You are on page 1of 6

VISIE

Inleiding Groep is het thema van de derde OGP van de propedeutische fase van Fontys Hogeschool Kind en Educatie; Pabo Eindhoven. In deze OGP gaat het er om dat wij meer zicht krijgen op het functioneren van onze stagegroep. Wij staan stil bij de vraag wat wij als leerkracht kunnen doen om groepsverhoudingen en groepsprocessen in kaart te brengen en hoe wij een groep kinderen positief kunnen benvloeden. Ook gaan wij aan de slag met de vraag hoe kennisontwikkeling bij een groep kinderen verloopt n hoe wij met ons onderwijs kunnen aansluiten bij kennisontwikkeling. Omdat er natuurlijk de nodige verschillen zijn tussen kinderen in onze klassen is er, tot slot, ook aandacht voor de vraag hoe wij ons onderwijs kunnen aansluiten bij verschillen in kennisontwikkeling van de kinderen in onze groepen. In dit document kunt u onze visie op een goed pedagogisch klimaat zien. Kwaliteit interactie leerlingen onderling Wij vinden dat kinderen allemaal gelijk zijn en gelijk behandeld moeten worden. Als kinderen gelijk behandeld worden dan voelen zij zich veiliger in de klas. Veiligheid is n van de behoeften van de Hirarchie van Maslow (Maslow, 1943). Wij vinden ook dat kinderen ruimte moeten hebben om sociale contacten te kunnen ontwikkelen. Dit is ook n van de basisbehoeften van Maslow. De Hirarchie van Maslow is een systeem dat aangeeft dat je n behoefte nodig hebt om de volgende te kunnen ontwikkelen. Als men alle stappen in de hirarchie heeft doorlopen, dan is een mens in staat om zich zelf te kunnen ontplooien (zie figuur 1).

Figuur 1: Hirarchie van Maslow (Maslow, 1943)

Voor groot en klein, zullen we aardig zijn. Kinderen dienen respectvol met elkaar om te gaan. Als er een probleem ontstaat in de groep, dan dient een leerkracht dit met de kinderen te bespreken en tot een oplossing te komen. Leerlingen moeten zich fijn voelen op school, een goede interactie tussen leerlingen onderling is daarom heel belangrijk!

Sfeer In onze school willen wij een sfeer creren met veiligheid, verdraagzaamheid, vergeving en begrip voor elkaar. Wij vinden het belangrijk dat kinderen en leerkrachten zich thuis voelen op school. Wij vinden dat iedereen op school mag zijn wie ze echt zijn, dat iedereen er bij mag horen en dat iedereen gewaardeerd moet worden; dit zijn voor ons belangrijke waarden. Als veiligheid aanwezig is, dan pas kan een kind, maar ook een leerkracht ten volle profiteren van de mogelijkheden van zelfontplooiing die een school te bieden heeft. Ieder kind en iedere leerkracht moet volop kansen krijgen om het maximale uit zichzelf te halen. Wij vinden dat men zich niet alleen cognitief dient te ontwikkelen maar ook met betrekking tot sociale vaardigheden en competenties. Wij zijn gericht op leren leren, dit houdt in dat kinderen zoveel mogelijk zelf de verantwoordlijkheid nemen voor het leerproces. Volgens Vygotsky (Vygotsky 1978) leren kinderen door problemen zelf op te lossen. Vygotsky maakt onderscheid tussen problemen die het kind zelf kan oplossen (niveau van eigen ontwikkeling) en problemen die het kind met hulp van een ander anders kan oplossen (potentile ontwikkeling). Volgens Vygotsky zit er een gat tussen deze twee niveaus van problemen oplossen, hij noemt dit de Zone van Naaste Ontwikkeling. Volgens Vygotsky is het de taak van een leerkracht, en dit willen wij ook aannemen, om langzaamaan steeds meer verantwoordelijkheid af te staan aan het kind. (Zie figuur 2)

Figuur 2: Zone van Naaste Ontwikkeling (Vygotsky 1978)

Every function in the childs cultural development appears twice: first, between people (interpsychological) and then inside the child (intrapsychological). This applies equally to voluntary attention, to logical memory, and to the formation of ideas. All the higher functions originate as actual relationships between individuals (Vygotsky, 1978, p.57) Orde Een prettig klimaat in de klas creren is moeilijk, maar levert wel een optimale leeromgeving. Om dit te bereiken is het belangrijk dat er orde is in de klas. Kinderen hebben baat aan structuur en duidelijkheid. Zij moeten weten wat de regels en afspraken zijn en wat de consequenties zijn als de regels en afspraken overtreden worden. Wat voor een kind oon belangrijk is, is welk gedrag en uitstraling zij van een leerkracht kunnen verwachten. Volgens de Social Learning Theory (Bandura, 1977) stimuleert het observeren van gedrag van anderen, het gedrag van een kind zelf. Door het bekijken van de consequenties of de opbrengsten van het handhaven van regels kan een persoon dus gewenst gedrag (of niet gewenst gedrag) tonen. Het observeren van gedrag en vervolgens het aanpassen van eigen gedrag heet Modelling.

