daar een ideale rem op.

De oorlog met Japan gaat bloedig verder


De capitulatie van Duitsland betekent in de Engelse taal VE-Day (Victory
Europe Day), maar VJ-Day (Victory Japan Day) was nog ver weg. De Britten
hadden vanuit India uiteindelijk Birma en de hoofdstad Rangoon veroverd. De
Chinezen onder president Tsjang Kai Tjek, de leider van de Kwo Ming Tang
beweging, vochten een bloedige strijd tegen de Japanners, die zich steeds ver-
der moesten terugtrekken. Maar het leeuwendeel van de strijd werd ook hier
door de Amerikanen geleverd: eiland na eiland in de Stille Oceaan werd vero-

198
De nasleep

verd, Nieuw Guinea en de Filippijnen en uiteindelijk werd Japan bereikt: dat


wil zeggen de eerste eilandjes in de buurt. Het waren Okinawa en Iwo Jima.
Toen de Amerikanen daar aanvielen vochten de Japanners zich letterlijk dood:
het was een aanval op hun vaderland en hun keizer. Het waren niet alleen de
militairen, zelfs de burgers pleegden massaal zelfmoord: ze vonden dat ze dat
aan hun keizer verplicht waren. De Amerikaanse verliezen waren ontstellend.
De Amerikaanse vloot werd aangevallen door zgn. Kamikaze-vliegtuigen: de
piloot werd geacht na het drinken van een glas saké (Japanse jenever) niet
meer terug te keren. In het vliegtuig bevond een grote bom. Ze probeerden
door een enorm afweervuur zich op de Amerikaanse marineschepen te storten
en hadden regelmatig succes. Er is berekend dat een aanval op het vasteland
van Japan tussen de 500.000 en 700.000 Amerikaanse slachtoffers zou gaan
eisen.

Het atoomwapen wordt ingezet


We hebben gezien dat in juli 1945 de Amerikanen een atoombom hadden
ontwikkeld en dat dat plan (operatie Manhattan) zo geheim was dat de
Amerikaanse vicepresident Harry Truman pas na zijn inauguratie ervan op de
hoogte werd gesteld. Maar nu moest hij de loodzware beslissing nemen om de
bom daadwerkelijk in te zetten. Achteraf is het makkelijk oordelen dat hij dat
niet had moeten doen. Nu kennen we de jarenlange gevolgen van radioactieve
straling, maar dan nog: ik denk dat president Truman de juiste beslissing geno-
men heeft.
De ontelbaren die toen nog in Japanse kampen in gevangenschap waren
en/of als dwangarbeiders in gruwelijke omstandigheden werkten hebben toen
de dag gezegend dat de atoombommen zijn gevallen en dat zij in leven zijn
gebleven en ongeveer een half miljoen Amerikaanse militairen zijn niet
gedood of verminkt bij de aanval op Japan die anders had moeten plaats vin-
den. Op 6 augustus viel de eerste bom op de stad Hiroshima. De Amerikanen
wachtten vijf dagen maar er kwam geen enkele reactie van de Japanse rege-
ring.
Stalin reageerde wel en berekenend: op 8 augustus verklaarde Rusland de
oorlog aan Japan (nu had hij de handen vrij) en viel aan in Mantsjoerije, Korea,
het schiereiland Sachalin en de Koerillen, een eilandengroep ten noorden van
Japan Daarmee had Rusland binnen de kortste keren een groot gebied hero-
verd dat aan het begin van de eeuw door de tsaar verloren was aan Japan.
Op 11 augustus viel de tweede bom op Nagasaki en toen was Japan bereid
te capituleren. Voor het eerst in hun leven hoorden de Japanners de stem van
hun keizer Hirohito: hij sprak in een bijna onverstaanbare Japanse ‘hoftaal’ en
gaf de opdracht tot capitulatie. Op 2 september 1945 werd deze ondertekend
op een Amerikaans slagschip in de baai van Tokyo.

