You are on page 1of 405

DE A

EIND
ONT

ARCA
HOGE
4juni
076350
C0202
ANALYSE V
DRAPPORT
TWIKKELIN
ADIS
ESCHOOL UT
2012
0579:ADefin
21.201107.001
VAN VUL- E
T AFSTUDE
NG ANALYS
TRECHT
nitief
EN LEDIGI
EERPROJE
SEMETHOD
NGSSYSTE
ECT
DE - RAPPO
EMEN VAN
ORT
N SCHUTSLLUIZEN

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 1



Samenvatting
DitrapportisheteindverslagvanhetafstudeerprojectvanGerbertLeeuwdrent.Hetafstudeerproject
vormtdeafrondingvanzijnstudieCivieleTechniekaandeHogeschoolUtrechtenisuitgevoerdbij
ARCADIS.Hetonderwerpvanhetafstudeerprojectis:Deanalysevanvulenledigingssystemenvan
schutsluizen.

Hetprojectheefttweedoelen:
1. Hetinventariserenvandenationaaleninternationaalbeschikbareanalysemethodenvanvulen
ledigingssystemenvanschutsluizen.Hierbijwordtbeschrevenwatdemogelijkhedenenbeperkingen
vandemethodenzijneninhoeverredezegevalideerdzijnmetbijvoorbeeldmetingen.Tevenswordt
onderzochtwelkesluizenerdekomende15jaarinbinnenenbuitenlandgebouwdgaanworden.Op
basisvandeverzameldeinformatieiseenkeuzegemaaktvoordeteontwikkelenanalysemethodevoor
doel2.
2. Hetontwikkelenvaneenmethodiekvoordeanalysevanhetgekozenvulenledigingssysteemin
doel1.Metdeanalysemethodedienendeoptredendekrachtenopdeschepenalsgevolgvanhetvul
enledigingsprocestekunnenwordenbepaald.
Halverwegehetprojectisbijdeuitwerkingvandoel1eenkeuzegemaaktvoordeontwikkelingvan
eenanalysemethodevoorvulenledigingssystemendoordesluishoofden.

Heteerstedoeldientalsbasisvoordeuitwerkingvanhettweededoel.Heteerstedoelisuitgewerktinde
voorstudie.Ditrapportbevatdeuitwerkingvanhettweededoel.

Inhetafstudeerprojectiseenanalysemethodeontwikkeldvoorhetbepalenvanhetkrachtsverloopopeen
schipbijhetvullenenledigendoordesluishoofden.Metdeanalysemethodekunnendevolgendevulen
ledigingssystemengeanalyseerdworden:
systeemmetdeurschuiven(metofzonderbreekbalken)
systeemmetkorteomloopriolen
systeemmethetheffenvandehefdeur

Dekrachtopdeschepenwordtveroorzaaktdoorverschillendecomponenten.Metdeanalysemethode
wordendevolgendekrachtscomponentenindetijdberekend:
1. krachtalsgevolgvantranslatiegolven
2. krachtalsgevolgvanimpulsafname
3. krachtalsgevolgvanstraalwerking(treedtalleenopbijhetvulproces)
4. krachtalsgevolgvanwrijving

Daarnaastkanmetdeanalysemethodehetverloopvandekolkwaterstandindetijdenhetdebietindetijd
wordenbepaald.Hieruitvolgtdevulenledigingstijd.

Desommatievandekrachtscomponentenleverteentotaalkrachtopeenschip.Cavitatieen
dichtheidsverschillenalsgevolgvaneenzoetzoutscheidingwordenvanwegetijdsbeperkingenbuiten
beschouwinggelaten.

Hetverloopvandekolkwaterstandenhetdebietindetijdisberekendmeteenkombergingsbeschouwing.
Bijkorteomloopriolenisheteffectvandemassatraagheidvanhetwaterinderiolenmeegenomen.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
2

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Decomponenttranslatiegolvenisberekendmeteennumeriekemethodedieisovergenomenuithet
programmaLOCKFILL.DitiseenprogrammadatontwikkeldisdoorhetWaterloopkundig
Laboratoriumwaarmeedekrachtopeenschiptijdenshetvulenledigingsprocesbepaaldkanworden.
Decomponentenimpulsafnameenstraalwerkingzijnberekendmet1dimensionaleimpulsen
continuteitsvergelijkingen.
DecomponentwrijvingisberekendmetbehulpvandeformuleringenvanChezyen1dimensionale
impulsencontinuteitsvergelijkingen.

DeanalysemethodeisgebaseerdopdezelfdeliteratuuralsLOCKFILLeniszoveelmogelijkgelijkwaardig
gemaakt.Deanalysemethodeverschiltechteropvolgendepunten:
Deberekeningvandegroottevandeimpulsvandestraalbijdeboeg.Indeanalysemethodeiseen
eenvoudigebenaderinggegeven,inLOCKFILLwordteeningebouwderekenmodulegebruikt.Dit
heeftinvloedopdekrachtscomponentenimpulsafnameenstraalwerking.
Deimpulsafnamebijhethekvanhetschipbijhetledigingsproces.InLOCKFILLwordtdeze
componentnietberekend,indeanalysemethodewel.
Straalwerkingbijeenvulsysteemmeteengelijkmatigeverdeeldestroming.InLOCKFILLwordtdeze
componentnietberekend,indeanalysemethodewel.

Inhetprojectwaren26praktijkmetingenbeschikbaarwaarmeeLOCKFILLisgevalideerd.Hiervan
konden13metingenwordengebruiktvoorhetkalibrerenvandeanalysemethode.Dekalibratieisalleen
uitgevoerdvoordeschattingvandegroottevandeimpulsvandestraalterplaatsevandeboeg.Nade
kalibratietradenerbijdeschattingvandeimpulsafwijkingenoptot20%.

Voorhetvaliderenvandeanalysemethodekonden20metingenwordengebruikt.Erisgebruikgemaakt
vandezelfdetoetsmethodewaarmeeookLOCKFILLisgevalideerd.Uitdetoetsingvandesimulaties
blijktdatdeanalysemethoderedelijktotvoldoendenauwkeurigis.DeresultatenvanLOCKFILLzijn
vergelijkbaartotietsbeter.Hierbijmoetopgemerktwordendatvoordesimulatiesgoedeschattingenvan
deafvoercofficintbeschikbaarwarendiegebaseerdzijnopmetingen.Hierdoorwashetmogelijkomhet
debietsverloopgoedtesimuleren.Indienergeenmetingenbeschikbaarzijnkaneenmindergoede
schattingwordengegevenenzulleninderesultatengrotereafwijkingenoptreden.

Voorhetverbeterenendeverdereontwikkelingvandeanalysemethodewordendevolgende
aanbevelingengedaan:
Hetuitvoerenvaneenvalidatievandeanalysemethodebijkorteomloopriolenofhetheffenvande
hefdeur.Voordezetypenvulenledigingssystemenwareninditprojectgeenmetingenbeschikbaar.
Bijdeberekeningbijdezevulenledigingssystemenwordtaangenomendaterbijhetvulprocester
plaatsevandeboegeengelijkmatigverdeeldestromingoverdehelekolkdoorsnedeaanwezigis.Ditis
eenbelangrijkeaannamediegetoetstmoetwordenmetpraktijkmetingen.
Hetverderontwikkelenvandeberekeningvandeimpulsvandestraalterplaatsevandeboegbijeen
systeemmetdeurschuiven.Erzijndriemogelijkhedenvoorhetverderontwikkelenvandeberekening:
hetverderkalibrerenvandehuidigeschatting
hetreconstruerenvanderekenmoduleSTRAALdieinLOCKFILLisgebruikt
naderonderzoekdoennaarhetstroombeeldvoordeboegenaandehandhiervaneenberekening
opstellen
Onderzoekdoennaarhetstroombeeldbijhethekvanhetschipbijhetledigingsprocesomde
berekeningvandeimpulsafnamebijhethektekunnenbijstellen.Indeanalysemethodegeefthet
weglatenvandezecomponentbetereresultaten,terwijldecomponentfysischgezienwelaanwezigis.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 3



Naderonderzoekverrichtennaardeberekeningvandeeerstepositievepiekvandekrachtophet
schiptijdenshetvulproces.Dezepiekwordtvoornamelijkveroorzaaktdoortranslatiegolvenengeeft
vaakeenafwijkendresultaat.Erkanopditmomentgeenoorzaakwordenaangewezen.
Hetuitvoerenvaneenverderevalidatiemetpraktijkmetingeninmeerderetypensluizenmet
bijvoorbeeldgroterevervallen,andereafmetingenenandereschepen.Hiermeekande
analysemethodeverderwordengevalideerd.
Hettoevoegenvandecomponentkrachtopschipalsgevolgvandichtheidsverschillen.Deze
componentwordtinLOCKFILLwelberekend.Doorhettoevoegenvandezecomponentkunnenook
sluizenmetdichtheidsverschillenalsgevolgvaneenzoetzoutscheidingwordengeanalyseerd.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
4

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Inhoud

Samenvatting..............................................................................................................................................................1
Voorwoord...................................................................................................................................................................7
Notaties........................................................................................................................................................................8
1 Inleiding..............................................................................................................................................................10
1.1 Introductievanhetonderwerp..............................................................................................................10
1.1.1 Onderwerp............................................................................................................................10
1.1.2 Probleemstelling..................................................................................................................10
1.1.3 Doelstelling...........................................................................................................................10
1.2 Doelvanhetrapport...............................................................................................................................11
1.3 Opbouwvanhetonderzoek...................................................................................................................11
1.4 Leeswijzer.................................................................................................................................................11
2 Ontwikkeldeanalysemethode........................................................................................................................12
2.1 Inleiding....................................................................................................................................................12
2.2 Verschijnselendiegeanalyseerdworden.............................................................................................12
2.3 Plaatsinhetontwerpproces...................................................................................................................13
3 Vulenledigingskarakteristiek......................................................................................................................15
3.1 Inleiding....................................................................................................................................................15
3.2 Hetverschijnsel........................................................................................................................................15
3.3 Wiskundigemodellering........................................................................................................................15
3.3.1 Uitgangspuntenenaannames............................................................................................15
3.3.2 Vulenledigingskarakteristieksysteemmetdeurschuiven..........................................16
3.3.2.1 Schuifopeningindetijd.............................................................................16
3.3.2.2 Energieverliezen..........................................................................................17
3.3.2.3 Bepalenvulenledigingskarakteristiek...................................................17
3.3.3 Vulenledigingskarakteristiekkorteomloopriolen.......................................................19
3.3.3.1 Schuifopeningindetijd.............................................................................19
3.3.3.2 Energieverliezen..........................................................................................19
3.3.3.3 Traagheidinderiolen................................................................................19
3.3.3.4 Bepalenvulenledigingskarakteristiek...................................................20
3.4 Conclusie...................................................................................................................................................21
4 Translatiegolven................................................................................................................................................23
4.1 Inleiding....................................................................................................................................................23
4.2 Hetverschijnsel........................................................................................................................................23
4.3 Wiskundigemodellering........................................................................................................................24
4.3.1 Uitgangspuntenenaannames............................................................................................24
4.3.2 BerekeningtranslatiegolvenmetLOCKFILLmethode..................................................24
4.3.3 Berekeningtranslatiegolveneigenmethode....................................................................27
4.4 Conclusie...................................................................................................................................................27

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 5



5 Impulsafname.....................................................................................................................................................28
5.1 Inleiding....................................................................................................................................................28
5.2 Hetverschijnsel........................................................................................................................................28
5.2.1 Vulprocesmetsysteemmetdeurschuiven.......................................................................28
5.2.2 Vulprocesmetgelijkmatigverdeeldestroming...............................................................29
5.2.3 Ledigingsproces...................................................................................................................29
5.2.4 Uitgangspuntenenaannames............................................................................................30
5.3 Wiskundigemodellering........................................................................................................................31
5.3.1 Berekeningimpulsafname..................................................................................................31
5.3.1.1 Vulprocesmetsysteemmetdeurschuiven..............................................31
5.3.1.2 Vulprocesmetgelijkmatigverdeeldestroming......................................36
5.3.1.3 Ledigingsproces..........................................................................................37
5.4 Conclusie...................................................................................................................................................39
6 Straalwerking.....................................................................................................................................................40
6.1 Inleiding....................................................................................................................................................40
6.2 Hetverschijnsel........................................................................................................................................40
6.3 Wiskundigemodellering........................................................................................................................41
6.3.1 Uitgangspuntenenaannames............................................................................................41
6.3.2 Berekeningstraalwerking...................................................................................................42
6.3.2.1 Vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken..........42
6.3.2.2 Vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenmetbreekbalken................43
6.3.2.3 Vulprocesmetgelijkmatigverdeeldestroming......................................43
6.4 Conclusie...................................................................................................................................................45
7 Wrijving...............................................................................................................................................................46
7.1 Inleiding....................................................................................................................................................46
7.2 Hetverschijnsel........................................................................................................................................46
7.3 Wiskundigemodellering........................................................................................................................47
7.3.1 Uitgangspuntenenaannames............................................................................................47
7.3.2 Berekeningwrijvingskracht................................................................................................47
7.4 Conclusie...................................................................................................................................................50
8 Totalekrachtopschip.......................................................................................................................................51
8.1 Inleiding....................................................................................................................................................51
8.2 Berekeningtotalekracht.........................................................................................................................51
8.3 Conclusie...................................................................................................................................................52
9 Kalibratieenvalidatievandeanalysemethode...........................................................................................53
9.1 Inleiding....................................................................................................................................................53
9.2 VergelijkinganalysemethodemetLOCKFILL.....................................................................................53
9.2.1 Vulenledigingskarakteristiek..........................................................................................53
9.2.2 Translatiegolven...................................................................................................................53
9.2.3 Impulsafname.......................................................................................................................54
9.2.4 Straalwerking.......................................................................................................................55
9.2.5 Wrijving................................................................................................................................55
9.2.6 Conclusie...............................................................................................................................55
9.3 Kalibratievandeanalysemethode........................................................................................................55
9.3.1 Inleiding................................................................................................................................55

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
6

ARCADIS 076350579:A - Definitief



9.3.2 Beschikbaremetingen.........................................................................................................56
9.3.3 Werkwijzekalibratie............................................................................................................57
9.3.4 Resultatenkalibratie............................................................................................................57
9.4 Validatievandeanalysemethode..........................................................................................................58
9.5 Voorwaardenenbeperkingenvandeanalysemethode.....................................................................60
9.6 Conclusie...................................................................................................................................................61
10 Conclusiesenaanbevelingen..........................................................................................................................63
10.1 Conclusies.................................................................................................................................................63
10.2 Aanbevelingen.........................................................................................................................................65
11 Referenties..........................................................................................................................................................66
Bijlage1 Referentiesluis.............................................................................................................................67
Bijlage2 Bepalenenergieverliezen,traagheidenstroomsnelheden..................................................68
Bijlage3 Berekeningvulenledigingskarakteristiekbijdeurschuiven...........................................69
Bijlage4 Berekeningvulenledigingskarakteristiekbijkorteomloopriolen.................................70
Bijlage5 BerekeningtranslatiegolvenLOCKFILLmethode...............................................................71
Bijlage6 Berekeningtranslatiegolveneigenmethode..........................................................................72
Bijlage7 Berekeningkrachtalsgevolgvanimpulsafname.................................................................73
Bijlage8 ReconstructierekenmoduleSTRAAL.....................................................................................74
Bijlage9 Berekeningkrachtalsgevolgvanstraalwerking...................................................................75
Bijlage10 Berekeningkrachtalsgevolgvanwrijving............................................................................76
Bijlage11 Rekensheettotaalkrachtbijdeurschuivenzonderbreekbalken........................................77
Bijlage12 Rekensheettotaalkrachtbijdeurschuivenmetbreekbalken..............................................78
Bijlage13 Rekensheettotaalkrachtbijheffenhefdeur...........................................................................79
Bijlage14 Rekensheettotaalkrachtbijomloopriolen.............................................................................80
Bijlage15 Invoergegevenskalibratieenvalidatie...................................................................................81
Bijlage16 Resultatenberekeningenkalibratieenvalidatie..................................................................82
Bijlage17 Kalibratieenvalidatievandeanalysemethode.....................................................................83

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 7



Voorwoord
Ditrapportissamenmetdevoorstudieheteindresultaatvanmijnafstudeerproject.Inhetafstudeerproject
hebikeenanalysemethodeontwikkeldvoordeanalysevanvulenledigingssystemenvanschutsluizen.
Metdeanalysemethodekanhetverloopvandekrachtopeenschiptijdenshetvulenledigingsproces
wordenbepaald.Deanalysemethodeistegebruikenbijvulenledigingssystemendoordesluishoofden.
Ikhebmetveelpleziereninteresseaanmijnafstudeerprojectgewerktenikhoopdatmijnwerkzal
bijdragenaandeverdereontwikkelingvandeanalysevanvulenledigingssystemen.

IkbendankverschuldigdaanmijnbegeleidersvanuitARCADIS,dr.ir.H.G.Voortmanenir.F.V.Lenting,
enmijnbegeleidersvanuitdeHogeschoolUtrecht,dr.ir.J.A.M.Stuifbergenendr.ir.I.Wientjesvoorhun
begeleiding.

Restmijomdelezersveelpleziertewensenbijhetlezenvanditrapport.

GerbertLeeuwdrent

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
8

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Notaties
Ah =hettotaleoppervlakvandeopeningenindetijd[m
2
]
Ah_max =hetoppervlakvandeopeningenalsdeschuivenvollediggehevenzijn[m
2
]
Astr_1 =oppervlakvandestraalnetvoordeboeg[m
2
]
bh =totalebreedtevandeopening[m]
bk =breedtevandekolk[m]
bs =breedtevanhetschip[m]
ck =golfsnelheidbijeenkolkdoorsnedezonderschip[m/s]
cs =golfsnelheidbijeenkolkdoorsnedemetschip[m/s]
CI =cofficintvanChezygedeelteI[m/s]
C1 =cofficintvoorafstromendwater[]
C2 =cofficintvoorwelkdeelvandestraaldeboegraakt[]
C3 =cofficintvoorontwikkelinggrenslaag[]
C4 =correctiefactorvanwegedebietstoenameindestraal[]
Dh =diametervannopening[m]
dk =waterdiepteindekolkbijeenkolkdoorsnedezonderschip[m]
ds =diepgangvanhetschip[m]
Fberekend =berekendeabsolutemaximalekracht[]
Fbw =rechtstreeksewrijvingskrachtopdebodemendewandenvandekolk[N]
Fgemeten =gemetenabsolutemaximalekracht[]
Fimp =totaalkrachtopschipalsgevolgvanimpulsafname[N]
Fimp_b =krachtopschipalsgevolgvanimpulsafnamebijdeboeg[N]
Fimp_h =krachtopschipalsgevolgvanimpulsafnamebijhethek[N]
Fimp_r =krachtopschipalsgevolgvanimpulsafnamelangsderomp[N]
Fimp_rel =relatievelangskrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafname[]
Fstr =krachtopschipalsgevolgstraalwerking[N]
Fstr_rel =relatievekrachtopschipalsgevolgstraalwerking[]
Fsw =rechtstreeksewrijvingskrachtophetschip[N]
Fwr =totalewrijvingskrachtophetschip[N]
Fwr_rel =relatievelangskrachtophetschipalsgevolgvanwrijving[]
g =versnellingzwaartekracht[m/s
2
]
h =vervaloverdesluis=hbovhben[m]
hben =waterstandophetbenedenpand[m+N.A.P.]
hbod =hoogtebovenkantsluisbodem[m+N.A.P.]
hbov =waterstandophetbovenpand[m+N.A.P.]
hbov_opening =bovenkantvulopening[m+N.A.P.]
hbov_straal =niveaubovenkantstraalnadebreekbalken(schatting)[m+N.A.P.]
hk_l =kolkwaterstandtijdenshetledigingsproces[m+N.A.P.]
hk_v =kolkwaterstandtijdenshetvulproces[m+N.A.P.]
hond_straal =niveauonderkantstraalnadebreekbalken(schatting)[m+N.A.P.]
kI =Nikuradseruwheidkolkwandenbodem[m]
kII =Nikuradseruwheidschip[m]
lk =lengtevandekolk[m]
ls =lengtevanhetschip[m]
ms =massavandescheepsverplaatsingvanhetschip[kg]

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 9



N =aantalopeningen[]
Q =debietdoordevul/ledigingsopeningen[m
3
/s]
Qboeg =debietvandestraalterplaatsevandeboeg[m
3
/s]
Ql =debietsverloopledigingsprocesindetijd[m
3
/s]
Qv =debietsverloopvulprocesindetijd[m
3
/s]
S1 =impulsvandestraalterplaatsevandeboeg[N]
t =tijd[s]
th =heftijdvandeschuiven[s]
vboeg =gemiddeldestroomsnelheidindestraalterplaatsevandeboeg[m/s]
vh =hefsnelheidvandeschuiven[m/s]
vr =watersnelheidinhetriool[m/s]
xb =afstandvandeboegtotdevuldeur[m]
zbov =niveaubovenkantstraalterplaatsevandeboeg[m+N.A.P.]
=hoekvandestraalasmethorizontaal[]
=hoekvandeboegmethorizontaal[]
=contractiecofficint[]
tot =somvanalleverliescofficinten[]
=dichtheidvanhetwater[kg/m
3
]

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
10

ARCADIS 076350579:A - Definitief



1 Inleiding
1.1 INTRODUCTIE VAN HET ONDERWERP
1.1.1 ONDERWERP
DitrapportvormtheteindrapportvanhetafstudeerprojectvanGerbertLeeuwdrentbijARCADIS.Het
onderwerpvanhetafstudeerprojectis:Deanalysevanvulenledigingssytemenvanschutsluizen.

Bijhetontwerpvaneenschutsluisofbijdebeoordelingvanbestaandeschutsluizendienthetvulen
ledigingsprocestewordenbeoordeeld.Bijhetvulenledigingsprocestredennamelijkhydraulische
verschijnselenopdiekrachtenveroorzakenopdeschependieindekolkaanwezigzijn.Dezekrachten
mogenniettegrootwordenomhetbezwijkenvandescheepstrossentevoorkomen.
1.1.2 PROBLEEMSTELLING
DeprobleemstellingisopgesteldinhetPlanvanAanpakvanhetafstudeerprojectenluidtalsvolgt:
1. Erisgeennationaalofinternationaalvastgesteldestandaardvoordeanalysevanvulen
ledigingssystemenvanschutsluizen.Degehanteerdeanalysemethodeninverschillendelanden
verschillenvanelkaardoordatdewiskundigemodelleringvandehydraulischeverschijnselenop
diversemanierenwordtuitgevoerd.
2. BinnenARCADISbestaatnaastderekenregelsuitOntwerpvanSchutsluizen[2]geenmethodeom
vulenledigingssystementeanalyseren.DerekenregelsuithetHandboekSchutsluizenbeschrijven
slechtseenaantalcomponentenvandeoptredendekrachtenopschepen.BinnenARCADISisbehoefte
aanhetontwikkelenvaneenanalysemethodewaarmeeeengedetailleerdereanalysekanworden
uitgevoerddanmetdezerekenregels.Demethodedientgeschikttezijnvoorhetvoorontwerpproces
ofvoordeanalysevanbestaandeobjecten.
1.1.3 DOELSTELLING
DedoelstellingvanhetprojectisconformhetPlanvanAanpak:
1. Hetinventariserenvannationaaleninternationaalbeschikbareanalysemethodenvanvulen
ledigingssystemenvanschutsluizen.Hierbijwordtbeschrevenwatdemogelijkhedenenbeperkingen
vandemethodenzijn.Tevenswordtonderzochtwelkesluizenerdekomende15jaarinbinnenen
buitenlandgebouwdgaanworden.Opbasisvandeverzameldeinformatiewordteenkeuzegemaakt
voordeteontwikkelenanalysemethodevoordoel2.
2. Hetontwikkelenvaneenmethodiekvoordeanalysevanhetgekozenvulenledigingssysteemin
doel1,namelijkeenanalysemethodevoorvulenledigingssystemendoordesluishoofden.Metde
analysemethodedienendeoptredendekrachtenopdeschepenalsgevolgvanhetvulen
ledigingsprocesbepaaldtekunnenworden.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 11



Erzijndevolgendeeisengesteldaandeteontwikkelenmethode:
a. Deanalysemethodedienthetverloopvandelongitudinalekrachtophetschiptijdenshetvulen
ledigingsprocestebepalen.
b. DeanalysemethodedientzoveelmogelijkgelijkwaardigtezijnaanhetprogrammaLOCKFILL.

1.2 DOEL VAN HET RAPPORT


Ditrapportisheteindrapportvanhetafstudeerproject.Hetbevatdeuitwerkingvanhettweededoel,de
ontwikkelingvandeanalysemethode.Indeeerstefasevanhetprojectiseenvoorstudieverricht.Indie
studieisheteerstedoeluitgewerkt.Dezestudieisalseenapartrapportopgeleverdnaastdit
hoofdrapport.Debeiderapportengeldensamenalsheteindresultaatvanhetafstudeerproject.

Ditrapportishoofdzakelijkbedoeldvoortweegroepenlezers:
Lezersdieeenalgemeneindrukwillenkrijgenvandedoelenenderesultatenvanhetafstudeerproject.
Voordezelezerszijnmetnamedevoorstudieendehoofdstukken2en10interessant.
Ontwerpersdiedeontwikkeldeanalysemethodewillengebruikenofdiemeerinformatiewillenover
hetdeanalysevaneenvulenledigingssysteem.Voorhenzijnvoornamelijkdehoofstukken3t/m10
interessant.
1.3 OPBOUW VAN HET ONDERZOEK
Hetprojectisuitgevoerdaandehandvandevolgendeonderzoeksvragen:
1. Welketypenvulenledigingssystemenbestaaner,watzijndekarakteristiekeeigenschappenvan
verschillendesoortenvulenledigingssystemenenwatisdeinvloedopdescheepskrachten?
2. Welkeanalysemethodenvoorvulenledigingssystemenzijnbeschikbaarenwatzijnvandeze
methodendemogelijkhedenenbeperkingen?
3. Welkevulenledigingssystemenzullendekomendejareninnieuwesluizenwordentoegepast,dus
welkevulenledigingssystemenzullengeanalyseerdmoetenworden?
4. Welkeanalysemethodenzijngeschiktombinnenditafstudeerprojecttewordenuitgewerkttoteen
analysemethodeenhoekandezeanalysemethodeopgezetworden?

Deeerstedrieonderzoeksvragendienenalsonderbouwingvoordevierdeonderzoeksvraag.De
uitwerkingvandeeerstedrieonderzoeksvragenistevindenindevoorstudie.Inditrapportisde
analysemethodevooreenvulenledigingssysteemdoordesluishoofdenbeschreven.
1.4 LEESWIJZER
Ditrapportbevateenoverzichtvandeontwikkeldeanalysemethode.
Eerstwordtbeschrevenvoorwelktypevulenledigingssysteemeenanalysemethodeisontwikkelden
welkeverschijnselengeanalyseerddienenteworden.
Vervolgenswordtperverschijnseleenhoofdstukgewijdaandebeschrijvingvanhetverschijnselende
wiskundigemodelleringervan.Inhetrapportwordtdezemodelleringophoofdlijnenbeschreven.De
gedetailleerdeuitwerkingisindebijlagentevindendiealseenapartrapportzijnopgeleverd.Debijlagen
zijnbedoeldalszelfstandigleesbaredocumenten;hierdoorkanertussendeverschillendebijlagenoverlap
aanwezigzijn.
Nadebeschrijvingvandeverschijnselensamengevoegdtoteenvolledigeanalysemethodeisgekalibreerd
engevalideerdmetpraktijkmetingen.
Tenslottezijnconclusiesenaanbevelingentoegevoegd.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
12

ARCADIS 076350579:A - Definitief



2 Ontwikkelde analysemethode
2.1 INLEIDING
Indevoorstudieisgekozenvoorhetontwikkelenvaneenanalysemethodevoorvulenledigingssystemen
doordesluishoofden.Voordeonderbouwingvandekeuzewordtverwezennaardevoorstudie.Inde
volgendeparagrafenwordteenbeschrijvinggegevenvandeontwikkeldeanalysemethode.
2.2 VERSCHIJNSELEN DIE GEANALYSEERD WORDEN
Deontwikkeldeanalysemethodeisbedoeldvoorvulenledigingssystemendoordesluishoofden.
Daarondervallendrietypenvulenledigingssytemen:
systeemmetdeurschuiven
systeemmetkorteomloopriolen(doorwandofdoordevloer,metofzonderwoelkelder)
systeemheffenvandehefdeur

Hetdoelvanhetanalyserenvanhetvulenledigingssysteemishetbepalenvandelongitudinalekracht
ophetschip.Dezekrachtkandangetoetstwordenaandetroskrachtcriteriadiezijngegeveninreferentie
[12]en[13].Dekrachtwordtveroorzaaktdoordestromingindekolk.Voorhetbepalenvandekrachtis
hetdusnodigomdestromingtebeschrijven.Hiervoorwordthetwaterstandsverloopenhet
debietsverloopindetijdbepaald,watwordtaangegevenmetdevulenledigingskarakteristiek.Aande
handhiervanwordenvervolgensdevolgendekrachtscomponentenindetijdbepaald:
krachtopschipalsgevolgvantranslatiegolven
krachtopschipalsgevolgvanimpulsafname
krachtopschipalsgevolgvanstraalwerking
krachtopschipalsgevolgvanwrijving

Deinvloedvandichtheidsverschillenalsgevolgvaneenzoetzoutscheidingenhetoptredenvancavitatie
wordeninditrapportwegenstijdsbeperkingenbuitenbeschouwinggelaten.

Weergegevenineenschema:

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 13


Figuur1:Overzichtontwikkeldeanalysemethode
2.3 PLAATS IN HET ONTWERPPROCES
DeontwikkeldeanalysemethodeisgebaseerdopdezelfdeliteratuuralshetprogrammaLOCKFILLenis
daarmeezoveelmogelijkgelijkwaardiggemaakt.Hettoepassingsgebiedisdaaromookhetzelfdealsvan
LOCKFILL.Deuitgangspunten,voorwaardenenbeperkingendievoorLOCKFILLgelden,geldendaarom
ookvoordeontwikkeldeanalysemethode.Inparagraaf9.5wordenditnadertoegelicht.
Deontwikkeldemethodeis:
bijvervallentot4mgeschiktvoorhetdefinitiefmakenvaneenvoorontwerp
bijvervallengroterdan4menbijzonderehydraulischeomstandighedengeschiktalshulpmiddelin
hetontwerpproces

Bijhetgebruikvandeanalysemethodewordtervanuitgegaandatereenvoorontwerpisgemaaktop
basisvanreferentie[2].Metdeontwikkeldeanalysemethodekanhetvoorontwerpwordengecontroleerd
aandetroskrachtcriteria.Daarnaastkandeanalysemethodewordengebruiktvoordeanalysevan
bestaandevulenledigingssystemen.
Indevolgendehoofdstukkenwordtdeopbouwvandeanalysemethodeweergegeven.Daarbijwordt
regelmatiggesprokenoverpositieveennegatievekrachten.Eenpositievekrachtisvandevulof
ledigingsdeurafgericht.Eennegatievekrachtisnaardevulofledigingsdeurtoegericht.ZieFiguur2
vooreenoverzicht.
Erwordenregelmatigvoorbeeldberekeningenuitgevoerdvoordezogenaamdereferentiesluis.De
gegevensvandezesluiszijntevindeninBijlage1.
Analysevanvul enledigingssysteemdoordesluishoofden
Toetsenoptredendekrachtop
schipaantroskrachtcriteria
Toetsenoptreden
vancavitatie
Nietbeschouwdin
ditproject
Krachtalsgevolgvantranslatiegolven
Krachtalsgevolgvanimpulsafname
Krachtalsgevolgvanstraalwerking
Krachtalsgevolgvanwrijving
Krachtalsgevolgvandichtheidsverschillen
Nietbeschouwdinditproject
V
e
r
o
o
r
z
a
a
k
t

d
o
o
r

v
u
l

e
n

l
e
d
i
g
i
n
g
s
k
a
r
a
k
t
e
r
i
s
t
i
e
k
V
u
l

e
n

l
e
d
i
g
i
n
g
s
t
i
j
d

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
14

ARCADIS 076350579:A - Definitief


Figuur2:Definitievanderichtingvandekracht[14]

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 15



3 Vul- en ledigingskarakteristiek
3.1 INLEIDING
Bijhetanalyserenvaneenvulenledigingssysteemdienendekrachtenopdeschepentewordenbepaald
dieoptredenalsgevolgvanhetvulenledigingsproces.Dekrachtenopdeschepenwordenveroorzaakt
doordatwaterdekolkinofuitstroomt.Omdegroottevandekrachtenopdeschepentebepalenmoetde
hoeveelheidstroming,hetdebiet,indetijdbekendzijn.Indithoofdstukwordthetdebietsverloopinde
tijdwiskundigbeschreven.Tevenswordthetverloopvandekolkwaterstandindetijdwiskundig
beschreven.Hetdebietsverloopindetijdenhetwaterstandsverloopindetijdwordtaangeduidalsdevul
enledigingskarakteristiek.
3.2 HET VERSCHIJNSEL
Bijhetvulprocesstroomtwatervanafhetbovenpandnaardekolk.Bijhetledigingsprocesstroomtwater
vanafdekolknaarhetbenedenpand.Overhetalgemeengebeurtditondervrijverval.Hetdebietsverloop
isafhankelijkvanhetverval,enhetvervalvandewaterstanden.Dewaterstandindekolkisweer
afhankelijkvanhetdebiet.
Indithoofdstukiseenberekeningsmethodegegevenomdevulenledigingskarakteristiektebeschrijven
bijeensysteemmetdeurschuivenenbijeensysteemmetkorteomloopriolen.Voordebeschrijvingvande
systemenwordtverwezennaardevoorstudie.
3.3 WISKUNDIGE MODELLERING
3.3.1 UITGANGSPUNTEN EN AANNAMES
Voorhetbepalenvandevulenledigingskarakteristiekwordendevolgendeaannamesgedaan:
Dewaterspiegelindesluisneemthorizontaaltoeofaf.Eventueeloptredendewaterstandsverschillen
indekolkzullenzokleinzijndatdezenietvaninvloedzijnopdevulenledigingskarakteristiek.
Dewaterstandophetaanliggendekanaalpandblijfttijdenshetvulenledigingsprocesophetzelfde
niveau.Alsgevolgvanhetvulenledigingsproceszulleneropdeaanliggendekanaalpanden
translatiegolvenoptredenwaardoordewaterstandveranderdmaarerwordtaangenomendatdeze
translatiegolvenzokleinzijndatzegeeninvloedhebbenopdevulenledigingskarakteristiek.
Bijdeurschuivenisaangenomendatdeafvoercofficintconstantis.
Dekolkheefteenrechthoekigedoorsnede.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
16

ARCADIS 076350579:A - Definitief



3.3.2 VUL- EN LEDIGINGSKARAKTERISTIEK SYSTEEM MET DEURSCHUIVEN
3.3.2.1 SCHUIFOPENING IN DE TIJD
Bijeensysteemmetdeurschuivenzijnerindedeurennofmeerdereopeningendieafgeslotenworden
metschuiven.Bijnivellerenwordendeschuivengeopend.Omdevulenledigingskarakteristiekte
kunnenbepalenmoeteersthetoppervlakvandeschuifopeningindetijdwordenbepaald.Hieronder
wordtvoortweetypenvulopeningendeschuifopeningindetijdbeschreven:
voorrechthoekigeopeningenmetrechthoekigeschuivendielineairwordengeheven
voorrondeopeningenmetrechthoekigeschuivendielineairwordengeheven.

Indienersprakeisvaneenafwijkendhefprogrammadanbovenstaandevoorbeeldenkanditeenvoudig
aangepastwordendoordejuistewiskundigefunctieintevoeren.

Rechthoekigeopeningenmetrechthoekigeschuivendielineairgehevenworden
Eenschuifopeningindetijdvoorrechthoekigeopeningenmetrechthoekigeschuivendielineairgeheven
wordenkanalsvolgtwordenbeschreven:

(3.1)

Hierinis:
Ah =hettotaleoppervlakvandeopeningenindetijd[m
2
]
bh =totalebreedtevandeopeningen[m]
vh =hefsnelheidvandeschuiven[m/s]
t =tijd[s]
Ah_max =hetoppervlakvandeopeningenalsdeschuivenvollediggehevenzijn[m
2
]

Heteerstedeelvandefunctiebeschrijfthetoppervlakvandevulopeningenindetijd.Alshettijdstipth
wordtbereiktblijfthetoppervlakconstant.

Rondeopeningenmetrechthoekigeschuivendielineairgehevenworden
Eenschuifopeningindetijdvoorrondeopeningenmetrechthoekigeschuivendielineairwordengeheven
kanalsvolgtwordenbeschreven:

(3.2)

Hierinis:
N =aantalopeningen[]
Dh =diametervannopening[m]
th =heftijdvandeschuiven[s]

A
h
t ( ) b
h
v
h
t 0s t s t
h
< if
A
h_max
t t
h
> if
A
h
t ( ) N 2
0
t
t
D
h
2
|

\
|
|
.
2
v
h
t
D
h
2
|

\
|
|
.

(
(

(
(
(
(
]
d v
h
0s t s t
h
s if
A
h_max
t t
h
> if

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 17



Heteerstedeelvandefunctiebeschrijfthetoppervlakvandevulopeningenindetijd.Alshettijdstipth
bereiktwordtblijfthetoppervlakconstant.InBijlage3iseentoelichtinggegevenhoetotformule(3.2)is
gekomen.
3.3.2.2 ENERGIEVERLIEZEN
Alsgevolgvancontractietreedterbijdestromingdoordevulopeningeenvertragingsverliesop.De
verliezenkunnengeschatwordenaandehandvanmeetgegevensindiversevloeistofmechanicaboeken.
InBijlage2iseenvoorbeeldtabelmetwaardenweergegeven.
3.3.2.3 BEPALEN VUL- EN LEDIGINGSKARAKTERISTIEK
Vulproces
Nuhetverloopvandevulopeningindetijdbekendis,kandevulenledigingskarakteristiekworden
opgesteld.Volgensreferentie[9]geldendevolgendeformulesvoorhetdebiettijdenshetvulproces:

(3.3)

(3.4)

Hierinis:
Qv =debietsverloopindetijd[m
3
/s]
hk_v =kolkwaterstandtijdenshetvulproces[m+N.A.P.]
=contractiecofficint[]
g =versnellingzwaartekracht[m/s
2
]
hbov =waterstandophetbovenpand[m+N.A.P.]
bk =breedtevandekolk[m]
lk =lengtevandekolk[m]

Doordezeformulesaanelkaargelijktestellenkanereenfunctiewordengedefinieerdvoordeafgeleide
vandekolkwaterstandindetijd:

(3.5)

Doordezedifferentiaalvergelijkingoptelossenontstaateenfunctievanhk_v(t).Alsrandvoorwaardemoet
gelden:

hk_v(0)=hben (hben=waterstandbenedenpand[m+N.A.P.])

Alsdefunctievoorhk_v(t)isberekend,kandezewordeningevuldinformule(3.3),zodathet
debietsverloopindetijdkanwordenbepaald.

Ledigingsproces
Bijhetledigingsprocesisdeafgeleidevandekolkwaterstandindetijdnegatiefomdatdewaterstand
daalt.Hetvervalbepaaldtewordendoorwaterstandophetbenedenpandaftetrekkenvande
kolkwaterstand.Deformules(3.3)en(3.5)gaandaardooroverin:
Q
v
t ( ) A
h
t ( ) 2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )

Q
v
t ( ) b
k
l
k

t
h
k_v
t ( )
d
d

t
h
k_v
t ( )
d
d
A
h
t ( ) 2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )

b
k
l
k

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
18

ARCADIS 076350579:A - Definitief



(3.6)

(3.7)

Hierinis:
Ql =debietsverloopindetijd[m
3
/s]
hk_l =kolkwaterstandtijdenshetledigingsproces[m+N.A.P]
hben =waterstandophetbenedenpand[m+N.A.P.]

Alsrandvoorwaardegeldt:
hk_l(0)=hbov

Opdezelfdewijzealsbijhetledigingsproceskunnendoorhetoplossenvandedifferentiaalvergelijkingde
functiesvoorhk_l(t)enQl(t)wordenbepaald.

Resultaat
Bovenstaandeberekeningisnumeriekuitgevoerdvoordereferentiesluismetbehulpvanhet
rekenprogrammaMathcad.DevolledigeberekeningisweergegeveninBijlage3.Hetresultaatvande
berekeningvoorhetvulprocesbijeenlineairetoenamevandevulopeningisweergegeveninFiguur3.De
resultatenbijhetledigingsproceseneennietlineairetoenamevandevulopeningzijnvergelijkbaar.


Figuur3:Vulkarakteristiekbijvulprocesmetsysteemmetdeurschuiveneneenlineairetoenamevandevulopening
Vooreenvulenledigingssysteemmeteenlineairetoenamevandevulopeningzijninreferentie[9]
analytischeformulesbeschikbaar.MetdezeformulesisdenumeriekemethodeinBijlage3gecontroleerd,
waaruitblijktdatdenumeriekeberekeningopjuistewijzeisuitgevoerd.
Q
l
t ( ) A
h
t ( ) 2 g h
k_l
t ( ) h
ben

( )

t
h
k_l
t ( )
d
d
A
h
t ( ) 2 g h
k_l
t ( ) h
ben

( )

b
k
l
k

0 100 200 300 400


5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek deurvulsysteem
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 19



3.3.3 VUL- EN LEDIGINGSKARAKTERISTIEK KORTE OMLOOPRIOLEN
3.3.3.1 SCHUIFOPENING IN DE TIJD
Voorhetbepalenvandeschuifopeningindetijdgeldtdezelfdeberekeningalsinparagraaf3.3.2.1.
3.3.3.2 ENERGIEVERLIEZEN
Verliezenafhankelijkvandestroomsnelheid
Indeomloopriolentredenenergieverliezenwaarvoorwordtaangenomendatdezealleenafhankelijkzijn
vandestroomsnelheid,wateenreguliereaannameis.Ditzijndevolgendeverliezen[5]:
intreeverlies
wrijvingsverlies
energieverliesdoorverwijdingofvernauwing
bochtverlies/knikverlies
uittreeverlies

InBijlage2isbehandeldhoedeverliezenkunnenwordenbepaald.

Verliezenafhankelijkvandestroomsnelheidendetijd
Naastdebovengenoemdeverliezentreedterookeenverliesopbijdeschuifwaarmeehetrioolwordt
afgesloten.Ditverliesisnaastdestroomsnelheidookafhankelijkvandeopeningshoogtevandeschuif.
Omdatdezeindetijdvarieert,varieertookdegroottevanhetverliesoverdeschuifindetijd.InBijlage2
isbepaaldhoedezeverliescofficintkanwordenbepaald.

Deverliezenwordenuitgedruktineenverliescofficintdiebetrekkingheeftopdesnelheidshoogte.Er
wordtvanuitgegaandathetenergiehoogteverschiltussenhetbovenpandendekolkwaterstand(dushet
verval)volledigwordtomgezetinsnelheidshoogte.Vertaaltineenformulegeeftdit:

(3.8)

Hierinis:
h =vervaloverdesluis=hbovhben[m]
tot =somvanalleverliescofficinten[]
vr =watersnelheidinhetriool[m/s]
3.3.3.3 TRAAGHEID IN DE RIOLEN
Alsdeschuivenwordengeopendbeginterwaternaardekolktestromen.Doordemassatraagheidvan
hetwaterdatinderiolenaanwezigisheefthetwaternietdirectdemaximalesnelheidmaarhetkomt
langzaamopgang.Aanheteindevanhetvulprocesisdekolkwaterstandgelijkmetdewaterstandophet
bovenpand.Doordemassatraagheidstroomthetwaterinderiolennogevendoor,waardoorde
waterstandindekolkhogerwordtdandewaterstandophetbovenpand.Hierdoorbegintereennegatief
debiettestromen.Ditprocesdemptuittotdewaterstandengelijkblijven.
Deeffectenvandemassatraagheidvanhetwaterwordenovertravelgenoemd[4].

Ah
tot
v
r
2
2 g

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
20

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Volgensreferentie[8]magdetraagheiduitgedruktwordeninenergiehoogte.Daardoorkaneen
uitdrukkingverkregenwordenvandestroomsnelheid.InBijlage2isdezeafleidingweergegevenenisde
functievoordestroomsnelheidbepaald.
3.3.3.4 BEPALEN VUL- EN LEDIGINGSKARAKTERISTIEK
Vulproces
MetbehulpvandefunctievoordestroomsnelheiddiebepaaldisinBijlage2kannueenuitdrukkingvan
hetdebietwordenopgesteld:

(3.9)

Omdatformule(3.4)ookgeldtvooreenvulenledigingssysteemmetkorteomloopriolen,kunnende
formules(3.4)en(3.9)gecombineerdwordentoteendifferentiaalvergelijkingvandestijgsnelheidvande
kolkwaterstand:

(3.10)

Ditiseentweedeordedifferentiaalvergelijking.Binnenhetafstudeerprojectishetvanwege
tijdsbeperkingennietmogelijkomteonderzoekenhoedezedifferentiaalvergelijkingopgelostkanworden.
InhetprogrammaLOCKFILLwordteennumeriekemethodegebruiktomdevulen
ledigingskarakteristiektebepalen[14].InBijlage4isdezemethodezonderonderbouwinggereproduceerd
wegensontbrekendeinformatieoverdeachtergrondvandezemethode.

Ledigingsproces
Bijhetledigingsprocesisdeafgeleidevandekolkwaterstandindetijdnegatiefomdatdewaterstand
daalt.Hetvervalbepaaldtewordendoorwaterstandophetbenedenpandaftetrekkenvande
kolkwaterstand.Deformules(3.9)en(3.10)gaandaardooroverindevolgendeformules:

(3.11)

(3.12)

OokbijhetledigingsprocesisdenumeriekemethodeuitLOCKFILLgebruiktvoordeberekening,zie
Bijlage4.

Q
v
t ( ) N A
h_max

2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )

tot
t ( )
2 l
r
b
k
l
k

tot
t ( ) N A
h_max

2
t
h
k_v
t ( )
d
d
2

t
h
k_v
t ( )
d
d
N A
h_max

2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )

tot
t ( )
2 l
r
b
k
l
k

tot
t ( ) N A
h_max

2
t
h
k_v
t ( )
d
d
2

b
k
l
k

Q
l
t ( ) N A
h_max

2 g h
k_
t ( ) h
ben

( )

tot
t ( )
2 l
r
b
k
l
k

tot
t ( ) N A
h_max

2
t
h
k_l
t ( )
d
d
2

t
h
k_v
t ( )
d
d
N A
h_max

2 g h
k_
t ( ) h
ben

( )

tot
t ( )
2 l
r
b
k
l
k

tot
t ( ) N A
h_max

2
t
h
k_l
t ( )
d
d
2

b
k
l
k

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 21



Resultaat
MetdegereproduceerdemethodezijninBijlage4voorbeeldberekeningenuitgevoerdvoorde
referentiesluis.Hetresultaatvoorhetvulprocesbijeenlineairetoenamevandevulopeningis
weergegeveninFiguur4.

Figuur4:Vulkarakteristiekbijkorteomloopriolenenlineairetoenamevandeopening
HetbeeldinFiguur4stemtovereenmetwatfysischgezienverwachtkanworden:deeffectenvande
overtravelzijntezieninhetdebietwataanheteindevanhetvulproceswisselendpositiefennegatiefis.

Zoalsverwachtduurthetbijkorteomloopriolenietslangervoordatdekolkgevuldwordtdanbijeen
systeemmetdeurschuiven,zieFiguur3.Ditwordtveroorzaaktdoordatdeafvoercofficintbijkorte
omloopriolengroteris.
3.4 CONCLUSIE
Indevoorgaandeparagrafenisgepresenteerdhoedevulenledigingskarakteristiekbijdeurschuivenen
omloopriolenkanwordenbepaald.
Vooreensysteemmetdeurschuivenvaltdeberekeninguiteenintweedelen:
bepalenvaneenfunctievoordeschuifopening(issluisspecifiek)
bepalenvandevulenledigingskarakteristiek(iseenalgemeneberekeningopbasisvandegeometrie
vandesluisendefunctievandeschuifopening)

Vooreensysteemmetomloopriolenvaltdeberekeninguiteenindriedelen:
bepalenvaneenfunctievoordeschuifopening(issluisspecifiek)
bepalenvandeenergieverliezendoorderiolen(opbasisvangeometrievanderiolen)
0 200 400 600
5
5.5
6
6.5
0
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet
Vulkarakteristiek korte omloopriolen
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
22

ARCADIS 076350579:A - Definitief



bepalenvandevulenledigingskarakteristiek(iseenalgemeneberekeningopbasisvandegeometrie
vandesluis,defunctievandeschuifopeningendeenergieverliezen)

Eenbelangrijkeparameterindeberekeningishetbepalenvandeenergieverliezen.Indevoorgaande
paragrafenzijnenkelemethodengegevenomschattingentegevenvandezeverliezen.Voorhet
nauwkeurigbepalenvandeenergieverliezenkunnenmetingenineenschaalmodelwordenverrichtof
kunnendeverliezenmetbehulpvaneen3Dmodelwordenbepaald.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 23



4 Translatiegolven
4.1 INLEIDING
Indithoofdstukwordteenberekeningsmethodegegevenomdekrachtophetschiptebepalendie
optreedtalsgevolgvantranslatiegolvenbijhetvulenledigingsproces.Eerstwordthetverschijnsel
besproken,vervolgenswordthetverschijnselwiskundiggemodelleerdenerwordtafgeslotenmeteen
conclusie.Degegevenszijngebaseerdopreferentie[14].
4.2 HET VERSCHIJNSEL
Bijhetvulenledigingsproceswordtineenvandesluishoofdenwaterdekolkinofuitgelaten.Hetdebiet
datdekolkwordtinofuitgelatenvertaaltzichindekolkalseentranslatiegolfdiezichinde
lengterichtingvandesluisvoortplant.Bijdeboegenhethekvanhetschipwordtdegolfgedeeltelijk
gereflecteerdenbijdedeurenvindteenvolledigereflectieplaats.Bijhetvulproceswordenbijde
vulopeningentranslatiegolvenmeteenpositievehoogtegegenereerd,bijhetledigingsprocesmeteen
negatievehoogte.
Alsgevolgvandetranslatiegolventredenerwaterstandsverschillenopindekolk,diezorgenvooreen
krachtophetschip.Dezekrachtkenteenoscillerendverloopdoordereflectiesvandegolven.ZieFiguur
5respectievelijkFiguur6vooreenweergavevanhetverschijnselbijhetvulprocesrespectievelijkhet
ledigingsproces.

Figuur5:Schematischeweergavetranslatiegolvenbijvulproces[14]

Figuur6:Schematischeweergavetranslatiegolvenbijledigingsproces[14]

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
24

ARCADIS 076350579:A - Definitief



4.3 WISKUNDIGE MODELLERING
4.3.1 UITGANGSPUNTEN EN AANNAMES
Dekrachtophetschipdoortranslatiegolvenwordtveroorzaaktdoorhetwaterstandsverschiloverhet
schip.Voorhetbepalenvandekrachtdientdaaromhetwaterstandsverloopbijdeboegenhethekvanhet
schipbekendtezijn.Hetwaterstandverloopbijelkpuntindekolkwordtbenvloeddoortranslatiegolven
dieopdatpuntlangskomen.Vanelkegolfdieindekolkgegenereerdwordtbijdevulof
ledigingsopeningen,dientdaaromhetverloopvandegolvenintijdenplaatsbekendtezijn.Ditverloop
kanbepaaldwordendoorhetoplossenvanbijvoorbeelddelangegolfvergelijking.

InLOCKFILL[14]wordtechtereenvereenvoudigdemethodegehanteerdomhetverloopvande
waterstandbijdeboegenhethekvanhetschiptebepalen.Hiertoewordtdewaterstandalleen
bijgehoudenbijdereflectiepunten:desluisdeurenendeboegenhethekvanhetschip.Erwordt
veronderstelddatdegolvenzichtussendereflectiepuntenongestoordvoortplanten,zodatdeuitgaande
golvenbijhetenereflectiepuntdezelfdegroottehebbenalsdeinkomendegolvenbijhetnaastliggende
reflectiepunt.Devoortplantingssnelheidvandegolvenvolgtuitdewaterdiepte.Hierdoorishet
waterstandsverloopbijdeboegenhethekvanhetschipmeteeneenvoudigenumeriekemethodete
bepalen.

IndithoofdstukwordtdemethodezoalsdiegebruiktisinLOCKFILLgereproduceerd.Daarnaastwordt
metdezelfdebenaderingalsinLOCKFILLeeneigenmethodeopgesteld,dievergelekenwordtmetde
methodeuitLOCKFILL.

Voordeberekeningwordendevolgendeaannamesgedaan:
Bijdevulofledigingsdeurwordengolvengegenereerddoorhetdebietdatdoordeopeningendekolk
inofuitgaat.Erwordtaangenomendatditdebieteentranslatiegolfveroorzaaktdiedirectoverde
gehelekolkbreedteisverdeeld.
Bijdeboegenhethekvanhetschipvindengedeeltelijkereflectiesplaats.Erwordtaangenomendatde
reflectiesplotselingoptredenalsdeboegofhethekvanhetschipwordtbereikt.
Bijdesluisdeurenvindteenvolledigereflectieplaats.
Tussendepuntenwaaropreflectiesplaatsvindenplantendegolvenzichongestoordvoort.
Wrijvingsverliezenwordenverwaarloosd.
4.3.2 BEREKENING TRANSLATIEGOLVEN MET LOCKFILL-METHODE
VoordeberekeningvandekrachtophetschipdoortranslatiegolvendieinLOCKFILLwordtdevolgende
uitgangpuntenfiguurgebruikt:

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 25


Figuur7:UitgangspuntenfiguurberekeningtranslatiegolvenvolgensLOCKFILLmethode

DeberekeninginLOCKFILLisalsvolgtopgezet:
1. BijraaiAwordtdebietdekolkinofuitgelaten.Hetdebietvertaaltzichineentranslatiegolfdiezichin
delengterichtingvandekolkvoortplantmetdevolgendegolfsnelheid:
(4.1)
Hierinis:
ck =golfsnelheidbijeenkolkdoorsnedezonderschip[m/s]
g =versnellingvandezwaartekracht[m/s
2
]
dk =waterdiepteindekolkbijeenkolkdoorsnedezonderschip[m]
2. BijraaiBvindteengedeeltelijkereflectieplaats.EengedeeltevandegolfgaatverderrichtingraaiDen
eengedeeltekeertterugnaarraaiA.Degolfsnelheidvandegolfdieterugkeertwordtweerbeschreven
doorformule(4.1),endegolfsnelheidindekolkdoorsnedemetschipwordtgegevendoordevolgende
formule:
(4.2)
Hierinis:
cs =golfsnelheidbijeenkolkdoorsnedemetschip[m/s]
bk =breedtevandekolk[m]
ds =diepgangvanhetschip[m]
bs =breedtevanhetschip[m]
3. DegolfdievanafraaiBterugkeerdenaarraaiAwordtbijraaiAvollediggereflecteerd.
4. DegolfdievanafraaiBdoorgingnaarraaiDwordtbijraaiDgedeeltelijkgereflecteerd.Hierbijgeldt
dezelfdesituatiealsbijdeboeg,maardangespiegeld.
5. BijraaiFvindteenvolledigereflectieplaats.

HetverloopvandegolvenwordtinLOCKFILLnumeriekbeschrevenenisinBijlage5gereproduceerd.
MetdegereproduceerdemethodeiseenvoorbeeldberekeninguitgevoerdvoordesluisinHansweert.
VoordezesluiszijninhetkadervanRINK2012LOCKFILLberekeningenuitgevoerd.De
krachtscomponentalsgevolgvantranslatiegolvenzoalsberekendmetdegeproduceerdemethodeis
vergelekenmetdeLOCKFILLresultaten.DeresultatenvoorhetvulproceszijnweergeveninFiguur8
(gereproduceerdemethode)endegroenelijninFiguur9(LOCKFILLresultatenuitRINK2012).De
resultatenzijnhetzelfde,dusdemethodeisopdejuistewijzegereproduceerd.Ookvoorhet
ledigingsproceszijnderesultatenhetzelfde,zieBijlage5.

c
k
g d
k

c
s
g
d
k
b
k
d
s
b
s

b
k

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
26

ARCADIS 076350579:A - Definitief


Figuur8:KrachtopschipdoortranslatiegolfbijvulprocesgereproduceerdeLOCKFILLmethode

Figuur9:LOCKFILLresultatenvoorsluisHansweert

0 200 400 600


0.2
0.1
0
0.1
0.2
0.3
0.4
Kracht door translatiegolf
Kracht op schip door translatiegolf - vulproces
tijd [t]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

k
r
a
c
h
t

o
p

s
c
h
i
p

[

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 27



4.3.3 BEREKENING TRANSLATIEGOLVEN EIGEN METHODE
IndevorigeparagraafeninBijlage5isdeberekeningsmethodebehandelddieinLOCKFILLisgebruikt
omdekrachtophetschipalsgevolgvantranslatiegolventeberekenen.Dewijzewaaropdereflectiesbij
deboegenhethekvanhetschipwordengemodelleerd,lijktineersteinstantienietovereentekomenmet
degangbaremethodenindevloeistofmechanica,zoalsbijvoorbeeldwordtbeschreveninreferentie[1].

InBijlage6isdaaromgecontroleerdofdemethodeinLOCKFILLvoldoetaandecontinuteitsvoorwaarde.
Desomvandeinkomendedebietenperraaimoetuitcontinuteitsoverwegingengelijkzijnaandesom
vandegegenereerdedebieten.Aandehandvaneenaantalvoorbeeldenisdezevoorwaarde
gecontroleerd.DemethodeinLOCKFILLvoldoetaandezevoorwaarde.

DaarnaastisdeLOCKFILLmethodeaangepastdoordereflectiestemodellerenconformreferentie[1].De
restvandeberekeningishetzelfdeuitgevoerdalsdeLOCKFILLmethodeenisweergegeveninBijlage6.
OokmetdezemethodeiseenberekeninguitgevoerdvoordesluisHansweert.Deresultatenzijnhetzelfde
alsdegrafiekinFiguur8.HieruitblijktdatdereflectiesinLOCKFILLopeenanderewijzezijn
gemodelleerd,maardatderesultatenhetzelfdezijn.
4.4 CONCLUSIE
IndevoorgaandeparagrafenisdemethodeweergegevendieinLOCKFILLgebruiktwordtomdekracht
ophetschipalsgevolgvantranslatiegolventeberekenen.Demethodeisgereproduceerdenuit
vergelijkingmetLOCKFILLresultatenblijktdatdemethodeopdejuistewijzeisgereproduceerd.
OmdatdereflectiesbijboegenhekinLOCKFILLnietopeengangbarewijzezijngemodelleerd,isde
methodedaarnaastgecontroleerdaandecontinuteitsvoorwaardedoordesomvanhetinkomendedebiet
perraaitevergelijkenmethetuitgaandedebiet.DeLOCKFILLmethodevoldoetaande
continuteitsvoorwaarde.
DaarnaastisdewijzevanmodellerenvanreflectiesinLOCKFILLvervangendoordegangbarewijzevan
hetmodellerenvanreflecties.DeresultatenvandezemethodezijnhetzelfdealsdeLOCKFILLresultaten.
HieruitblijktdatdereflectiesinLOCKFILLopeenanderewijzezijngemodelleerd,maardatderesultaten
hetzelfdezijn.Deeigenmethodewordtgebruiktvoorhetbepalenvandekrachtophetschipalsgevolg
vantranslatiegolven.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
28

ARCADIS 076350579:A - Definitief



5 Impulsafname
5.1 INLEIDING
Indithoofdstukwordtdekrachtalsgevolgvanimpulsafnamebehandelddieoptreedttijdenshetvulen
ledigingsproces.Eerstwordthetverschijnselbesproken,vervolgenswordthetverschijnselwiskundig
gemodelleerdenerwordtafgeslotenmeteenconclusie.Degegevenszijngebaseerdopreferentie[9]en
[10].
5.2 HET VERSCHIJNSEL
Hetverschijnselimpulsafnameisafhankelijkvanhetstroombeeldindekolk.Erzijnbijeenvulen
ledigingssysteemdoordesluishoofdendriesituatiesteonderscheiden:
Vulprocesmeteensysteemmetdeurschuiven.Hierbijtreedtereengeconcentreerdevulstraalopdie
invloedheeftophetschip.
Vulprocesmeteensysteemwaarbijdestromingbijnagelijkgeheelverdeeldisoverdekolkdoorsnede
(heffenvandehefdeur,korteomloopriolen,beidemetofzonderwoelkelder)
Ledigingsprocesbijallevulenledigingssystemendoordesluishoofden

Hetverschijnselimpulsafnamewordtindezeparagraafvoordezedriesituatiesbeschreven.
5.2.1 VULPROCES MET SYSTEEM MET DEURSCHUIVEN
Bijhetvulprocesmeteensysteemmetdeurschuivenstroomtwateralseengeconcentreerdestraaldekolk
in.Destraalbotstvervolgenstegenhetschip.Hierdoorwordtdestraalafgebogenengespreidoverde
volledigenattedoorsnedenaasthetschip.Hetdoorstroomprofielvandestraalwordthierdoorgroter,
waardoordestroomsnelheidafneemt.Deimpulsneemtdaardoorookaf.Ditverschijnselistevergelijken
metbijvoorbeelddestromingovereenoverlaat.Terplaatsevandeoverlaatneemtdewaterstandaf
doordatdestromingversneldwordt.Bijdeboegvanhetschipisdesituatiepreciesomgekeerd:voorde
boegisdestromingsnel(indegeconcentreerdevulstraal)ennadeboegisdestrominglangzaamdoorde
spreidingoverdehelenattedoorsnede.Hierdoorneemtdeimpulsafendaardoorneemtdewaterstand
toe.
Degemiddeldedebietendooreenraaiindekolknemenindelangsrichtingvandekolkafomdateen
korterdeelvandekolkachterdezeraaimoetwordengevuld.Hierdoorneemtookdeimpulsvande
stromingaf.
Doordetweebovengenoemdeeffectentreedterindelengterichtingvandekolkeenimpulsafnameop.
Ditveroorzaakteenwaterstandsverschiloverhetschipomdatdewaterstandtoeneemtbijeen
impulsafname.Bijhetvulprocesondervindthetschipdoordewaterstandsverschilleneennegatieve
horizontalekracht.ZieFiguur10vooreenweergavevanhetverschijnsel.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 29


Figuur10:Impulsafnameinlangsrichtingbijvulprocesmetsysteemmetdeurschuiven[14]
5.2.2 VULPROCES MET GELIJKMATIG VERDEELDE STROMING
Bijeenvulenledigingssysteemmetomloopriolenofhetheffenvandehefdeurisdestromingbijde
vuldeurbijnadirectoverdehelekolkdoorsnedeverdeeld.Alsdestromingbijhetschipaankomtwordtde
stromingafgebogennaardenattedoorsnedenaasthetschip.Hetdoorstroomoppervlakneemthierdooraf,
waardoordestroomsnelheidtoeneemt.Deimpulsbijdeboegneemthierdoorooktoe.
Bijeenvulprocesmeteengelijkmatigverdeeldestromingtreedtookeendebietsafnameopinde
lengterichtingdoordesluisvulling.Hierdoortreedtindelengterichtingvandekolkeenimpulsafnameop.
Ophetschipwerktbijhetvulprocesmeteengelijkmatigverdeeldestromingduseennettokrachtals
gevolgvanimpulsafnamedieveroorzaaktwordtdoortweecomponenten:eenpositievecomponentdoor
deimpulstoenamebijdeboegeneennegatievecomponentalsgevolgvandeimpulsafnamelangsde
romp.ZieFiguur11vooreenweergavevanhetverschijnsel.

Figuur11:Impulsafnamebijgelijkmatigverdeeldestroming
5.2.3 LEDIGINGSPROCES
Bijhetledigingsprocestreedteveneensimpulsafnameopindelengterichtingvandekolk.De
impulsafnamewordtveroorzaaktdoortweecomponenten:
Bijhethekvanhetschipwordtdestromingovereenkorteafstandafgebogennaardenattedoorsnede
naasthetschip.Destroomsnelheidneemthierdoortoeomdathetnatteoppervlakkleinerwordt.
Hierdoortreedtbijhethekeenimpulstoenameop.
Indelengterichtingneemthetdebietindekolkaf.Bijdeledigingsdeurishetgrootstedebietaanwezig,
aandeanderezijdevandekolkishetdebietnul.Hierdoortreedteenimpulsafnameopinde
lengterichtingvandekolk.

Desituatieindekolkbijhetledigingsprocesisgespiegeldtenopzichtevandesituatiebijhetvulproces
meteengelijkmatigverdeeldestroming.Dekrachtalsgevolgvandeimpulstoenamebijhethekispositief,
dekrachtalsgevolgvanimpulsafnamebijderompisnegatief.ZieFiguur12vooreenschematische
weergavevanhetverschijnsel.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
30

ARCADIS 076350579:A - Definitief


Figuur12:Impulsafnameinlangsrichtingbijledigingsproces[14]
5.2.4 UITGANGSPUNTEN EN AANNAMES
Deberekeningvandekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnamewordtuitgevoerdvoordedrie
stromingssituatiesindekolkzoalsbeschrevenindeparagrafen5.2.1totenmet5.2.3.Hierbijwordende
volgendeuitgangspuntenenaannamesgebruikt:
Bijhetvulprocesmeteensysteemmetdeurschuivenkomtereengeconcentreerdevulstraaldesluis
binnendoordedeuropeningen.Bijhetvulprocesmeteengelijkmatigverdeeldestromingisde
stromingindekolkbijnadirectoverdehelekolkdoorsnedeverdeeld.
Bijhetvulproceswordtdestromingbijdeboegvanhetschipoverkorteafstandafgebogenzodaterna
deboegeengelijkmatigverdeeldsnelheidsprofieloverdegehelenattedoorsnedeaanwezigis.
Indelengterichtingvandekolkneemthetdebietlineairafomdatsteedseenkleinergedeeltevande
sluisgevuldhoeftteworden.
Dedruktegenhethekvanhetschipishydrostatisch.
Bijhetledigingsproceswordtdestromingpasvlakvoordeledigingsopeningenafbogen.Overde
gehelekolklengteisdestromingdaardoorgelijkmatigverdeeldoverdenattedoorsnede.
Hetschipheeftgeeninvloedopdeontwikkelingvandestraalvrdeboeg.

Figuur13wordtalsuitgangspuntenfiguurvoordeberekeninggehanteerd.

Figuur13:Uitgangspuntenfiguurberekeningkrachtalsgevolgvanimpulsafname[9]

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 31



5.3 WISKUNDIGE MODELLERING
5.3.1 BEREKENING IMPULSAFNAME
Dekrachtalsgevolgvanimpulsafnamebestaatbijalledriedesituatiesuittweecomponenten:
1. krachtalsgevolgvanimpulsafnamebijdeboegofhethek
2. krachtalsgevolgvanimpulsafnamelangsderomp

Deeerstecomponentwordtberekenddoordekrachtsresultantetebepalenvandedrukopdeboegende
drukophethek.Hetdrukverschilisafhankelijkvandewaterstandsafnamebijdeboeg(bijhetvulproces)
ofbijhethek(bijhetledigingsproces).Dezewaterstandsafnamewordtveroorzaaktdooreen
impulstoenameenwordtbepaalddoorhettoepassenvandeimpulsvergelijkingoverdeboegofhethek.

