Met het ontwerpen van de sorteermachine zullen we rekening moeten gaan houden met de richtlijnen normen die er door de Europese Unie bedacht zijn omtrent machines. Deze richtlijnen en normen zijn er voor elke soort machine en er elke machine die wordt ontworpen dient aan de voor dat soort machine geldende richtlijnen en normen te voldoen, anders mag de machine niet op de markt gebracht worden. Wanneer de machine aan de geldende richtlijnen en normen voldoet, mag deze het CE-keurmerk dragen. Deze richtlijnen en normen zijn verdeelt in 3 standaarden, te kennen: Type A, Type B en Type C, waarbij Type B nog eens is onderverdeeld in B1 en B2. Type A standaarden omvatten de basis veiligheids richtlijnen en bevatten basisconcepten, uitgangspunten voor het ontwerpen, en algemene inzichten in veiligheid die eigenlijk voor alle soorten machines gelden. Denk hierbij aan uitgangspunten voor risico-bepaling en hoe deze risicos kunnen worden teruggedrongen. Type B standaarden beschrijven de algemeen toepasbare veiligheids maatregelen en gaan over n bepaald stuk beveiliging die doorgaans op een breed scala aan machines toepasbaar is. De B1 standaarden gaan hierbij over veiligheids aspecten zoals veiligheidsafstanden, temperaturen en geluidsoverlast. De B2 standaarden beschrijven vervolgens de veiligheids maatregelen die genomen kunnen worden zoals licht-poortjes, tweehandige bediening en druk-gevoelige apparaten. Ten slotte slaan de Type C standaarden op de nodige veiligheidsmaatregelen maar dan voor een veel specifiekere (groep) machines zoals robots, walsen of inpakmachines. Tevens geldt ook nog, dat wanneer een Type C standaard op een bepaald aspect afwijkt van de voor dat zelfde aspect geldende Type A of B norm, dat de Type C norm dan voorrang krijgt. Wanneer er vanuit de EU behoefte is aan een nieuwe norm, wordt er opdracht gegeven aan een normalisatie-instituut welke dan de nieuwe norm opstelt. Wanneer deze dan in het blad van de Europese gemeenschap wordt gepubliceerd is deze officieel en wordt het een geharmoniseerde norm genoemd. Deze geharmoniseerde normen zij dan de specificaties welke overeenstemmen met de desbetreffende richtlijnen.
Normen op ons van toepassing Na hierboven eerst te hebben beschreven wat de normen en richtlijnen zijn, zullen we hier de normen beschouwen waarvan wij denken dat deze van toepassing zouden kunnen zijn. Om te beginnen hebben we op de website van de Europese Commissie gekeken welke normen er allemaal zijn omtrent het ontwerpen en ontwikkelen van machines. (European Commision) Uit deze lijst is er een selectie gemaakt van welke normen er op onze machine van toepassing zouden kunnen zijn, welke hieronder worden toegelicht. Nu willen we eerst de algemene Type-A norm EN ISO 12100:2010 noemen. Deze vinden wij belangrijk omdat deze aan de basis staat van het ontwerpen van een machine. Deze beschrijft dan ook de general principles for design, risk assessment and risk reduction. Met andere woorden de algemene ontwerpprincipes, hoe risicos gevonden kunnen worden, en welke maatregelen er tegen deze risicos genomen kunnen worden om deze te elimineren. Dan nu de misschien wel belangrijkste Type-B norm die op onze machine van toepassing zou kunnen zijn, de EN ISO 13849-1:2008. We vinden dat we deze norm zeker van toepassing is omdat deze de basis vormt voor het bepalen van de veiligheid van de machine door middel van het Performance Level (PL). Verder beschrijft deze norm ook hoe een machine veilig gemaakt moet worden op basis van deze Performance Levels en wat de stappen zijn die genomen moeten worden om tot zon PL te komen. Twee andere normen (een deel n en twee) die wij belangrijk vinden zijn de EN 614- 1:2006+A1:2009 en de EN 614-2:2000+A1:2008. Deze twee elkaar aanvullende normen beschrijven hoe een apparaat ontworpen moet worden, zodanig dat het ergonomisch verantwoord is. Dit geldt dan op alle vlakken van de machine. Vanaf het bouwen van, het gebruiken van, het schoonmaken van en repareren van de machine tot aan het ontmantelen (afbreken) van de machine. Hierbij staat het welzijn en de gezondheid van de gebruikers voorop. Het kan natuurlijk gebeuren dat er tijdens het sorteren van de PLCs iets mis gaat. Hierbij is het belangrijk dat de werknemers te weten komen dat er iets mis gaat, zonder dat deze daar gewond raken. Hiervoor is signalering belangrijk en daarom vinden we dat de EN 842:1996+A1:2008 en de EN 981:1996+A1:2008 normen belangrijk zijn. Deze beschrijven in het algemeen hoe de benodigde (audio-)visuele signalering duidelijk kunnen worden gemaakt aan werknemers binnen een bepaald gebied van de machine. Hierbij beschrijft de eerstgenoemde norm de