You are on page 1of 7

Boekverslag brief voor de koning.

Deel 2

Titel De brief voor de koning Auteur Tonke Dragt Hoofdpersoon Tiuri Tiuri is een jongen van 16 jaar, die er net zo uit ziet als andere jongens van zijn leeftijd. Hij is de zoon van Tiuri de dappere. Hij woont in een huis in de stad van Dagonaut. Tiuri is een erg dappere jongen. Medepersonen Ridder Edwinem Hij een heel belangrijk persoon in het boek, maar toch kan ik hem geen hoofdpersoon noemen omdat hij dood is. Hij is de ridder die Tiuri de opdracht gaf de brief te brengen naar de koning van Unauwen. Hij is een heel bekend dapper ridder, hij is een van de trouwste paladijnen van zijn koning. Hij draagt altijd een zwart harnas met een wit schild. Piak Dit is een betrouwbare en verstandige jongen, al is hij erg verlegen. Hij is niet bepaald rijk en hij loopt in eenvoudige kleren rond. Piak zou je op zich ook een hoofdpersoon kunnen noemen. Menaurus Hij de kluizenaar in de bergen, hij woont er helemaal alleen, met zijn knechtje Piak. Menaurus ziet eruit als een verstandig man en heeft een vorstelijke uitstraling. Later in het verhaal blijkt ook dat hij de tweelingbroer is van de koning van Unauwen. Koning van Unauwen Dit is de man, waarnaar Tiuri de brief moet brengen. Van uiterlijk en uitstraling, lijkt hij precies op Menaurus. Koning van Dagonaut Dit is de koning van het rijk waar Tiuri vandaan komt. Het is nog een jonge koning, en hij ziet er niet zo ervaren uit als de koning van Unauwen. Ook is hij wat vechtlustiger. De grauwe ridders Dit zijn Ristridin, Ewijn, Arwaut en Bendoe. Zij willen wraak nemen op de rode

ruiters, die ridder Edwinem vermoord hebben. Ristridin is de oudste, en is de leider van de vier. Ridder Bendoe is nogal wantrouwend, hij vertrouwt Tiuri ook niet meteen. De rode ridders Zij zijn ridders van de koning van Eviellan. Ze hebben ridder Edwinem vermoord, en willen Tiuri ook vermoorden. De aanvoerder van de rode ruiters is Slupor, hij is zo gemeen dat er slangen in zijn ogen te zien zijn.

Deel 5 in de bergen 1 een reisgenoot. Tiuri stopte bij een steen en bad. Hij hoorde voetstappen. Even later sprak de man hem aan. Ze maakte kennis en liepen door. Tiuri vond de man erg verdacht. Die avond gingen ze slapen maar Tiuri deed geen oog dicht. De volgende dag reizen ze verder. 4 Piak Piak kwam met bessen aan zetten. Nadat ze naar een andere plek zijn gegaan legde Piak en Tiuri elkaar het een en ander uit. Daarna liepen ze door. Tegen de avond bereikte ze een hut. Na wat gepraat te hebben gingen ze slapen 5 mist en sneeuw. De volgende ochtend ging Tiuri en Piak verder op rijs. Eerst een berg afklimmen, waar Tiuri viel. Daarna over een gletsjer. Het duurde lang. Daarna gingen ze bergen door. Het begon te sneeuwen. Ze kropen een kuil in. Ze houden me kaar de hele nacht waker. 6 gezicht op het rijk va Unouwen. De volgende ochtend reisde Tiuri en Piak verder. Na veel geklim en geklauter bereikte ze de schuilplaats van Piak. Na het eten gingen de twee vrienden weer verder. Tegen de avond bereikte ze een weiland. Tegen zonsondergang bereikte ze het huis van de oom en tante van Piak. 7 bij Taki en Ilia verder naar beneden. Tiuri, Piak. Taki en Ilia gingen eten. Maar daarvoor gingen Tiuri en Piak eerst in bad. Volgende ochtend ging Tiuri, Piak en Taki op pad. In de middag zij Taki hoe ze verder moesten en ging zelf terug. Later bereikte Piak het punt waar hij niet verder kon. Maar hij wou erg graag mee. Nadat hij Tiuri had overgehaald gingen ze verder. Avonds laat bereikte ze een hooi berg en gingen daar in slapen. Deel 6 ten oosten van de regenboog rivier. 1 met Ardok naar Angria. Ze spraken Ardok aan en die zij dat ze mee mochten als ze paard konden rijden. Piak kon geen paard rijden en ging dus oefenen. In de tussentijd ging Tiuri op het