Detweedecomponentiseenverhangkrachtenkanberekendwordenalshetwaterstandsverschiltussen
deboegenhethekbekendis.Ditwaterstandsverschilwordtberekendwordendoorhettoepassenvande
impulsvergelijkingoverhetschip.
Indevolgendeparagrafenzijnderesultatenvandeberekeningperstromingssituatieweergegeven.
5.3.1.1 VULPROCES MET SYSTEEM MET DEURSCHUIVEN
Voorhettoepassenvandeimpulsvergelijkingomdekrachtalsgevolgvanimpulsafnamebijdeboegof
hethekteberekenenishetnodigdatdeimpulsvandestraalterplaatsevandeboegvanhetschipbekend
is.Deimpulsvandestraalisevenredigmethetproductvandestroomsnelheidenhetdebietindestraal.
Voorhettoepassenvandeimpulsvergelijkingishetdaaromnodigomtewetenhoedestraalzich
ontwikkeldnadatdezedekolkbinnenkomt.Inreferentie[10]ishieronderzoeknaargedaan.Aandehand
vanditonderzoekisdoorhetWaterloopkundigLaboratoriumderekenmoduleSTRAALontwikkeld,die
wordtbeschreveninnota6vanreferentie[10].
Metdezerekenmodulekandespreidingvandestraalendegroottevandeimpulsindestraalberekend
wordenterplaatsevandeboegvanhetschip.Aanheteindevanhetafstudeerprojectisgeprobeerddeze
rekenmoduletereconstrueren,zieBijlage8.Ditbleeknietmogelijkomdaterteweiniggegevens
beschikbaarzijn.
Eenvanderesultatenvanhetonderzoekisechterdatdestraalzichbijbinnenkomstvandekolkgedraagt
alseenstraaloponeindigwater.Dithoudtindatdestraalzichspreidtondereenhoekvanongeveer1:6.
Hierdoorneemtdenattedoorsnedeaf,waardoorookdestroomsnelheidafneemt.Aanderandenvande
straalwordtechterwateraangezogenuitdedekneer,datwordtmeegenomenindestraal.Hierdoorneemt
hetdebiettoe.Desnelheidsafnameendedebietstoenamecompenserenzichhier,zodatdeimpulsvande
straalgelijkblijft.Ongeveerhalverwegededekneergaatdestraalweerwaterafgeven.Hierdoorneemthet
debietafwaardoorookdeimpulsafneemt.
Totongeveerdehelftvandedekneerblijftdeimpulsvolgensbovenstaandebeschouwinggelijkaande
impulsvandestraalbijbinnenkomst.Deimpulsvandestraalbijbinnenkomstisbekendomdathetdebiet
endestroomsnelheidkunnenwordenbepaald.Indiendeboegvanhetschipzichindeeerstehelftvande
dekneerbevindt,isdeimpulsterplaatsevandeboegdusgelijkaandeimpulsvandestraalbijde
vulopeningen.
Dezesituatiegeldtalleenalsergeenbreekbalkenaanwezigzijn.Bijdeaanwezigheidvanbreekbalken
wordtdestraalgebroken,gespreidenneemtdeimpulsaf.Erdientdaneenschattingvoordeimpulster
plaatsevandeboeggegeventeworden.

Metbehulpvanbovenstaandebeschouwingishetmogelijkomdekrachtophetschipalsgevolgvan
impulsafnameteberekenen.DitisgedaaninBijlage7.Deresultatenwordenhierweergegeven.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
32

ARCADIS 076350579:A - Definitief


Deberekeningisgesplitstintweesituaties:
vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken
vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenmetbreekbalken

Vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken
Alsdeboegindeeerstehelftvandeneerligt,isdeimpulsvandestraalterplaatsevandeboeggelijkmet
deimpulsvandestraaldevulopeningen.Ditishetgevalalsaandevolgendevoorwaardewordtvoldaan:

(5.1)

Alsaandezevoorwaardevoldaanwordt,kandeimpulsalsvolgtbepaaldworden:

(5.2)

Hierinis:
S1 =impulsvandestraalterplaatsevandeboeg[N]
=dichtheidvanhetwater[kg/m
3
]
Qv =debietdoordevulopeningen[m
3
/s]
lk =lengtevandekolk[m]
xb =afstandvandeboegtotdevuldeur[m]
g =versnellingzwaartekracht[m/s
2
]
hbov =waterstandbovenpand[m+N.A.P.]
hk_v =kolkwaterstandtijdenshetvulproces[m+N.A.P.]

Alsnietaandezevoorwaardevoldaanwordt,wordtdeimpulsgeschatwordendoorformule(5.2)te
verlagenmeteencorrectiefactor.

Dekrachtenkunnenwordenberekendmetdevolgendeformules:

(5.3)

(5.4)

(5.5)

Hierinis:
Fimp_b =krachtopschipalsgevolgvanimpulsafnamebijdeboeg[N]
h
ben
h
bov_opening

2 tan 9.5deg o + ( )
x
b
>
S
1
t ( ) Q
v
t ( )
l
k
x
b

l
k
2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )
:=
F
imp_b
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos o ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
imp_r
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2

F
imp
t ( ) F
imp_b
t ( ) F
imp_r
t ( ) +

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 33



Fimp_r =krachtopschipalsgevolgvanimpulsafnamelangsderomp[N]
Fimp =totaalkrachtopschipalsgevolgvanimpulsafname[N]
hben =waterstandbenedenpand[m+N.A.P.]
hbov_opening =bovenkantvulopening[m+N.A.P.]
=hoekvandestraalasmethorizontaal[]
Fimp_b =krachtopschipalsgevolgvanimpulsafnamebijdeboeg[N]
ds =diepgangvanhetschip[m]
bs =breedtevanhetschip[m]
hbod =hoogtebovenkantsluisbodem[m+N.A.P.]
bk =breedtekolk[m]
ls =lengtevanhetschip[m]

Metformule(5.5)kandetotalekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnameberekendwordenin
Newton.Uitgedruktinhetgewichtvandescheepsverplaatsingvanhetschiplevertditdevolgende
kracht:

(5.6)

Hierinis:
Fimp_rel =relatievelangskrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafname[]
ms =massavandescheepsverplaatsingvanhetschip[kg]

InBijlage7istevenseenvoorbeeldberekeninguitgevoerdvoordetotalekrachtalsgevolgvan
impulsafnamebijeensysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken.Hierbijisdereferentiesluisals
voorbeeldgebruikt.EengrafiekvanderesultatenvandezeberekeningisweergeveninFiguur14.

Figuur14:Voorbeeldberekeningkrachtopschipdoorimpulsafnamebijeensysteemmetdeurschuivenzonder
breekbalken
F
imp_rel
t ( )
F
imp
t ( )
m
s
g
1000
0 100 200 300 400
3
2
1
0
Impulsafname bij boeg
Impulsafname langs romp
Totaalkracht impulsafname
Kracht door impulsafn. - vulproces deurvulsys. zonder breekbalken
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
34

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Hetbeeldvandeberekeningsresultatenstemtovereenmetwatfysischgezienverwachtmagworden.
Dekrachtscomponentalsgevolgvanimpulsafnamebijdeboegneemteersttoedoordetoenamevanhet
debiet.Nogvoorhetmaximumdebietneemtdekrachtafdoordetoenamevandekolkwaterstand.
Dekrachtscomponentalsgevolgvanimpulsafnamelangsderompneemteersttoedoorde
debietstoename.Alshetdebietmaximaalis,isdekrachtookmaximaal.Daarnaneemtdekrachtweeraf.
Zoalsverwachtzijndebeidekrachtscomponentennegatief.

Vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenmetbreekbalken
Bijeensysteemmetdeurschuivenmetbreekbalkenwordtdestraalalsgevolgvandebreekbalken
gebrokenengespreid.Deimpulsneemthierdoorafendespreidingwordtgroter.Voordeimpulster
plaatsevandeboegdienteenschattinggegeventeworden.InBijlage7isbeschrevenhoeeenschatting
gegevenkanworden.Dezemethodeisalsvolgt:
schattenniveaubovenkantenonderkantvandestraalnadebreekbalken(opbasisvandevormgeving
vandebreekbalken)
bepalenspreidingvandestraal(eenspreidingvan1:6lijktfysischgezienaannemelijk)
bepalenoppervlakvandestraalbijdeboegvanhetschipopbasisvandespreiding
bepalendebietenstroomsnelheidvandestraalterplaatsevandeboegopbasisvancontinuteiten
lineairedebietsafname
bepalenimpulsenvergrotenmetcorrectiefactorC4omdatdestraalwateraanzuigt

Bovenstaandemethodelevertdevolgendeformulesvoorhetbepalenvandeimpulsvandestraalter
plaatsevandeboegop:

(5.7)

(5.8)

(5.9)

(5.10)

(5.11)

(5.12)

Hierinis:
zbov =niveaubovenkantstraalterplaatsevandeboeg[m+N.A.P.]
hbov_straal =niveaubovenkantstraalnadebreekbalken(schatting)[m+N.A.P.]
hond_straal =niveauonderkantstraalnadebreekbalken(schatting)[m+N.A.P.]
z
bov
t ( ) min h
bov_straal
1
6
x
b
+ h
k_v
t ( ) ,
|

\
|
|
.
z
ond
max h
ond_straal
1
6
x
b
h
bod
,
|

\
|
|
.
A
str_1
t ( ) b
k
z
bov
t ( ) z
ond

( )

Q
boeg
t ( ) C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
v
boeg
t ( )
C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
A
str_1
t ( )
S
1
t ( ) C
4
2

l
k
x
b

( )
2
Q
v
t ( )
2

l
k
2
A
str_1
t ( )

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 35



Astr_1 =oppervlakvandestraalnetvoordeboeg[m
2
]
Qboeg =debietvandestraalterplaatsevandeboeg[m
3
/s]
C4 =correctiefactorvanwegedebietstoenameindestraal[]
vboeg =gemiddeldestroomsnelheidindestraalterplaatsevandeboeg[m/s]

BijdepogingomderekenmoduleSTRAALtereconstrueren(zieBijlage8)bleekhetmogelijkomde
spreidingslijnenvandestraalteberekenen.Hierbijkanschattingwordengegevenvanhetoppervlakvan
destraalterplaatsevandeboeg.Intheorieisditeenmeernauwkeurigeschattingdandebovenstaande
benaderingmaaruitdekalibratiebleekdatderesultatenovereenkwamen.Vanwegetijdsbeperkingenis
ervoorgekozenombovenstaandebenaderingvoordeberekeningvandeimpulsaantehouden.

Dekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnamekanmetdezelfdeformuleswordenbepaaldalsbij
eensysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken(formules(5.3)t/m(5.5)).

Ookvooreensysteemmetdeurschuivenmetbreekbalkeniseenvoorbeeldberekeninguitgevoerdin
Bijlage7.Hierbijisdereferentiesluisalsvoorbeeldgebruikt.VoorC4iseenwillekeurigewaardevan1,2
gebruikt.EengrafiekvanderesultatenvandezeberekeningisweergeveninFiguur15.

Figuur15:Voorbeeldberekeningkrachtopschipdoorimpulsafnamebijeensysteemmetdeurschuivenmetbreekbalken
Hetbeeldvandeberekeningsresultatenstemtovereenmetwatfysischgezienverwachtmagworden.
Dekrachtscomponentalsgevolgvanimpulsafnamebijdeboegiseerstpositief.Ditkomtdoordathet
oppervlakvandestraalalsgevolgvandebreekbalkenzogrootisdaterbijdeboegsprakeisvaneen
impulstoenameinplaatsvaneenimpulsafname.Naverloopvantijdneemthetnatteoppervlaknaasthet
schiptoewaardoorerwelsprakeisvaneenimpulsafname.
Dekrachtscomponentalsgevolgvanimpulsafnamelangsderompneemteersttoedoorde
debietstoename.Alshetdebietmaximaalis,isdekrachtookmaximaal.Daarnaneemtdekrachtweeraf.
Zoalsverwachtisdezekrachtscomponentnegatief.

0 100 200 300 400


0.3
0.2
0.1
0
0.1
Impulsafname bij boeg
Impulsafname langs romp
Totaalkracht impulsafname
Kracht door impulsafn. - vulproces deurvulsys. met breekbalken
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
36

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Detotaalkrachtisduidelijkkleinerdanbijhetsysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken.Ditwordt
veroorzaaktdoordegrotespreidingvandestraalalsgevolgvandebreekbalken.Voorhetbepalenvan
cofficintC4moeteenkalibratiemetpraktijkmetingenwordenuitgevoerd.
5.3.1.2 VULPROCES MET GELIJKMATIG VERDEELDE STROMING
Bijhetvulprocesmeteengelijkmatigverdeeldestrominggeldtdezelfdeberekeningsmethodealsbijhet
vulprocesmeteensysteemmetdeurschuiven,alleenisdeimpulsvandestromingterplaatsevandeboeg
bekend.InBijlage7isdeberekeningsmethodeweergegeven.Deresultatenwordenhierweergegeven.
Voordeberekeningvandekrachtophetschipgeldendevolgendeformules:

(5.13)

(5.14)

(5.15)

Ookdezekrachtkanuitgedruktwordeninpromillagevanhetscheepsgewichtmetformule(5.6).
InBijlage7iseenvoorbeeldberekeninguitgevoerdvoordereferentiesluis.Deresultatenvoorde
berekeningzijnweergegeveninFiguur16.

F
imp_b
t ( )
d
s
b
s

Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+
F
imp_r
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2

F
imp
t ( ) F
imp_b
t ( ) F
imp_r
t ( ) +

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 37




Figuur16:Voorbeeldberekeningkrachtopschipdoorimpulsafnamebijvulprocesmetgelijkmatigverdeeldestroming
Ookditresultaatstemtovereenmetwatfysischgezienverwachtmagworden.Dekrachtscomponentals
gevolgvandeimpulsafnamebijdeboegissteedspositief,dekrachtscomponentalsgevolgvan
impulsafnamelangsderompissteedsnegatief.Dekrachtennemeneerststeedstoeomdathetdebiettoe
neemt.Bijhetmaximumdebietzijndekrachtenookmaximaal,daarnanemendekrachtenaf.
Detotaalkrachtisduidelijkmindergrootdanbijhetvulprocesdoordeuropeningen.Ditwordt
veroorzaaktdoordatdeimpulsvandegeconcentreerdevulstraalbijeensysteemmetdeuropeningen
groterisdandeimpulsvandegelijkmatigverdeeldestroming.
5.3.1.3 LEDIGINGSPROCES
Bijhetledigingsprocesisdesituatieindekolkgespiegeldtenopzichtevanhetvulprocesmeteen
gelijkmatigverdeeldestroming.Deberekeningsmethodeisdaaromhetzelfde.InBijlage7isde
berekeningsmethodeweergegeven.Deresultatenvandeberekeningwordenhierweergegeven.Voorde
berekeningvandekrachtophetschipgeldendevolgendeformules:

(5.16)

0 100 200 300 400


0.2
0.1
0
0.1
0.2
Impulsafname bij boeg
Impulsafname langs romp
Totaalkracht impulsafname
Kracht door impulsafname - vulproces gelijkm. verd. stroming
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
F
imp_h
t ( )
d
s
b
s

Q
l
t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
l
t ( )
2

l
k
x
b
l
s

( )
2
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
l
k
2

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
38

ARCADIS 076350579:A - Definitief



(5.17)

(5.18)

Hierinis:
Fimp_h =krachtopschipalsgevolgvanimpulsafnamebijhethek[N]
Ql =debietdoordeledigingsopeningen[m
3
/s]
hk_l =kolkwaterstandtijdenshetledigingsproces[m+N.A.P.]

Ookdezekrachtkanuitgedruktwordeninpromillagevanhetscheepsgewichtmetformule(5.6).
InBijlage7iseenvoorbeeldberekeninguitgevoerdvoordereferentiesluis.Deresultatenvoorde
berekeningzijnweergegeveninFiguur17.

Figuur17:Voorbeeldberekeningkrachtopschipdoorimpulsafnamebijledigingsproces
Ookditresultaatstemtovereenmetwatfysischgezienverwachtmagworden.Dekrachtscomponentals
gevolgvandeimpulsafnamebijhethekissteedspositief,dekrachtscomponentalsgevolgvan
impulsafnamelangsderompissteedsnegatief.Dekrachtennemeneerststeedssterkertoedoorde
debietstoenameendedalingvandekolkwaterstand.Naverloopvantijdnemendekrachtenweerafdoor
deafnamevanhetdebiet.
Dekrachtscomponentalsgevolgvanimpulsafnamebijhethekisbijditvoorbeeldzeerkleinenkan
wordenverwaarloosd.Ditisverklaarbaar:bijhethekvanhetschipisdeimpulskleindoordatnogmaar
eenkleindeelvandekolkgeledigdis.Hierdoorisookdeimpulsafnameendaarmeedekrachtophet
schipklein.
F
imp_r
t ( )
Q
l
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2

F
imp
t ( ) F
imp_h
t ( ) F
imp_r
t ( ) +
0 100 200 300 400
0.3
0.2
0.1
0
0.1
Impulsafname bij het hek
Impulsafname langs romp
Totaalkracht impulsafname
Kracht op schip door impulsafname - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 39



5.4 CONCLUSIE
Indevoorgaandeparagrafeniseenberekeningsmethodegegevenvoorhetbepalenvandetotale
langskrachtophetschipindetijdalsgevolgvanimpulsafname.Omdezekrachtteberekenenmoethet
verloopvanhetdebietendekolkwaterstandbekendzijn.Daarnaastdientdegroottevandeimpulsvan
destromingterplaatsevandeboegbekendtezijn.
Erisonderscheidgemaaktinhetvulprocesmeteensysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken,het
vulprocesmeteensysteemmetdeurschuivenmetbreekbalken,hetvulprocesbijeengelijkmatigverdeelde
stromingbijdeboegenhetledigingsproces.
Bijhetvulprocesmeteensysteemmetdeurschuivenisdegroottevandeimpulsvandestraalterplaatse
vandeboegeenbelangrijkefactor.Vooreensysteemzonderbreekbalkenkandeimpulsberekendworden
alsdeboegvanhetschipindeeerstehelftvandedekneerligt.Alsditniethetgevalisdientereen
schattingvandeimpulsgegeventeworden.
Vooreensysteemmetbreekbalkeniseenmethodeopgesteldwaarmeedeimpulsterplaatsevandeboeg
geschatkanworden.HierindienteencorrectiefactorC4toegepastteworden.Dezefactordient
gekalibreerdtewordenmetpraktijkmetingenomeengoedeschattingvandeimpulstekunnengeven.
Deresultatenvandeberekeningenstemmenovereenmetwatfysischgezienverwachtkanworden.
Uitdevoorbeeldberekeningenblijktdatdekrachtdoorimpulsafnamebijeensysteemmetdeurschuiven
zonderbreekbalkenhetgrootstis.Bijeensysteemmetdeurschuivenmetbreekbalkenwordtdestraalsnel
gespreidenisdekrachtkleiner.Bijeensysteemmeteengelijkmatigverdeeldestromingisdekrachthet
kleinst.Afhankelijkvandespreidingbijeensysteemmetbreekbalkenishetmogelijkdatdestraalter
plaatsevanhetschipvollediggespreidengelijkmatigoverdekolkdoorsnedeisverdeeld.Danisdekracht
evengrootalsbijeensysteemmeteengelijkmatigverdeeldestroming.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
40

ARCADIS 076350579:A - Definitief



6 Straalwerking
6.1 INLEIDING
Indithoofdstukwordtdekrachtalsgevolgvanstraalwerkingbehandelddieoptreedttijdenshetvulen
ledigingsproces.Eerstwordthetverschijnselbesproken,vervolgenswordthetverschijnselwiskundig
gemodelleerdenerwordtafgeslotenmeteenconclusie.Degegevenszijngebaseerdopreferentie[9],[10]
en[14].
6.2 HET VERSCHIJNSEL
Bijhetvulproceskomteengeconcentreerdevulstraaldekolkbinnen.Dezestraalbotsttegenhetschipen
zorgtvooreenpositievekrachtophetschip.
Bijeensysteemmetdeurschuivenisersprakevaneengeconcentreerdestraaldiezichspreidtinde
lengterichtingvandekolk.Destraalkangeheelofgedeeltelijktegendeboegvanhetschipkomenofde
boegnietraken.Inhetlaatstegevalwordtergeenkrachtophetschipuitgeoefend.
Bijeenvulsysteemmeteengelijkmatigverdeeldestromingisereveneenssprakevaneenstraaldietegen
deboegbotst.Omdatdestraalgespreidisoverdegehelekolkdoorsnedegaateraltijdmaareengedeelte
vandestraaltegendeboeg.
ZieFiguur18vooreenschematischeweergavevanhetverschijnsel.

Figuur18:Schematischeweergavegeconcentreerdevulstraal[14]
Bijhetledigingsprocestreedtdegeconcentreerdevulstraalbuitendekolkopenleidtdaardoorniettoteen
krachtophetschip.Erisbijhetledigingsproceswelsprakevaneenstromingdietegenhethekvanhet
schipbotst.Hierdoorwordtereennegatievekrachtophetschipuitgeoefend.Dezekrachtzalechterzeer
kleinzijnomdatdeimpulsvandestromingbijhethekvanhetschipnogzeerkleinis.Dezekrachtwordt
daarombuitenbeschouwinggelaten.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 41



6.3 WISKUNDIGE MODELLERING
6.3.1 UITGANGSPUNTEN EN AANNAMES
Deberekeningvandekrachtophetschipalsgevolgvandestraalwerkingwordtuitgevoerdvoordrie
situaties:
vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken
vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenmetbreekbalken
vulprocesmetgelijkmatigverdeeldestroming

Degroottevandekrachtophetschipalsgevolgvandestraalwerkingisafhankelijkvandegroottevande
impulsvandestraalbijdeboeg.Indeparagrafen5.3.1.1en5.3.1.2isvoordedriesituatiesbeschrevenhoe
deimpulsterplaatsevandeboegkanwordenbepaald.Debelangrijksteconclusiehieruitis:
Bijeensysteemmetdeurschuivenmeteengeconcentreerdevulstraalblijftdeimpulsvandestraaltot
aandehelftvandedekneergelijkaandeimpulsbijdevulopeningen.
Bijeenvulsysteemmeteengelijkmatigverdeeldestromingisdeimpulsbijdeboegteberekenenmet
eencontinuteitsvoorwaarde.

Voordeberekeningvandekrachtophetschipalsgevolgvanstraalwerkinggeldtdevolgende
uitgangspuntenfiguur:

Figuur19:Uitgangspuntenfiguurberekeningstraalwerking[9]
Voordeberekeninggeldendevolgendeuitgangspuntenenaannames:
Bijeensysteemmetdeurschuivenkomtereengeconcentreerdevulstraaldesluisbinnendoorde
deuropeningen.Bijeenvulsysteemmeteengelijkmatigverdeeldestromingisdestromingvlaknade
vuldeurgelijkmatigoverdekolkdoorsnedeverdeeld.
Terplaatsevanraai1(zieFiguur19)isdeimpulsvandegeconcentreerdestraalgelijkaandeimpuls
terplaatsevandedeuropeningen(zieBijlage9vooreenverklaring),verminderdmeteenlineaire
debietsafnamealsgevolgvandesluisvulling.
Bijdeboegvanhetschipwordtdestromingoverkorteafstandafgebogenzodaterterplaatsevanraai
2eengelijkmatigverdeeldsnelheidsprofielaanwezigis.
Dedruktegendeboegishydrostatisch,meteenafwijkingvoordestraaldrukenafstromendwater.
Hetdebietneemtindelengterichtingvandekolklineairafdoordatsteedseenkleinergedeeltevande
kolkhoefttewordengevuld.
Dedruktegenhethekvanhetschipishydrostatisch.
Hetschipligtmetdeboegbijdevuldeur.Indienhetschipomgekeerdligt,geldtdezelfdeberekening,
alleenmoeterdaneenanderehoek(hoektussendeboegenhorizontaal)wordenopgegevendie
overeenkomtmetdehoektussenhethekendehorizontaal.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
42

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Dekrachtophetschipdoordestraalwerkingwordtbepaalddoorhetuitrekenenvanhetdrukverschil
tussendedruktegendeboegendedruktegenhethek.Hetdrukverschiltussenhekenboegwordt
berekenddoorhettoepassenvaneenimpulsvergelijkingoverdeboeg.Hetdrukverschilbestaatuiteen
componentalsgevolgvanimpulsafname(zoalsbeschreveninhoofdstuk5)eneencomponentalsgevolg
vanstraalwerking.Alleendecomponentalsgevolgvanstraalwerkingwordtinbeschouwinggenomen
voorhetbepalenvandekrachtophetschipalsgevolgvanstraalwerking.
6.3.2 BEREKENING STRAALWERKING
DevolledigeberekeningvandekrachtalsgevolgvanstraalwerkingisweergegeveninBijlage9.Hier
wordenalleenderesultatenweergegeven.
6.3.2.1 VULPROCES MET SYSTEEM MET DEURSCHUIVEN ZONDER BREEKBALKEN
Voorhetbepalenvandekrachtalsgevolgvanstraalwerkingishetnodigdatdeimpulsvandestraalter
plaatsevandeboegbekendis.Inhoofdstuk5isbeschrevenhoedegroottevandeimpulsberekendof
geschatkanwordenbijeensysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken.Dezeberekeningvande
impulswordtookgebruiktbijdeberekeningvandestraalwerkingenwordthierdaaromnietherhaald.
Alsdeimpulsvandestraalvoordeboegbekendis,kandekrachtophetschipalsgevolgvan
straalwerkingalsvolgtwordenbepaald:

(6.1)

Uitgedruktinpromillagevanhetgewichtvandescheepsverplaatsing:

(6.2)

Hierinis:
Fstr =krachtopschipalsgevolgstraalwerking[N]
C1 =cofficintvoorafstromendwater[]
C2 =cofficintvoorwelkdeelvandestraaldeboegraakt[]
S1 =impulsvandestraalterplaatsevandeboeg[N]
=hoekvandestraalasmethorizontaal[]
=hoekvandeboegmethorizontaal[]
ds =diepgangvanhetschip[m]
bs =breedtevanhetschip[m]
hk_v =kolkwaterstandtijdenshetvulproces[m+N.A.P.]
hbod =niveaubovenkantkolkbodem[m+N.A.P.]
bk =breedtekolk[m]
Fstr_rel =relatievekrachtopschipalsgevolgstraalwerking[]
ms =massavandescheepsverplaatsingvanhetschip[kg]

DecofficintenC1enC2moetenhierinnogwordenbepaald.
C1iseencofficintvoordeafwijkingvandedruktegendeboegtenopzichtevandehydrostatischedruk.
Hetdrukdiagramtegendeboegisnietvolledighydrostatisch.Inhetmiddenvanhetdiagramtreedteen
F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( ) S
1
t ( ) sin o | + ( ) sin | ( ) ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

:=
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 43



drukverhogingopdoordestraaldruk,aandeonderzijdevanhetdiagramtreedteendrukverlagingopten
gevolgevanafstromendwater.Omdatdedruktegendeboegindeberekeningwelalshydrostatischis
aangenomen,dientdeberekeninggecorrigeerdtewordenmetdezecofficint.Innormalegevallenkan
volgensreferentie[14]eenwaardevan0,9aangehoudenworden.Ditisgebaseerdopmodelonderzoek.

DecofficintC2geeftaanwelkdeelvandestraaltegendeboeggaat.Dezecofficintisafhankelijkvan
despreidingvandestraal.Inreferentie[10]wordtbeschrevenhoeeenstraalzichontwikkeldopondiep
water.Hieruitvolgthetoppervlakvandestraalterplaatsevandeboeg.Omdatdediepgangvanhetschip
bekendis,kanvervolgensberekendwordenwelkdeelvandestraaltegendeboeggaatendaarmeeis
cofficintC2bekend.InBijlage9zijndezeformulesgegeven.

InBijlage9zijnvoorbeeldberekeningenuitgevoerdvoordereferentiesluisvooreensysteemmet
deurschuivenzonderbreekbalken.DeresultatenhiervanzijnweergegeveninFiguur20.
6.3.2.2 VULPROCES MET SYSTEEM MET DEURSCHUIVEN MET BREEKBALKEN
Alsersprakeisvanbreekbalkenvoordevulopeningenwordtdestraalgebrokenengespreidwaardoorde
impulsafneemt.Voordeberekeningvandekrachtdoorstraalwerkinggeldtdezelfderekenmethodealsbij
eensysteemzonderbreekbalken,alleendeimpulsdientopeenanderewijzetewordenbepaald.

Inhoofdstuk5isbeschrevenhoedegroottevandeimpulsberekendofgeschatkanwordenbijeen
systeemmetdeurschuivenmetbreekbalken.Dezeberekeningwordtookgebruiktbijdeberekeningvan
destraalwerkingenwordthierdaaromnietherhaald

Erisaangenomendatdestraalalsgevolgvandebreekbalkenopeenvastehoogtebegint.Dezehoogte
wordtalgeschatbijdeimpulsberekening.Despreidingvandestraalisopbasisvangegevensinreferentie
[10]aangenomenop1:6.HieruitvolgthetoppervlakvandestraalterplaatsevandeboegenkanC2
berekendworden.

Voordeberekeninggeldendeformules(6.1)en(6.2).InBijlage9zijnvoorbeeldberekeningenuitgevoerd
voordereferentiesluisvooreensysteemmetdeurschuivenmetdeurschuivenmetbreekbalken.De
resultatenhiervanzijnweergegeveninFiguur20.
6.3.2.3 VULPROCES MET GELIJKMATIG VERDEELDE STROMING
Bijhetvulprocesmeteengelijkmatigverdeeldestrominggeldtdezelfdeberekeningalsbijhetvulproces
meteensysteemmetdeurschuiven,alleenisdeimpulsbijdeboegtebepalenmeteen
continuteitsvoorwaarde.Deberekeningisdaardoorgeldigvoorallepositiesvanhetschip.
DecofficintC2verandertooktenopzichtevaneensysteemmetdeurschuiven.Hetdeelvandestraaldat
tegendeboeggaatisbijeengelijkmatigverdeeldestromingaltijdgelijkaandeverhoudingtussendenatte
doorsnedemetschipendenattedoorsnedezonderschip.Deformulesomdekrachtenalsgevolgvan
straalwerkingtebepalenzijnalsvolgt:

(6.3)

C
2
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) b
k

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
44

ARCADIS 076350579:A - Definitief



(6.4)

Metformule(6.2)kandekrachtuitgedruktwordeninpromillagevanhetscheepsgewicht.

Bijdesituatiemeteensysteemmetdeurschuivenwordtinreferentie[14]eenwaardevan0,9voor
cofficintC1aanbevolen.Diewaardeisgebaseerdopmodelonderzoek.Inreferentie[14]wordtdesituatie
meteengelijkmatigverdeeldestromingnietbeschouwd.Voordezesituatieiszijndusgeenwaardenvoor
C1beschikbaardiegebaseerdzijnopmodelonderzoek.Bijdesituatiemeteengelijkmatigverdeelde
stromingisdestroomsnelheideenstuklagerdanbijeensituatiemetgeconcentreerdevulstralen.De
drukverlagingterplaatsevandeboegalsgevolgvanafstromendwaterzaldaaromooknietgrootzijn.Op
basisdaarvanwordteenwaardevan1,0voorC1aanbevolen.

InBijlage9zijntevensvoorbeeldberekeningenuitgevoerdvoordereferentiesluis.Deresultatenhiervan
zijnweergegeveninFiguur20.

Figuur20:Krachtopschipdoorstraalwerking
Hetverloopvandekrachtalsgevolgvanstraalwerkingbijhetvulproceszonderbreekbalkenligtindelijn
derverwachting.Dekrachtistijdenshethelevulprocespositief.Inhetbeginneemtdekrachttoe,doordat
hetdebiettoeneemt.NaverloopvantijdneemtdekrachtweerafdoordatdecofficintC2afneemt(een
grootgedeeltevandestraalschietdanonderdeboegdoor).Dezeafnamewordtversterktalshetdebiet
ookafneemt.Alsdegehelestraalonderdeboegdoorschiet(C2isdannul)isookdekrachtalsgevolgvan
straalwerkingnul.

F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( )
Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

sin | ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

0 100 200 300 400


0
0.05
0.1
0.15
0.2
Deurschuiven zonder breekb.
Deurschuiven met breekb.
Gelijkm. verdeelde stroming
Kracht op schip door straalwerking
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 45



Ookhetverloopvandekrachtalsgevolgvanstraalwerkingbijhetvulprocesmetbreekbalkenligtinde
lijnderverwachting.Dekrachtistijdenshethelevulprocespositief.Inhetbeginneemtdekrachttoe,
doordathetdebiettoeneemt.NaverloopvantijdneemtdekrachtweerafdoordatdecofficintC2
afneemt(eengrootgedeeltevandestraalschietdanonderdeboegdoor).Dezeafnamewordtversterktals
hetdebietookafneemt.Destraalblijfthethelevulprocestegendeboeggaan.Dekrachtisduidelijkkleiner
danbijdesituatiezonderbreekbalken.Ditisverklaarbaar:deimpulsvandestraalisbijdesituatiemet
breekbalkenkleinerdoordatdestraalafgebrokenwordtdoordebreekbalken.Tevensisdespreidingvan
destraalgroter.

Hetkrachtsverloopbijeengelijkmatigverdeeldestromingligteveneensindelijnderverwachting.Inhet
beginvanhetvulprocesneemtdekrachttoeomdathetdebiettoeneemt.Dezetoenamewordtgedempt
doordeafnamevancofficintC2.Naverloopvantijdneemtdekrachtafdoordathetdebietafneemt.
DezeafnamewordtversterktdoordeafnamevancofficintC2.Dekrachtblijfttijdenshethelevulproces
aanwezig.
Dekrachtophetschipisietskleinerdanbijhetvulprocesmetdeuropeningenmetbreekbalken.Ditwordt
veroorzaaktdoordatdestraalbijhetsysteemmetbreekbalkennognietoverdevolledigekolkdoorsnedeis
gespreid.Deverschillenzijnechternietgroot,dusdestraalisalwelovereengrootgedeeltevande
kolkdoorsnedegespreid.
6.4 CONCLUSIE
Indevoorgaandeparagrafeniseenberekeningsmethodegepresenteerdwaarmeedekrachtophetschip
alsgevolgvanstraalwerkingkanwordenberekend.Dekrachttreedtalleenopbijhetvulproces.
Degroottevandeimpulsvandezestraalbijdeboegmoetbekendzijnomdekrachtophetschipte
berekenen.Bijdeberekeningvandekrachtalsgevolgvanimpulsafnameisdezeimpulsalberekend.Bij
deberekeningvandestraalwerkingwordtdezeberekeningookgebruikt.
Bijeensysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalkenisersprakevaneengeconcentreerdevulstraalenis
dekrachthetgrootst.
Bijeensysteemmetdeurschuivenmetbreekbalkenisdekrachteenkleinerdanzonderbreekbalken.
Bijeenvulsysteemmeteengelijkmatigverdeeldestromingisdekrachtnogkleiner,hoeweldeverschillen
meteensysteemmetbreekbalkenbijeengrotespreidingvandestraalkleinkunnenzijnalsdestraalbij
hetsysteemmetdeurschuivenalbijnaoverdegehelekolkdoorsnedeisgespreid.
Deberekeningsresultatenliggenindelijnderverwachting.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
46

ARCADIS 076350579:A - Definitief



7 Wrijving
7.1 INLEIDING
Indithoofdstukwordtdekrachtberekenddieoptreedtalsgevolgvanwrijvingtijdenshetvulen
ledigingsproces.Eerstwordthetverschijnselbesproken,vervolgenswordthetverschijnselwiskundig
gemodelleerdenerwordtafgeslotenmeteenconclusie.Degegevenszijngebaseerdopreferentie[9]en
[14].
7.2 HET VERSCHIJNSEL
Bijhetvulenledigingsprocesstroomtwaterdekolkinofuit.Destromingondervindtwrijvinglangshet
schipenlangsdebodemendewandenvandekolkwatleidttoteenwrijvingskracht.Alsgevolghiervan
krijgthetwaterindekolkeenverhang[9].Beideverschijnselenzorgenvooreenkrachtophetschip.Deze
krachttreedtzowelbijhetvulalshetledigingsprocesop.Bijhetvulprocesisdezekrachtpositief,bijhet
ledigingsprocesisdestromingomgekeerdenisdekrachtnegatief.ZieFiguur21vooreenweergavevan
hetverschijnselbijhetvulprocesenFiguur22vooreenweergavevanhetverschijnselbijhet
ledigingsproces.

Figuur21:Schematischeweergavewrijvingbijvullen[14]

Figuur22:Schematischeweergavewrijvingbijledigen[14]

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 47



7.3 WISKUNDIGE MODELLERING
7.3.1 UITGANGSPUNTEN EN AANNAMES
Voordewiskundigemodelleringvanhetverschijnselwordendevolgendeaannamesgedaan:
Destrominglangsderompvanhetschipgeeftwrijvinglangsderompendebodemendewandenvan
desluis.Hierdooriseenverhanglangsderompaanwezigdoordatdeenergiehoogtevanhetwater
afneemt.Daarnaastwerktereenrechtstreeksewrijvingskrachtophetschip.
Hetdebietneemtindelengterichtingvandekolkafomdatsteedseenkleinerdeelvandekolkgevuld
hoeftteworden(zieparagraaf5.2).Erwordtaangenomendatdezedebietsafnamelineairis.
Erwordtaangenomendatdestromingterplaatsevanhetschipgelijkmatigverdeeldis.
VoordeberekeningwordtFiguur23alsuitgangspuntgebruikt[9].

Figuur23:Uitgangspuntberekeningwrijving[9]
7.3.2 BEREKENING WRIJVINGSKRACHT
Dekrachtalsgevolgvanwrijvingbestaatuittweeonderdelen:
derechtstreeksewrijvingskrachtopderompendekolkwand/bodem
hetverhangdatontstaatalsgevolgvandewrijving.

Inreferentie[9]wordteenberekeningsmethodegegevenvoordeberekeningvandezekrachten.Deze
methodeisalsvolgt:
BerekeningvanderechtstreeksewrijvingskrachtenmetbehulpvandewetvanChezy.
Toepassenvandeimpulsvergelijkingtussenraai2enraai3(zieFiguur23).Hieruitkandekrachtals
gevolgvanhetverhangdoordewrijvingwordenbepaald.

InBijlage10isdezemethodegereproduceerd.Detotalekrachtophetschipalsgevolgvanwrijvingisals
volgt:

(7.1)


F
wr
t ( ) F
bw
t ( )
d
s
b
s

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw
t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
48

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Met:

(7.2)
(7.3)

Hierinis:
Fwr =totalewrijvingskrachtophetschip[N]
Fbw =rechtstreeksewrijvingskrachtopdebodemendewandenvandekolk[N]
Fsw =rechtstreeksewrijvingskrachtophetschip[N]
ds =diepgangvanhetschip[m]
bs =breedtevanhetschip[m]
hk =kolkwaterstand[m+N.A.P.]
hbod =hoogtebovenkantvandebodemvandekolk[m+N.A.P.]
bk =breedtevandekolk[m]
=dichtheidvanhetwater[kg/m
3
]
g =versnellingzwaartekracht[m/s
2
]
lk =lengtevandekolk[m]
xb =afstandvandeboegtotdevul/ledigingsdeur[m]
Q =debietdoordevul/ledigingsopeningen[m
3
/s]
CI =cofficintvanChezygedeelteI[m/s]
kI =Nikuradseruwheidkolkwandenbodem[m]
kII =Nikuradseruwheidschip[m]
C3 =cofficintvoorontwikkelinggrenslaag[]

DecofficintC3iseencorrectiefactorvoordeontwikkelingvandegrenslaaglangshetschip.InBijlage10
iseentoelichtinggegevenopdezecorrectiefactor.Volgensreferentie[14]is0,9eengoedewaardevoor
dezecofficint.Alleeningevallenvaneenspecialevormgevingvanhetschipdientdecofficintte
wordenaangepast.

Bijhetledigingsprocesisdestromingomgekeerdeniserdussprakevaneennegatiefdebiet.Hetdebiet
moetdanmet1wordenvermenigvuldigd.

Metformule(7.1)kandetotalekrachtophetschipalsgevolgvanwrijvingwordenberekendinNewton.
Uitgedruktinpromillagevanhetgewichtvandescheepsverplaatsingvanhetschiplevertditdevolgende
kracht:

(7.4)

Hierinis:
Fwr_rel =relatievelangskrachtophetschipalsgevolgvanwrijving[]
ms =massavandescheepsverplaatsingvanhetschip[kg]

F
bw
t ( ) g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q t ( )
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I
2

F
sw
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q t ( )
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I
2

4
k
II
k
I

F
wr_rel
t ( )
F
wr
t ( )
m
s
g
1000

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 49



InBijlage10istevenseenvoorbeeldberekeninguitgevoerdvoordewrijvingskrachttijdenshetvulen
ledigingsproces.Hierbijisdereferentiesluisalsvoorbeeldgebruikt.Deberekeningsresultatenvoorhet
vulproceszijnweergeveninFiguur24envanhetledigingsprocesinFiguur25.

Figuur24:Totalewrijvingskrachtbijvulproces
DegrafiekinFiguur24geefteenbeelddatfysischgezienindelijnderverwachtingligt.
Bijhetvulprocesisdekrachtpositief.Inhetbeginvanhetvulprocesneemtdewrijvingskrachteersttoe
doordathetdebiettoeneemt.Naverloopvantijdneemtdekrachtafdoordatdekolkwaterstandstijgt.Het
natteprofielwordtdaardoorgroterwaardoordestroomsnelheidafneemtendekrachtkleinerwordt.

0 100 200 300 400


0
0.01
0.02
0.03
0.04
Totale kracht a.g.v. wrijving
Rechtstreekse wrijvingskracht
Kracht a.g.v. verhang
Wrijvingskracht - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
50

ARCADIS 076350579:A - Definitief


Figuur25:Totalewrijvingskrachtbijledigingsproces
OokFiguur25geefteenbeelddatfysischgezienindelijnderverwachtingligt.
Bijhetledigingsprocesisdekrachtnegatief.Dewrijvingskrachtneemtsteedssnellertoe,omdatenerzijds
hetdebiettoeneemtenanderzijdsdekolkwaterstanddaalt,waardoorhetnatteprofielkleinerwordt.Na
hetpuntvanmaximumdebietneemtdekrachtnogsteedstoedoordeafnamevandekolkwaterstand.Als
deschuivenvollediggeopendzijnneemthetdebietplotselingeenstuksnelleraf.Daardoorneemtvanaf
datpuntookdewrijvingskrachtaf.
7.4 CONCLUSIE
Indevoorgaandeparagrafeniseenberekeningsmethodegegevenvoorhetbepalenvandetotale
langskrachtophetschipindetijdalsgevolgvanwrijving.Omdezekrachtteberekenenmoethetverloop
vanhetdebietendekolkwaterstandbekendzijn.Dekrachtalsgevolgvandewrijvingispositiefbijhet
vulprocesennegatiefbijhetledigingsproces.Hetresultaatvandeberekeningstemtovereenmetwat
fysischgezienkanwordenverwacht.
Deberekeningsmethodeisvoorhetvulenhetledigingsproceshetzelfde,metalsuitzonderingdatbijhet
ledigingsproceseennegatiefdebietingevoerddientteworden..

0 100 200 300 400


0.05
0.04
0.03
0.02
0.01
0
Totale kracht a.g.v. wrijving
Rechtstreekse wrijvingskracht
Kracht a.g.v. verhang
Wrijvingskracht - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 51



8 Totale kracht op schip
8.1 INLEIDING
Indithoofdstukwordenberekeningssheetsgepresenteerdwaarmeedetotalekrachtophetschiptijdens
hetvulenledigingsprocesberekendkanworden.Tevenswordenvoorbeeldberekeningenweergegeven.
8.2 BEREKENING TOTALE KRACHT
Deberekeningvandetotalekrachtophetschipvolgtuitdesommatievandeverschillende
krachtscomponenten.Hierbijwordtaangenomendatdeinvloeddiedeverschijnselenopelkaarhebben
kanwordenverwaarloosd.Ditiseengoedeaannameomdatdecomponentenvoornamelijkworden
veroorzaaktdoorhetdebietsenwaterstandsverloopenhieropeenminimaleinvloedhebben.

Omdaterbijdeberekeningvaneenaantalcomponentenonderscheidgemaaktisinverschillendesituaties,
dientervoorelkesituatieeenaparterekensheetgemaaktteworden.Dekeuzevoorwelkerekensheetvan
toepassingisvolgtuithetstroomschemainFiguur26.

De analy
Eindrapp
Ontwikke
52

ARCA

Figuur
Uithe
devol
rek
rek
rek
rek

Inde
geeno
deref
8.3
Deve
totaal
gedaa
yse van vul- en ledigingss
port afstudeerproject
eling analysemethode - ra
ADIS
r26:Stroomsche
etstroomschem
lgendebijlage
kensheettotaa
kensheettotaa
kensheettotaa
kensheettotaa
rekensheetsz
onderbouwing
ferentiesluis.D
CON
erschillendeco
krachtophet
aninhoofdstu
Zonderbreekbalke
Bepalenvul en
ledigingskarakterist
Berekenenk
translati
Berekenen
a.g.v. impu
Berekenen
a.g.v. straa
Berekenen
a.g.v. wr
Bepalentot
systemen van schutsluize
apport

emavoorkeuze
mavolgtdate
en:
alkrachtopsch
alkrachtopsch
alkrachtopsch
alkrachtopsch
ijnalleendep
gvoordegebr
Deresultatenz
CLUSIE
omponentenv
schipontstaat
uk9.
Deurschuiven
(geconcentreerde
vulstraal)
en
tiek
krachta.g.v.
iegolven
nkracht
ulsafname
nkracht
lwerking
nkracht
rijving
taalkracht
Metb
l
B
B
a.g
B
a.
B
Be
en
erekensheet
ervierrekensh
hipbijdeursc
hipbijdeursc
hipheffenhef
hipbijkorteo
parameters,de
ruikteformule
zijnindebetre
vandekrachto
t.Derekenshe
reekbalken
Bepalenvul en
ledigingskarakteristi
Berekenenkracht
a.g.v.
translatiegolven
Berekenenkracht
g.v. impulsafname
Berekenenkracht
g.v. straalwerking
Berekenenkracht
a.g.v. wrijving
epalentotaalkracht

heetsopgestel
chuivenzonde
chuivenmetbr
fdeur:Bijlage
omloopriolen:
eformulesen
es.Tevenszijn
effendebijlage
ophetschipz
eetszijnnogn
Analysevul e
ledigingssyteem
desluishoofde
iek
Heffenhefd
verdeeldestr
Bepale
ledigingsk
Berek
tra
Bere
a.g.v.
Bere
a.g.v.
Bere
a.g
Bepal
lddienentew
erbreekbalken
reekbalken:Bi
13.
Bijlage14.
deresultaten
nervoorbeeld
enweergegev
ijnineenreke
nietgekalibree
en
door
en
eur(gelijkmatig
romingbijboeg)
envul en
karakteristiek
enenkrachta.g.v.
anslatiegolven
ekenenkracht
impulsafname
ekenenkracht
. straalwerking
ekenenkracht
g.v. wrijving
lentotaalkracht
worden.Dezez
n:Bijlage11.
ijlage12.
vandebereke
dberekeningen
ven.
ensheetgesom
erdofgevalide
Vullenenl
omloorpiolen
verdeeldestrom
Bepalen
ledigingska
Bereke
tra
Berek
a.g.v. im
Berek
a.g.v. s
Berek
a.g.v
Bepalen
076350579:A
zijnweergegev
eningweergeg
nuitgevoerdv
mmeerdzodat
eerd.Ditword
ledigenmet
en(gelijkmatig
mingbijdeboeg)
nvul en
arakteristiek
kenenkrachta.g.v.
anslatiegolven
kenenkracht
impulsafname
kenenkracht
straalwerking
kenenkracht
v. wrijving
ntotaalkracht
- Definitief

venin
geven,
voor
een
dt

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 53



9 Kalibratie en validatie van de
analysemethode
9.1 INLEIDING
Indithoofdstukwordteenkalibratieeneenvalidatieuitgevoerdvoordeanalysemethode.Erisgebruik
gemaaktvandezelfdepraktijkmetingendieookzijngebruiktvoordevalidatievanLOCKFILLomdatdit
deenigemetingenzijndievoorditprojectterbeschikkingzijn.
DeanalysemethodedientzoveelmogelijkgelijkwaardigtezijnaanLOCKFILL.Omaantetonenin
hoeverreaandezeeisvoldaaniswordteersthetrekenhartvandeanalysemethodevergelekenmethet
rekenhartvanLOCKFILL.Daarnawordteropbasisvan24praktijkmetingeneenkalibratieuitgevoerd.
Tenslottewordtdeanalysemethodegevalideerdmetdezemetingenenwordenderesultatenvergeleken
metdeLOCKFILLresultaten.
9.2 VERGELIJKING ANALYSEMETHODE MET LOCKFILL
HetrekenhartvandeanalysemethodeenhetrekenhartvanLOCKFILLhebbenveelovereenkomsten.In
devolgendeparagrafenwordtperhydraulischverschijnselaangegevenwelkeovereenkomstenen
verschillenerzijntussendeberekeningenmetdeanalysemethodeenmetLOCKFILL.
9.2.1 VUL- EN LEDIGINGSKARAKTERISTIEK
BijzoweldeanalysemethodeenLOCKFILLvormtdevulenledigingskarakteristiekdeinputvoorde
berekeningvandekrachtopdeschepen.Deberekeningbijdeurschuivenisbijdeanalysemethodeanders
opgezetdaninLOCKFILLmaarderesultatenkomenovereen.DitistezieninBijlage16,waarde
resultatenvandekalibratieenvalidatieberekeningenzijnweergegeven.Deberekeningbijkorte
omloopriolenishetzelfdealsinLOCKFILL,zieBijlage4.
9.2.2 TRANSLATIEGOLVEN
Indeanalysemethodeisdeberekeningvandekrachtophetschipalsgevolgvantranslatiegolvenopeen
vergelijkbarewijzeuitgevoerdalsinLOCKFILL.Dereflectiesbijdeboegenhethekvanhetschipzijnop
eenanderewijzegemodelleerdmaarderesultatenkomenovereen.DitisaangetoondinBijlage6enhetis
ooktezieninBijlage16.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
54

ARCADIS 076350579:A - Definitief



9.2.3 IMPULSAFNAME
Bijdeberekeningvandekrachtalsgevolgvanimpulsafnamezittenerverschillentussende
analysemethodeenLOCKFILL.

InLOCKFILLwordenerdriesituatiesonderscheiden:
Vulprocesmetgeconcentreerdevulstraal(metofzonderbreekbalken).
VoordeberekeningvandeimpulsbijdeboegwordtgebruikgemaaktvanderekenmoduleSTRAAL.
Dezerekenmoduleberekentmetbehulpvandespreidingvandestraaldeimpulsvandestraalbijde
boegvanhetschip.Derekenmoduleistoepasbaarbijzoweleensysteemmetbreekbalkenalssysteem
zonderbreekbalken.Bijeensysteemmetbreekbalkendienthetoppervlakvandestraalenhetniveau
vandebovenkantvandestraalnadebreekbalkentewordeningevoerd.
Voordeberekeningvandekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnamewordtzowelde
impulsafnamebijdeboegalsdeimpulsafnamelangsderompbeschouwd.
Vulprocesmetgelijkmatigverdeeldestroming.
Bijdezesituatiewordtuitgegaanvaneengelijkmatigverdeeldestromingoverdehelekolkdoorsnede
vlaknadevulopening.Opbasishiervanwordtdeimpulsbijdeboegbepaald.Voordeberekeningvan
dekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnamewordtdeimpulsafnamebijdeboegende
impulsafnamelangsderompbeschouwd.
Ledigingsproces.
Bijdezesituatiewordtalleendeimpulsafnamelangsderompbeschouwdvoordeberekeningvande
krachtophetschip.

Indeanalysemethodewordenviersituatiesonderscheiden:
Vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenzonderbreekbalken.
Bijdezesituatieisdeberekeningalleengeldigalsdeboegvanhetschipindeeerstehelftvande
dekneerligt.Deimpulsbijdeboegisdangelijkaandeimpulsbijdevuldeur.Voordeberekeningvan
dekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnamewordtdeimpulsafnamebijdeboegende
impulsafnamelangsderompbeschouwd.
Vulprocesmetsysteemmetdeurschuivenmetbreekbalken.
Bijdezesituatiemoethetoppervlakvandestraalenhetniveauvandebovenkantvandestraalnade
breekbalkenwordeningevoerd.Opbasisvandespreidingvandestraalwordtdeimpulsbijdeboeg
berekend.Erdienteencorrectiefactoringevoegdtewordenvoordedebietstoenameindestraal.Voor
deberekeningvandekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnamewordtdezezowelbijdeboeg
alslangsderompbeschouwd.
Vulprocesmetgelijkmatigverdeeldestroming.
DezeberekeningishetzelfdealsinLOCKFILL.
Ledigingsproces.
Bijdezesituatiewordtzoweldeimpulsafnamebijhethekalslangsderompbeschouwdvoorde
berekeningvandekrachtophetschip.

Deberekeningvandeimpulsafnamebijhetvulprocesmeteensysteemmetdeurschuivenisinde
analysemethodegrotendeelshetzelfdealsinLOCKFILL.Alleenhetbepalenvandeimpulsbijdeboeg
wordtopeenanderewijzegedaan.InLOCKFILLwordtgebruikgemaaktvanderekenmoduleSTRAAL
terwijlindeanalysemethodeeenschattingwordtgegeven.

Dekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnamebijeenvulprocesmeteengelijkmatigverdeelde
stromingishetzelfdealsinLOCKFILL.DitisaangetoondinBijlage7.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 55



Bijhetledigingsproceswordtdekrachtophetschipalsgevolgvanimpulsafnameindeanalysemethode
grotendeelsopdezelfdewijzebepaaldalsinLOCKFILL,alleenindeanalysemethodewordtookde
impulsafnamebijhethekvanhetschipbeschouwd.InLOCKFILLwordtdezeachterwegegelaten.Ditis
aangetoondinBijlage7.Bijeengrootschiptenopzichtevandesluislengteisdezecomponentzeerkleinen
daaromverwaarloosbaar,bijeenkleinschipkandezecomponentweleenrolvanbetekenisspelen.
9.2.4 STRAALWERKING
InLOCKFILLwordtvoorhetberekenenvandekrachtophetschipalsgevolgvanstraalwerkingalleende
situatiemeteengeconcentreerdevulstraal(metofzonderbreekbalken)beschouwd.

Indeanalysemethodewordtdekrachtalsgevolgvanstraalwerkingberekendvoorzoweleensituatiemet
eengeconcentreerdevulstraal(metofzonderbreekbalken)alsvooreensituatiemeteengelijkmatig
verdeeldestroming.

Voorhetberekenenvandestraalwerkingmoetdegroottevandeimpulsvandestraalterplaatsevande
boegbekendzijn.BijzowelLOCKFILLalsdeanalysemethodewordtgebruikgemaaktvande
impulsberekeningbijhetonderdeelimpulsafname.
9.2.5 WRIJVING
DekrachtophetschipalsgevolgvanwrijvingwordtinLOCKFILLopdezelfdewijzebepaaldalsinde
analysemethode.DitisbeschreveninBijlage10.
9.2.6 CONCLUSIE
DeanalysemethodekentgrotendeelsdezelfdeopbouwalsLOCKFILL.Eenaantalkrachtscomponenten
wordenopdezelfdemanierberekendalsinLOCKFILL.Deverschillenzittenin:
Deberekeningvandegroottevandeimpulsvandestraalbijdeboeg.Ditheeftinvloedopde
krachtscomponentenimpulsafnameenstraalwerking.
Deimpulsafnamebijhethekvanhetschipbijhetledigingsproces.InLOCKFILLwordtdeze
componentnietberekend,indeanalysemethodewel.
Straalwerkingbijeenvulsysteemmeteengelijkmatigeverdeeldestroming.InLOCKFILLwordtdeze
componentnietberekend,indeanalysemethodewel.
9.3 KALIBRATIE VAN DE ANALYSEMETHODE
9.3.1 INLEIDING
Bijdeberekeningvandegroottevandeimpulsvandestraalterplaatsevandeboegbijeensysteemmet
deurschuivenmetbreekbalkenwordtgebruikgemaaktvandecorrectiefactorC4(zieBijlage7enBijlage9).
Omeengoedeschattingtekunnengevenvandezecorrectiefactordientereenkalibratieuitgevoerdte
worden.
Vanwegetijdsbeperkingeninhetprojectiseralleeneenkalibratieuitgevoerdvoordezecorrectiefactor.
Anderemogelijkeverbeteringenofaspectendiegekalibreerdmoetenworden,wordengenoemdbijde
validatievanhetmodelmaarwordennietinditrapportuitgevoerd.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
56

ARCADIS 076350579:A - Definitief



9.3.2 BESCHIKBARE METINGEN
Inditprojectzijn26praktijkmetingenbeschikbaar.DitzijndezelfdemetingenwaarmeeLOCKFILLis
gekalibreerdengeverifieerd.Demetingenzijnafkomstiguitreferentie[11].
Tweevandezemetingenzijnniettegebruikenvoordekalibratieomdatdaardichtheidsverschillenvan
invloedzijn.Indeanalysemethodekunnendichtheidsverschillennietwordenmeegenomen.Eenoverzicht
vande24bruikbaremetingenistezieninTabel1.

Proefnummer Kolklengte Kolkbreedte Verval Vullen/ledigen Vul/ledigingssysteem


Schutsluis in de Grevelingendam
GREV1 145,00 m 16,00 m 2,00 m Vullen Deuropeningen zonder breekbalken
GREV2 130,00 m 16,00 m 3,50 m Vullen Deuropeningen zonder breekbalken
GREV2 145,00 m 16,00 m 2,00 m Ledigen Deuropeningen zonder breekbalken
Duwvaartsluizen in Hansweert
HANS1 280,00 m 24,00 m 1,35 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Schutsluis in de Haringvlietdam
HARI1 150,00 m 16,08 m 3,25 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
HARI2 150,00 m 16,08 m 2,50 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Prinses Irenesluis in Wijk bij Duurstede
IRENE1 360,00 m 18,02 m 6,90 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
IRENE2 180,00 m 18,02 m 6,90 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
IRENE3 360,00 m 18,02 m 4,90 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
IRENE4 180,00 m 18,02 m 4,90 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Nieuwe Brugsluis in de Hoogeveense Vaart
NBRUG1 70,00 m 70,5 m 6,30 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
NBRUG2 70,00 m 70,5 m 6,30 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Duwvaartsluis bij Rozenburg
ROZEN1 343,45 m 24,00 m 3,30 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Schutsluis in Well
WELL1 179,00 m 14,00 m 6,25 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WELL2 179,00 m 14,00 m 6,25 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Duwvaartsluis bij Wijk bij Duurstede
WIJK1A 286,00 m 22,80 m 7,50 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK1B 286,00 m 22,80 m 7,50 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK1C 286,00 m 22,80 m 8,40 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK2A 286,00 m 22,80 m 5,40 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK2B 286,00 m 22,80 m 5,40 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK3A 286,00 m 22,80 m 7,50 m Ledigen Deuropeningen met breekbalken
WIJK3B 286,00 m 22,80 m 5,40 m Ledigen Deuropeningen met breekbalken
WIJK3C 286,00 m 22,80 m 8,40 m Ledigen Deuropeningen met breekbalken
WIJK3D 286,00 m 22,80 m 5,40 m Ledigen Deuropeningen met breekbalken
Tabel1:Praktijkmetingenindiversesluizen

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 57



9.3.3 WERKWIJZE KALIBRATIE
Dekalibratieisalsvolgtuitgevoerd:
DesituatiesdiebeschrevenstaaninTabel1zijngesimuleerdmetdeanalysemethode.De
invoerparameterszijnafkomstiguitreferentie[11]enzijntevindeninBijlage15.
Bij18metingenissprakesysteemmetdeurschuivenmetbreekbalkenwaarbijcorrectiefactorC4
toegepastdientteworden.Decorrectiefactorheeftbetrekkingopdekrachtscomponenten
impulsafnameenstraalwerking.Dezecomponentenzijnmeestalhalverwegehetvulen
ledigingsprocesmaximaal.Doormiddelvantrialanderrorisgroottevandecorrectiefactorzodanig
bepaald,dathetverloopvandetotaalkrachtrondhetpuntvanhetmaximumvandecomponent
impulsafnamezogoedmogelijkovereenkomtmetdepraktijkmetingen.
DewaardenvanC4zijngeanalyseerdomeenmogelijkerelatievasttestellentussendegroottevanC4
ennvandeparametersvandesluis.

Opmerking:hetverloopvandekrachtalsgevolgvantranslatiegolvenisindeanalysemethodeop
dezelfdewijzegemodelleerdalsinLOCKFILL.VoorLOCKFILLisereenkalibratieuitgevoerdvoorhet
verloopvandekrachtalsgevolgvantranslatiegolven.Dezekalibratieisdaaromookalverwerktinde
analysemethode.
9.3.4 RESULTATEN KALIBRATIE
DeinvoerparametersvandesimulatieszijntevindeninBijlage15.Deresultatenvandesimulatiesende
praktijkmetingenzijntevindeninBijlage16.

OpbasisvandeberekeningsresultateniseenkalibratieuitgevoerdvoordecorrectiefactorC4.Dekalibratie
istevindeninBijlage17.Deresultatenwordenhierkortweergegeven.

VoordekalibratievanC4konden13metingenwordengebruiktomdaterviermetingenvolgensreferentie
[11]nietbetrouwbaarzijnenerbijnmetingsprakeisvaneenzeergroteafstandtussendeboegende
vuldeur.Diesituatiewijktdaarmeezoveelafvandeoverigemetingendathetnietbetrouwbaarisomeen
relatievasttestellen.
DegroottevanC4lagbijdesimulatiestussen1,1en1,6.EronderzoekgedaannaareenrelatietussenC4en
deparametersvandesluis.Erzijntweerelatiesgevonden,eenrelatietussenC4endeafstandtussende
boegvanhetschipendevuldeur(xb),eneenrelatietussenC4endebreedtevandevulopening(bh).Deze
relatiesluidenalsvolgt:

(9.1)

(9.2)

Derelatieshebbenafwijkingendieoplopentot20%.DerelatietussenxbenC4isfysischgeziente
verwachtenmaarderelatietussenbhenC4niet.Erisvervolgonderzoeknodigomeenbetereschattingvan
C4tekunnengeven.

Aanheteindevanhetafstudeerprojectisookonderzochtofderesultatenverbeterenalshetoppervlakvan
destraalbijdeboegvanhetschipberekendwordtmetdemethodeuitBijlage8.Dezeberekeningheeft
invloedopdecomponentenimpulsafnameenstraalwerking.Intheorieisditeenmeergedetailleerde
berekeningdandegehanteerdemethode.Deresultatenblekenechterovereentekomenmetdehuidige
C
4
0.015 x
b
7
( )
2
0.06 x
b
+ 1.15 +
C
4
0.008 b
h
7
( )
2
0.04 b
h
1.4 +

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
58

ARCADIS 076350579:A - Definitief



benaderingenopsommigeonderdelenmindergoedtezijn.Vanwegetijdsbeperkingeniservoorgekozen
omdezeresultatenniettebeschrijvenenteverwerken.
9.4 VALIDATIE VAN DE ANALYSEMETHODE
Deresultatenvandeanalysemethodezijngetoetstomdebetrouwbaarheidvandemethodevasttestellen.
HierbijisgebruiktgemaaktvandezelfdetoetsmethodedieookisgebruiktvoorLOCFILL.Hierdoorzijn
deresultatentevergelijkenenkanwordenaangetoondofdeanalysemethodegelijkwaardigisaan
LOCKFILL.Dezetoetsmethodestaatbeschreveninreferentie[11].Voordetoetsingzijndezelfde
praktijkmetingengebruiktalsvoordekalibratie.Deresultatenzijngetoetstopdevolgendevijfaspecten:
Komthetglobaleverloopvandekrachtophetschipindetijdovereenmetdepraktijkmetingen?
Isdeberekendemaximalepositievekrachtevengrootalsdegemetenmaximalepositievekracht?
Isdeberekendemaximalenegatievekrachtevengrootalsdegemetenmaximalenegatievekracht?
Isdeberekendemaximalekracht(positiefofnegatief)evengrootalsdegemetenmaximalekracht?
Ishetgebruikvandeanalysemethodeveilig?

Heteersteaspectwordtkwalitatiefbeschreven.Deaspecten2t/m4wordenalsvolgtgetoetst:

Positieveafwijking:
+ : FberekendFgemeten<0,1
+ : 0%(FberekendFgemeten)/Fgemeten100%30%
0 : 30%(FberekendFgemeten)/Fgemeten100%60%
: FberekendFgemeten)/Fgemeten100%>60%

Negatieveafwijking:
0 : FberekendFgemeten<0,1
: 0%(FberekendFgemeten)/Fgemeten100%30%
: (FberekendFgemeten)/Fgemeten100%>30%

Vooraspect5wordtdevolgendetoetsingaangehouden:

V : (FberekendFgemeten)/Fgemeten100%10%
T : 10%>FberekendFgemeten)/Fgemeten100%30%
O : FberekendFgemeten)/Fgemeten100%<30%

Hierinis:
Fberekend =berekendeabsolutemaximalekracht[]
Fgemeten =gemetenabsolutemaximalekracht[]
+ =goed
0 =bruikbaar
=slecht
=onbruikbaar
V =veilig
T =twijfelachtig
O =onveilig

Erisinreferentie[11]geenonderbouwinggegevenvoordegehanteerdecriteria.Omderesultatenvande
analysemethodetekunnenvergelijkenmetderesultatenvanLOCKFILLwordendezelfdecriteria
gehanteerd.DetoetsingisbeschreveninBijlage17.Hierwordenkortderesultatenbeschreven.Devier

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 59



metingendieonbetrouwbaarzijn,zijnnietmeegenomenindetoetsingwaardoordetoetsinguitgevoerdis
voor20simulaties.

Aspect1
Deanalysemethodegeeftoverhetalgemeeneenresultaatwatglobaalovereenkomtmetde
praktijkmetingen(ziederesultateninBijlage16).Alleenbijdeledigingssimulatiestredenaanzienlijke
afwijkingenop.Dezewordenveroorzaaktdoordecomponentimpulsafnamebijhethek.Ermoet
onderzochtwordenofdezecomponentwerkelijkoptreedtoferdientnaderonderzoekverrichtteworden
naarhetstroombeeldbijhethekomeenbetereberekeninguittekunnenvoeren.

Aspecten2t/m4
Deresultatenvandetoetsingvandeaspecten2t/m4zijnweergegeveninTabel2.

Goed Bruikbaar Slecht Onbruikbaar


Aspect 2 6 8 5 1
Aspect 3 11 2 5 2
Aspect 4 7 7 4 2
Tabel2:Resultatentoetsingaspecten2t/m4
Deresultatenzijnvoldoendetotmatig.Demeerderheidvandesimulatieszijngoedofbruikbaar,maar
eenderdeisslechtofonbruikbaar.
DeonbruikbaresimulatiestradenechteralleenopbijdeledigingssimulatiesbijdeduwvaartsluisWijkbij
Duurstede.Bijdetoetsingvanaspect1isaangevendatditwaarschijnlijkveroorzaaktwordtdoorde
berekeningvandekrachtscomponentimpulsafnamebijhethek.Alsdezecomponentnietwordt
meegenomenindeberekeningzijnderesultatenietsbeter.DezeresultatenzijnweergegeveninTabel3.