199
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Ook in Japan werd een soort Neurenberg-proces gehouden: er werden oor-


logsmisdadigers en verantwoordelijke regeringsleiders opgehangen. Ook hier
bleven er velen ongestraft, maar de grootste boef van allemaal, keizer
Hirohito, in wiens naam en met zijn medeweten de afschuwelijkste oorlogs-
misdaden werden begaan, werd buiten schot gehouden. Hij bleef keizer, maar
mocht zich niet meer ‘goddelijk’ noemen. Dat was het werk van generaal
MacArthur die toen een soort gouverneur van Japan was. Dat had alles te
maken met de snelle Russische opmars in het gebied: vooral de Russische
bezetting van de Koerillen zag men als een regelrechte communistische
bedreiging van Japan en daarom werd het feodale Japanse volk in een snel-
treinvaart verwesterd en, net als in West-Europa, gefinancierd met
Amerikaanse dollars tegen een lage rente. De keizer mocht blijven zitten als
een bindmiddel om het Japanse volk rustig te houden.

Generaal MacArthur wordt ontslagen


Er kwam nog een oorlog in Korea met miljoenen doden, toen het commu-
nistische noorden het zuiden aanviel. In het begin slaagde generaal MacArthur
er in, door middel van een briljante operatie vanuit zee de aanval de stoppen.
Maar toen China onder Mao Tsje Toeng ook ging aanvallen draaide hij hele-
maal door en verloor het overzicht. Hij wilde toen grote Chinese steden met
atoombommen gaan aanvallen. Rusland had toen ook al de atoombom en een
nucleaire oorlog stond voor de deur. President Truman ontnam hem het com-
mando en hij werd vervangen door generaal Matthew Ridgway die we bij
Market Garden al tegenkwamen. Hij bracht die oorlog tot een redelijk goed
eind.

De atoombom heeft de ‘koude oorlog’ gelukkig niet ‘warm’ gemaakt


Naar mijn mening is de atoombom de garantie geweest dat de ‘koude oorlog’
niet is geëscaleerd in een ‘warme oorlog’. Dan waren er weer ontelbare mil-
joenen mensen gedood, gewond of ontheemd geweest. Maar met de bom
waren dan ook de regeringsleiders en generaals, die normaliter altijd buiten
schot bleven, leiders geworden van een onleefbare wereld als ze hun bomvrije
bunkers zouden gaan verlaten. Dat is na 1945 onze verzekeringspolis geweest.
Met dank aan de inwoners van Hiroshima en Nagasaki die dat mede mogelijk
hebben gemaakt. Hun lijden van de explosies en de stralingsziektes die hun
nog tientallen jaren daarna teisterden hebben de ogen van de ‘strategen’ geo-
pend en doen beseffen dat een nucleaire oorlog alleen maar verliezers kent.

De onterechte beloning van Duitsland en Japan


Er moet mij nog wel iets van het hart: ik en velen met mij, hebben het er nog
steeds moeilijk mee dat de verliezers van de Tweede Wereldoorlog econo-

200
De nasleep

misch de grote winnaars zijn geworden. Duitsland in Europa en Japan in Azië.


Na de oorlog hoefden ze voor mij niet tot op het bot vernederd te hoeven
worden. Ook daar wonen mensen die net als iedereen een normaal leven wil
voor zichzelf en hun kinderen. Maar de angst voor het communisme veran-
derde deze landen van militaire in economische heersers en dat gaat mij nog
steeds te ver. Zij zijn de oorlog begonnen maar werden vorstelijk beloond voor
hun agressie en gruwelijke oorlogsmisdaden.

Tenslotte nog een keer 1914:


de gemiste kans op vrede en een welvarend Europa
Ik kan het niet nalaten nog even terug te gaan naar 1914. Wat hebben de toen-
malige regeringsleiders hun bevolking en nageslacht in die dagen aangedaan:
hele generaties zijn in twee wereldoorlogen omgekomen, verminkt of getrau-
matiseerd en de joodse bevolking van Europa is bijna in haar geheel uitge-
moord. Was de Eerste Wereldoorlog niet uitgebroken en had men onderhan-
deld op basis van redelijke compromissen, dan hadden we tussen 1940 en
1950 al een Europese Unie kunnen hebben inclusief Rusland. Een verloren
eeuw dus, ja zelfs de eeuw die in de toekomst de grootste schandvlek in de
menselijke geschiedenis zal blijven.

