You are on page 1of 5

H11 Leven in een massasamenleving

Kenmerkende aspecten:

37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.

38. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en


fascisime/nationaalsocialisme.

39. De crisis van het wereldkapitalisme.

40. Het voeren van 2 wereldoorlogen.

43. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de


betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

11.1 Een nieuwe eeuw breekt aan.

In 1900 kwamen er 3 ontwikkelingen in de wereld.

In de eerste plaats waren er veel meer mensen. Vooral in West-Europese steden en


industriegebieden nam het aantal mensen toe. Dit kwam doordat er nieuwe inzichten waren in de
bestrijding van ziekten. Er was betere hygiëne, vaker stromend water en een riool voor afval water.

De tweede ontwikkeling was sneller transport. Dat komt door snellere vervoersmiddelen zoals de
auto, metro, tram en later ook het vliegtuig. Er werd geïnvesteerd in spoorwegen en er werd meer
rails aangelegd. Het Panamakanaal werd aangelegd waardoor enorm veel tijd en brandstof bespaard
werd.

De derde ontwikkeling waren nieuwe communicatiemiddelen, cultuur, kennis en informatie konden


sneller overgebracht worden op een groot publiek. Mensen luisterde naar de radio en gingen naar de
bioscoop. Cultuur werd verspreid doordat mensen naar muziek konden luisteren. Ook ontstond de
telefoon, telefoonaansluitingen werden massaal aangelegd.

De samenleving veranderde door deze ontwikkelingen, mensen verplaatste zich sneller, informatie
werd sneller verspreid dit noemen we de moderne samenleving.

11.1 De invloed van nieuwe technieken.

Rond 1875 kwamen vooral de technologische ontwikkelingen in stroomversnelling. Dit noemen we de


tweede industriële revolutie.

De tweede revolutie onderscheid zich van de eerste op de volgende punten. Er werd gebruik gemaakt
van elektriciteit en staal en verbrandingsmotoren. De chemische en elektrotechnische industrie. Ze
konden sneller en goedkoper produceren. De lopende band speelde hier ook een grote rol in.
Mensen zagen meer van de wereld en gingen buiten hun stad of dorp dingen ontdekken.

De vooruitgang in wetenschap en techniek hebben geleid tot groot optimisme en


cultuurpessimisme(crisisgevoel onder intellectuelen, twijfel van vooruitgang). Er kwamen zorgen,
mensen dachten dat de westerse cultuur ten onder ging. In de moderne samenleving profiteerde
slecht een kleine groep mensen van de vooruitgangen. Er was veel armoede. De overheid probeerde
door middel van wetgeving het welzijn van de burgers te verbeteren. Woningbouw was er een van, ze
zorgde voor nieuwe woonwijken. Er werden instanties opgezet om toezicht te houden. Het onderwijs
moest toegankelijk voor iedereen zijn. De leerplicht werd verhoogd. Nieuwe technieken in de
industrie speelde ook een grote rol in de rivaliteit tussen landen, bijv. in de wapen industrie. Landen
wilden de grootste zijn. Radio’s en bioscopen werden gebruikt door de regering voor propaganda.
11.2 Een nieuwe soort oorlog

Bij het uitbreken van de oorlog dachten de partijen dat alles snel voorbij zou zijn, dat was het
tegenovergestelde. De Europese oorlog werd een slopende wereldoorlog van ruim 4 jaar.

Deze oorlog was anders dan andere oorlogen omdat er modernere wapens gebruikt werden. Deze
werden aan de lopende band gemaakt. De soldaten kregen te maken met gifgas en mitrailleurs.
Samen met de kanonnen achter de loopgraven zorgen die ervoor dat de verdedigende partij altijd in
het voordeel was. De aanvallende partij werd altijd blootgesteld aan kogels en scherven. De tank en
het vliegtuig zou hier verandering aan moeten brengen. De Britten gebruikte in 1916 de eerste tank.
Deze was geen succes.

De wapens waren modern maar de manier van oorlog voeren niet. Ze hielden vast aan de tactiek van
loopgraven van de vijand aanvallen. Dit was eerder een succes, maar met de technologische
ontwikkelingen niet meer.

De burgerbevolking werd zwaar geraakt. Miljoenen mensen moesten soldaten zijn en in de


loopgraven zitten. Ze liepen gevaar en in de loopgraven was het koud en vochtig, ze leefde onder
slechte omstandigheden. Na de oorlog waren er nog andere gevaren, veel mensen die het overleefd
hadden last van zenuwaandoeningen. De autoriteiten erkende dit niet en zag het als laf en stuurde ze
soms terug naar het front. Als je niet meevecht met de oorlog merkte je het nog steeds, omdat
dorpen en steden door de frontlinie liepen. Veel vrouwen werkte in de wapenindustrie.

De miljoenen soldaten kwamen niet alleen uit Europa, maar ook uit Afrika en Azie. Het was dus echt
al een wereldoorlog. In 1917 vocht de verenigde staten ook mee. Op 11 november 1918 werd een
wapenstilstand gesloten doordat Duitsland niet meer op kon tegen de geallieerde overmacht.

11.2 Het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog

De eerste Wereldoorlog was niet zomaar, er waren verschillende oorzaken.

Ten eerste waren veel Europese landen in de 19de eeuw druk bezig geweest met zoveel mogelijk
koloniën stichten in Afrika en Azië. Deze leverde grondstoffen, status en macht op. Duitsland wilde
hieraan meedoen, de Britten waren bang dat Duitsland hun zou aantasten. Deze spanningen hadden
te maken met de veranderende machtsverhoudingen als gevolg van de industrialisatie en het modern
imperialisme.