Goed Bruikbaar Slecht Onbruikbaar


Aspect 2 6 9 4 1
Aspect 3 11 3 5 1
Aspect 4 7 8 4 1
Tabel3:Resultatentoetsingaspecten2t/m4bijweglatencomponentimpulsafnamebijhethekbijledigingsproces
UitTabel3blijktdaterbijhetweglatenvandeimpulsafnamebijhethekminderslechteenonbruikbare
simulatieszijn.OmtetoetsenofdeanalysemethodegelijkwaardigisaanLOCKFILLzijninTabel4de
resultatenvanLOCKFILLweergegeven.BijLOCKFILLzijnertweeextrasimulatiesmet
dichtheidsverschillengebruikt,hettotaalaantalsimulatieswaarbijdeaspecten2t/m4getoetstzijn,is
daarom22.

Goed Bruikbaar Slecht Onbruikbaar


Aspect 2 13 5 3 0
Aspect 3 9 5 6 1
Aspect 4 11 6 5 0
Tabel4:Resultatentoetsingaspecten2t/m4bijLOCKFILL
UitdevergelijkingblijktdatderesultatenvanLOCKFILLvergelijkbaartotietsbeterzijn,vermoedelijk
doordatdeberekeningvandeimpulsvandevulstraalbijdeboegbetrouwbaarderis.

Bijdetoetsingisgeblekendateenverdereverdiepingofkalibratienodigisbij:

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
60

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Deberekeningvandecomponentimpulsafnamebijhethekbijhetledigingsproces.Hetberekenen
vandezecomponentzorgtvooreenafwijkingtenopzichtevandepraktijkmetingen.Decomponent
dientweggelatenteworden(zoalsinLOCKFILLisgedaan)oferdientnaderonderzoekverrichtte
wordennaarhetstroombeeldbijhethekomeenbetereberekeninguittekunnenvoeren.
Deeerstepositievepiekbijhetvulproces(voornamelijkveroorzaaktdoordetranslatiegolf).Dezeis
somstegrootensomsteklein.Hetisnietbekendwatdeoorzaakisvoordezeafwijking.

Dezeverdereverdiepingofkalibratiewordtvanwegetijdsbeperkingennietuitgevoerdbinnenditproject.

Aspect5
Deresultatenvandetoetsingvanaspect5zijnweergegevenintabel9.Hierbijzijnzowelderesultaten
inclusiefalsexclusiefdecomponentimpulsafnamebijhethekbijhetledigingsprocesweergegeven.
TevenszijnderesultatenvanLOCKFILLtoegevoegd.BijderesultatenvanLOCKFILLzijnookdetwee
simulatiesmetdichtheidsverschillenmeegenomen.

Veilig Twijfelachtig Onveilig


Aspect 5 inclusief impulsafname bij hek 14 4 2
Aspect 5 zonder impulsafname bij hek 16 3 1
Aspect 5 in LOCKFILL 18 4 0
Tabel5:Resultatentoetsingaspect5
Deresultatenvandeanalysemethodezijnredelijk.Ineenruimemeerderheidvandesimulatieswashet
resultaatveilig.Alsdecomponentimpulsafnamebijhethekmeegenomenwordtis10%vande
resultatenonveilig,alsdezeweggelatenwordtis5%onveilig.
DeLOCKFILLresultatenzijnbijditaspectbeter,geenenkelesimulatieisonveilig.

Algemeenmoetopgemerktwordendatvoordesimulatiesgoedeschattingenvandeafvoercofficint
beschikbaarzijndiegebaseerdzijnopmetingen.Hierdoorishetmogelijkomhetdebietsverloopgoedte
simuleren.Indienergeenmetingenbeschikbaarzijnkaneenmindergoedeschattingwordengegevenen
zullenderesultatengrotereafwijkingenoptreden.
9.5 VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN VAN DE ANALYSEMETHODE
DeanalysemethodekentgrotendeelsdezelfdeopbouwalshetprogrammaLOCKFILL.Voorde
berekeningenzijngrotendeelsdezelfdeuitgangspuntengebruikt.Deanalysemethodeisdaarombedoeld
voorhetzelfdetoepassingsgebiedalsLOCKFILL.Dezelfdevoorwaarden,beperkingenenuitgangspunten
dievoorLOCKFILLgelden,geldendaaromookvoordeanalysemethode.Dezevoorwaarden,
beperkingenenuitgangspuntenzijn:
Metdeanalysemethodekunnenalleenvulenledigingssystemendoordesluishoofdenworden
geanalyseerd.Ditbetreffendevolgendesystemen:
systemenmetdeurschuiven
heffenvandehefdeur
korteomloopriolenindesluishoofden
Deberekeningisalleengeldigalsersprakeisvan:
eenstromingdiebijbinnenkomstindesluisvrijweldirectgelijkmatigoverdebreedtevandesluis
isverdeeld
eenrechthoekigekolkdoorsnede
eenconstantekolkbreedte

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 61



eenhorizontalesluisbodem
Deanalysemethodeisalleengevalideerdmetmetingenondernormaleomstandigheden.Bijextreme
omstandighedenzoalsgrotevervallen,eenkleineafstandtussendeboegvanhetschipendevuldeur
ofeenzeerkleinekielspelingkunnenderesultatenvandeanalysemethodeafwijkenenisextra
onderzoeknodig.
Metdeanalysemethodewordenalleendekrachtenopdeschepentijdenshetvulenledigingsproces
berekend.Overigehydraulischeennautischeaspectendieeenrolspelenbijeenschutsluiswordenniet
berekend.
Bijhetgebruikvandeanalysemethodewordtervanuitgegaandathetvulenledigingssysteemis
ontworpenaandehandvanderichtlijneninreferentie[2]endusvoldoetaandeeisendieindie
referentiegesteldwordenaanhethydraulischontwerp.
Deanalysemethodeisbedoeldvoorontwerpersdieervaringhebbenmethetontwerpvaneenvulen
ledigingssysteem.Ditismetnamevanbelangvoorhetvaststellenvandemaatgevendesituaties,het
invoerenvancofficintenenhetschattenvandeimpulsvandestraalbijdeboeg.
9.6 CONCLUSIE
DeontwikkeldeanalysemethodekentgrotendeelshetzelfderekenhartalsLOCKFILL.Eenaantal
krachtscomponentenwordenopdezelfdemanierberekend.Deverschillenzittenin:
Deberekeningvandegroottevandeimpulsvandestraalbijdeboeg.Ditheeftinvloedopde
krachtscomponentenimpulsafnameenstraalwerking.
Deimpulsafnamebijhethekvanhetschipbijhetledigingsproces.InLOCKFILLwordtdeze
componentnietberekend,indeanalysemethodewel.
Straalwerkingbijeenvulsysteemmeteengelijkmatigeverdeeldestroming.InLOCKFILLwordtdeze
componentnietberekend,indeanalysemethodewel.

Opbasisvan13praktijkmetingeniseenkalibratieuitgevoerdvoorhetbepalenvancorrectiefactorC4die
betrekkingheeftopdeberekeningvandeimpulsvandestraalterplaatsevandeboegbijhetvulprocesals
ersprakeisvanbreekbalken.DewaardevanC4ligttussende1,1en1,6.Erzijntweerelatiesvastgesteld
tussensluisparametersendewaardevanC4:
EenrelatietussendeafstandvandeboegvanhetschiptotdevuldeurenC4.Dezerelatieisfysisch
gezienteverwachtenenluidtalsvolgt:

EenrelatietussendebreedtevandevulopeningenendewaardevanC4.Hoeweldezerelatiefysisch
geziennietisteverwachtenisdezewelopgesteldomdatderelatiewelaanwezigis.Derelatieluidtals
volgt:

Omdatderelatiemetdeafstandvandeboegtotdevuldeurfysischgezienteverwachtenis,wordt
veronderstelddatdezebetrouwbaarderis.

Derelatieszijnnietergsterk,ertredenafwijkingenoptot20%.EennadereinvullingvanC4wordt
aanbevolen.Erzijndriemogelijkhedenvoorhetverderontwikkelenvandeberekening:
Hetverderkalibrerenvandehuidigeschatting.
HetreconstruerenvanderekenmoduleSTRAALdieinLOCKFILLisgebruikt.InBijlage8isdit
geprobeerd,maarhetbleekbinnenditafstudeerprojectnietmogelijk.
C
4
0.015 x
b
7
( )
2
0.06 x
b
+ 1.15 +
C
4
0.008 b
h
7
( )
2
0.04 b
h
1.4 +

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
62

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Naderonderzoekdoennaarhetstroombeeldvoordeboegenaandehandhiervaneenberekening
opstellen.

Deanalysemethodeisgevalideerdmet20praktijkmetingen.Deresultatenvandeanalysemethodezijn
getoetstopvijfaspectenwaaropookLOCKFILLisgetoetst.Uitdetoetsingvandesimulatiesblijktdatde
simulatiesmetdeanalysemethodezijnredelijktotvoldoendezijn.DeresultatenvanLOCKFILLzijn
vergelijkbaartotietsbeter.Hierbijmoetopgemerktwordendatvoordesimulatiesgoedeschattingenvan
deafvoercofficintbeschikbaarwarendiegebaseerdzijnopmetingen.Hierdoorwashetmogelijkomhet
debietsverloopgoedtesimuleren.Indienergeenmetingenbeschikbaarzijnkaneenmindergoede
schattingwordengegevenenzullenderesultatengrotereafwijkingenoptreden.

Bijdetoetsingisgeblekendateenverdereverdiepingofkalibratienodigisbij:
Deberekeningvandecomponentimpulsafnamebijhethekbijhetledigingsproces.Hetberekenen
vandezecomponentzorgtvooreenafwijkingtenopzichtevandepraktijkmetingen.Decomponent
dientweggelatenteworden(zoalsinLOCKFILLisgedaan)oferdientnaderonderzoekverrichtte
wordennaarhetstroombeeldbijhethekomeenbetereberekeninguittekunnenvoeren.
Deeerstepositievepiekbijhetvulproces(voornamelijkveroorzaaktdoordetranslatiegolf).Dezeis
somstegrootensomsteklein.

Dezeverdereverdiepingofkalibratiewordtvanwegetijdsbeperkingennietuitgevoerdbinnenditproject.

Depraktijkmetingenwaaropdevalidatieisgebaseerdzijnuitgevoerdbijsluizenmetsystemenmet
deurschuiven.Erzijngeenpraktijkmetingenbeschikbaarbijsluizenmetkorteomloopriolenofhetheffen
vandehefdeur.Voordezetypensluizenisdeanalysemethodedusnietgevalideerd.Erwordtaanbevolen
omhetmodelverdertevaliderenmetmetingeninsluizenmetdezetypenvulenledigingssystemen.

Voorhetgebruikvandeanalysemethodezijndezelfdevoorwaarden,beperkingenenuitgangpuntenvan
toepassingalsvoorhetgebruikvanhetprogrammaLOCKFILL.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 63



10 Conclusies en aanbevelingen
10.1 CONCLUSIES
Hethoofddoelvanditafstudeerprojectwashetontwikkelenvaneenanalysemethodeomhetverloopvan
delongitudinalekrachtopeenschipineenschutsluistebepalentijdenshetvulenledigingsproces.Inde
voorstudievanditprojectisgekozenomeenanalysemethodeteontwikkelenvoorsluizenmeteenvulen
ledigingssysteemdoordesluishoofden.Deanalysemethodedientzoveelmogelijkgelijkwaardigtezijn
aanhetprogrammaLOCKFILL.

Inditrapportisdezeanalysemethodeontwikkeld.Erzijnviercomponentenvandekrachtin
beschouwinggenomen:
krachtopschipalsgevolgvantranslatiegolven
krachtopschipalsgevolgvanimpulsafname
krachtopschipalsgevolgvanstraalwerking
krachtopschipalsgevolgvanwrijving

Decomponentalsgevolgvanstraalwerkingtreedtalleenopbijhetvulproces.

Metdeanalysemethodewordthetverloopvandezekrachtscomponentenindetijdbeschreven.De
totaalkrachtvolgtuitdesommatievandezecomponenten.Tevenskanmetdeanalysemethodehet
debietsverloopenhetwaterstandsverloopindekolkwordenbeschreven.

DeanalysemethodeisgebaseerdopdezelfdeliteratuuralsLOCKFILL.Deopbouwvanhetrekenhartis
daardoorgrotendeelshetzelfde.Degrootsteverschillenzijn:
Deberekeningvandegroottevandeimpulsvandevulstraalbijdeboeg.InLOCKFILLwordtde
impulsberekenddooreeningebouwderekenmodule.Indeanalysemethodekandeimpulsin
sommigegevallenwordenberekend.Inanderegevallendientereenschattinggegeventeworden.De
groottevandeimpulsheeftinvloedopdecomponentenimpulsafnameenstraalwerking.
Deberekeningvandeimpulsafnamebijhethekbijhetledigingsproces.InLOCKFILLwordtdeze
componentnietberekend,bijdeanalysemethodewel.

Inhetprojectwaren24praktijkmetingenbeschikbaarwaarmeeLOCKFILLisgevalideerd.Hiervan
konden13metingenwordengebruiktvoorhetkalibrerenvandeanalysemethode.Dekalibratieisalleen
uitgevoerdvoordeschattingvandegroottevandeimpulsvandestraalterplaatsevandeboeg.Nade
kalibratietradenerbijdeschattingvandeimpulsafwijkingenoptot20%.

Voorhetvaliderenvandeanalysemethodekonden20metingenwordengebruikt.Erisgebruikgemaakt
vandezelfdetoetsmethodewaarmeeookLOCKFILLisgevalideerd.Deanalysemethodeisgetoetstopde
volgendevijfaspecten:

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
64

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Komthetglobaleverloopvandekrachtophetschipindetijdovereenmetdepraktijkmetingen?
Isdeberekendemaximalepositievekrachtevengrootalsdegemetenmaximalepositievekracht?
Isdeberekendemaximalenegatievekrachtevengrootalsdegemetenmaximalenegatievekracht?
Isdeberekendemaximalekracht(positiefofnegatief)evengrootalsdegemetenmaximalekracht?
Ishetgebruikvandeanalysemethodeveilig?

Deresultatenvandetoetsingzijnredelijktotvoldoende.DeresultatenvanhetprogrammaLOCKFILL
zijnietsbeterdandeanalysemethode.De20metingenzijnuitgevoerdinsluizenmeteensysteemmet
deurschuiven.Voorsluizenmetomloopriolenofhetheffenvandehefdeurzijngeenmetingen
beschikbaar.Erisvoordezetypenvulenledigingssystemendaaromgeenkalibratieofvalidatie
uitgevoerd.

Deresultatenvandeanalysemethodezijnsterkafhankelijkvanhetberekendedebietsverloop.Voorhet
nauwkeurigbepalenvanhetdebietsverloopiseengoedeschattingvandeafvoercofficintnoodzakelijk.

Samenvattendwordtgeconcludeerddatdedoelstellingvanhetafstudeerprojectisgehaald.Eriseen
analysemethodeontwikkelddiehetverloopvandekrachtopeenschipineensluisbepaaldtijdenshet
vulenledigingsproces.Deresultatenvandeanalysemethodezijnietsmindergoeddanderesultatenvan
LOCKFILL.Erwordeneenaantalaanbevelingengedaanvoordeverdereontwikkelingvande
analysemethode.Dezezijnbeschreveninparagraaf10.2.

DeanalysemethodekentgrotendeelsdezelfdeopbouwalshetprogrammaLOCKFILL.Voorde
berekeningenzijngrotendeelsdezelfdeuitgangspuntengebruikt.Deanalysemethodeisdaarombedoeld
voorhetzelfdetoepassingsgebiedalsLOCKFILL.Dezelfdevoorwaarden,beperkingenenuitgangspunten
dievoorLOCKFILLgelden,geldendaaromookvoordeanalysemethode.Dezevoorwaarden,
beperkingenenuitgangspuntenzijn:
Metdeanalysemethodekunnenalleenvulenledigingssystemendoordesluishoofdenworden
geanalyseerd.Ditbetreffendevolgendesystemen:
systemenmetdeurschuiven
heffenvandehefdeur
korteomloopriolenindesluishoofden
Deberekeningisalleengeldigalsersprakeisvan:
eenstromingdiebijbinnenkomstindesluisvrijweldirectgelijkmatigoverdebreedtevandesluis
isverdeeld
eenrechthoekigekolkdoorsnede
eenconstantekolkbreedte
eenhorizontalesluisbodem
Deanalysemethodeisalleengevalideerdmetmetingenondernormaleomstandigheden.Bijextreme
omstandighedenzoalsgrotevervallen,eenkleineafstandtussendeboegvanhetschipendevuldeur
ofeenzeerkleinekielspelingkunnenderesultatenvandeanalysemethodeafwijkenenisextra
onderzoeknodig.
Metdeanalysemethodewordenalleendekrachtenopdeschepentijdenshetvulenledigingsproces
berekend.Overigehydraulischeennautischeaspectendieeenrolspelenbijeenschutsluiswordenniet
berekend.
Bijhetgebruikvandeanalysemethodewordtervanuitgegaandathetvulenledigingssysteemis
ontworpenaandehandvanderichtlijneninhetOntwerpvanSchutsluizen[2]endusvoldoetaande
eisendieindiereferentiegesteldwordenaanhethydraulischontwerp.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 65



Deanalysemethodeisbedoeldvoorontwerpersdieervaringhebbenmethetontwerpvaneenvulen
ledigingssysteem.Ditismetnamevanbelangvoorhetvaststellenvandemaatgevendesituaties,het
invoerenvancofficintenenhetschattenvandeimpulsvandestraalbijdeboeg.
10.2 AANBEVELINGEN
Voorhetverbeterenendeverdereontwikkelingvandeanalysemethodewordendevolgende
aanbevelingengedaan:
Hetuitvoerenvaneenvalidatievandeanalysemethodebijkorteomloopriolenofhetheffenvande
hefdeur.Voordezetypenvulenledigingssystemenwareninditprojectgeenmetingenbeschikbaar.
Bijdeberekeningbijdezevulenledigingssystemenwordtaangenomendaterbijhetvulprocester
plaatsevandeboegeengelijkmatigverdeeldestromingoverdehelekolkdoorsnedeaanwezigis.Ditis
eenbelangrijkeaannamediegetoetstmoetwordenmetpraktijkmetingen.
Hetverderontwikkelenvandeberekeningvandeimpulsvandestraalterplaatsevandeboegbijeen
systeemmetdeurschuiven.Erzijndriemogelijkhedenvoorhetverderontwikkelenvandeberekening:
hetverderkalibrerenvandehuidigeschatting
hetreconstruerenvanderekenmoduleSTRAALdieinLOCKFILLisgebruikt
naderonderzoekdoennaarhetstroombeeldvoordeboegenaandehandhiervaneenberekening
opstellen
Onderzoekdoennaarhetstroombeeldbijhethekvanhetschipbijhetledigingsprocesomde
berekeningvandeimpulsafnamebijhethektekunnenbijstellen.Indeanalysemethodegeefthet
weglatenvandezecomponenteenbeterresultaat,terwijldecomponentfysischgezienwelaanwezig
is.
Naderonderzoekverrichtennaardeberekeningvandeeerstepositievepiekvandekrachtophet
schiptijdenshetvulproces.Dezepiekwordtvoornamelijkveroorzaaktdoortranslatiegolvenengeeft
vaakeenafwijkendresultaat.Erkanopditmomentgeenoorzaakaangewezenworden.
Hetuitvoerenvaneenverderevalidatiemetpraktijkmetingeninmeerderetypensluizenmet
bijvoorbeeldgroterevervallen,andereafmetingenenandereschepen.Hiermeekande
analysemethodeverderwordengevalideerd.
Hettoevoegenvandecomponentkrachtopschipalsgevolgvandichtheidsverschillen.Deze
componentwordtinLOCKFILLwelberekend.Doorhettoevoegenvandezecomponentkunnenook
sluizenmetdichtheidsverschillenwordengeanalyseerd.

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
66

ARCADIS 076350579:A - Definitief



11 Referenties
1. Battjes,J.A.,(1998),Strominginwaterlopencollegehandleiding,dictaatTUDelft,cursuscode
CTwa3310
2. BouwdienstRijkswaterstaat,(2000),Ontwerpvanschutsluizen,deel1
3. Gregorian,Th.,(2009),Hydraulica,Deel8Stromingdooropeningen,Collegedictaat
VloeistofmechanicaHogeschoolUtrecht
4. Kolkman,P.A.,(1969),Hydraulicabijschutsluizen,notitieI,IIenIV
5. Nortier,I.W.,(1991),Toegepastevloeistofmechanica,hydraulicavoorwaterbouwkundigen,7edruk
6. PIANC,(2009),Reportn1062009Innovationsinnavigationlockdesign,PIANCReportN106
InlandNavigationCommission
7. PIANC,(1986),FinalReportoftheInternationalCommissionfortheStudyofLocks,Report1986
8. USArmyCorpsofEngineers,(2006),HydraulicDesignofNavigationLocks,EngineerManual
9. Vrijburcht,A.,(1988),Hetvulprocesvaneenschutsluismeteenlangsvulsysteem,invloed
translatiegolven,vulstraaleffectenendichtheidsverschillenopdelangskrachtenverslag
berekeningen,WaterloopkundigLaboratorium,Delft,Q176II
10. Vrijburcht,A.,Bolt,E.,Gilding,B.H.,YinZhongging,Kleefvan,E.H.,(1988),Langskrachtopeen
schipdoordevulstraalineensluis,WaterloopkundigLaboratorium,Q255I,januari1988
11. Vrijburcht,A.,Driegen,J.,deJonge,J.J.,RekenprogrammaLOCKFILL,Testenenverificatie(deelA),
WaterloopkundigLaboratorium,Delft,Q1537,november1994
12. Vrijburcht,A.,(1994),Troskrachtcriteriavanschutsluizen,WaterloopkundigLaboratorium,Delft,
Q1443,november1994
13. Vrijer,A.,(1974),Troskrachtkriteriavanzeeschepeninsluizen,WaterloopkundigLaboratorium,
Delft,R673I,november1974
14. WaterloopkundigLaboratorium,(1994),HandleidingLOCKFILL,Delft,Q1537,november1994

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 67



Bijlage1 Referentiesluis
Referentiesluis
Gegevens sluis voor CEMT-klasse Va
Bronnen:
1. Richtlijn Vaarwegen 2005
2. Ontwerp van Schutsluizen deel 1
Type vul en ledigingssysteem: deurschuiven
Schuiven worden lineair geheven
Gegevens:
l
k
125m --> lengte kolk [m]
b
k
12.5m --> breedte kolk [m]
h
k_min
4.2m --> drempeldiepte [m]
x
b
2.0m --> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
0.55 b
k
6.875 m --> totale breedte van de vulopeningen [m]
h
h
0.9m --> hoogte van de vulopeningen [m]
A
h
b
h
h
h
6.188 m
2
--> oppervlak van de vulopeningen [m
2
]
v
h
4
mm
s
--> hefsnelheid van de deurschuiven [m/s]
t
h
h
h
v
h
225 s --> openingstijd van de deurschuiven [m]
0.6 --> afvoercoefficient deuropening [-]
l
s
110m --> lengte van het schip [m]
b
s
11.4m --> breedte van het schip [m]
d
s
3.5m --> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 --> blokcoefficient van het schip [-]
1000
kg
m
3
--> dichtheid zoet water [kg/m
3
]
m
s
l
s
b
s
d
s
c
b
3.731 10
6
kg --> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
h
bov
6.1m --> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.6m ---> waterstand benedenpand [m +NAP]
h
bod
0m --> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
3deg --> hoek van de hartlijn van de vulstraal met horizontaal []
30deg --> hoek van de boeg met horizontaal []
C
1
0.9 --> cofficient voor afstromend water [-]
C
3
0.9 --> cofficient voor ontwikkeling grenslaag [-]
1
k
I
0.01m --> ruwheid sluiswand/bodem [m]
k
II
0.002m --> ruwheid schip [m]
2

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
68

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Bijlage2 Bepalen energieverliezen,
traagheid en
stroomsnelheden
Berekening energieverliezen, traagheid van het water en stroomsnelheden
Bronnen:
Gregorian, Th, (2009), 'Hydraulica, Deel 4 - Lokale energieverliezen', collegedictaat Vloeistofmechanica Hogeschool 1.
Utrecht
Gregorian, Th, (2009), 'Hydraulica, Deel 5 - Wrijvingsverliezen', collegedictaat Vloeistofmechanica Hogeschool 2.
Utrecht
US Army Corps of Engineers, (1975), 'Hydraulic Design of Lock Culvert Valves', Engineer Manual 3.
US Army Corps of Engineers, (2006), 'Hydraulic Design of Navigation Locks', Engineer Manual 4.
Nortier, I.W., (1991), 'Toegepaste vloeistofmechanica, hydraulica voor waterbouwkundigen', 7e druk 5.
Fox, W.R., McDonald, T.A, (1985), 'Introduction to fluid mechanics', Third Edition 6.
Kolkman, P.A., (1969), 'Hydraulica bij schutsluizen, notitie I, II en IV' 7.
Waterloopkundig Laboratorium, (1994), 'Handleiding LOCKFILL', Delft, Q1537, november 1994 8.
Inleiding
In deze bijlage wordt weergegeven hoe de energieverliezen bij het vul- en ledigingsproces bepaald kunnen worden. Hierbij
worden alleen wrijvingsverliezen en vertragingsverliezen beschouwd. Energieverliezen als gevolg van turbulentie worden
verwaarloosd.
Tevens worden de invloeden van de traagheid van het water bij omloopriolen bepaald. Samen met de energieverliezen
wordt hiermee de stroomsnelheid van het water berekend.
De berekening wordt gesplitst in de berekening bij een deurvulsysteem en de berekening bij een systeem met
omloopriolen.
Energieverliezen bij een deurvulsysteem
Een deurvulsysteem bestaat uit openingen in de deuren met beweegbare schuiven. Om te nivelleren worden de schuiven
geopend waardoor water door de openingen gaat stromen. Hierbij treedt contractie op. Zie figuur 1 voor een schematische
weergave.
Figuur 1: contractie bij een deuropening
Zoals in figuur 1 te zien is, kan niet de gehele doorstroomopening benut worden door de contractie. De afvoer wordt
daardoor beperkt door de contractiecofficint . De grootte van is afhankelijk van de vormgeving van de openingen en
de waterdiepte boven de opening. In referentie [5] worden voor een situatie zoals weergegeven in figuur 2 de volgende
waarden gegeven:
s/h
0,05 0,62
0,10 0,63
0,15 0,64
0,20 0,66
0,25 0,68
Figuur 2: contractiecofficint [refrentie 5]
1
Deze waarden zijn te gebruiken voor sluisdeuren. In figuur 2 staat s voor de hoogte van de opening en h voor de
waterdiepte boven de middellijn van de opening. De contractiecofficint heeft betrekking op het doorstroomoppervlak.
Voor de stroomsnelheid geldt dan de wet van Torricelli, waardoor voor de afvoer door de opening geldt:
Q t ( ) A
h
t ( ) 2 g h t ( ) =
--> formule (1): afvoer door de deuropening
Hierin is:
Q = debiet door de opening [m
3
/s]
= contractiecofficient [-]
A
h
= oppervlak schuifopening [m
2
]
g = versnelling zwaartekracht [m/s
2
]
h = verval [m]
De traagheid van het water mag volgens referentie [7] bij deuropeningen verwaarloosd worden. Bovenstaande berekening
geldt voor elke vorm deuropeningen.
Met behulp van formule (1) kan het verloop van de kolkwaterstand beschreven worden. Dit is gedaan bij de bepaling van
de vul- en ledigingskarakteristiek in bijlage 3.
Energieverliezen bij omloopriolen
Bij omloopriolen zijn de volgende energieverliezen van belang:
Intreeverlies -
Wrijvingsverlies -
Energieverlies door verwijding of vernauwing -
Bochtverlies/knikverlies -
Uittreeverlies -
Daarnaast speelt traagheid een rol. Hieronder wordt weergegeven hoe de energieverliezen bepaald kunnen worden. De
energieverliezen hebben betrekking op de snelheidshoogte, en worden uitgedrukt in een verliescofficint .
Intreeverlies:
Bij een plotselinge vernauwing zoals bij intree van water in een riool treedt contractie op wat energieverlies veroorzaakt.
Het intreeverlies wordt gedefinierd met aan de hand van tabel 1 [bron: referentie 1]:
2
Tabel 1: Intreeverlies-cofficient [referentie 1]
Verliescofficient schuif:
Bij de schuif treedt vertraging op. De mate van vertraging is afhankelijk van het doorstroomoppervlak: hoe kleiner het
oppervlak, hoe groter de vertraging. Daarnaast is de vertraging ook afhankelijk van de vormgeving van de schuif. De
verliescofficint is daarom afhankelijk van de verhouding tussen de totale doorsnede van het riool en het oppervlak van
de opening.
Als de schuif een klein gedeelte is geopend, is de verhouding tussen het geopende oppervlak en de volledige doorsnede
van het riool zeer klein. Als gevolg hiervan treedt achter de schuif grote turbulentie op. Zie figuur 3.
3
Figuur 3: turbulentie achter de schuif [referentie 3]
In feite zorgt de schuif voor contractie waardoor niet het gehele doorstroomprofiel benut kan worden. Het energieverlies
over de schuif kan daarmee uitgedrukt worden in een contractiecofficint die betrekking heeft op het
doorstroomoppervlak. Voor de contractiecofficint geldt dat de contractie de helft is van de contractie bij een deurschuif,
omdat de stroomlijnen op de bodem recht lopen en dus niet afgebogen worden. Bij een contractiecofficint van 0,62 (zie
figuur 2) kan de verliescofficint dan als volgt beschreven worden:

schuif
t ( )
0.62
2
A
h
t ( )
A
h_max
=
--> formule (2): energieverliescofficint schuif zonder turbulentie [-]
Hierin is:
A
h
(t) = oppervlak schuifopening in de tijd [m
2
]
A
h_max
= doorsnede riool [m
2
]
Achter de schuif treedt echter grote turbulentie op, die zorgt voor extra vertraging. Deze turbulentie wordt met
bovenstaande benadering verwaarsloosd. Daarom wordt verder gezocht naar een cofficint die een betere benadering
geeft van het energieverlies. In referentie [3] en [8] zijn twee methoden gevonden:
In referentie [3] wordt voor de energieverliescofficint als gevolg van de schuif de volgende empirische formule gegeven:

schuif
t ( )
0.04
A
h
t ( )
A
h_max
|

\
|
|
.
2
10
1.56
0
A
h
t ( )
A
h_max
< 0.2 s if
10
2.2 3.2
A
h
t ( )
A
h_max
|

\
|
|
|
.

0.2
A
h
t ( )
A
h_max
< 1.0 s if
0.1
A
h
t ( )
A
h_max
1.0 > if
=
--> formule (3): energieverliescofficint schuif
volgens ref. 3 [-]
In referentie [8] wordt voor het bepalen van de energieverliescofficint als gevolg van de schuif verwezen naar een studie
naar de verliescofficint. Deze studie staat in dit afstudeerproject niet ter beschikking. In referentie 8 wordt wel een
voorbeeld gegeven voor de verliescofficint. Het betreft enkele waarden voor de verliescofficint bij gegeven
4
verhoudingen tussen de schuifopening en de riooldoorsnede. Het programma LOCKFILL interpoleert deze waarden.
In onderstaande figuur zijn bovenstaande drie methoden voor het bepalen van de verliescofficint van de schuif met
elkaar vergeleken:
0.01 0.1 1
0.01
0.1
1
10
100
1 10
3

Zonder turbulentie
Empirische formule
Waarden in LOCKFILL
Verliescofficint schuif
verhouding schuifopening/riooldoorsnede [-]
v
e
r
l
i
e
s
c
o

f
f
i
c
i

n
t
In bovenstaande figuur is goed te zien dat de benadering zonder turbulentie sterk afwijkt van de beide andere functies.
De empirische formule en de waarden in LOCKFILL zijn gebaseerd op modelonderzoek en komen sterk overeen. Er
wordt verder gerekend met de emprische formule.
Wrijvingsverliezen:
De stroming in het riool ondervindt wrijving langs de wanden. Hierdoor treden energieverliezen op. Bij een rechhoekig riool
kunnen deze verliezen als volgt gemodelleerd worden:
Parameters:
R
r
A
h_max
2 b
riool
2 h
riool
+
= --> formule (4): hydraulische straal bij rechthoekig riool [m]
R
r
1
4
D
riool
= --> formule (5): hydraulische straal bij rond riool [m]
1.2 10
6

m
2
s
:= --> formule (6): kinematische viscositeit water [m
2
/s]
Hierin is:
b
riool
= breedte riool [m]
h
riool
= hoogte riool [m]
5
D
riool
= diameter rond riool [m]
Berekening wrijvingscoficient:
Bij omloopriolen zal altijd sprake zijn van een hydraulisch ruwe wand. Dan geldt voor de cofficint van Chezy:
C 18 log
12 R
r

k
riool
|

\
|
|
.

m
1
2
s
= --> formule (7): cofficient van Chezy [m
1/2
/s]
Hierin is:
k
riool
= ruwheid rioolwand [m]
De wrijvingcofficint kan nu worden bepaald :

8 g
C
2
= --> formule (8): wrijvingscofficient [-]
De energieverlieshoogtecofficient
wr
kan nu worden bepaald:

wr

l
r
D
h
= --> formule (9): energieverlieshoogtecofficient [-]
Hierin is:
l
r
= lengte riool [m]
D
h
= hydraulische diameter [m]
De hydraulische diameter kan als volgt bepaald worden:
D
h
4 A
h_max

O
= --> formule (10): hydraulische diameter [m]
Hierin is:
O = natte omtrek riool [m]
Indien er sprake is van een riool met verschillende doorsneden (door vernauwing of verwijding) moeten de
wrijvingsverliezen gesplitst worden per doorsnede. Omdat er dan ook verschillende stroomsnelheden op treden dienen
de wrijvingsverliezen dan betrokken te worden op de corresponderende stroomsnelheid.
Energieverlies door verwijding of vernauwing
De energieverliezen door verwijding of vernauwing kunnen onderverdeeld worden in de volgende situaties [referentie 5]:
Plotselinge verwijding -
Plotselinge vernauwing -
Geleidelijke verwijding -
Hieronder wordt weergegeven hoe deze energieverliezen berekend kunnen worden. De gegevens zijn gebaseeerd op
referentie [1] en [5].
Energieverlies door plotselinge verwijding:
Bij een plotselinge verwijding treden neren en wervels op die voor energieverlies zorgen. Het energieverlies is afhankelijk
van de verhouding tussen de doorsneden voor en na de verwijding. De doorsnede vr de verwijding wordt gedefinieerd als
A
1
en de doorsnede na de verwijding wordt gedefinieerd als A
2
. Na de verwijding treedt een lagere stroomsnelheid op dan
voor de verwijding. De verliescofficint kan betrokken worden op beide stroomsnelheden. Indien de verliescofficint
wordt betrokken op de stroomsnelheid vr de verwijding v
1
geldt:

verw_plots_1
1
A
1
A
2

\
|
|
.
2
= --> formule (11): verliescofficint door plotselinge verwijding, betrokken op v
1
[-]
Indien de cofficint betrokken wordt op de stroomsnelheid na de verwijding v
2
geldt:
6

verw_plots_2
A
2
A
1
1
|

\
|
|
.
2
=
--> formule (12): verliescofficint door plotselinge verwijding, betrokken op v
2
[-]
Energieverlies door plotseling vernauwing:
Bij een plotselinge vernauwing treedt contractie op. Het energieverlies is afhankelijk van de verhouding tussen de
doorsneden voor en na de vernauwing. Na de vernauwing treedt een hogere stroomsnelheid op dan voor de vernauwing.
De verliescofficint kan betrokken worden op beide stroomsnelheden. Indien de verliescofficint wordt betrokken op de
stroomsnelheid vr de vernauwing v
1
geldt:

vern_plots_1

A
2
A
1
1
|

\
|
|
.
2
A
1
2
A
2
2
=
--> formule (13): verliescofficint door plotselinge vernauwing, betrokken op v
1
[-]
Hierbij is een waarde die tussen de 0,4 en 0,5 ligt.
Indien de cofficient betrokken wordt op de stroomsnelheid na de vernauwing v
2
geldt:

vern_plots_2

A
2
A
1
1
|

\
|
|
.
2
=
--> formule (14): verliescofficint door plotselinge vernauwing, betrokken op v
2
[-]
Energieverlies door geleidelijke verwijding:
Bij een geleidelijke verwijding treden ook energieverliezen op. Deze zijn echter kleiner dan bij een plotselinge verwijding.
De verliescofficint kan weer betrokken worden op de stroomsnelheid vr de verwijding of na de verwijding. Indien de
verliescofficint wordt betrokken op de stroomsnelheid vr de verwijding v
1
geldt:

verw_gel_1
n 1
A
1
A
2

\
|
|
.
2
=
--> formule (15): verliescofficint door geleidelijke verwijding, betrokken op v
1
[-]
Hierin is n een cofficint die afhankelijk is van de verwijdingshoek (zie figuur 1). De waarden voor n zijn gegeven in tabel
2.
Indien de cofficint betrokken wordt op de stroomsnelheid na de verwijding v
2
geldt:

verw_gel_2
n
A
2
A
1
1
|

\
|
|
.
2
=
--> formule (16): verliescofficint door geleidelijke verwijding, betrokken op v
2
[-]
Figuur 4: verwijdingshoek [referentie 5]
Tabel 2: waarden voor n bij gegeven verwijdingshoeken [referentie 5]
Energieverlies door geleidelijke vernauwing:
Het energieverlies door geleidelijke vernauwing is afhankelijk van de vernauwingshoek. In tabel 3 zijn enkele waarden
7
voor de verliescofficint gegeven [referentie 6].
Tabel 3: energieverliescofficint door geleidelijke vernauwing [referentie 6]
Bochtverliezen:
Eventuele bochten in de riolen zorgen voor vertragingsverliezen. Deze verliezen zijn voornamelijk afhankelijk van de
verhouding r/D
h
(waarin r = straal en D
h
= hydraulische diameter leiding), de hoek tussen de hartlijnen en de ruwheid
van de leidingwand. Het bochtverlies wordt als volgt berekend [referentie 3]:

bocht
sin ( )
0.44
4 A
h_max

2 b
riool
2 h
riool
+
|

\
|
|
.
2

r
2
6 + = --> formule (17): verliescofficint als gevolg van bocht 1 [-]
Hierin is:
= hoek tussen de hartlijnen van de bocht []
r = de straal van de bocht [m]
Indien er sprake is van meerdere bochten dienen de verliescofficinten per bocht bepaald te worden. De totale
verliescofficint van de bochten volgt uit de sommatie van de verschillende bochtcofficinten.
Uittreeverlies:
Als het water het riool uitstroomt in de kolk (bij het vulproces) of in het aanliggende kanaalpand (bij het ledigingsproces)
is er sprake van een abrubte, sterkte profielvergroting van het stroomvoerend oppervlak. Er geldt dan: A
kolk/voorhaven
>>
A
riool
. Bij benadering wordt de stroomsnelheid dan 0 waardoor voor het uittreeverlies geldt [referentie 5]:

uittree
1 := --> formule (18): uittreeverlies-cofficient [-]
Totale energieverlies-cofficient:
De totale energieverlies-cofficint volgt uit de sommatie van alle verlies-cofficinten:

tot
t ( )
intree

schuif
t ( ) +
wr
+
bocht
+
uittree
+ = --> formule (19): totale verliescofficint riool [-]
Indien er sprake is van meerdere riolen dienen deze riolen apart gemodelleerd te worden.
Traagheid riool:
In het riool moet rekening gehouden worden met de traagheid van het water. Door de massa-traagheid van het water in
de riolen duurt het even voordat de waterstroom op gang komt en weer stopt. In het algemeen geldt de wet F = m * a
voor de kracht (F) die nodig is om een massa (m) een versnelling (a) te geven. Volgens referentie [7] gaat deze formule
voor een omloopriool over in:
h A
h_max
g l
r
A
h_max

t
v
r
t ( )
d
d
=
De term hA
h_max
g beschrijft de kracht die uitgeoefend wordt als gevolg van het verval. De term l
r
A
h_max
beschrijft
de massa van het water dat in het riool aanwezig is en de term d/dt v
r
(t) beschrijft de versnelling van het water. Als het
hele riool dezelfde doorsnede heeft vallen de doorsnedes en de dichtheid van het water tegen elkaar weg en blijft de
volgende formule over:
8
h g l
r
t
v
r
t ( )
d
d
=
Uitgedrukt in de energiehoogte:
h
l
r
g t
v
r
t ( )
d
d
=
--> formule (20): energiehoogte die nodig is om het water te versnellen [m]
Indien er sprake is van een riool met verschillende doorsneden (door verwijding of vernauwing) dienen deze doorsneden
apart in rekening te worden gebracht. De energiehoogte kan dan uitgedrukt worden in de stroomsnelheid v
1
(voor de
vernauwing/verwijding) of in de stroomsnelheid v
2
(na de vernauwing/verwijding):
h
A
1
l
r_1
l
r_2
+
( )

g A
1
A
2

( )
t
v
1
t ( )
d
d
=
--> formule (21): energiehoogte die nodig is om het water te versnellen, uitgedrukt
in stroomsnelheid v
1
[m]
h
A
2
l
r_1
l
r_2
+
( )

g A
1
A
2

( )
t
v
2
t ( )
d
d
=
--> formule (22): energiehoogte die nodig is om het water te versnellen, uitgedrukt
in stroomsnelheid v
1
[m]
Bepaling stroomsnelheid
Volgens referentie [4] kan de energiehoogte uitgedrukt in de snelheidshoogte plus de energiehoogte die nodig is om de
waterstroom op gang te brengen (de invloed van de traagheid). Hierdoor ontstaat de volgende vergelijking:
h t ( )
tot
t ( )
v
r
t ( )
2
2 g

l
r
g t
v
r
t ( )
d
d
+ =
--> formule (23): energiehoogte over de riolen [m]
Uit continuiteitsoverwegingen dient het debiet door de riolen gelijk te zijn aan het debiet in de kolk. Dit levert:
Q t ( ) v
r
t ( ) N A
h_max
=
en
Q t ( ) l
k
b
k

t
h
k
t ( )
d
d
=
Hierin is:
N = aantal riolen [-]
Dit levert een uitdrukking van de watersnelheid in de riolen, uitgedrukt in de kolkwaterstand:
v
r
t ( )
b
k
l
k

N A
h_max
t
h
k
t ( )
d
d
=
Deze uitdrukking kan ingevuld worden in formule (23):
h t ( )
tot
t ( )
v
r
t ( )
2
2 g

l
r
g
b
k
l
k

N A
h_max

2
t
h
k
t ( )
d
d
2
+ =
--> formule (24): energiehoogte over de riolen [m]
Hieruit volgt de watersnelheid in de riolen:
Bij het vulproces:
v
r
t ( )
2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )

tot
t ( )
2 l
r

tot
t ( )
b
k
l
k

N A
h_max

2
t
h
k_v
t ( )
d
d
2
=
--> formule (25): watersnelheid in de riolen [m/s]
Bij het ledigingsproces:
v
r
t ( )
2 g h
k_l
t ( ) h
ben

( )

tot
t ( )
2 l
r

tot
t ( )
b
k
l
k

N A
h_max

2
t
h
k_l
t ( )
d
d
2
=
--> formule (26): watersnelheid in de riolen [m/s]
Met behulp van bovenstaande functies kan het debiet door de riolen bepaald worden door te vermenigvuldigen met
doorsnede van het riool. Dit is gedaan bij de bepaling van de vul- en ledigingskarakteristiek in bijlage 4.
9

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 69



Bijlage3 Berekening vul- en
ledigingskarakteristiek bij
deurschuiven

Opstellen vul- en ledigingskarakteristiek bij deurschuiven


Bronnen:
Vrijburcht, A., (1988), 'Het vulproces van een schutsluis met een langsvulsysteem, invloed translatiegolven, 1.
vulstraaleffecten en dichtheidsverschillen op de langskrachten', Waterloopkundig Laboratorium, Delft, Q176-II
Inleiding
In deze bijlage wordt een berekeningsmethode gegeven voor het bepalen van de vul- en ledigingskarakteristiek bij een
vul- en ledigingssysteem met deurschuiven. De berekening is uitgevoerd voor twee situaties:
rechthoekige deurschuiven met lineaire toename van de opening 1.
ronde deurschuiven met lineaire toename van de opening 2.
De berekening wordt numeriek uitgevoerd door het rekenprogramma Mathcad. Voor rechthoekige deurschuiven met een
lineaire toename van de opening zijn ook analytische formules beschikbaar. Hiermee is de numerieke berekening
gecontroleerd.
De berekeningsmethode is weergegeven aan de hand van een voorbeeldberekening. Hierbij is de referentiesluis met de
volgende parameters gebruikt:
l
k
125m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
12.5m :=
--> breedte kolk [m]
x
b
2.0m :=
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
0.55 b
k
6.875 m = :=
--> totale breedte van de vulopeningen [m]
h
h
0.9m :=
--> hoogte van de vulopeningen [m]
t
h
225s :=
--> openingstijd van de deurschuiven [m]
v
h
h
h
t
h
4 10
3

m
s
= :=
--> hefsnelheid van de deurschuiven [m/s]
0.60 :=
--> afvoercoefficient deuropening [-]
A
h_max
b
h
t
h
v
h
6.188 m
2
= :=
--> oppervlak van de vulopeningen [m
2
]
h
bov
6.10m :=
--> waterstand op het bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.60m :=
--> waterstand op het benedenpand [m +NAP]
Aannames
De waterspiegel in de sluis neemt horizontaal toe of af -
Het waterpeil in de aanliggende kanaalpanden veranderd niet tijdens het vul- en ledigingsproces -
De afvoercoefficient is constant -
Rechthoekige schuifopening
Voor een lineaire toename van de schuifopeningen tot t
h
geldt:
A
h
t ( ) min b
h
v
h
t b
h
v
h
t
h
,
( )
:=
--> formule (1): oppervlak schuifopening in de tijd
Weergegeven in een grafiek:
1
0 100 200 300 400
0
2
4
6
Schuifoppervlak
Schuifoppervlak
tijd [s]
o
p
p
e
r
v
l
a
k

[
m
^
2
]
Voor een niet-lineaire toename dient een aparte functie opgesteld te worden.
Opstellen vul- en ledigingskarakteristiek
Voor het vulproces geldt volgens referentie [1]:
Q
v
t h
k_v
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
bov
h
k_v
0m ,
( )
:=
--> formule (2): debiet door de vulopeningen
Q
v
t h
k_v
,
( )
b
k
l
k

t
h
k_v
d
d
|

\
|
|
.
=
--> formule (3): debiet in de kolk
Gelijkstelling levert: (Mathcad kan niet numeriek differentiaalvergelijkingen oplossen met eenheden dus er dient gedeeld
te worden door de eenheid)
Given
t
h
k_v
t ( )
d
d
Q
v
t s h
k_v
t ( ) m ,
( )
b
k
l
k

s
m
=
--> formule (4): stijgsnelheid kolkwaterstand
Voor het numeriek oplossen is een randvoorwaarde benodigd. Bij het vulproces geldt (ook hier dient gedeeld te worden
door de eenheid):
h
k_v
0 ( )
h
ben
m
=
--> formule (5): waterstand kolk op t = 0
De oplossing voor de waterstand is als volgt:
t
end
1000 :=
h
k_v
Odesolve t t
end
,
( )
:=
Om in het vervolg met eenheden te kunnen rekenen worden de eenheden toegevoegd:
h
k_v
t ( ) h
k_v
t
s
|

\
|
|
.
m := h
k_v
(Time) Length =
Het debiet kan nu uitgedrukt worden in een functie die alleen afhankelijk is van de tijd en niet van de kolkwaterstand:
Q
v
t ( ) Q
v
t h
k_v
t ( ) ,
( )
:= Q
v
(Time) Length^3 Time^-1 =
Weergegeven in een grafiek:
2
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
De kolk is gevuld als Q
v
(t) = 0. De vultijd (t
ev
) kan bepaald worden door een schatting te geven voor de waarde van t
ev
met t
ev_geschat
< t
ev
(af te lezen in de grafiek). Vervolgens berekent het programma de werkelijke vultijd:
t
ev_geschat
300s :=
--> geschatte vultijd van de kolk [s]
t
ev
root Q
v
t
ev_geschat
( )
t
ev_geschat
,
( )
345.289 s = :=
--> werkelijke vultijd van de kolk [s]
Op dezelfde wijze voor het ledigingsproces:
Q
l
t h
k_l
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
k_l
h
ben
0m ,
( )
:=
--> formule (6): debiet door de ledigingsopeningen
Q
l
t h
k_l
,
( )
b
k
l
k

t
h
k_l
d
d
|

\
|
|
.
=
--> formule (7): debiet in de kolk
Given
t
h
k_l
t ( )
d
d
Q
l
t s h
k_l
t ( ) m ,
( )

b
k
l
k

s
m
=
--> formule (8): daalsnelheid kolkwaterstand
h
k_l
0 ( )
h
bov
m
=
h
k_l
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_l
t ( ) h
k_l
t
s
|

\
|
|
.
m := h
k_l
(Time) Length =
Het debiet kan nu uitgedrukt woden in een functie die alleen afhankelijk is van de tijd en niet van de kolkwaterstand:
Q
l
t ( ) Q
l
t h
k_l
t ( ) ,
( )
:= Q
l
(Time) Length^3 Time^-1 =
Weergegeven in een grafiek:
3
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
De kolk is geledigd als Ql(t) = 0. De ledigingstijd (t
el
) kan bepaald worden door een schatting te geven voor de waarde van
t
el
met t
el_geschat
< t
ev
(af te lezen in de grafiek). Vervolgens berekent het programma de werkelijke ledigingsltijd:
t
el_geschat
300s :=
--> geschatte ledigingstijd van de kolk [s]
t
el
root Q
l
t
el_geschat
( )
t
el_geschat
,
( )
345.289 s = :=
--> werkelijke ledigingstijd van de kolk [s]
Controle
Indien er sprake is van een lineaire toename van de vul- en ledigingsopeningen, kunnen er analytische formules worden
opgesteld die de vul- en ledigingskarakteristiek beschrijven. In referentie [1] zijn deze formules afgeleidt. Ter controle van
bovenstaande rekenmethode worden de rekenresultaten vergeleken met de analytische formules uit referentie [1]. Deze
luiden als volgt:
Voor het vulproces
h
k_v_1
t ( ) h
ben
v
h
b
h
2 g h
bov
h
ben

( )

2 b
k
l
k

t
2
+
v
h
b
h

( )
2
g
8 b
k
l
k

( )
2

t
4
:=
--> blz. 1.4, waterstand voor t < t
h
[m]
Q_v_1 t ( ) v
h
b
h
2 g h
bov
h
ben

( )
t
v
h
b
h

( )
2
g
2 b
k
l
k

t
3
:=
--> blz. 1.4, debiet voor t < t
h
[m
3
/s]
h
th
h
k_v_1
t
h
( )
5.7m = :=
--> waterstand op t = t
h
[m]
h
k_v_2
t ( ) h
th
A
h_max
2 g h
bov
h
th

( )

b
k
l
k

t t
h

( )
+
A
h_max

( )
2
g
2 b
k
l
k

( )
2

t t
h

( )
2
:=
--> blz. 1.6, waterstand
voor t > t
h
[m]
Q_v_2 t ( ) A
h_max
2 g h
bov
h
th

( )

A
h_max

( )
2
g
b
k
l
k

t t
h

( )
:=
--> blz. 1.6, debiet voor t > t
h
[m
3
/s]
t
ev
t
h
b
k
l
k
2 g h
bov
h
th

( )

g A
h_max

+ 345.284 s = :=
--> blz. 1.6, vultijd van de kolk [s]
4
h
k_v_ana
t ( ) h
k_v_1
t ( ) t t
h
s if
h
k_v_2
t ( ) t t
h
> if
:=
--> waterstand in de kolk op elke t tijdens vulproces op
analytische wijze bepaald [m]
Q
v_ana
t ( ) Q_v_1 t ( ) t t
h
s if
Q_v_2 t ( ) t t
h
> if
:=
--> debiet op elke t tijdens vulproces op analytische
wijze bepaald [m
3
/s]
Weergegeven in een grafiek:
0 100 200 300
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand numeriek [m]
Kolkwaterstand analitisch [m]
Debiet numeriek [m^3/s]
Debiet analytisch [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
In de grafiek is te zien dat de numeriek berekening en de analytische berekening dezelfde resultaten geven. De numerieke
berekening is dus juist uitgevoerd.
Voor het ledigingsproces
h
k_l_1
t ( ) h
bov
v
h
b
h
2 g h
bov
h
ben

( )

2 b
k
l
k

t
2

v
h
b
h

( )
2
g
8 b
k
l
k

( )
2

t
4
+ :=
--> blz. 1.7, waterstand voor t < t
h
[m]
Q_l_1 t ( ) v
h
b
h
2 g h
bov
h
ben

( )
t
v
h
b
h

( )
2
g
2 b
k
l
k

t
3
:=
--> blz. 1.7, debiet voor t < t
h
[m
3
/s]
h
th
h
k_l_1
t
h
( )
5 m = :=
--> waterstand op t = t
h
[m]
h
k_l_2
t ( ) h
th
A
h_max
2 g h
th
h
ben

( )

b
k
l
k

t t
h

( )

A
h_max

( )
2
g
2 b
k
l
k

( )
2

t t
h

( )
2
+ :=
--> blz. 1.8, waterstand voor
t > t
h
[m]
Q_l_2 t ( ) A
h_max
2 g h
th
h
ben

( )

A
h_max

( )
2
g
b
k
l
k

t t
h

( )
:=
--> blz. 1.8, debiet voor t > t
h
[m
3
/s]
5
t
el
t
h
b
k
l
k
2 g h
th
h
ben

( )

g A
h_max

+ 345.284 s = :=
--> blz. 1.9, ledigingstijd van de kolk [s]
h
k_l_ana
t ( ) h
k_l_1
t ( ) t t
h
s if
h
k_l_2
t ( ) t t
h
> if
:=
--> waterstand in de kolk op elke t tijdens
ledigingsproces op analytische wijze bepaald [m]
Q
l_ana
t ( ) Q_l_1 t ( ) t t
h
s if
Q_l_2 t ( ) t t
h
> if
:=
--> debiet op elke t tijdens ledigingsproces op
analytische wijze bepaald [m
3
/s]
Weergegeven in een grafiek:
0 100 200 300
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand numeriek [m]
Kolkwaterstand analitisch [m]
Debiet numeriek [m^3/s]
Debiet analytisch [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
In de grafiek is te zien dat de numeriek berekening en de analytische berekening dezelfde resultaten geven. De
numerieke berekening is dus juist uitgevoerd.
Ronde schuifopeningen
Bij een systeem met ronde vul- en ledigingsopeningen moet een andere functie voor de vulopening gedefineerd worden:
Stel een vul- en ledigingssysteem met 6 ronde vulopeningen met een diameter van 1 m. De hefsnelheid blijft hetzelfde
als in het vorige voorbeeld.
D
h
1m :=
--> diameter [m]
R
D
h
2
0.5m = :=
--> straal [m]
N 6 :=
--> aantal openingen [-]
A
h_max
N R
2
4.712 m
2
= :=
--> maximaal schuifoppervlak [m
2
]
6
t
h
D
h
v
h
250 s = :=
--> heftijd schuiven [s]
Een halve cirkel kan beschreven worden met de functie:
R
2
x
2
y
2
+ =
Deze functie kan omgeschreven worden naar een functie y met als variabele x die start in de cordinaten (0,0):
y x ( ) R
2
x R ( )
2
:=
0 0.2 0.4 0.6 0.8
0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
y(x)
Voor het opstellen van de functie voor het oppervlak van de schuifopening in de tijd kan de integraal genomen worden van
bovenstaande functie. Omdat bovenstaande functie een halve cirkel is, moet deze integraal met 2 vermenigvuldigd
worden voor het gehele oppervlak van de opening. Omdat we een functie van het schuifoppervlak in de tijd willen hebben,
wordt x uitgedrukt als v
h
* t. Tevens moet met N vermenigvuldigd worden voor het totale oppervlak van alle schuiven. Ten
behoeve van de berekening moet de functie ook gedefineerd worden voor t > t
h
. Hiervoor geldt: A
h
(t) = A
h_max
voor t > t
h.
De functie voor het oppervlak van de opening in de tijd kan hu als volg gedefinierd worden:
A
h
t ( ) N 2
0
t
t R
2
v
h
t R
( )
2

(
(
(
]
d v
h
0s t s t
h
s if
A
h_max
t t
h
> if
:=
Weergegeven in een grafiek:
0 200 400 600
0
1
2
3
4
Schuifoppervlak
Schuifoppervlak
tijd [s]
o
p
p
e
r
v
l
a
k

[
m
^
2
]
7
Nu kan de berekening van de vul- en ledigingskarakteristiek op dezelfde wijze uitgevoerd worden als bij een lineaire
toename van de schuiven. Voor het vulproces:
Q
v
t h
k_v
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
bov
h
k_v
0m ,
( )
:=
Q
v
t h
k_v
,
( )
b
k
l
k

t
h
k_v
d
d
|

\
|
|
.
=
Given
t
h
k_v
t ( )
d
d
Q
v
t s h
k_v
t ( ) m ,
( )
b
k
l
k

s
m
=
h
k_v
0 ( )
h
ben
m
=
h
k_v
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_v
t ( ) h
k_v
t
s
|

\
|
|
.
m := h
k_v
(Time) Length =
Q
v
t ( ) Q
v
t h
k_v
t ( ) ,
( )
:= Q
v
(Time) Length^3 Time^-1 =
0 100 200 300 400 500
5
5.5
6
0
2
4
6
8
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
t
ev_geschat
300s :=
--> geschatte vultijd van de kolk [s]
t
ev
root Q
v
t
ev_geschat
( )
t
ev_geschat
,
( )
430.654 s = :=
--> werkelijke vultijd van de kolk [s]
8
Op dezelfde wijze voor het ledigingsproces:
Q
l
t h
k_l
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
k_l
h
ben
0m ,
( )
:=
Q
l
t h
k_l
,
( )
b
k
l
k

t
h
k_l
d
d
|

\
|
|
.
=
Given
t
h
k_l
t ( )
d
d
Q
l
t s h
k_l
t ( ) m ,
( )

b
k
l
k

s
m
=
h
k_l
0 ( )
h
bov
m
=
h
k_l
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_l
t ( ) h
k_l
t
s
|

\
|
|
.
m := h
k_l
(Time) Length =
Q
l
t ( ) Q
l
t h
k_l
t ( ) ,
( )
:= Q
l
(Time) Length^3 Time^-1 =
0 100 200 300 400 500
5
5.5
6
0
2
4
6
8
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
t
el_geschat
300s :=
--> geschatte ledigingstijd van de kolk [s]
t
el
root Q
l
t
el_geschat
( )
t
el_geschat
,
( )
430.654 s = :=
--> werkelijke ledigingstijd van de kolk [s]
9

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
70

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Bijlage4 Berekening vul- en
ledigingskarakteristiek bij
korte omloopriolen
Opstellen vul- en ledigingskarakteristiek bij rechthoekige omloopriolen
Inleiding
In deze bijlage wordt een berekeningsmethode gegeven voor het bepalen van de vul- en ledigingskarakteristiek bij een
vul- en ledigingssysteem met korte omloopriolen. Er wordt gebruik gemaakt van de de functie voor de energieverliezen
en de stroomsnelheid zoals die zijn bepaald in bijlage 2.
De berekening wordt uitgevoerd voor de volgende situatie:
Vul- en ledigingssysteem met rechthoekige omloopriolen met lineaire toename van de vulopening -
De methode wordt weergegeven aan de hand van een voorbeeld. Hierbij is de referentiesluis gebruikt met de volgende
parameters:
l
k
125m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
12.5m :=
--> breedte kolk [m]
h
bov
6.10m :=
--> waterstand op het bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.60m :=
--> waterstand op het benedenpand [m +NAP]
k
riool
0.01m :=
--> Nikuradse-ruwheid van het riooloppervlak [m]
b
riool
3.438m :=
--> breedte n riool [m]
h
riool
0.9m :=
--> hoogte n riool [m]
l
r
10m :=
--> lengte n riool [m]
A
h_max
b
riool
h
riool
3.094 m
2
= :=
--> doorsnede n riool [m
2
]
N 2 :=
--> aantal riolen [-]
v
h
4
mm
s
:=
--> hefsnelheid van de schuiven [m/s]
t
h
h
riool
v
h
225 s = :=
--> heftijd van de schuiven [m]
Aannames
De waterspiegel in de sluis neemt horizontaal toe of af -
Het waterpeil in de aanliggende kanaalpanden veranderd niet tijdens het vul- en ledigingsproces -
Er is sprake van 2 omloopriolen met dezelfde geometrie -
Er is sprake van schuiven met een rechte onderkant -
Bepalen toename schuifopening rechthoekig riool
Indien er sprake is van een rechthoekig riool en de schuiven lineair worden geheven, kan het oppervlak van de opening in
de tijd als volgt beschreven worden:
A
h
t ( ) b
riool
v
h
t 0s t s t
h
s if
A
h_max
t t
h
> if
:=
--> formule (1): oppervlak van de vulopening in de tijd
Stroomsnelheid in de riolen
In bijlage 2 is bepaald hoe de energieverliezen en de stroomsnelheid in de riolen bepaald kunnen worden. Alleen de
verliescofficint bij de schuif is afhankelijk van de tijd, de overige verliescofficinten zijn tijdens het vul- en ledigingsproce
constant. In deze voorbeeldberekening wordt de som van de constante verliescofficinten aangenomen op 2:

constant
2 :=
De verliescofficint van de schuif wordt gegeven door de volgende formule:
1

schuif
t ( ) 10000
A
h
t ( )
A
h_max
0 = if
0.04
A
h
t ( )
A
h_max
|

\
|
|
.
2
10
1.56
0
A
h
t ( )
A
h_max
< 0.2 s if
10
2.2 3.2
A
h
t ( )
A
h_max
|

\
|
|
|
.

