You are on page 1of 22

Onderhoud en reiniging van uw pijpen

Er zijn beslist aangenamere bezigheden dan het reinigen van een pijp. Alleen... het meest volmaakte
rookgenot is niet te bereiken zonder regelmatig schoonmaken en onderhouden van uw pijp. De meeste
pijprokers weten dit wel, dus het onderwerp “Onderhoud en reinigen van uw pijpen” is de ruimte op deze
website eigenlijk niet waard, denkt u?
Integendeel! Want wat er door een pijproker af en toe uit het pijpenetui gehaald wordt en hoe de pijpen
er uit kunnen zien, wanneer ze voor reparatie aangeboden wordt spreekt boekdelen. Het is soms
bedroevend om te zien tot welke misbaksels ooit mooie pijpen zijn geworden.

NA HET ROKEN
Laten we beginnen met het einde. Het einde van een rustig genoten pijp tabak. De gloed in de tabak is
net gedoofd en de pijp wordt eerst terzijde gelegd om langzaam af te koelen. Dan volgt de greep naar
ons pijpbestek om de losse as, die op de tabak ligt, een beetje om te roeren. De stompe lepel van het
pijpbestek is hiervoor het meest geschikte werktuig. We laten het in eerste instantie bij het behoedzaam
omroeren van de losse as en laten het “vaste” restje pijptabak nog even ongemoeid zodat deze nog wat
vocht uit het hout van de pijpenkop kan opnemen, vocht dat tijdens het roken van de pijp in het hout is
getrokken.

Na ongeveer een half uur kan de pijp helemaal leeg gemaakt worden. Het is misschien een goed idee
om bij het schoonmaakproces niet Jan en Alleman uit te nodigen, omdat deze festiviteit van
schoonmakerij bij een net uitgerookte pijp nu eenmaal niet altijd zo lekker ruikt. Tussentijdse kleine
schoonmaakbeurtjes (bijvoorbeeld onderweg) kunnen prima geschieden door met 2 of 3 pijpenragers
het rookkanaal in het mondstuk en de kop flink te poetsen. Vergeet u hierbij de wanden van de
pijpenkop (de ketel) niet.

Misschien bent u een filter-roker. Het beste is, om het filter direct te verwijderen, zodat zijn teer
bevattende, vochtige vracht niet te lang in de pijp blijft. Bent u een “droge roker” en doet u langer dan
één keer met uw filter, dan kunt u het filter wel laten zitten of hergebruiken na reiniging van het
rookkanaal.

Er zijn veel pijprokers die na het roken van een pijp bijna direct een pijpenrager in de pijp schuiven, het
eindje van de rager ombuigen bij het mondstuk en zo de pijp wegleggen om (dagen/weken?) te laten
drogen. Soms zelfs met de natte rest tabak nog in de pijp.
Of de nog warme pijp meteen leegkloppen, pijpenrager erin zoals hiervoor beschreven en opbergen in
het pijpenetui of de pijpenkast, tot.... wanneer de pijp weer eens gerookt wordt?
Wanneer u uw net gerookte pijp onderweg van een pijpenrager voorziet en deze enkele uren later bij
thuiskomst weer uit de pijp haalt is dat geen probleem; de pijpenrager heeft kunnen doen wat hij moet
doen, namelijk het vocht uit het rookkanaal in zich opnemen.

Echter, wanneer de pijpenrager veel later uit de pijp gehaald wordt (dagen of weken later), dan heeft de
pijpenrager zijn doel maar gedeeltelijk bereikt. Het vocht dat in de eerste uren opgenomen werd, is in
ditzelfde rookkanaal heel langzaam opgedroogd, omdat de pijpenrager de doorstroom van verse lucht
heeft tegengehouden. De pijp heeft niet “kunnen ademen”. Door het gebrek aan ventilatie kan het vocht
nauwelijks weg uit het rookkanaal en zal in het hout van de pijpenkop trekken. Dat gaat u dat op den
duur proeven en die smaakbeleving is voor de meeste rokers geen plezierige, daarbij doet het uw tabak
geen recht aan. Na lange tijd kan het hout zelfs verzadigd raken van de gecondenseerde sappen en
verandert de eens zo mooie nieuwe designpijp geleidelijk in een onaangename geur verspreidend,
smerig houtblok. Gooit u de pijp dan nog niet weg, want hoe dit weer te verhelpen is, leest u verderop
onder “Neutraliseren met zout en alcohol”.

GRONDIGE REINIGING

Voor de grondige reiniging leggen we de gebruikte, afgekoelde pijpen van die dag op een doek, draaien
de mondstukken los en halen de eventueel die dag geplaatste pijpenragers uit de pijpen. Met een
papieren keukendoek (de keukenrol) worden de mondstukken goed schoongewreven (aan de
“beet”zijde) en eveneens het tapstuk; het andere eind van het mondstuk dat in de pijpsteel hoort. Let
erop om ook het binnenste deel van het mondstuk dat in de pijp gestoken wordt te reinigen. Als dit niet
handig gaat met een pijpenrager, bijvoorbeeld bij de grotere boringen van filterpijpen, kunt u hiervoor
ook een stevig gevouwen of gedraaid stukje keukenpapier gebruiken.