visuele signalen, waarbij de tweede genoemde norm de eerste norm ondersteund met audiovisuele signalen om te voorkomen dat een enkel visueel signaal verkeerd genterpreteerd wordt. De volgende norm die wij niet perse heel belangrijk vinden maar zeker wel belangrijk genoeg om in acht te nemen is de EN 849 (deel n, drie en vier) norm, welke gaat over hoe de bediening en status-aflezing van een machine ergonomisch verantwoord geplaatst moeten worden. Zo valt er bijvoorbeeld te denken aan dat een bedieningspaneel niet te hoog of te laag moet zitten, omdat men uiteindelijk last van de rug zou kunnen krijgen. Een andere norm die wij heel belangrijk vinden is de EN 1037:1995+A1:2008 norm. Wanneer de machine gestopt is voor bijvoorbeeld onderhoud is het van zeer groot belang dat deze ook in deze toestand blijft en niet onverwachts opstart. Dit zou namelijk fysiek letsel tot gevolg kunnen hebben en dit wilt men daarom voorkomen. Deze norm beschrijft dan ook hoe een machine in gestopte toestand moet blijven gehouden, zeker omdat er tegenwoordig steeds meer geautomatiseerd wordt wat de kans op een onverwachte machine-start groter maakt. Een van de laatste incidenten waarvan men wilt dat gebeurt is brand, waarbij een compleet bedrijfspand in de as gelegd kan worden. Daarom vinden wij de EN 13478:200+A1:2008 norm erg belangrijk omdat deze beschrijft hoe men er al tijdens het ontwerpen van de machine voor kan zorgen dat deze brandveilig wordt gemaakt. De bedoeling van deze norm is dan ook om een bepaald niveau van veiligheid te krijgen waarbij het gebruik van de machine en diens technische specificaties in acht worden genomen. Dan is er nog n Type-B norm waarvan wij vinden dat deze absoluut toegepast moet worden en wel de EN ISO 13850:2008. Deze internationale norm beschrijft hoe een machine moet worden voorzien van de mogelijkheid om deze te allen tijden te kunnen stoppen, middels een noodstop. Hoewel deze norm wel de eisen en grondbeginselen van de noodstop-functie beschrijft, beschrijft deze echter niet de (sub)functies van de noodstop-functie zoals het omkeren van een beweging om de beperking van een beweging. Dan zijn er drie Type-C normen die voortborduren op de eerder genoemde EN 13478:200+A1:2008 norm, ten bate van brandpreventie. Het gaat hier om de normen EN 12881-1:2005+A1:2008, EN12881-2:2005+A1:2008 en EN12882:2008. De sorteermachine zal o.a. gaan werken met lopende banden. De net genoemde normen beschrijven hoe deze banden getest kunnen worden op brandveiligheid en beschrijven ook de maatregelen die genomen moeten worden om zowel de banden als de elektronica brandveilig te maken.
Normen CENELEC Europees comit. Nu is er ook een Europees Comit (genaamd CENELEC) specifiek voor de elektrotechnische standaardisatie en is verantwoordelijk voor de elektrotechnische ontwikkelingsstandaardisatie. Dit comit heeft ook diverse normen opgesteld waar we net als hierboven de normen uit zullen lichten waarvan wij vinden dat deze belangrijk zijn. Een eerste hiervan die wij belangrijk vinden is de EN 6204-1:2006 norm. Deze basisnorm is zo belangrijk om het de algemene vereisten aan de veiligheid van het elektronische aspect van een machine beschrijft (en wat dat aangaat helemaal ons vakgebied is). Hiernaast vinden wij de eerste twee delen van de EN 61310:2008 norm belangrijk. Het eerste deel gaat over de eisen die worden gesteld aan de (audio)visuele signalen die gegeven kunnen worden om werknemers op de hoogte te houden van veiligheids-gerelateerde informatie over de machine. Zo beschrijft deze norm het gebruik van een systeem van kleuren-indicaties, veiligheidsborden, markeringen en andere waarschuwingen. Voor de volledigheid worden de markeringen nog eens verdiept in deel twee van de EN 61310 norm. De volgende norm van CENELEC die wij belangrijk vinden is de EN 61800-5-5:2007. Deze beschrijft de functionele eisen aan systemen waarin er met een elektrische aandrijving wordt gewerkt, welke in snelheid aanpasbaar is. Dat deze norm belangrijk is vinden wij, doordat wij willen gaan werken met in snelheid aanpasbare lopende bandjes, onder meer voor de aan en uitvoer van de PLCs. Deze bandjes willen we in snelheid aan kunnen passen om zo aan de ene kant de aanvoer van PLCs te reguleren en aan de andere kant om de uitvoer te kunnen reguleren. De laatste norm die wij belangrijk vinden is de EN 62061:2005 en wel omdat deze de functionele veiligheid aan (onder andere) programmeerbare elektronische systemen beschrijft. Naast het feit dat deze norm eisen stelt qua veiligheid doet deze ook aanbevelingen voor het ontwerp, integratie en validatie van veiligheids-gerelateerde besturingssystemen van machines.