0.2
A
h
t ( )
A
h_max
< 1.0 s if
0.1
A
h
t ( )
A
h_max
1.0 > if
:=
--> formule (2): verliescofficint schuif in de tijd
De totale verliescofficint is dan:

tot
t ( )
constant

schuif
t ( ) + :=
--> formule (3): totale verliescofficint in de tijd
De stroomsnelheid in de riolen is volgens bijlage 2:
Bij het vulproces:
v
r
t ( )
2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )

tot
t ( )
2 l
r

tot
t ( )
b
k
l
k

N A
h_max

2
t
h
k_v
t ( )
d
d
2
=
--> formule (4): stroomsnelheid in de riolen tijdens
het vulproces
Bij het ledigingsproces:
v
r
t ( )
2 g h
k_l
t ( ) h
ben

( )

tot
t ( )
2 l
r

tot
t ( )
b
k
l
k

N A
h_max

2
t
h
k_l
t ( )
d
d
2
=
--> formule (5): stroomsnelheid in de riolen tijdens
het ledigingsproces
Opstellen vul- en ledigingskarakteristiek
Voor het vulproces geldt:
Q
v
t h
k_v
,
( )
N A
h_max

2 g h
bov
h
k_v

( )
2

tot
t ( )
2 l
r

tot
t ( )
b
k
l
k

N A
h_max

2
t
h
k_v
d
d
2
=
--> formule (6): debiet door de riolen
Q
v
t h
k_v
,
( )
b
k
l
k

t
h
k_v
d
d
|

\
|
|
.
=
--> formule (7): debiet in de kolk
t
h
k_v
t ( )
d
d
N A
h_max

2 g h
bov
h
k_v

( )

tot
t ( )
2 l
r

tot
t ( )
b
k
l
k

N A
h_max

2
t
h
k_v
d
d
2

b
k
l
k

=
--> formule (8): stijgsnelheid van de
kolkwaterstand [m/s]
Dit is een tweede-orde differentiaalvergelijking. Binnen het afstudeerproject is te weinig tijd beschikbaar om een methode te
vinden om deze vergelijking op te lossen.
In LOCKFILL wordt een numerieke methode gebruikt om de vul- en ledigingskarakteristiek bij korte omloopriolen te bepalen
[1]. Deze methode wordt hier overgenomen. Er is in referentie [1] geen toelichting gegeven op de methode, de formules
worden daarom zonder toelichting overgenomen.
t 0.1s :=
2
N
reken
1000s
t
:=

tot
j ( )
tot
j t ( ) :=
V h
bov
h
bov
m

h
ben
h
ben
m

l
r
l
r
m

A
k
l
k
b
k

m
2

f
b
1
4
t
s
A
k

A
h_max
A
h_max
m
2

g 9.81
gdatl
l
r
g A
h_max

t
s

tga2
1
2 g A
h_max
2

h
k
0
h
ben

Q
riool1
0
0
Q
riool2
0
0
Q
riool1
j
h
bov
h
k
j 1
Q
riool1
j 1
gdatl f
b
+
( )

tot
j ( ) Q
riool1
j 1
|
\
|
.
2
tga2 gdatl + f
b
+

Q
riool2
j
h
bov
h
k
j 1
Q
riool2
j 1
gdatl f
b
+
( )

tot
j ( ) Q
riool2
j 1
|
\
|
.
2
tga2 gdatl + f
b
+

Q
j
Q
riool1
j
Q
riool2
j
+
h
k
j
h
k
j 1
Q
j
t
s

A
k
+
V augment Q h
k
,
( )

j 1 N
reken
.. e for
:=
h
k_v
j ( ) V
1
( )
( )
j
m :=
3
h
k_v
t ( ) h
k_v
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
v
j ( ) V
0
( )
( )
j
m
3
s
:=
Q
v
t ( ) Q
v
t
t
|

\
|
|
.
:=
Weergegeven in een grafiek:
0 200 400 600
5
5.5
6
6.5
0
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet
Vulkarakteristiek korte omloopriolen
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
De grafiek geeft een beeld wat fysisch gezien in de lijn der verwachting ligt. Door de traagheid van het water in de riolen
blijft het water nog even doorstromen als de waterstand in de kolk gelijk is
met de waterstand in het bovenpand. Hierdoor ontstaat een negatief verval en keert het proces zich om. Dit proces blijft
zich een aantal keer herhalen tot de waterstand in de kolk constant blijft.
De afgeleide van het debiet en de kolkwaterstand dienen ook numeriek bepaald te worden. Deze worden als volgt bepaald:
dQvd t ( )
Q
v
t ( ) Q
v
t t ( )
t
:=
--> formule (9): afgeleide van het vuldebiet in de tijd
dhkvd t ( )
h
k_v
t ( ) h
k_v
t t ( )
t
:=
--> formule (10): afgeleide van de kolkwaterstand bij vulproces in de tijd
Op dezelfde wijze voor het ledigingsproces:
4
V h
bov
h
bov
m

h
ben
h
ben
m

l
r
l
r
m

A
k
l
k
b
k

m
2

f
b
1
4
t
s
A
k

A
h_max
A
h_max
m
2

g 9.81
gdatl
l
r
g A
h_max

t
s

tga2
1
2 g A
h_max
2

h
k
0
h
bov

Q
riool1
0
0
Q
riool2
0
0
Q
riool1
j
h
k
j 1
h
ben
Q
riool1
j 1
gdatl f
b
+
( )

tot
j ( ) Q
riool1
j 1
|
\
|
.
2
tga2 gdatl + f
b
+

Q
riool2
j
h
k
j 1
h
ben
Q
riool2
j 1
gdatl f
b
+
( )

tot
j ( ) Q
riool2
j 1
|
\
|
.
2
tga2 gdatl + f
b
+

Q
j
Q
riool1
j
Q
riool2
j
+
h
k
j
h
k
j 1
Q
j
t
s

A
k

V augment Q h
k
,
( )

j 1 N
reken
.. e for
:=
h
k_l
j ( ) V
1
( )
( )
j
m :=
h
k_l
t ( ) h
k_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
l
j ( ) V
0
( )
( )
j
m
3
s
:=
5
Q
l
t ( ) Q
l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Weergegeven in een grafiek:
0 200 400 600
4.5
5
5.5
6
5
0
5
10
15
Kolkwaterstand [m]
Debiet
Ledigingskarakteristiek korte omloopriolen
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
De grafiek geeft een beeld wat fysisch gezien in de lijn der verwachting ligt. Door de traagheid van het water in de riolen
blijft het water nog even doorstromen als de waterstand in de kolk gelijk is
met de waterstand in het benedenpand. Hierdoor ontstaat een negatief verval en keert het proces zich om. Dit proces blijft
zich een aantal keer herhalen tot de waterstand in de kolk constant blijft.
De afgeleide van het debiet en de kolkwaterstand dienen ook numeriek bepaald te worden. Deze worden als volgt bepaald:
dQld t ( )
Q
l
t ( ) Q
l
t t ( )
t
:= --> formule (11): afgeleide van het ledigingsdebiet in de tijd
dhkld t ( )
h
k_l
t ( ) h
k_l
t t ( )
t
:= --> formule (12): afgeleide van de kolkwaterstand bij ledigingsproces in de tijd
6

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 71



Bijlage5 Berekening translatiegolven
LOCKFILL-methode

Berekening kracht als gevolg van translatiegolven LOCKFILL-methode


Bronnen:
Waterloopkundig Laboratorium, (1994), 'Handleiding LOCKFILL', Delft, Q1537, november 1994 1.
Vrijburcht, A., Driegen, J., de Jonge, J.J., 'Rekenprogramma LOCKFILL', Testen en verificatie (deel A), 2.
Waterloopkundig Laboratorium, Delft, Q1537, november 1994
Inleiding
In deze bijlage wordt de berekeningsmethode gegeven voor het bepalen de kracht op het schip tijdens het vul- en
ledigingsproces als gevolg van translatiegolven die gebruikt wordt in het programma LOCKFILL. De formules zijn
overgenomen uit referentie [1]. Ter verduidelijking is ook weergegegeven hoe het methode is opgebouwd.
Bij het vul- en ledigingsproces door de sluishoofden wordt er in n van de sluishoofden water de kolk in- of uitgelaten.
Hierdoor ontstaan translatiegolven in de kolk. De translatiegolven ontstaan bij de vul- of ledigingsdeur en lopen de kolk in.
Bij het boeg en het hek van het schip treden gedeeltelijke reflecties op doordat de natte doorsnede van de kolk veranderd.
Bij de sluishoofden wordt aangenomen dat de golven volledig reflecteren. De waterstand in de kolk krijgt hierdoor een
oscillerende beweging.
Bij het vulproces worden translatiegolven met een positieve hoogte gegenereerd, bij het ledigingsproces met een
negatieve hoogte.
Als gevolg van de translatiegolven ontstaan waterstandsverschillen tussen de boeg en het hek van het schip. De
waterstandsverschillen zorgen voor drukverschillen die een kracht op het schip veroorzaken. Doordat er reflecties van de
golven optreden kan het drukverschil zorgen voor zowel een positieve als een negatieve kracht. Om de kracht op het
schip te kunnen bepalen, moet het verloop van de waterstand bij de boeg en het hek van het schip bekend zijn.
Uitgangspunten en aannames berekening
Om het verloop van de waterstand bij de boeg en het hek van het schip te bepalen wordt de volgende
uitgangspuntenfiguur gehanteerd:
Q (t)
l
Q (t)
v
A
B C D E F
x
b
N
bj
N
sj
N
hj
Figuur 1: uitgangspuntenfiguur berekening translatiegolven
De situatie in de kolk kan als volgt beschreven worden:
Bij raai A wordt een debiet de kolk in- of uitgelaten. Hierdoor wordt een translatiegolf gegenereerd met een hoogte = -
Q / b
k
* c
k
. Hierin is c
k
de golfsnelheid die afhankelijk is van de natte doorsnede van de kolk zonder schip. De golf
plant zich voort richting raai B.
Bij raai B is sprake van een inkomende golf die gelijk is aan de gegenereerde golf bij raai A. Een gedeelte van de golf -
wordt doorgelaten naar raai C en een gedeelte van de golf keert terug naar raai A. De golfsnelheid van de doorgaande
golf wordt beschreven door c
s
, de golfsnelheid van de terugkerende golf door c
k
. Omdat er ter plaatse van raai B een
verkleining van de natte doorsnede optreedt, zijn de hoogten van de doorgaande en terugkerende golf positief. De
verhouding tussen de hoogte van de doorgaande golf en de terugkerende golf is afhankelijk van grootte van het debiet
en de golfsnelheden c
k
en c
s
.
Bij raai D vindt een gedeeltelijke reflectie plaats van de golf die bij raai B doorgelaten werd. Een gedeelte van de golf -
wordt doorgelaten naar raai E en een gedeelte keert terug naar raai C. De golfsnelheid van de doorgaande golf wordt
beschreven door c
k
, de golfsnelheid van de terugkerende golf door c
s
. Omdat er ter plaatse van raai B een vergroting
van de natte doorsnede optreedt, is de hoogte van de doorgaande golf positief en de hoogte van de terugkerende golf
negatief. De verhouding tussen de hoogte van de doorgaande golf en de terugkerende golf is afhankelijk van grootte
van het debiet en de golfsnelheden c
k
en c
s
.
De golf die bij raai B terugkeerde, wordt bij raai A volledig gereflecteerd. Het debiet dat bij raai A de kolk inkomt wordt -
hierdoor groter.
1
De golf die bij raai D doorgelaten werd, wordt ter plaatse van raai F volledig gereflecteerd. Hierdoor ontstaat ter plaatse -
van raai F een golf die zich voortplant in de richting van raai E. Hierdoor ontstaat een gespiegelde situatie ten opzichte
van raai A.
De golf die bij raai D terugkeerde, wordt bij raai B gedeeltelijk gereflecteerd. Een gedeelte van de golf gaat verder naar -
raai A en een gedeelte keert terug naar raai D.
Het bovenstaande proces herhaalt zich steeds. De waterstand bij de raaien kan bepaald worden door alle inkomende -
en gegenereerde golfhoogten bij elkaar op te tellen.
De hoogte van de translatiegolven wordt volgens referentie [2] gedempt. Dit heeft twee oorzaken: de nivelleeropeningen -
zorgen voor een dempende werking, en de reflecties ter plaatse van de overgangen van kolkdoorsnede met schip naar
kolkdoorsnede zonder schip worden over de boeg- en de heklengte gespreidt.
Voor de wiskundige simulatie van de bovenstaand beschreven situatie worden de volgende uitgangspunten en aannames
gehanteerd:
Het proces wordt in een aantal tijdstappen verdeeld. Volgens referentie [1] is 0,1 tot 0,2 s voldoende nauwkeurig. De -
tijdstappen worden met het symbool t aangegeven.
De kolklengte wordt in een aantal rekenstappen verdeeld. Elke rekenstap beschrijft een tijdstap. Omdat de -
golfsnelheid afhankelijk is van de natte doorsnede in de kolk, zijn de rekenstappen bij de kolkdoorsnede zonder
schip groter dan bij de kolkdoorsnede met schip. De rekenstappen worden met het symbool j aangegeven.
Het aantal rekenstappen dat een golf nodig heeft om de afstand A-B af te leggen wordt aangegegeven met N
bj
. Het -
aantal rekenstappen dat een golf nodig heeft om de afstand C-D af te leggen wordt aangegeven met N
sj
. Het aantal
rekenstappen dat een golf nodig heeft om de afstand E-F af te leggen wordt aangegeven met N
hj
. Deze waarden zijn
afhankelijk van de kolkwaterstand en verlopen daardoor in de tijd.
De reflecties ter plaatse van de boeg en het hek van het schip treden alleen op bij de overgang van kolkdoorsnede -
met schip naar kolkdoorsnede zonder schip. Er is dus sprake van een plotselinge reflectie. De demping als gevolg
van de spreiding van de reflectie wordt later in de berekening in rekening gebracht.
De golfhoogten zijn dermate klein dat de invloed op de golfsnelheid wordt verwaarloosd. Voor de berekening van de -
golfsnelheid wordt daarom uitgegaan van de gemiddelde kolkwaterstand.
De verklaring van de gehanteerde symbolen in de berekening bevindt zich aan het einde van de berekening bij de
voorbeeldberekening.
Berekening translatiegolven
Voor het uitvoeren van de berekening dienen eerst de golfsnelheden en het aantal rekenpunten tussen A-B, C-D en E-F
gedefinierd te worden. Deze waarden zijn alleen afhankelijk van de kolkwaterstand en de tijd en kunnen daarom als volgt
beschreven worden:
c
k
j ( ) g h
k
j t ( ) h
bod

( )
=
--> formule (1): golfsnelheid bij kolkdoorsnede zonder schip
c
s
j ( ) g
h
k
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
=
--> formule (2): golfsnelheid bij kolkdoorsnede met schip
N
bj
j ( )
x
b
c
k
j ( ) t
=
--> formule (3): aantal rekenpunten tussen raai A en raai B
N
sj
j ( )
l
s
c
s
j ( ) t
=
--> formule (4): aantal rekenpunten tussen raai C en raai D
N
hj
j ( )
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
=
--> formule (5): aantal rekenpunten tussen raai E en raai F
Vervolgens wordt voor elke raai het inkomende debiet en het gegenereerde debiet gedefinierd:
QAT j ( ) QB j N
bj
j ( )
( )
=
--> formule (6): inkomend debiet bij raai A
QA j ( ) Q j ( ) QAT j ( ) =
--> formule (7): gegenereerd debiet bij raai A
QBT j ( ) QA j N
bj
j ( )
( )
=
--> formule (8): inkomend debiet bij raai B
2
QB j ( ) QBC j ( ) QBT j ( ) = --> formule (9): gegenereerd debiet bij raai B
QCT j ( ) QD j N
sj
j ( )
( )
= --> formule (10): inkomend debiet bij raai C
QC j ( ) QBC j ( ) QCT j ( ) = --> formule (11): gegenereerd debiet bij raai C
QDT j ( ) QC j N
sj
j ( )
( )
= --> formule (12): inkomend debiet bij raai D
QD j ( ) QDE j ( ) QDT j ( ) = --> formule (13): gegenereerd debiet bij raai D
QET j ( ) QF j N
hj
j ( )
( )
= --> formule (14): inkomend debiet bij raai E
QE j ( ) QDE j ( ) QET j ( ) = --> formule (15): gegenereerd debiet bij raai E
QFT j ( ) QE j N
hj
j ( )
( )
= --> formule (16): inkomend debiet bij raai F
QF j ( ) QFT j ( ) = --> formule (17): gegenereerd debiet bij raai F
In bovenstaande fomules zijn QBC(j) en QDE(j) nog niet gedefinierd. Deze waarden geven het debiet bij de boeg en het
hek en worden als volgt gedefinierd:
QBC j ( ) 2
QBT j ( )
c
k
j ( )
QCT j ( )
c
s
j ( )
+
1
c
k
j ( )
1
c
s
j ( )
+
= --> formule (18): debiet ter plaatse van de boeg
QDE j ( ) 2
QDT j ( )
c
s
j ( )
QET j ( )
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+
= --> formule (19): debiet ter plaatse van het hek
De debieten kunnen omgewerkt worden tot golfhoogten door de algemene formule = Q / b
k
* c. Dit levert per raai
inkomende en gegenereerde golfhoogten:
NAT j ( )
QAT j ( )
b
k
c
k
j ( )
= --> formule (20): inkomende golfhoogte raai A
NA j ( )
QA j ( )
b
k
c
k
j ( )
= --> formule (21): gegenereerde golfhoogte raai A
NBT j ( )
QBT j ( )
b
k
c
k
j ( )
= --> formule (22): inkomende golfhoogte raai B
NB j ( )
QB j ( )
b
k
c
k
j ( )
= --> formule (23): gegenereerde golfhoogte raai B
NCT j ( )
QCT j ( )
b
k
c
s
j ( )
= --> formule (24): inkomende golfhoogte raai C
NC j ( )
QC j ( )
b
k
c
s
j ( )
= --> formule (25): gegenereerde golfhoogte raai C
3
NDT j ( )
QDT j ( )
b
k
c
s
j ( )
= --> formule (26): inkomende golfhoogte raai D
ND j ( )
QD j ( )
b
k
c
s
j ( )
= --> formule (27): gegenereerde golfhoogte raai D
NET j ( )
QET j ( )
b
k
c
k
j ( )
= --> formule (28): inkomende golfhoogte raai E
NE j ( )
QE j ( )
b
k
c
k
j ( )
= --> formule (29): gegenereerde golfhoogte raai E
NFT j ( )
QFT j ( )
b
k
c
k
j ( )
= --> formule (30): inkomende golfhoogte raai F
NF j ( )
QF j ( )
b
k
c
k
j ( )
= --> formule (31): gegenereerde golfhoogte raai F
Nu de golfhoogten bekend zijn, kan per raai het verloop van de waterstand gedefinieerd worden door de golfhoogten op te
tellen bij de intile kolkwaterstand.
Voor het vulproces levert dit:
HA j ( ) h
ben
NA j ( ) + NAT j ( ) + = --> formule (32): waterstand raai A bij vulproces
HB j ( ) h
ben
NB j ( ) + NBT j ( ) + = --> formule (33): waterstand raai B bij vulproces
HC j ( ) h
ben
NC j ( ) + NCT + = --> formule (34): waterstand raai C bij vulproces
HC j ( ) h
ben
ND j ( ) + NDT j ( ) + = --> formule (35): waterstand raai D bij vulproces
HE j ( ) h
ben
NE j ( ) + NET j ( ) + = --> formule (36): waterstand raai E bij vulproces
HF j ( ) h
ben
NF j ( ) + NFT j ( ) + = --> formule (37): waterstand raai F bij vulproces
Bij het ledigingsproces levert dit:
HA j ( ) h
bov
NA j ( ) + NAT j ( ) + = --> formule (38): waterstand raai A bij ledigingsproces
HB j ( ) h
bov
NB j ( ) + NBT + = --> formule (39): waterstand raai B bij ledigingsproces
HC j ( ) h
bov
NC j ( ) + NCT j ( ) + = --> formule (40): waterstand raai C bij ledigingsproces
HD j ( ) h
bov
ND j ( ) + NDT j ( ) + = --> formule (41): waterstand raai D bij ledigingsproces
HE j ( ) h
bov
NE j ( ) + NET j ( ) + = --> formule (42): waterstand raai E bij ledigingsproces
HF j ( ) h
bov
NF j ( ) + NFT j ( ) + = --> formule (43): waterstand raai F bij ledigingsproces
Opmerking: bij het ledigingsproces is de translatiegolfhoogte negatief. Er moet daarom met een negatief debiet door de
deuropeningen gerekend worden.
De kracht op het schip als gevolg van translatiegolven wordt in LOCKFILL als volgt beschreven:
FT j ( )
1
2
HB j ( ) HC j ( ) + HD j ( ) HE j ( )
l
s
c
b

= --> formule (44): relatieve kracht op schip als gevolg van


translatiegolven bij vulproces
4
Bovenstaande formule beschrijft de kracht op het schip als gevolg van translatiegolven. In referentie [1] staat aangegeven
dat aan deze formules zogenaamde 'smoothing' effecten toegevoegd moeten worden. Dit houdt in dat veranderingen in de
waterspiegel nooit in een scherpe hoek optreden, maar dat dit meer geleidelijk, meer 'smooth' gebeurd. Deze effecten
worden in LOCKFILL als volgt toegevoegd:
FS j ( ) 0.6 FT j ( ) 0.3 FT j 1 ( ) + 0.1 FT j 2 ( ) + =
--> formule (45): relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces
met smoothing-effecten
In deze formules is nog geen rekening gehouden met de demping van de golven. In referentie [1] wordt een methode
gegeven voor het in rekening brengen van de demping. Er wordt geen onderbouwing gegeven voor deze methode. Uit
referentie [2] blijkt echter dat de methode wel is gevalideerd met praktijkmetingen. De methode is als volgt:
FP j ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
v
j ( )
d
d

l
k
g h
k_v
j ( )
(
h
bod

b
k
d
s
b
s

c
b

= --> formule (46): gemiddelde kracht als gevolg van translatiegolven


c
e
j ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_v
j ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + =
--> formule (47): dempingscofficint
t
k
j ( ) 2
l
k
l
s

c
k
j ( )
l
s
c
s
j ( )
+
|

\
|
|
.
= --> formule (48): eigen-periode van de kolk
FSG t ( ) FS j ( ) FS j ( ) FP j ( ) ( ) 1 exp c
e

t
t
k
j ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 =
--> formule (49): relatieve langskracht als gevolg van translatiegolven
Voorbeeld
De resultaten van de berekeningen kunnen weergegeven worden aan de hand een voorbeeldberekening. Voor deze
berekeningen wordt de niet referentiesluis, maar de duwvaartsluis in Hansweert gebruikt. In april 2012 zijn voor deze sluis
door Deltares LOCKFILL-berekeningen uitgevoerd voor het programma RINK 2012. Door resultaten van deze
LOCKFILL-berekeningen te vergelijken met de berekende waarden kan gecontroleerd worden of de berekeningsmethode
op de juiste wijze is gereproduceerd.
Voor de berekeningen gelden de volgende parameters:
l
k
284m := --> lengte kolk [m]
b
k
24m := --> breedte kolk [m]
h
bod
7.5 m := --> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
h
bov
3.65m := --> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
0.45m := --> waterstand benedenpand [m +NAP]
x
b
3.6m := --> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
3.3m := --> breedte 1 schuifopening [m]
v
h
3
mm
s
:= --> hefsnelheid schuiven [m/s]
h
h_1
1.25m := --> hoogte schuifopening 1 [s]
h
h_2
1.1m := --> hoogte schuifopening 2 [s]
l
s
153m := --> lengte van het schip [m]
b
s
22.9m := --> breedte van het schip [m]
5
d
s
4m := --> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 := --> blokcoefficient van het schip [-]
m
s
12200ton := --> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
De openingen in de deur bestaan uit 3 openingen met een hoogte h
h_1
en 2 openingen met een hoogte h
h_2
. De
openingen hebben allen dezelfde breedte b
h
. De bovenkant van de openingen bevindt zich op gelijk niveau. Bij het
openen van de schuiven komt eerst een gedeelte van de 3 openingen met een hoogte h
h_1
vrij. Na verloop van tijd komen
worden ook de andere twee openingen geopend. Dit tijdschip wordt gedefinieerd als t
1
:
t
1
h
h_1
h
h_2

v
h
50 s = := --> openingstijd waarop 3 openingen vrij komen [s]
De totale heftijd is als volgt:
t
h
h
h_1
v
h
416.667 s = := --> totale heftijd van de schuiven [s]
De functie van het oppervlak in de tijd kan nu als volgt gedefinierd worden:
A
h
t ( ) 3 b
h
t v
h

( )
t t
1
< if
3 b
h
t
1
v
h

( )
5 b
h
t t
1

( )
v
h
+ t
1
t s t
h
< if
3 b
h
t
1
v
h

( )
5 b
h
t
h
t
1

( )
v
h
+ t t
h
> if
:= --> oppervlak van de openingen [m
2
]
Met metingen is de afvoercofficient bepaald. Voor het vulproces is deze in de LOCKFILL-berekeningen geschematiseerd
als 1,0 bij het begin van het vulproces tot 0,66 als de schuiven volledig geopend zijn. Dit levert de volgende functie voor de
afvoercofficint:

v
t ( ) max 1
1 0.66 ( )
t
h
t 0.66 ,

(
(

:= --> afvoercofficint bij het vulproces [-]


Bij het ledigingsproces is de afvoercofficint in de LOCKFILL-berekeningen constant als 0,7 aangenomen:

l
0.70 := --> afvoercofficint bij het ledigingsproces [-]
In bijlage 3 is bepaald hoe de vul- en ledigingskarakteristiek bepaald kan worden. Dit wordt in deze bijlage niet herhaald.
6
De berekening levert de volgende vul- en ledigingskarakteristiek:
0 200 400 600
0
5
10
15
20
0.6
0.7
0.8
0.9
1
Schuifopening
Afvoercofficint vulproces
Oppervlak schuifopening en afvoercofficint
tijd [s]
o
p
p
e
r
v
l
a
k

o
p
e
n
i
n
g

[
m
^
2
]
a
f
v
o
e
r
c
o

f
f
i
c
i

n
t

[
-
]
0 200 400 600
1
2
3
0
20
40
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
7
0 200 400 600
1
2
3
0
20
40
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
De vul- en ledigingstijden worden als volgt bepaald:
t
ev_geschat
500s :=
--> geschatte vultijd van de kolk [s]
t
ev
root Q
v
t
ev_geschat
( )
t
ev_geschat
,
( )
609.685 s = :=
--> werkelijke vultijd van de kolk [s]
t
el_geschat
500s :=
--> geschatte ledigingstijd van de kolk [s]
t
el
root Q
l
t
el_geschat
( )
t
el_geschat
,
( )
618.195 s = :=
--> werkelijke ledigingstijd van de kolk [s]
Eerst dient de tijdstap gedefinierd te worden:
t 0.1s :=
Vanaf dit punt moet de berekening gesplitst worden in het vulproces en het ledigingsproces.
Vulproces
De formules (1) t/m (5) kunnen gedefinierd worden:
c
k
j ( ) g h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
:=
--> formule (1): golfsnelheid bij kolkdoorsnede zonder schip
c
s
j ( ) g
h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
--> formule (2): golfsnelheid bij kolkdoorsnede met schip
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> formule (3): aantal rekenpunten tussen raai A en raai B
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> formule (4): aantal rekenpunten tussen raai C en raai D
8
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> formule (5): aantal rekenpunten tussen raai E en raai F
Om het verloop van de translatiegolven te kunnen beschrijven, dienen de formules zoals die voorgaand zijn beschreven
geprogrammeerd te worden. Er wordt gebruik gemaakt van de programmeerfunctie van het rekenprogramma Mathcad.
Eerst wordt het aantal rekenpunten gedefinierd. Dit getal wordt afgerond op een hele waarde:
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
6.087 10
3
= :=
--> aantal rekenpunten [-]
De stapgrootte van de rekenpunten is 1. Dit levert het volgende bereik van het rekenrooster:
j 0 1 , N
reken
.. :=
--> bereik van de rekenpunten [-]
Voor het programmeren wordt het proces opgedeeld in drie fasen:
Fase 1: van het begin van het vulproces tot het tijdschip waarop de golf de boeg van het schip heeft bereikt -
Fase 2: vanaf het tijdstip dat de golf de boeg van het schip heeft bereikt tot het tijdschip waarop de golf het hek van -
het schip heeft bereikt
Fase 3: alle tijdstippen nadat de golf het hek van het schip heeft bereikt -
Om deze fasen te kunnen onderscheiden dienen de tijdstippen gedefinierd te worden waarop de overgang plaats vindt
naar de volgende fase.
De overgang van fase 1 naar fase 2 vindt plaats als j = N
bj
(j). De overgang van fase 2 naar fase 3 vindt plaats als j = N
bj
(j)
+ N
sj
(j).
Het rekenpunt waarop de overgang plaatsvindt van fase 1 naar fase 2 kan dus gedefinierd worden als het punt waarop
geldt: j - N
bj
(j) = 0. Het rekenpunt waarop de overgang plaatsvindt van fase 2 naar fase 3 kan gedefinierd worden als het
punt waarop geldt: j - (N
bj
(j) + N
sj
(j)) = 0. In Mathcad worden deze punten als volgt berekend:
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 1
naar fase 2
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 2
naar fase 3
start 0 :=
--> startwaarde waarop het programma moet zoeken naar de nulwaarde van een
functie [-]
j
1
root a start ( ) start , ( ) 4 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 1 naar fase 2 [-]
j
2
root b start ( ) start , ( ) 244 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 2 naar fase 3 [-]
Het debiet wordt uitgedrukt in het rekenpunt j:
Q
v
j ( ) Q
v
j t ( ) :=
De formules (6) t/m (19) kunnen nu uitgerekend worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een for-loop. Dit houdt in dat
er naast de formules een bereik en een stapgrootte opgegeven moeten worden. Het programma rekent vervolgens in het
bereik voor elke stapgrootte de formules uit. De uitvoer van de for-loop is een matrix met alle berekende waarden.
De for-loop wordt voor alle drie de fasen apart ingevoerd.
Bij fase 1 is de golf net aangekomen bij de boeg. De waarden van de inkomende en gegenereerde debieten bij de raaien
C, D, E en F zijn daarom allen nog nul. De overige waarden kunnen conform de formules berekend worden.
Bij fase 2 is de golf net aangekomen bij het hek. De waarden van de inkomende en gegenereerde debieten bij de raaien
E en F zijn daarom allen nog nul.De overige waarden kunnen conform de formules berekend worden.
Bij fase 3 is de golf alle raaien gepasseerd en kunnen alle waarden conform de formules berekend worden.
Het bereik wordt gegeven door N
reken
en de stapgrootte is de stapgrootte van j.
Dit levert de volgende invoer:
9
Q
QFT
j
0
QF
j
0
QET
j
0
QE
j
0
QDT
j
0
QD
j
0
QCT
j
0
QC
j
0
QBT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QA
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QBC
j
2
QBT
j
c
k
j ( )
QCT
j
c
s
j ( )
+
1
c
k
j ( )
1
c
s
j ( )
+

QDE
j
2
QDT
j
c
s
j ( )
QET
j
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+

QB
j
QBC
j
QBT
j

QAT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QB
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QA
j
Q
v
j ( ) QAT
j

j 1 j
1
.. e for
QFT
j
0
QF
j
0
QET
j
0
QE
j
0
QDT
j
0 j N
sj
j ( ) s if
QC
j N
sj
j ( )
j N
sj
j ( ) > if

QDE
j
2
QDT
j
c
s
j ( )
QET
j
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+

QD
j
QDE
j
QDT
j

QCT
j
QCT
j
0 j N
sj
j ( ) s if
QD
j N
sj
j ( )
j N
sj
j ( ) > if

QBT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
j j
1
1 + j
2
.. e for
:=
10
j
bj
QA
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if
QBC
j
2
QBT
j
c
k
j ( )
QCT
j
c
s
j ( )
+
1
c
k
j ( )
1
c
s
j ( )
+

QDE
j
2
QDT
j
c
s
j ( )
QET
j
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+

QB
j
QBC
j
QBT
j

QC
j
QBC
j
QCT
j

QAT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QB
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QA
j
Q
v
j ( ) QAT
j

QDE
j
0
QFT
j
0 j N
hj
j ( ) s if
QE
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

QF
j
QFT
j

QET
j
0 j N
hj
j ( ) s if
QF
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

QDT
j
0 j N
sj
j ( ) s if
QC
j N
sj
j ( )
j N
sj
j ( ) > if

QDE
j
2
QDT
j
c
s
j ( )
QET
j
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+

QE
j
QDE
j
QET
j

QD
j
QDE
j
QDT
j

QCT
j
0 j N
sj
j ( ) s if
QD
j N
sj
j ( )
j N
sj
j ( ) > if

QBT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QA
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QBC
j
2
QBT
j
c
k
j ( )
QCT
j
c
s
j ( )
+
1
c
k
j ( )
1
c
s
j ( )
+

QB QBC QBT
j j
2
1 + N
reken
.. e for
11
QB
j
QBC
j
QBT
j

QC
j
QBC
j
QCT
j

QAT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QB
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QA
j
Q
v
j ( ) QAT
j

Q augment QA QAT , QB , QBT , QC , QCT , QD , QDT , QE , QET , QF , QFT , QBC , QDE , ( )
Q
De uitvoer van deze for-loop is een matrix met alle berekende waarden. De waarden voor de formules (6) t/m (19) kunnen
gedefinierd worden door de corresponderende kolom uit de matrix te nemen:
QA Q
0
( )
:=
QAT Q
1
( )
:=
QB Q
2
( )
:=
QBT Q
3
( )
:=
QC Q
4
( )
:=
QCT Q
5
( )
:=
QD Q
6
( )
:=
QDT Q
7
( )
:=
QE Q
8
( )
:=
QET Q
9
( )
:=
QF Q
10
( )
:=
QFT Q
11
( )
:=
QBC Q
12
( )
:=
QDE Q
13
( )
:=
Nu kunnen de golfhoogten berekend worden met de formules (20) t/m (31):
NAT j ( )
QAT
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (20): inkomende golfhoogte raai A
NA j ( )
QA
j

b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (21): gegenereerde golfhoogte raai A
NBT j ( )
QBT
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (22): inkomende golfhoogte raai B
NB j ( )
QB
j

b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (23): gegenereerde golfhoogte raai B
NCT j ( )
QCT
j

b
k
c
s
j ( )
:=
--> formule (24): inkomende golfhoogte raai C
12
NC j ( )
QC
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> formule (25): gegenereerde golfhoogte raai C
NDT j ( )
QDT
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> formule (26): inkomende golfhoogte raai D
ND j ( )
QD
j

b
k
c
s
j ( )
:=
--> formule (27): gegenereerde golfhoogte raai D
NET j ( )
QET
j

b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (28): inkomende golfhoogte raai E
NE j ( )
QE
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (29): gegenereerde golfhoogte raai E
NFT j ( )
QFT
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (30): inkomende golfhoogte raai F
NF j ( )
QF
j

b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (31): gegenereerde golfhoogte raai F
Deze waarden kunnen afhankelijk gemaakt worden van de tijd in plaats van het rekenrooster:
NA t ( ) NA
t
t
|

\
|
|
.
:=
NAT t ( ) NAT
t
t
|

\
|
|
.
:=
NB t ( ) NB
t
t
|

\
|
|
.
:=
NBT t ( ) NBT
t
t
|

\
|
|
.
:=
NC t ( ) NC
t
t
|

\
|
|
.
:=
NCT t ( ) NCT
t
t
|

\
|
|
.
:=
ND t ( ) ND
t
t
|

\
|
|
.
:=
NDT t ( ) NDT
t
t
|

\
|
|
.
:=
NE t ( ) NE
t
t
|

\
|
|
.
:=
NET t ( ) NET
t
t
|

\
|
|
.
:=
NF t ( ) NF
t
t
|

\
|
|
.
:=
NFT t ( ) NFT
t
t
|

\
|
|
.
:=
Ook het debiet en de golfhoogten worden weer afhankelijk gemaakt van de tijd:
13
Q
v
t ( ) Q
v
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
Nu kunnen met de formules (32) t/m (37) de waterstanden per raai berekend worden:
HA t ( ) h
ben
NA t ( ) + NAT t ( ) + :=
--> formule (32): waterstand raai A bij vulproces
HB t ( ) h
ben
NB t ( ) + NBT t ( ) + :=
--> formule (33): waterstand raai B bij vulproces
HC t ( ) h
ben
NC t ( ) + NCT t ( ) + :=
--> formule (34): waterstand raai C bij vulproces
HD t ( ) h
ben
ND t ( ) + NDT t ( ) + :=
--> formule (35): waterstand raai D bij vulproces
HE t ( ) h
ben
NE t ( ) + NET t ( ) + :=
--> formule (36): waterstand raai E bij vulproces
HF t ( ) h
ben
NF t ( ) + NFT t ( ) + :=
--> formule (37): waterstand raai F bij vulproces
De kracht op het schip als gevolg van translatiegolven kan nu berekend worden met de formules (44) t/m (49):
FZ t ( )
1
2
HB t ( ) HC t ( ) + HD t ( ) HE t ( ) ( )
l
s
c
b

:=
--> formule (44): relatieve kracht op schip als gevolg
van translatiegolven bij vulproces
FT t ( ) 0.6 FZ t ( ) 0.3 FZ t t ( ) + 0.1 FZ t 2t ( ) + :=
--> formule (45): relatieve kracht op schip als gevolg van
translatiegolven bij vulproces met smoothing-effecten
FP t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
v
t ( )
d
d

l
k
g h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
--> formule (46): gemiddelde kracht als gevolg van
translatiegolven
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
--> formule (47): dempingscofficint
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
--> formule (48): eigen-periode van de kolk
FSG t ( ) FT t ( ) FT t ( ) FP t ( ) ( ) 1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
--> formule (49): relatieve langskracht als gevolg van
translatiegolven
Weergegeven in een grafiek levert dit:
14
0 200 400 600
0.2
0.1
0
0.1
0.2
0.3
0.4
Kracht door translatiegolf
Kracht op schip door translatiegolf - vulproces
tijd [t]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

k
r
a
c
h
t

o
p

s
c
h
i
p

[

]
De uitvoer van de LOCKFILL-resultaten was als volgt:
De component 'golf' is in deze figuur de berekening van de kracht op het schip als gevolg van translatiegolven. Zoals te
zien in de figuur zijn de resultaten van de LOCKFILL-berekening en de eigen berekening hetzelfde. De
berekeningsmethode voor het berekenen van de kracht op het schip als gevolg van translatiegolven in LOCKFILL is dus op
de juiste wijze gereproduceerd.
Ledigingsproces
Voor het ledigingsproces gelden dezelfde formules:
c
k
j ( ) g h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
:=
15
c
s
j ( ) g
h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
reken
round
t
el
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
6.172 10
3
= :=
start 0 :=
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
j
1
root a start ( ) start , ( ) 3 = :=
j
2
root b start ( ) start , ( ) 183 = :=
Q
l
j ( ) Q
l
j t ( ) :=
Q
QFT
j
0
QF
j
0
QET
j
0
QE
j
0
QDT
j
0
QD
j
0
QCT
j
0
QC
j
0
QBT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QA
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QBC
j
2
QBT
j
c
k
j ( )
QCT
j
c
s
j ( )
+
1
c
k
j ( )
1
c
s
j ( )
+

QDE
j
2
QDT
j
c
s
j ( )
QET
j
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+

QB
j
QBC
j
QBT
j

QAT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
j 1 j
1
.. e for :=
16
j
j
QB
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if
QA
j
Q
l
j ( ) QAT
j

QFT
j
0
QF
j
0
QET
j
0
QE
j
0
QDT
j
0 j N
sj
j ( ) s if
QC
j N
sj
j ( )
j N
sj
j ( ) > if

QDE
j
2
QDT
j
c
s
j ( )
QET
j
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+

QD
j
QDE
j
QDT
j

QCT
j
QCT
j
0 j N
sj
j ( ) s if
QD
j N
sj
j ( )
j N
sj
j ( ) > if

QBT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QA
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QBC
j
2
QBT
j
c
k
j ( )
QCT
j
c
s
j ( )
+
1
c
k
j ( )
1
c
s
j ( )
+

QDE
j
2
QDT
j
c
s
j ( )
QET
j
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+

QB
j
QBC
j
QBT
j

QC
j
QBC
j
QCT
j

QAT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QB
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QA
j
Q
l
j ( ) QAT
j

QDE
j
0
j j
1
1 + j
2
.. e for
QFT
j
0 j N
hj
j ( ) s if
QE
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

QF
j
QFT
j

QET
j
0 j N
hj
j ( ) s if
j j
2
1 + N
reken
.. e for
17
QF
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
QDT
j
0 j N
sj
j ( ) s if
QC
j N
sj
j ( )
j N
sj
j ( ) > if

QDE
j
2
QDT
j
c
s
j ( )
QET
j
c
k
j ( )
+
1
c
s
j ( )
1
c
k
j ( )
+

QE
j
QDE
j
QET
j

QD
j
QDE
j
QDT
j

QCT
j
0 j N
sj
j ( ) s if
QD
j N
sj
j ( )
j N
sj
j ( ) > if

QBT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QA
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QBC
j
2
QBT
j
c
k
j ( )
QCT
j
c
s
j ( )
+
1
c
k
j ( )
1
c
s
j ( )
+

QB
j
QBC
j
QBT
j

QC
j
QBC
j
QCT
j

QAT
j
0 j N
bj
j ( ) s if
QB
j N
bj
j ( )
j N
bj
j ( ) > if

QA
j
Q
l
j ( ) QAT
j

Q augment QA QAT , QB , QBT , QC , QCT , QD , QDT , QE , QET , QF , QFT , QBC , QDE , ( )
Q
QA Q
0
( )
:=
QAT Q
1
( )
:=
QB Q
2
( )
:=
QBT Q
3
( )
:=
QC Q
4
( )
:=
QCT Q
5
( )
:=
QD Q
6
( )
:=
QDT Q
7
( )
:=
QE Q
8
( )
:=
QET Q
9
( )
:=
QF Q
10
( )
:=
18
QFT Q
11
( )
:=
QBC Q
12
( )
:=
QDE Q
13
( )
:=
NAT j ( )
QAT
j
b
k
c
k
j ( )
:=
NA j ( )
QA
j

b
k
c
k
j ( )
:=
NBT j ( )
QBT
j
b
k
c
k
j ( )
:=
NB j ( )
QB
j

b
k
c
k
j ( )
:=
NCT j ( )
QCT
j

b
k
c
s
j ( )
:=
NC j ( )
QC
j
b
k
c
s
j ( )
:=
NDT j ( )
QDT
j
b
k
c
s
j ( )
:=
ND j ( )
QD
j

b
k
c
s
j ( )
:=
NET j ( )
QET
j

b
k
c
k
j ( )
:=
NE j ( )
QE
j
b
k
c
k
j ( )
:=
NFT j ( )
QFT
j
b
k
c
k
j ( )
:=
NF j ( )
QF
j

b
k
c
k
j ( )
:=
NA t ( ) NA
t
t
|

\
|
|
.
:=
NAT t ( ) NAT
t
t
|

\
|
|
.
:=
NB t ( ) NB
t
t
|

\
|
|
.
:=
NBT t ( ) NBT
t
t
|

\
|
|
.
:=
19
NC t ( ) NC
t
t
|

\
|
|
.
:=
NCT t ( ) NCT
t
t
|

\
|
|
.
:=
ND t ( ) ND
t
t
|

\
|
|
.
:=
NDT t ( ) NDT
t
t
|

\
|
|
.
:=
NE t ( ) NE
t
t
|

\
|
|
.
:=
NET t ( ) NET
t
t
|

\
|
|
.
:=
NF t ( ) NF
t
t
|

\
|
|
.
:=
NFT t ( ) NFT
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
l
t ( ) Q
l
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
HA t ( ) h
bov
NA t ( ) + NAT t ( ) + :=
HB t ( ) h
bov
NB t ( ) + NBT t ( ) + :=
HC t ( ) h
bov
NC t ( ) + NCT t ( ) + :=
HD t ( ) h
bov
ND t ( ) + NDT t ( ) + :=
HE t ( ) h
bov
NE t ( ) + NET t ( ) + :=
HF t ( ) h
bov
NF t ( ) + NFT t ( ) + :=
FZ t ( )
1
2
HB t ( ) HC t ( ) + HD t ( ) HE t ( ) ( )
l
s
c
b

:=
FT t ( ) 0.6 FZ t ( ) 0.3 FZ t t ( ) + 0.1 FZ t 2t ( ) + :=
FP t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
l
t ( )
d
d

l
k
g h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
FSG t ( ) FT t ( ) FT t ( ) FP t ( ) ( ) 1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
20
0 200 400 600
0.2
0.1
0
0.1
0.2
0.3
Kracht door translatiegolf
Kracht op schip door translatiegolf - ledigingsproces
tijd [t]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

k
r
a
c
h
t

o
p

s
c
h
i
p

[

]
Ook bij het ledigingsproces komen de berekeningsresultaten overeen met de resultaten van de LOCKFILL-berekeningen.
De berekeningsmethode bij ledigingsproces is dus ook correct gereproduceerd.
21

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
72

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Bijlage6 Berekening translatiegolven
eigen methode
Berekening kracht als gevolg van translatiegolven eigen benadering
Bronnen:
Waterloopkundig Laboratorium, (1994), 'Handleiding LOCKFILL', Delft, Q1537, november 1994 1.
Battjes, J.A., (1998), 'Stroming in waterlopen - collegehandleiding', dictaat TU Delft, cursuscode CTwa3310 2.
PIANC, (2009), 'Report n 106 - 2009 - Innovations in navigation lock design', PIANC Report N 106 Inland Navigation 3.
Commission
Vrijburcht, A., Driegen, J., de Jonge, J.J., 'Rekenprogramma LOCKFILL', Testen en verificatie (deel A), 4.
Waterloopkundig Laboratorium, Delft, Q1537, november 1994
Inleiding
In bijlage 5 is de berekeningsmethode weergegeven die in LOCKFILL wordt gebruikt om de kracht op het schip als gevolg
translatiegolven te berekenen. In deze bijlage wordt de methode gecontroleerd aan de continuteitsvoorwaarde. Daarnaast
wordt ook een eigen berekeningsmethode weergegeven om de kracht als gevolg van translatiegolven te berekenen. De
uitkomsten van deze benadering worden vergeleken met de LOCKFILL-resultaten.
Controle continuteitsvoorwaarde
Om de berekeningsmethode in LOCKFILL te controleren aan de continuteitsvoorwaarde wordt de methode eerst kort
beschreven.
De methode die gehanteerd wordt in LOCKFILL om het verloop van de translatiegolven te beschrijven is als volgt:
Per raai (zie figuur 1 in bijlage 5) worden de inkomende debieten geregistreerd. Deze inkomende debieten worden -
omgewerkt tot gegenereerde debieten als gevolg van reflecties. Het gegeneerde debiet bij raai A gaat richting raai B.
Het gegenereerde debiet bij raai B gaat richting raai A. Het gegenereerde debiet bij raai C gaat richting raai D. Het
gegenereerde debiet bij raai D gaat richting raai C. Het gegenereerde debiet bij raai E gaat richting raai F. Het
gegenereerde debiet bij raai F gaat richting raai E.
Bij raai A betreft het een inkomend debiet vanaf links uit de vul/ledigingsopeningen en een inkomend debiet vanaf -
rechts dat gelijk is aan het gegenereerde debiet bij raai B op j = j - N
bj
. Het gegenereerde debiet bij raai A is de som
van deze twee debieten. Het gegenereerde debiet bij raai B is in LOCKFILL negatief, waardoor de inkomende
debieten bij raai niet gesommeerd maar van elkaar afgetrokken worden.
Bij raai B betreft het een inkomend debiet vanaf links dat gelijk is aan het gegenereerde debiet bij raai A op j = j - N
bj. -
Een gedeelte van dit debiet wordt doorgelaten naar raai C, een gedeelte wordt gereflecteerd richting raai A. In
LOCKFILL wordt het debiet bij de boeg gedefinierd door formule (18) (zie bijlage 5). Het gegenereerde debiet bij raai
B wordt vervolgens gedefinierd door het inkomende debiet af te trekken van het debiet bij de boeg. Dit levert een
negatieve waarde voor het gegenereerde debiet bij raai B.
Bij raai C betreft het een inkomend debiet vanaf rechts dat gelijk is aan het gegenereerde debiet bij raai D op j = j - -
N
sj
. Het gegenereerde debiet bij raai C wordt in LOCKFILL gedefinierd door het inkomende debiet bij raai C af te
trekken van het debiet bij de boeg (formule (18)).
Bij raai D betreft het een inkomend debiet vanaf links dat gelijk is aan het gegenereerde debiet bij raai C op j = j - N
sj. -
Een gedeelte van dit debiet wordt doorgelaten naar raai E, een gedeelte wordt gereflecteerd richting raai C. In
LOCKFILL wordt het debiet bij het hek gedefinierd door formule (19) (zie bijlage 5). Het gegenereerde debiet bij raai
D wordt vervolgens gedefinierd door het inkomende debiet af te trekken van het debiet bij het hek.
Bij raai E betreft het een inkomend debiet vanaf rechts dat gelijk is aan het gegenereerde debiet bij raai F op j = j - -
N
hj
. Het gegenereerde debiet bij raai E wordt in LOCKFILL gedefinierd door het inkomende debiet bij raai E af te
trekken van het debiet bij het hek (formule (19)).
Bij raai F betreft het een inkomend debiet vanaf links dat gelijk is aan het gegenereerde debiet bij raai E op j = j - N
hj
. -
Het debiet wordt volledig gereflecteerd dus het gegenereerde debiet is gelijk aan het inkomende debiet. In LOCKFILL
wordt het debiet vermenigvuldigd met -1 waardoor het debiet negatief is.
Weergegeven in een figuur werkt de methode als volgt:
1
Q (t)
l
Q (t)
v
A
B E
F
D C
QAT
QA
QBT
QB
QCT
QC
QDT
QD
QET
QE
QFT
QF
Figuur 1: schematische weergave berekeningsmethode LOCKFILL
Bij bovenstaande benadering moet uit continuteitsoverwegingen altijd gelden dat de som van de inkomende debieten
gelijk is aan de som van de gegenereerde debieten. Er kan immers geen debiet verloren gaan.
Bij de raaien A en F is aan de formule direct te zien dat aan deze voorwaarde voldaan wordt; bij raai A is het gegenereerde
debiet gelijk aan de som van de inkomende debieten en bij raai F is het gegenereerde debiet gelijk aan het inkomende
debiet.
Bij de raaien B t/m E moet de situatie nader bekeken worden. Hierbij wordt de hele situatie bij de boeg (dus de raaien B
en C) en de hele situatie bij het hek (dus de raaien D en E) in beschouwing genomen.
Bij de boeg en het hek is altijd sprake van twee inkomende debieten, die beiden gesplitst worden in een gereflecteerd en
een doorgaand debiet. Bij een verkleining van de natte doorsnede is sprake van een positieve reflectie (de gereflecteerde
golf en de doorgaande golf zijn beiden positief) en bij een vergroting van de natte doorsnede is er sprake van een
negatieve reflectie (de doorgaande golf is positief maar de gereflecteerde golf is negatief).
Hieruit volgt dat de som van het inkomende debiet bij raai B en het inkomende debiet bij raai C gelijk moet zijn aan de
som van het gegenereerde debiet bij raai B en het gegenereerde debiet bij raai C. Bij het hek geldt hetzelfde: de som van
het inkomende debiet bij raai D en het inkomende debiet bij raai E gelijk moet zijn aan de som van het gegenereerde
debiet bij raai D en het gegenereerde debiet bij raai E. Hieronder wordt gecontroleerd of voldaan wordt aan deze
voorwaarde. De voorwaarde wordt alleen gecontroleerd bij de boeg. De situatie bij het hek is precies hetzelfde, dus de
conclusies bij de boeg zijn ook van toepassing op de situatie bij het hek.
Bij de boeg zijn er zes situaties mogelijk:
Er is sprake van een positief inkomend debiet bij raai B maar het inkomend debiet bij raai C is nul (aan het begin van 1.
het vul- en ledigingsproces, als de golf nog niet is gereflecteerd tegen de achterkant van het schip)
Er is sprake van een positief inkomend debiet bij raai B en raai C. Het inkomend debiet bij raai B is groter dan het 2.
inkomend debiet bij raai C.
Er is sprake van een postief inkomend debiet bij raai B en raai C. Het inkomend debiet bij raai C is groter dan het 3.
inkomend debiet bij raai B.
Er is sprake van een positief inkomend debiet bij raai B en een negatief inkomend debiet bij raai C. 4.
Er is sprake van een negatief inkomend debiet bij raai B en een positief inkomend debiet bij raai C. 5.
Er is sprake van negatief inkomend debiet bij raai B en raai C. 6.
Voor alle drie de situaties wordt een voorbeeld gegeven. In LOCKFILL wordt het gegenereerde debiet bij raai B en het
inkomende debiet bij raai C vanwege de voortplantingsrichting als negatief geschematiseerd. Voor QB en QCT geldt dus:
een positief debiet = negatieve schematisatie en een negatief debiet = positieve schematisatie.
Voorbeeld situatie 1
QBT j ( )
1
10
j :=
--> formule (1): inkomend debiet bij raai B
QCT j ( ) 0 :=
--> formule (2): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) QBT j ( ) QCT j ( ) + :=
--> formule (3): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheden worden als volgt aangenomen:
2
c
k
6 :=
c
s
4 :=
In LOCKFILL wordt het debiet bij de boeg als volgt gedefinierd:
QBC j ( ) 2
QBT j ( )
c
k
QCT j ( )
c
s
+
1
c
k
1
c
s
+
:=
--> formule (4): debiet bij de boeg
De gegenereerde debieten worden in LOCKFILL als volgt gedefinierd:
QB j ( ) QBC j ( ) QBT j ( ) :=
--> formule (5): gegenereerd debiet bij raai B
QC j ( ) QBC j ( ) QCT j ( ) :=
--> formule (6): gegenereerd debiet bij raai C
Q
gen
j ( ) QB j ( ) QC j ( ) + :=
--> formule (7): som gegenereerd debiet bij de boeg
0 2 4 6 8 10
0.5
0
0.5
1
QBT(j)
QCT(j)
Qin(j)
QBC(j)
QB(j)
QC(j)
Qgen(j)
j
Q
Voor deze situatie wordt voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet is gelijk aan de som
van het uitgaand debiet.
Voorbeeld situatie 2
QBT j ( )
1
10
j :=
--> formule (8): inkomend debiet bij raai B
QCT j ( )
1
20
j :=
--> formule (9): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) QBT j ( ) QCT j ( ) + :=
--> formule (10): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
3
In LOCKFILL wordt het debiet bij de boeg als volgt gedefinierd:
QBC j ( ) 2
QBT j ( )
c
k
QCT j ( )
c
s
+
1
c
k
1
c
s
+
:=
--> formule (11): debiet bij de boeg
De gegenereerde debieten worden in LOCKFILL als volgt gedefinierd:
QB j ( ) QBC j ( ) QBT j ( ) :=
--> formule (12): gegenereerd debiet bij raai B
QC j ( ) QBC j ( ) QCT j ( ) :=
--> formule (13): gegenereerd debiet bij raai C
Q
gen
j ( ) QB j ( ) QC j ( ) + :=
--> formule (14): som gegenereerd debiet bij de boeg
0 2 4 6 8 10
1
0
1
2
QBT(j)
QCT(j)
Qin(j)
QBC(j)
QB(j)
QC(j)
Qgen(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt ook voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet en de som van het
gegenereerde debiet zijn aan elkaar gelijk.
Voorbeeld situatie 3
QBT j ( )
1
20
j :=
--> formule (15): inkomend debiet bij raai B
QCT j ( )
1
10
j :=
--> formule (16): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) QBT j ( ) QCT j ( ) + :=
--> formule (17): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
In LOCKFILL wordt het debiet bij de boeg als volgt gedefinierd:
4
QBC j ( ) 2
QBT j ( )
c
k
QCT j ( )
c
s
+
1
c
k
1
c
s
+
:=
--> formule (18): debiet bij de boeg
De gegenereerde debieten worden in LOCKFILL als volgt gedefinierd:
QB j ( ) QBC j ( ) QBT j ( ) :=
--> formule (19): gegenereerd debiet bij raai B
QC j ( ) QBC j ( ) QCT j ( ) :=
--> formule (20): gegenereerd debiet bij raai C
Q
gen
j ( ) QB j ( ) QC j ( ) + :=
--> formule (21): som gegenereerd debiet bij de boeg
0 2 4 6 8 10
2
1
0
1
2
QBT(j)
QCT(j)
Qin(j)
QBC(j)
QB(j)
QC(j)
Qgen(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt ook voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet en de som van het
gegenereerde debiet zijn aan elkaar gelijk.
Voorbeeld situatie 4
QBT j ( )
1
10
j :=
--> formule (15): inkomend debiet bij raai B
QCT j ( )
1
20
j :=
--> formule (16): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) QBT j ( ) QCT j ( ) + :=
--> formule (17): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
In LOCKFILL wordt het debiet bij de boeg als volgt gedefinierd:
QBC j ( ) 2
QBT j ( )
c
k
QCT j ( )
c
s
+
1
c
k
1
c
s
+
:=
--> formule (18): debiet bij de boeg
5
De gegenereerde debieten worden in LOCKFILL als volgt gedefinierd:
QB j ( ) QBC j ( ) QBT j ( ) :=
--> formule (19): gegenereerd debiet bij raai B
QC j ( ) QBC j ( ) QCT j ( ) :=
--> formule (20): gegenereerd debiet bij raai C
Q
gen
j ( ) QB j ( ) QC j ( ) + :=
--> formule (21): som gegenereerd debiet bij de boeg
0 2 4 6 8 10
1
0
1
2
QBT(j)
QCT(j)
Qin(j)
QBC(j)
QB(j)
QC(j)
Qgen(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt ook voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet en de som van het
gegenereerde debiet zijn aan elkaar gelijk.
Voorbeeld situatie 5
QBT j ( )
1
10
j :=
--> formule (15): inkomend debiet bij raai B
QCT j ( )
1
20
j :=
--> formule (16): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) QBT j ( ) QCT j ( ) + :=
--> formule (17): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
In LOCKFILL wordt het debiet bij de boeg als volgt gedefinierd:
QBC j ( ) 2
QBT j ( )
c
k
QCT j ( )
c
s
+
1
c
k
1
c
s
+
:=
--> formule (18): debiet bij de boeg
De gegenereerde debieten worden in LOCKFILL als volgt gedefinierd:
QB j ( ) QBC j ( ) QBT j ( ) :=
--> formule (19): gegenereerd debiet bij raai B
QC j ( ) QBC j ( ) QCT j ( ) :=
--> formule (20): gegenereerd debiet bij raai C
6
Q
gen
j ( ) QB j ( ) QC j ( ) + :=
--> formule (21): som gegenereerd debiet bij de boeg
0 2 4 6 8 10
1.5
1
0.5
0
QBT(j)
QCT(j)
Qin(j)
QBC(j)
QB(j)
QC(j)
Qgen(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt ook voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet en de som van het
gegenereerde debiet zijn aan elkaar gelijk.
Voorbeeld situatie 6
QBT j ( )
1
10
j :=
--> formule (15): inkomend debiet bij raai B
QCT j ( )
1
20
j :=
--> formule (16): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) QBT j ( ) QCT j ( ) + :=
--> formule (17): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
In LOCKFILL wordt het debiet bij de boeg als volgt gedefinierd:
QBC j ( ) 2
QBT j ( )
c
k
QCT j ( )
c
s
+
1
c
k
1
c
s
+
:=
--> formule (18): debiet bij de boeg
De gegenereerde debieten worden in LOCKFILL als volgt gedefinierd:
QB j ( ) QBC j ( ) QBT j ( ) :=
--> formule (19): gegenereerd debiet bij raai B
QC j ( ) QBC j ( ) QCT j ( ) :=
--> formule (20): gegenereerd debiet bij raai C
Q
gen
j ( ) QB j ( ) QC j ( ) + :=
--> formule (21): som gegenereerd debiet bij de boeg
7
0 2 4 6 8 10
2
1
0
1
QBT(j)
QCT(j)
Qin(j)
QBC(j)
QB(j)
QC(j)
Qgen(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt ook voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet en de som van het
gegenereerde debiet zijn aan elkaar gelijk.
Conclusie
De berekeningsmethode in LOCKFILL voldoet aan de continuteitsvoorwaarde en is dus een goede benadering van de
fysica.
Eigen methode
Hieronder wordt een eigen methode gepresenteerd om de kracht op het schip als gevolg van translatiegolven te
berekenen. De methode is op dezelfde wijze opgezet als de methode in LOCKFILL, alleen zijn de reflecties bij de boeg
en het hek wel op een andere wijze gemodelleerd.
Uitgangspunten en aannames berekening
Om het verloop van de waterstand bij de boeg en het hek van het schip te bepalen wordt de volgende
uitgangspuntenfiguur gehanteerd:
Q (t)
l
Q (t)
v
A
B C D
x
b
N
bj
N
sj
N
hj
Figuur 2: uitgangspuntenfiguur berekening translatiegolven
De situatie in de kolk kan als volgt beschreven worden:
Bij raai A wordt een debiet de kolk in- of uitgelaten. Hierdoor wordt een translatiegolf gegenereerd met een hoogte = -
Q / b
k
* c
k
. Hierin is c
k
de golfsnelheid die afhankelijk is van de natte doorsnede van de kolk zonder schip. De golf
plant zich voort richting raai B.
8
Bij raai B is sprake van een inkomende golf die gelijk is aan de gegenereerde golf bij raai A. Een gedeelte van de golf -
wordt doorgelaten naar raai C en een gedeelte van de golf keert terug naar raai A. De golfsnelheid van de doorgaande
golf wordt beschreven door c
s
, de golfsnelheid van de terugkerende golf door c
k
. Omdat er ter plaatse van raai B een
verkleining van de natte doorsnede optreedt, zijn de hoogten van de doorgaande en terugkerende golf positief. De
verhouding tussen de hoogte van de doorgaande golf en de terugkerende golf is afhankelijk van grootte van het debiet
en de golfsnelheden c
k
en c
s
.
Bij raai C vindt een gedeeltelijke reflectie plaats van de golf die bij raai B doorgelaten werd. Een gedeelte van de golf -
wordt doorgelaten naar raai D en een gedeelte keert terug naar raai B. De golfsnelheid van de doorgaande golf wordt
beschreven door c
k
, de golfsnelheid van de terugkerende golf door c
s
. Omdat er ter plaatse van raai C een vergroting va
de natte doorsnede optreedt, is de hoogte van de doorgaande golf positief en de hoogte van de terugkerende golf
negatief. De verhouding tussen de hoogte van de doorgaande golf en de terugkerende golf is afhankelijk van grootte van
het debiet en de golfsnelheden c
k
en c
s
.
De golf die bij raai B terugkeerde, wordt bij raai A volledig gereflecteerd. Het debiet dat bij raai A de kolk inkomt wordt -
hierdoor groter.
De golf die bij raai C doorgelaten werd, wordt ter plaatse van raai D volledig gereflecteerd. Hierdoor ontstaat ter plaatse -
van raai D een golf die zich voortplant in de richting van raai C. Hierdoor ontstaat een gespiegelde situatie ten opzichte
van raai A.
Het bovenstaande proces herhaalt zich steeds. De waterstand bij de raaien kan bepaald worden door alle inkomende -
en gegenereerde golfhoogten bij elkaar op te tellen.
De hoogte van de translatiegolven wordt volgens referentie [2] gedempt. Dit heeft twee oorzaken: de nivelleeropeningen -
zorgen voor een dempende werking, en de reflecties ter plaatse van de overgangen van kolkdoorsnede met schip naar
kolkdoorsnede zonder schip worden over de boeg- en de heklengte gespreidt.
Voor de wiskundige simulatie van de bovenstaand beschreven situatie worden de volgende uitgangspunten en aannames
gehanteerd:
Het proces wordt in een aantal tijdstappen verdeeld. Volgens referentie [1] is 0,1 tot 0,2 s voldoende nauwkeurig. De -
tijdstappen worden met het symbool t aangegeven.
De kolklengte wordt in een aantal rekenstappen verdeeld. Elke rekenstap beschrijft een tijdstap. Omdat de -
golfsnelheid afhankelijk is van de natte doorsnede in de kolk, is zijn de rekenstappen bij de kolkdoorsnede zonder
schip groter dan bij de kolkdoorsnede met schip. De rekenstappen worden met het symbool j aangegeven.
Het aantal rekenstappen dat een golf nodig heeft om de afstand A-B af te leggen wordt aangegegeven met N
bj
. Het -
aantal rekenstappen dat een golf nodig heeft om de afstand B-C af te leggen wordt aangegeven met N
sj
. Het aantal
rekenstappen dat een golf nodig heeft om de afstand C-D af te leggen wordt aangegeven met N
hj
. Deze waarden zijn
afhankelijk van de kolkwaterstand en verlopen daardoor in de tijd.
De reflecties ter plaatse van de boeg en het hek van het schip treden alleen op bij de overgang van kolkdoorsnede -
met schip naar kolkdoorsnede zonder schip. Er is dus sprake van een plotselinge reflectie. De demping als gevolg
van de spreiding van de reflectie wordt later in de berekening in rekening gebracht.
De golfhoogten zijn dermate klein dat de invloed op de golfsnelheid wordt verwaarloosd. Voor de berekening van de -
golfsnelheid wordt daarom uitgegaan van de gemiddelde kolkwaterstand.
De verklaring van de gehanteerde symbolen in de berekening bevindt zich aan het einde van de berekening bij de
voorbeeldberekening.
Berekening translatiegolven
Voor het uitvoeren van de berekening dienen eerst de golfsnelheden en het aantal rekenpunten tussen A-B, C-D en E-F
gedefinierd te worden. Deze waarden zijn alleen afhankelijk van de kolkwaterstand en de tijd en kunnen daarom als volgt
beschreven worden:
c
k
j ( ) g h
k
j t ( ) h
bod

( )
=
--> formule (22): golfsnelheid bij kolkdoorsnede zonder schip
c
s
j ( ) g
h
k
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
=
--> formule (23): golfsnelheid bij kolkdoorsnede met schip
N
bj
j ( )
x
b
c
k
j ( ) t
=
--> formule (24): aantal rekenpunten tussen raai A en raai B
N
sj
j ( )
l
s
c
s
j ( ) t
=
--> formule (25): aantal rekenpunten tussen raai C en raai D
9
N
hj
j ( )
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
=
--> formule (26): aantal rekenpunten tussen raai E en raai F
In referentie [2] worden reflecties van translatiegolven behandeld bij een verandering van de natte doorsnede. De
verhouding tussen de het natte profiel vr de doorsnedeverandering en n de doorsnedeverandering luidt als volgt:

b
k_2
c
2

b
k_1
c
1

=
--> formule (27): verhouding tussen natte doorsnede voor en na de doorsnede verandering
Hierin is:
b
k_1
= breedte van de doorsnede vr de doorsnedeverandering
b
k_2
= breedte van de doorsnede n de doorsnedeverandering
c
1
= golfsnelheid vr de doorsnedeverandering
c
2
= golfsnelheid n de doorsnedeverandering
Omdat de kolkbreedte gelijk blijft bij de overgang van het schip naar de kolk, gaat formule (27) over in:

c
2
c
1
=
--> formule (28): verhouding tussen natte doorsnede voor en na de doorsnede verandering
De verhouding tussen de gereflecteerde en de doorgaande golfhoogte ten opzichte van de inkomende golfhoogte kan
volgens referentie [2] als volgt beschreven worden:

r
r
r

in
=
--> formule (29): golfhoogte gereflecteerde golf

d
r
d

in
=
--> formule (30): golfhoogte doorgaande golf
Hierin is:

in
= golfhoogte inkomende golf
r
r
= verhoudingsfactor gereflecteerde/inkomende golf
r
d
= verhoudingsfactor gereflecteerde/doorgaande golf
De verhoudingsfactoren kunnen als volgt beschreven worden:
r
r
1
1 +
=
1
c
2
c
1

1
c
2
c
1
+
=
--> formule (31): verhoudingsfactor gereflecteerde/inkomende golf
r
d
2
1 +
=
2
1
c
2
c
1
+
=
--> formule (32): verhoudingsfactor gereflecteerde/doorgaande golf
De relatie tussen debiet, golfhoogte en golfsnelheid luidt [2]:
Q b
k
c =
--> formule (33): relatie tussen debiet, golfhoogte en golfsnelheid
Uit continuteitsoverwegingen moet daarnaast gelden [2]:
Q
in
Q
r
Q
d
+ =
--> formule (34): relatie inkomend, doorgaand en gereflecteerd debiet
Hierin is:
Q
in
= inkomend debiet
Q
r
= gereflecteerd debiet
Q
d
= doorgaand debiet
10
Met behulp van deze relatie en de formules (29) t/m (32) kan een algemene uitdrukking worden gedefinierd voor de
grootte van het gereflecteerde en doorgaande debiet:
Q
r
Q
in
Q
d
= Q
in

d
b
k
c
2
= Q
in
2
1
c
2
c
1
+
Q
in
b
k
c
1

b
k
c
2
= Q
in
2 Q
in
c
2

c
1
c
2
+
=
--> formule (35): gereflecteerd
debiet
Q
d
Q
in
Q
r
= Q
in
Q
in
2 b
k
c
2

Q
in
b
k
c
1

c
2
c
1
1 +

\
|
|
|
|
|
|
.
=
2 Q
in
c
2

c
1
c
2
+
=
--> formule (36): doorgaand debiet
Met deze formules kan vervolgens voor elke raai in figuur 1 het inkomende en het uitgaande debiet vastgesteld worden.
Raai A
Bij raai A is sprake van een aan twee zijden inkomend debiet, en aan n zijde uitgaand debiet. Het inkomende debiet
vanaf links wordt volledig gereflecteerd.
Inkomend debiet vanaf links:
Q
A_i_l
j ( ) Q j ( ) =
Inkomend debiet vanaf rechts:
Q
A_i_r
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
( )
=
Uitgaand debiet naar rechts:
Q
A_u_r
j ( ) Q j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
( )
+ =
--> formule (37): uitgaand debiet naar rechts raai A
Raai B
Bij raai B is sprake van een aan twee zijden inkomend debiet, en aan twee zijden uitgaand debiet. De inkomende
debieten splitsen zich beide in een zowel naar links als naar rechts uitgaand debiet. Dit levert:
Inkomend debiet vanaf links:
Q
B_i_l
j ( ) Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
( )
=
Uitgaand naar links:
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Uitgaand naar rechts:


2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Inkomend debiet vanaf rechts:
Q
B_i_r
j ( ) Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
( )
=
Uitgaand naar links:
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
11
Uitgaand naar rechts:
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
( )
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Totaal uitgaand naar links:


Q
B_u_l
j ( ) Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+ =
--> formule (38): uitgaand debiet naar links raai B
Totaal uitgaand naar rechts:
Q
B_u_r
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
=
--> formule (39): uitgaand debiet naar rechts raai B
Raai C
Bij raai C is sprake van een aan twee zijden inkomend debiet, en aan twee zijden uitgaand debiet. De inkomende debieten
splitsen zich beide in een zowel naar links als naar rechts uitgaand debiet. Dit levert:
Inkomend debiet vanaf links:
Q
C_i_l
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
( )
=
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Uitgaand naar links:


Uitgaand naar rechts:
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Inkomend debiet vanaf rechts:
Q
C_i_r
j ( ) Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
( )
=
Uitgaand naar links:
2 Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Uitgaand naar rechts:
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
( )
2 Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

12
Totaal uitgaand naar links:
Q
C_u_l
j ( ) Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+ =
--> formule (40): uitgaand debiet naar links raai C
Totaal uitgaand naar rechts:
Q
C_u_r
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
( )
+
2 Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
=
--> formule (41): uitgaand debiet naar rechts raai C
Raai D
Bij raai D is sprake van een vanaf links inkomend debiet, en aan naar links uitgaand debiet. Het inkomende debiet wordt
volledig gereflecteerd.
Inkomend debiet vanaf links:
Q
D_i_l
j ( ) Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
( )
=
Uitgaand debiet naar links:
Q
D_u_l
j ( ) Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
( )
=
--> formule (42): uitgaand debiet naar links raai D
De debieten kunnen omgewerkt worden tot golfhoogten door de algemene formule = Q / b
k
* c. Dit levert per raai
uitgaande golfhoogten naar links en naar rechts:

A_in_r
j ( )
Q
A_i_r
j ( )
b
k
c
k
j ( )
=
--> formule (43): inkomende golfhoogte raai A vanaf rechts

A_uit_r
j ( )
Q
A_u_r
j ( )
b
k
c
k
j ( )
=
--> formule (44): uitgaande golfhoogte raai A naar rechts

B_in_l
j ( )
Q
B_i_l
j ( )
b
k
c
k
j ( )
=
--> formule (45): inkomende golfhoogte raai B vanaf links

B_uit_l
j ( )
Q
B_u_l
j ( )
b
k
c
k
j ( )
=
--> formule (46): uitgaande golfhoogte raai B naar links