Als dit gedaan is haalt men nog een keer een schone pijpenrager door het mondstuk. U zult zien dat het
reinigen van de binnenkant tóch weer wat vuil in het rookkanaal heeft geduwd. En vergeet u de hoekjes
van het beetstuk niet, door de pijpenrager even rechts en links te bewegen, ook daar kan zich viezigheid
ophopen.
Na het mondstuk kunt u de binnenzijde van de steel en de binnenzijde van de pijpenkop reinigen. Dit
kunt u met pijpenragers doen, maar voor de grotere boring in de steel waar het mondstuk ingestoken
wordt, is het gebruik van wederom een stevig gevouwen of gedraaid stuk keukenpapier ideaal.

Als u ook keukenpapier gebruikt voor de binnenzijde van de pijpenkop, zorgt u er dan voor dat aan de
ruwe koollaag aan de binnenzijde geen (grote, zichtbare) vezels van de keukenrol blijven haken. Deze
papierdelen verbranden natuurlijk gewoon bij de eerstvolgende keer dat u de pijp rookt, maar het kan de
smaak en het aroma (en daarmee uw rookgenot) negatief beïnvloeden.

Na dit klusje kunt u de pijp weer in elkaar zetten en rustig verder laten drogen. Het beste is om zeker 8-
12 uren te wachten om deze pijp weer met tabak te stoppen en te roken. Ook al lijkt een pijp geheel
afgekoeld te zijn, er kan zich nog steeds vocht in de koollaag van de pijpenkop bevinden. Als u dat vocht
niet goed laat drogen, kan dit uw rookgenot beïnvloeden met een scherpe (en zelfs vieze) smaak en
geur. Bij een (te) dikke koollaag in de pijpenkop, kan het te snel weer verwarmen van de vochtige
koollaag deze extra doen uitzetten, met een gescheurde pijpenkop als mogelijk gevolg.
Wie overigens denkt zuinig te moeten zijn met de pijpenragers, door bijvoorbeeld 1 pijpenrager te
gebruiken om de gehele pijp (of zelfs meerdere!) te reinigen, komt bedrogen uit. De “wraak” van die
zuinigheid komt bij uw volgende roking van die pijp: een bijkomend ongewenst aroma en bijkomende
onprettige smaak zullen u minder laten genieten van uw nieuw gestopte tabak. Beter is het om per pijp
minstens 2 pijpenragers te gebruiken en het liefst 3 pijpenragers: 2 voor het mondstuk en 1 voor de kop.
Wordt een pijpenrager erg vuil, herhaal de handelingen dan nog eens met een nieuwe, schone
pijpenrager. Die anderhalve cent voor een extra pijpenrager zijn niet weggegooid in verhouding tot uw
volgende hoeveelheid tabak in diezelfde pijp. Want een niet smakende pijp na ¼ gerookt te hebben
leeggooien of stug doorroken ondanks de vieze smaak is een grotere verspilling; van geld voor de tabak
of een slechte pijprook ervaring van drie kwartier of langer.

Pijpenragers van zacht katoen… …en katoen met harde borstelhaartjes.

De keuze welke pijpenragers te gebruiken – die van zacht katoen of die met die hardere borstelhaartjes
erin – blijft een voorkeur en keuze van de individuele pijproker. Tegenwoordig zijn nagenoeg alle
pijpenragers licht conisch gevormd en dat kan met die hardere pijpenragers nog weleens leiden tot het
moeilijk door het mondstuk duwen van het dikkere deel van de conische pijpenrager. Zelf steek ik het
smalste deel van de conische pijpenrager als eerste in het rookkanaal van het mondstuk, aan de
beetzijde, en duw deze dan in het mondstuk. Na wat heen-en-weer bewegen van de pijpenrager trek ik
deze dan door het tapeinde van het mondstuk, aan het dunste einde van de pijpenrager, zodat het dikste
deel het eventueel nog losse vuil meetrekt door het mondstuk. Maar iedereen zal inmiddels zijn eigen
trucje wel hebben ontwikkeld voor het gebruik van de pijpenrager.

Wees echter voorzichtig. De moderne acryl mondstukken zijn niet allemaal bestand tegen de hoge druk
van binnenuit, wanneer een veel te dikke pijpenrager met kracht door het rookkanaal aan de beetzijde
van het mondstuk getrokken wordt. Met name bij sterk gebogen mondstukken kan de pijpenrager
muurvast raken: scheurtjes in het mondstuk zijn niet uitgesloten, wat leidt tot extra kosten voor het
vernieuwen van het mondstuk. Gaat het doorvoeren van de pijpenrager te moeilijk, dan gewoon weer
terugtrekken en een dunnere pijpenrager gebruiken of alleen met het smallere deel reinigen van twee
kanten van het mondstuk. U vindt dit misschien een overdreven waarschuwing, maar u zou de pijprokers
niet de kost willen geven, die hun (te dikke) pijpenrager met een tangetje door het mondstuk trekken…