201
Literatuur en andere bronnen

Brongers, E.H. De slag om de residentie 1940. 1968. Hollandia NV, Baarn.


Brongers, E.H. Grebbelinie 1940. 1971. Hollandia NV, Baarn.
Chandler, Alfred D. Jr., ed. & Ambrose, Stephen E., ass. ed. The Papers of
Dwight David Eisenhower. Part I-V. 1970. The Johns Hopkins Press,
Baltimore & London.
Davies, Norman. Rising ’44 – The Battle for Warsaw. 2004. Pan Books.
Diverse auteurs. Grote geïllustreerde Wereldgeschiedenis. 1972. Amsterdam
Boek.
Dröge, Philip. Beroep: Meesterspion. Het geheime leven van Prins Bernhard.
2002. Vassallucci, Amsterdam.
Gehlen, Reinhard. Nu spreek ik! Herinneringen 1942-1971. 1972. De Boekerij
NV, Baarn. Vert. Pieter Grashoff.
Haffner, Sebastian. Het Duivelspact. De Duits-Russische betrekkingen van de
Eerste tot de Tweede Wereldoorlog. 2003. Mets en Schilt, Amsterdam. Vert.
Piet Jaarsma.
Hastings, Max. De slag om Duitsland 1944-1945. 2005. Uitgeverij Balans,
Amsterdam. Vert. Fred Hendriks & Bookmakers.
Heijden, Chris, van der. Grijs verleden. Nederland en de Tweede Wereldoorlog.
2001. Uitgeverij Contact, Amsterdam, Antwerpen.
Jong, L, de, prof. dr. Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog.
Staatsuitgeverij.
Klaauw, Bart, van der & Rijnhout, Bart. Luchtbrug Market Garden. 1984.
Teleboek BV, Amsterdam.
Launay, De, Jacques. Geheime diplomatie. De strijd achter de schermen in de
Tweede Wereldoorlog 39-45. 1963. Uitgeverij Helmond, Helmond. Vert.
C.D.T. Sikkink.
Lonsdale, Gordon. Meesterspion. Mijn twintig jaren bij de Russische inlichtingen-
dienst. Tijdsignalen, Nederlands Boekhuis, Tilburg. Vert. Kees Kaas.
McKee, Alexander. De race naar de Rijnbruggen 1940-1944-1945. 1972.
Hollandia BV. Vert. Elisabeth Swildens.
Presser, J., prof. dr. Amerika. Van kolonie tot wereldmacht. 1969. Uitgeverij
Elsevier, Amsterdam/Brussel.
Romein, Jan & Annie. De lage landen bij de zee. Een geschiedenis van het
Nederlandse volk. Vijfde geheel herziene druk. 1973. E.M. Queridoís
Uitgeverij, Amsterdam.
Ryan, Cornelius. De langste dag. Normandië 6 juni 1944. Tiende druk.
Uitgeverij Holkema & Warendorf NV, Amsterdam. Vert. Hans Edinga.

202
Literatuur en andere bronnen

Ryan, Cornelius. De laatste slag. Berlijn 1945. 1966. Van Holkema &
Warendorf, Bussum. Vert. mr. G.P. Kiës, Den Haag.
Ryan, Cornelius. Een brug te ver. 1974. Unieboek BV, Bussum. Vert. Ton
Stam.
Schomakers, G. De Amerikaanse Burgeroorlog. 1976. Fibula-Van Dishoeck,
Haarlem. Vert. mevr. dr. G.C. Mohr-Horsman.
Thomas, Hugh. Mei 1941: de liquidatie van Rudolf Hess. 1979. Elsevier,
Amsterdam/Brussel. Vert. Nico Kuipers.
Tiemens, Willem H. Facetten van de Slag om Arnhem. 1984. De Gooise
Uitgeverij, Weesp.
Tute, Warren, Costello, John & Hughes, Terry. D-Day, Normandië 6 juni
1944. 1973. Van Holkema & Warendorf, Bussum. Vert. Innes de Vries-
Williams.
Urquhart, R.E. De Slag om Arnhem. 1970. Elfde druk – A.W. Sijthoff, Leiden.
Vert. J.F. en H.L.J. Kliphuis.
Veer, Paul, van het. De Atjeh-oorlog. 1969. Uitgeverij De Arbeiderspers,
Amsterdam.
Verkijk, Dick. Radio Hilversum 1940-1945. De omroep in de oorlog. 1974.
Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam.
Warren, John C., Dr. Airborne operations in World War II. European Theater.
USAF Historical Studies nr. 97. USAF Historical Division, Research
Studies Institute. Air University. September 1956. MA/AM Publishing.
Eisenhower Hall. Manhattan Kansas 66506 USA.
Whitaker, Denis & Whitaker, Shelagh. De strijd om de Schelde. 1984.
Uitgeverij Hollandia BV. Vert. luitenant-kolonel drs. Th. H.J. Tromp.
Wilmot, Chester. De strijd om Europa. 1952. Elsevier, Amsterdam/Brussel.
Vert. John Kooy.
Zolling, Hermann & Höhne, Heinz. Meesterspion Gehlen. De man zonder
gezicht. 1971. Forum Boekerij. Vert. Hans de Vries.