Ten tweede hadden landen sterke vijandbeelden van elkaar en vonden ze hun eigen natie superieur.
Duitsland won bijvoorbeeld de Frans-Duitse oorlog, hierdoor was Frankrijk nog boos op Duitsland.
Oorlog werd niet gezien als iets dat vermeden moet worden. Het was eerder een soort buitenlandse
politiek die opgelost kon worden door te vechten. Daarom kun je het nationalisme en militarisme zien
als belangrijke oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.

Ten derde was er concurrentie tussen landen die ervoor zorgde dat landen bondgenootschappen
gingen sluiten. Ze hielpen elkaar in tijden van oorlog. Zo ontstond Triple Alliantie( Leiding Duitsland)
en de Triple Entente( Leiding Frankrijk). Ze hoopte vrede te kunnen bewaren maar waren klaar voor
een oorlog. In 1914 zorgde deze groepen voor een domino-effect, landen wilde bondgenoten bijstaan
en toen op de Balkan een conflict ontstond tussen een paar landen, waren er dus veel meer landen
bij betrokken.
De oorlog brak uiteindelijk uit in 1914, de aanleiding was de moord op Frans Ferdinand( De
kroonprins van Oostenrijk-Hongarije) en zijn vrouw Sophie. Gavrilo Princip pleegde de aanslag. Hij
was boos over het feit dat Oostenrijk-Hongarije Bosnië had ingenomen, Gavrilo vond dat Bosnië bij
Servië hoorde. Servië vond dit ook en Oostenrijk-Hongarije stelde Servië verantwoordelijk voor de
moord. De Duitsers kozen de kant van Oostenrijk-Hongarije en Servië werd gesteund door Rusland,
de Duitsers en Russen waren hierdoor ook in oorlog.

In Nederland was een neutraliteitspolitiek, hier zagen de Duitsers en Britten meer voordeel in. Wel
kwamen er veel vluchtelingen naar Nederland vanuit België, doordat de Duitsers België binnenvielen.

In 1917 besloot Amerika in te grijpen. Het Duitse leger werd op grote schaal teruggedrongen. De
Duitse legerleiding stelde de keizer voor om een burgerregering samen te stellen, die konden dan
vredesonderhandelingen met de Amerikanen beginnen. Er waren overal in Duitsland opstanden en er
dreigde een communistische revolutie. Om dit te voorkomen werd de keizer afgezet en er kwam een
republiek. 1918 was de wapenstilstand en de oorlog was voorbij.

De overwinnaars sloten vredesverdragen met de verliezers, Duitsland werd gezien als de


hoofdschuldige. In 1919 werd het Verdrag van Versailles gesloten. Duitsland werd bepaalde dingen
ontnomen.

Ten eerste mochten ze niet onderhandelen over de bepalingen in het verdrag. Ten tweede moest
Duitsland een schadevergoeding betalen aan landen, ze mochten geen leger of wapens meer en ze
moesten gebied afstaan. Het verdrag zou bepalend zijn voor de toekomst van Duitsland en Europa.
Veel landen wilde Duitsland voor een langere tijd uitschakelen. Deze afhandeling van de Oorlog bleek
later voor spanningen te zorgen en legde de basis voor een nieuwe wereldoorlog. De 14 punten van
Wilson( President Amerika) moesten er voor zorgen dat er nooit meer een oorlog kwam. Elk land
moest een democratie worden.
11.3 De vestiging van een communistische staat.

De Sovjet-Unie bestond van 1922-1991. De leiders zeiden dat ze de leer van het communisme volgde.
Ze gingen uit van de ideeën van de Duitse filosoof Karl Marx had ontwikkeld. Hij voorspelde dat de
arbeidersklasse in opstand zou komen tegen de fabriekseigenaren. De arbeiders zouden aan de
macht komen en er zou een ideale samenleving ontstaan, met gemeenschappelijk bezit van fabrieken
en landbouwgrond. Dit samenhangende systeem noemen we de communistische ideologie.

Het was te verwachten dat het communisme in Rusland zou komen. Het agrarische Rusland liep ver
achter op de geïndustrialiseerde landen in het Westen, de arbeidersklasse was erg ontevreden. Er
was grote armoede in Rusland en de bevolking had weinig invloed op het bestuur. De tsaar was het
machtigste en regeerde met de harde hand. In 1917 was daardoor een revolutie. De oorzaak van deze
revolutie was dat Rusland tijdens de eerste wereldoorlog zware verliezen leed. De Russische revolutie
begon in februari met massale stakingen en demonstraties. Tsaar Nicolaas II moest daardoor
aftreden. Na de Februarirevolutie kwam er een voorlopige regering, uit allemaal verschillende
partijen. In oktober pleegde de bolsjewieken een staatsgreep, ze zette de voorlopige regering af. Dit
was de Oktoberrevolutie.

Nadat de bolsjewieken aan de macht waren gekomen probeerde revolutionairen het communisme
ook in andere Europese landen te krijgen. In Duitsland kwam de ‘Spartakusopstand’ in 1919, het was
een volksopstand. Er werden in het hele land arbeiders- en soldatenraden opgericht. De leider van de
onafhankelijke socialisten was Karl Liebknecht. Er werd een week hard gevochten tussen de
Spartakisten en de regering, de leiders werden gearresteerd en vermoord. In Frankrijk ontstond ook
onrust, er kwam een Franse communistische partij. In Nederland wilde de jurist Pieter Jelles Troelstra,
als tweede kamer lid van de SDAP, een omwenteling en dus de ideologieën van het communisme
doorvoeren. Hij werd niet serieus genomen. Ondanks het feit dat nergens een grote communistische
revolutie uitbrak zoals in Rusland, werd het wel een belangrijke politieke stroming in Europa.

11.3 De Sovjetsamenleving

You might also like