Filterpijpen verlangen iets meer aandacht dan de exemplaren zonder filter. Het belang van het
zorgvuldig én regelmatig reinigen van de grote boringen in pijpenkop en mondstuk kan niet genoeg
benadrukt worden. Want wie gelooft, dat het verwisselen van het vuile filter voor een schoon exemplaar
voldoende is om het maximaal mogelijke rookgenot te waarborgen, komt bedrogen uit. Omdat de filters
veel vocht vasthouden en langzaam drogen, zet zich een laagje vuiligheid af aan de binnenzijde van de
pijp ter plaatse van het filter: dus precies ter plaatse van de grotere boringen in steel en mondstuk. Mede
omdat veel pijpenmakers een beetje marge aanhouden bij de diepte van de te boren gaten. Hierdoor
ontstaan holtes, waar het vocht inloopt en daarmee ook het vuil.

Een ruime droogtijd (circa 24 uur) is hierbij ook noodzakelijk. Wanneer een filterpijp niet de tijd krijgt om
goed te drogen, zuigt het hout van de pijp zich langzaam vol met het voortdurend aanwezige condensaat
en zal het hout hiermee verzadigd raken. Het hout verliest dan zijn “regeneratiepotentieel” om goed te
drogen. Ook hier wederom een vermindering van uw rookgenot met als gevolg: een vieze smaak die uw
tabak geen recht doet en vieze luchtjes zijn uw deel.

GESNEDEN KOEK?
Bovenstaande lijkt allemaal logisch, “gesneden koek” en natuurlijk hebt u bovenstaande adviezen niet
nodig, want u reinigt uw pijpen zo al jaren. Toch? Ook met die 1 of 2 echt favoriete pijpen die u eigenlijk
altijd bij u hebt? Natúúrlijk doet u dat!

En toch kan het nóg beter. Door gebruik te maken van enkele producten die speciaal ontworpen zijn
voor het reinigen en onderhouden van uw pijpen. Maar dan echt voor het periodiek groot onderhoud, dus
niet nodig na elke keer roken van uw pijpen. Die producten worden vaak als setje aangeboden
(bijvoorbeeld onder de naam “Pipe Care onderhoudsset”), maar ik behandel ze hier individueel.
Merknamen zijn onder andere Dunhill, Deniclean, Piter en Torben Dansk.

REINIGINGSVLOEISTOF

Een bekende reinigingsvloeistof wordt aangeboden onder de alleszeggende naam “Pipe Clean”. Het
middel lost teer en condensaat op in uw pijp. U doopt simpelweg het dikke einde van een conische
pijpenrager in het flesje met de vloeistof en brengt de pijpenrager in het kookkanaal van het mondstuk,
trekt deze er met een draaiende beweging doorheen; een beetje heen-en-weer bewegen is ook prima.
Dit herhaalt u steeds met een nieuwe, schone pijpenrager (dus steeds weer even in de vloeistof dippen)
tot er geen bruine vuilresten meer meekomen en de pijpenrager schoon blijft. Daarna reinigt u de pijp
nog één keer na met een schone en droge pijpenrager. Hetzelfde doet u met een nieuwe pijpenrager
voor het rookkanaal van de pijpenkop. En dan de pijp ook weer rustig laten drogen.

ALCOHOL

Tijdens de poetswerkzaamheden is het erg prettig om een goed glas van uw favoriete alcohol te nuttigen
(ik houd mij aanbevolen voor een uitnodiging), maar koffie, thee of frisdrank mag ook. Tot zover het
inwendig gebruik van alcohol bij het reinigen van uw pijp. Er zijn liefhebbers, die hun pijpen niet
schoonmaken met speciaal daarvoor ontwikkelde reinigingsmiddelen, maar “naar de fles grijpen”. En op
zich is dat geen gekke gedachte: alcohol heeft zeker een reinigende en desinfecterende werking.

Dus u kunt uw pijp gerust met een zwaar-alcoholische drank reinigen (bij voorkeur toch wel meer dan
38% alcohol) zoals een jenever, wodka of whisky/whiskey. Nadelen zijn, dat dergelijke dranken ook nog
suikers kunnen bevatten (plakkerig), er minder van uw favoriete drank overblijft om via het borrelglaasje
te nuttigen en zeker ook de smaak van het roken beïnvloed kan worden. Beter is het dan om een zo
sterk mogelijke en smaakneutrale jenever of wodka te gebruiken.

Nóg beter is het om medicinale alcohol te gebruiken dat verkrijgbaar is bij drogisterij en apotheek voor
het schoonmaken van de pijp en de andere vormen van alcohol met goed gezelschap uit te schenken.
“Pure” medicinale alcohol is reukloos, vrijwel smaakloos en daarmee het ideale schoonmaakmiddel voor
uw pijpen, naast de hiervoor beschreven middelen die speciaal voor dit doeleinde zijn ontwikkeld..