B_in_r
j ( )
Q
B_i_r
j ( )
b
k
c
s
j ( )
=
--> formule (47): inkomende golfhoogte raai B vanf rechts

B_uit_r
j ( )
Q
B_u_r
j ( )
b
k
c
s
j ( )
=
--> formule (48): uitgaande golfhoogte raai B naar rechts
13

C_in_l
j ( )
Q
C_i_l
b
k
c
s
j ( )
j =
--> formule (49): inkomende golfhoogte raai C vanaf links

C_uit_l
j ( )
Q
C_u_l
j ( )
b
k
c
s
j ( )
=
--> formule (50): uitgaande golfhoogte raai C naar links

C_in_r
j ( )
Q
C_i_r
j ( )
b
k
c
k
j ( )
=
--> formule (51): inkomende golfhoogte raai C vanaf rechts

C_uit_r
j ( )
Q
C_u_r
j ( )
b
k
c
k
j ( )
=
--> formule (52): uitgaande golfhoogte raai C naar rechts

D_in_l
j ( )
Q
D_i_l
j ( )
b
k
c
k
j ( )
=
--> formule (53): inkomende golfhoogte raai D vanaf links

D_uit_l
j ( )
Q
D_u_l
j ( )
b
k
c
k
j ( )
=
--> formule (54): uitgaande golfhoogte raai D naar links
Deze waarden kunnen afhankelijk gemaakt worden van de tijd in plaats van het rekenrooster:

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
=
14
Ook het debiet en de golfhoogten worden weer afhankelijk gemaakt van de tijd:
Q t ( ) Q
t
t
|

\
|
|
.
=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
=
Nu de golfhoogten bekend zijn, kan per raai het verloop van de waterstand gedefinieerd worden door de golfhoogten op te
tellen bij de intile kolkwaterstand.
Voor het vulproces levert dit:
h
A_r_v
t ( ) h
ben

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + =
--> formule (55): waterstand rechts van raai A
h
B_l_v
t ( ) h
ben

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + =
--> formule (56): waterstand links van raai B
h
B_r_v
t ( ) h
ben

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + =
--> formule (57): waterstand rechts van raai B
h
C_l_v
t ( ) h
ben

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + =
--> formule (58): waterstand links van raai C
h
C_r_v
t ( ) h
ben

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + =
--> formule (59): wwaterstand rechts van raai C
h
D_l_v
t ( ) h
ben

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + =
--> formule (60): waterstand links raai E
Voor het ledigingsproces:
h
A_r_l
t ( ) h
bov

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + =
--> formule (61): waterstand rechts van raai A
h
B_l_l
t ( ) h
bov

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + =
--> formule (62): waterstand links van raai B
h
B_r_l
t ( ) h
bov

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + =
--> formule (63): waterstand rechts van raai B
h
C_l_l
t ( ) h
bov

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + =
--> formule (64): waterstand links van raai C
h
C_r_l
t ( ) h
bov

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + =
--> formule (65): wwaterstand rechts van raai C
h
D_l_l
t ( ) h
bov

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + =
--> formule (66): waterstand links van raai D
De waterstand bij de boeg volgt uit het gemiddelde tussen de waterstand links van raai B en rechts van raai B. De
waterstand bij het hek volgt uit het gemiddelde tussen de waterstand links van raai C en rechts van raai C. Het
waterstandsverschil over het schip kan daarom als volgt gedefinierd worden:
Bij het vulproces:
h
s_v
t ( )
1
2
h
B_l_v
t ( ) h
B_r_v
t ( ) + h
C_l_v
t ( ) h
C_r_v
t ( )
( )
=
--> formule (67): waterstandsverschil over schip bij
vulproces
Bij het ledigingsproces:
h
s_l
t ( )
1
2
h
B_l_l
t ( ) h
B_r_l
t ( ) + h
C_l_l
t ( ) h
C_r_l
t ( )
( )
=
--> formule (68): waterstandsverschil over schip bij
ledigingsproces
In referentie [3] wordt aangegeven dat de kracht op een schip als gevolg van een waterspiegelhelling beschreven kan
worden met de volgende formule:
F
s
sin ( ) m
s
g =
--> formule (69): kracht op schip als gevolg van waterspiegelhelling
15
Hierin staat voor de helling van de waterspiegel ten opzichte van de horizontaal. De optredende waterstandsverschillen
zullen ten opzichte van de lengte van het schip zeer klein zijn. Daardoor kan formule (69) benaderd worden door:
F
s
h
s
l
s
m
s
g =
--> formule (70): kracht op schip als gevolg van waterstandsverschil
Door deze formule te delen door het gewicht van de waterstandsverplaatsing en te vermenigvuldigen met 1000, ontstaat
een formule die de relatieve kracht op het schip beschrijft, uitgedrukt in promille van het scheepsgewicht:
F
s_rel
h
s
l
s
1000 =
--> formule (71): relatieve kracht op schip als gevolg van waterstandsverschil
In LOCKFILL wordt bovenstaande formule ook gebruikt, alleen wordt de lengte van het schip daar vermenigvuldig met de
blockcofficint [1]. Er wordt geen motivatie voor het toevoegen van de blockcofficint gegeven. Vermoedelijk is hiertoe
besloten naar aanleiding van verificatie met praktijkmetingen. In deze methode wordt de blockcofficint daarom ook
toegevoegd. Voor het vulproces gaat deze formule dan over in:
F
s_v_rel
t ( )
h
s_v
t ( )
l
s
c
b

=
--> formule (72): relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces
En voor het ledigingsproces:
F
s_l_rel
t ( )
h
s_l
t ( )
l
s
c
b

=
--> formule (73): relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij ledigingsproces
Bovenstaande formules beschrijven de kracht op het schip als gevolg van translatiegolven. In referentie [1] staat
aangegeven dat aan deze formules zogenaamde 'smoothing' effecten toegevoegd moeten worden. Dit houdt in dat
veranderingen in de waterspiegel nooit in een scherpe hoek optreden, maar dat dit meer geleidelijk, meer 'smooth'
gebeurd. Deze effecten worden in LOCKFILL als volgt toegevoegd:
F
s_sm_v_rel
t ( ) 0.6 F
s_v_rel
t ( ) 0.3 F
s_v_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_v_rel
t 2 t ( ) + =
--> formule (74): relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces
met smoothing-effecten
F
s_sm_l_rel
t ( ) 0.6 F
s_l_rel
t ( ) 0.3 F
s_l_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_l_rel
t 2 t ( ) + =
--> formule (75): relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij ledigingsproces
met smoothing-effecten
In deze formules is nog geen rekening gehouden met de demping van de golven. In referentie [1] wordt een methode
gegeven voor het in rekening brengen van de demping. Deze methode is opgesteld na het calibreren van het model. In
principe geldt deze methode daarom alleen voor het programma LOCKFILL. Als de resultaten van de eigen benadering
echter overeen komen met de LOCKFILL-benadering, geldt de methode voor het toevoegen van demping ook voor de eigen
benadering. ln eerste instantie wordt daarom dezelfde methode gebruikt als in LOCKFILL.
Voor het vulproces:
F
p_v
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
v
t ( )
d
d

l
k
g h
k_v
t ( )
(
h
bod

b
k
d
s
b
s

c
b

=
--> formule (76): gemiddelde kracht als gevolg van translatiegolven
bij vulproces
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + =
--> formule (77): dempingscofficint bij vulproces
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
=
--> formule (78): eigen-periode van de kolk
F
trans_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
p_v
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 =
--> formule (79): relatieve langskracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces
16
Voor het ledigingsproces:
F
p_l
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
l
t ( )
d
d

l
k
g h
k_l
t ( )
(
h
bod

b
k
d
s
b
s

c
b

=
--> formule (80): gemiddelde kracht als gevolg van translatiegolven
bij ledigingsproces
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + =
--> formule (81): dempingscofficint bij ledigingsproces
F
trans_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
p_l
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 =
--> formule (82): relatieve langskracht als gevolg van translatiegolven bij ledigingsproces
Controle continuteitsvoorwaarde
Bovenstaande methode kan op dezelfde wijze getoetst worden aan de continuteitsvoorwaarde als de methode die in
LOCKFILL is gebruikt.
Voorbeeld situatie 1
Q
B_in_l
j ( )
1
10
j :=
--> formule (83): inkomend debiet vanaf links raai B
Q
B_in_r
j ( ) 0 :=
--> formule (84): inkomend debiet vanaf rechts raai B
Q
in
j ( ) Q
B_in_l
j ( ) Q
B_in_r
j ( ) + :=
--> formule (85): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
De uitgaande debieten worden beschreven door de formules (38) en (39):
Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_in_l
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

+ :=
--> formule (38): uitgaand debiet naar links raai B
Q
B_uit_r
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

Q
B_in_r
j ( ) +
2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

:=
--> formule (39): uitgaand debiet naar rechts raai B
De som van de uitgaande debieten luidt:
Q
B_uit
j ( ) Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_uit_r
j ( ) + :=
--> formule (86): uitgaand debiet bij boeg
17
0 2 4 6 8 10
0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
QB_in_l(j)
QB_in_r(j)
Qin(j)
QB_uit_l(j)
QB_uit_r(j)
QB_uit(j)
j
Q
Voor deze situatie wordt voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet is gelijk aan de som van
het uitgaand debiet.
Voorbeeld 2
Q
B_in_l
j ( )
1
10
j :=
--> formule (83): inkomend debiet bij raai B
Q
B_in_r
j ( )
1
20
j :=
--> formule (84): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) Q
B_in_l
j ( ) Q
B_in_r
j ( ) + :=
--> formule (85): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
De uitgaande debieten worden beschreven door de formules (38) en (39):
Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_in_l
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

+ :=
--> formule (38): uitgaand debiet naar links raai B
Q
B_uit_r
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

Q
B_in_r
j ( ) +
2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

:=
--> formule (39): uitgaand debiet naar rechts raai B
De som van de uitgaande debieten luidt:
Q
B_uit
j ( ) Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_uit_r
j ( ) + :=
--> formule (86): uitgaand debiet bij boeg
18
0 2 4 6 8 10
0
0.5
1
1.5
QB_in_l(j)
QB_in_r(j)
Qin(j)
QB_uit_l(j)
QB_uit_r(j)
QB_uit(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt eveneens voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet is gelijk aan de
som van het uitgaand debiet.
Voorbeeld situatie 3
Q
B_in_l
j ( )
1
20
j :=
--> formule (83): inkomend debiet bij raai B
Q
B_in_r
j ( )
1
10
j :=
--> formule (84): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) Q
B_in_l
j ( ) Q
B_in_r
j ( ) + :=
--> formule (85): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
De uitgaande debieten worden beschreven door de formules (38) en (39):
Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_in_l
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

+ :=
--> formule (38): uitgaand debiet naar links raai B
Q
B_uit_r
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

Q
B_in_r
j ( ) +
2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

:=
--> formule (39): uitgaand debiet naar rechts raai B
De som van de uitgaande debieten luidt:
Q
B_uit
j ( ) Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_uit_r
j ( ) + :=
--> formule (86): uitgaand debiet bij boeg
19
0 2 4 6 8 10
0
0.5
1
1.5
QB_in_l(j)
QB_in_r(j)
Qin(j)
QB_uit_l(j)
QB_uit_r(j)
QB_uit(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt eveneens voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet is gelijk aan de
som van het uitgaand debiet.
Voorbeeld situatie 4
Q
B_in_l
j ( )
1
20
j :=
--> formule (83): inkomend debiet bij raai B
Q
B_in_r
j ( )
1
10
j :=
--> formule (84): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) Q
B_in_l
j ( ) Q
B_in_r
j ( ) + :=
--> formule (85): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
De uitgaande debieten worden beschreven door de formules (38) en (39):
Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_in_l
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

+ :=
--> formule (38): uitgaand debiet naar links raai B
Q
B_uit_r
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

Q
B_in_r
j ( ) +
2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

:=
--> formule (39): uitgaand debiet naar rechts raai B
De som van de uitgaande debieten luidt:
Q
B_uit
j ( ) Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_uit_r
j ( ) + :=
--> formule (86): uitgaand debiet bij boeg
20
0 2 4 6 8 10
1.5
1
0.5
0
0.5
1
QB_in_l(j)
QB_in_r(j)
Qin(j)
QB_uit_l(j)
QB_uit_r(j)
QB_uit(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt eveneens voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet is gelijk aan de
som van het uitgaand debiet.
Voorbeeld situatie 5
Q
B_in_l
j ( )
1
20
j :=
--> formule (83): inkomend debiet bij raai B
Q
B_in_r
j ( )
1
10
j :=
--> formule (84): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) Q
B_in_l
j ( ) Q
B_in_r
j ( ) + :=
--> formule (85): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
De uitgaande debieten worden beschreven door de formules (38) en (39):
Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_in_l
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

+ :=
--> formule (38): uitgaand debiet naar links raai B
Q
B_uit_r
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

Q
B_in_r
j ( ) +
2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

:=
--> formule (39): uitgaand debiet naar rechts raai B
De som van de uitgaande debieten luidt:
Q
B_uit
j ( ) Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_uit_r
j ( ) + :=
--> formule (86): uitgaand debiet bij boeg
21
0 2 4 6 8 10
1
0.5
0
0.5
1
1.5
QB_in_l(j)
QB_in_r(j)
Qin(j)
QB_uit_l(j)
QB_uit_r(j)
QB_uit(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt eveneens voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet is gelijk aan de
som van het uitgaand debiet.
Voorbeeld situatie 6
Q
B_in_l
j ( )
1
20
j :=
--> formule (83): inkomend debiet bij raai B
Q
B_in_r
j ( )
1
10
j :=
--> formule (84): inkomend debiet bij raai C
Q
in
j ( ) Q
B_in_l
j ( ) Q
B_in_r
j ( ) + :=
--> formule (85): som inkomend debiet bij de boeg
De golfsnelheid worden als volgt aangenomen:
c
k
6 :=
c
s
4 :=
De uitgaande debieten worden beschreven door de formules (38) en (39):
Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_in_l
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

+ :=
--> formule (38): uitgaand debiet naar links raai B
Q
B_uit_r
j ( )
2 Q
B_in_l
j ( ) c
s

c
k
c
s
c
k
1 +
|

\
|
|
.

Q
B_in_r
j ( ) +
2 Q
B_in_r
j ( ) c
k

c
s
c
k
c
s
1 +
|

\
|
|
.

:=
--> formule (39): uitgaand debiet naar rechts raai B
De som van de uitgaande debieten luidt:
Q
B_uit
j ( ) Q
B_uit_l
j ( ) Q
B_uit_r
j ( ) + :=
--> formule (86): uitgaand debiet bij boeg
22
0 2 4 6 8 10
1.5
1
0.5
0
QB_in_l(j)
QB_in_r(j)
Qin(j)
QB_uit_l(j)
QB_uit_r(j)
QB_uit(j)
j
Q
Bij deze situatie wordt eveneens voldaan aan de continuteitsvoorwaarde. De som van het inkomend debiet is gelijk aan de
som van het uitgaand debiet.
Conclusie
De methode zoals bovenstaand gepresenteerd voldoet aan de continuteitsvoorwaarde en is daarom een goede fysische
benadering van het verloop van de translatiegolven.
Voorbeeld
De resultaten van de berekeningen kunnen weergegeven worden aan de hand een voorbeeldberekening. Voor deze
berekeningen wordt net als in bijlage 5 de sluis van Hansweert gebruikt. De volgende parameters worden zijn van
toepassing:
l
k
284m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
24m :=
--> breedte kolk [m]
h
bod
7.5 m :=
--> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
h
bov
3.65m :=
--> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
0.45m :=
--> waterstand benedenpand [m +NAP]
x
b
3.6m :=
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
3.3m :=
--> breedte 1 schuifopening [m]
v
h
3
mm
s
:=
--> hefsnelheid schuiven [m/s]
h
h_1
1.25m :=
--> hoogte schuifopening 1 [s]
h
h_2
1.1m :=
--> hoogte schuifopening 2 [s]
l
s
153m :=
--> lengte van het schip [m]
b
s
22.9m :=
--> breedte van het schip [m]
d
s
4m :=
--> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 :=
--> blokcoefficient van het schip [-]
23
m
s
12200ton :=
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
De openingen in de deur bestaan uit 3 openingen met een hoogte h
h_1
en 2 openingen met een hoogte h
h_2
. De
openingen hebben allen dezelfde breedte b
h
. De bovenkant van de openingen bevindt zich op gelijk niveau. Bij het
openen van de schuiven komt eerst een gedeelte van de 3 openingen met een hoogte h
h_1
vrij. Na verloop van tijd komen
worden ook de andere twee openingen geopend. Dit tijdschip wordt gedefinieerd als t
1
:
t
1
h
h_1
h
h_2

v
h
50 s = :=
--> openingstijd waarop 3 openingen vrij komen [s]
De totale heftijd is als volgt:
t
h
h
h_1
v
h
416.667 s = :=
--> totale heftijd van de schuiven [s]
De functie van het oppervlak in de tijd kan nu als volgt gedefinierd worden:
A
h
t ( ) 3 b
h
t v
h

( )
t t
1
< if
3 b
h
t
1
v
h

( )
5 b
h
t t
1

( )
v
h
+ t
1
t s t
h
< if
3 b
h
t
1
v
h

( )
5 b
h
t
h
t
1

( )
v
h
+ t t
h
> if
:=
--> oppervlak van de openingen [m
2
]
Met metingen is de afvoercofficient bepaald. Voor het vulproces is deze in de LOCKFILL-berekeningen geschematiseerd
als 1,0 bij het begin van het vulproces tot 0,66 als de schuiven volledig geopend zijn. Dit levert de volgende functie voor de
afvoercofficint:

v
t ( ) max 1
1 0.66 ( )
t
h
t 0.66 ,

(
(

:=
--> afvoercofficint bij het vulproces [-]
Bij het ledigingsproces is de afvoercofficint in de LOCKFILL-berekeningen constant als 0,7 aangenomen:

l
0.70 :=
--> afvoercofficint bij het ledigingsproces [-]
In bijlage 3 is bepaald hoe de vul- en ledigingskarakteristiek bepaald kan worden. Dit wordt in deze bijlage niet herhaald.
De berekening levert de volgende vul- en ledigingskarakteristiek:
0 200 400 600
0
5
10
15
20
0.6
0.7
0.8
0.9
1
Schuifopening
Afvoercofficint vulproces
Oppervlak schuifopening en afvoercofficint
tijd [s]
o
p
p
e
r
v
l
a
k

o
p
e
n
i
n
g

[
m
^
2
]
a
f
v
o
e
r
c
o

f
f
i
c
i

n
t

[
-
]
24
0 200 400 600
1
2
3
0
20
40
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600
1
2
3
0
20
40
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
De vul- en ledigingstijden worden als volgt bepaald:
t
ev_geschat
500s :=
--> geschatte vultijd van de kolk [s]
t
ev
root Q
v
t
ev_geschat
( )
t
ev_geschat
,
( )
609.685 s = :=
--> werkelijke vultijd van de kolk [s]
t
el_geschat
500s :=
--> geschatte ledigings van de kolk [s]
25
t
el
root Q
l
t
el_geschat
( )
t
el_geschat
,
( )
618.195 s = :=
--> werkelijke ledigingstijd van de kolk [s]
De tijdstap wordt gedefinierd:
t 0.1s :=
Vanaf dit punt dient de berekening gesplitst te worden in een berekening voor het vulproces en een berekening voor het
ledigingsproces.
Vulproces
De formules (1) t/m (5) kunnen gedefinierd worden:
c
k
j ( ) g h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
:=
--> formule (1): golfsnelheid bij kolkdoorsnede zonder schip
c
s
j ( ) g
h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
--> formule (2): golfsnelheid bij kolkdoorsnede met schip
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> formule (3): aantal rekenpunten tussen raai A en raai B
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> formule (4): aantal rekenpunten tussen raai C en raai D
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> formule (5): aantal rekenpunten tussen raai E en raai F
Om het verloop van de translatiegolven te kunnen beschrijven, dienen de formules zoals die voorgaand zijn beschreven
geprogrammeerd te worden. Er wordt gebruik gemaakt van de programmeerfunctie van het rekenprogramma Mathcad.
Eerst wordt het aantal rekenpunten gedefinierd. Dit getal wordt afgerond op een hele waarde:
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
6.087 10
3
= :=
--> aantal rekenpunten [-]
De stapgrootte van de rekenpunten is 1. Dit levert het volgende bereik van het rekenrooster:
j 0 1 , N
reken
.. :=
--> bereik van de rekenpunten [-]
Voor het programmeren wordt het proces opgedeeld in drie fasen:
Fase 1: van het begin van het vulproces tot het tijdschip waarop de golf de boeg van het schip heeft bereikt -
Fase 2: vanaf het tijdstip dat de golf de boeg van het schip heeft bereikt tot het tijdschip waarop de golf het hek van -
het schip heeft bereikt
Fase 3: alle tijdstippen nadat de golf het hek van het schip heeft bereikt -
Om deze fasen te kunnen onderscheiden dienen de tijdstippen gedefinierd te worden waarop de overgang plaats vindt
naar de volgende fase.
De overgang van fase 1 naar fase 2 vindt plaats als j = N
bj
(j). De overgang van fase 2 naar fase 3 vindt plaats als j = N
bj
(j)
+ N
sj
(j).
Het rekenpunt waarop de overgang plaatsvindt van fase 1 naar fase 2 kan dus gedefinierd worden als het punt waarop
geldt: j - N
bj
(j) = 0. Het rekenpunt waarop de overgang plaatsvindt van fase 2 naar fase 3 kan gedefinierd worden als het
punt waarop geldt: j - (N
bj
(j) + N
sj
(j)) = 0. In Mathcad worden deze punten als volgt berekend:
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 1
naar fase 2
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 2
naar fase 3
26
start 0 :=
--> startwaarde waarop het programma moet zoeken naar de nulwaarde van een
functie [-]
j
1
root a start ( ) start , ( ) 4 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 1 naar fase 2 [-]
j
2
root b start ( ) start , ( ) 244 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 2 naar fase 3 [-]
Het debiet wordt uitgedrukt in het rekenpunt j:
Q
v
j ( ) Q
v
j t ( ) :=
De debieten per raai kunnen nu uitgerekend worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een for-loop. Dit houdt in dat er
naast de formules een bereik en een stapgrootte opgegeven moeten worden. Het programma rekent vervolgens in het
bereik voor elke stapgrootte de formules uit. De uitvoer van de for-loop is een matrix met alle berekende waarden.
De for-loop wordt voor alle drie de fasen apart ingevoerd.
Bij fase 1 is de golf net aangekomen bij de boeg. De waarden van de inkomende en gegenereerde debieten bij de raaien
C, D, E en F zijn daarom allen nog nul. De overige waarden kunnen conform de formules berekend worden.
Bij fase 2 is de golf net aangekomen bij het hek. De waarden van de inkomende en gegenereerde debieten bij de raaien
E en F zijn daarom allen nog nul.De overige waarden kunnen conform de formules berekend worden.
Bij fase 3 is de golf alle raaien gepasseerd en kunnen alle waarden conform de formules berekend worden.
Het bereik wordt gegeven door N
reken
en de stapgrootte is de stapgrootte van j.
Dit levert de volgende invoer:
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q 0
j j
1
1 + j
2
.. e for
:=
27
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
j j
2
1 + N
reken
.. e for
Q t Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
( )

28
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
De uitvoer van deze for-loop is een matrix met alle berekende waarden. De waarden voor debieten kunnen gedefinierd
worden door de corresponderende kolom uit de matrix te nemen:
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=
Nu kunnen de golfhoogten berekend worden met de formules (43) t/m (54):

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (43): inkomende golfhoogte raai A vanaf rechts

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (44): uitgaande golfhoogte raai A naar rechts

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (45): inkomende golfhoogte raai B vanaf links

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (46): uitgaande golfhoogte raai B naar links

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> formule (47): inkomende golfhoogte raai B vanf rechts

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> formule (48): uitgaande golfhoogte raai B naar rechts

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> formule (49): inkomende golfhoogte raai C vanaf links
29

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> formule (50): uitgaande golfhoogte raai C naar links

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (51): inkomende golfhoogte raai C vanaf rechts

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (52): uitgaande golfhoogte raai C naar rechts

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (53): inkomende golfhoogte raai D vanaf links

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> formule (54): uitgaande golfhoogte raai D naar links
Deze waarden kunnen afhankelijk gemaakt worden van de tijd in plaats van het rekenrooster:

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Ook het debiet en de golfhoogten worden weer afhankelijk gemaakt van de tijd:
30
Q
v
t ( ) Q
v
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
Nu kunnen met de formules (55) t/m (60) de waterstanden per raai berekend worden:
h
A_r_v
t ( ) h
ben

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + :=
--> formule (55): waterstand rechts van raai A
h
B_l_v
t ( ) h
ben

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + :=
--> formule (56): waterstand links van raai B
h
B_r_v
t ( ) h
ben

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + :=
--> formule (57): waterstand rechts van raai B
h
C_l_v
t ( ) h
ben

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + :=
--> formule (58): waterstand links van raai C
h
C_r_v
t ( ) h
ben

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
--> formule (59): wwaterstand rechts van raai C
h
D_l_v
t ( ) h
ben

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
--> formule (60): waterstand links raai D
Nu kan het waterstandsverschil over het schip gedefinierd worden met formule (67):
h
s_v
t ( )
1
2
h
B_l_v
t ( ) h
B_r_v
t ( ) + h
C_l_v
t ( ) h
C_r_v
t ( )
( )
:=
--> formule (67): waterstandsverschil over schip bij
vulproces
Hieruit volgt de relatieve kracht op het schip:
F
s_v_rel
t ( )
h
s_v
t ( )
l
s
c
b

:=
--> formule (72): relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces
Met formule (74) kunnen de smoothing-effecten toegevoegd worden:
F
s_sm_v_rel
t ( ) 0.6 F
s_v_rel
t ( ) 0.3 F
s_v_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_v_rel
t 2 t ( ) + :=
--> formule (74): relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces
met smoothing-effecten
Met de formules (76) t/m (79) kan vervolgens de kracht op het schip bepaald worden inclusief demping-effecten:
F
p_v
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
v
t ( )
d
d

l
k
g h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
--> formule (76): gemiddelde kracht als gevolg van translatiegolven
bij vulproces
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
--> formule (77): dempingscofficint bij vulproces
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
--> formule (78): eigen-periode van de kolk
F
trans_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
p_v
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
--> formule (79): relatieve langskracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces
31
0 200 400 600
0.2
0.1
0
0.1
0.2
0.3
0.4
Kracht door translatiegolf
Kracht op schip door translatiegolf - vulproces
tijd [t]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

k
r
a
c
h
t

o
p

s
c
h
i
p

[

]
De uitvoer van de LOCKFILL-resultaten was als volgt:
De resultaten van de berekening komen overeen met de LOCKFILL-resultaten. Hoewel de berekening ander is opgezet, zijn
de uitkomsten hetzelfde. Beide methoden kunnen dus gebruikt worden voor de berekening van de kracht op het schip als
gevolg van translatiegolven.
32
Ledigingsproces
Voor het ledigingsproces geldt dezelfde berekening. Alleen de formules worden weergegeven.
c
k
j ( ) g h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
:=
c
s
j ( ) g
h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
6.087 10
3
= :=
j 0 1 , N
reken
.. :=
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
start 0 :=
j
1
root a start ( ) start , ( ) 3 = :=
j
2
root b start ( ) start , ( ) 183 = :=
Het debiet wordt negatief uitgedrukt in het rekenpunt j:
Q
l
j ( ) Q
l
j t ( ) :=
33
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
j j
1
1 + j
2
.. e for
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

j j
2
1 + N
reken
.. e for
:=
34
hj
Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
35
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
36

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
l
t ( ) Q
l
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
h
A_r_l
t ( ) h
bov

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + :=
h
B_l_l
t ( ) h
bov

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + :=
h
B_r_l
t ( ) h
bov

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + :=
h
C_l_l
t ( ) h
bov

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + :=
h
C_r_l
t ( ) h
bov

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
D_l_l
t ( ) h
bov

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
s_l
t ( )
1
2
h
B_l_l
t ( ) h
B_r_l
t ( ) + h
C_l_l
t ( ) h
C_r_l
t ( )
( )
:=
F
s_l_rel
t ( )
h
s_l
t ( )
l
s
c
b

:=
F
s_sm_l_rel
t ( ) 0.6 F
s_l_rel
t ( ) 0.3 F
s_l_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_l_rel
t 2 t ( ) + :=
37
F
p_l
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
l
t ( )
d
d

l
k
g h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
F
trans_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
p_l
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
0 200 400 600
0.2
0.1
0
0.1
0.2
0.3
Kracht door translatiegolf
Kracht op schip door translatiegolf -ledigingsproces
tijd [t]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

k
r
a
c
h
t

o
p

s
c
h
i
p

[

]
De uitvoer van de LOCKFILL-resultaten was als volgt:
38
Ook bij het ledigingsproces komen de resultaten van de berekening overeen met de LOCKFILL-resultaten. Hoewel de
berekening anders is opgezet, zijn de uitkomsten hetzelfde. Beide methoden kunnen dus gebruikt worden voor de
berekening van de kracht op het schip als gevolg van translatiegolven.
39

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 73



Bijlage7 Berekening kracht als gevolg
van impulsafname
Berekening kracht op schip als gevolg van impulsafname
Bronnen:
Vrijburcht, A., (1988), 'Het vulproces van een schutsluis met een langsvulsysteem, invloed translatiegolven, 1.
vulstraaleffecten en dichtheidsverschillen op de langskrachten, verslag berekeningen', Waterloopkundig
Laboratorium, Delft, Q176-II
Waterloopkundig Laboratorium, (1994), 'Handleiding LOCKFILL', Delft, Q1537, november 1994 2.
Vrijburcht, A., Bolt, E., Gilding, B.H., Yin Zhong-ging, Kleef van, E.H., (1988), 'Langskracht op een schip door de 3.
vulstraal in een sluis', Waterloopkundig Laboratorium, Q255-I, januari 1988
Inleiding
In deze bijlage wordt een rekenmethode gegeven waarmee de totaalkracht op een schip als gevolg van impulsafname
berekend kan worden. De methode is opgesteld aan de hand van referentie [1], [2] en [3]. De berekening is afhankelijk
van het stroombeeld wat optreedt in de kolk. Er zijn bij een vul- en ledigingssysteem door de sluishoofden drie situaties
te onderscheiden:
Vulproces met een deurvulsysteem. Hierbij treedt er een geconcentreerde vulstraal op die invloed heeft op het schip. -
Vulproces met een systeem waarbij de stroming bijna gelijk geheel verdeeld is over de kolkdoorsnede (heffen -
hefdeur, korte omloopriolen, beide met of zonder woelkelder)
Ledigingsproces bij alle vul- en ledigingssystemen door de sluishoofden. -
Voor deze drie situaties wordt de kracht op het schip als gevolg van impulsafname berekend. Voor de berekeningen
gelden de volgende parameters:
l
k
--> lengte kolk [m]
b
k
--> breedte kolk [m]
x
b
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
h
bov
--> waterstand op het bovenpand [m +NAP]
h
ben
--> waterstand op het benedenpand [m +NAP]
h
k
--> kolkwaterstand [m +NAP]
h
bod
--> hoogte bovenkant bodem sluiskolk [m +NAP]
l
s
--> lengte van het schip [m]
b
s
--> breedte van het schip [m]
d
s
--> diepgang van het schip [m]
c
b
--> blokcoefficient van het schip [-]

--> dichtheid zoet water [kg/m


3
]
m
s
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
Q
--> debiet door de vul/ledigingsopeningen [m
3
/s]
g
--> versnelling zwaartekracht [m/s
2
]
Vulproces met een deurvulsysteem
Stroombeeld in de kolk
In referentie [1] en [3] is aan de hand van modelonderzoek onderzocht welke stroombeelden er in een sluis optreden als
gevolg van het vul- en ledigingsproces. Hieronder wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten.
1
Figuur 1: stroombeeld in de kolk zonder schip [referentie 1]
Figuur 1 geeft een weergave van het stroombeeld in de kolk bij het vulproces met een deurvulsysteem (dus met invloed
van de straalwerking) als er geen schip in de sluis aanwezig is en de kolk oneindig lang is. Het stroombeeld kan globaal
als volgt beschreven worden:
De straal komt de sluis binnen als een zogenaamde vrije straal. Dit betekent dat er nog geen invloed is van de 1.
wanden of de waterdiepte. In het midden van de straal is een kern die de potential core wordt genoemd. In dit
gedeelte van de straal blijft de stroomsnelheid gelijk aan de uittreesnelheid. Aan de randen van de straal wordt het
snelheidsprofiel aangetast. Hierdoor ontstaat een zogenaamde 'klokvorm' in het snelheidsprofiel. Boven (dekneer) en
onder de straal (bodemneer) ontstaan neren waaruit de straal water aanzuigt. Het debiet neemt hierdoor toe. Tevens
spreidt de straal zich. Hierdoor neemt de gemiddelde snelheid in de straal af. Doordat het debiet toeneemt, blijft de
hoeveelheid impuls (gegeven door Qv) ongeveer gelijk.
Als de straal de bodem raakt is er geen water meer aanwezig onder de straal. Er ontstaat een wandstraal die 2.
nauwelijks afbreekt omdat er geen water aangezogen kan worden. Aan de bovenzijde van de straal blijft de situatie
gelijk aan de situatie zoals beschreven bij punt 1. De impuls van de straal blijft gelijk. Er ontstaat een
snelheidsverdeling die op een halve klok lijkt.
Ongeveer halverwege de neer wordt het debiet wat is onttrokken aan de dekneer weer afgestaan. Hierdoor neemt de 3.
impuls van de straal sterk af omdat het debiet afneemt en de straal steeds verder gespreidt wordt. Hierdoor neemt de
waterstand toe.
Als de straal het wateroppervlak bereikt verdeelt de straal zich over de gehele kolkdoorsnede en bereikt de straal het 4.
evenwichtsprofiel.
Uit de bovenstaande beschouwing blijkt dat de impuls van de straal nauwelijks afneemt zolang er water wordt onttrokken
aan de dekneer. De toename van debiet en de afname van de stroomsnelheid heffen elkaar dan op. De waterstand blijft
daardoor ongeveer gelijk. Als het water weer wordt afgestaan aan de dekneer neemt de impuls sterk af en stijgt de
waterstand.
Daarnaast treedt in de lengterichting van de kolk een impulsafname op, omdat steeds een kleiner gedeelte van de kolk
gevuld hoeft te worden. Het debiet neemt daardoor af, waardoor ook de impuls afneemt.
In de bovenstaande beschouwing is het stroombeeld beschreven dat optreedt bij het vul- en ledigingsproces als er geen
schip in de kolk aanwezig is. In referentie [1] en [3] is niet onderzocht wat de invloed van het schip is op het stroombeeld
voor de boeg. In dit rapport wordt er vanuit gegaan dat het schip geen invloed heeft op het stroombeeld voor de boeg.
Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat de stroming na de botsing met de boeg wordt afgebogen en gespreid, zodat langs
de romp een gelijkmatig verdeelde stroming over de hele natte doorsnede aanwezig is. Het doorstroomoppervlak van de
stroming neemt hierdoor toe, waardoor de stroomsnelheid afneemt. Ook de impuls neemt hierdoor af, waardoor de
watersatnd toeneemt. Dit verschijnsel is te vergelijken met bijvoorbeeld de stroming over een overlaat. Ter plaatse van de
overlaat neemt dan de waterstand af doordat de stroming versneld wordt. Bij de boeg is de situatie precies omgekeerd:
voor de boeg is de stroming snel (in de geconcentreerde vulstraal) en na de boeg is de stroming langzaam door de
spreiding over de hele natte doorsnede. Hierdoor neemt de impuls af en daardoor neemt de waterstand toe.
Langs de romp neemt het debiet af als gevolg van de sluisvulling. Hierdoor neemt ook de impuls af, waardoor de
waterstand toeneemt.
Als gevolg van de waterstandsverschillen is er sprake van een drukverschil over het schip. Hierdoor werkt er een
negatieve kracht op het schip. Zie figuur 2 voor een schematische weergave.
2
Figuur 2: stroombeeld en schematisch impulsverloop bij vulproces met deurvulsysteem
Conclusie
Bij het vulproces met een deurvulsysteem treedt impulsafname in de langsrichting van de kolk op. Deze impulsafname
veroorzaakt een waterspiegeltoename. Hierdoor wordt een negatieve kracht uitgeoefend op het schip dat in de kolk
aanwezig is. Deze kracht kan gesplitst worden in twee componenten:
Impulsafname bij de boeg (als gevolg van afbuiging van vulstraal naar gelijkmatig verdeeld snelheidsprofiel onder het -
schip)
Impulsafname langs de romp (als gevolg van debietafname in de lengterichting van de kolk) -
Uitgangspunten en aannames berekening
Om de krachtscomponenten als gevolg van impulsafname te berekenen, wordt gebruik gemaakt van 1-dimensionale
impuls- en continuteitsvergelijkingen. De volgende figuur wordt als uitgangspunt gebruikt bij de berekeningen [referentie
1]:
Figuur 3: uitgangspuntenfiguur berekeningen [referentie 1]
Voor de berekeningen worden de volgende aannames en uitgangspunten gebruikt:
Er komt een geconcentreerde vulstraal de sluis binnen door de deuropeningen -
Bij de boeg van het schip wordt de stroming over korte afstand afgebogen zodat er ter plaatse van raai 2 een -
gelijkmatig verdeeld snelheidsprofiel aanwezig is
De druk tegen de boeg is hydrostatisch, met een afwijking voor de straaldruk en afstromend water -
Tussen raai 2 en raai 3 treedt wrijving op waardoor er een verhang ontstaat. Dit verschijnsel wordt wel meegenomen -
in de impulsvergelijkingen, maar wordt niet opgeteld bij de uiteindelijke totaalkracht als gevolg van impulsafname
omdat de kracht als gevolg van wrijving bepaald wordt in bijlage 10.
Tussen raai 2 en raai 3 neemt het debiet lineair af omdat steeds een kleiner gedeelte van de sluis gevuld hoeft te -
worden
De druk tegen het hek van het schip is hydrostatisch. -
3
De totale kracht als gevolg van impulsafname wordt als volgt berekend:
Bepalen kracht als gevolg van impulsafname bij de boeg:
Bepalen kracht tegen de boeg van het schip met behulp van een impulsvergelijking tussen raai 1 en raai 2. -
Berekenen kracht op het hek van het schip als gevolg van hydrostatische druk. -
Bepalen krachtsresultante van de kracht op de boeg en het hek. -
Bepalen krachtscomponent als gevolg van impulsafname. -
Bepalen kracht als gevolg van impulsafname langs de romp:
Bepalen waterstandsverschil tussen raai 2 en raai 3 met behulp van een impulsvergelijking. -
Bepalen kracht als gevolg van waterstandsverschil tussen raai 2 en raai 3. -
De sommatie van de componenten levert de totaalkracht als gevolg van impulsafname.
Berekening kracht op de boeg
De kracht op de boeg van het schip wordt veroorzaakt door een druk op de boeg die grotendeels als hydrostatische druk
bij een waterstand h
1
wordt aangenomen. Alleen in het midden van de boeg is een drukverhoging aanwezig als gevolg
van de straalwerking en aan de onderkant van de boeg is een drukverlaging aanwezig door afstromend water. Deze
uitgangspunten zijn gebaseerd op referentie [1]. Zie figuur 4 voor een weergave van deze uitgangspunten:
Figuur 4: uitgangspuntenfiguur kracht op de boeg [referentie 1]
Als gevolg van de vormgeving van de vulopeningen (door bijvoorbeeld breekbalken) kan de hartlijn van de straal een hoek
hebben met de horizontaal. Zoals te zien in figuur 3 wordt deze hoek aangegeven met . Dit geldt alleen bij een
deurvulsysteem, omdat er bij omloopriolen en het heffen van de hefdeur geen geconcentreerde straal aanwezig is.
Volgens referentie [1] is de kracht op de boeg te bepalen met de volgende formule:
F
b
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2
Q
1
v
1
sin + ( ) sin ( ) + =
--> formule (1): kracht op de boeg van het schip
Hierin is:
C
1
= cofficint voor afwijking van hydrostatische druk. Een toelichting wordt gegeven in bijlage 9. Deze
cofficint is voor de berekening van de impulsafname niet van belang. [-]
C
2
= cofficint voor welk deel van de straal tegen de boeg gaat. Een toelichting wordt gegeven in bijlage
9 bij de berekening van de geconcentreerde vulstraal. Deze cofficint is voor de berekening van de
impulsafname niet van belang. [-]
= hoek van de hartlijn van de straal met horizontaal []
= hoek van de boeg met horizontaal []
De eerste term stelt in formule (1) de hydrostatische druk voor, de tweede term de afwijking van de hydrostatische druk
(als gevolg van de straalwerking). De tweede term levert geen bijdrage aan de kracht als gevolg van impulsafname, maar
moet wel bekend zijn om de kracht als gevolg van impulsafname te kunnen bepalen.
De termen h
1
- h
2
(waterstandsverschil tussen raai 1 en raai 2) en Q
1
v
1
(impuls ter plaatse van raai 1) zijn nog niet
bekend en moeten dus bepaald worden om de kracht te berekenen.
4
De impuls ter plaatse van raai 1 is niet zonder meer te bepalen. Zoals bij de beschrijving van het stroombeeld is
aangegeven, heffen de snelheidsafname door spreiding van de straal en debietstoename door wateronttrekking aan de
neer elkaar op, zodat de impuls hierdoor niet veranderd. De impuls neemt wel af door de lineaire debietsafname in de
lengterichting van de kolk. Omdat de impuls ter plaatse van de vulopeningen bekend is, kan de impuls in het eerste deel
van de straal ook bepaald worden. Na verloop van tijd begint de straal debiet af te staan aan de dekneer en neemt de
impuls sterk af. Volgens referentie [3] gebeurd dit halverwege de neer. De lengte van de dekneer is afhankelijk van de
hoogte z
v
tussen de bovenkant van de vulopening en de kolkwaterstand. Zie figuur 5.
dekneer
L
0,5 L
1
:6
z
v
h
bov_opening
neer
neer
Figuur 5: lengte dekneer
De kortste lengte van de neer treedt op aan het begin van het vulproces, omdat z
v
dan het kleinst is. Volgens referentie
[3] is de spreiding van het invloedsgebied van de straal aan het begin 1:6 (= 9,5). Dit betekent dat de lengte van de
dekneer gegeven wordt door:
L
neer
h
ben
h
bov_opening

tan 9.5deg ( )
=
--> formule (2): lengte dekneer
Hierin is:
h
ben
= waterstand benedenpand = waterstand kolk op t = 0 bij vulproces [m +NAP]
h
bov_opening
= hoogte van de bovenkant van de vulopening [m +NAP]
De impuls blijft in de eerste helft van de neer gelijk. De lengte waar de impuls van de straal gelijk is aan de impuls bij de
vulopeningen wordt dus gegeven door:
L
imp_gelijk
h
ben
h
bov_opening

2 tan 9.5deg ( )
=
--> formule (3): halve lengte dekneer
Als de afstand van de boeg tot de vuldeur x
b
kleiner is dan L
imp_gelijk
mag voor de impuls van de straal dus gerekend
worden met de bekende impuls van de straal bij de vuldeur, verminderd met de lineaire afname als gevolg van de
sluisvulling.
Voor x
b
< L
imp_gelijk
kan de impuls ter plaatse van raai 1 nu berekend worden:
S
1
t ( ) Q
1
v
1
= Q t ( )
l
k
x
b

l
k
2 g h
bov
h
k
t ( )
( )
=
--> formule (4): impuls ter plaatse van raai 1
Als x
b
> L
imp_gelijk
dient er een schatting voor de impuls gegeven te worden.
Bovenstaande beschouwing geldt alleen voor een deurvulsysteem zonder breekbalken en als de hoek nul is.
Bij een hoek groter of kleiner dan nul kan het stroombeeld sterk gaan afwijken van de bovenstaand beschreven situatie
omdat de straal botst tegen de kolkbodem of omdat de straal snel de waterspiegel bereikt. Er dient dan een schatting
van de impuls gegeven te worden.
5
Als er sprake is van breekbalken voor de vulopening wordt de straal afgebroken en gespreidt. In dat geval geldt de
bovenstaande beschouwing ook niet meer. Er dient dan aan de hand van de vormgeving van de breekbalken een schatting
gegeven te worden van de impuls ter plaatse van de boeg. De schatting kan als volgt bepaald worden:
Schatten niveau bovenkant en onderkant van de straal na de breekbalken -
Bepalen oppervlak van de straal bij de boeg op basis van spreiding van de straal (1:6) -
Bepalen debiet en stroomsnelheid in de straal op basis van oppervlak straal bij de boeg en lineaire debietsafname in de -
sluis
Verhogen debiet met correctiefactor vanwege debietstoename in de straal door wateraanzuiging. -
In formules kan deze schatting als volgt uitgewerkt worden:
z
bov
t ( ) min h
bov_straal
1
6
x
b
+ h
k_v
t ( ) ,
|

\
|
|
.
=
--> formule (5): niveau bovenkant straal ter plaatse van de boeg
z
ond
max h
ond_straal
1
6
x
b
h
bod
,
|

\
|
|
.
=
--> formule (6): niveau onderkant straal ter plaatse van de boeg
Er wordt vanuit gegaan dat de straal bij de boeg van het schip over de volledige kolkbreedte is gespreid. Het oppervlak van
de straal bij de boeg is dan:
A
str_1
t ( ) b
k
z
bov
t ( ) z
ond

( )
=
--> formule (7): oppervlak van de straal ter plaatse van de boeg
Uit continuteitsoverwegingen moet het debiet in de straal ter plaatse van de boeg gelijk zijn aan het debiet in de straal ter
plaatse van de vulopening, verminderd met de lineaire debietsafname:
Q
boeg
t ( )
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( ) =
--> formule (8): debiet in de straal ter plaatse van de boeg
Het is mogelijk dat de straal water aanzuigt waardoor het debiet in de straal toeneemt. Het debiet wordt daarom
vermenigvuldigd met correctiefactor C
4
. Deze correctiefactor dient aan de hand van praktijkmetingen bepaald te worden.
Q
boeg
t ( ) C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( ) =
--> formule (8): debiet in de straal ter plaatse van de boeg met
correctiefactor
Uit continuteitsoverwegingen moet gelden: Q = v * A. Dit levert:
--> formule (9): stroomsnelheid ter plaatse van de boeg
v
boeg
t ( )
Q
boeg
t ( )
A
str_1
t ( )
=
C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
A
str_1
t ( )
=
De impuls bij de boeg kan nu bepaald worden:
S
1
t ( ) C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
|

\
|
|
.

C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
A
str_1
t ( )
= C
4
2

l
k
x
b

( )
2
Q
v
t ( )
2

l
k
2
A
str_1
t ( )
=
--> formule (10): impuls ter plaatse van de boeg
In LOCKFILL is de rekenmodule STRAAL gebruikt om de impuls van de straal ter plaatse van de boeg te berekenen.
Deze rekenmodule is gebaseerd op referentie [3]. Aan het einde van het afstudeerproject is geprobeerd om deze
rekenmodule te reconstrueren, zie bijlage 8. Dit bleek niet mogelijk. Het bleek wel mogelijk om de spreidingslijnen van
de straal te berekenen. Hierbij kan schatting worden gegeven van het oppervlak van de straal ter plaatse van de boeg. In
theorie is dit een meer nauwkeurige schatting dan de schatting met formule (7), maar uit de kalibratie bleek dat de
resultaten overeen kwamen. Vanwege tijdsbeperkingen is ervoor gekozen om bovenstaande benadering voor de
berekening van de impuls aan te houden.
6
Het waterstandsverschil tussen raai 1 en raai 2 kan bepaald worden door de impulsvergelijking toe te passen. De
impulsvergelijking bestaat uit de volgende componenten:
Hydrostatische kracht ter plaatse van raai 1 (met waterdiepte h
1
) -
Hydrostatische kracht ter plaatse van raai 2 (met waterdiepte h
2
) -
Hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1 (door geconcentreerde vulstraal) -
Hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2 (door gelijkmatig verdeelde stroming met stroomsnelheid v
2
) -
Externe krachten: kracht tegen de boeg van het schip -
De hydrostatische kracht ter plaatse van raai 1 wordt als volgt berekend:
F
stat_1
1
2
g h
1
2
b
k
=
--> formule (11): hydrostatische kracht ter plaatse van raai 1
De hydrostatische kracht ter plaatse van raai 2 wordt als volgt berekend:
F
stat_2
1
2
g h
2
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s
=
--> formule (12): hydrostatische kracht ter plaatse van raai 2
De hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1 wordt als volgt berekend:
F
hyd_1
Q
1
v
1
cos ( ) =
--> formule (13): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1
De impuls ter plaatse van raai 1 is al bepaald, zodat formule (13) overgaat in:
F
hyd_1
S
1
t ( ) cos ( ) =
--> formule (14): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1
De hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2 is als volgt:
F
hyd_2
Q
2
v
2
=
--> formule (15): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2
Hierin zijn Q
2
en v
2
onbekend. Omdat is aangenomen dat ter plaatse van raai 2 de stroming gelijkmatig over de natte
kolkdoorsnede is verdeeld en het debiet in de lengterichting van de kolk lineair afneemt, geldt uit
continuteitsoverwegingen:
Q
2
l
k
x
b

l
k
Q t ( ) =
--> formule (16): debiet ter plaatse van raai 2
v
2
Q
2
h
2
b
k
d
s
b
s

=
Q t ( ) l
k
x
b

( )

l
k
h
2
b
k
d
s
b
s

( )
=
--> formule (17): stroomsnelheid ter plaatse van raai 2
Ter plaatse van raai 2 is de waterdiepte h
2
lager dan de gemiddelde kolkwaterstand. De verlaging is echter zeer klein ten
opzichte van de gemiddelde waterdiepte, zodat voor h
2
ook geschreven kan worden: h
2
= h
k
(t) - h
bod
. Dit levert:
v
2
Q t ( ) l
k
x
b

( )

l
k
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

=
--> formule (18): stroomsnelheid ter plaatse van raai 2
De hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2 is nu als volgt:
F
hyd_2

l
k
x
b

l
k
Q t ( )
|

\
|
|
.

Q t ( ) l
k
x
b

( )

l
k
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

= Q t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2

1
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

=
--> formule (19): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2
De kracht op de boeg is gegeven in formule (1). De impulsvergelijking kan nu ingevuld worden. Uit
continuteitsoverweging geldt dat de som van alle componenten gelijk is aan nul:
F
stat_1
F
stat_2
F
hyd_1
+ F
hyd_2
F
b
0 =
7
Invullen van alle termen levert:
1
2
g h
1
2
b
k

1
2
g h
2
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s

|

\
|
|
.
S
1
t ( ) cos ( ) + Q t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2

1
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s


1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2
S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) +

(
(

0 =
Vereenvoudiging leidt tot:
1
2
g b
k
h
1
2
h
2
2

|
\
|
.

1
2
g b
s
h
1
h
2
d
s

( )
2

1
2
g b
s
d
s
2
+
S
1
t ( )

cos ( ) +
Q t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2

1
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b

l
k

1
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s

C
1
C
2

S
1
t ( )

sin + ( ) sin ( ) 0 =
Het doel van het opstellen van de impulsvergelijking is het bepalen van het waterstandsverschil h
1
- h
2
. Om het
waterstandsverschil te berekenen is het nodig om de vergelijking uit te drukken in het waterstandsverschil h
1
- h
2.
In de
vergelijking zijn echter de termen h
1
2
- h
2
2
en (h
1
- h
2
- d
s
)
2
aanwezig. Om zeer complex rekenwerk te vermijden worden
een uitdrukkingen gezocht die deze termen benaderden maar die uitgedrukt zijn in h
1
- h
2
. Hiervoor wordt h
2
geschreven
als h
1
- h en h
1
- h
2
als h. De term h staat voor het waterstandsverschil tussen h
1
en h
2
.
h
1
2
h
2
2
h
1
2
h
1
h
( )
2
=
en
h
1
h
2
d
s
+
( )
2
h d
s
+
( )
2
=
Na vereenvoudiging levert dit:
h
1
2
h
2
2
2 h
1
h h
2
=
en
h
1
h
2
d
s
+
( )
2
d
s
2
2 d
s
h + h
2
+ =
Omdat het waterstandsverschil relatief klein zal zijn, is het kwadraat van het waterstandsverschil te verwaarlozen. Dit
levert:
h
1
2
h
2
2
2 h
1
h =
en
h
1
h
2
d
s
+
( )
2
d
s
2
2 d
s
h + =
De term h kan worden beschreven door h
1
- h
2
. Dit levert:
h
1
2
h
2
2
2 h
1
h
1
h
2

( )
=
en
h
1
h
2
d
s
+
( )
2
d
s
2
2 d
s
h
1
h
2

( )
+ =
De gezochte uitdrukkingen zijn nu gevonden en kunnen ingevuld worden in de impulsvergelijking. Dit levert na
vereenvoudiging een uitdrukking van het waterstandsverschil tussen raai 1 en raai 2:
h
1
h
2

S
1
t ( )

cos ( )
g h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b

l
k
Q t ( )
Q t ( ) l
k
x
b

( )

l
k
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

g h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+
C
1
C
2

S
1
t ( )

sin + ( ) sin ( )
g h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
--> formule (20): waterstandsverschil tussen raai 1 en raai 2
Deze uitdrukking van het waterstandsverschil kan ingevuld worden in formule (1). Dit levert een formule voor de kracht op
de boeg als gevolg van impulsafname en straalwerking. De kracht als gevolg van impulsafname wordt beschreven door de
eerste term in formule (1).
8
Ter vereenvoudiging van het rekenwerk wordt het invullen van formule (20) in formule (1) pas gedaan bij het berekenen van
het drukverschil over het schip.
Kracht op het hek van het schip
Bij het hek van het schip laat de stroming los van het schip. Achter het schip ontstaan neren, waarin de druk als
hydrostatisch kan worden aangenomen. Op het hek van het schip werkt dus een hydrostatische kracht. Zie figuur 6 voor
een weergave.
Figuur 6: situatie bij het hek
De hydrostatische kracht tegen het hek van het schip wordt als volgt beschreven [referentie 1]:
F
h
1
2
g b
s
d
s
2
=
--> formule (21): kracht op het hek van het schip
Berekenen krachtsresultante tussen boeg en hek
Als gevolg van een waterstandsverschil tussen tussen de boeg en het hek van het schip werkt er een kracht op het schip.
Deze kracht wordt beschreven door het verschil tussen formule (1) en formule (21). In deze bijlage wordt alleen de kracht
als gevolg van impulsafname berekend, dus dient alleen de eerste term van formule (1) gebruikt te worden. Dit levert:
F
b
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s

1
2
g b
s
d
s
2
=
--> formule (22): kracht op het schip als gevolg van
impulsafname bij de boeg
De term h
1
- h
2
wordt in deze formule beschreven door formule (20). Ter vereenvoudiging van het rekenwerk wordt de term
(h
1
- h
2
- d
s
)
2
weer uitgedrukt in d
s
2
+ 2 d
s
(h
1
- h
2
). Dit levert na vereenvoudiging:
F
b
g d
s
b
s
h
1
h
2

( )
=
Invullen van formule (20) levert na vereenvoudiging:
F
b
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
+
d
s
b
s
C
1
C
2
S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

In deze formule wordt de derde term veroorzaakt door de directe straalwerking en hoeft dus voor de kracht als gevolg van
impulsafname niet beschouwd te worden. Dit levert de volgende uitdrukking voor de kracht op het schip als gevolg van
impulsafname bij de boeg:
F
imp_b
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
--> formule (23): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
Berekening kracht op de romp
Tijdens het vul- en ledigingsproces werkt er op de romp een kracht die veroorzaakt wordt door drie componenten: een
rechtstreekse wrijvingskracht op het schip, een kracht veroorzaakt door het wrijvingsverhang en een kracht door
impulsafname langs de romp van het schip. De situatie langs de romp van het schip is schematisch weergeven in figuur 7.
9
Figuur 7: situatie langs de romp van het schip [referentie 1]
De kracht op de romp kan als volgt beschreven worden [referentie 1]:
F
r
g d
s
b
s
h
2
h
3

( )
F
sw
+ =
--> formule (24): kracht op de romp als gevolg van impulsafname en wrijving
Hierin is:
F
sw
= rechtstreekse wrijvingskracht op het schip [N]
De kracht F
sw
is al bepaald bij de berekening van de kracht op het schip in als gevolg van wrijving in bijlage 10. Het
waterstandsverschil h
2
- h
3
kan bepaald worden door de impulsvergelijking toe te passen tussen raai 2 en raai 3. De
impulsvergelijking bestaat uit de volgende onderdelen:
Hydrostatische kracht ter plaatse van raai 2 (met waterdiepte h
2
) -
Hydrostatische kracht ter plaatse van raai 3 (met waterdiepte h
3
) -
Hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2 (met debiet Q
2
en stroomsnelheid v
2
) -
Hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 3 (met debiet Q
3
en stroomsnelheid v
3
) -
Externe krachten: kracht door verhang en rechtstreekse wrijvingskrachten -
De hydrostatische kracht er plaatse van raai 2 wordt als volgt berekend:
F
stat_2
1
2
g h
2
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s
=
--> formule (25): hydrostatische kracht er plaatse van raai 2
De hydrostatische kracht er plaatse van raai 3 wordt als volgt berekend:
F
stat_3
1
2
g h
3
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s
=
--> formule (26): hydrostatische kracht er plaatse van raai 3
De hydrodynamische kracht er plaatse van raai 2 wordt als volgt berekend:
F
dyn_2
Q
2
v
2
=
--> formule (27): hydrodynamische kracht er plaatse van raai 2
De hydrodynamische kracht er plaatse van raai 3 wordt als volgt berekend:
F
dyn_3
Q
3
v
3
=
--> formule (28): hydrodynamische kracht er plaatse van raai 3
De externe krachten worden als volgt berekend:
F
verhang
g d
s
b
s
l
s

h
2
h
3

l
s
=
--> formule (29): kracht als gevolg van verhang
F
recht_wr
F
bw
F
sw
+ =
--> formule (30): rechtstreekse
wrijvingskrachten
Opmerking: in referentie [1] is voor de horizontale kracht door het verhang een onjuiste formule gegeven. De term b
s
wordt
daar weggelaten. In het vervolg wordt in dat rapport wel gerekend met deze term. Het is aannamelijk dat dit een typefout
is.
10
De impulsvergelijking kan nu ingevuld worden. Uit continuteitsoverweging geldt dat de som van alle componenten gelijk is
aan nul:
F
stat_2
F
stat_3
F
dyn_2
+ F
dyn_3
F
verhang
F
bw
F
sw
0 =
Invullen van alle termen levert:
1
2
g h
2
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s

1
2
g h
3
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s

|

\
|
|
.
Q
2
v
2
+ Q
3
v
3

g d
s
b
s
l
s

h
2
h
3

l
s
F
bw
F
sw
+
( )
0 =
Deze vergelijking kan als volgt herschreven worden:
1
2
g b
k
h
2
2
h
3
2

|
\
|
.
g d
s
b
s
h
2
h
3

( )
Q
2
v
2
+ Q
3
v
3
F
bw
F
sw
0 =
Voor het bepalen van de kracht op het schip als gevolg van het verhang is het nodig om de vergelijking uit te drukken in
het waterstandsverschil over het schip h
2
- h
3.
In de vergelijking is echter de term h
2
2
- h
3
2
aanwezig. Om zeer complex
rekenwerk te vermijden wordt een uitdrukking gezocht die de term h
2
2
- h
3
2
benaderd maar die uitgedrukt is in h
2
- h
3
.
Hiervoor wordt h
3
geschreven als h
2
- h. De term h staat voor het waterstandsverschil tussen h
2
en h
3
.
h
2
2
h
3
2
h
2
2
h
2
h
( )
2
=
Na vereenvoudiging levert dit:
h
2
2
h
3
2
2 h
2
h h
2
=
Omdat het waterstandsverschil relatief klein zal zijn, is het kwadraat van het waterstandsverschil te verwaarlozen. Dit
levert:
h
2
2
h
3
2
2 h
2
h =
De term h kan worden beschreven door h
2
- h
3
. Dit levert:
h
2
2
h
3
2
2 h
2
h
2
h
3

( )
=
Hiermee is een uitdrukking verkregen die de term h
2
2
- h
3
2
benaderd maar die uitgedrukt is in h
2
- h
3
. Invullen levert:
g b
k
h
2
h
2
h
3

( )
g d
s
b
s
h
2
h
3

( )
Q
2
v
2
+ Q
3
v
3
F
bw
F
sw
0 =
In de impulsvergelijking zijn de termen Q
2
v
2
en Q
3
v
3
aanwezig. De term Q
2
v
2
is al bepaald met de formules (16) en (17).
Op dezelfde wijze worden ook Q
3
en v
3
bepaald:
Q
3
t ( ) Q t ( )
l
k
x
b
l
s

l
k
=
--> formule (31): debiet ter plaatse van raai 3
v
3
t ( )
Q t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b
l
s

l
k
=
--> formule (32): stroomsnelheid ter plaatse van raai 3
Invullen van de formules (16), (17), (31) en (32) levert:
g h
2
h
3

( )
b
k
h
2
d
s
b
s

( )
Q t ( )
l
k
x
b

l
k

\
|
|
.