verkeerde paard zitten. Hij moest op een andere omdat deze niet voor amateurs was. Een maal in Angria aan gekomen hielpen ze Ardok zijn kraam op zetten. Na wat in de stad rondgelopen maakte ze nog een praatje met de knecht van Ardok. Ze werden gevraagd om naar de burger meester te komen en zo gingen Tiuri en Piak naar de burger meester. 2 de burger meester van Dangria Ze liepen het huis van de burgermeester binnen. De burgermeester stelde vragen Piak en Tiuri werden wantrouwig. Piak rende weg en zij dat hij hem zou bezorgen iedereen ging achter hem aan. Tiuri rende toen dieper het gebouw in. Ergens in een kamer zou hij de brief lezen zodat niemand anders dat kon. 3 de brief. Tiuri opende en las de brief. Hij begreep er niks van. Nadat hij hem in zijn hoofd had gepompt verbrande hij hem. De burgermeester probeerde de deur open te maken. Nadat de burgemeester weg was, werd er met pijlen geschoten. Hij schoot terug en raakte een boogschutter. Daarna moest hij een tijd wachten. Hij bedacht een plan om uit te breken. 4 de ontsnapping. Tiuri deed de deur open. Hij hield de wachter onder schot en sloot hem op. Tiuri rende een andere kamer binnen. Na een gesprek met de schrijver van de burgermeester ontsnapte Tiuri uit het raam. De vreemdeling die Tiuri en Piak had gewaarschuwd hiel hem nu met vermommen. Even later liep Tiuri naar de witte zwaan 5 in de witte zwaan. Iruwen had eten besteld uiteindelijk was er een lang verhaal en een grote discussie. Ze besloten met zijn alle naar de burg raad te gaan om Piak te bevrijden. 6 Piak's bevrijding Iruwen haalde een heel groep mensen bij een en ze gingen met zijn allen naar de vergadering. Tiuri ijsde dat Piak vrij gelaten werd. Na heel wat argumenten en gesprekken werd Piak vrij gelaten. Later in de witte zwaan praten iedereen wat bij. Heer Darwin sprak hun aan en zij dat Tiuri en Piak de volgende dag een hoop moesten uitleggen. Tiuri en Piak gingen naar hun kamer en kregen wat te eten. Iruwen kwam binnen. Na een lang gesprek zou Iruwen hen helpen vannacht de poort uit te gaan zodat ze verder naar Unauwen konden gaan. 7 de tol bij de regenboog rivier. Ze kwamen bij een brug. Ze wilden oversteken maar dat kan niet. Tol moest er betaald worden. Ze bedachten wat maar maakte niks uit. Ze kregen een boot te leen van en persoon.

8 het oversteken van de regenboog rivier. Tiuri en Piak gingen naar de boerderij. Ze kregen te eten. Toen het donker werd gingen ze naar de rivier. Ze kregen een boot en gingen varen. De boot was lek. Na veel moeite stranden ze aan en zaten vast. Tiuri vertelde de inhoud van de brief aan Piak zodat die het kon onthouden. Het was zodat als Tiuri het bericht niet kon bezorgen dat Piak het kan doen. 9 de tolheer In de ochtend werden ze gered bij boot. Nadat Tiuri had gevraagd om de tolheer te spreken werden ze naar en cel gebracht. Even later werd Tiuri opgehaald. Tiuri sprak met de tolheer en liet de ring zien. Na veel gepraat mochten Tiuri en Piak weg met de voorwaarde dat als ze terug kwamen hun boete betaalde. Ze kregen paarden en vertrokken. Deel 7 Ten weste van de regenboog rivier. 1 het bos van ingemel. Tiuri en Piak reden een bos in. Ze werden uitgenodigd voor wat eten. Daarna reden ze verder. Tegen de avond bereikte ze de herberg de eerste nacht. Ze kregen wat te eten en een kamer. Ze hadden afgesproken dat over een uur twee verse paarden klaar zouden staan. 2 een angstige nacht in de maanheuvels. Tiuri en Piak gingen ter paard verder. Na een tijd rijden zagen ze ineens een paard. Ze reden verder en zagen een lichaam. Tiuri ging kijken. Het was de schrijver van de burger meester. Ze verstopte zich en na een tijd kwamen er ruiters. Piak sloop weg en Tiuri lijden hun af. De ruiters vertelde dat ze van de tolheer kwamen. 3 Slupor Tiuri riep Piak bij zich. 6 van de mannen gingen terug met het lichaam. De rest gingen samen met Tiuri en Piak verder. De na een tijd zoeken voor Slupor reden ze toch maar verder. Na een tijd bereikte ze de herberg. Daar gingen e eten. Piak en Tiuri gingen een tijd slapen. Toen ze waker waren gingen ze verder op reis. Tegen de avond bereikte ze een kasteel. De leider van de ridders en Tiuri werden bij de kasteel heer geroepen. Na een verhaal van een bode werd het duidelijk dat Slupor was gevangen. Toen ze bij de kasteel heer weg gingen zorgde ze voor wapens en bescherming. 4 de stat van Unouwen. Tiuri en Piak vertrokken. Tegen de avond bereikte ze een schuurtje. Tiuri voelde zich niet prettig. Ze mochten bij de boer slapen. De volgende ochtend vertrokken ze weer. In de middag bereikte ze de stad van Unouwen. Voor ze de poort door gingen gaven ze geld aan de bedelaar. Tiuri stapte af en hielp de bedelaar. De