Voor de techneuten en Pietjes Precies onder u: “pure” is tussen aanhalingstekens gezet, omdat alcohol
nooit zuiverder dan 96% kan voorkomen bij normale omstandigheden. Alcohol is namelijk hygroscopisch,
wat betekent dat het water aantrekt uit de omgevingslucht. In laboratoria is 100% pure alcohol wel te
maken, maar zodra de vloeistof de kans krijgt zal het minstens 4% water uit de omgevingslucht in zich
opnemen en blijft dus niet lang echt 100% pure alcohol.

Mocht u uw pijpen met alcohol willen reinigen, volgt u dezelfde stappen als hiervoor bij de
reinigingsvloeistof zijn omschreven. Pijpenragers en/of keukenpapier er in dopen en poetsen maar.

POLIJSTMIDDEL

Het polijstmiddel (“Pipe Polish”) gebruikt u voor het schoonmaken en terug laten glanzen van uw
mondstukken. Het middel werkt voor zowel ebonieten mondstukken, als voor acryl en epoxyhars. Met
een zachte doek (tricot of flanel zijn het beste) brengt u een beetje polijstmiddel aan op het mondstuk en
u wrijft dit krachtig op. Daarna met een schone lap van dezelfde stof nawrijven. Het afgebeelde potje
“Briar Polish” is geschikt om met ellebogenstoom (dus met de hand) het hout van de pijp te polijsten. De
werkwijze is hetzelfde als het polijsten van het mondstuk: tricot of flanellen doek om te polijsten,
nawrijven met een schone tricot of flanellen doek.

Mondstukken van acryl blijven aan de buitenkant doorgaans jarenlang mooi zwart. Alleen wat afzetting
van speeksel kan de beet van het mondstuk een vuile aanslag geven. Hoewel de acryl mondstukken de
laatste jaren steeds beter zijn geworden, zijn de mondstukken van eboniet en pararubber nog steeds
onovertroffen voor wat betreft de “beetvriendelijkheid” (het gevoel als u het mondstuk tussen de tanden
neemt) en de mogelijkheden om deze materialen te bewerken. Helaas zijn eboniet en pararubber niet
erg bestand tegen invloeden van daglicht en verkleuren ze nogal snel.
In de loop van de tijd krijgen ebonieten en pararubberen mondstukken een grijze, bruine of groene
aanslag, afhankelijk van het zwavelgehalte in het materiaal. Een eerste grove manier om deze aanslag
te verwijderen is de mondstukken op te schuren met schuurpapier “grade 400” en later te polijsten met
“grade 1000”. Bij het schuren is het belangrijk om de hoekjes/randjes niet te vervormen, dus niet de
“kantjes te breken” door de rechte hoeken af te schuinen tijdens het schuren met “grade 400”
schuurpapier. Anders zult u dit zien als bijvoorbeeld een naadje tussen mondstuk en steel of u schuurt
de verdikking van de beet deels weg. Het mondstuk tijdens het schuren in de pijp laten zitten is een
goede optie, mits u de pijpsteel nauwkeurig afplakt met plakband, precies tegen het naadje tussen pijp
en mondstuk. Wees hierbij voorzichtig, vooral tijdens het schuren met het grovere “grade 400”
schuurpapier.
Na deze behandeling kunt u het mondstuk polijsten met behulp van polijstschijven en polijstpasta (zie
verderop in dit artikel).

WAS

Met was (“Pipe Wax”) kunt u de glans op het houten deel van de pijp weer terughalen. Ook hier met een
tricot of flanellen doek een beetje was aanbrengen en stevig opwrijven. En weer nawrijven met een
schone doek van hetzelfde materiaal. Uw pijpenkop lijkt een tweede (en derde en vierde, enz.) leven te
krijgen.
VERZORGINGSDOEKJES

Verschillende pijpenfabrikanten leveren doekjes om de kop van uw pijp glanzend te houden, hierboven
zijn voorbeelden van Dunhill en Stanwell afgebeeld. Voor het even opwrijven van uw pijp zijn deze
doekjes prima geschikt maar ze zijn niet echt ontworpen voor het grondige onderhoud zoals met de
andere middelen die hierboven omschreven staan mogelijk is.

POLIJST SET
Hierboven is al beschreven hoe u met ouderwetse handenarbeid uw pijpen een flinke opfrisbeurt kunt
geven door middel van polijsten. Maar dit kan ook met behulp van wat modern gemak: de boormachine.
De firma Dan Pipe (www.danpipe.de) verkoopt een polijst set (vast wel verkrijgbaar via Rudi), waarmee
u thuis met behulp van een elektrische boormachine de mondstukken en pijpenkoppen van uw pijpen
zelf tot hoogglans kunt polijsten. Het beste kunt u de elektrische boormachine in een daarvoor bestemd
statief zetten. Voor uw merk boormachine is dit accessoirestuk vast en zeker leverbaar. Zorg ervoor, dat
u de boormachine stevig en veilig vastzet. Het liefst met een statief dat voor uw merk en type
boormachine ontworpen is. Ook het statief zelf dient stevig verankerd te zijn op de ondergrond
(werkbank of Workmate©). Het beste is dat de as van de boormachine horizontaal ligt. De mazzelaars
onder u hebben een polijstmachine of een tot polijstmachine omgebouwde slijpmachine.