Q t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b

l
k

(
(

+
11
Q t ( )
l
k
x
b
l
s

l
k

Q t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b
l
s

l
k

(
(

F
bw
F
sw
0 =
Uitgedrukt in het waterstandsverschil h
2
- h
3
:
h
2
h
3

Q t ( )
2

g h
2
b
k
d
s
b
s

( )
2

2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2

F
bw
F
sw
+
g h
2
b
k
b
s
d
s

( )

+ =
--> formule (33): waterstandsverschil over
het schip
De gezochte uitdrukking voor het waterstandsverschil h
2
- h
3
is nu gevonden. Formule (33) kan ingevuld worden in
formule (24):
F
r
t ( ) g
Q t ( )
2

g h
2
b
k
d
s
b
s

( )
2

2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2

F
bw
F
sw
+
g h
2
b
k
b
s
d
s

( )

(
(
(

d
s
b
s
F
sw
t ( ) + =
De waterdiepte h
2
is bij benadering te schrijven als h
k
(t) - h
bod
. Na herschrijven leidt dit tot:
F
r
t ( )
Q t ( )
2
d
s
b
s

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
F
bw
t ( )
d
s
b
s

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
+
F
sw
t ( )
h
2
b
k

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

--> formule (34): totale kracht op de romp van het schip


In deze formule worden de tweede en de derde term veroorzaakt door de wrijving en hoeven voor de berekening van de
impulsafname langs de romp van het schip niet beschouwd te worden. Dit levert de volgende uitdrukking voor de kracht
op het schip als gevolg van impulsafname langs de romp:
F
imp_r
t ( )
Q t ( )
2
d
s
b
s

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
=
--> formule (35): kracht op de romp van het schip als
gevolg van impulsafname
Berekenen totale kracht als gevolg van impulsafname
De totale kracht als gevolg van impulsafname volgt uit de sommatie van de kracht als gevolg van impulsafname bij de
boeg en de kracht als gevolg van impulsafname langs de romp:
F
imp
t ( ) F
imp_b
t ( ) F
imp_r
t ( ) + =
--> formule (36): totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Met:
F
imp_b
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
--> formule (23): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r
t ( )
Q t ( )
2
d
s
b
s

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
=
--> formule (35): kracht op de romp van het schip als
gevolg van impulsafname
Formule (36) levert een kracht uitgedrukt in Newton. Het is gangbaar om de totale kracht uit te drukken in een relatieve
kracht als promille van het scheepsgewicht. De relatieve totaalkracht als gevolg van impulsafname wordt dan:
12
F
imp_rel
t ( )
F
imp
t ( )
m
s
g
1000 =
--> formule (37): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van
impulsafname
Vulproces met gelijkmatig verdeelde stroming
Stroombeeld in de kolk
Bij het vulproces met korte omloopriolen of het heffen van een hefdeur (met of zonder woelkelder) wordt er vanuit gegaan
dat de stroming in de kolk vrijwel direct over de hele natte kolkdoorsnede is verdeeld. Ter plaatse van het schip wordt
deze stroming afgebogen naar een gelijkmatig snelheidsprofiel langs het schip. Na schip treedt hetzelfde stroombeeld
op als bij het vulproces met een deurvulsysteem. Het stroombeeld kan als volgt geschematiseerd worden:
Figuur 8: stroombeeld en schematisch impulsverloop bij vulproces met gelijkmatig verdeelde stroming
Conclusie
Bij een vulproces met een gelijkmatig verdeelde stroming treedt bij de boeg van het schip een impulstoename op -
doordat de natte doorsnede afneemt door de aanwezigheid van het schip. Hierdoor neemt de stroomsnelheid, en
daardoor de impuls, toe. De waterstand daalt hierdoor waardoor er een positieve kracht op het schip wordt
uitgeoefend.
Langs de romp van het schip treedt impulsafname op door de debietsafname in de lengterichting van de kolk. -
Hierdoor wordt er een negatieve kracht op het schip uitgeoefend.
Uitgangspunten en aannames
Om de krachtscomponenten als gevolg van impulsafname te berekenen, wordt gebruik gemaakt van 1-dimensionale
impuls- en continuteitsvergelijkingen. Voor deze berekening geldt figuur 3 als uitgangspunt.
Voor de berekeningen worden de volgende aannames en uitgangspunten gebruikt:
Ter plaatse van raai 1 (zie figuur 3) is er een gelijkmatig verdeelde stroming aanwezig over de hele natte doorsnede. -
Bij de boeg van het schip wordt de stroming over korte afstand afgebogen zodat er ter plaatse van raai 2 een -
gelijkmatig verdeeld snelheidsprofiel aanwezig is
De druk tegen de boeg is hydrostatisch, met een afwijking voor de straaldruk en afstromend water -
Tussen raai 2 en raai 3 treedt wrijving op waardoor er een verhang ontstaat. Dit verschijnsel wordt wel meegenomen -
in de impulsvergelijkingen, maar wordt niet opgeteld bij de uiteindelijke totaalkracht als gevolg van impulsafname
omdat de kracht als gevolg van wrijving al bepaald is in bijlage 10.
Tussen raai 2 en raai 3 neemt het debiet lineair af omdat steeds een kleiner gedeelte van de sluis gevuld hoeft te -
worden
De druk tegen het hek van het schip is hydrostatisch. -
13
De totale kracht als gevolg van impulsafname wordt als volgt berekend:
Bepalen kracht als gevolg van impulsafname bij de boeg:
Bepalen kracht tegen de boeg van het schip met behulp van een impulsvergelijking tussen raai 1 en raai 2. -
Berekenen kracht op het hek van het schip als gevolg van hydrostatische druk. -
Bepalen krachtsresultante van de kracht op de boeg en het hek. -
Bepalen krachtscomponent als gevolg van impulsafname. -
Bepalen kracht als gevolg van impulsafname langs de romp:
Bepalen waterstandsverschil tussen raai 2 en raai 3 met behulp van een impulsvergelijking. -
Bepalen kracht als gevolg van waterstandsverschil tussen raai 2 en raai 3. -
De sommatie van de componenten levert de totaalkracht als gevolg van impulsafname.
Berekening
De berekening voor de kracht op het schip geschiedt op dezelfde wijze als bij het vulproces met een geconcentreerde
vulstraal. De berekening wordt daarom niet herhaalt, alleen formules die voor de situatie bij het vulproces met een
gelijkmatig verdeelde stroming anders zijn worden weergegeven.
Bij het vulproces met een gelijkmatig verdeelde stroming is de impuls ter plaatse van raai 1 (zie figuur 4) kleiner dan bij het
vulproces met een geconcentreerde vulstraal omdat de stroming over de hele natte kolkdoorsnede is verdeeld. Er is geen
sprake van een straal met een helling. Formule (1) van de kracht op de boeg van het schip gaat daardoor over in:
F
b
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2
Q
1
v
1
sin ( ) + =
--> formule (38): kracht op de boeg van het schip
De grootte van de impuls ter plaatse van raai 1 kan bepaald worden door uit te gaan van een lineaire afname van het
debiet en een gelijkmatig verdeelde stroming over de kolkdoorsnede. Het debiet en de stroomsnelheid ter plaatse van
raai 1 worden dan:
Q
1
Q t ( )
l
k
x
b

l
k
=
--> formule (39): debiet ter plaatse van raai 1
v
1
Q
1
h
1
b
k

=
Q t ( ) l
k
x
b

( )

h
1
b
k
l
k

=
--> formule (40): stroomsnelheid ter plaatse van raai 1
Ter plaatse van raai 1 is de waterdiepte h
1
lager dan de gemiddelde kolkwaterstand. De verlaging is echter zeer klein ten
opzichte van de gemiddelde waterdiepte, zodat voor h
1
ook geschreven kan worden: h
1
= h
k
(t) - h
bod
. Dit levert:
v
1
Q t ( ) l
k
x
b

( )

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k

=
--> formule (41): stroomsnelheid ter plaatse van raai 1
De formule voor de kracht op het schip wordt nu:
F
b
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2

Q t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

sin ( ) + =
--> formule (42): kracht op de boeg van het schip
Voor de hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1 geldt dezelfde redenering, waardoor formule (13) over gaat in:
F
hyd_1
Q t ( )
l
k
x
b

l
k

Q t ( ) l
k
x
b

( )

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k

=
Q t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

=
--> formule (43): hydrodynamische kracht ter
plaatse van raai 1
De overige formules zijn voor het vulproces met een gelijkmatig verdeelde stroming gelijk aan het vulproces met een
geconcentreerde vulstraal. De totaalkracht op het schip als gevolg van de impulsafname wordt daardoor als volgt:
F
imp
t ( ) F
imp_b
t ( ) F
imp_r
t ( ) + =
--> formule (44): totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Met:
14
F
imp_b
t ( )
d
s
b
s

Q t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
--> formule (45): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r
t ( )
Q t ( )
2
d
s
b
s

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
=
--> formule (46): kracht op de romp van het schip als
gevolg van impulsafname
Formule (44) levert een kracht uitgedrukt in Newton. Het is gangbaar om de totale kracht uit te drukken in een relatieve
kracht als promille van het scheepsgewicht. De relatieve totaalkracht als gevolg van impulsafname wordt dan:
F
imp_rel
t ( )
F
imp
t ( )
m
s
g
1000 =
--> formule (47): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van
impulsafname
Ledigingsproces
Stroombeeld in de kolk
Bij het ledigingsproces is er sprake van een negatief debiet. Het water in de kolk stroomt naar de ledigingsopeningen
toe. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de stroming verdeelt is over het hele natte profiel. Pas vlak voor de
ledigingsopeningen wordt de stroming afgebogen. Het stroombeeld in de kolk kan daarom als volgt geschematiseerd
worden:
Figuur 9: stroombeeld en schematisch impulsverloop bij vulproces met gelijkmatig verdeelde stroming
Zoals in figuur 9 te zien is, treedt hetzelfde stroombeeld op als bij het vulproces met gelijkmatig verdeelde stroming,
alleen is de situatie gespiegeld. Voor 'boeg' dient bij het ledigingsproces daarom 'hek' gelezen te worden.
Conclusie
Bij het ledigingsproces treedt bij het hek van het schip een impulstoename op doordat de natte doorsnede afneemt -
door de aanwezigheid van het schip. Hierdoor neemt de stroomsnelheid, en daardoor de impuls, toe. De waterstand
daalt hierdoor waardoor er een positieve kracht op het schip wordt uitgeoefend.
Langs de romp van het schip treedt impulsafname op door de debietsafname in de lengterichting van de kolk. -
Hierdoor wordt er een negatieve kracht op het schip uitgeoefend.
15
Uitgangspunten en aannames
Omdat bij het ledigingsproces hetzelfde stroombeeld optreedt als bij een vulproces met een gelijkmatig verdeelde
stroming, gelden voor de berekeningen bij het ledigingsproces dezelfde uitgangspunten en aannames als bij een
ledigingsproces met een gelijkmatig verdeelde stroming.
Berekening
De berekening voor de kracht op het schip geschiedt op dezelfde wijze als bij het vulproces met een gelijkmatig
verdeelde stroming. De berekening wordt daarom niet herhaalt, alleen formules die voor het ledigingsproces anders zijn
worden weergegeven.
Bij het ledigingsproces moet voor de impuls ter plaatse van raai 1 gelezen worden: de impuls achter het hek van het
schip. De formules voor de snelheid en het debiet ter plaates van raai gaan daardoor over in:
Q
1
Q t ( )
l
k
x
b
l
s

l
k
=
--> formule (48): debiet ter plaatse van raai 1
v
1
Q
1
h
1
b
k

=
Q t ( ) l
k
x
b
l
s

( )

h
1
b
k
l
k

=
--> formule (49): stroomsnelheid ter plaatse van raai 1
Ter plaatse van raai 1 is de waterdiepte h
1
lager dan de gemiddelde kolkwaterstand. De verlaging is echter zeer klein ten
opzichte van de gemiddelde waterdiepte, zodat voor h
1
ook geschreven kan worden: h
1
= h
k
(t) - h
bod
. Dit levert:
v
1
Q t ( ) l
k
x
b
l
s

( )

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k

=
--> formule (50): stroomsnelheid ter plaatse van raai 1
De formule voor de kracht op het schip wordt nu:
F
h
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2

Q t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

sin ( ) + =
--> formule (51): kracht op het hek van het schip
Voor de hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1 geldt dezelfde redenering, waardoor formule (43) over gaat in:
F
hyd_1
Q t ( )
l
k
x
b

l
k

Q t ( ) l
k
x
b

( )

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k

=
Q t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

=
--> formule (52): hydrodynamische kracht ter
plaatse van raai 1
Bij het ledigingsproces moet voor de impuls ter plaatse van raai 2 gelezen worden: de impuls net voor de hek van het
schip. De formules voor de snelheid en het debiet ter plaates van raai gaan daardoor over in:
Q
2
Q t ( )
l
k
x
b
l
s

l
k
=
--> formule (53): debiet ter plaatse van raai 2
v
2
Q
1
h
2
b
k
d
s
b
s

=
Q t ( ) l
k
x
b
l
s

( )

l
k
h
2
b
k
d
s
b
s

( )
=
--> formule (54): stroomsnelheid ter plaatse van raai 2
Ter plaatse van raai 2 is de waterdiepte h
1
lager dan de gemiddelde kolkwaterstand. De verlaging is echter zeer klein ten
opzichte van de gemiddelde waterdiepte, zodat voor h
2
ook geschreven kan worden: h
2
= h
k
(t) - h
bod
. Dit levert:
v
2
Q t ( ) l
k
x
b
l
s

( )

l
k
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

=
--> formule (55): stroomsnelheid ter plaatse van raai 1
16
De formule voor de hydrodynamische kracht er plaatse van raai 2 wordt nu:
F
hyd_2
Q t ( )
l
k
x
b
l
s

l
k

Q t ( ) l
k
x
b
l
s

( )

l
k
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

=
Q t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
2

=
--> formule (56): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2
De overige formules zijn voor het ledigingsproces gelijk aan het vulproces met een gelijkmatig verdeelde stroming. De
totaalkracht op het schip als gevolg van de impulsafname wordt daardoor als volgt:
F
imp
t ( ) F
imp_h
t ( ) F
imp_r
t ( ) + =
--> formule (57): totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Met:
F
imp_h
t ( )
d
s
b
s

Q t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q t ( )
2

l
k
x
b
l
s

( )
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
l
k
2

+ =
--> formule (58): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij het hek
F
imp_r
t ( )
Q t ( )
2
d
s
b
s

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
=
--> formule (59): kracht op de romp van het schip als
gevolg van impulsafname
Formule (57) levert een kracht uitgedrukt in Newton. Het is gangbaar om de totale kracht uit te drukken in een relatieve
kracht als promille van het scheepsgewicht. De relatieve totaalkracht als gevolg van impulsafname wordt dan:
F
imp_rel
t ( )
F
imp
t ( )
m
s
g
1000 =
--> formule (60): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van
impulsafname
Voorbeelden
De resultaten van de berekeningen kunnen weergegeven worden aan de hand van voorbeeldberekeningen. Voor deze
berekeningen wordt de referentiesluis gebruikt. De volgende parameters worden daarom voor de berekeningen gebruikt:
l
k
125m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
12.5m :=
--> breedte kolk [m]
h
bod
0m :=
--> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
h
bov
6.1m :=
--> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.6m :=
--> waterstand benedenpand [m +NAP]
x
b
2.0m :=
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
6.875m :=
--> breedte schuifopening [m]
v
h
4
mm
s
:=
--> hefsnelheid schuiven [m/s]
t
h
225s :=
--> heftijd schuiven [s]
0.60 :=
--> contractiecofficint [-]
17
l
s
110m :=
--> lengte van het schip [m]
b
s
11.4m :=
--> breedte van het schip [m]
d
s
3.5m :=
--> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 :=
--> blokcoefficient van het schip [-]
1000
kg
m
3
:=
--> dichtheid zoet water [kg/m
3
]
m
s
l
s
b
s
d
s
c
b
3.731 10
6
kg = :=
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
In bijlage 3 is bepaald hoe de vul- en ledigingskarakteristiek bepaald kan worden. Dit wordt in deze bijlage niet herhaald.
Voor de voorbeeldberekeningen wordt uitgegaan van de volgende vul- en ledigingskarakteristiek:
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
18
Er worden voor vier situaties voorbeeldberkeningen uitgevoerd:
Vulproces met deuropeningen zonder breekbalken -
Vulproces met deuropening met breekbalken -
Vulproces met gelijkmatige stroomverdeling -
Ledigingsproces -
Vulproces met deuropeningen zonder breekbalken
Voor het vulproces door de deuropeningen gelden de formules (4), (23), (35), (36) en (37) voor het berekenen van de
kracht op het schip. Als extra parameter dient de helling van de hartlijn van de vulstraal opgegeven te worden. Deze
wordt aangenomen op 0.
0deg :=
Eerst dient bepaald te worden of de impuls bij de boeg berekend kan worden of dat er een schatting gegeven dient te
worden. De hartlijn van de straal maakt geen hoek met de horizontaal.. Daarnaast moet moet gelden: x
b
< L
imp_gelijk
.
Er wordt aangenomen dat de bovenkant van de vulopeningen zich op 2 m boven de sluisbodem bevinden. Dan geldt:
h
bov_opening
h
bod
2m + 2 m = :=
L
imp_gelijk
h
ben
h
bov_opening

2 tan 9.5deg + ( )
7.768 m = :=
x
b
2 m =
De halve lengte van de dekneer is dus groter dan de afstand van de boeg tot de vuldeur, dus de impuls ter plaatse van
de boeg is even groot de impuls bij de vulopeningen. De kracht op het schip als gevolg van impulsafname kan nu
berekend worden:
S
1
t ( ) Q
v
t ( )
l
k
x
b

l
k
2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )
:=
--> formule (4): impuls ter plaatse van raai 1
F
imp_b
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
--> formule (23): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:=
--> formule (35): kracht op de romp van het schip als
gevolg van impulsafname
F
imp
t ( ) F
imp_b
t ( ) F
imp_r
t ( ) + :=
--> formule (36): totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_rel
t ( )
F
imp
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> formule (37): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van
impulsafname
Om de krachtscomponenten F
imp_b
en F
imp_r
in n figuur te vergelijken met F
imp_rel
worden deze componenten ook
uitgedrukt in promille van het scheepsgewicht:
F
imp_b_rel
t ( )
F
imp_b
t ( )
m
s
g
1000 :=
F
imp_r_rel
t ( )
F
imp_r
t ( )
m
s
g
1000 :=
19
0 100 200 300 400
3
2
1
0
Impulsafname bij boeg
Impulsafname langs romp
Totaalkracht impulsafname
Kracht door impulsafn. - vulproces deurvulsys. zonder breekbalken
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Het beeld van de berekeningsresultaten stemt overeen met wat fysisch gezien verwacht mag worden.
De krachtscomponent als gevolg van impulsafname bij de boeg neemt eerst toe door de toename van het debiet. Nog
voor het maximum debiet neemt de kracht al weer af door de toename van de kolkwaterstand.
De krachtscomponent als gevolg van impulsafname langs de romp neemt eerst toe door de debietstoename. Als het
debiet maximaal is, is de kracht ook maximaal. Daarna neemt de kracht weer af.
Zoals verwacht zijn de beide krachtscomponenten negatief.
De resultaten kunnen niet vergeleken worden met de berekening in LOCKFILL. In LOCKFILL wordt de impuls bij de boeg
namelijk berekend door de rekenmodule STRAAL. Deze rekenmodule is gebaseerd op nota 6 in referentie [3], maar in
die nota staan te weinig gegevens om deze rekenmodule te kunnen reconstrueren.
De berekeningsmethode van de kracht als gevolg impulsafname is wel gelijk aan de berekening in LOCKFILL. Als in de
bovenstaande berekeningsmethode dezelfde impuls ter plaatse van de boeg wordt ingevoerd als in LOCKFILL, zal de
berekende kracht op het schip gelijk zijn aan de berekende kracht op het schip in LOCKFILL.
Vulproces met deuropeningen met breekbalken
Bij het vulproces met deuropening met breekbalken dienen dezelfde formules gebruikt te worden als bij een
deurvulsysteem zonder breekbalken, alleen dient de impuls op een andere wijze bepaald te worden. Hiervoor worden de
formules (5) t/m (10) gebruikt. Eerst dient een schatting gegeven te worden van het niveau van de bovenkant en de
onderkant van de straal na de breekbalken:
h
bov_straal
3m :=
h
ond_straal
1m :=
z
bov
t ( ) min h
bov_straal
1
6
x
b
+ h
k_v
t ( ) ,
|

\
|
|
.
:=
--> formule (5): niveau bovenkant straal ter plaatse van de boeg
z
ond
max h
ond_straal
1
6
x
b
h
bod
,
|

\
|
|
.
:=
--> formule (6): niveau onderkant straal ter plaatse van de boeg
A
str_1
t ( ) b
k
z
bov
t ( ) z
ond

( )
:=
--> formule (7): oppervlak van de straal ter plaatse van de boeg
Er dient een schatting gegeven te worden van de correctiefactor C
4
:
C
4
1.2 :=
Q
boeg
t ( ) C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( ) :=
--> formule (8): debiet in de straal ter plaatse van de boeg met
correctiefactor
20
--> formule (9): stroomsnelheid ter plaatse van de boeg
v
boeg
t ( )
C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
A
str_1
t ( )
:=
S
1
t ( ) C
4
2

l
k
x
b

( )
2
Q
v
t ( )
2

l
k
2
A
str_1
t ( )
:= --> formule (10): impuls ter plaatse van de boeg
Nu kunnen dezelfde formules gebruikt worden voor het bepalen van de kracht als gevolg van impulsafname als bij een
deurvulsysteem zonder breekbalken:
F
imp_b
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
--> formule (17): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:= --> formule (29): kracht op de romp van het schip als
gevolg van impulsafname
F
imp
t ( ) F
imp_b
t ( ) F
imp_r
t ( ) + := --> formule (30): totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_rel
t ( )
F
imp
t ( )
m
s
g
1000 := --> formule (31): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van
impulsafname
Om de krachtscomponenten F
imp_b
en F
imp_r
in n figuur te vergelijken met F
imp_rel
worden deze componenten ook
uitgedrukt in promille van het scheepsgewicht:
F
imp_b_rel
t ( )
F
imp_b
t ( )
m
s
g
1000 :=
F
imp_r_rel
t ( )
F
imp_r
t ( )
m
s
g
1000 :=
0 100 200 300 400
0.3
0.2
0.1
0
0.1
Impulsafname bij boeg
Impulsafname langs romp
Totaalkracht impulsafname
Kracht door impulsafn. - vulproces deurvulsys. met breekbalken
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
21
Het beeld van de berekeningsresultaten stemt overeen met wat fysisch gezien verwacht mag worden.
De krachtscomponent als gevolg van impulsafname bij de boeg is eerst positief. Dit komt doordat het oppervlak van de
straal als gevolg van de breekbalken zo groot is dat er bij de boeg sprake is van een impulstoename in plaats van een
impulsafname. Na verloop van tijd neemt het natte oppervlak naast het schip toe waardoor er wel sprake is van een
impulsafname.
De krachtscomponent als gevolg van impulsafname langs de romp neemt eerst toe door de debietstoename. Als het
debiet maximaal is, is de kracht ook maximaal. Daarna neemt de kracht weer af. Zoals verwacht is deze
krachtscomponent negatief.
De kracht is duidelijk kleiner dan bij het deurvulsysteem met breekbalken. Dit wordt veroorzaakt door de grote spreiding
van de straal als gevolg van de breekbalken. Voor het bepalen van cofficint C
4
dient een kalibratie met
praktijkmetingen uitgevoerd te worden.
De resultaten kunnen niet vergeleken worden met de berekening in LOCKFILL. In LOCKFILL wordt de impuls bij de boeg
namelijk berekend door de rekenmodule STRAAL. Deze rekenmodule is gebaseerd op nota 6 in referentie [3], maar in
die nota staan te weinig gegevens om deze rekenmodule te kunnen reconstrueren.
De berekeningsmethode van de kracht als gevolg impulsafname is wel gelijk aan de berekening in LOCKFILL. Als in de
bovenstaande berekeningsmethode dezelfde impuls ter plaatse van de boeg wordt ingevoerd als in LOCKFILL, zal de
berekende kracht op het schip gelijk zijn aan de berekende kracht op het schip in LOCKFILL.
Vulproces met gelijkmatige stroomverdeling
Bij het vulproces met een gelijkmatige stroomverdeling gelden de formules (38), (39), (40) en (41) voor de berekening van
de kracht als gevolg van impulsafname:
F
imp_b
t ( )
d
s
b
s

Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
--> formule (39): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:= --> formule (40): kracht op de romp van het schip als
gevolg van impulsafname
F
imp
t ( ) F
imp_b
t ( ) F
imp_r
t ( ) + := --> formule (38): totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_rel
t ( )
F
imp
t ( )
m
s
g
1000 := --> formule (41): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van
impulsafname
Om de krachtscomponenten F
imp_b
en F
imp_r
in n figuur te vergelijken met F
imp_rel
worden deze componenten ook
uitgedrukt in promille van het scheepsgewicht:
F
imp_b_rel
t ( )
F
imp_b
t ( )
m
s
g
1000 :=
F
imp_r_rel
t ( )
F
imp_r
t ( )
m
s
g
1000 :=
22
0 100 200 300 400
0.2
0.1
0
0.1
0.2
Impulsafname bij boeg
Impulsafname langs romp
Totaalkracht impulsafname
Kracht door impulsafname - vulproces gelijkm. verd. stroming
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Ook dit resultaat stemt overeen met wat fysisch gezien verwacht mag worden. De krachtscomponent als gevolg van de
impulsafname bij de boeg is steeds positief, de krachtscomponent als gevolg van impulsafname langs de romp is steeds
negatief. De krachten nemen eerst steeds toe omdat het debiet toe neemt. Bij het maximum debiet zijn de krachten ook
maximaal, daarna nemen de krachten af.
De krachten zijn duidelijk minder groot dan bij het vulproces door deuropeningen. Dit wordt veroorzaakt door de sterke
impulsafname bij de boeg bij toepassing van deuropeningen, die bij een systeem met een gelijkmatige stroomverdeling
afwezig is.
De bovenstaande resultaten kunnen vergeleken worden met de berekening in LOCKFILL. Volgens referentie [2] wordt in
LOCKFILL de totaalkracht als gevolg van impulsafname in geval van een gelijkmatig verdeelde stroming met de volgende
formule berekend:
F
si
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

l
k
|

\
|
|
.
2
b
k
h
k_v
t ( ) h
bod

( )

l
k
x
b
l
s

l
k
|

\
|
|
.
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

m
s
g
1000 :=
Weergegeven in een grafiek:
23
0 100 200 300 400
0.08
0.06
0.04
0.02
0
Totaalkracht impulsafname eigen berekening
Totaalkracht impulsafname LOCKFILL
Kracht op schip als gevolg van impulsafname
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Zoals te zien stemmen de resultaten overeen. De berekening van de kracht als gevolg van impulsafname is dus hetzelfde
als de berekening van de kracht als gevolg van impulsfafname in LOCKFILL.
Ledigingsproces
Bij het ledigingsproces gelden de formules (51), (52), (53) en (54) voor de berekening van de kracht als gevolg van
impulsafname:
F
imp_h
t ( )
d
s
b
s

Q
l
t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
l
t ( )
2

l
k
x
b
l
s

( )
2
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
l
k
2

+ :=
--> formule (52): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij het hek
F
imp_r
t ( )
Q
l
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:= --> formule (53): kracht op de romp van het schip
als gevolg van impulsafname
F
imp
t ( ) F
imp_h
t ( ) F
imp_r
t ( ) + := --> formule (51): totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_rel
t ( )
F
imp
t ( )
m
s
g
1000 := --> formule (54): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van
impulsafname
Om de krachtscomponenten F
imp_b
en F
imp_r
in n figuur te vergelijken met F
imp_rel
worden deze componenten ook
uitgedrukt in promille van het scheepsgewicht:
24
F
imp_h_rel
t ( )
F
imp_h
t ( )
m
s
g
1000 :=
F
imp_r_rel
t ( )
F
imp_r
t ( )
m
s
g
1000 :=
0 100 200 300 400
0.3
0.2
0.1
0
0.1
Impulsafname bij het hek
Impulsafname langs romp
Totaalkracht impulsafname
Kracht op schip door impulsafname - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Ook dit resultaat stemt overeen met wat fysisch gezien verwacht mag worden. De krachtscomponent als gevolg van de
impulsafname bij het hek is steeds positief, de krachtscomponent als gevolg van impulsafname langs de romp is steeds
negatief. De krachten nemen eerst steeds sterker toe door de debietstoename en de daling van de kolkwaterstand. Na
verloop van tijd nemen de krachten weer af door de afname van het debiet.
De krachtscomponent als gevolg van impulsafname bij het hek is bij dit voorbeeld zeer klein en kan verwaarloosd worden.
Dit is verklaarbaar: bij het hek van het schip is de impuls klein doordat nog maar een klein deel van de kolk geledigd is
Hierdoor is ook de impulsafname en daarmee de kracht op het schip klein.
Ook deze resultaten kunnen vergeleken worden de berekening in LOCKFILL. Volgens referentie [2] wordt in LOCKFILL
de volgende formule gebruikt voor de berekening van de impulsafname bij het ledigingsproces:
F
si
t ( )
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

l
k
x
b

l
k
|

\
|
|
.
2
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b
l
s

l
k
|

\
|
|
.
2
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

m
s
g
1000 :=
Weergegeven in een grafiek:
25
0 100 200 300 400
0.3
0.2
0.1
0
Totaalkracht impulsafname eigen berekening
Totaalkracht impulsafname LOCKFILL
Kracht op schip als gevolg van impulsafname
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Zoals in de grafiek te zien is, stemmen de resultaten zeer goed overeen. In LOCKFILL wordt de impulsafname bij het hek
niet berekend, waardoor de totaalkracht iets hoger is dan bij de eigen berekening. De verschillen zijn bij dit voorbeeld zeer
klein en kunnen verwaarloosd worden. Bij een klein schip ten opzichte van de sluislengte kan het verschil wel een rol van
betekenis spelen.
26

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
74

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Bijlage8 Reconstructie rekenmodule
STRAAL
Reconstructie rekenmodule STRAAL
Bronnen:
Vrijburcht, A., Bolt, E., Gilding, B.H., Yin Zhong-ging, Kleef van, E.H., (1988), 'Langskracht op een schip door de 1.
vulstraal in een sluis', Waterloopkundig Laboratorium, Q255-I, januari 1988
Inleiding
In deze bijlage wordt getracht de rekenmodule STRAAL te reconstrueren. STRAAL is een rekenmodule die ingebouwd is
in het programma LOCKFILL. Met de rekenmodule wordt het snelheidsverloop, het debiet en de impuls van de vulstraal
berekend. De rekenmodule is gebaseerd op referentie [1].
Eerst wordt beschreven hoe de rekenmodule is opgebouwd, daarna word de getracht de module te reconstrueren.
Beschrijving rekenmodule STRAAL
De rekenmodule STRAAL is beschreven in nota 6 van referentie [1]. In deze nota wordt een een 2-dimensionale situatie
(hoogte en lengte van de sluis) beschouwd in permanentie. Er wordt vanuit gegaan dat er geen schip in de sluis aanwezig
is en de wrijving langs de bodem wordt verwaarloosd. De bodem en het wateroppervlak worden daardoor op dezelfde wijze
benaderd. Voor bodem kan in het vervolg daarom ook wateroppervlak gelezen worden. Er worden vier situaties onderzocht:
Vlakke straal in oneindig water -
Vlakke straal in beperkt water -
Horizontale straal in met bodeminvloed -
Scheve straal met bodeminvloed. -
Voor elk van deze situaties worden snelheidsverdelingen gezocht voor elke x in in de straal. Het doel is om de
snelheidsprofielen te berekenen en te tekenen, en om de impuls te berekenen. De vier situaties worden in deze bijlage
ook kort behandeld.
Vlakke straal in oneindig water
Bij een vlakke straal die binnenkomt in een oneindig groot, stilstaand water vormen zich aan de rand van de straal twee
menglagen. De begrenzingen van deze menglagen hebben ten opzichte van de straalas een hoek van respectievelijk
1:12 en 1:6. Tussen de menglagen, in het midden van de straal, bevindt zich een gebied waar de oorspronkelijke
snelheid behouden is gebleven. Dit gebied wordt de potential core genoemd. Het totale gebied van menglagen en de
potential core heeft een lengte van 12 b
0
, waarin b
0
de halve openingshoogte is. Dit gebied wordt het overgangsgebied
genoemd.
Na het overgangsgebied spreidt de straal zich met een vaste hoek. De vorm van het snelheidsprofiel blijft gelijkvormig en
is niet meer afhankelijk van x. Dit profiel heeft de vorm van een klok.
De straal zuigt debiet aan. Tevens spreidt de straal zich. De debietstoename zorgt voor een impulstoename in de straal,
en de spreiding van de straal zorgt voor een impulsafname in de straal. Uit experimentele onderzoeken is gebleken dat
de impulstoename door het debiet en de impulsafname door de spreiding elkaar opheffen, zodat de impuls van de straal
niet veranderd met de afstand x.
Vlakke straal in beperkt water
Een vlakke straal in beperkt water, dat wil zeggen: bij de aanwezigheid van bodem en wateroppervlak, heeft al voordat de
straal de bodem of het wateroppervlak bereikt enkele verschillen ten opzichte van een straal in oneindig water. In beperkt
water is slechts een beperkte mogelijkheid voor de straal om water aan te zuigen. In de hoek tussen de straal en de
bodem/wateroppervlak ontstaat een neer waar in totaliteit geen water uit onttrokken of toegevoegd wordt. In het begin van
de neer zuigt de straal water aan uit de neer en gedraagd zich daarbij als een straal in oneindig water. Verderop geeft de
straal weer debiet terug aan de neer.
In referentie [1] wordt aangenomen de potential core in het overgangsgebied een gelijkmatige snelheidsverdeling heeft en
dat de menglagen een onveranderlijk snelheidsprofiel bezitten in de vorm van een halve klok. Experimenten hebben
aangetoond dat de vorm van de menglaag die aan de neer grenst, weinig afwijkt van de vorm van de menglaag bij een
straal in oneindig water.
Er is aangenomen dat de straal nog steeds onder vaste hoek spreidt. In het begin is deze hoek 1:6, op grotere afstand is
1:4 aangehouden. De laatste helling wordt genomen vanuit het centrum van de straal.
In het eerste gedeelte van de menglaag zuigt de straal debiet aan. Uit experimenten is een verband gelegd tussen de
lengteschaal en het debiet in de straal. Deze verbanden luiden als volgt:
1
Q x ( ) Q
0
0.4 Q
0
12 Q
0

12 b
0

x + =
--> formule (1): debiet in de straal voor x < 12 b
0
Q x ( ) 0.44 Q
0

x
b
0
=
--> formule (2): debiet in de straal voor x > 12 b
0
Hierin is:
Q = debiet in de straal [m
3
/s]
Q
0
= debiet in de straal bij binnenkomst [m
3
/s]
b
0
= halve openingshoogte [m]
x = afstand tot vulopening [m]
In het tweede gedeelte van de menglaag geeft de straal weer debiet terug aan de neer. Het verband voor het debiet luidt
hier als volgt:
Q x ( ) 2.0 Q
0

Q
0
x
L
=
--> formule (3): debiet in de straal bij teruggeven debiet aan de neer
Hierin is:
L = lengte van de neer [m]
Volgens referentie [1] is onder deze aannamen het verloop van de impuls in de straal te berekenen. De straal behoudt in
het eerste gedeelte zijn impuls zoals de straal in oneindig water. De toename van het debiet doet de impuls toenemen,
de spreiding van de straal doet de impuls afnamen. De toename en de afname van de straal compenseren elkaar. Ter
plaatse van de tweede helft van de neer verliest de straal echter zeer snel impuls doordat het debiet weer teruggegeven
wordt aan de neer.
Horizontale straal in met bodeminvloed
De redenering voor een vlakke straal in beperkt water geldt alleen voor de situatie als de spreidingslijnen de bodem niet
raken. Als dit wel het geval is wordt het snelheidsprofiel direct aangetast door de invloed van de bodem. Er is
aangenomen dat er een invloedgebied gedefinieerd kan worden waarin het snelheidsprofiel benvloed wordt door de
bodem. Buiten dit invloedsgebied wordt de invloed van de bodem verwaarloosd.
Het invloedsgebied is gedefinieerd door uit te gaan van een straal zonder invloed van de bodem. Het gedeelte van de
straal dat zich onder de bodem bevindt kan niet bestaan, en wordt daarom gespiegeld met de bodem. Deze methode
voldoet aan de continueteitsvoorwaarde. Op deze manier is het stroombeeld te tekenen zoals weergegeven in figuur 1.
Figuur 1: ontwikkeling straal op beperkt water met bodeminvloed [1]
2
In figuur 1 wordt de potential core gevormd door de driehoek DBC, en de lijnen CE en DR vormen de grenzen van de
menglagen. In figuur 1 zijn tevens enkele snelheidsprofielen getekend: in de potential core een gelijkmatige verdeling en in
de menglagen een halve klok. Het gedeelte van het profiel dat door de bodem of het wateroppervlak heensteekt is
gespiegeld en gesuperponeerd op het reeds aanwezige profiel.
Scheve straal met bodeminvloed
Als de straalas en hoek maakt met de bodem, wordt gesproken over een scheve straal. De straal kan zowel naar de
bodem als het wateroppervlak zijn gericht. Voor de behandeling maakt dit geen verschil, omdat er geen onderscheid
wordt gemaakt tussen bodem en wateroppervlak.
Als de straal de sluis binnenkomt gaat deze zich ontwikkelen als een straal op beperkt water. De straal wordt door de
bodem benvloedt als de begrenzing van de menglaag de bodem raakt. Het punt waarop deze begrenzing de bodem raakt
wordt beschouwd als de oorsprong waarop zich een wandstraal gaat ontwikkelen. De bovenste begrenzing van deze
wandstraal maakt een hoek van 1:4 met de sluisbodem. Met behulp van geschematiseerde overgangsbogen kan
vervolgens de straal geconstrueerd worden. Daarbij dienen drie situaties onderscheiden te worden (zie ook figuur 2):
Situatie 1: het snelheidsprofiel is onafhankelijk van x geworden voordat de straal de bodem raakt (x
B
< x
G
) -
Situatie 2: het snelheidsprofiel is nog niet onafhankelijk van x geworden voordat de straal de bodem raakt en de -
lengte van de potential core is kleiner dan het invloedsgebied van de bodem (x
G
< x
B
en x
B
< x
L
)
Situatie 3: het snelheidsprofiel is nog niet onafhankelijk van x geworden voordat de straal de bodem raakt en de -
lengte van de potential core is groter dan het invloedsgebied van de bodem (x
G
< x
B
en x
L
< x
B
)
3
Figuur 2: stroomsituaties bij scheve straal [1]
Op basis van figuur 2 kan het stroombeeld getekend worden. Voor de relaties voor het debiet gelden volgens referentie [1]
de formules (1) t/m (3).
Conclusies
Volgens referentie [1] is het met de ontwikkelde theorie mogelijk om het verloop van de impuls en van de snelheden in de
vulstraal van een sluis te voorspellen. Er is bij de theorie geen rekening gehouden met het instationaire karakter van het
vulproces. Ook kan geen uitspraak worden gedaan over de mate waarin een schip het stroombeeld benvloedt.
Reconstructie rekenmodule STRAAL
Uit de voorgaande paragraaf blijkt dat de rekenmodule de volgende berekeningen uitvoert:
Bepalen begrenzingen van de potential core de straal 1.
Bepalen snelheidsprofielen 2.
Bepalen debiet in de straal 3.
Bepalen impuls 4.
In referentie [1] wordt de eerste berekening uitgebreid behandeld. In de appendix van de referentie staan de formules
weergegeven waarmee de spreidingslijnen berekend kunnen worden. Voor de berekening van een aantal componenten
zijn geen formules gegeven, maar op basis van de theorie en enkele figuren is het mogelijk deze componenten toch te
berekenen. In het rapport wordt de theorie achter de berekening uitgebreid beschreven. Het is mogelijk om de
begrenzingen van de potential core en de straal te reconstrueren.
De tweede berekening wordt summier beschreven. Uit het rapport blijkt alleen dat:
Er in de potential core een gelijkmatig verdeeld snelheidsprofiel aanwezig is waar de oorspronkelijke snelheid -
behouden wordt
Er in de menglagen een snelheidsprofiel aanwezig is met de vorm van een halve klok -
Er na het overgangsgebied een snelheidsprofiel aanwezig is met de vorm van een klok -
Het snelheidsprofiel dat door de bodem of het wateroppervlak heengaat gesuperponeerd dient te worden op het -
aanwezig snelheidsprofiel
Op basis van deze gegevens is het niet mogelijk om de snelheidsprofielen te bepalen, omdat niet bekend is hoe:
De snelheidsprofielen in de menglagen (de halve klokken) wiskundig beschreven kunnen worden -
Het snelheidsprofiel na het overgangsgebied (de hele klok) wiskundig beschreven kan worden. Ook is niet bekend -
hoe de maximale snelheid in dit gebied bepaald kan worden. In de figuren 11 en 12 in referentie [1] zijn wel maximale
snelheden berekend, maar er is in het rapport niet beschreven hoe deze berekening is uitgevoerd.
Het is dus niet mogelijk om de snelheidsprofielen te reconstrueren.
4
De derde berekening wordt uitgevoerd aan de hand van de formules (1) t/m (3). Om deze berekening te kunnen uitvoeren
dient echter de lengte van de neer L bekend te zijn. In referentie [1] wordt niet beschreven hoe deze lengte bepaald kan
worden. Uit de voorbeeldberekeningen is ook niet af te leiden hoe de lengte van de neer bepaald is. Met de gegevens is
het dus mogelijk om in het eerste gedeelte van de straal het debiet te bepalen (zolang het debiet toeneemt) maar het is
niet mogelijk om het punt te bepalen waarop het debiet gaan afnemen. Het is dus niet mogelijk om de berekening van het
debiet in de straal te reconstrueren.
De vierde berekening wordt in referentie [1] wel uitgevoerd, maar er wordt nergens beschreven hoe de berekening wordt
uitgevoerd. Algemeen geldt de volgende formule voor het berekenen van de impuls stromend water:
S Q v = --> formule (4): impuls van stromend water
Hierin is:
S = impuls [N]
= dichtheid van het water [kg/m
3
]
Q = debiet [m
3
/s]
v = stroomsnelheid [m/s]
Voor het bepalen van de impuls dient dus de stroomsnelheid en het debiet bekend te zijn. Bij de tweede en de derde
berekening is aangegeven dat het niet mogelijk is om de snelheidsprofielen en het debiet te berekenen. De gemiddelde
stroomsnelheid in de straal zou ook berekend kunnen worden met de relatie v = Q / A (met A = oppervlak van de straal)
maar daarvoor dient ook het debiet bekend te zijn. Het is dus niet mogelijk om de berekening van de impuls van de straal
te reconstrueren.
Conclusie
Volgens referentie [1] is het mogelijk om met de ontwikkelde theorie in nota 6 van deze referentie de snelheidsprofielen,
het debiet en de impuls van een vulstraal in een sluis te bepalen. Er is geprobeerd om deze rekenmethode te
reconstrueren, maar in referentie [1] bleken te weinig gegevens te staan om de berekeningen uit te kunnen voeren. Het is
alleen mogelijk om de begrenzingen van de potential core en de straal te berekenen. Dit wordt in de volgende paragraaf
gedaan.
Reconstrueren begrenzingen potential core en straal
In de appendix van referentie [1] zijn de formules gegeven waarmee de begrenzingen van de potential core en de straal
berekend kunnen worden. Zoals al eerder in dit document is beschreven dient er onderscheid gemaakt te worden in drie
situaties:
Situatie 1: het snelheidsprofiel is onafhankelijk van x geworden voordat de straal de bodem raakt (x
B
< x
G
) -
Situatie 2: het snelheidsprofiel is nog niet onafhankelijk van x geworden voordat de straal de bodem raakt en de -
lengte van de potential core is kleiner dan het invloedsgebied van de bodem (x
G
< x
B
en x
B
< x
L
)
Situatie 3: het snelheidsprofiel is nog niet onafhankelijk van x geworden voordat de straal de bodem raakt en de -
lengte van de potential core is groter dan het invloedsgebied van de bodem (x
G
< x
B
en x
L
< x
B
)
Uitgedrukt in symbolen:
Situatie 1: x
B
< x
G -
Situatie 2: x
G
< x
B
en x
B
< x
L -
Situatie 3: x
G
< x
B
en x
L
< x
B -
Voor de berekening dienen voor een aantal punten de x (op horizontale as) en de y (verticale as) waarden gedefinierd te
zijn, met als uitgangspunt dat de bodem op y = 0 ligt. Niet voor alle punten zijn de formules in referentie [1] gegeven,
maar op basis van de theorie en figuur 2 kunnen deze punten wel gedefinierd worden:
x
B
12 b
0
= --> formule (5): x-waarde van punt B
x
G
h
b
1
4
tan ( )
= --> formule (6): x-waarde van punt G
x
M
h
b
x
G
4
+
tan ( )

\
|
|
|
.
0deg = if
10000m 0deg = if
= --> formule (7): x-waarde van punt M
5
Opmerking: als de hoek van de vulstraal nul is, is de x-waarde van M oneindig groot. In de berekening is x
M
daarom
aangenomen als x = 10000 als de hoek van de vulstraal nul is.
x
L
x
G
2 x
M
x
G

( )
+

2
=
--> formule (8): x-waarde van punt L
x
R
h
b
b
0

1
6
tan ( )
= --> formule (9): x-waarde van punt R
y
B
h
b
x
B
tan ( ) + = --> formule (10): y-waarde van punt B
y
H3
spa x
L
x
G

( )
= --> formule (11): y-waarde van punt H ter plaatse van gebied 3 (zie figuur 2)
y
H7
spa x
B
x
G

( )
= --> formule (12): y-waarde van punt H ter plaatse van gebied 7 (zie figuur 2)
y
Q
h
b
0.5 s
d
+ x
G
tan ( ) + x
G
spb + = --> formule (13): y-waarde van punt Q
y
W
x
B
x
G

x
L
x
G

y
Y
y
Y
+ = --> formule (14): y-waarde van punt W
y
Y
h
b
x
G
tan ( ) + = --> formule (15): y-waarde van punt Y
Uitgangspunt voor de berekening is figuur 3.
Figuur 3: uitgangspunt berekening spreidingslijnen [1]
6
Er worden vier lijnen berekend:
Lijn a: dit is begrenzing van de bovenste menglaag -
Lijn b: dit is de bovenste begrenzing van de potential core -
Lijn c: dit is de onderste begrenzing van de potential core -
Lijn d: dit is de begrenzing van de onderste menglaag -
De spreidingen van de lijnen worden aangegeven met spa, spb en spc. In referentie [1] zijn de volgende waarden
aangehouden:
spa
1
4
=
spb
1
6
=
spc
1
12
=
Nu kunnen de lijnen a t/m d berekend worden. Er dient onderscheid gemaakt te worden in de drie verschillende situaties.
Deze zijn aangegeven in het subscript.
a
1
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x x
B
s if
h
b
x tan ( ) + x spa +
( )
x
B
x < x
G
s if
h
b
x
G
tan ( ) + spa x
G
+
x x
G

( )
h
b
spa x
G
x
L

( )
+ x
G
tan ( ) + spa x
G
+

x
G
x
L

+ x
G
x < x
L
s if
x x
G

( )
spa x x
B
>
x x
L
>
if
=
b
1
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
B
s if
h
b
x tan ( ) +
( )
x
B
x < x
G
s if
x x
G

x
L
x
G

y
Y

( )
y
Y
+ x
G
x < x
L
s if
0 x x
B
>
x x
L
>
if
=
c
1
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
B
s if
h
b
x tan ( ) +
( )
x
B
x < x
G
s if
x x
G

x
L
x
G

y
Y

( )
y
Y
+ x
G
x < x
L
s if
0 x x
B
>
x x
L
>
if
=
d
1
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spb
( )
x x
B
s if
h
b
x tan ( ) + x spa
( )
x
B
x < x
G
s if
x x
G

( )
spa h
b
x
G
tan ( ) + x
G
spa
( )
+ x x
G
> if
=
7
a
2
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x
R
x < x
G
s if
x x
G

( )
x
L
x
G

y
H3
y
Q

( )
y
Q
+ x
G
x < x
B
s if
x x
G

( )
x
L
x
G

y
H3
y
Q

( )
y
Q
+ x
B
x < x
L
s if
x x
G

( )
spa x x
B
>
x x
L
>
if
=
b
2
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x
R
x < x
G
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
G

( )
y
W
y
B

x
B
x
G

+ x
G
x < x
B
s if
h
b
x tan ( ) + x x
G

( )
y
W
y
B

x
B
x
G

(
(

x
B
x < x
L
s if
0 x x
B
>
x x
L
>
if
=
c
2
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x
R
x < x
G
s if
h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
G

( )
y
W
y
B

x
B
x
G

+ x
G
x < x
B
s if
h
b
x tan ( ) + x x
G

( )
y
W
y
B

x
B
x
G

(
(

x
B
x < x
L
s if
0 x x
B
>
x x
L
>
if
=
d
2
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spb
( )
x x
R
s if
x x
R

x
L
x
R

x
L
x
G

( )
spa x
R
x < x
G
s if
x x
R

x
L
x
R

x
L
x
G

( )
spa x
G
x < x
B
s if
x x
R

x
L
x
R

x
L
x
G

( )
spa x
B
x < x
L
s if
x x
G

( )
spa h
b
x
G
tan ( ) + x
G
spa
( )
+ x x
G
>
x x
L
>
if
=
8
a
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb + x x
G
s if
x x
G

( )
x
L
x
G

y
H3
y
Q

( )
y
Q
+ x
G
x < x
B
s if
x x
G

( )
x
L
x
G

y
H3
y
Q

( )
y
Q
+ x
B
x < x
L
s if
x x
G

( )
spa x x
B
>
x x
L
>
if
=
a
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x
R
x < x
G
s if
x x
G

x
B
x
G

y
H7
y
Q

( )
y
Q
+ x
G
x < x
L
s if
x x
G

x
B
x
G

y
H7
y
Q

( )
y
Q
+ x
L
x < x
B
s if
x x
G

( )
spa x x
B
> if
=
b
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x
R
x < x
G
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
G

x
L
x
G

h
b
x
L
tan ( ) +
( )
x
G
x < x
L
s if
x
B
x
( )
spc x
L
x < x
B
s if
0 x x
B
> if
=
c
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x
R
x < x
G
s if
h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
G

x
L
x
G

h
b
x
L
tan ( ) +
( )
x
G
x < x
L
s if
x
B
x
( )
spc x
L
x < x
B
s if
0 x x
B
> if
=
d
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spb
( )
x x
R
s if
x x
R

x
L
x
R

x
L
x
G

( )
spa x
R
x < x
G
s if
x x
R

x
B
x
R

x
B
x
G

( )
spa x
G
x < x
L
s if
x x
R

x
B
x
R

x
B
x
G

( )
spa x
L
x < x
B
s if
x x
G

( )
spa x x
B
> if
=
Om n functie per lijn te definiren die voor elke situatie geldig is, worden de volgende functies geprogrammeerd:
9
a x ( ) a
1
x ( ) x
B
x
G
< if
a
2
x ( ) x
G
x
B
s if
a
3
x ( ) x
L
x
B
s if
=
b x ( ) b
1
x ( ) x
B
x
G
< if
b
2
x ( ) x
G
x
B
s if
b
3
x ( ) x
L
x
B
s if
=
c x ( ) c
1
x ( ) x
B
x
G
< if
c
2
x ( ) x
G
x
B
s if
c
3
x ( ) x
L
x
B
s if
=
d x ( ) d
1
x ( ) x
B
x
G
< if
d
2
x ( ) x
G
x
B
s if
d
3
x ( ) x
L
x
B
s if
=
Bovengenoemde functies geven de begrenzingen van het snelheidsprofiel aan. Hierbij is wel rekening gehouden met de
bodem- of waterspiegelinvloed, alleen zijn de profielen die door de bodem of de waterspiegel steken nog niet
gesuperponeerd. Omdat de snelheidsprofielen zelf niet berekend kunnen worden, kan de invloed van de bodem en de
waterspiegel op de lijnen a en d in rekening gebracht worden door de lijnen te beperken tot de hoogte van de waterspiegel
(voor lijn a) en de hoogte van de bodem (lijn d). Bovenstaande berekening gaat uit van een bodem die op de lijn y = 0 ligt.
Om te kunnen rekenen met waarden ten opzichte van N.A.P. dient bij alle waarden de hoogte van de bodem ten opzichte
van N.A.P. opgeteld te worden. Nu kan de bovenkant, de onderkant en het oppervlak per strekkende meter van de straal
bepaald worden:
z
bov
x ( ) min a x ( ) h
k
h
bod
,
( )
h
bod
+ =
--> formule (16): niveau van de bovenkant van de straal t.o.v. N.A.P.
z
ond
x ( ) max d x ( ) 0 , ( ) h
bod
+ =
--> formule (17): niveau van de onderkant van de straal t.o.v. N.A.P.
A
str_stek
x ( ) z
bov
x ( ) z
ond
x ( ) =
--> formule (18): oppervlak van de straal per strekkende meter
Er wordt in de berekeningen uitgegaan van een straal die over de volledige kolkbreedte gespreidt is. Dan geldt voor het
oppervlak van de straal:
A
str
x ( ) z
bov
x ( ) z
ond
x ( )
( )
b
k
=
--> formule (18): oppervlak van de straal
Door in formule (18) de afstand van de boeg van het schip tot de vuldeur (x
b
) in te vullen, wordt het oppervlak van de
straal bij de boeg berekend.
De bovenstaande berekening geldt alleen voor een negatieve hoek van de straalas met de bodem (dus een straal die
naar de bodem is gericht. Als er sprake is van een positieve hoek van de straalas, kan de berekening wel uitgevoerd
worden maar dan dient de situatie 180 gedraaid beschouwd te worden. De afstand h
b
(afstand tussen bodem en
straalas bij vulopening) dient dan als de afstand tussen de straalas en het wateroppervlak ingevoerd te worden en er
dient een negatieve hoek ingevoerd te worden.
Voorbeelden
Voor alle drie de situaties wordt een voorbeeld gegeven.
Situatie 1
Parameters:
b
0
0.3m :=
s
d
2 b
0
0.6m = :=
10
h
b
2m :=
10 deg :=
h
k
10m :=
h
bod
5m :=
spa
1
4
:=
spb
1
6
:=
spc
1
12
:=
x
B
12 b
0
3.6m = :=
x
G
h
b
1
4
tan ( )
4.691 m = :=
x
M
h
b
x
G
4
+
tan ( )

\
|
|
|
.
0deg = if
10000m 0deg = if
17.994 m = :=
x
L
x
G
2 x
M
x
G

( )
+

2
31.297 m = :=
x
R
h
b
b
0

1
6
tan ( )
4.956 m = :=
y
B
h
b
x
B
tan ( ) + 1.365 m = :=
y
H3
spa x
L
x
G

( )
6.651 m = :=
y
H7
spa x
B
x
G

( )
0.273 m = :=
y
Q
h
b
0.5 s
d
+ x
G
tan ( ) + x
G
spb + 2.255 m = :=
y
Y
h
b
x
G
tan ( ) + 1.173 m = :=
y
W
x
B
x
G

x
L
x
G

y
Y
y
Y
+
|

\
|
|
.
1.221 m = :=
a
1
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x x
B
s if
h
b
x tan ( ) + x spa +
( )
x
B
x < x
G
s if
h
b
x
G
tan ( ) + spa x
G
+
x x
G

( )
h
b
spa x
G
x
L

( )
+ x
G
tan ( ) + spa x
G
+

x
G
x
L

+ x
G
x < x
L
s if
x x
G

( )
spa x x
B
>
x x
L
>
if
:=
11
b
1
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
B
s if
h
b
x tan ( ) +
( )
x
B
x < x
G
s if
x x
G

x
L
x
G

y
Y

( )
y
Y
+ x
G
x < x
L
s if
0 x x
B
>
x x
L
>
if
:=
c
1
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
B
s if
h
b
x tan ( ) +
( )
x
B
x < x
G
s if
x x
G

x
L
x
G

y
Y

( )
y
Y
+ x
G
x < x
L
s if
0 x x
B
>
x x
L
>
if
:=
d
1
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spb
( )
x x
B
s if
h
b
x tan ( ) + x spa
( )
x
B
x < x
G
s if
x x
G

( )
spa h
b
x
G
tan ( ) + x
G
spa
( )
+ x x
G
> if
:=
a
2
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x
R
x < x
G
s if
x x
G

( )
x
L
x
G

y
H3
y
Q

( )
y
Q
+ x
G
x < x
B
s if
x x
G

( )
x
L
x
G

y
H3
y
Q

( )
y
Q
+ x
B
x < x
L
s if
x x
G

( )
spa x x
B
>
x x
L
>
if
:=
b
2
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x
R
x < x
G
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
G

( )
y
W
y
B

x
B
x
G

+ x
G
x < x
B
s if
h
b
x tan ( ) + x x
G

( )
y
W
y
B

x
B
x
G

(
(

x
B
x < x
L
s if
0 x x
B
>
x x
L
>
if
:=
12
c
2
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x
R
x < x
G
s if
h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
G

( )
y
W
y
B

x
B
x
G

+ x
G
x < x
B
s if
h
b
x tan ( ) + x x
G

( )
y
W
y
B

x
B
x
G

(
(

x
B
x < x
L
s if
0 x x
B
>
x x
L
>
if
:=
d
2
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spb
( )
x x
R
s if
x x
R

x
L
x
R

x
L
x
G

( )
spa x
R
x < x
G
s if
x x
R

x
L
x
R

x
L
x
G

( )
spa x
G
x < x
B
s if
x x
R

x
L
x
R

x
L
x
G

( )
spa x
B
x < x
L
s if
x x
G

( )
spa h
b
x
G
tan ( ) + x
G
spa
( )
+ x x
G
>
x x
L
>
if
:=
a
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spb +
( )
x
R
x < x
G
s if
x x
G

x
B
x
G

y
H7
y
Q

( )
y
Q
+ x
G
x < x
L
s if
x x
G

x
B
x
G

y
H7
y
Q

( )
y
Q
+ x
L
x < x
B
s if
x x
G

( )
spa x x
B
> if
:=
b
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x
R
x < x
G
s if
h
b
0.5 s
d
+ x tan ( ) + x spc
( )
x x
G

x
L
x
G

h
b
x
L
tan ( ) +
( )
x
G
x < x
L
s if
x
B
x
( )
spc x
L
x < x
B
s if
0 x x
B
> if
:=
13
c
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
R
s if
h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x
R
x < x
G
s if
h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spc +
( )
x x
G

x
L
x
G

h
b
x
L
tan ( ) +
( )
x
G
x < x
L
s if
x
B
x
( )
spc x
L
x < x
B
s if
0 x x
B
> if
:=
d
3
x ( ) h
b
0.5 s
d
x tan ( ) + x spb
( )
x x
R
s if
x x
R

x
L
x
R

x
L
x
G

( )
spa x
R
x < x
G
s if
x x
R

x
B
x
R

x
B
x
G

( )
spa x
G
x < x
L
s if
x x
R

x
B
x
R

x
B
x
G

( )
spa x
L
x < x
B
s if
x x
G

( )
spa x x
B
> if
:=
a x ( ) a
1
x ( ) x
B
x
G
< if
a
2
x ( ) x
G
x
B
s if
a
3
x ( ) x
L
x
B
s if
:=
b x ( ) b
1
x ( ) x
B
x
G
< if
b
2
x ( ) x
G
x
B
s if
b
3
x ( ) x
L
x
B
s if
:=
c x ( ) c
1
x ( ) x
B
x
G
< if
c
2
x ( ) x
G
x
B
s if
c
3
x ( ) x
L
x
B
s if
:=
d x ( ) d
1
x ( ) x
B
x
G
< if
d
2
x ( ) x
G
x
B
s if
d
3
x ( ) x
L
x
B
s if
:=
z
bov
x ( ) min a x ( ) h
k
h
bod
,
( )
h
bod
+
( )
:=
z
ond
x ( ) max d x ( ) 0 , ( ) h
bod
+
( )
:=
14
0 10 20
4
6
8
10
Bovenkant straal
Onderkant straal
Straal bij situatie 1
x [m]
z

[
m

+

N
.
A
.
P
.
]
x
B
3.6m =
x
G
4.691 m =
x
R
4.956 m =
x
L
31.297 m =
Voor de overige situaties worden alleen de parameters weergegeven.
Situatie 2
Parameters:
b
0
0.9m :=
s
d
2 b
0
1.8m = :=
h
b
1.5m :=
5 deg :=
h
k
10m :=
h
bod
5m :=
15
0 5 10 15 20
4
6
8
10
Bovenkant straal
Onderkant straal
Straal bij situatie 2
x [m]
z

[
m

+

N
.
A
.
P
.
]
x
B
10.8 m =
x
G
4.445 m =
x
R
2.361 m =
x
L
55.247 m =
Situatie 3
Parameters:
b
0
1.1m :=
s
d
2 b
0
2.2m = :=
h
b
2m :=
20 deg :=
h
k
10m :=
h
bod
5m :=
16
0 10 20
4
6
8
10
Bovenkant straal
Onderkant straal
Straal bij situatie 3
x [m]
z

[
m

+

N
.
A
.
P
.
]
x
B
13.2 m =
x
G
3.257 m =
x
R
1.696 m =
x
L
12.207 m =
Conclusie
Er is een rekenmethode gereproduceerd die de begrenzingslijnen van de vulstraal berekend. Er wordt onderscheid
gemaakt in drie verschillende stromingsituaties. De rekenmethode is zodanig opgezet dat alleen de parameters
ingevoerd hoeven te worden en dat uit de rekenmethode automatisch de begrenzingslijnen voor de juiste situatie volgen.
De rekenresultaten komen overeen met de voorbeelden die gegeven zijn in referentie [1], waarvan enkele resultaten
weergegeven zijn in figuur 2. Met de rekenmethode kan het oppervlak van de straal bij de boeg van het schip berekend
worden. Aan de hand daarvan kan een schatting van de impuls van de straal worden gegeven. Ook kan bepaald worden
welk gedeelte van de impuls van de straal tegen de boeg botst. Hierbij wordt opgemerkt dat er dan wordt uitgegaan van
een gelijkmatige snelheidsverdeling in de straal. Dit is een aanname, in werkelijkheid is er een ander snelheidsprofiel
aanwezig.
17

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 75



Bijlage9 Berekening kracht als gevolg
van straalwerking
Berekening kracht op schip als gevolg van straalwerking
Bronnen:
Vrijburcht, A., (1988), 'Het vulproces van een schutsluis met een langsvulsysteem, invloed translatiegolven, 1.
vulstraaleffecten en dichtheidsverschillen op de langskrachten, verslag berekeningen', Waterloopkundig
Laboratorium, Delft, Q176-II
Waterloopkundig Laboratorium, (1994), 'Handleiding LOCKFILL', Delft, Q1537, november 1994 2.
Vrijburcht, A., Bolt, E., Gilding, B.H., Yin Zhong-ging, Kleef van, E.H., (1988), 'Langskracht op een schip door de 3.
vulstraal in een sluis', Waterloopkundig Laboratorium, Q255-I, januari 1988
Bouwdienst Rijkswaterstaat, (2000), 'Ontwerp van schutsluizen, deel 1' 4.
Inleiding
In deze bijlage wordt een rekenmethode gegeven waarmee de totaalkracht op een schip als gevolg van straalwerking
berekend kan worden. De methode is opgesteld aan de hand van referentie [1], [2] en [3].
Bij het vulproces wordt in n van de sluishoofden water de kolk binnengelaten. Daardoor ontstaat een stroming die tegen
het schip botst dat in de kolk aanwezig is. Dit zorgt voor een rechtstreekse, positieve kracht op het schip. De grootte en
de berekening van de kracht hangt af van het stroombeeld in de kolk. Er zijn twee situaties te onderscheiden:
Vulproces met een deurvulsysteem. Hierbij treedt er een geconcentreerde vulstraal op geheel of gedeeltelijk tegen -
het schip botst.
Vulproces met een systeem waarbij de stroming bijna gelijk geheel verdeeld is over de kolkdoorsnede (trekken -
hefdeur, korte omloopriolen, beide met of zonder woelkelder). Deze stroming botst gedeeltelijk tegen het schip.
Bij het ledigingsproces treedt de geconcentreerde vulstraal buiten de kolk op, dus zorgt niet voor een kracht op het schip
wat in de kolk aanwezig is. Bij het ledigingsproces is wel sprake van een stroming over de hele natte doorsnede van de
kolk die tegen het hek van het schip botst. Omdat het debiet bij het hek van het schip echter nog zeer klein is, zal de
kracht op het schip ook zeer klein zijn. Deze kracht wordt daarom verwaarsloosd.
Voor deze twee situaties wordt de kracht op het schip als gevolg van straalwerking berekend. De berekening wordt als
volgt opgezet:
Opstellen formule voor berekening totaalkracht op de boeg als gevolg van impulsafname en straalwerking -
Berekenen componenten van totaalkracht op de boeg met behulp van impulsvergelijking -
Bepalen component van kracht op schip als gevolg van straalwerking -
Enkele onderdelen van de berekening zijn hetzelfde als de berekening van de kracht als gevolg van impulsafname in
bijlage 7. Om de bijlage zelfstandig leesbaar te maken zijn deze onderdelen herhaald en cursief weergegeven.
Voor de berekeningen gelden de volgende parameters:
l
k
--> lengte kolk [m]
b
k
--> breedte kolk [m]
x
b
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
h
bov
--> waterstand op het bovenpand [m +NAP]
h
ben
--> waterstand op het benedenpand [m +NAP]
h
k_v
--> kolkwaterstand tijdens het vulproces [m +NAP]
h
bod
--> hoogte bovenkant bodem sluiskolk [m +NAP]
l
s
--> lengte van het schip [m]
b
s
--> breedte van het schip [m]
d
s
--> diepgang van het schip [m]
c
b
--> blokcoefficient van het schip [-]

--> dichtheid zoet water [kg/m


3
]
1
m
s
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
Q
v
--> debiet door de vulopeningen tijdens het vulproces [m
3
/s]
g --> versnelling zwaartekracht [m/s
2
]
Vulproces met een deurvulstysteem
Stroombeeld in de kolk
In bijlage 7 is een beschrijving gegeven van het stroombeeld in de kolk voor de boeg. Die beschrijving is gebaseerd op
referentie [1] en [3]. De beschrijving wordt hier herhaald.
Figuur 1: stroombeeld in de kolk zonder schip [referentie 1]
Figuur 1 geeft een weergave van het stroombeeld in de kolk bij het vulproces met een deurvulsysteem (dus met invloed
van de straalwerking) als er geen schip in de sluis aanwezig is en de kolk oneindig lang is. Het stroombeeld kan globaal
als volgt beschreven worden:
De straal komt de sluis binnen als een zogenaamde vrije straal. Dit betekent dat er nog geen invloed is van de 1.
wanden of de waterdiepte. In het midden van de straal is een kern die de potential core wordt genoemd. In dit
gedeelte van de straal blijft de stroomsnelheid gelijk aan de uittreesnelheid. Aan de randen van de straal wordt het
snelheidsprofiel aangetast. Hierdoor ontstaat een zogenaamde 'klokvorm' in het snelheidsprofiel. Boven (dekneer) en
onder de straal (bodemneer) ontstaan neren waaruit de straal water aanzuigt. Het debiet neemt hierdoor toe. Tevens
spreidt de straal zich. Hierdoor neemt de gemiddelde snelheid in de straal af. Doordat het debiet toeneemt, blijft de
hoeveelheid impuls (gegeven door Qv) ongeveer gelijk.
Als de straal de bodem raakt is er geen water meer aanwezig onder de straal. Er onstaat een wandstraal die 2.
nauwelijks afbreekt omdat er geen water aangezogen kan worden. Aan de bovenzijde van de straal blijft de situatie
gelijk aan de situatie zoals beschreven bij punt 1. De impuls van de straal blijft gelijk. Er ontstaat een
snelheidsverdeling die op een halve klok lijkt.
Ongeveer halverwege de neer wordt het debiet wat is onttrokken aan de dekneer weer afgestaan. Hierdoor neemt de 3.
impuls van de straal sterk af omdat het debiet afneemt en de straal steeds verder gespreidt wordt. Hierdoor neemt
de waterstand toe.
Als de straal het wateroppervlak bereikt verdeelt de straal zich over de gehele kolkdoorsnede en bereikt de straal 4.
het evenwichtsprofiel.
Uit de bovenstaande beschouwing blijkt dat de impuls van de straal nauwelijks afneemt zolang er water wordt
onttrokken aan de dekneer. De toename van debiet en de afname van de stroomsnelheid heffen elkaar dan op. De
waterstand blijft daardoor ongeveer gelijk. Als het water weer wordt afgestaan aan de dekneer neemt de impuls sterk af
en stijgt de waterstand.
Daarnaast treedt in de lengterichting van de kolk een impulsafname op, omdat steeds een kleiner gedeelte van de kolk
gevuld hoeft te worden. Het debiet neemt daardoor af, waardoor ook de impuls afneemt.
In de bovenstaande beschouwing is het stroombeeld beschreven dat optreedt bij het vul- en ledigingsproces als er geen
schip in de kolk aanwezig is. In referentie [1] en [3] is niet onderzocht wat de invloed van het schip is op het
stroombeeld voor de boeg. In dit rapport wordt er vanuit gegaan dat het schip geen invloed heeft op het stroombeeld voor
de boeg.
2
Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat de stroming na de botsing met de boeg wordt afgebogen en gespreid, zodat langs
de romp een gelijkmatig verdeelde stroming over de hele natte doorsnede aanwezig is. Het doorstroomoppervlak van de
stroming neemt hierdoor toe, waardoor de stroomsnelheid afneemt. Ook de impuls neemt hierdoor af, waardoor de
watersatnd toeneemt. Dit verschijnsel is te vergelijken met bijvoorbeeld de stroming over een overlaat. Ter plaatse van
de overlaat neemt dan de waterstand af doordat de stroming versneld wordt. Bij de boeg is de situatie precies
omgekeerd: voor de boeg is de stroming snel (in de geconcentreerde vulstraal) en na de boeg is de stroming langzaam
door de spreiding over de hele natte doorsnede. Hierdoor neemt de impuls af en daardoor neemt de waterstand toe.
Langs de romp neemt het debiet af als gevolg van de sluisvulling. Hierdoor neemt ook de impuls af, waardoor de
waterstand toeneemt.
Als gevolg van de waterstandsverschillen is er sprake van een drukverschil over het schip. Hierdoor werkt er een
negatieve kracht op het schip. Zie figuur 2 voor een schematische weergave.
Figuur 2: stroombeeld en schematisch impulsverloop bij vulproces met deurvulsysteem
Conclusie
Bij het vulproces met een deurvulsysteem komt een geconcentreerde vulstraal de kolk binnen. Boven deze vulstraal
ontstaat een dekneer. Tot de halve lengte van deze dekneer blijft de impuls constant, daarna neemt de impuls sterk af.
Uitgangspunten en aannames berekening
Om de krachtscomponenten als gevolg van de straalwerking te berekenen, wordt gebruik gemaakt van 1-dimensionale
impuls- en continuteitsvergelijkingen. De volgende figuur wordt als uitgangspunt gebruikt bij de berekeningen [referentie
1]:
Figuur 3: uitgangspuntenfiguur berekeningen [referentie 1]
3
Voor de berekeningen worden de volgende aannames en uitgangspunten gebruikt:
Er komt een geconcentreerde vulstraal de sluis binnen door de deuropeningen -
Ter plaatse van raai 1 (zie figuur 3) is de impuls van deze straal gelijk aan de impuls ter plaatse van de -
deuropeningen (zie beschrijving stroombeeld voor een verklaring), verminderd met een lineaire debietsafname als
gevolg van de sluisvulling
Bij de boeg van het schip wordt de stroming over korte afstand afgebogen zodat er ter plaatse van raai 2 een -
gelijkmatig verdeeld snelheidsprofiel aanwezig is
De druk tegen de boeg is hydrostatisch, met een afwijking voor de straaldruk en afstromend water -
Het debiet neemt in de lengterichting van de kolk lineair af doordat steeds een kleiner gedeelte van de kolk gevuld -
hoeft te worden.
De druk tegen het hek van het schip is hydrostatisch. -
Het schip ligt met de boeg bij de vuldeur. Indien het schip omgekeerd ligt, geldt dezelfde berekening, alleen moet er -
dan een andere hoek (hoek tussen de boeg en horizontaal) worden opgegeven die overeenkomt met de hoek
tussen het hek en de horizontaal.
De kracht als gevolg van straalwerking wordt berekend met behulp van een impulsvergelijking tussen raai 1 en raai 2.
Berekening
De kracht op de boeg van het schip wordt veroorzaakt door een druk op de boeg die grotendeels als hydrostatische druk
bij een waterstand h
1
wordt aangenomen. Alleen in het midden van de boeg is een drukverhoging aanwezig als gevolg
van de straalwerking en aan de onderkant van de boeg is een drukverlaging aanwezig door afstromend water. Deze
uitgangspunten zijn gebaseerd op referentie [1]. Zie figuur 4 voor een weergave van deze uitgangspunten:
Figuur 4: uitgangspuntenfiguur kracht op de boeg [referentie 1]
Als gevolg van de vormgeving van de vulopeningen (door bijvoorbeeld breekbalken) kan de hartlijn van de straal een hoek
hebben met de horizontaal. Zoals te zien in figuur 3 wordt deze hoek aangegeven met . Dit geldt alleen bij een
deurvulsysteem, omdat er bij omloopriolen en het heffen van de hefdeur geen geconcentreerde straal aanwezig is.
Volgens referentie [1] is de kracht op de boeg te bepalen met de volgende formule:
F
b
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2
Q
1
v
1
sin + ( ) sin ( ) + = --> formule (1): kracht op de boeg van het schip
Hierin is:
C
1
= cofficint voor afwijking ten opzichte van hydrostatische druk
C
2
= cofficint voor welk deel van de straal tegen de boeg gaat
= hoek van de boeg met horizontaal []
De eerste term stelt in formule (1) de hydrostatische druk voor, de tweede term de afwijking van de hydrostatische druk
(als gevolg van de straalwerking). De eerste term levert geen bijdrage aan de kracht als gevolg van straalwerking, maar
dient wel meegenomen te worden in de berekening om de kracht als gevolg van impulsafname te kunnen bepalen.
De termen h
1
- h
2
(waterstandsverschil tussen raai 1 en raai 2) en Q
1
v
1
(impuls ter plaatse van raai 1) zijn nog niet
bekend en moeten dus bepaald worden om de kracht te berekenen.
De impuls ter plaatse van raai 1 is afhankelijk van het stroombeeld. In bijlage 7 is een rekenmethode gegeven om de
4
impuls ter plaatse van raai 1 te bepalen of te schatten. Deze methode wordt hier herhaald.
De impuls ter plaatse van raai 1 is niet zonder meer te bepalen. Zoals bij de beschrijving van het stroombeeld is
aangegeven, heffen de snelheidsafname door spreiding van de straal en debietstoename door wateronttrekking aan de
neer elkaar op, zodat de impuls hierdoor niet veranderd. De impuls neemt wel af door de lineaire debietsafname in de
lengterichting van de kolk. Omdat de impuls ter plaatse van de vulopeningen bekend is, kan de impuls in het eerste
deel van de straal ook bepaald worden. Na verloop van tijd begint de straal debiet af te staan aan de dekneer en neemt
de impuls sterk af. Volgens referentie [3] gebeurd dit halverwege de neer. De lengte van de dekneer is afhankelijk van
de hoogte z
v
tussen de bovenkant van de vulopening en de kolkwaterstand. Zie figuur 5.
dekneer
L
0,5 L
1
:6
z
v
h
bov_opening
neer
neer
Figuur 5: lengte dekneer
De kortste lengte van de neer treedt op aan het begin van het vulproces, omdat z
v
dan het kleinst is. Volgens
referentie [3] is de spreiding van het invloedsgebied van de straal aan het begin 1:6 (= 9,5). Dit betekent dat de
lengte van de dekneer gegeven wordt door:
L
neer
h
ben
h
bov_opening

tan 9.5deg ( )
= --> formule (2): lengte dekneer
Hierin is:
h
ben
= waterstand benedenpand = waterstand kolk op t = 0 bij vulproces [m +NAP]
h
bov_opening
= hoogte van de bovenkant van de vulopening [m +NAP]
De impuls blijft in de eerste helft van de neer gelijk. De lengte waar de impuls van de straal gelijk is aan de impuls bij de
vulopeningen wordt dus gegeven door:
L
imp_gelijk
h
ben
h
bov_opening

2 tan 9.5deg ( )
= --> formule (3): halve lengte dekneer
Als de afstand van de boeg tot de vuldeur x
b
kleiner is dan L
imp_gelijk
mag voor de impuls van de straal dus gerekend
worden met de bekende impuls van de straal bij de vuldeur, verminderd met de lineaire afname als gevolg van de
sluisvulling.
Voor x
b
< L
imp_gelijk
kan de impuls ter plaatse van raai 1 nu berekend worden:
S
1
t ( ) Q
1
v
1
= Q t ( )
l
k
x
b

l
k
2 g h
bov
h
k
t ( )
( )
= --> formule (4): impuls ter plaatse van raai 1
Als x
b
> L
imp_gelijk
dient er een schatting voor de impuls gegeven te worden.
Bovenstaande beschouwing geldt alleen voor een deurvulsysteem zonder breekbalken en als de hoek nul is.
Bij een hoek groter of kleiner dan nul kan het stroombeeld sterk gaan afwijken van de bovenstaand beschreven
situatie omdat de straal botst tegen de kolkbodem of omdat de straal snel de waterspiegel bereikt. Er dient dan een
schatting van de impuls gegeven te worden.
5
Als er sprake is van breekbalken voor de vulopening wordt de straal afgebroken en gespreidt. In dat geval geldt de
bovenstaande beschouwing ook niet meer. Er dient dan aan de hand van de vormgeving van de breekbalken een
schatting gegeven te worden van de impuls ter plaatse van de boeg. De schatting kan als volgt bepaald worden:
Schatten niveau bovenkant en onderkant van de straal na de breekbalken -
Bepalen oppervlak van de straal bij de boeg op basis van spreiding van de straal (1:6) -
Bepalen debiet en stroomsnelheid in de straal op basis van oppervlak straal bij de boeg en lineaire debietsafname -
in de sluis
Verhogen debiet met correctiefactor vanwege debietstoename in de straal door wateraanzuiging. -
In formules kan deze schatting als volgt uitgewerkt worden:
z
bov
t ( ) min h
bov_straal
1
6
x
b
+ h
k_v
t ( ) ,
|

\
|
|
.
= --> formule (5): niveau bovenkant straal ter plaatse van de boeg
z
ond
max h
ond_straal
1
6
x
b
h
bod
,
|

\
|
|
.
= --> formule (6): niveau onderkant straal ter plaatse van de boeg
Er wordt vanuit gegaan dat de straal bij de boeg van het schip over de volledige kolkbreedte is gespreid. Het oppervlak
van de straal bij de boeg is dan:
A
str_1
t ( ) b
k
z
bov
t ( ) z
ond

( )
= --> formule (7): oppervlak van de straal ter plaatse van de boeg
Uit continuteitsoverwegingen moet het debiet in de straal ter plaatse van de boeg gelijk zijn aan het debiet in de straal ter
plaatse van de vulopening, verminderd met de lineaire debietsafname:
Q
boeg
t ( )
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( ) = --> formule (8): debiet in de straal ter plaatse van de boeg
Het is mogelijk dat de straal water aanzuigt waardoor het debiet in de straal toeneemt. Het debiet wordt daarom
vermenigvuldigd met correctiefactor C
4
. Deze correctiefactor dient aan de hand van praktijkmetingen bepaald te worden.
Q
boeg
t ( ) C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( ) = --> formule (8): debiet in de straal ter plaatse van de boeg met
correctiefactor
Uit continuteitsoverwegingen moet gelden: Q = v * A. Dit levert:
--> formule (9): stroomsnelheid ter plaatse van de boeg
v
boeg
t ( )
Q
boeg
t ( )
A
str_1
t ( )
=
C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
A
str_1
t ( )
=
De impuls bij de boeg kan nu bepaald worden:
S
1
t ( ) C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
|

\
|
|
.