bedelaar viel hem aan. Het bleek Slupor te zij. Na verteld te hebben aan de wachters wat Tiuri kwam doen gingen ze allemaal naar het palijs. Tiuri en Piak als gasten en Slupor als gevangene. 5 koning Unouwen. Tiuri en Piak werden naar het palijs gebracht. Toen ze de koning wouden spreken liet Tiuri de ring van ridder Edwienem zien. Enkele momenten later stond Tiuri voor de koning. Tiuri vertelde waarom en hoe hij hier was beland. Toen vertelde hij de boodschap. De koning leek verdrietig, ernstig en geschrokken. Tiuri moest het een tweede keer vertelen. De koning nam hem apart en stelde vragen. Piak werd er ook bij gehaald. Ze vertelde een hoop. De koning waarschuwde een ridder voor een bijeenkomst. Tiuri en Piak werden naar een vrouw geleid die hun zou verzorgen. 6 ridder Ewijn en Tirillo. Ze gingen eten met ridder Ewijn. Ze hadden een hoop te vertellen. Toen ridder Ewijn weg moest gingen Tiuri en Piak naar de tuin. Daar kletste ze wat met de nar. Na afscheid te hebben genomen van ridder Ewijn gingen ze naar bed. 7 Voor de laatste maal Slupor De volgende ochtend gingen ze met een hoop mensen eten. Later kwam de nar Tirillo. Hij bracht hun nieuws. Daarna bracht hij hun naar de schout. Tiuri en Piak waren getuigen tegen Slupor. Slupor werd naar binnen gebracht. Slupor vertelde wat er allemaal was gebeurt en riep boze verwensingen. Daarna werd Slupor weer opgesloten en konden Tiuri en Piak hem vergeten. 8 zwaarden en ringen. Tiuri en piek werden door de koning geroepen. De koning vroeg of ze hun avonturen wouden vertellen en dat deden ze. Na het praten kregen ze twee zwaarden van de koning. Ouwen en mooie zwaarden. Ze kregen ook ieders een ring. Niet zoals de ring van ridder Edwienem en de tolheer. Maar een andere omdat ze nog te jong waren. Daarna vertelde de koning dat nachtwind tiuri's bezit was geworden. De koning vroeg nog 1 gunst en daarna gingen de twee vrienden weg. Even later vroeg de nar of ze wouden komen varen en dat deden ze. Tijdens de rijs kwamen ze er achter dat ook de nar een ring droeg. De nar legde uit waarom. 9 wat koning Unauwen bekent maakte. De volgende dag kwamen ridders wijze mensen en onderdanen van de koning bij een. Tiuri en Piak waren daar ook bij. De koning vertelde wat er in de brief stond en vertelde ook de gevolgen als de brief niet was aangekomen. Toen de ridder plannen maakte gingen Piak en Tiuri de stad in. Na een tijd kwamen ze nog 1 keer bij de koning. Ze vertelde dat ze de volgende dag weg wouden gaan. De koning zij