Tot zover mijn geraadpleegde literatuur. Toen ik jaren geleden met mijn eer-
ste pogingen begon om dit boekje te schrijven waren dit zo ongeveer mijn
enige bronnen aangevuld met mondelinge informatie die ik van andere geïnte-
resseerden kreeg. Er kwam veel aanvullende informatie uit gesprekken die ik
had met veel veteranen en het ook internet gaf mij later informatie. Ook de
televisie, in het bijzonder Discovery Channel en History Channel gaven me
vooral de laatste jaren nieuwe kennis en inzichten.
Een papieren versie heb ik laten rondgaan bij diverse personen met de
vraag om (opbouwende) kritiek. Die heb ik verwerkt. Mijn dank daarvoor.
Het boekje heeft een uitgebreid geschiedkundig begin. Ik was bang dat het
mijn lezers zou gaan vervelen of afschrikken, maar de meeste lezers vonden

203
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

het juist interessant omdat het mijn stelling, de angst voor het communisme,
extra verduidelijkt. Ze waren het met me eens dat het met de tegenwoordige
kennis van de geschiedenis droevig gesteld is en zonder dat begin velen de
samenhang niet zouden begrijpen. Mijn beschrijving van fascistische personen
en partijen in andere landen dan Duitsland bijvoorbeeld was bij velen groten-
deels onbekend. Ik weet dat ik regelmatig in herhalingen ben gevallen, maar
voor mijn gevoel kon ik niet genoeg benadrukken dat de angst voor het com-
munisme de grootste drijfveer was.
Natuurlijk is mijn boekje niet compleet. Ik ben geen historicus maar auto-
didact. Wel hoop ik dat het aanleiding zal zijn voor verder onderzoek en
nieuwe feiten. Maar vooral na 70 jaar de waarheid.

204
index van personen

Alfonso, koning 82 Briand, Aristide 58


Ashwin, prins 130 Bronstein, Lev Davidowitz 44
Averell Harriman, William 159, 196 Browning 180, 185, 191-192
Al Capone 66, 143 Browning, Frederick 166, 170
Alan Brooke 124 Brüning 76
Alexander, tsaar 26 Brüning, Heinrich 73
Armgard, prinses 53, 130 Buchman, Frank N.D. 126
Arnal, Pierre 104 Bullit 109
Augagneur 47 Burckhardt, Carl 104, 106
Burgess, Guy 94
Bakoenin, Michael 17 Burns, Mary 17
Barbarossa 123 Butler, Smedley 68
Beck, Józef 103
Bedell Smith 177 Cairncros, John 94
Bedell Smith, Walter 176 Calvin Coolidge, John 65
Bentinck 188 Canaris, Wilhelm 154
Beria, Lavrenti 65 Capet, Louis 8
Bernhard, prins 53, 129, 160-161, Carlyle, Thomas 17
176-177, 184 Carmiggelt, Simon. 144
Bismarck 35 Carnegie, Andrew 24
Bittrich 184, 189 Cézanne 32
Blaskowitz, Johannes 107, 150, 197 Chamberlain 104, 121
Blunt, Anthony 94 Chamberlain, Neville 99-100, 113
Boettinger, John 159 Chaplin, Charlie 10
Bohr 173 Chopin 32
Bonaparte, Napoleon 13 Chotek, Sophie 34
Bonhoeffer, Dietrich 155 Churchill 41, 122, 125, 131,
Botha, Pieter 29 158-159, 165, 190, 196
Bradley 161-162, 169, 173, 190 Churchill, Winston 29, 40, 50, 113,
Bradley, Omar 113, 140-141, 143, 121, 124, 157, 198
147-148 Clemenceau, George 50
Brahms 32 Colijn 92
Brandt, Karl 112 Colijn, Hendrikus (Hendrik) 119
Braun, Eva 197 Corday, Charlotte 13
Brereton 167, 181 Cort van der Linden 91
Brereton, Lewis 166 Cramer, Jaap 144
Briand 59 Crerar 150, 164, 193