Machine veiligheid Er is gegeven dat de sorteermachine moet voldoen aan het Performance Level D. Om dit te bereiken moet er in klein detail worden gekeken naar ISO norm 13849-1:2008; Veiligheid van machines onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie Deel 1 algemene regels voor ontwerp. Bij het bepalen van het performance level moet er worden gekeken naar drie categorien. Elk van deze categorien is verdeeld een level 1 en een level 2. 1. S Serverity of injury oftewel de zwaarte van de verwondingen. Dit is onderverdeeld in S1 en S2 waarbij S1 staat voor slight injury of minimale verwonding en S2 staat voor Serious or permanent injury or death ofwel serieuze of permanente verwondingen of dood. 2. F Frequency and / or exposure to a hazard oftewel de frequentie en/of blootstelling aan een gevaar. F1 is Seldom to less often and/or short time, nauwelijks of minder vaak en/of korte tijd. En F2 is Frequent to continuous and/or long time, frequente tot continu en/of lange tijd. 3. P Possibilty of avoiding the hazard or limiting the harm dit betekent; mogelijkheid om het gevaar te voorkomen of te limiteren. P1 is Possible under specific conditions, mogelijk onder bepaalde omstandigheden. En P2 is Scarcely possible ofwel nauwelijks mogelijk. Volgens deze risicotabel is het noodzakelijk dat de machine voldoet aan de normen S2, F2 en P1 of S2, F1 en P2.
Figuur 1: risico tabel betreffende het performance level (http://www.safety-at- work.leuze.de/en/deutschland/loesungen/anwenderwissen/arbeitssicherheit/2_maschinensicherheit_in_der_eu/2_4_1_en_iso_13849_1_t eil_1_allgemeine_gestaltungsleitsaetze/2_4_1_en_iso_13849_1__teil_1__allgemeine_gestaltungsleitsaetze.php, 23-05-14) Een enkele module op zichzelf maakt een machine niet veiliger, echter een keten van verschillende modules kan dat wel. Dat is de zogenaamde safety chain. De safety chain bestaat doorgaans uit drie modules. 1. Input. 2. Verwerking. 3. Output. De input komt in de vorm van sensoren, drukmatten, noodstopknoppen enzovoort. De verwerking kan gedaan worden door een PLC of een aparte veiligheidsmodule. En de output is in feiten het uitschakelen van de betreffende actuatoren zoals bijvoorbeeld de motoren. Een paar voorbeelden puntsgewijs neer gezet: Verkrijgen van informatie: Licht gordijnen. Trip wires (struikel draden), draden die een contact kunnen verbreken wanneer iemand er tegen aan trapt. Beschermende waakapparaten die bijvoorbeeld gesloten deuren en luiken controleren. Control stations die met twee handen moeten worden bediend. Noodstop knop. Monitor en verwerking: Veiligheidsmodules houden de inputs van veiligheidsmachines in de gaten en besturen machine onderdelen. Veiligheidscontrollers, losse of meerdere modules die tegelijk meerdere veiligheidsfuncties kunnen bedienen. Veiligheids PLCs die zowel veiligheids als niet veiligheids gerelateerde taken kunnen bedienen voor machines. Het stoppen van de Machines: Contacten die de stroomtoevoer kunnen afsnijden naar de motoren met een mechanische feedback naar de veiligheidsmodules, controllers en PLCs. Het gebruik van servomotoren en variabele snelheidsdrivers voor het gecontroleerd stoppen van de machine. Draaischakelaar verbreekcontacten; om de apparatuur te isoleren van de stroomtoevoer en voor een noodstop bij het direct verbreken van de stroomtoevoer.
(Electric, 2014) Uitgaande van het maximale oppervlakte van de sorteermachine van 2 m 2 , zou een simpele noodstop niet zomaar genoeg zijn. Als men aan de linkerkant van de machine ergens vast komt te zitten dan kan diegene misschien niet bij de noodstopknop komen. Om dit probleem te verhelpen komt er langs de lengte van de band een koord te zitten die wordt verbonden met de noodstopknop. Zo kan men op elke plaats aan het koord trekken en daarmee de machine onmiddellijk stoppen. Een tweede veiligheidsmaatregel die we willen implementeren is een magneetschakelaar en wel op de deur via waar de motor van de sorteermachine toegankelijk is. Deze magneetschakelaar moet eigenlijk zoals de noodstopknop ervoor zorgen dat de machine stil komt te liggen (en stil blijf liggen) zodra de deur naar de motorruimte geopend wordt. Vervolgens kan de machine weer gestart worden door de deur te sluiten en middels de besturing hem weer aan te zetten.