nog wat. Hij zij ook dat Tiuri nu een bode voor hem was. Tiuri zou een brief mee krijgen voor koning Dagonout. Deel 8 terug naar de stad van Dagonout. 1 van de stad van Unouwen naar Dangria. De volgende dag vertrokken ze. Ze reden de zelfde weg terug. Toen ze de volgende dag de tolheer bereikte wouden ze hun boete betalen maar dat was al gedaan. Na een tijd vertrokken ze weer. Ze waren alleen de eigenaar van de boot vergeten op zijn kop te geven. Toen ze Dangria bereikte spraken ze met Iruwen. Voordat ze naar de burgermeester toe gingen, gingen ze eerst naar de witte zwaan. Ze hadden gelijk een rit voor de volgende dag. 2 van Dangria naar Minoures. De volgende ochtend vertrokken ze. Ze bleven bij Ardok slapen. De volgende dag bereikte ze Taki en Alia. Twee dagen daarna bereikte ze de uitkijk toren van Piak. Die avond sliepen ze in de grot bij de 7de heuvel. De volgende avond bereikte ze de kluizenaar. Ze vroegen of hij inderdaad de broer van koning Unouwen was. En dat was hij. Ze gingen slapen maar de kluizenaar ging naar buiten. Piak ging toen hij dacht dat Tiuri sliep naar de kluizenaar. Maar Tiuri hoorde hun gesprek. Toen Piak naar bed weer ging wist Tiuri wat hij de volgende dag moest zeggen. 3 afscheid van Piak De volgende ochtend zij Tiuri wat hij zeggen moest. Ze gingen met zijn drien ontbijten. Na het ontbijt vertrok Tiuri en Piak. Piak zou Tiuri een stuk begeleiden. Ze namen afscheid en beloofde elkaar, elkaar weer te zien. Tiuri liep verder maar de weg was nu eenzaam. Twee dagen later bereikte hij de herberg de ondergaande zon. Voor zonsopgang vertrok Tiuri weer. 4 kasteel Mistrinaut Toen het donker werd bereikte Tiuri het kasteel. De wachters vroegen wie hij was. Toen hij het vertelde werd hij bij de burchtheer gebracht. Tiuri kreeg te eten terwijl hij over zijn avonturen vertelde. De volgende dag vertrok Tiuri weer maar op nachtwind. Jonkvrouw Lavinia en de burchtheer vergezelde hem tot het bos. Toen ze stopte om afscheid te nemen liet jonkvrouw Lavinia haar handschoen vallen. Toen Tiuri hem op pakte vroeg hij of hij hem mocht houden e vertelde de reden. Ze hadden beloofd elkaar vaker te zien en namen afscheid. Tiuri reed verder en was weer alleen. 5 het bos Tiuri reed lang door, tegen de avond bereikte hij een hut. Eerst wou hij verder gaan maar ridder Riestridin was daar ook. Na veel praten gaan ze naar bed. De volgende dag gaan ze ieders een andere kant op. Toen Tiuri de stad van koning Dagonout zag liggen schoot hem te binnen dat hij had beloofd met de dwaas van de boshut te praten. Tiuri ging met de dwaas mee naar de bos hut.

6 koning Dagonout. De volgende dag vertrok Tiuri. Na een tijdje bereikte hij de stad. Hij deed zijn pij om en reed naar het palijs. In het palijs werd Tiuri opgehaald door zijn vader en naar de koning gebracht. Na een gesprek en nog een keer terug komen werd hem gezegd dat Tiuri vannacht terug moest komen. Eenmaal weer in de herberg vertelde hij verder. Na een lange tijd ging Tiuri een stuk rijden. Tegen de avond kwam hij terug. 7 een ridder met een witschild. Er was een etentje bij de koning en Tiuri gespte zijn zwaard om. Bij het eten sprak hij zijn oude vrienden. Toen hij bij de schildknapen wou staan werd hij naar de tafel gestuurd waar hij tussen zijn vrienden de ridders zat. Toen de koning kwam werd hij naar voren geroepen en tot ridder geslagen. Hij kreeg op verzoek van koning Unouwen een wit schild. Hij vroeg tijdens het eten aan de koning of hij op nieuw in de kapel mocht waken. Bij de eerste zonnen stralen stond Tiuri op. 8 een weer zien bij zonsopgang. Tiuri ging naar bun en stapte op Ardanwen. Hij zag Piak en reed hard naar hem to. Piak schrok eerst maar toen zag hij dat het Tiuri was. Piak legde uit waarom hij hier was en ze liepen samen richting stad. Het kan waar gebeurt zijn omdat: Er vroeger genoeg ridders waren. Misschien bestaan de plekken niet maar het kan makkelijk waardeert zijn. Er waren vroeger ook koningen. Die heb je tegenwoordig ook nog. De titel heet de brief voor de koning omdat: Het gaat over een brief voor de koning dus de titel klopt wel. Ik vind het boek leuk omdat: Het gaat over ridder. Ik vind ridders wel Cool. Het is ook erg avontuurlijk en spannend. Ik hou van de gevechten en ik kan me gewoon er in mee laten leven. ik voel me dan zo een edele ridder. Ik pak mijn zwaard en ik help mijn vrienden.

You might also like