205
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Curzon 59 Erzberger 54
Czernin 41 Erzberger, Mathias 56

Daladier 109 Feldmeier 175


Daladier, Édouard 99 Feldmeijer, Henk 92
Danton 13 Fermi 173, 194
David, Jacques-Louis 9 Foch 54
Dawes, Charles G. 57 Foch, Ferdinand 50
De Bruyne 129-130 Fokker, Anthonie 88
De Gaulle 150, 191 Ford, Henry 25, 74-75
De Geer 115 Forster 104
De Jonge 174-175, 187, 191-192 Franco 154
De Jonge, Cornelis 91 Franco, Francisco 82
De Lattre de Tassigny 193 Frank, Anne 177
De la Rey, Koos 29 Frans Ferdinand 34-35
De Medici, Catharina 29 Frans Jozef 34
De Quay, Jan 120, 174 Fredendall, L.R. 141
De Wet, Christiaan 29 Freisler, Roland 153
Deckers, L.N. 115 Freud, Sigmund 32
Dempsey, Miles 147 Fromm 153
Deterding 88, 92 Frost 186
Devers, Jacob ‘Jake’ 150 Frost, John 183
Dietrich, Otto 104 Fugger 24
Dijxhoorn 114 Furness, Thelma 86
Donovan 154
Doorman, Karel 133 Gale, Richard 147
Dregrelle 110 Gamelin, Maurice 109
Du Maurier, Daphne 166 Gatling, Richard Jordan 22
Duinkerken, Piet 144 Gaugin 32
Duinkerken, Roelie 144 Gavin 180-182, 186, 191
Dzugasvili, Josef Vissarinovitsj 44 Gavin, James 147
Gehlen. Reinhard 173
Ebert, Friedrich 55 George V, koning 86
Edward VII 31 George VI, koning 87, 121
Einthoven, Louis 120 George, prins 128
Eisenhower 5, 146, 151, 162, 165, Gerretson, Carel 89
167-168, 173-174, 185, Giskes 184
187, 190, 194-195, 197 Gladstone 29
Eisenhower, Dwght D. 139 Goebbels, Josef 71, 101, 121, 159,
Engels, Friedrich 17-18 189, 197
Ernst, Karl 77, 79 Goerdeler, Carl 144

