PABO EHV/VEGHEL

BASISPLAN BEELDENDE VORMING

Les:

Dokter vouwen

Groep:
Bron/Methode:

1/2 C
Zelf ontworpen

Datum:

03-03-15
De kinderen werken aan het thema
gezondheid. De kinderen leren een
dokter vouwen door 16 vierkantjes te
vouwen. Ze moeten de vierkantjes
meten en op het achtergrondje
plakken.
De kleuters gaan een dokter vouwen.
Tijdens deze opdracht werken ze met
ruimtelijk inzicht. Ze zien vierkantjes
die nog niet zijn opgeplakt.

Betekenis
Wat zijn de inhouden en
associatiemogelijkheden?

Vorm
Met behulp van welke beeldaspecten
kunnen de inhouden vorm krijgen?
Materiaal
Welk materiaal is daarvoor geschikt,
welke mogelijkheden biedt het?
Beschouwing
Vanuit welke beelden kan het kind
betrokken worden bij het onderwerp?

Onderzoek
Hoe kan het kind materialen en
beeldende aspecten verkennen?
Werkwijze
Welke aanwijzingen over gebruik van
materiaal en gereedschap, en welke
vaardigheden?

Reflectie

Het materiaal dat ik bij deze opdracht

nodig heb, zijn: placemats, scharen,
lijm en een kwastje, zwarte en rode
stift, rood papier, roze rondjes en witte
vouwblaadjes
Ik laat de kinderen zien dat de
vierkantjes op het achtergrondje moet
worden geplakt. Ik zorg ook dat er
differentiatie ontstaat door alleen het
achtergrondje te tekenen zonder de
hokjes in te tekenen. De kinderen
moeten dan de vierkantjes tellen en
meten.
Kinderen onderzoeken hier hoe ze een
dokter kunnen vouwen. Ze leren hoe ze
de schaar op de juiste manier moeten
vastpakken.
De kinderen weten dat als ze gaan
plakken, een placemat nodig hebben.
Ze weten heel goed dat ze niet met een
schaar mogen rondlopen en ze weten
hoe dat ze een schaar op de juiste
manier moeten vastpakken. Na de
opdracht gaan de kinderen netjes hun
spullen opruimen en het kwastje en
placemat netjes schoonmaken.
De kinderen hebben leren meten en
tellen. Ze keken zorgvuldig naar het
voorbeeld en gebruikte soms hun
vingers om de hokjes precies te tellen.
De kinderen die 16 vierkantjes vouwen
lastig vonden, hebben samen met mij
de vierkantjes gevouwen.