Op de in het set meegeleverde spandoorn bevestigt u de polijstschijf en dit geheel bevestigt u in de


boorkop van de boormachine. Monteer de gehele opstelling zodanig, dat de draaiende polijstschijf
verticaal beweegt en van boven naar beneden naar u toe als u er voor staat. Mocht de pijp of het
mondstuk uit uw handen vliegen, dan raakt deze de grond en wordt deze niet omhoog door het vertrek
gelanceerd.
Het polijst set van Dan Pipe (hierboven afgebeeld) bevat tevens twee verschillende polijstpasta’s in
blokvorm. Voor beide verschillende polijstpasta’s is elk een aparte polijstschijf meegeleverd in het set.
Voor het “voorpolijsten” gebruikt u de donkerbruine polijstpasta. Zet de boormachine aan op ongeveer
2500-3000 omwentelingen per minuut en zet dit toerental vast met de daarvoor bedoelde knop op uw
boormachine. Dan drukt u het blok donkerbruine polijstpasta tegen de draaiende polijstschijf en let erop
dat er genoeg pasta op de schijf komt.

Ook tijdens het polijsten brengt u op deze manier tussentijds steeds wat extra polijstpasta op de schijf.
Dit is belangrijk, want de pasta polijst uw pijp/mondstuk, niet de schijf. De schijf zelf heeft geen
polijstende werking. Een voldoende (verzadigde) aanbrengen van de pasta voorkomt wrijvingswarmte
tussen schijf en pijp/mondstuk waardoor het behandelde (vooral) mondstuk zou kunnen aanbranden en
het verhoogt tevens de levensduur van de polijstschijven.
Wanneer voldoende polijstpasta opgebracht is, neemt u de pijp stevig in beide handen en houdt u het
mondstuk met licht druk EN STEEDS LANGZAAM DRAAIEND tegen de draaiende polijstschijf. Op deze
wijze verdwijnen verkleuringen en aanslag van het mondstuk. U hoeft niet hard tegen de schijf te
drukken, een lichte druk is voldoende en dit geeft de schijf de ruimte om vuildeeltjes weg te slingeren.

Om de pijpenkop en –steel voor te polijsten, herhaalt u hetgeen u met het mondstuk heeft gedaan. Let u
alleen op bij donkerdere en rood gelakte pijpen extra voorzichtig tewerk te gaan. Het is beter om dan het
toerental van de boormachine iets terug te brengen tot zo’n 2000 toeren per minuut.

Voor de tweede bewerking, het hoogglans polijsten, gebruikt u de tweede polijstschijf en het blok lichte
polijstpasta. Daarmee doet u precies hetzelfde als u met het voorpolijsten heeft gedaan. Voor een
optimaal resultaat reduceert u het toerental behoorlijk bij de laatste polijstrondgang van het mondstuk en
de pijpenkop.

Het resultaat van een grondige onderhoudsbeurt is te zien op onderstaande foto’s: van lelijk geworden
Winsløw Grade B naar nieuwstaat.
Foto’s © Pipendoge 2009.

CARNAUBAWAS

Het mondstuk is na het polijsten gereed, echter voor de pijpenkop wacht u nog een mogelijke bewerking.
U zou hiervoor nog een derde polijstschijf moeten aanschaffen en tevens carnaubawas. U herhaalt de
handelingen die u bij het polijsten al gedaan hebt, nu alleen met een aparte polijstschijf met
carnaubawas (houdt deze schijf ook apart voor uitsluitend het gebruik van deze was) om uw juist
gepolijste pijpenkop en –steel van een waslaag te voorzien. Zorgt u ervoor dat het toerental van de
polijstschijf niet meer dan 1500 toeren per minuut bedraagt. Voor alle duidelijkheid: deze wax-
behandeling is niet nodig voor de mondstukken.
Dat carnaubawas is echt een wondermiddeltje met honderden toepassingen. Voor de geïnteresseerden:
Carnaubawas (Copernicia cerifera) is een glanzende lichtgeel bruine was die bekend staat als de
'koningin onder de wassen'. Het is één van de hardste natuurlijke wassen en in vaste vorm is het harder
dan beton. Bovendien is carnaubawas praktisch onoplosbaar in water én ethanol (alcohol) en is het
enkel oplosbaar in ethylacetaat en xyleen na verhitting.
De was wordt verkregen uit de bladeren van de carnaubapalm (Copernicia prunifera), die van nature
voorkomt in het Noordoosten van Brazilië. Door de bladeren stuk te slaan en te drogen, kan de was
worden gewonnen, in poedervorm. Voor een pond van deze was zijn ongeveer twintig carnaubapalm-
bladeren nodig. Het poeder wordt gesmolten, gezeefd en in blokvorm gegoten, waarna verscheept.
Carnaubawas is voor mens en dieren onverteerbaar en wordt onveranderd weer uitgescheiden.