C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
A
str_1
t ( )
= C
4
2

l
k
x
b

( )
2
Q
v
t ( )
2

l
k
2
A
str_1
t ( )
= --> formule (10): impuls ter plaatse van de boeg
In LOCKFILL is de rekenmodule STRAAL gebruikt om de impuls van de straal ter plaatse van de boeg te berekenen.
Deze rekenmodule is gebaseerd op referentie [3]. Aan het einde van het afstudeerproject is geprobeerd om deze
rekenmodule te reconstrueren, zie bijlage 8. Dit bleek niet mogelijk. Het bleek wel mogelijk om de spreidingslijnen van
de straal te berekenen. Hierbij kan schatting worden gegeven van het oppervlak van de straal ter plaatse van de boeg.
In theorie is dit een meer nauwkeurige schatting dan de schatting met formule (7), maar uit de kalibratie bleek dat de
resultaten overeen kwamen. Vanwege tijdsbeperkingen is ervoor gekozen om bovenstaande benadering voor de
berekening van de impuls aan te houden.
6
Het waterstandsverschil tussen raai 1 en raai 2 kan bepaald worden door de impulsvergelijking toe te passen. Dit is
dezelfde impulsvergelijking die ook toegepast is bij het bepalen van de impulsafname in bijlage 7. Om de bijlage
zelfstandig leesbaar te maken wordt de vergelijking hier herhaald. De impulsvergelijking bestaat uit de volgende
componenten:
Hydrostatische kracht ter plaatse van raai 1 (met waterdiepte h
1
) -
Hydrostatische kracht ter plaatse van raai 2 (met waterdiepte h
2
) -
Hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1 (door geconcentreerde vulstraal) -
Hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2 (door gelijkmatig verdeelde stroming met stroomsnelheid v
2
) -
Externe krachten: kracht tegen de boeg van het schip -
De hydrostatische kracht ter plaatse van raai 1 wordt als volgt berekend:
F
stat_1
1
2
g h
1
2
b
k
= --> formule (11): hydrostatische kracht ter plaatse van raai 1
De hydrostatische kracht ter plaatse van raai 2 wordt als volgt berekend:
F
stat_2
1
2
g h
2
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s
= --> formule (12): hydrostatische kracht ter plaatse van raai 2
De hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1 wordt als volgt berekend:
F
hyd_1
Q
1
v
1
cos ( ) = --> formule (13): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1
Voor de impuls kan formule (10) ingevuld worden, zodat formule (13) overgaat in:
F
hyd_1
S
1
t ( ) cos ( ) = --> formule (14): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1
De hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2 is als volgt:
F
hyd_2
Q
2
v
2
= --> formule (15): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2
Hierin zijn Q
2
en v
2
onbekend. Omdat is aangenomen dat ter plaatse van raai 2 de stroming gelijkmatig over de natte
kolkdoorsnede is verdeeld en het debiet in de lengterichting van de kolk lineair afneemt, geldt uit
continuteitsoverwegingen:
Q
2
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( ) = --> formule (16): debiet ter plaatse van raai 2
v
2
Q
2
h
2
b
k
d
s
b
s

=
Q
v
t ( ) l
k
x
b

( )

l
k
h
2
b
k
d
s
b
s

( )
= --> formule (17): stroomsnelheid ter plaatse van raai 2
Ter plaatse van raai 2 is de waterdiepte h
2
lager dan de gemiddelde kolkwaterstand. De verlaging is echter zeer klein ten
opzichte van de gemiddelde waterdiepte, zodat voor h
2
ook geschreven kan worden: h
2
= h
k_v
(t) - h
bod
. Dit levert:
v
2
Q
v
t ( ) l
k
x
b

( )

l
k
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

= --> formule (18): stroomsnelheid ter plaatse van raai 2


De hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2 is nu als volgt:
F
hyd_2

l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
|

\
|
|
.

Q
v
t ( ) l
k
x
b

( )

l
k
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

= Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2

1
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

=
--> formule (19): hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2
7
De kracht op de boeg is gegeven in formule (1). De impulsvergelijking kan nu ingevuld worden. Uit
continuteitsoverweging geldt dat de som van alle componenten gelijk is aan nul:
F
stat_1
F
stat_2
F
hyd_1
+ F
hyd_2
F
b
0 =
Invullen van alle termen levert:
1
2
g h
1
2
b
k

1
2
g h
2
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s

|

\
|
|
.
S
1
t ( ) cos ( ) + Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2

1
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s


1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2
S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) +

(
(

0 =
Vereenvoudiging leidt tot:
1
2
g b
k
h
1
2
h
2
2

|
\
|
.

1
2
g b
s
h
1
h
2
d
s

( )
2

1
2
g b
s
d
s
2
+
S
1
t ( )

cos ( ) +
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2

1
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s

C
1
C
2

S
1
t ( )

sin + ( ) sin ( ) 0 =
Het doel van het opstellen van de impulsvergelijking is het bepalen van het waterstandsverschil h
1
- h
2
. Om het
waterstandsverschil te berekenen is het nodig om de vergelijking uit te drukken in het waterstandsverschil h
1
- h
2.
In de
vergelijking zijn echter de termen h
1
2
- h
2
2
en (h
1
- h
2
- d
s
)
2
aanwezig. Om zeer complex rekenwerk te vermijden worden
een uitdrukkingen gezocht die deze termen benaderden maar die uitgedrukt zijn in h
1
- h
2
. Hiervoor wordt h
2
geschreven
als h
1
- h en h
1
- h
2
als h. De term h staat voor het waterstandsverschil tussen h
1
en h
2
.
h
1
2
h
2
2
h
1
2
h
1
h
( )
2
= en h
1
h
2
d
s
+
( )
2
h d
s
+
( )
2
=
Na vereenvoudiging levert dit:
h
1
2
h
2
2
2 h
1
h h
2
= en h
1
h
2
d
s
+
( )
2
d
s
2
2 d
s
h + h
2
+ =
Omdat het waterstandsverschil relatief klein zal zijn, is het kwadraat van het waterstandsverschil te verwaarlozen. Dit
levert:
h
1
2
h
2
2
2 h
1
h = en h
1
h
2
d
s
+
( )
2
d
s
2
2 d
s
h + =
De term h kan worden beschreven door h
1
- h
2
. Dit levert:
h
1
2
h
2
2
2 h
1
h
1
h
2

( )
= en h
1
h
2
d
s
+
( )
2
d
s
2
2 d
s
h
1
h
2

( )
+ =
De gezochte uitdrukkingen zijn nu gevonden en kunnen ingevuld worden in de impulsvergelijking. Dit levert na
vereenvoudiging een uitdrukking van het waterstandsverschil tussen raai 1 en raai 2:
h
1
h
2

S
1
t ( )

cos ( )
g h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b

l
k
Q t ( )
Q t ( ) l
k
x
b

( )

l
k
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

g h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+
C
1
C
2

S
1
t ( )

sin + ( ) sin ( )
g h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
8
+
--> formule (20): waterstandsverschil tussen raai 1 en raai 2
De eerste twee termen in formule (20) worden veroorzaakt door de impulsafname bij de boeg, de derde term door de
straalwerking. Formule (20) kan ingevuld worden in de eerste term in formule (1). Hierdoor beschrijven beide termen in
formule (1) de invloed van zowel de straalwerking als de impulsafname bij de boeg. Om alleen de kracht als gevolg van
straalwerking te bepalen, moet formule (1) nader uitgewerkt worden. Daarom dient de impulsafname bij de boeg ook
bepaald te worden. Zoals in bijlage 7 te zien is, moet daarvoor het drukverschil over het schip berekend worden. Daarvoor
dient de kracht op het hek van het schip bekend te zijn.
Kracht op het hek van het schip
Bij het hek van het schip laat de stroming los van het schip. Achter het schip ontstaan neren, waarin de druk als
hydrostatisch kan worden aangenomen. Op het hek van het schip werkt dus een hydrostatische kracht. Zie figuur 6 voor
een weergave.
Figuur 6: situatie bij het hek
De hydrostatische kracht tegen het hek van het schip wordt als volgt beschreven [referentie 1]:
F
h
1
2
g b
s
d
s
2
= --> formule (21): kracht op het hek van het schip
Berekenen krachtsresultante tussen boeg en hek
Als gevolg van een waterstandsverschil tussen tussen de boeg en het hek van het schip werkt er een kracht op het schip.
Deze kracht wordt beschreven door het verschil tussen formule (1) en formule (21). Dit levert:
F
b
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2
S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) +
1
2
g b
s
d
s
2
=
--> formule (22): kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
De term h
1
- h
2
wordt in deze formule beschreven door formule (20). Ter vereenvoudiging van het rekenwerk wordt de term
(h
1
- h
2
- d
s
)
2
weer uitgedrukt in d
s
2
+ 2 d
s
(h
1
- h
2
). Dit levert na vereenvoudiging:
F
b
g d
s
b
s
h
1
h
2

( )
C
1
C
2
S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) + =
Invullen van formule (14) levert na vereenvoudiging:
F
b
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
+
d
s
b
s
C
1
C
2
S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

C
1
C
2
S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) +
In deze formule worden de eerste twee termen veroorzaakt door de impulsafname bij de boeg en hoeven dus voor de
kracht als gevolg van straalwerking niet beschouwd te worden. Dit levert na vereenvoudiging de volgende uitdrukking voor
de kracht op het schip als gevolg van de straalwerking:
9
F
str
t ( ) C
1
C
2
S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

=
--> formule (23): kracht op het schip als gevolg van straalwerking
Formule (23) levert een kracht uitgedrukt in Newton. Het is gangbaar om de totale kracht uit te drukken in een relatieve
kracht als promille van het scheepsgewicht. De relatieve totaalkracht als gevolg van straalwerking wordt dan:
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 =
--> formule (24): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van straalwerking
Bepalen cofficinten
In formule (23) zijn de cofficinten C
1
en C
2
nog onbekend.
C
1
is een cofficint voor de afwijking van de druk tegen de boeg ten opzichte van de hydrostatische druk. Zoals in figuur
4 te zien is, is de drukdiagram tegen de boeg niet volledig hydrostatisch. In het midden van de diagram treedt een
drukverhoging op door de straaldruk, aan de onderzijde van de diagram treedt een drukverlaging op ten gevolge van
afstromend water. Omdat de druk tegen de boeg in de berekening wel als hydrostatisch is aangenomen, dient de
berekening gecorrigeerd te worden met deze cofficint. In normale gevallen kan volgens referentie [2] een waarde van
0,9 aangehouden worden. Dit is gebaseerd op modelonderzoek.
C
2
is een cofficint voor welk deel van de impuls tegen de boeg gaat. In de berekening wordt er vanuit gegaan dat de
volledige impuls de boeg raakt. Het is echter mogelijk dat een gedeelte van de impuls langs de boeg stroomt en dus
geen kracht op het schip veroorzaakt. Cofficint C
2
geeft aan welk gedeelte van de impuls tegen de boeg gaat. C
2
ligt
daarom in het interval [0,1], waarbij geldt: C
2
= 0 : impuls gaat volledig langs de boeg, en C
2
= 1 : impuls gaat volledig
tegen de boeg. De hoogte van deze waarde is afhankelijk van de spreiding van de straal, de afstand van het schip tot de
boeg en de grootte van de boeg.
In het rekenprogramma LOCKFILL zit een rekenmodule die het de grootte van de impuls, het oppervlak van de straal en
de snelheidsverdeling in de straal berekend bij de boeg. De rekenmodule heeft de naam 'STRAAL' wordt beschreven in
nota 6 van referentie [3]. Deze nota geeft echter te weinig informatie om de rekenmodule te reconstrueren.
In LOCKFILL wordt de grootte van cofficient C
2
bepaald met behulp van het oppervlak van de straal bij de boeg zoals dat
is berekend door de rekenmodule STRAAL. Het bepalen van C
2
gaat als volgt [2]:
Bepalen niveau bovenkant straal bij het schip -
Berekenen oppervlak van de boeg onder het niveau van de bovenkant van de straal -
Delen van het oppervlak van de boeg onder het niveau van de bovenkant van de straal door het berekende oppervlak -
van de straal door rekenmodule STRAAL levert de grootte van cofficint C
2
Indien het oppervlak van de boeg onder het niveau van de bovenkant van de straal groter is dan het berekende -
oppervlak van de straal door de rekenmodule STRAAL, gaat de volledige straal tegen de boeg en geldt: C
2
= 1
Bij het bepalen van C
2
wordt er dus vanuit gegaan dat de impuls ter plaatse van de boeg gelijkmatig over het
straaloppervlak verdeeld is.
Voor het bepalen van cofficint C
2
dient dus het oppervlak van de straal bij de boeg bekend te zijn. In referentie [3] is
onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van een straal op beperkt water. De belangrijkste conclusies ten aanzien van het
oppervlak van de straal zijn in de volgende figuur weergegeven:
10
Figuur 7: ontwikkeling straal op beperkt water [referentie 3]
Zoals in figuur 7 te zien is, wordt de straal aan de bovenzijde begrenst door twee lijnen: in het eerste gedeelte door de lijn
C-E, met een spreiding van 1:6. In het tweede gedeelte door het verlengde van de lijn A-E, met een spreiding van 1:4.
Daarnaast kan de straal niet hoger worden dan de kolkwaterstand.
Voor de onderzijde van de straal geldt hetzelfde. In het eerste gedeelte wordt de straal begrenst door de lijn D-F, met een
spreiding van 1:6. In het tweede gedeelte door het verlengde van de lijn A-F, met een spreiding van 1:4. De straal kan niet
niet lager worden dan de kolkbodem.
Het oppervlak van de straal kan nu berekend worden door het verschil tussen de bovenkant en de onderkant te
vermenigvuldigen met de straalbreedte. Op die manier wordt het volledige invloedsgebied van de straal berekend. In figuur
7 zijn ook enkele snelheidsprofielen in de straal getekend. Daarin is te zien dat de stroomsnelheid aan de randen van de
straal zeer klein is. De impuls is daar dus ook zeer klein. Als voor het bepalen van C
2
het volledige invloedsgebied van de
straal wordt gebruikt, is de aanname dat de impuls gelijkmatig over het straaloppervlak is verdeeld, niet meer juist.
In de praktijk wordt daarom gerekend met een kleinere spreiding van de straal. Als vuistregel wordt vaak een spreiding
van 1:8 tot 1:10 aangehouden. In LOCKFILL wordt voor de berekening van het niveau van de bovenzijde van de straal de
spreiding met 0,5 vermenigvuldigd. Voor de lijn C-E wordt dus een spreiding van 1:12 gebruikt, en voor de het verlengde
van de lijn A-E een spreiding van 1:8. Dit komt overeen met de spreidingen die in de praktijk als vuistregel worden
gebruikt. In dit rapport worden dezelfde waarden als in LOCKFILL aangehouden.
Bovenstaande beschouwing geldt alleen als er geen breekbalken aanwezig zijn. Als er breekbalken aanwezig zijn wordt de
straal gebroken en gespreid. Hierdoor zal de spreiding groter zijn.
Er worden daarom twee situaties onderscheiden voor het bepalen van C
2
:
Deurvulsysteem zonder breekbalken -
Deurvulsysteem met breekbalken -
C
2
bij deurvulsysteem zonder breekbalken
De hoogte waarop de straal begint, is afhankelijk van de openingshoogte van de schuiven. Zie figuur 8.
11
h
bov_opening
h
h
v
h
z (t)
h
Zonder breekbalken
h
ond_opening
Figuur 8: beginhoogte van de straal zonder breekbalken
In figuur 8 is te zien dat de bovenkant en de onderkant van de beginstraal benaderd kunnen worden door:
z
bov_straal
t ( ) h
bov_opening
h
h
z
h
t ( ) + =
--> formule (24): bovenkant beginstraal zonder breekbalken
z
ond_straal
t ( ) h
bov_opening
h
h
=
--> formule (25): onderkant beginstraal zonder breekbalken
Met:
z
h
t ( ) min v
h
t h
h
,
( )
=
--> formule (26): openingshoogte in de tijd
Hierin is:
h
h
= openingshoogte [m]
v
h
= hefsnelheid [m/s]
Het verloop van het niveau van de bovenkant van de straal in de kolk kan nu als volgt worden berekend:
z
1
x t , ( ) h
bov_opening
h
h
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
12
tan ( ) +
|

\
|
|
.
+ =
--> formule (27): niveau bovenkant eerste gedeelte
van de straal
z
2
x t , ( ) h
bov_opening
h
h

1
2
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
8
tan ( ) +
|

\
|
|
.
+ =
--> formule (28): niveau bovenkant tweede gedeelte
van de straal
Het doel is het berekenen van de bovenkant van de straal ter plaatse van de boeg van het schip. Voor x kan daarom x
b
worden ingevuld. Het niveau van de bovenkant volgt uit het de hoogste waarde van z
1
en z
2
, met een maximum van de
kolkwaterstand:
z
bov
t ( ) min max z
1
x
b
t ,
( )
z
2
x
b
t ,
( )
,
( )
h
k_v
t ( ) ,
( )
=
--> formule (29): niveau bovenkant van de straal
Op dezelfde wijze kan de onderkant van de straal berekend worden:
z
3
x ( ) h
bov_opening
h
h
x
1
12
tan ( ) +
|

\
|
|
.
=
--> formule (30): niveau onderkant eerste gedeelte van
de straal
12
z
4
x t , ( ) h
bov_opening
h
h

1
2
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
8
tan ( ) +
|

\
|
|
.
= --> formule (31): niveau onderkant tweede gedeelte
van de straal
z
ond
t ( ) max min z
3
x
b
( )
z
4
x
b
t ,
( )
,
( )
h
bod
,
( )
= --> formule (32): niveau onderkant van de straal
Omdat de vulopeningen volgens referentie [4] zo veel mogelijk over de breedte van kolk gespreidt dienen te worden, wordt
aangenomen dat de straal ter plaatse van het schip over de volledige breedte van de kolk gespreidt is. Het oppervlak van
de straal ter plaatse van de boeg kan daarom als volgt bepaald worden:
A
str_1
t ( ) z
bov
t ( ) z
ond
t ( )
( )
b
k
= --> formule (33): oppervlak straal ter plaatse van de boeg
Het oppervlak van de straal die tegen de boeg gaat, volgt uit het verschil tussen het niveau van de bovenkant van de straal,
en het maximum van het niveau van de onderkant van de boeg en de onderkant van de straal, vermenigvuldigd met de
breedte van het schip. Als de bovenkant van de straal lager is dan de onderkant van de boeg, is het oppervlak tegen de
boeg nul:
A
str_boeg
t ( ) max z
bov
t ( ) max h
k_v
t ( ) d
s
z
ond
t ( ) ,
( )

( )
0 ,

b
s
= --> formule (34): oppervlak straal tegen de boeg
De cofficint C
2
volgt nu door het oppervlak van de straal tegen de boeg te delen door het oppervlak van de straal ter
plaatse van de boeg:
C
2
t ( )
A
str_boeg
t ( )
A
str_1
t ( )
= --> formule (35): cofficint C
2
in de tijd
In bijlage 8 is een berekeningsmethode gegeven die in theorie nauwkeuriger is dan bovenstaande schatting van het
oppervlak van de straal ter plaatse van de boeg. Deze methode is aan het einde van afstudeerproject opgesteld. Uit de
kalibratie bleek echter dat de resultaten overeen komen met bovenstaande benadering. Vanwege tijdsbeperkingen is
ervoor gekozen om bovenstaande benadering aan te houden.
C
2
bij deurvulsysteem met breekbalken
Bij een deurvulsysteem met breekbalken is de hoogte waarop de straal begint afhankelijk van de breekbalken, zie figuur 9.
v
h
z (t)
h
z
u
Figuur 9: beginhoogte van de straal bij breekbalken
Er wordt aangenomen de straal tijdens het hele vulproces op dezelfde hoogte begint, dus onafhankelijk van de
openingshoogte van de schuiven. Het niveau van de bovenkant en de onderkant van de straal kunnen dan geschat worden
aan de hand van de vormgeving van de breekbalken. Deze schatting is al gedaan bij het bepalen van de impuls ter plaatse
van de boeg. Daar is ook het oppervlak van de straal en het niveau van de bovenkant en de onderkant van de straal ter
plaatse van de boeg berekend. Deze formules worden hier herhaald. Met formule (34) en (35) kan nu C
2
bepaald worden:
13
z
bov
t ( ) min h
bov_straal
1
6
x
b
+ h
k_v
t ( ) ,
|

\
|
|
.
= --> formule (5): niveau bovenkant straal ter plaatse van de boeg
z
ond
max h
ond_straal
1
6
x
b
h
bod
,
|

\
|
|
.
= --> formule (6): niveau onderkant straal ter plaatse van de boeg
A
str_1
t ( ) b
k
z
bov
t ( ) z
ond

( )
= --> formule (7): oppervlak van de straal ter plaatse van de boeg
A
str_boeg
t ( ) max z
bov
t ( ) max h
k_v
t ( ) d
s
z
ond
,
( )

( )
0 ,

b
s
= --> formule (34): oppervlak straal tegen de boeg
C
2
t ( )
A
str_boeg
t ( )
A
str_1
t ( )
= --> formule (35): cofficint C
2
in de tijd
Vulproces met gelijkmatig verdeelde stroming
Stroombeeld in de kolk
Bij het vulproces met korte omloopriolen of het trekken van een hefdeur (met of zonder woelkelder) wordt er vanuit
gegaan dat de stroming in de kolk vrijwel direct over de hele natte kolkdoorsnede is verdeeld. Een gedeelte van deze
stroming botst tegen het schip en zorgt voor een rechtstreekse kracht op het schip.
Uitgangspunten en aannames
De berekening voor de kracht als gevolg van de vulstraal is bij een gelijkmatig verdeelde stroming grotendeels hetzelfde
als bij deurschuiven. Daarom worden alleen de formules weergegeven die anders zijn.
Voor de berekeningen worden de volgende aannames en uitgangspunten gebruikt:
Ter plaatse van raai 1 (zie figuur 3) is er een gelijkmatig verdeelde stroming aanwezig over de hele natte doorsnede. -
Bij de boeg van het schip wordt de stroming over korte afstand afgebogen zodat er ter plaatse van raai 2 een -
gelijkmatig verdeeld snelheidsprofiel aanwezig is
De druk tegen de boeg is hydrostatisch, met een afwijking voor de straaldruk en afstromend water -
Tussen raai 2 en raai 3 treedt wrijving op waardoor er een verhang ontstaat. Dit verschijnsel wordt wel meegenomen -
in de impulsvergelijkingen, maar wordt niet opgeteld bij de uiteindelijke totaalkracht als gevolg van impulsafname
omdat de kracht als gevolg van wrijving al bepaald is in bijlage 10.
Tussen raai 2 en raai 3 neemt het debiet lineair af omdat steeds een kleiner gedeelte van de sluis gevuld hoeft te -
worden
De druk tegen het hek van het schip is hydrostatisch. -
Berekening
Bij het vulproces met een gelijkmatig verdeelde stroming is de impuls ter plaatse van raai 1 (zie figuur 4) kleiner dan bij
het vulproces met een geconcentreerde vulstraal omdat de stroming over de hele natte kolkdoorsnede is verdeeld. Er is
geen sprake van een straal met een helling. Formule (1) van de kracht op de boeg van het schip gaat daardoor over in:
F
b
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2
Q
1
v
1
sin ( ) + = --> formule (36): kracht op de boeg van het schip
De grootte van de impuls ter plaatse van raai 1 kan bepaald worden door uit te gaan van een lineaire afname van het
debiet en een gelijkmatig verdeelde stroming over de kolkdoorsnede. Het debiet en de stroomsnelheid ter plaatse van
raai 1 worden dan:
Q
1
Q
v
t ( )
l
k
x
b

l
k
= --> formule (37): debiet ter plaatse van raai 1
v
1
Q
1
h
1
b
k

=
Q
v
t ( ) l
k
x
b

( )

h
1
b
k
l
k

= --> formule (38): stroomsnelheid ter plaatse van raai 1


Ter plaatse van raai 1 is de waterdiepte h
1
lager dan de gemiddelde kolkwaterstand. De verlaging is echter zeer klein ten
opzichte van de gemiddelde waterdiepte, zodat voor h
1
ook geschreven kan worden: h
1
= h
k_v
(t) - h
bod
. Dit levert:
14
v
1
Q
v
t ( ) l
k
x
b

( )

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k

= --> formule (39): stroomsnelheid ter plaatse van raai 1


De formule voor de kracht op het schip wordt nu:
F
b
1
2
g h
1
h
2
d
s
+
( )
2
b
s
C
1
C
2

Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

sin ( ) + = --> formule (40): kracht op de boeg van het schip


Voor de hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 1 geldt dezelfde redenering, waardoor formule (14) over gaat in:
F
hyd_1
Q
v
t ( )
l
k
x
b

l
k

Q
v
t ( ) l
k
x
b

( )

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k

=
Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

= --> formule (41): hydrodynamische


kracht ter plaatse van raai 1
Formule (23) voor de kracht op het schip als gevolg van straalwerking gaat nu over in:
F
str
t ( ) C
1
C
2

Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

sin ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

=
--> formule (42): kracht op het schip als gevolg van straalwerking
Formule (42) levert een kracht uitgedrukt in Newton. Het is gangbaar om de totale kracht uit te drukken in een relatieve
kracht als promille van het scheepsgewicht. De relatieve totaalkracht als gevolg van straalwerking wordt dan:
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 = --> formule (43): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van straalwerking
Bepalen cofficinten
In formule (37) zijn de cofficinten C
1
en C
2
nog onbekend.
Bij de situatie met een deurvulsysteem wordt in referentie [2] een waarde van 0,9 voor cofficint C
1
aanbevolen. Die
waarde is gebaseerd op modelonderzoek. In referentie [2] wordt de situatie met een gelijkmatig verdeelde stroming niet
beschouwd. Voor deze situatie is zijn dus geen waarden voor C
1
beschikbaar die gebaseerd zijn op modelonderzoek. Bij
de situatie met een gelijkmatig verdeelde stroming is de stroomsnelheid een stuk lager dan bij een situatie met
geconcentreerde vulstralen. De drukverlaging ter plaatse van de boeg als gevolg van afstromend water zal daarom ook niet
groot zijn. Op basis daarvan wordt een waarde van 1,0 voor C
1
aanbevolen.
Omdat er sprake is van een gelijkmatig verdeelde stroming voor de boeg van het schip, is de cofficint C
2
eenvoudig te
bepalen door het natte oppervlak van het schip te delen door de volledige natte doorsnede in de kolk:
C
2
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) b
k

= --> formule (44): cofficint C


2
in de tijd
Voorbeelden
De resultaten van de berekeningen kunnen weergegeven worden aan de hand van voorbeeldberekeningen. Voor deze
berekeningen wordt de referentiesluis gebruikt. De volgende parameters worden daarom voor de berekeningen gebruikt:
l
k
125m := --> lengte kolk [m]
b
k
12.5m := --> breedte kolk [m]
h
bod
0m := --> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
15
x
b
2.0m := --> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
h
bov
6.1m := --> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.6m := --> waterstand benedenpand [m +NAP]
h
h
0.9m := --> hoogte deuropeningen [m]
b
h
6.875m := --> breedte schuifopening [m]
v
h
4
mm
s
:= --> hefsnelheid schuiven [m/s]
t
h
225s := --> heftijd schuiven [s]
0.60 := --> contractiecofficint [-]
l
s
110m := --> lengte van het schip [m]
b
s
11.4m := --> breedte van het schip [m]
d
s
3.5m := --> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 := --> blokcoefficient van het schip [-]
1000
kg
m
3
:= --> dichtheid zoet water [kg/m
3
]
m
s
l
s
b
s
d
s
c
b
3.731 10
6
kg = := --> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
0deg := --> hoek van de boeg met horizontaal []
30deg := --> hoek van de hartlijn van de straal met horizontaal []
In bijlage 3 is bepaald hoe de vul- en ledigingskarakteristiek bepaald kan worden. Dit wordt in deze bijlage niet herhaald.
Voor de voorbeeldberekeningen wordt uitgegaan van de volgende vul- en ledigingskarakteristiek:
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
16
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
Er worden voor twee situaties voorbeeldberekeningen uitgevoerd:
Vulproces door deuropeningen zonder breekbalken -
Vulproces door deuropeningen met breekbalken -
Vulproces met gelijkmatige stroomverdeling -
Vulproces door deuropeningen zonder breekbalken
Eerst dient bepaald te worden of de impuls bij de boeg berekend kan worden of dat er een schatting gegeven dient te
worden. De hartlijn van de straal maakt geen hoek met de horizontaal.. Daarnaast moet moet gelden: x
b
< L
imp_gelijk
.
Er wordt aangenomen dat de bovenkant van de vulopeningen zich op 2 m boven de sluisbodem bevinden. Dan geldt:
h
bov_opening
h
bod
2m + 2 m = :=
L
imp_gelijk
h
ben
h
bov_opening

2 tan 9.5deg + ( )
7.768 m = :=
x
b
2 m =
De halve lengte van de dekneer is dus groter dan de afstand van de boeg tot de vuldeur, dus de impuls ter plaatse van de
boeg is even groot de impuls bij de vulopeningen.
Nu dienen de cofficinten C
1
en C
2
bepaald te worden. Voor cofficint C
1
wordt 0,9 aangehouden:
C
1
0.9 :=
Cofficint C
2
kan bepaald worden met de formules (24) tot en met (35). Er wordt uitgegaan van een situatie zonder
breekbalken::
z
h
t ( ) min v
h
t h
h
,
( )
:= --> formule (24): openingshoogte in de tijd
17
z
bov_straal
t ( ) h
bov_opening
h
h
z
h
t ( ) + := --> formule (25): bovenkant beginstraal zonder
breekbalken
z
ond_straal
t ( ) h
bov_opening
h
h
:= --> formule (26): onderkant beginstraal zonder
breekbalken
z
1
x t , ( ) h
bov_opening
h
h
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
12
tan ( ) +
|

\
|
|
.
+ := --> formule (27): niveau bovenkant eerste gedeelte
van de straal
z
2
x t , ( ) h
bov_opening
h
h

1
2
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
8
tan ( ) +
|

\
|
|
.
+ := --> formule (28): niveau bovenkant tweede gedeelte
van de straal
z
bov
t ( ) min max z
1
x
b
t ,
( )
z
2
x
b
t ,
( )
,
( )
h
k_v
t ( ) ,
( )
:= --> formule (29): niveau bovenkant van de straal
z
3
x ( ) h
bov_opening
h
h
x
1
12
tan ( ) +
|

\
|
|
.
:= --> formule (30):niveau onderkant eerste
gedeelte van de straal
z
4
x t , ( ) h
bov_opening
h
h

1
2
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
8
tan ( ) +
|

\
|
|
.
:= --> formule (31): niveau onderkant tweede
gedeelte van de straal
z
ond
t ( ) max min z
3
x
b
( )
z
4
x
b
t ,
( )
,
( )
h
bod
,
( )
:= --> formule (32): niveau onderkant van de straal
A
str_1
t ( ) z
bov
t ( ) z
ond
t ( )
( )
b
k
:= --> formule (33): oppervlak straal ter plaatse van
de boeg
A
str_boeg
t ( ) max z
bov
t ( ) max h
k_v
t ( ) d
s
z
ond
t ( ) ,
( )

( )
0 ,

b
s
:= --> formule (34): oppervlak straal tegen de boeg
C
2
t ( )
A
str_boeg
t ( )
A
str_1
t ( )
:= --> formule (35): cofficint C
2
in de tijd
Weergegeven in een grafiek:
0 100 200 300 400
0
0.2
0.4
0.6
Cofficint C2
Cofficint C2 in de tijd
tijd [s]
w
a
a
r
d
e

c
o

f
f
i
c
i

n
t

[
-
]
Het verloop van cofficint C
2
ligt in der lijn der verwachting. In het begin van het vulproces is de straal klein, omdat de
vulopening klein is. De straal schiet dan voor een groot gedeelte onder het schip door. Naarmate de openingshoogte
toeneemt, neemt ook de grootte van de straal toe. Een groter gedeelte van de straal raakt daardoor het schip, doordat de
onderkant van de straal op gelijke hoogte blijft. De waarde van cofficint C
2
neemt daardoor toe. Na verloop van tijd stijgt
18
de kolkwaterstand, waardoor het schip hoger komt te liggen. Een kleiner gedeelte van de straal raakt daardoor het schip,
waardoor C
2
afneemt. Na ongeveer 230 seconden ligt het schip zo hoog dat de straal volledig onder het schip doorgaat.
C
2
is dan nul.
Nu de cofficinten bekend zijn, kan de kracht op het schip berekend worden met de formules (4), (23) en (24):
S
1
t ( ) Q
v
t ( )
l
k
x
b

l
k
2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )
:= --> formule (4): impuls ter plaatse van raai 1
F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( ) S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

:=
--> formule (23): kracht op het schip als gevolg van straalwerking
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 := --> formule (24): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van straalwerking
Weergegeven in een grafiek:
0 100 200 300 400
0
0.1
0.2
Straalwerking
Kracht op schip door straalwerking - zonder breekbalken
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
De grafiek geeft een beeld wat in lijn der verwachting ligt. De kracht als gevolg van straalwerking is tijdens het hele
vulproces positief. In het begin neemt de kracht toe, doordat het debiet toeneemt. Na verloop van tijd neemt de kracht
weer af doordat de cofficint C
2
afneemt (een groot gedeelte van de straal schiet dan onder de boeg door). Deze afname
wordt versterkt als het debiet ook afneemt. Als de gehele straal onder de boeg door schiet (C
2
is dan nul) is ook de
kracht als gevolg van straalwerking nul.
De resultaten kunnen niet vergeleken worden met de berekening in LOCKFILL. In LOCKFILL wordt de impuls bij de boeg
namelijk berekend door de rekenmodule STRAAL. Deze rekenmodule is gebaseerd op nota 6 in referentie [3], maar in die
nota staan te weinig gegevens om deze rekenmodule te kunnen reconstrueren.
De berekening van de kracht als gevolg van straalwerking is wel gelijk aan de berekening van de impulsafname in
LOCKFILL.
Vulproces door deuropeningen met breekbalken
19
Bij het vulproces door deuropeningen zonder breekbalken dient een schatting gegeven te worden voor de impuls ter
plaatse van de boeg. Eerst dient een schatting gegeven te worden van het niveau van de bovenkant en de onderkant
van de straal na de breekbalken:
h
bov_straal
3m :=
h
ond_straal
1m :=
z
bov
t ( ) min h
bov_straal
1
6
x
b
+ h
k_v
t ( ) ,
|

\
|
|
.
:= --> formule (5): niveau bovenkant straal ter plaatse van de boeg
z
ond
max h
ond_straal
1
6
x
b
h
bod
,
|

\
|
|
.
:= --> formule (6): niveau onderkant straal ter plaatse van de boeg
A
str_1
t ( ) b
k
z
bov
t ( ) z
ond

( )
:= --> formule (7): oppervlak van de straal ter plaatse van de boeg
Er dient een schatting gegeven te worden van de correctiefactor C
4
:
C
4
1.2 :=
Nu kan de impuls van de straal ter plaatse van de boeg bepaald worden met de formules (8) t/m (10):
Q
boeg
t ( ) C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( ) := --> formule (8): debiet in de straal ter plaatse van de boeg met
correctiefactor
--> formule (9): stroomsnelheid ter plaatse van de boeg
v
boeg
t ( )
C
4
l
k
x
b

l
k
Q
v
t ( )
A
str_1
t ( )
:=
S
1
t ( ) C
4
2

l
k
x
b

( )
2
Q
v
t ( )
2

l
k
2
A
str_1
t ( )
:= --> formule (10): impuls ter plaatse van de boeg
Voor cofficint C
1
wordt dezelfde waarde aangehouden als bij het deurvulsysteem zonder breekbalken. Cofficint C
2
kan
bepaald worden met de formules (29) en (30):
A
str_boeg
t ( ) max z
bov
t ( ) max h
k_v
t ( ) d
s
z
ond
,
( )

( )
0 ,

b
s
:= --> formule (29): oppervlak straal tegen de boeg
C
2
t ( )
A
str_boeg
t ( )
A
str_1
t ( )
:= --> formule (30): cofficint C
2
in de tijd
Weergegeven in een grafiek:
20
0 100 200 300 400
0.2
0.4
0.6
0.8
Cofficint C2
Cofficint C2 in de tijd
tijd [s]
w
a
a
r
d
e

c
o

f
f
i
c
i

n
t

[
-
]
Het verloop van cofficint C
2
ligt in der lijn der verwachting. De straal is tijdens het hele vulproces ongeveer even groot
als gevolg van de breekbalken. In het begin van het vulproces ligt het schip laag door de lage kolkwaterstand. De straal
botst dan voor een groot deel tegen het schip. Na verloop van tijd stijgt de kolkwaterstand, waardoor het schip hoger
komt te liggen. Een kleiner gedeelte van de straal raakt daardoor het schip, waardoor C
2
afneemt.
Nu kan de kracht op het schip als gevolg van straalwerking op dezelfde wijze berekend worden als bij het vulproces met
een deurvulsysteem zonder breekbalken:
F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( ) S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

:=
--> formule (17): kracht op het schip als gevolg van straalwerking
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> formule (18): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van straalwerking
Weergegeven in een grafiek:
21
0 100 200 300 400
0
0.01
0.02
0.03
Straalwerking
Kracht op schip door straalwerking - met breekbalken
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
De grafiek geeft een beeld wat in lijn der verwachting ligt. De kracht als gevolg van straalwerking is tijdens het hele
vulproces positief. In het begin neemt de kracht toe, doordat het debiet toeneemt. Na verloop van tijd neemt de kracht
weer af doordat de cofficint C
2
afneemt (een groot gedeelte van de straal schiet dan onder de boeg door). Deze afname
wordt versterkt als het debiet ook afneemt.
Zoals verwacht is de kracht duidelijk kleiner dan bij het vulproces zonder breekbalken.
De resultaten kunnen niet vergeleken worden met de berekening in LOCKFILL. In LOCKFILL wordt de impuls bij de boeg
namelijk berekend door de rekenmodule STRAAL. Deze rekenmodule is gebaseerd op nota 6 in referentie [3], maar in die
nota staan te weinig gegevens om deze rekenmodule te kunnen reconstrueren.
De berekening van de kracht als gevolg van straalwerking is wel gelijk aan de berekening van de impulsafname in
LOCKFILL.
Vulproces met gelijkmatige stroomverdeling
Bij het vulproces met een gelijkmatige stroomverdeling moeten de cofficinten C
1
en C
2
opnieuw gedefinieerd worden.
Voor C
1
wordt 1,0 aangehouden:
C
1
1.0 :=
Voor C
2
geldt formule (39):
C
2
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) b
k

:=
--> formule (39): cofficint C
2
in de tijd
Weergegeven in een grafiek:
22
0 100 200 300 400
0.5
0.55
0.6
0.65
0.7
Cofficint C2
Cofficint C2 in de tijd
tijd [s]
w
a
a
r
d
e

c
o

f
f
i
c
i

n
t

[
-
]
Bovenstaande grafiek geeft een beeld wat in de lijn der verwachting ligt. In het begin van het vulproces is C
2
groot, omdat
de verhouding tussen het natte oppervlak van het schip en de natte doorsnede van de kolk klein is. Als de kolkwaterstand
toeneemt neemt deze verhouding af, waardoor C
2
kleiner wordt.
De kracht op het schip kan nu berekend worden met de formules (37) en (38):
F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( )
Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

sin ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

:=
--> formule (37): kracht op het schip als gevolg van straalwerking
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> formule (38): totale relatieve kracht op het schip als gevolg van straalwerking
23
0 100 200 300 400
0
0.01
0.02
0.03
Straalwerking
Kracht op schip door straalwerking - gelijkm. verd. stroming
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Bovenstaande grafiek geeft een beeld wat in de lijn der verwachting ligt. In het begin van het vulproces neemt de kracht
toe omdat het debiet toeneemt. Deze toename wordt gedempt door de afname van cofficint C
2
. Na verloop van tijd
neemt de kracht af doordat het debiet afneemt. Deze afname wordt versterkt door de afname van cofficint C
2
. De
kracht blijft tijdens het hele vulproces aanwezig.
De kracht op het schip is duidelijk kleiner dan bij het vulproces met deuropeningen. Dit is verklaarbaar: bij het vulproces
met deuropeningen werkt er een geconcentreerde straal op het schip, waardoor de impuls van de straal veel groter is.
In LOCKFILL wordt deze krachtscomponent niet berekend, bij het vulproces met een gelijkmatig verdeelde stroming
wordt de kracht als gevolg van straalwerking aangenomen als nul. De berekeningsresultaten kunnen daarom niet
vergeleken worden.
24

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
76

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Bijlage10 Berekening kracht als gevolg
van wrijving
Berekening kracht als gevolg van wrijving
Bronnen:
Vrijburcht, A., (1988), 'Het vulproces van een schutsluis met een langsvulsysteem, invloed translatiegolven, 1.
vulstraaleffecten en dichtheidsverschillen op de langskrachten verslag berekeningen', Waterloopkundig
Laboratorium, Delft, Q176-II
Waterloopkundig Laboratorium, (1994), 'Handleiding LOCKFILL', Delft, Q1537, november 1994 2.
Battjes, J.A., (1999), 'Vloeistofmechanica, collegehandleiding', collegedictaat TU Delft, cursuscode CTme2100 3.
Nortier, I.W., (1991), 'Toegepaste vloeistofmechanica, hydraulica voor waterbouwkundigen', 7e druk 4.
Waterloopkundig Laboratorium, (1994), 'Handleiding LOCKFILL', Delft, Q1537, november 1994 5.
Inleiding
In deze bijlage wordt een berekeningsmethode gegeven voor het bepalen van de totale kracht op het schip als gevolg van
wrijving tijdens het vul- en ledigingsproces. De methode is opgesteld aan de hand van referentie [1].
Bij het vul- en ledigingsproces is er sprake van een stroming in de kolk. Deze stroming ondervindt wrijving langs de
kolkwand en kolkbodem en het schip. Dit zorgt voor een rechtstreekse wrijvingskracht op het schip. Bij het vulproces is
deze kracht positief, bij het ledigingsproces negatief. Daarnaast ontstaat door de wrijving een verhang in de waterspiegel
doordat de energiehoogte afneemt door de wrijving. Dit zorgt ook voor een kracht op het schip. Bij het vulproces is deze
kracht positief, bij het ledigingsproces negatief.
De methode om de grootte van deze kracht te bepalen is als volgt opgebouwd:
Bepalen rechtstreekse wrijvingskracht op het schip en de kolk met behulp van de wet van Chezy -
Toepassen impulsvergelijking tussen de voorkant en de achterkant van het schip om het verhang te bepalen -
Bepalen totale langskracht als gevolg van wrijving -
Voor de berekening worden de volgende uitgangspunten en aannames gebruikt:
De stroming langs de romp van het schip geeft wrijving langs de romp en de bodem en de wanden van de sluis. -
Hierdoor is een verhang langs de romp aanwezig.
Het debiet neemt in de lengterichting van de kolk af omdat steeds een kleiner deel van de kolk gevuld of geledigd -
hoeft te worden. Er wordt aangenomen dat deze debietsafname lineair is.
Er wordt aangenomen dat de stroming ter plaatse van het schip gelijkmatig verdeeld is. -
Voor de berekeningsmethode wordt figuur 1 als uitgangspunt gebruikt.
Figuur 1: uitgangspunten berekening wrijving [referentie 1]
De volgende parameters zijn van toepassing:
l
k
--> lengte kolk [m]
b
k
--> breedte kolk [m]
x
b
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
l
s
--> lengte van het schip [m]
b
s
--> breedte van het schip [m]
d
s
--> diepgang van het schip [m]
c
b
--> blokcoefficient van het schip [-]
1

--> dichtheid zoet water [kg/m


3
]
m
s
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
h
bov
--> waterstand op het bovenpand [m +NAP]
h
ben
--> waterstand op het benedenpand [m +NAP]
h
bod
--> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
h
k
--> kolkwaterstand [m +NAP]
Q
--> debiet door de vul/ledigingsopeningen [m
3
/s]
Bepalen rechtstreekse wrijvingskrachten
In het natte profiel tussen de kolkwand/bodem en het schip treedt volgens referentie [1] het volgende snelheidsprofiel op:
Figuur 2: snelheidsprofiel ter plaatse van het schip [referentie 1]
Zoals te zien is in figuur 2 neemt de stroomsnelheid dicht bij het schip en de kolkwand/bodem af. Dit wordt veroorzaakt
doordat er schuifspanningen optreden als gevolg van wrijving. De schuifspanningen zorgen voor een rechtstreekse kracht
op het schip en de kolkwand/bodem.
Volgens referentie [1] wordt de schuifspanning beschreven door:
g R
h
i =
--> formule (1): schuifspanning als gevolg van wrijving
Hierin is:
= schuifspanning [N/m
2
]
= dichtheid water [kg/m
3
]
R
h
= hydraulische straal [m]
i = drukverhang [-]
Het snelheidsprofiel kent een waarde waar du/dy = 0. In dat vlak treden geen schuifspanningen op. Dit vlak deelt het
natte profiel in twee delen: oppervlak A
I
en oppervlak A
II
. Het snelheidsprofiel van oppervlak A
I
zorgt door wrijving voor een
rechtstreekse wrijvingskracht op de bodem, en het snelheidsprofiel van oppervlak A
II
zorgt door wrijving voor een
rechtstreekse wrijvingskracht op het schip. Er wordt aangenomen dat de gemiddelde snelheid en het drukverhang in
beide delen gelijk zijn:
u
I
u
II
= u =
--> gemiddelde stroomsnelheid [m/s]
i
I
i
II
= i =
--> gemiddeld drukverhang [-]
De rechtstreekse kracht die uitgeoefend wordt op het schip en op de bodem/wand wordt dan beschreven door de
schuifspanning vermenigvuldigd met het natte oppervlak:
F
bw
p
I
l
s
= g R
h_I
i p
I
l
s
=
--> formule (2): rechtstreekse wrijvingskracht op de wand/bodem
2
F
sw
p
II
l
s
= g R
h_II
i p
II
l
s
=
--> formule (3): rechtstreekse wrijvingskracht op het schip
Hierin is:
F
bw
= rechstreekse wrijvingskracht op de wand/bodem [N]
F
sw
= rechtstreekse wrijvingskracht op het schip [N]
p
I
= natte omtrek gedeelte I [m]
p
II
= natte omtrek gedeelte II [m]
R
h_I
= hydraulische straal gedeelte I [m]
R
h_II
= hydraulische straal gedeelte II [m]
l
s
= lengte schip [m]
i = drukverhang [-]
In deze formules zijn de natte omtrek, het verhang en de hydraulische straal onbekend. Deze onbekenden worden als volgt
bepaald:
Bepalen natte omtrek
De natte omtrek wordt als volgt bepaald:
p
I
t ( ) b
k
2 h
k
t ( ) h
bod

( )
+ =
--> formule (4): natte omtrek van gedeelte I (de kolk)
p
II
b
s
2 d
s
+ =
--> formule (5): natte omtrek van gedeelte II (het schip)
Bepalen hydraulische straal
De hydraulische straal kan bepaald worden met de wet van Chezy. De wet van Chezy geeft voor de stroomsnelheid:
u C R
h
i =
--> formule (6): wet van Chezy, stroomsnelheid [m/s]
Hierin is:
u = stroomsnelheid [m/s]
C = cofficint van Chezy [m
0,5
/s]
R
h
= hydraulische straal [m]
i = drukverhang [-]
Volgens referentie [1] kan de cofficint van Chezy voor 40 m
0,5/s
< C < 70 m
0,5
/s beschreven worden door de formule van
Strickler:
C 25
R
h
k
|

\
|
|
.
1
6
=
--> formule (7): cofficint van Chezy volgens Strickler [m
0,5
/s]
Hierin is:
k = ruwheid [m]
Deze formule komt overeen met de gangbare formule voor het bepalen de coficint van Chezy die als volgt luidt [4]:
C 18 log
12 R
h

k
|

\
|
|
.
=
--> formule (8): cofficint van Chezy [m
0,5
/s]
Met deze formule kan echter niet analytisch verder gerekend worden omdat er een logaritme in voorkomt, daarom wordt
de formule van Strickler gebruikt.
De ruwheid wordt gegeven door de Nikuradse-ruwheid k. Deze waarde kan bepaald worden met behulp van tabellen die
zijn vastgesteld met metingen. In referentie [3], blz. 12-8 en referentie [4], blz. 192 worden deze tabellen gegeven.
De wet van Chezy kan ook als volgt geschreven worden:
u
2
C
2
R
h
i =
Omdat is aangenomen dat de gemiddelde stroomsnelheid en het drukverhang in beide delen gelijk, geldt dan:
C
I
2
R
h_I
C
II
2
R
h_II
=
3
Hierin is:
C
I
= cofficint van Chezy van gedeelte I [m
0,5
/s]
C
II
= cofficint van Chezy van gedeelte II [m
0,5
/s]
R
h_I
= hydraulische straal gedeelte I [m]
R
h_II
= hydraulische straal gedeelte II [m]
Toepassing van de formule van Strickler geeft dan:
25
R
h_I
k
I
|

\
|
|
.
1
6

(
(
(
(

2
R
h_I
25
R
h_II
k
I
|

\
|
|
.
1
6

(
(
(
(

2
R
h_II
=
Deze vergelijking kan vereenvoudigd worden:
625
R
h_I
k
I
|

\
|
|
.
1
3
R
h_I
625
R
h_II
k
II
|

\
|
|
.
1
3
R
h_II
=
Hieruit volgt:
R
h_I
R
h_II
4
k
I
k
II
=
--> formule (9): hydraulische straal gedeelte I [m]
R
h_II
R
h_I
4
k
II
k
I
=
--> formule (10): hydraulische straal gedeelte II [m]
Er staan in deze formules echter nog teveel onbekenden om er mee verder te kunnen rekenen. De hydraulische straal
wordt in het algemeen beschreven door het natte oppervlak A te delen door de natte omtrek p:
R
h
A
p
=
--> formule (11): hydraulische straal [m]
Voor gedeelte I gaat formule (11) over in:
R
h_I
A
I
p
I
=
--> formule (12): hydraulische straal gedeelte I [m]
Voor gedeelte II gaat formule (11) over in:
R
h_II
A
II
p
II
=
--> formule (13): hydraulische straal gedeelte II [m]
Het natte oppervlak is hierin nog niet gedefinieerd. Het totale natte oppervlak wordt beschreven door:
A
tot
t ( ) h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s
=
--> formule (14): totale natte oppervlak ter plaatse van het schip [m
2
]
Het natte oppervlak van de gedeelten I en II kunnen dan als volgt beschreven worden:
A
I
t ( ) h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s
A
II
=
--> formule (15): natte oppervlak gedeelte I [m
2
]
A
II
t ( ) h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s
A
I
=
--> formule (16): natte oppervlak gedeelte II [m
2
]
De formules (15) en (16) kunnen nu gesubstitueerd worden in de formules (12) en (13):
R
h_I
t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s
A
II

p
I
=
--> formule (17): hydraulische straal gedeelte I [m]
4
R
h_II
t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s
A
I

p
II
=
--> formule (18): hydraulische straal gedeelte II [m]
Gelijkstelling van formule (9) en (17), met invullen van formule (18) levert:
A
I
t ( )
p
I
t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s
A
I

p
II
4
k
I
k
II
=
Hieruit volgt een andere formulering van het natte oppervlak:
A
I
t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

1
p
II
p
I
t ( )
4
k
II
k
I
+
=
--> formule (19): natte oppervlak gedeelte I [m
2
]
Invullen van formule (19) in formule (12) levert een formule voor de hydraulische straal van gedeelte I waarin alle variabelen
bekend zijn:
R
h_I
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

p
I
t ( ) p
II
4
k
II
k
I
+
=
--> formule (20): hydraulische straal gedeelte I [m]
Substitueren van formule (20) in formule (10) levert een uitdrukking van de hydraulische straal van gedeelte II waarin alle
variabelen bekend zijn:
R
h_II
R
h_I
4
k
II
k
I
=
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

p
I
t ( ) p
II
4
k
II
k
I
+
4
k
II
k
I
=
--> formule (21): hydraulische straal gedeelte II [m]
Bepalen verhang
Ook het verhang kan bepaald worden met de wet van Chezy. Daarvoor dient formule (6) uitgedrukt te worden in het verhang
i
u
2
C
2
R
h

=
--> formule (22): gemiddeld drukverhang
Er is aangenomen dat het verhang voor gedeelte I en gedeelte II hetzelfde is, dus geldt:
i
u
2
C
I
2
R
h_I

=
u
2
C
II
2
R
h_II

=
--> formule (23): gemiddeld drukverhang
Bepalen rechtstreekse wrijvingskrachten
De natte omtrek, de hydraulische straal en het verhang zijn nu bekend, dus kunnen ingevuld worden in de formules (2) en
(3). Ter vereenvoudiging wordt alleen het verhang, uitgedrukt in C
I
, en de natte omtrek ingevuld. De hydraulische straal
valt dan weg bij de formule voor de rechstreekse kracht op de bodem en in beide formules wordt gerekend met de
hydraulische straal van gedeelte I:
F
bw
t ( ) g R
h_I

u
2
C
I
2
R
h_I

p
I
l
s
= g
u
2
C
I
2
b
k
2 h
k
t ( ) h
bod

( )
+

l
s
=
--> formule (24): rechtstreekse
wrijvingskracht op de wand/bodem
Voor de kracht op het schip geldt hetzelfde, alleen wordt hier formule (21) ingevuld voor de hydraulische straal van
gedeelte II:
5
F
sw
g R
h_I

4
k
II
k
I

u
2
C
I
2
R
h_I

p
II
l
s
= g
u
2
C
I
2
b
s
2 d
s
+
( )
l
s

4
k
II
k
I
=
--> formule (25): rechtstreekse wrijvingskracht op
het schip
De enige onbekende in bovenstaande formules is de gemiddelde stroomsnelheid.
Bepalen gemiddelde stroomsnelheid
Er is aangenomen dat het debiet in de lengterichting van de kolk lineair afneemt. Ter plaatse van raai 2 en raai 3 is het
debiet dan:
Q
2
t ( ) Q t ( )
l
k
x
b

l
k
=
--> formule (26): debiet ter plaatse van raai 2
Q
3
t ( ) Q t ( )
l
k
x
b
l
s

l
k
=
--> formule (27): debiet ter plaatse van raai 3
Hierin is:
Q = debiet door de vulopeningen [m
3
/s]
Voor de stroomsnelheid geldt u = Q/A. De stroomsnelheden ter plaatse van raai 2 en raai 3 kunnen dan berekend worden
door de formules (26) en (27) te delen door het natte oppervlak. Er is in de kolk een verhang aanwezig, waardoor de
waterstand bij raai 2 lager is dan bij raai 3. Dit verschil zal echter klein zijn ten opzichte van de waterdiepte, zodat de
invloed op de stroomsnelheid klein is. Het waterstandverschil wordt daarom verwaarloosd zodat geldt: h
k_2
= h
k_3
= h
k
.
Voor de strooomsnelheden geldt dan:
u
2
t ( )
Q t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b

l
k
=
--> formule (28): stroomsnelheid ter plaatse van raai 2
u
3
t ( )
Q t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b
l
s

l
k
=
--> formule (29): stroomsnelheid ter plaatse van raai 3
De gemiddelde stroomsnelheid langs de romp tussen raai 2 en raai 3 is dan:
u t ( )
u
2
t ( ) u
3
t ( ) +
2
=
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

Q t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

=
--> formule (30): gemiddelde stroomsnelheid
langs de romp
Formule (30) kan nu ingevuld worden in de fomules (24) en (25). Na vereenvoudiging gaan deze formules dan over in:
F
bw
t ( ) g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q t ( )
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I
2
=
--> formule (31): rechtstreekse wrijvingskracht op de wand/bodem
F
sw
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q t ( )
2
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I
2

4
k
II
k
I
=
--> formule (32): rechtstreekse wrijvingskracht op het schip
Volgens referentie [1] dienen de bovenstaande formules verminderd te worden met een cofficint omdat er achter de
boeg nog geen ontwikkeld snelheidsprofiel aanwezig is. Dit betekent dat er tussen het schip en de kolkwand/bodem
geen ongestoorde snelheid aanwezig is. Hierdoor is de rechtstreekse wrijvingskracht kleiner, omdat de stroomsnelheid
kleiner is. In referentie [1] wordt geen toelichting gegeven waarom er nog geen volledig ontwikkeld snelheidsprofiel
aanwezig is, maar het is aannamelijk dat dit wordt veroorzaakt doordat de stroming ter plaatse van de boeg plotseling
afgebogen. Volgens referentie [2] is de waarde 0,9 een goede inschatting voor deze cofficient. Alleen in geval van een
bijzondere vormgeving van het schip dient een andere waarde toegepast te worden. In verband met consistentie met
referentie [1] en [2] wordt de cofficint aangeduid met C
3
:
6
C
3
0.9 :=
Bij een systeem met omloopriolen kan het debiet door overtravel ook negatief worden. De stroming keert dan om
waardoor er een negatieve wrijvingskracht optreedt. Omdat het debiet in de bovenstaande formules gekwadrateerd is, kan
er geen negatief debiet optreden. Om dit wel mogelijk te maken wordt het debiet vermenigvuldigd met de wortel uit het
debiet in het kwadraat. Nu klopt de formule met de fysische werkelijkheid:
F
bw
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I
2
=
--> formule (33): rechtstreekse wrijvingskracht op de wand/bodem
F
sw
C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I
2

4
k
II
k
I
=
--> formule (34): rechtstreekse wrijvingskracht op het schip
In de bovenstaande formules is de cofficient van Chezy van gedeelte I (C
I
) de enige onbekende. Conform formule (8) kan
deze als volgt bepaald worden:
C
I
t ( ) 18 log
12 R
h_I
t ( )
k
I
|

\
|
|
.
=
--> formule (35): cofficient van Chezy gedeelte I
In deze formule dient de hydraulische straal van gedeelte I ingevuld te worden. Deze volgt uit formule (20), met invullen van
formule (4) en (5):
R
h_I
t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
=
--> formule (36): hydraulische straal gedeelte I
Bepalen verhang als gevolg van wrijving
Nu de rechtstreekse wrijvingskrachten op het schip en de kolkwand/bodem bekend zijn, kan het verhang worden
berekend dat optreedt als gevolg van de wrijving. Hiervoor wordt de impulsvergelijking toegepast tussen raai 2 en raai 3.
Deze impulsvergelijking is ook toegepast in bijlage 7 maar wordt hier herhaald om de bijlage zelfstandig leesbaar te
maken. De herhaalde onderdelen zijn cursief weergegeven. De impulsvergelijking bestaat uit de volgende onderdelen:
Hydrostatische kracht ter plaatse van raai 2 (met waterdiepte h
2
) -
Hydrostatische kracht ter plaatse van raai 3 (met waterdiepte h
3
) -
Hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 2 (met debiet Q
2
en stroomsnelheid v
2
) -
Hydrodynamische kracht ter plaatse van raai 3 (met debiet Q
3
en stroomsnelheid v
3
) -
Externe krachten: kracht door verhang en rechtstreekse wrijvingskrachten -
In figuur 3 zijn de uitgangspunten weergegeven.
Figuur 3: uitgangspunten impulsvergelijking [referentie 1]
7
De hydrostatische kracht er plaatse van raai 2 wordt als volgt berekend:
F
stat_2
1
2
g h
2
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s
=
--> formule (37): hydrostatische kracht er plaatse van raai 2
De hydrostatische kracht er plaatse van raai 3 wordt als volgt berekend:
F
stat_3
1
2
g h
3
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s
=
--> formule (38): hydrostatische kracht er plaatse van raai 3
De hydrodynamische kracht er plaatse van raai 2 wordt als volgt berekend:
F
dyn_2
Q
2
v
2
=
--> formule (39): hydrodynamische kracht er plaatse van raai 2
De hydrodynamische kracht er plaatse van raai 3 wordt als volgt berekend:
F
dyn_3
Q
3
v
3
=
--> formule (40): hydrodynamische kracht er plaatse van raai 3
De externe krachten worden als volgt berekend:
F
verhang
g d
s
b
s
l
s

h
2
h
3

l
s
=
--> formule (41): kracht als gevolg van verhang
F
recht_wr
F
bw
F
sw
+ =
--> formule (42): rechtstreekse wrijvingskrachten
Opmerking: in referentie [1] is voor de horizontale kracht door het verhang een onjuiste formule gegeven. De term b
s
wordt daar weggelaten. In het vervolg wordt in dat rapport wel gerekend met deze term. Het is aannamelijk dat dit een
typefout is.
De impulsvergelijking kan nu ingevuld worden. Uit continuteitsoverweging geldt dat de som van alle componenten gelijk is
aan nul:
F
stat_2
F
stat_3
F
dyn_2
+ F
dyn_3
F
verhang
F
bw
F
sw
0 =
Invullen van alle termen levert:
1
2
g h
2
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s

1
2
g h
3
2
b
k

1
2
g d
s
2
b
s

|

\
|
|
.
Q
2
v
2
+ Q
3
v
3

g d
s
b
s
l
s

h
2
h
3

l
s
F
bw
F
sw
+
( )
0 =
Deze vergelijking kan als volgt herschreven worden:
1
2
g b
k
h
2
2
h
3
2

|
\
|
.
g d
s
b
s
h
2
h
3

( )
Q
2
v
2
+ Q
3
v
3
F
bw
F
sw
0 =
Voor het bepalen van de kracht op het schip als gevolg van het verhang is het nodig om de vergelijking uit te drukken in
het waterstandsverschil over het schip h
2
- h
3.
In de vergelijking is echter de term h
2
2
- h
3
2
aanwezig. Om zeer complex
rekenwerk te vermijden wordt een uitdrukking gezocht die de term h
2
2
- h
3
2
benaderd maar die uitgedrukt is in h
2
- h
3
.
Hiervoor wordt h
3
geschreven als h
2
- h. De term h staat voor het waterstandsverschil tussen h
2
en h
3
.
h
2
2
h
3
2
h
2
2
h
2
h
( )
2
=
Na vereenvoudiging levert dit:
h
2
2
h
3
2
2 h
2
h h
2
=
Omdat het waterstandsverschil relatief klein zal zijn, is het kwadraat van het waterstandsverschil te verwaarlozen. Dit
levert:
h
2
2
h
3
2
2 h
2
h =
De term h kan worden beschreven door h
2
- h
3
. Dit levert:
8
h
2
2
h
3
2
2 h
2
h
2
h
3

( )
=
Hiermee is een uitdrukking verkregen die de term h
2
2
- h
3
2
benaderd maar die uitgedrukt is in h
2
- h
3
. Voor de termen
Q
2
v
2
en Q
3
v
3
kunnen de formules (26) t/m (29) gebruikt worden. De vergelijking wordt dan:
g h
2
h
3

( )
b
k
h
2
d
s
b
s

( )
Q t ( )
l
k
x
b

l
k

\
|
|
.