206
Index van personen

Goering 121 Hoare, Samuel 121, 127-128


Goering, Hermann 128, 155 Hobart, Percy 147
Gorbatsjov 129 Hodges 161, 193
Göring 72, 77 Hodges, Courtney 149
Göring, Hermann 71, 109, 198 Hollander, Han 88
Gough, Freddiy 180, 183 Hönmanns, Erich 110
Grant, Ulysses 22 Hoover, Herbert 66
Groener 52, 56 Horrocks 163, 186
Grynszspan 101 Howard 148
Guderian 81 Hudson, Robert Spear 103
Guderian, Heinz 110
Iljitz Oeljanow, Vladimir 17
Hacha, Emil 100
Hacket 191 Jackson 21
Haig 39 Jefferson Davis 21
Halifax 121-122 Joffre 38
Hamilton 128 Juan Carlos, koning 83
Hamilton, Douglas 126 Juliana, prinses 130
Hegel 18
Helfrich 133 Kamenjev, Lev 64-65
Hemingway, Ernest 82 Kant, Immanuel 12
Hendrik, prins 53, 89 Kemsley 104
Henlein, Konrad 99 Kerenski 43
Hess, Rudolf 71, 72, 75, 106, 125, Kiesewetter 184
127-128, 131 Kipling, Rudyard 20
Heydrich 100 Kirov, Sergej 65
Hicks 142, 185 Klop, Dirk 111
Hiedler, Georg 69 Koch, Robert 32
Himmler 106, 130, 155, 177-178, Komorowski, Tadeusz Bór 155
188-190, 198 Koniev, Ivan 197
Himmler, Heinrich 71, 78, 111, 127, Kornilow 43
132, 159, 175 Köstring, Erst 81
Hindenburg 38, 51, 82 Kruger, Paul 29-30, 53
Hirohito 200 Krupp 24
Hitler 7, 72-73, 75-76, 97-98, Kuper, Abraham 30
100-101, 104, 109, 111, 118,
121, 123-124, 130, 152, 159, Lascelles, Alan 86
197 Last, Jef 82
Hitler, Adolf 25, 69, 78, 80, 87, Lathbury 142, 191
95-96, 125 Lathbury, Gerald 179
Hitler, Alois 69 Laurens 192

207
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Laval 110 McCormack-Dickstein 68


Lee, Robert E. 21 Meijer, Arnold 120
Léhar 32 Menzies 154
Leinster, Edward Fitzgerald van 86 Menzies, Robert 121
Lenin 43, 45, 59, 63, 65, 81 Miklas, Wilhelm 98
Leopold III, koning 121 Mitchell, Albert 51
Liebknecht, Karl 52, 55 Model 183, 187, 190, 196
Lincoln 23 Molotov 26, 123
Lincoln, Abraham 21 Molotov, Vjatsjeslav 105
Lindemans, Christiaan Monet 32
(Chris ‘King Kong’) 184 Montague Norman 57, 100
Linthorst Homan, Hans 120 Montgomery 141, 147, 161-162,
Lissauer, Ernst 35 167-168, 176, 185, 187,
Lloyd George 59-60, 63 190, 195-196
Lodewijk XVI, koning 8 Montgomery, Bernhard Law 138
Longstreet, James 21, 23 Morgan 146
Lucky Luciano 143 Morgan, Frederick 145
Ludendorff 38, 50-52, 55-56, Morgan, John Pierpont 24
72-73 Morgenthau 158, 188
Luxemburg, Rosa 55, 93 Morgenthau Jr., Henry 157
Lwow 42 Mosley, Oswald 85
Mussert 89
Mac-Mahon 27 Mussert, Anton 87, 174, 177
MacArthur 134, 162, 200 Mussolini 78, 109, 121-122, 125, 143
MacArthur, Douglas 166 Mussolini, Benito 62, 99
Mackenzie King, William 158
Maclean, Donald 94 Napoleon 15
Macleod, Rudolf 48 Napoleon, keizer 27
Maczek 161 Napoleon, Lodewijk (Louis) 13
Mannerheim, Gustaf 110 Nelson, Horatio 13
Mannesmann 24 Ney, Michel 16
Mao Tsje Toeng 94, 200 Nicolaas II 42
Marconi 33 Nicolaas, tsaar 46
Marie Antoinette 8, 47 Nietzsche, Friedrich 20
Maring 94 Nimitz, Chester 134
Marshall 139
Marx, Hirschel 17 Oeljanow, Vladimir Iljits 43
Marx, Karl 17, 65 Op ten Noort, Julia 127, 174-175,
Mata Hari 48 192
Maxwell Taylor 147, 181, 191 Op ten Noort, Laurens 127, 188
McCarthy, Joseph 10 Oppenheimer, Robert 173