Door zijn glanzende uiterlijk is carnaubawas uitermate geschikt in autowas en schoensmeer, drop,
winegums en in ander voedsel (zoals ook in muisjes), maar de was heeft 1001
toepassingsmogelijkheden. Zo wordt het gebruikt als coating van tandzijde en gemengd met kokosolie
voor surfboards. Het is een belangrijk ingrediënt in cosmetica als mascara, eyeliner, oogschaduw,
crèmes en dergelijke; doordat het als verdikkingsmiddel werkt en bovendien de smeerbaarheid van een
product verbetert. Juist door het hoge smeltpunt was carnaubawas jarenlang een essentieel bestanddeel
van lippenstift (en zelfs kaarsen).
In de farmaceutische industrie wordt carnaubawas gebruikt voor het coaten van tabletten en op
(gebakken) voedingsmiddelen is het een gekende glanslaag (vers fruit, kauwgom, drop, tictacs). Maar
ook in jus, sauzen, consumptie-ijs en verwerkte sappen kan carnaubawas voorkomen.

Charles Tainter patenteerde in 1890 een nieuw type wasrol: van carnaubawas. Men ging dit gebruiken in
plaats van de tot dan toe gebruikelijke mix van paraffine en bijenwas. Na enige verbeteringen in de
opvolgende jaren was deze nieuwe wasrol tot 100 keer herbruikbaar. Een wasrol was één van de eerste
manieren om geluid op te nemen (en weer af te spelen!), alvorens de grammofoonplaat zijn intrede deed
rond 1915. De rol van carnaubawas bleef tot de jaren '60 zijn diensten bewijzen in dictafoons.
KOOLLAAG
Zo… u bent al zover gevorderd dat de buitenkant van de pijp en het rookkanaal helemaal schoon zijn.
Dan het volgende punt: de tijdens het roken opgebouwde koollaag in de kop van de pijp. Deze laag
verdient ook regelmatig uw aandacht. Als het goed is, heeft u deze inwendige koollaag tijdens het goed
inroken van de pijp opgebouwd en dat is prima: deze laag beschermt het hout van uw pijp tegen de hitte
van de smeulende tabak. Maar al te dik mag deze laag niet worden; gemiddeld wordt een koollaag
tussen de 1 en 2 millimeter als gewenste laagdikte gezien. Wordt de koollaag in de pijpenkop dikker, dan
ontstaan er materiaalspanningen, omdat het hout een andere uitzettingscoëfficiënt heeft dan de koollaag.
Dit betekent dat beide materialen niet hetzelfde uitzetten bij verhitting, noch hetzelfde krimpen bij
afkoeling. Die verschillen in de materiaalspanningen kunnen ervoor zorgen dat uw pijpenkop barst.

Voor het verwijderen van de koollaag in de pijpenkop zijn verschillende gereedschappen, meestal met
het Engelse woord “pipereamers” aangeduid, voorhanden:

En behalve deze gereedschappen, die speciaal voor dit doeleinde zijn ontworpen, voldoet een mes met
een ronde punt (belangrijk!) ook wel, mits u een vaste en geoefende hand hebt om de koollaag rondom
gelijkmatig weg te halen. Bij twijfel liever geen zakmes of keukenmes gebruiken, maar uw toevlucht
nemen om een hiervoor geschikt gereedschap aan te schaffen; de investering bespaart u wellicht één of
meer nieuwe pijpen.

Welk gereedschap u ook gebruikt, het is zaak om de koollaag geleidelijk en in meerdere stapjes te
verwijderen. Dus niet in één keer de gewenste diameter in de pijpenkop “jassen”, want dat gaat u
bekopen met een scheef weggehaalde koollaag in het gunstigste geval en een gebroken pijpenkop in
het ongunstigste geval.

Begin dus met een kleinere diameter van het gereedschap, zodat u de bestaande koollaag net raakt.
Dan in kleine stapjes een steeds grotere diameter instellen op het gereedschap en opnieuw een dun
laagje wegschrapen. Net zo lang tot er nog een koollaag in de pijpenkop zit van ongeveer 1 millimeter.

Controleer na elke keer schrapen ook of u diep genoeg zit, maar niet té diep. Het rookkanaaltje onder in
de pijpenkop dient netjes uit te monden in het diepste punt van de pijpenkop. Te diep boren verzwakt de
pijpenkop en kan doorroken van de bodem tot gevolg hebben. De koollaag scheef weghalen kan ook
doorroken tot gevolg hebben, aan de dunste zijkant welteverstaan. Ook kan het dikkere deel van de
koollaag bij scheef wegschrapen tot gevolg hebben dat de pijpenkop tijdens het roken of afkoelen
uiteindelijk op die plaats gaat barsten (wegens het verschil in uitzettingscoëfficiënt tussen hout en
koollaag).

Foto’s © Pipendoge.

Met een mesje kunt u heel voorzichtig de aangekoekte koollaag boven op de pijpenkop verwijderen.
Hiermee zult u ook de laklaag of waslaag van de pijpenkop verwijderen. Deze laag kunt u herstellen, het
liefst door te polijsten en te waxen, zoals voorheen beschreven. Maar een ander trucje werkt ook: de
schoongemaakte en doffe pijpenkop even tegen uw voorhoofd wrijven (even de “koppen” tegen elkaar
wrijven, dus). Het vet van uw huid zal de pijpenkop doen glimmen. Mensen met een weelderige haardos
zijn hier, qua grootte van het werkoppervlak, in het nadeel tegenover de wat kalere pijproker. Maar dan
kunt u misschien altijd nog het “hoge voorhoofd” van een kalende collega of buurman gebruiken.