Structuur en duidelijkheid zijn van belang om orde te houden in een groep. Wij als leerkrachten willen dezelfde regels en leeromgeving creren voor kinderen zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt. Een vast patroon neerzetten aan het begin van het jaar en het begin van de dag is een goede start bij het handhaven van orde. Als een leerkracht bijvoorbeeld aan de deur staat om de kinderen te verwelkomen, dan is dit een houvast voor de kinderen en tegelijkertijd werkt dit aan de relatie tussen leerkracht en kind dat volgens Stevens (2010) (zie figuur 3) n van de drie basisbehoeften zijn voor het zelfontplooing van een kind. Kinderen die druk zijn of snel afgeleid zijn hebben ook baat aan structuur en duidelijkheid. Een vaste opstelling in de klas is bijvoorbeeld een manier om die kinderen te helpen. Leerkrachten moeten bijvoorbeeld geen twee drukke kinderen naast elkaar zetten, dit is vragen om problemen en kan de orde verstoren. Om een prettig klimaat te creren moeten de kinderen goed kunnen werken zonder prikkels van buitenaf. Kwaliteit interactie leerling leerkracht Relatie is n van de drie basisbehoeften van Stevens (2010). Erbij horen, zich thuis voelen, samenhorigheid; dat is wat een relatie is. Wanneer een kind weet dat hij een invloed heeft op relatie dan kan dit een relatie versterken. Binnen het onderwijs is het belangrijk dat wij als leerkrachten aandacht besteden aan de relaties tussen leerkracht en kind. Het is heel belangrijk om contact met de kinderen te maken. Een leerkracht dient vragen te beantwoorden, te helpen bij problemen en samen een oplossing te zoeken, een luisterend oor aan te bieden, empathie te tonen, gesprekken met kinderen te voeren en vooral om zijn vijf rollen als leerkracht (expert, coach, onderzoeker, model, ontwerper) in het bestwil van het kind te zijn.

Figuur 3: Basisbehoeften (Stevens, 2010)

Tijdens interactie met kinderen horen wij belangstelling te tonen, eigen gevoelens te delen, te prijzen op een afstand en te corrigeren van dichtbij, respect te hebben, empathie te tonen, eerlijk te zijn en open te zijn. Tijdens een instructie moeten wij veiligheid bieden, een bijdrage van een kind waardevol vinden, samenwerkend leren te bevorderen, een interactieve instructie geven en sensitief zijn voor signalen om vervolgens daar op te reageren. Wij vinden dit heel belangrijk, dit past ook in het competent Effectief Leraarcommunicatie, om te doen. Goede relaties hebben lang de tijd nodig om te groeien, maar gaan heel snel kapot. Door effectief leraarcommunicatie te gebruiken werken wij aan de relatie en doet wonderen voor een kind.

Eindwoord Elke leerkracht heeft zijn of haar eigen manier van lesgeven. Sommige starten de les met een grapje, een opmerking of een liedje. De klas stil krijgen is ook een kunst; gebruik je een belletje, klap je in de handen of steek je een hand omhoog? Hoe dan ook, zorg ervoor dat je bij jouw eigen stijl blijft. Dat voelt het prettigst en komt dan ook het meest daadkrachtig over. Een prettig pedagogisch klimaat is dus een klimaat waar zowel kinderen als leerkrachten zich veilig voelen om zich zelf te zijn en zich zelf te durven zijn. Bijlage 1: Subjectief Concept, Visie Bijlage 2: Bronnenlijst

Nick Seinstra, Daphne Princen, Luuk Tilleman, Anke Grothe Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven P13EhvA 11 april 2014

Bijlage 1: Subjectief Concept, Visie

bijlage 1: vlnr Luuk Tilleman, Daphne Princen, Nick Seinstra, Anke Grothe

Bijlage 2: Bronnenlijst
Hendriksen, J., & Dijkstra, H. (2011). Het verhaal van het kind. Thieme Meulenhoff Alkema, E., Dam, E. van, Kuijpers, J. Lindhoudt, C., & Tjerkstra, W. (2011). Mr dan onderwijs (7e druk). Assen: Koninklijke Van Gorcum. Engelen, R. van. (2007), Grip op de groep. Baarn, Bekadidact

You might also like