208
Index van personen

Oster, Heinrich 113, 155 Roosevelt, Franklin Delano 66


Owens, Jesse 97 Rosbaud. Paul 172
Rosenberg, Alfred 71, 73
Patton 141-142, 149, 161-162, Rosenburg, Ethel 9
193, 195 Rosenburg, Julius 9
Patton, George 140, 147, 177 Rost van Tonningen 92-93, 175
Payne Best, Sigismund 111 Rothschild 69
Pershing 50, 55
Pétain 118, 121-122, 175 Salazar 87
Philby, Harold ‘Kim’ 94 Samosonov 38
Picasso, Pablo 83 Sanson, Charles-Henri 9
Pickett 21 Sas, Bert 113
Pilgrim Fathers 20 Schacht, Hjalmar 56, 100, 160
Pius VII 13 Schämmle 111
Pilsudski 59 Scheidemann, Philip 52
Pilsudski, Józef 58 Schellenberg 177-178, 189-190
Princip, Gavrilo 34 Schellenberg, Walter 106, 111, 127,
130, 154, 159,
Quisling, Vidgun 113 175, 188, 198
Schicklgruber, Maria Anna 69
Ramsay, Archibald 84 Schmitz, Hermann 75
Rathenau 60 Scholl, Hans en Sophie 153
Rathenau, Walter 56 Schuschnigg, Kurt 98
Reinberger, Helmuth 110 Seyffardt, H.A. 115
Renoir 32 Seyss-Inquart, Arthur 98, 118
Reynders 115 Shoup, J.G. 74
Reynders, Izaak Herman 114 Simonds, Guy 193
Rhodes, Cecil 29 Simpson, Ernest 86
Ridgway, Matthew 166 Simpson, Wallis 86-87
Robespierre 13 Simpson, William 193
Rockefeller, John D. 24, 74 Sneevliet, Henk 93
Röhm, Ernst 71-72, 77, 79 Snijders 91
Rokossowski, Konstantin 156 Sosabowki 191
Roland Holst, Henriette 93 Sosabowki, Stanisislaw 156
Rommel 138-139, 189 Sosabowski 182, 186, 192
Rommel, Erwin 131, 154 Speer, Albert 126, 160, 189
Röntchen 32 Speidel, Hans 81
Roosevelt 109, 131, 133, 150, Staehle, Wilhelm 144
157-159, 162, 165, 173, Stalin 44, 63-65, 80, 95, 103, 108,
190, 196-197 110, 124, 141, 155, 159,
Roosevelt, Eleanor 67 196-197, 199

209
DE RODE DRAAD NAAR ARNHEM

Stephenson, George 16 Van Hoof, Jan 186


Stevens, Richard 111 Van Oorschot 87
Strauss 32 Van Riebeeck, Jan 28
Streicher 72 Van Starkenborgh Stachouwer 92
Streicher, Julius 71 Van Voorst tot Voorst 115
Stresemann 59 Vogt, Willem 88
Stresemann, Gustav 58 Von Bismarck, Otto 26
Stroop 138 Von Brauchitsch, Walther 107
Stuart 21 Von Braun. Wener 170-171
Student, Kurt 113, 125 Von dem Bach-Zelewski 157
Summer Welles 109-110 Von dem Bach-Zelewski, Erich 155
Von Dirksen 103
Tedder, Arthur 146 Von Hindenburg, Paul 73, 76
Teller 173 Von Kluck 38
Thomas, Hugh 128 Von Kluge 190
Thorbecke 17 Von Kluge, Günther 153
Thyssen, Fritz 75 Von Metternich 14
Tiso, Josef 100 Von Moltke 33, 38
Trotski 44, 59, 64, 94 Von Neurath 100
Truman 166, 200 Von Papen, Franz 76
Truman, Harry 162, 173, 197, 199 Von Paulus 137
Tsjaikowski 32 Von Paulus, Friedrich 136
Tsjang Kai Tjek 94, 198 Von Rath, Ernst 101
Tsjitsjerin 61 Von Ribbentrop 26, 109
Tsjitsjerin, Georgi 60 Von Ribbentrop, Joachim 87, 105
Tsolakogloe 125 Von Roon, Albrecht 26
Tucker, Reuben 186 Von Rundstedt 184, 190
Turing, Alan 135-136 Von Rundstedt, Gerd 164
Von Sachsen Coburg,
Ulbricht, Walter 137 Leopold 15, 19
Urquhart 174, 180-182, 186, Von Schirach, Baldur 96, 126
191-192 Von Schleicher, Kurt 76
Urquhart, Brian 185 Von Schlieffen 37, 114
Urquhart, Robert ‘Roy’ 179 Von Sponeck, Hans 116
Von Stauffenberg 144, 153, 159
Van der Lubbe 78 Von Stauffenberg, Claus 152
Van der Lubbe, Marinus 77 Von Westphalen, Jenny 18
Van Geelkerken, Cornelis 89 Von Zangen, Gustaf 164, 176, 193
Van Gogh 32
Van Heutz 53, 119 Warburg, Sidney 74
Van Heuven Goedhart 144 Warfield, Wallis 86