ZILVER
Veel pijprokers zullen één of meerdere pijpen bezitten met een zilveren ring rond het mondstuk of de
steel. En deze pijpen zullen misschien wel tot de topstukken van de collectie behoren. Dit zilver wordt op
den duur dof en vies. Hoewel dit geen enkel nadelig effect heeft op het roken of de technische toestand
van de pijp, is het wel een beetje slordig om het ongepoetst te laten. Een pijp met een mooie gepoetst
zilveren ornament of ring is een sierraad om te zien. Dus het zilverpoetsen hoort gewoon bij de algehele
verzorging van uw pijpen. Er zijn zilverpoetsdoeken in de handel voor dit karweitje en anders werkt de
vloeibare zilverpoets ook prima. Of kijk anders eens in uw asbak, die mooie lichtgrijze of witte as (vooral
van sigaren) doet het ook erg goed. Gewoon met de vingers op het zilver wrijven, ook dat is polijsten.

Hier wordt u toch niet vrolijk van?

Dit lijkt er meer op.

NEUTRALISEREN MET ZOUT EN ALCOHOL


Het kan gebeuren dat uw pijp, na jaren rookgenot, bitter begint te smaken of het aroma heeft
aangenomen van een zeer sterke tabak; bijvoorbeeld die Erinmore Mixture uit dat gele blikje heeft de
eigenschap flink aanwezig te blijven in het hout van uw pijp. Rookt u graag een dergelijke tabak, is het
beter hier 1 of 2 pijpen voor te reserveren, waarin u dan geen andere tabak rookt. Mocht uw pijp die nare
smaakervaring krijgen en ook een goede reinigingsbeurt en lange droogperiode biedt geen soelaas
meer, kunt u uw pijpenkop neutraliseren.
Nadat u het bovenstaande onderhoud aan de slecht smakende pijp heeft uitgevoerd, vooral het
verwijderen van de overtollige koollaag is een “must”, gaat u als volgt tewerk. Het beste is om het
mondstuk los te nemen en de pijpenkop stabiel en rechtop te plaatsen. U vult de pijpenkop met gewoon
keukenzout, tot boven aan toe. Op het zout in de pijpenkop druppelt u enkele druppels alcohol (bij
voorkeur die van de medicinale soort van drogist of apotheker). Dan laat u de pijp een dag of twee zo
staan.

Neutraliseren van pijpen, foto © Pipendoge, 2009

Het volgende is in die 2 dagen gebeurd: de alcohol heeft de bruine sappen uit het hout opgenomen en
deze zitten nu gebonden in het keukenzout. U verwijdert het zout voorzichtig uit de pijp (het zout kan
behoorlijk hard geworden zijn) en controleert goed of alle zoutresten verwijderd zijn. Controleer daarbij
ook het rookkanaal van de pijpenkop. Als al het zout verwijderd is, laat u de pijpenkop nog een dagje
met rust; lekker laten drogen en ventileren. Dit hele proces kunt u desgewenst nog eens herhalen en
daarna zal uw pijp weer als nieuw smaken.
KRASSEN EN DEUKEN? WATERDAMP!!!
Oei! Uw pijp valt uit uw handen, buiten… op straat. Wie is het nog niet overkomen? Uw mooie pijp heeft
een lelijke deuk en een paar lichte krassen opgelopen in het hout van de kop, maar verder is er gelukkig
geen schade. Wat kunt u hier aan doen?

De krassen kunt u door middel van zorgvuldig polijsten wel weg krijgen. Desnoods met beleid eerst
voorschuren met schuurpapier “grade 400” en naschuren met “grade 1000”. Vervolgens met de
polijstschijf polijsten zoals hierboven aangegeven. Indien er verder geen deuken in het hout zitten, kunt u
de pijp opnieuw in de originele lak zetten of met carnaubawas waxen en de schade is onzichtbaar
hersteld.

Maar dat deukje? Dat is er niet 1-2-3 uit te polijsten. En flink schuren verandert de vorm van de pijp,
want u vlakt dan meestal een ronding af. De oplossing? Waterdamp!
Er bestaat een trucje, dat meestal wel lukt, om diepere en/of bredere krassen en deukjes weg te werken.
Vooraf dient te worden vastgesteld, dat het echt om een deukje gaat, dus er mag geen hout uit het
oppervlak weggesprongen zijn. Echt een indeuking van het materiaal, daar dient de volgende methode
voor.

Benodigd zijn waterdamp, een geconcentreerd vlammetje, een penseeltje en wat geduld. Het beste is
om zo heet mogelijk water te gebruiken en wat we zeker weten is, dat de waterdamp boven een
kokende fluitketel (of pannetje) 100°C is. We houden het penseeltje even in die waterdamp en tippen het
deukje op de pijp aan. Het beste resultaat verkrijgt u, als u dit zodanig herhaalt dat er een heet
druppeltje water op de pijpenkop komt te liggen, precies op het deukje.
Vervolgens verwarmt u de plaats des onheils met een geconcentreerd vlammetje, bijvoorbeeld met een
theelichtje, een spiritusbrander of voorzichtig met één van die moderne aanstekers waar zo’n
lawaaierige, maar strakke vlam komt (doe dit voorzichtig!!!).

De waterdampmethode heeft op deze Hasso Baudis pijp een positief effect gehad. In circa 10 minuten is de deuk
verdwenen. Foto © Pipendoge, 2008.

Dit ritueel herhaalt u net zolang tot het deukje zichtbaar vlakker wordt en naar verloop van tijd geheel
verdwijnt. Wat er gebeurt is, dat het hout uit gaat zetten onder invloed van het water en de hitte. Daarom
is het belangrijk te weten dat het echt een deukje is, zonder dat er materiaal uit de beschadiging
weggesprongen is. Als er geen materaal verdwenen is, is deze methode zeer geschikt om de
oorspronkelijke hoeveelheid materiaal weer in de oorspronkelijke vorm te krijgen. Het bruyère is en blijft
een natuurlijk materiaal, dus dat “werkt”.
Een volledige polijst- en wax-behandeling als afsluiting maken van deze gevallen pijp weer een sieraad
in uw collectie.
Een Bo-Nordh pijp vóór en ná de waterdampbehandeling om een 7 mm lange deuk te verwijderen. Verder is heel
goed te zien wat een grondige onderhoudsbeurt met een oude pijp kan doen. Foto © Pipendoge, 2008.

INROOKPASTA
Als laatste onderhoudsmiddel bespreek ik hier de inrookpasta. Dit is een door pijpenmakers veel
gebruikt middel om de nieuwe pijpen inwendig (in de pijpenkop) te voorzien van een beschermlaagje.
Het lijkt dan alsof de pijp al ingerookt is en inderdaad: u hoeft zo’n nieuwe pijp ook niet volgens de regels
der kunst helemaal in te roken. Het inroken van dergelijke pijpen gaat veel sneller, omdat de inrookpasta
de koollaag veel sneller laat ontwikkelen dan een nieuwe, van binnen glad afgewerkte, pijp.
Inrookpasta is onder andere bij Dan Pipe te verkrijgen, als setje van natron-waterglas en koolpoeder.
Het setje wordt geleverd met een uitgebreide gebruiksaanwijzing. Met het te maken mengsel van
voornoemde stoffen bestrijkt u de binnenzijde van de pijpenkop, bijvoorbeeld met een pijpenrager, zoals
op bovenstaande foto te zien is.

U kunt dit middel gebruiken om uw nieuwe pijpen sneller ingerookt te krijgen. Maar ook om flink onder
handen genomen pijpen een beschermende laag te geven, zoals op onderstaande foto van een 25 jaar
oude pijp.
Deze Bo-Nordh pijp is al 25 jaar oud en flink onderhanden genomen, inclusief nieuwe inrookpasta
(© Pipendoge, 2009).

SLOTWOORD
Uw lelijke, versleten, mishandelde of gevallen pijp hoeft nog niet direct in de vuilnisbak. Met dit artikel
heeft u alle tips en trucs in handen om uw pijp een tweede, derde of vierde leven te geven. En alle
mogelijkheden om met een mooie en goed gereinigde en onderhouden pijp te genieten van uw favoriete
tabakssoorten. Want daar gaat het toch om? Een mooie pijp die lekker rookt en fijn in de hand ligt voor
een mooie tabak, dat is het ware genot.

Het maakt daarbij niet uit of die pijp duur was of iets goedkoper. Een goed onderhouden en schone
goedkopere pijp ziet u wellicht liever dan een slecht onderhouden en slecht rokende dure pijp. Als
afsluiting nog twee foto’s van wat er mogelijke is met een goed plan van aanpak voor uw
pijpenonderhoud.

Dit is mogelijk met een verwaarloosde Savinelli-Autograph. Foto © Pipendoge.


Ook deze zandgestraalde Jess Chonowitsch pijp is zorgvuldig onder handen genomen. Foto © Pipendoge, 2008.

En zeg nu zelf. Het is toch veel leuker om uw zuurverdiende centen te besteden aan een EXTRA pijp
voor uw collectie, dan aan een broodnodige vervanging wegens een kapot gerookte of vies smakende
pijp? Vandaar dit artikel.

Voor meer tips en aanvullingen met betrekking tot dit onderwerp houdt de webmaster zich graag
aanbevolen. Bij geschiktheid van uw ingestuurde handigheidjes en weetjes om de pijp te reinigen en te
onderhouden wordt dit artikel uitgebreid.

Voor dit artikel is met hartelijke dank schriftelijke toestemming verkregen van de heer Dr. Jörg Rolf
Lehman van Pipendoge, een website die te bezoeken is via http://www.pipendoge.de (Duits en Engels).

Paul Martens, juli 2010.

You might also like