210
Index van personen

Washington, George 12 Wilson, Woodrow 41, 49, 51


Wavell 112 Winkelman 115, 117
Wellington 15 Wohlthat, Helmut 103
Wildeboer 144 Wood, Edward 121
Wilhelm I 26
Wilhelm II 29, 35 Yamamoto 133
Wilhelmina 53
Wilhelmina, koningin 30, 101 Zelle, Margaretha 48
Wilkie. Wendell 68 Zhukov, Georgy 136, 197
Willem II 17 Zinovjef, Grigori 65
Willem V 13 Zinovjev, Grigori 63-64, 65
Willem VI 14 Zu Waldeck und Pyrmunt, Emma 53
Wilson 52, 58, 104, 159, 196 Zur Lippe Bisterfeld,
Wilson, Horace 103 Bernhard, prins 130

211
Op 17 september 1944, nu meer dan 70 jaar
geleden, begon operatie Market Garden. Drie
luchtlandingsdivisies en een parachutistenbri-
gade moesten de weg vrijmaken voor het
Britse 30e Legerkorps dat vanuit Neerpelt in
Noord-België zou oprukken. De uitslag is
bekend. Maar was de operatie echt militair of
waren er politieke en economische belangen?
Dat laatste probeer ik aan te tonen.
Ik ben geboren en getogen in Ede waar elk jaar
in september op de Ginkelse Heide de Slag om
Arnhem met grote luchtlandingen wordt her-
dacht. Door de jaren heen had ik de eer en het
voorrecht vele Poolse en Britse veteranen te
mogen ontmoeten en begeleiden. Vooral
mede door hun informatie ben ik steeds meer gaan twijfelen aan de
geschiedschrijving over Market Garden.
Boekenplanken vol zijn er hierover. Maar al die boeken kunnen mijn
vraag niet beantwoorden waarom er op dat moment zo’n onverant-
woordelijke operatie werd uitgevoerd. Hoe men het ook wendt of keert
het was op dat moment logistiek onmogelijk en de verovering van
Walcheren om de haven van Antwerpen te kunnen gebruiken was het
belangrijkst. Dat werd van de ene op de andere dag door de Geal-
lieerde opperbevelhebber, generaal Eisenhower, terzijde geschoven.
Waarom? Tot op de dag van vandaag leren de kinderen op school dat
de westelijke Geallieerden en de Russen samen nazi-Duitsland hebben
verslagen, wat natuurlijk waar is. Maar er wordt niet geleerd dat de
Russen alleen als militair bondgenoot werden geaccepteerd zolang ze
de Duitsers grote verliezen toebrachten maar wel op afstand bleven.
Dat veranderde midden 1944 toen het Russische leger onstuimig ging
oprukken. Roemenië werd veroverd, de Balkan en Griekenland lagen in
het opmarsgebied, het toenmalige Duitse Oost-Pruisen werd binnen-
gevallen en de Poolse hoofdstad Warschau werd bereikt. Dat alles
binnen een paar weken.
Op dat moment waren er geen afspraken over waar het Russische
leger zou stoppen. Bovendien werden vanuit Nederland de eerste V2-
raketten op Groot-Brittannië afgevuurd. Het was de eerste raket die via
de stratosfeer vloog, eventueel een atoomwapen kon vervoeren en er
was geen afweer tegen mogelijk. Bovendien was er sinds de Russische
revolutie in 1918 een diepgewortelde angst voor het communisme. Die
feiten veranderden het tactisch denken van een militair in een poli-
tiek/economisch toen er een kans kwam via een staatsgreep in
Duitsland de oorlog in West-Europa snel te beëindigen. De Duitsers
zouden de oorlog tegen de Russen voortzetten.

You might also like