Q t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b

l
k

(
(

+
Q t ( )
l
k
x
b
l
s

l
k

Q t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

l
k
x
b
l
s

l
k

(
(

F
bw
F
sw
0 =
Voor het bepalen van de kracht op het schip als gevolg van het verhang is het nodig om de vergelijking uit te drukken in
het waterstandsverschil over het schip h
2
- h
3
:
h
2
h
3

Q t ( )
2

g h
2
b
k
d
s
b
s

( )
2

2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2

F
bw
t ( ) F
sw
t ( ) +
g h
2
b
k
b
s
d
s

( )

+ =
--> formule (43): waterstandsverschil over
het schip
De totale kracht op de romp van het schip wordt veroorzaakt door het waterstandsverschil en de rechtstreekse
wrijvingskracht F
sw
. Het waterstandsverschil wordt veroorzaakt door het verhang als gevolg van wrijving, en de
impulsafname in de lengterichting van de kolk. De totale kracht op de romp van het schip kan daarom als volgt
beschreven worden:
F
r
t ( ) g h
2
h
3

( )
d
s
b
s
F
sw
t ( ) + =
--> formule (44): totale kracht op de romp van het schip
Voor de term h
2
- h
3
kan formule (43) ingevuld worden:
F
r
t ( ) g
Q t ( )
2

g h
2
b
k
d
s
b
s

( )
2

2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2

F
bw
t ( ) F
sw
t ( ) +
g h
2
b
k
b
s
d
s

( )

(
(
(

d
s
b
s
F
sw
t ( ) + =
Herschrijven van deze formule leidt tot:
F
r
t ( )
Q t ( )
2
d
s
b
s

h
2
b
k
d
s
b
s

( )
2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
F
bw
t ( )
d
s
b
s

h
2
b
k
d
s
b
s

+ F
sw
t ( )
h
2
b
k

h
2
b
k
d
s
b
s

+ =
--> formule (45): totale kracht op de romp van het schip
In deze formule is de eerste term de kracht als gevolg van de impulsafname over de lengte van het schip. Deze kracht
wordt behandeld in bijlage 7 en wordt hier daarom weggelaten. De tweede en de derde term beschrijven de totaalkracht als
gevolg van wrijving. De totaalkracht als gevolg van wrijving kan daarom als volgt beschreven worden:
F
wr
t ( ) F
bw
t ( )
d
s
b
s

h
2
b
k
d
s
b
s

F
sw
t ( )
h
2
b
k

h
2
b
k
d
s
b
s

+ =
Hierin is h
2
onbekend. Omdat de waterstandsverschillen in de kolk erg klein zijn ten opzichte van de waterdiepte, kan h
2
benaderd worden door h
k
(t) - h
bod
. Dit levert:
F
wr
t ( ) F
bw
t ( )
d
s
b
s

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw
t ( )
h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ =
--> formule (46): totale kracht als
gevolg van wrijving
De rechtstreekse wrijvingskrachten F
bw
(t) en F
sw
(t) worden beschreven door de formules (33) en (34).
Formule (43) beschrijft de totale kracht als gevolg van wrijving in Newton. Het is gangbaar om de totale kracht uit te
drukken in een relatieve kracht als promille van het scheepsgewicht. De relatieve totaalkracht als gevolg van wrijving wordt
dan:
9
F
wr_rel
t ( )
F
wr
t ( )
m
s
g
1000 =
--> formule (47): relatieve totale kracht als gevolg van wrijving
De situatie langs de romp is bij het vul- en het ledigingsproces identiek, alleen is er bij het ledigingsproces sprake van
een negatief debiet. Voor het ledigingsproces moet het debiet daarom met -1 vermenigvuldigd worden.
Voorbeeld
De resultaten van de berekeningen kunnen weergegeven worden aan de hand van voorbeeldberekeningen. Voor deze
berekeningen wordt de referentiesluis gebruikt. De volgende parameters worden daarom voor de berekeningen gebruikt:
l
k
125m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
12.5m :=
--> breedte kolk [m]
h
bod
0m :=
--> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
h
bov
6.1m :=
--> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.6m :=
--> waterstand benedenpand [m +NAP]
x
b
2.0m :=
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
6.875m :=
--> breedte schuifopening [m]
v
h
4
mm
s
:=
--> hefsnelheid schuiven [m/s]
t
h
225s :=
--> heftijd schuiven [s]
0.60 :=
--> contractiecofficint [-]
l
s
110m :=
--> lengte van het schip [m]
b
s
11.4m :=
--> breedte van het schip [m]
d
s
3.5m :=
--> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 :=
--> blokcoefficient van het schip [-]
1000
kg
m
3
:=
--> dichtheid zoet water [kg/m
3
]
m
s
l
s
b
s
d
s
c
b
3.731 10
6
kg = :=
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
k
I
0.01m :=
--> ruwheid sluiswand/bodem [m]
k
II
0.002m :=
--> ruwheid schip [m]
In bijlage 3 is bepaald hoe de vul- en ledigingskarakteristiek bepaald kan worden. Dit wordt in deze bijlage niet herhaald.
Voor de voorbeeldberekeningen wordt uitgegaan van de volgende vul- en ledigingskarakteristiek:
10
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
Op basis van deze vul- en ledigingskarakteristiek wordt de totale wrijvingskracht berekend.
Voor het vulproces geldt:
C
3
0.9 :=
R
h_I_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_vul
t ( ) 18 log
12 R
h_I_vul
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
11
F
sw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_vul
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_vul
t ( )
2
:=
F
wr_vul
t ( ) F
bw_vul
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_vul_rel
t ( )
F
wr_vul
t ( )
m
s
g
1000 :=
De kracht kan nog gesplitst worden in twee delen: de rechtstreekse wrijvingskracht op het schip en de kracht als gevolg
van het verhang. Dit levert:
F
sw_vul_rel
t ( )
F
sw_vul
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> relatieve rechtstreekse wrijvingskracht op het schip
F
verh_vul_rel
t ( ) F
wr_vul_rel
t ( ) F
sw_vul_rel
t ( ) :=
--> relatieve verhangkracht op het schip als gevolg van wrijving
Voor het ledigingsproces geldt:
R
h_I_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_led
t ( ) 18 log
12 R
h_I_led
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_led
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_led
t ( )
2
:=
F
wr_led
t ( ) F
bw_led
t ( )
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_led_rel
t ( )
F
wr_led
t ( )
m
s
g
1000 :=
De kracht kan nog gesplitst worden in twee delen: de rechtstreekse wrijvingskracht op het schip en de kracht als gevolg
van het verhang. Dit levert:
12
F
sw_led_rel
t ( )
F
sw_led
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> relatieve rechtstreekse wrijvingskracht op het schip
F
verh_led_rel
t ( ) F
wr_led_rel
t ( ) F
sw_led_rel
t ( ) :=
--> relatieve verhangkracht op het schip als gevolg van wrijving
Weergegeven in een grafiek:
0 100 200 300 400
0
0.01
0.02
0.03
0.04
Totale kracht a.g.v. wrijving
Rechtstreekse wrijvingskracht
Kracht a.g.v. verhang
Wrijvingskracht - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Bovenstaande grafiek geeft een beeld dat fysisch gezien in de lijn der verwachting ligt.
Bij het vulproces is de kracht positief. In het begin van het vulproces neemt de wrijvingskracht eerst toe doordat het debiet
toeneemt. Na verloop van tijd neemt de kracht af doordat de kolkwaterstand stijgt. Het natte profiel wordt daardoor groter
waardoor de stroomsnelheid afneemt.
13
0 100 200 300 400
0.05
0.04
0.03
0.02
0.01
0
Totale kracht a.g.v. wrijving
Rechtstreekse wrijvingskracht
Kracht a.g.v. verhang
Wrijvingskracht - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Ook bovenstaande grafiek geeft een beeld dat fysisch gezien in de lijn der verwachting ligt.
Bij het ledigingsproces is de kracht negatief. De wrijvingskracht neemt steeds sneller toe, omdat enerzijds het debiet
toeneemt en anderzijds de kolkwaterstand daalt, waardoor het natte profiel kleiner wordt. Na het punt van maximum
debiet neemt de kracht nog steeds toe door de afname van de kolkwaterstand. Als de schuiven volledig geopend zijn
neemt het debiet plotseling een stuk sneller af. Daardoor neemt vanaf dat punt ook de wrijvingskracht af.
Volgens referentie [5] worden in LOCKFILL exact dezelfde formules gebruikt voor de berekening van de kracht op het
schip als gevolg van impulsafname. De resultaten van de eigen berekening zijn dus hetzelfde als in LOCKFILL.
14

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 77



Bijlage11 Rekensheet totaalkracht bij
deurschuiven zonder
breekbalken
Berekenen totaalkracht op schip bij deurschuiven zonder breekbalken
Inleiding
In deze bijlage wordt een berekeningsmethode gegeven voor het bepalen van de vul- en ledigingskarakteristiek en de
totaalkracht op het schip bij een vul- en ledigingssysteem met deurschuiven zonder breekbalken. De kracht bestaat uit
de volgende componenten:
Kracht op het schip als gevolg van translatiegolven 1.
Kracht op het schip als gevolg van impulsafname 2.
Kracht op het schip als gevolg van straalwerking 3.
Kracht op het schip als gevolg van wrijving 4.
Parameters
l
k
125m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
12.5m :=
--> breedte kolk [m]
x
b
2m :=
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
0.55 b
k
6.875 m = :=
--> totale breedte van de vulopeningen [m]
h
h
0.9m :=
--> hoogte van de vulopeningen [m]
A
h
b
h
h
h
6.188 m
2
= :=
--> oppervlak van de vulopeningen [m
2
]
v
h
4
mm
s
:=
--> hefsnelheid van de deurschuiven [m/s]
t
h
h
h
v
h
225 s = :=
--> openingstijd van de deurschuiven [m]
0.6 :=
--> afvoercoefficient deuropening [-]
l
s
110m :=
--> lengte van het schip [m]
b
s
11.4m :=
--> breedte van het schip [m]
d
s
3.5m :=
--> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 :=
--> blokcoefficient van het schip [-]
1000
kg
m
3
:=
--> dichtheid zoet water [kg/m
3
]
m
s
l
s
b
s
d
s
c
b
3.731 10
6
kg = :=
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
h
bov
6.1m :=
--> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.6m :=
---> waterstand benedenpand [m +NAP]
h
bod
0m :=
--> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
3deg :=
--> hoek van de hartlijn van de vulstraal met horizontaal []
30deg :=
--> hoek van de boeg met horizontaal []
C
1
0.9 :=
--> cofficient voor afstromend water [-]
C
3
0.9 :=
--> cofficient voor ontwikkeling grenslaag [-]
k
I
0.01m :=
--> ruwheid sluiswand/bodem [m]
1
k
II
0.002m := --> ruwheid schip [m]
Berekening
Bepalen van het oppervlak van de schuifopening in de tijd:
A
h
t ( ) min b
h
v
h
t b
h
v
h
t
h
,
( )
:= --> oppervlak schuifopening in de tijd
Berekenen vul- en ledigingskarakteristiek vulproces:
Q
v
t h
k_v
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
bov
h
k_v
0m ,
( )
:= --> debiet door de vulopeningen
Given
t
h
k_v
t ( )
d
d
Q
v
t s h
k_v
t ( ) m ,
( )
b
k
l
k

s
m
= --> stijgsnelheid kolkwaterstand
h
k_v
0 ( )
h
ben
m
= --> waterstand kolk op t = 0
t
end
1000 :=
h
k_v
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_v
t ( ) h
k_v
t
s
|

\
|
|
.
m := Q
v
t ( ) Q
v
t h
k_v
t ( ) ,
( )
:=
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
t
ev_geschat
300s := --> geschatte vultijd van de kolk [s]
t
ev
root Q
v
t
ev_geschat
( )
t
ev_geschat
,
( )
345.289 s = := --> werkelijke vultijd van de kolk [s]
Berekenen vul- en ledigingskarakteristiek ledigingsproces:
2
Q
l
t h
k_l
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
k_l
h
ben
0m ,
( )
:=
--> debiet door de ledigingsopeningen
Q
l
t h
k_l
,
( )
b
k
l
k

t
h
k_l
d
d
|

\
|
|
.
= --> debiet in de kolk
Given
t
h
k_l
t ( )
d
d
Q
l
t s h
k_l
t ( ) m ,
( )

b
k
l
k

s
m
= --> daalsnelheid kolkwaterstand
h
k_l
0 ( )
h
bov
m
=
h
k_l
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_l
t ( ) h
k_l
t
s
|

\
|
|
.
m := Q
l
t ( ) Q
l
t h
k_l
t ( ) ,
( )
:=
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
t
el_geschat
300s := --> geschatte ledigingstijd van de kolk [s]
t
el
root Q
l
t
el_geschat
( )
t
el_geschat
,
( )
345.289 s = := --> werkelijke ledigingstijd van de kolk [s]
Berekenen kracht als gevolg van translatiegolven:
Vulproces
t 0.1s :=
c
k
j ( ) g h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
:= --> golfsnelheid bij kolkdoorsnede zonder schip
c
s
j ( ) g
h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:= --> golfsnelheid bij kolkdoorsnede met schip
3
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai A en raai B
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai C en raai D
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai E en raai F
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
3.443 10
3
= :=
--> aantal rekenpunten [-]
j 0 1 , N
reken
.. :=
--> bereik van de rekenpunten [-]
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 1
naar fase 2
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 2
naar fase 3
start 0 :=
--> startwaarde waarop het programma moet zoeken naar de nulwaarde van een
functie [-]
j
1
root a start ( ) start , ( ) 3 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 1 naar fase 2 [-]
j
2
root b start ( ) start , ( ) 296 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 2 naar fase 3 [-]
Q
v
j ( ) Q
v
j t ( ) :=
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D l
0
j j
1
1 + j
2
.. e for
:=
4
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B u l
j
Q
A u r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c j ( ) c j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c j ( ) c j ( ) +
+
j j
2
1 + N
reken
.. e for
5
_ _
j
_ _
j N
bj
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) + c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai A vanaf rechts

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai A naar rechts

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> finkomende golfhoogte raai B vanaf links

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai B naar links

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai B vanf rechts

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai B naar rechts

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai C vanaf links
6

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai C naar links

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai C vanaf rechts

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai C naar rechts

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai E vanaf links

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai E naar links

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
v
t ( ) Q
v
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
7
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
h
A_r_v
t ( ) h
ben

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai A
h
B_l_v
t ( ) h
ben

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + := --> waterstand links van raai B
h
B_r_v
t ( ) h
ben

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai B
h
C_l_v
t ( ) h
ben

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + := --> waterstand links van raai C
h
C_r_v
t ( ) h
ben

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai C
h
D_l_v
t ( ) h
ben

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + := --> waterstand links raai E
h
s_v
t ( )
1
2
h
B_l_v
t ( ) h
B_r_v
t ( ) + h
C_l_v
t ( ) h
C_r_v
t ( )
( )
:= --> waterstandsverschil over schip bij vulproces
F
s_v_rel
t ( )
h
s_v
t ( )
l
s
c
b

:=
F
s_sm_v_rel
t ( ) 0.6 F
s_v_rel
t ( ) 0.3 F
s_v_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_v_rel
t 2 t ( ) + :=
--> relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces met
smoothing-effecten
F
p_v
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
v
t ( )
d
d

l
k
g h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:= --> gemiddelde kracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces


c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
--> dempingscofficint bij vulproces
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:= --> eigen-periode van de kolk
F
trans_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
p_v
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
--> relatieve langskracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces
Ledigingsproces
c
k
j ( ) g h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
:=
c
s
j ( ) g
h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
8
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
3.443 10
3
= :=
j 0 1 , N
reken
.. :=
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
start 0 :=
j
1
root a start ( ) start , ( ) 3 = :=
j
2
root b start ( ) start , ( ) 209 = :=
Het debiet wordt negatief uitgedrukt in het rekenpunt j:
Q
l
j ( ) Q
l
j t ( ) :=
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
j j
1
1 + j
2
.. e for
:=
9
j
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
j j
2
1 + N
reken
.. e for
10
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=
11

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
l
t ( ) Q
l
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
12
h
A_r_l
t ( ) h
bov

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + :=
h
B_l_l
t ( ) h
bov

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + :=
h
B_r_l
t ( ) h
bov

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + :=
h
C_l_l
t ( ) h
bov

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + :=
h
C_r_l
t ( ) h
bov

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
D_l_l
t ( ) h
bov

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
s_l
t ( )
1
2
h
B_l_l
t ( ) h
B_r_l
t ( ) + h
C_l_l
t ( ) h
C_r_l
t ( )
( )
:=
F
s_l_rel
t ( )
h
s_l
t ( )
l
s
c
b

:=
F
s_sm_l_rel
t ( ) 0.6 F
s_l_rel
t ( ) 0.3 F
s_l_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_l_rel
t 2 t ( ) + :=
F
p_l
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
l
t ( )
d
d

l
k
g h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
F
trans_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
p_l
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
Q
l
t ( ) Q
l
t ( ) :=
Berekening kracht als gevolg van impulsafname:
Vulproces
h
bov_opening
h
bod
2m + 2 m = :=
L
imp_gelijk
h
ben
h
bov_opening

2 tan 9.5deg + ( )
5.864 m = :=
x
b
2 m =
De afstand van de boeg tot de deur is kleiner dan de halve lengte van de neer. De hoek is klein, dus er wordt
aangenomen dat de impuls bij de boeg gelijk is aan de impuls bij de vulopeningen.
S
1
t ( ) Q
v
t ( )
l
k
x
b

l
k
2 g h
bov
h
k_v
t ( )
( )
:=
--> impuls ter plaatse van raai 1
13
F
imp_b_v
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
--> kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r_v
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:=
--> kracht op de romp van het schip als gevolg van
impulsafname
F
imp_v
t ( ) F
imp_b_v
t ( ) F
imp_r_v
t ( ) + :=
--> totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_v_rel
t ( )
F
imp_v
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Ledigingsproces
F
imp_h_l
t ( )
d
s
b
s

Q
l
t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
l
t ( )
2

l
k
x
b
l
s

( )
2
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
l
k
2

+ :=
--> kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij het hek
F
imp_r_l
t ( )
Q
l
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:=
--> kracht op de romp van het schip als gevolg van
impulsafname
F
imp_l
t ( ) F
imp_h_l
t ( ) F
imp_r_l
t ( ) + :=
--> totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_l_rel
t ( )
F
imp_l
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Berekening kracht als gevolg van vulstraal:
z
h
t ( ) min v
h
t h
h
,
( )
:=
--> openingshoogte in de tijd
z
bov_straal
t ( ) h
bov_opening
h
h
z
h
t ( ) + :=
--> bovenkant beginstraal zonder breekbalken
z
ond_straal
t ( ) h
bov_opening
h
h
:=
--> onderkant beginstraal zonder breekbalken
z
1
x t , ( ) h
bov_opening
h
h
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
12
tan ( ) +
|

\
|
|
.
+ :=
--> niveau bovenkant eerste gedeelte van de straal
z
2
x t , ( ) h
bov_opening
h
h

1
2
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
8
tan ( ) +
|

\
|
|
.
+ :=
--> niveau bovenkant tweede gedeelte van de
straal
z
bov
t ( ) min max z
1
x
b
t ,
( )
z
2
x
b
t ,
( )
,
( )
h
k_v
t ( ) ,
( )
:=
--> niveau bovenkant van de straal
z
3
x ( ) h
bov_opening
h
h
x
1
12
tan ( ) +
|

\
|
|
.
:=
--> niveau onderkant eerste gedeelte van de
straal
z
4
x t , ( ) h
bov_opening
h
h

1
2
min v
h
t h
h
,
( )
+ x
1
8
tan ( ) +
|

\
|
|
.
:=
--> niveau onderkant tweede gedeelte van de
straal
14
z
ond
t ( ) max min z
3
x
b
( )
z
4
x
b
t ,
( )
,
( )
h
bod
,
( )
:=
--> niveau onderkant van de straal
A
str_1
t ( ) z
bov
t ( ) z
ond
t ( )
( )
b
k
:=
--> oppervlak straal ter plaatse van de boeg
A
str_boeg
t ( ) max z
bov
t ( ) max h
k_v
t ( ) d
s
z
ond
t ( ) ,
( )

( )
0 ,

b
s
:=
--> oppervlak straal tegen de boeg
C
2
t ( )
A
str_boeg
t ( )
A
str_1
t ( )
:=
--> cofficint C
2
in de tijd
F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( ) S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

:=
--> kracht op het schip als gevolg van straalwerking
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van straalwerking
Berekening kracht als gevolg van wrijving:
Vulproces
R
h_I_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_vul
t ( ) 18 log
12 R
h_I_vul
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_vul
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_vul
t ( )
2
:=
F
wr_vul
t ( ) F
bw_vul
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_vul_rel
t ( )
F
wr_vul
t ( )
m
s
g
1000 :=
Ledigingsproces
15
R
h_I_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_led
t ( ) 18 log
12 R
h_I_led
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_led
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_led
t ( )
2
:=
F
wr_led
t ( ) F
bw_led
t ( )
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_led_rel
t ( )
F
wr_led
t ( )
m
s
g
1000 :=
Berekening totaalkracht vulproces:
F
tot_vul_rel
t ( ) F
trans_v_rel
t ( ) F
imp_v_rel
t ( ) + F
str_rel
t ( ) + F
wr_vul_rel
t ( ) + :=
Berekening totaalkracht ledigingsproces:
F
tot_led_rel
t ( ) F
trans_l_rel
t ( ) F
imp_l_rel
t ( ) + F
wr_led_rel
t ( ) + :=
16
0 100 200 300
3
2
1
0
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
0 100 200 300
0.4
0.2
0
0.2
0.4
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
17

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
78

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Bijlage12 Rekensheet totaalkracht bij
deurschuiven met
breekbalken
Berekenen totaalkracht op schip bij deurschuiven met breekbalken
Inleiding
In deze bijlage wordt een berekeningsmethode gegeven voor het bepalen van de vul- en ledigingskarakteristiek en de
totaalkracht op het schip bij een vul- en ledigingssysteem met deurschuiven met breekbalken. De kracht bestaat uit de
volgende componenten:
Kracht op het schip als gevolg van translatiegolven 1.
Kracht op het schip als gevolg van impulsafname 2.
Kracht op het schip als gevolg van straalwerking 3.
Kracht op het schip als gevolg van wrijving 4.
Parameters
l
k
125m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
12.5m :=
--> breedte kolk [m]
x
b
2m :=
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
0.55 b
k
6.875 m = :=
--> totale breedte van de vulopeningen [m]
h
h
0.9m :=
--> hoogte van de vulopeningen [m]
A
h
b
h
h
h
6.188 m
2
= :=
--> oppervlak van de vulopeningen [m
2
]
v
h
4
mm
s
:=
--> hefsnelheid van de deurschuiven [m/s]
t
h
h
h
v
h
225 s = :=
--> openingstijd van de deurschuiven [m]
0.6 :=
--> afvoercoefficient deuropening [-]
l
s
110m :=
--> lengte van het schip [m]
b
s
11.4m :=
--> breedte van het schip [m]
d
s
3.5m :=
--> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 :=
--> blokcoefficient van het schip [-]
1000
kg
m
3
:=
--> dichtheid zoet water [kg/m
3
]
m
s
l
s
b
s
d
s
c
b
3.731 10
6
kg = :=
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
h
bov
6.1m :=
--> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.6m :=
---> waterstand benedenpand [m +NAP]
h
bod
0m :=
--> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
3deg :=
--> hoek van de hartlijn van de vulstraal met horizontaal []
30deg :=
--> hoek van de boeg met horizontaal []
C
1
0.9 :=
--> cofficient voor afstromend water [-]
C
3
0.9 :=
--> cofficient voor ontwikkeling grenslaag [-]
k
I
0.01m :=
--> ruwheid sluiswand/bodem [m]
1
k
II
0.002m := --> ruwheid schip [m]
Berekening
Bepalen van het oppervlak van de schuifopening in de tijd:
A
h
t ( ) min b
h
v
h
t b
h
v
h
t
h
,
( )
:= --> oppervlak schuifopening in de tijd
Berekenen vul- en ledigingskarakteristiek vulproces:
Q
v
t h
k_v
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
bov
h
k_v
0m ,
( )
:= --> debiet door de vulopeningen
Given
t
h
k_v
t ( )
d
d
Q
v
t s h
k_v
t ( ) m ,
( )
b
k
l
k

s
m
= --> stijgsnelheid kolkwaterstand
h
k_v
0 ( )
h
ben
m
= --> waterstand kolk op t = 0
t
end
1000 :=
h
k_v
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_v
t ( ) h
k_v
t
s
|

\
|
|
.
m := Q
v
t ( ) Q
v
t h
k_v
t ( ) ,
( )
:=
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
t
ev_geschat
300s := --> geschatte vultijd van de kolk [s]
t
ev
root Q
v
t
ev_geschat
( )
t
ev_geschat
,
( )
345.289 s = := --> werkelijke vultijd van de kolk [s]
Berekenen vul- en ledigingskarakteristiek ledigingsproces:
2
Q
l
t h
k_l
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
k_l
h
ben
0m ,
( )
:=
--> debiet door de ledigingsopeningen
Q
l
t h
k_l
,
( )
b
k
l
k

t
h
k_l
d
d
|

\
|
|
.
= --> debiet in de kolk
Given
t
h
k_l
t ( )
d
d
Q
l
t s h
k_l
t ( ) m ,
( )

b
k
l
k

s
m
= --> daalsnelheid kolkwaterstand
h
k_l
0 ( )
h
bov
m
=
h
k_l
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_l
t ( ) h
k_l
t
s
|

\
|
|
.
m := Q
l
t ( ) Q
l
t h
k_l
t ( ) ,
( )
:=
0 100 200 300 400
5
5.5
6
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
t
el_geschat
300s := --> geschatte ledigingstijd van de kolk [s]
t
el
root Q
l
t
el_geschat
( )
t
el_geschat
,
( )
345.289 s = := --> werkelijke ledigingstijd van de kolk [s]
Berekenen kracht als gevolg van translatiegolven:
Vulproces
t 0.1s :=
c
k
j ( ) g h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
:= --> golfsnelheid bij kolkdoorsnede zonder schip
c
s
j ( ) g
h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:= --> golfsnelheid bij kolkdoorsnede met schip
3
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai A en raai B
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai C en raai D
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai E en raai F
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
3.443 10
3
= :=
--> aantal rekenpunten [-]
j 0 1 , N
reken
.. :=
--> bereik van de rekenpunten [-]
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 1
naar fase 2
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 2
naar fase 3
start 0 :=
--> startwaarde waarop het programma moet zoeken naar de nulwaarde van een
functie [-]
j
1
root a start ( ) start , ( ) 3 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 1 naar fase 2 [-]
j
2
root b start ( ) start , ( ) 296 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 2 naar fase 3 [-]
Q
v
j ( ) Q
v
j t ( ) :=
4
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
j j
1
1 + j
2
.. e for
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

j j
2
1 + N
reken
.. e for
:=
5
hj
Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
6
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai A vanaf rechts

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai A naar rechts

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> finkomende golfhoogte raai B vanaf links

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai B naar links

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai B vanf rechts

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai B naar rechts

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai C vanaf links

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai C naar links

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai C vanaf rechts

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai C naar rechts

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai E vanaf links

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai E naar links

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
7

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
v
t ( ) Q
v
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
h
A_r_v
t ( ) h
ben

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai A
h
B_l_v
t ( ) h
ben

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + := --> waterstand links van raai B
h
B_r_v
t ( ) h
ben

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai B
h
C_l_v
t ( ) h
ben

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + := --> waterstand links van raai C
h
C_r_v
t ( ) h
ben

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai C
h
D_l_v
t ( ) h
ben

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + := --> waterstand links raai E
h
s_v
t ( )
1
2
h
B_l_v
t ( ) h
B_r_v
t ( ) + h
C_l_v
t ( ) h
C_r_v
t ( )
( )
:= --> waterstandsverschil over schip bij vulproces
F
s_v_rel
t ( )
h
s_v
t ( )
l
s
c
b

:=
F
s_sm_v_rel
t ( ) 0.6 F
s_v_rel
t ( ) 0.3 F
s_v_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_v_rel
t 2 t ( ) + :=
--> relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces met
smoothing-effecten
8
F
p_v
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
v
t ( )
d
d

l
k
g h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:= --> gemiddelde kracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces


c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
--> dempingscofficint bij vulproces
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:= --> eigen-periode van de kolk
F
trans_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
p_v
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
--> relatieve langskracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces
Ledigingsproces
c
k
j ( ) g h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
:=
c
s
j ( ) g
h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
3.443 10
3
= :=
j 0 1 , N
reken
.. :=
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
start 0 :=
j
1
root a start ( ) start , ( ) 3 = :=
j
2
root b start ( ) start , ( ) 209 = :=
Het debiet wordt negatief uitgedrukt in het rekenpunt j:
Q
l
j ( ) Q
l
j t ( ) :=
9
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
j j
1
1 + j
2
.. e for
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

j j
2
1 + N
reken
.. e for
:=
10
hj
Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
11
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
12

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
l
t ( ) Q
l
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
h
A_r_l
t ( ) h
bov

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + :=
h
B_l_l
t ( ) h
bov

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + :=
h
B_r_l
t ( ) h
bov

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + :=
h
C_l_l
t ( ) h
bov

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + :=
h
C_r_l
t ( ) h
bov

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
D_l_l
t ( ) h
bov

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
s_l
t ( )
1
2
h
B_l_l
t ( ) h
B_r_l
t ( ) + h
C_l_l
t ( ) h
C_r_l
t ( )
( )
:=
F
s_l_rel
t ( )
h
s_l
t ( )
l
s
c
b

:=
F
s_sm_l_rel
t ( ) 0.6 F
s_l_rel
t ( ) 0.3 F
s_l_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_l_rel
t 2 t ( ) + :=
13
F
p_l
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
l
t ( )
d
d

l
k
g h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
F
trans_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
p_l
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
Q
l
t ( ) Q
l
t ( ) :=
Berekening kracht als gevolg van impulsafname:
Vulproces
Er wordt een schatting gegeven van het niveau van de bovenkant en de onderkant van de straal na de breekbalken:
h
bov_straal
3m :=
h
ond_straal
1m :=
Nu kan de impuls ter plaatse van de boeg bepaald worden:
z
bov
t ( ) min h
bov_straal
1
6
x
b
+ h
k_v
t ( ) ,
|

\
|
|
.
:=
z
ond
max h
ond_straal
1
6
x
b
h
bod
,
|

\
|
|
.
:=
A
str_1
t ( ) b
k
z
bov
t ( ) z
ond

( )
:=
C
4
1.2 :=
S
1
t ( ) C
4
2

l
k
x
b

( )
2
Q
v
t ( )
2

l
k
2
A
str_1
t ( )
:=
F
imp_b_v
t ( )
d
s
b
s
S
1
t ( ) cos ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
--> kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r_v
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:= --> kracht op de romp van het schip als gevolg van
impulsafname
F
imp_v
t ( ) F
imp_b_v
t ( ) F
imp_r_v
t ( ) + := --> totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_v_rel
t ( )
F
imp_v
t ( )
m
s
g
1000 := --> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Ledigingsproces
14
F
imp_h_l
t ( )
d
s
b
s

Q
l
t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
l
t ( )
2

l
k
x
b
l
s

( )
2
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
l
k
2

+ :=
--> kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij het hek
F
imp_r_l
t ( )
Q
l
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:= --> kracht op de romp van het schip als gevolg van
impulsafname
F
imp_l
t ( ) F
imp_h_l
t ( ) F
imp_r_l
t ( ) + := --> totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_l_rel
t ( )
F
imp_l
t ( )
m
s
g
1000 := --> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Berekening kracht als gevolg van vulstraal:
De cofficint C
2
moet geschat worden. De bovenkant en de onderkant van de straal ter plaatse van de boeg zijn al bepaald
bij de impulsafname. C
2
kan nu als volgt bepaald worden:
A
str_boeg
t ( ) max z
bov
t ( ) max h
k_v
t ( ) d
s
z
ond
,
( )

( )
0 ,

b
s
:= --> oppervlak straal tegen de boeg
C
2
t ( )
A
str_boeg
t ( )
A
str_1
t ( )
:= --> cofficint C
2
in de tijd
F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( ) S
1
t ( ) sin + ( ) sin ( ) ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

:=
--> kracht op het schip als gevolg van straalwerking
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 := --> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van straalwerking
Berekening kracht als gevolg van wrijving:
Vulproces
R
h_I_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_vul
t ( ) 18 log
12 R
h_I_vul
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_vul
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
15
F
bw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_vul
t ( )
2
:=
F
wr_vul
t ( ) F
bw_vul
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_vul_rel
t ( )
F
wr_vul
t ( )
m
s
g
1000 :=
Ledigingsproces
R
h_I_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_led
t ( ) 18 log
12 R
h_I_led
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_led
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_led
t ( )
2
:=
F
wr_led
t ( ) F
bw_led
t ( )
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_led_rel
t ( )
F
wr_led
t ( )
m
s
g
1000 :=
Berekening totaalkracht vulproces:
F
tot_vul_rel
t ( ) F
trans_v_rel
t ( ) F
imp_v_rel
t ( ) + F
str_rel
t ( ) + F
wr_vul_rel
t ( ) + :=
Berekening totaalkracht ledigingsproces:
F
tot_led_rel
t ( ) F
trans_l_rel
t ( ) F
imp_l_rel
t ( ) + F
wr_led_rel
t ( ) + :=
16
0 100 200 300
0.4
0.2
0
0.2
0.4
0.6
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
0 100 200 300
0.4
0.2
0
0.2
0.4
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
17

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 79



Bijlage13 Rekensheet totaalkracht bij
heffen hefdeur
Berekenen totaalkracht op schip bij heffen hefdeur
Inleiding
In deze bijlage wordt een berekeningsmethode gegeven voor het bepalen van de vul- en ledigingskarakteristiek en de
totaalkracht op het schip bij een vul- en ledigingssysteem het heffen van de hefdeur. De kracht bestaat uit de volgende
componenten:
Kracht op het schip als gevolg van translatiegolven 1.
Kracht op het schip als gevolg van impulsafname 2.
Kracht op het schip als gevolg van straalwerking 3.
Kracht op het schip als gevolg van wrijving 4.
Parameters
l
k
125m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
12.5m :=
--> breedte kolk [m]
x
b
2m :=
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
b
h
b
k
:=
--> totale breedte van de vulopeningen [m]
v
h
4
mm
s
:=
--> hefsnelheid van de deurschuiven [m/s]
t
h
40s :=
--> openingstijd van de deurschuiven [m]
0.9 :=
--> afvoercoefficient deuropening [-]
l
s
110m :=
--> lengte van het schip [m]
b
s
11.4m :=
--> breedte van het schip [m]
d
s
3.5m :=
--> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 :=
--> blokcoefficient van het schip [-]
1000
kg
m
3
:=
--> dichtheid zoet water [kg/m
3
]
m
s
l
s
b
s
d
s
c
b
3.731 10
6
kg = :=
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
h
bov
6.1m :=
--> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.6m :=
---> waterstand benedenpand [m +NAP]
h
bod
0m :=
--> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
30deg :=
--> hoek van de boeg met horizontaal []
C
1
1 :=
--> cofficient voor afstromend water [-]
C
3
0.9 :=
--> cofficient voor ontwikkeling grenslaag [-]
k
I
0.01m :=
--> ruwheid sluiswand/bodem [m]
k
II
0.002m :=
--> ruwheid schip [m]
Berekening
Bepalen van het oppervlak van de schuifopening in de tijd:
1
A
h
t ( ) min b
h
v
h
t b
h
v
h
t
h
,
( )
:=
--> oppervlak schuifopening in de tijd
Berekenen vul- en ledigingskarakteristiek vulproces:
Q
v
t h
k_v
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
bov
h
k_v
0m ,
( )
:=
--> debiet door de vulopeningen
Given
t
h
k_v
t ( )
d
d
Q
v
t s h
k_v
t ( ) m ,
( )
b
k
l
k

s
m
=
--> stijgsnelheid kolkwaterstand
h
k_v
0 ( )
h
ben
m
=
--> waterstand kolk op t = 0
t
end
1000 :=
h
k_v
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_v
t ( ) h
k_v
t
s
|

\
|
|
.
m := Q
v
t ( ) Q
v
t h
k_v
t ( ) ,
( )
:=
0 200 400
5
5.5
6
0
2
4
6
8
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
t
ev_geschat
250s :=
--> geschatte vultijd van de kolk [s]
t
ev
root Q
v
t
ev_geschat
( )
t
ev_geschat
,
( )
500.129 s = :=
--> werkelijke vultijd van de kolk [s]
Berekenen vul- en ledigingskarakteristiek ledigingsproces:
Q
l
t h
k_l
,
( )
A
h
t ( ) 2 g max h
k_l
h
ben
0m ,
( )
:=
--> debiet door de ledigingsopeningen
Q
l
t h
k_l
,
( )
b
k
l
k

t
h
k_l
d
d
|

\
|
|
.
=
--> debiet in de kolk
2
Given
t
h
k_l
t ( )
d
d
Q
l
t s h
k_l
t ( ) m ,
( )

b
k
l
k

s
m
=
--> daalsnelheid kolkwaterstand
h
k_l
0 ( )
h
bov
m
=
h
k_l
Odesolve t t
end
,
( )
:=
h
k_l
t ( ) h
k_l
t
s
|

\
|
|
.
m := Q
l
t ( ) Q
l
t h
k_l
t ( ) ,
( )
:=
0 200 400
5
5.5
6
0
2
4
6
8
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+
N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
t
el_geschat
250s :=
--> geschatte ledigingstijd van de kolk [s]
t
el
root Q
l
t
el_geschat
( )
t
el_geschat
,
( )
500.129 s = :=
--> werkelijke ledigingstijd van de kolk [s]
Berekenen kracht als gevolg van translatiegolven:
Vulproces
t 0.1s :=
c
k
j ( ) g h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
:=
--> golfsnelheid bij kolkdoorsnede zonder schip
c
s
j ( ) g
h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
--> golfsnelheid bij kolkdoorsnede met schip
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai A en raai B
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai C en raai D
3
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai E en raai F
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
4.991 10
3
= :=
--> aantal rekenpunten [-]
j 0 1 , N
reken
.. :=
--> bereik van de rekenpunten [-]
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 1
naar fase 2
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 2
naar fase 3
start 0 :=
--> startwaarde waarop het programma moet zoeken naar de nulwaarde van een
functie [-]
j
1
root a start ( ) start , ( ) 3 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 1 naar fase 2 [-]
j
2
root b start ( ) start , ( ) 292 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 2 naar fase 3 [-]
Q
v
j ( ) Q
v
j t ( ) :=
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
j j
1
1 + j
2
.. e for
:=
4
j
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
j j
2
1 + N
reken
.. e for
5
j
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai A vanaf rechts

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai A naar rechts

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> finkomende golfhoogte raai B vanaf links

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai B naar links

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai B vanf rechts

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai B naar rechts

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai C vanaf links

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai C naar links

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai C vanaf rechts
6

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai C naar rechts

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> inkomende golfhoogte raai E vanaf links

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=
--> uitgaande golfhoogte raai E naar links

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
v
t ( ) Q
v
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
h
A_r_v
t ( ) h
ben

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + :=
--> waterstand rechts van raai A
h
B_l_v
t ( ) h
ben

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + :=
--> waterstand links van raai B
7
h
B_r_v
t ( ) h
ben

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai B
h
C_l_v
t ( ) h
ben

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + := --> waterstand links van raai C
h
C_r_v
t ( ) h
ben

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai C
h
D_l_v
t ( ) h
ben

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + := --> waterstand links raai E
h
s_v
t ( )
1
2
h
B_l_v
t ( ) h
B_r_v
t ( ) + h
C_l_v
t ( ) h
C_r_v
t ( )
( )
:= --> waterstandsverschil over schip bij vulproces
F
s_v_rel
t ( )
h
s_v
t ( )
l
s
c
b

:=
F
s_sm_v_rel
t ( ) 0.6 F
s_v_rel
t ( ) 0.3 F
s_v_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_v_rel
t 2 t ( ) + :=
--> relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces met
smoothing-effecten
F
p_v
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
v
t ( )
d
d

l
k
g h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:= --> gemiddelde kracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces


c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
--> dempingscofficint bij vulproces
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:= --> eigen-periode van de kolk
F
trans_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
p_v
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
--> relatieve langskracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces
Ledigingsproces
c
k
j ( ) g h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
:=
c
s
j ( ) g
h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
reken
round
t
ev
1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
4.991 10
3
= :=
j 0 1 , N
reken
.. :=
8
a j ( ) j N
bj
j ( ) :=
b j ( ) j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )
:=
start 0 :=
j
1
root a start ( ) start , ( ) 3 = :=
j
2
root b start ( ) start , ( ) 210 = :=
Het debiet wordt negatief uitgedrukt in het rekenpunt j:
Q
l
j ( ) Q
l
j t ( ) :=
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

2 Q j ( )
j j
1
1 + j
2
.. e for
:=
9
Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
j j
2
1 + N
reken
.. e for
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
10
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=
11

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
l
t ( ) Q
l
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
h
A_r_l
t ( ) h
bov

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + :=
h
B_l_l
t ( ) h
bov

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + :=
h
B_r_l
t ( ) h
bov

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + :=
h
C_l_l
t ( ) h
bov

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + :=
12
h
C_r_l
t ( ) h
bov

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
D_l_l
t ( ) h
bov

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
s_l
t ( )
1
2
h
B_l_l
t ( ) h
B_r_l
t ( ) + h
C_l_l
t ( ) h
C_r_l
t ( )
( )
:=
F
s_l_rel
t ( )
h
s_l
t ( )
l
s
c
b

:=
F
s_sm_l_rel
t ( ) 0.6 F
s_l_rel
t ( ) 0.3 F
s_l_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_l_rel
t 2 t ( ) + :=
F
p_l
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
. t
Q
l
t ( )
d
d

l
k
g h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
F
trans_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
p_l
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
Q
l
t ( ) Q
l
t ( ) :=
Berekening kracht als gevolg van impulsafname:
Vulproces
F
imp_b_v
t ( )
d
s
b
s

Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
--> kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r_v
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:=
--> kracht op de romp van het schip als gevolg van
impulsafname
F
imp_v
t ( ) F
imp_b_v
t ( ) F
imp_r_v
t ( ) + :=
--> totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_v_rel
t ( )
F
imp_v
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Ledigingsproces
F
imp_h_l
t ( )
d
s
b
s

Q
l
t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
l
t ( )
2

l
k
x
b
l
s

( )
2
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
l
k
2

+ :=
13
--> kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij het hek
F
imp_r_l
t ( )
Q
l
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:= --> kracht op de romp van het schip als gevolg van
impulsafname
F
imp_l
t ( ) F
imp_h_l
t ( ) F
imp_r_l
t ( ) + := --> totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_l_rel
t ( )
F
imp_l
t ( )
m
s
g
1000 := --> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Berekening kracht als gevolg van vulstraal:
C
2
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) b
k

:=
F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( )
Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

sin ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

:=
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 :=
Berekening kracht als gevolg van wrijving:
Vulproces
R
h_I_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_vul
t ( ) 18 log
12 R
h_I_vul
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_vul
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_vul
t ( )
2
:=
F
wr_vul
t ( ) F
bw_vul
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_vul_rel
t ( )
F
wr_vul
t ( )
m
s
g
1000 :=
14
Ledigingsproces
R
h_I_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_led
t ( ) 18 log
12 R
h_I_led
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_led
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_led
t ( )
2
:=
F
wr_led
t ( ) F
bw_led
t ( )
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_led_rel
t ( )
F
wr_led
t ( )
m
s
g
1000 :=
Berekening totaalkracht vulproces:
F
tot_vul_rel
t ( ) F
trans_v_rel
t ( ) F
imp_v_rel
t ( ) + F
str_rel
t ( ) + F
wr_vul_rel
t ( ) + :=
Berekening totaalkracht ledigingsproces:
F
tot_led_rel
t ( ) F
trans_l_rel
t ( ) F
imp_l_rel
t ( ) + F
wr_led_rel
t ( ) + :=
15
0 200 400
1
0
1
2
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
0 200 400
1
0.5
0
0.5
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
16

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
80

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Bijlage14 Rekensheet totaalkracht bij
omloopriolen
Berekenen totaalkracht op schip bij korte omloopriolen
Inleiding
In deze bijlage wordt een berekeningsmethode gegeven voor het bepalen van de vul- en ledigingskarakteristiek en de
totaalkracht op het schip bij een vul- en ledigingssysteem met korte omloopriolen. De kracht bestaat uit de volgende
componenten:
Kracht op het schip als gevolg van translatiegolven 1.
Kracht op het schip als gevolg van impulsafname 2.
Kracht op het schip als gevolg van straalwerking 3.
Kracht op het schip als gevolg van wrijving 4.
Parameters
l
k
125m :=
--> lengte kolk [m]
b
k
12.5m :=
--> breedte kolk [m]
x
b
2m :=
--> afstand van de deur tot de stopstreep [m]
k
riool
0.01m :=
--> Nikuradse-ruwheid van het riooloppervlak [m]
b
riool
2m :=
--> breedte n riool [m]
h
riool
1.8m :=
--> hoogte n riool [m]
l
r
10m :=
--> lengte n riool [m]
A
h_max
b
riool
h
riool
3.6m
2
= :=
--> doorsnede n riool [m
2
]
N 2 :=
--> aantal riolen [-]
v
h
5
mm
s
:=
--> hefsnelheid van de schuiven [m/s]
t
h
h
riool
v
h
360 s = :=
--> heftijd van de schuiven [m]
l
s
110m :=
--> lengte van het schip [m]
b
s
11.4m :=
--> breedte van het schip [m]
d
s
3.5m :=
--> diepgang van het schip [m]
c
b
0.85 :=
--> blokcoefficient van het schip [-]
1000
kg
m
3
:=
--> dichtheid zoet water [kg/m
3
]
m
s
l
s
b
s
d
s
c
b
3.731 10
6
kg = :=
--> massa scheepsverplaatsing van het schip [kg]
h
bov
6.1m :=
--> waterstand bovenpand [m +NAP]
h
ben
4.6m :=
---> waterstand benedenpand [m +NAP]
h
bod
0m :=
--> hoogte bovenkant sluisbodem [m +NAP]
30deg :=
--> hoek van de boeg met horizontaal []
C
1
1 :=
--> cofficient voor afstromend water [-]
C
3
0.9 :=
--> cofficient voor ontwikkeling grenslaag [-]
k
I
0.01m :=
--> ruwheid sluiswand/bodem [m]
1
k
II
0.002m :=
--> ruwheid schip [m]
Berekening
Bepalen van het oppervlak van de schuifopening in de tijd:
A
h
t ( ) min b
riool
v
h
t b
riool
v
h
t
h
,
( )
:=
--> oppervlak schuifopening in de tijd
Bepalen energieverliezen:

constant
2 :=
--> constante verliescofficint

schuif
t ( ) 10000
A
h
t ( )
A
h_max
0 = if
0.04
A
h
t ( )
A
h_max
|

\
|
|
.
2
10
1.56
0
A
h
t ( )
A
h_max
< 0.2 s if
10
2.2 3.2
A
h
t ( )
A
h_max
|

\
|
|
|
.

0.2
A
h
t ( )
A
h_max
< 1.0 s if
0.1
A
h
t ( )
A
h_max
1.0 > if
:=
--> verliescofficint schuif in de tijd

tot
t ( )
constant

schuif
t ( ) + :=
--> totale verliescofficint in de tijd
Bepalen vul- en ledigingskarakteristiek:
t 0.05s :=
N
reken
1000s
t
:=

tot
j ( )
tot
j t ( ) :=
2
V h
bov
h
bov
m

h
ben
h
ben
m

l
r
l
r
m

A
k
l
k
b
k

m
2

f
b
1
4
t
s
A
k

A
h_max
A
h_max
m
2

g 9.81
gdatl
l
r
g A
h_max

t
s

tga2
1
2 g A
h_max
2

h
k
0
h
ben

Q
riool1
0
0
Q
riool2
0
0
Q
riool1
j
h
bov
h
k
j 1
Q
riool1
j 1
gdatl f
b
+
( )

tot
j ( ) Q
riool1
j 1
|
\
|
.
2
tga2 gdatl + f
b
+

Q
riool2
j
h
bov
h
k
j 1
Q
riool2
j 1
gdatl f
b
+
( )

tot
j ( ) Q
riool2
j 1
|
\
|
.
2
tga2 gdatl + f
b
+

Q
j
Q
riool1
j
Q
riool2
j
+
h
k
j
h
k
j 1
Q
j
t
s

A
k
+
V augment Q h
k
,
( )

j 1 N
reken
.. e for
:=
h
k_v
j ( ) V
1
( )
( )
j
m :=
h
k_v
t ( ) h
k_v
t
t
|

\
|
|
.
:=
3
Q
v
j ( ) V
0
( )
( )
j
m
3
s
:=
Q
v
t ( ) Q
v
t
t
|

\
|
|
.
:=
Weergegeven in een grafiek:
0 200 400 600
5
5.5
6
6.5
0
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
dQvd t ( )
Q
v
t ( ) Q
v
t t ( )
t
:= --> formule (9): afgeleide van het vuldebiet in de tijd
dhkvd t ( )
h
k_v
t ( ) h
k_v
t t ( )
t
:= --> formule (10): afgeleide van de kolkwaterstand bij vulproces in de tijd
Op dezelfde wijze voor het ledigingsproces:
4
V h
bov
h
bov
m

h
ben
h
ben
m

l
r
l
r
m

A
k
l
k
b
k

m
2

f
b
1
4
t
s
A
k

A
h_max
A
h_max
m
2

g 9.81
gdatl
l
r
g A
h_max

t
s

tga2
1
2 g A
h_max
2

h
k
0
h
bov

Q
riool1
0
0
Q
riool2
0
0
Q
riool1
j
h
k
j 1
h
ben
Q
riool1
j 1
gdatl f
b
+
( )

tot
j ( ) Q
riool1
j 1
|
\
|
.
2
tga2 gdatl + f
b
+

Q
riool2
j
h
k
j 1
h
ben
Q
riool2
j 1
gdatl f
b
+
( )

tot
j ( ) Q
riool2
j 1
|
\
|
.
2
tga2 gdatl + f
b
+

Q
j
Q
riool1
j
Q
riool2
j
+
h
k
j
h
k
j 1
Q
j
t
s

A
k

V augment Q h
k
,
( )

j 1 N
reken
.. e for
:=
h
k_l
j ( ) V
1
( )
( )
j
m :=
h
k_l
t ( ) h
k_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
l
j ( ) V
0
( )
( )
j
m
3
s
:=
5
Q
l
t ( ) Q
l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Weergegeven in een grafiek:
0 200 400 600
4.5
5
5.5
6
5
0
5
10
15
Kolkwaterstand [m]
Debiet
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
dQld t ( )
Q
l
t ( ) Q
l
t t ( )
t
:= --> formule (11): afgeleide van het ledigingsdebiet in de tijd
dhkld t ( )
h
k_l
t ( ) h
k_l
t t ( )
t
:= --> formule (12): afgeleide van de kolkwaterstand bij ledigingsproces in de tijd
Berekenen kracht als gevolg van translatiegolven:
Vulproces
c
k
j ( ) g h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
:= --> golfsnelheid bij kolkdoorsnede zonder schip
c
s
j ( ) g
h
k_v
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:= --> golfsnelheid bij kolkdoorsnede met schip
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:= --> aantal rekenpunten tussen raai A en raai B
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:= --> aantal rekenpunten tussen raai C en raai D
6
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
--> aantal rekenpunten tussen raai E en raai F
N
reken
round
1000s 1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
1.998 10
4
= :=
--> aantal rekenpunten [-]
j 0 1 , N
reken
.. :=
--> bereik van de rekenpunten [-]
P
b
j
j N
bj
j ( )
a
j
j
break ( ) b
j
0 > if
j 0 N
reken
.. e for
R augment b a , ( )
:=
--> hulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 1
naar fase 2
R
b
j
j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )

a
j
j
break ( ) b
j
0 > if
j 0 N
reken
.. e for
R augment b a , ( )
:=
--> shulpfunctie voor het bepalen van het rekenpunt van de overgang van fase 2
naar fase 3
j
1
max P
1
( )
( )
6 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 1 naar fase 2 [-]
j
2
max R
1
( )
( )
593 = :=
--> rekenpunt van de overgang van fase 2 naar fase 3 [-]
Q
v
j ( ) Q
v
j t ( ) :=
7
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
j j
1
1 + j
2
.. e for
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

j j
2
1 + N
reken
.. e for
:=
8
hj
Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
v
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
v
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
9
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai A vanaf rechts

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai A naar rechts

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> finkomende golfhoogte raai B vanaf links

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai B naar links

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai B vanf rechts

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai B naar rechts

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai C vanaf links

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai C naar links

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai C vanaf rechts

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai C naar rechts

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> inkomende golfhoogte raai E vanaf links

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:= --> uitgaande golfhoogte raai E naar links

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
10

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
v
t ( ) Q
v
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
h
A_r_v
t ( ) h
ben

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai A
h
B_l_v
t ( ) h
ben

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + := --> waterstand links van raai B
h
B_r_v
t ( ) h
ben

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai B
h
C_l_v
t ( ) h
ben

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + := --> waterstand links van raai C
h
C_r_v
t ( ) h
ben

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + := --> waterstand rechts van raai C
h
D_l_v
t ( ) h
ben

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + := --> waterstand links raai E
h
s_v
t ( )
1
2
h
B_l_v
t ( ) h
B_r_v
t ( ) + h
C_l_v
t ( ) h
C_r_v
t ( )
( )
:= --> waterstandsverschil over schip bij vulproces
F
s_v_rel
t ( )
h
s_v
t ( )
l
s
c
b

:=
F
s_sm_v_rel
t ( ) 0.6 F
s_v_rel
t ( ) 0.3 F
s_v_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_v_rel
t 2 t ( ) + :=
--> relatieve kracht op schip als gevolg van translatiegolven bij vulproces met
smoothing-effecten
11
F
p_v
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
.
dQvd t ( )
l
k
g h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
--> gemiddelde kracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
--> dempingscofficint bij vulproces
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
--> eigen-periode van de kolk
F
trans_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
s_sm_v_rel
t ( ) F
p_v
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
--> relatieve langskracht als gevolg van translatiegolven bij vulproces
Ledigingsproces
c
k
j ( ) g h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
:=
c
s
j ( ) g
h
k_l
j t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
:=
N
bj
j ( ) round
x
b
c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
sj
j ( ) round
l
s
c
s
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
hj
j ( ) round
l
k
l
s
x
b

c
k
j ( ) t
0 ,
|

\
|
|
.
:=
N
reken
round
1000s 1s
t
0 ,
|

\
|
|
.
1.998 10
4
= :=
j 0 1 , N
reken
.. :=
P
b
j
j N
bj
j ( )
a
j
j
break ( ) b
j
0 > if
j 0 N
reken
.. e for
R augment b a , ( )
:=
R
b
j
j N
bj
j ( ) N
sj
j ( ) +
( )

a
j
j
break ( ) b
j
0 > if
j 0 N
reken
.. e for
R augment b a , ( )
:=
j
1
max P
1
( )
( )
5 = :=
12
j
2
max R
1
( )
( )
418 = :=
Het debiet wordt negatief uitgedrukt in het rekenpunt j:
Q
l
j ( ) Q
l
j t ( ) :=
Q
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_u_r
j
0
Q
B_u_l
j
0
Q
A_i_r
j
0
Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( )
j 1 j
1
.. e for
Q
D_i_l
j
0
Q
D_u_l
j
0
Q
C_i_r
j
0
Q
C_i_l
j
0
Q
C_u_r
j
0
Q
C_u_l
j
0
Q
B_i_r
j
0
Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A
Q
l
j ( ) Q
B l
+
j j
1
1 + j
2
.. e for
:=
13
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
Q
D_i_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
D_u_l
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
C_u_r
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_r
j
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if

Q
C_i_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )

Q
C_u_r
j
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
+
2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
C_u_l
j
Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
2 Q
B_u_r
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 0 j N
hj
j ( ) s if
Q
D_u_l
j N
hj
j ( )
j N
hj
j ( ) > if
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
B_i_r
j
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )

Q
B_i_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )

Q
B_u_r
j
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
+
2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

Q
B_u_l
j
Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
2 Q
A_u_r
j N
bj
j ( )
c
s
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +

2 Q
C_u_l
j N
sj
j ( )
c
k
j ( )
c
k
j ( ) c
s
j ( ) +
+
Q
A_i_r
j
Q
B_u_l
j N
bj
j ( )

Q
A_i_l
j
Q
l
j ( )
Q
A_u_r
j
Q
l
j ( ) Q
B_u_l
j N
bj
j ( )
+
j j
2
1 + N
reken
.. e for
Q augment Q
A_i_r
Q
A_u_r
, Q
B_i_l
, Q
B_u_l
, Q
B_i_r
, Q
B_u_r
, Q
C_i_l
, Q
C_u_l
, Q
C_i_r
, Q
C_u_r
, Q
D_i_l
, Q
D_u_l
,
( )

Q
Q
A_in_r
Q
0
( )
:=
Q
A_uit_r
Q
1
( )
:=
Q
B_in_l
Q
2
( )
:=
Q
B_uit_l
Q
3
( )
:=
Q
B_in_r
Q
4
( )
:=
Q
B_uit_r
Q
5
( )
:=
Q
C_in_l
Q
6
( )
:=
14
Q
C_uit_l
Q
7
( )
:=
Q
C_in_r
Q
8
( )
:=
Q
C_uit_r
Q
9
( )
:=
Q
D_in_l
Q
10
( )
:=
Q
D_uit_l
Q
11
( )
:=

A_in_r
j ( )
Q
A_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_uit_r
j ( )
Q
A_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_l
j ( )
Q
B_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_uit_l
j ( )
Q
B_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

B_in_r
j ( )
Q
B_in_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

B_uit_r
j ( )
Q
B_uit_r
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_l
j ( )
Q
C_in_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_uit_l
j ( )
Q
C_uit_l
j
b
k
c
s
j ( )
:=

C_in_r
j ( )
Q
C_in_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

C_uit_r
j ( )
Q
C_uit_r
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_in_l
j ( )
Q
D_in_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

D_uit_l
j ( )
Q
D_uit_l
j
b
k
c
k
j ( )
:=

A_in_r
t ( )
A_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

A_uit_r
t ( )
A_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=
15

B_in_l
t ( )
B_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_l
t ( )
B_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_in_r
t ( )
B_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

B_uit_r
t ( )
B_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_l
t ( )
C_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_l
t ( )
C_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_in_r
t ( )
C_in_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

C_uit_r
t ( )
C_uit_r
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_in_l
t ( )
D_in_l
t
t
|

\
|
|
.
:=

D_uit_l
t ( )
D_uit_l
t
t
|

\
|
|
.
:=
Q
l
t ( ) Q
l
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
k
t ( ) c
k
t
t
|

\
|
|
.
:=
c
s
t ( ) c
s
t
t
|

\
|
|
.
:=
h
A_r_l
t ( ) h
bov

A_in_r
t ( ) +
A_uit_r
t ( ) + :=
h
B_l_l
t ( ) h
bov

B_in_l
t ( ) +
B_uit_l
t ( ) + :=
h
B_r_l
t ( ) h
bov

B_in_r
t ( ) +
B_uit_r
t ( ) + :=
h
C_l_l
t ( ) h
bov

C_in_l
t ( ) +
C_uit_l
t ( ) + :=
h
C_r_l
t ( ) h
bov

C_in_r
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
D_l_l
t ( ) h
bov

D_in_l
t ( ) +
C_uit_r
t ( ) + :=
h
s_l
t ( )
1
2
h
B_l_l
t ( ) h
B_r_l
t ( ) + h
C_l_l
t ( ) h
C_r_l
t ( )
( )
:=
F
s_l_rel
t ( )
h
s_l
t ( )
l
s
c
b

:=
16
F
s_sm_l_rel
t ( ) 0.6 F
s_l_rel
t ( ) 0.3 F
s_l_rel
t t ( ) + 0.1 F
s_l_rel
t 2 t ( ) + :=
F
p_l
t ( )
l
k
x
b

l
s
2

\
|
|
.
dQld t ( )
l
k
g h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

c
b

:=
c
e
t ( ) 0.07
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

0.4 + :=
t
k
t ( ) 2
l
k
l
s

c
k
t ( )
l
s
c
s
t ( )
+
|

\
|
|
.
:=
F
trans_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
s_sm_l_rel
t ( ) F
p_l
t ( )
( )
1 exp c
e
t ( )
t
t
k
t ( )

\
|
|
.

\
|
|
.

(
(

1000 :=
Q
l
t ( ) Q
l
t ( ) :=
Berekening kracht als gevolg van impulsafname:
Vulproces
F
imp_b_v
t ( )
d
s
b
s

Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
v
t ( )
2

l
k
x
b

( )
2
l
k
2
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
--> kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij de boeg
F
imp_r_v
t ( )
Q
v
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:=
--> kracht op de romp van het schip als gevolg van
impulsafname
F
imp_v
t ( ) F
imp_b_v
t ( ) F
imp_r_v
t ( ) + :=
--> totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
F
imp_v_rel
t ( )
F
imp_v
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Ledigingsproces
F
imp_h_l
t ( )
d
s
b
s

Q
l
t ( )
2
l
k
x
b
l
s

( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
d
s
Q
l
t ( )
2

l
k
x
b
l
s

( )
2
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
l
k
2

+ :=
--> kracht op het schip als gevolg van impulsafname bij het hek
F
imp_r_l
t ( )
Q
l
t ( )
2
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

2
2 l
k
2 x
b
l
s

( )
l
s

l
k
2
:=
--> kracht op de romp van het schip als gevolg van
impulsafname
F
imp_l
t ( ) F
imp_h_l
t ( ) F
imp_r_l
t ( ) + :=
--> totale kracht op het schip als gevolg van impulsafname
17
F
imp_l_rel
t ( )
F
imp_l
t ( )
m
s
g
1000 :=
--> totale relatieve kracht op het schip als gevolg van impulsafname
Berekening kracht als gevolg van vulstraal:
C
2
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) b
k

:=
F
str
t ( ) C
1
C
2
t ( )
Q
v
t ( )
2
l
k
x
b

( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
l
k
2

sin ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

:=
F
str_rel
t ( )
F
str
t ( )
m
s
g
1000 :=
Berekening kracht als gevolg van wrijving:
Vulproces
R
h_I_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
C
I_vul
t ( ) 18 log
12 R
h_I_vul
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_vul
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_vul
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
v
t ( ) Q
v
t ( )
2

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_v
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_vul
t ( )
2
:=
F
wr_vul
t ( ) F
bw_vul
t ( )
d
s
b
s

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_vul
t ( )
h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_v
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_vul_rel
t ( )
F
wr_vul
t ( )
m
s
g
1000 :=
Ledigingsproces
R
h_I_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
b
s
d
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+ b
s
2 d
s
+
( )
4
k
II
k
I
+
:=
18
C
I_led
t ( ) 18 log
12 R
h_I_led
t ( )
k
I
|

\
|
|
.

m
1
2
s
:=
F
sw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
s
2 d
s
+
( )
l
s

C
I_led
t ( )
2

4
k
II
k
I
:=
F
bw_led
t ( ) C
3
g
2 l
k
2 x
b
l
s

2 l
k

\
|
|
.
2

Q
l
t ( ) Q
l
t ( )
2

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

b
k
2 h
k_l
t ( ) h
bod

( )
+

l
s

C
I_led
t ( )
2
:=
F
wr_led
t ( ) F
bw_led
t ( )
d
s
b
s

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

F
sw_led
t ( )
h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k

h
k_l
t ( ) h
bod

( )
b
k
d
s
b
s

+ :=
F
wr_led_rel
t ( )
F
wr_led
t ( )
m
s
g
1000 :=
Berekening totaalkracht vulproces:
F
tot_vul_rel
t ( ) F
trans_v_rel
t ( ) F
imp_v_rel
t ( ) + F
str_rel
t ( ) + F
wr_vul_rel
t ( ) + :=
Berekening totaalkracht ledigingsproces:
F
tot_led_rel
t ( ) F
trans_l_rel
t ( ) F
imp_l_rel
t ( ) + F
wr_led_rel
t ( ) + :=
19
0 200 400 600
0.4
0.2
0
0.2
0.4
0.6
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
0 200 400 600
0.6
0.4
0.2
0
0.2
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
20

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 81



Bijlage15 Invoergegevens kalibratie en
validatie
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Grevelingen
Meting: = GREV1
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 145,00 m
Breedte = 16,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,50 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,65E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,01 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 5,00 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 0,50 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -1,50 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen (jalouzieschuiven)
Met breekbalken = Nee
Breedte opening = 7,00 m
Hoogte opening = 1,50 m
Hefsnelheid = 5,00 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = -10,00 deg
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,70
1,00 0,65
Opmerking
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem zonder breekbalken. De straal is naar beneden
gericht dus de impuls moet geschat worden. Door het berekenen van het oppervlak van de straal bij de
boeg en het debiet is de impuls geschat. Het debiet is gecorrigeerd met een correctiefactor 1,15.
1
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Grevelingen
Meting: = GREV2
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 130,00 m
Breedte = 16,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,50 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,65E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,01 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 5,00 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 3,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,50 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Nee
Breedte opening = 3,50 m
Hoogte opening = 1,50 m
Hefsnelheid = 5,00 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,60
0,50 0,65
1,00 0,65
Opmerking
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem zonder breekbalken. De boeg bevindt zich net
buiten de eerste helft van de neerlengte. De impuls bij de boeg is geschat door de impuls van de straal
bij de vulopeningen te vermenigvuldigen met 0,80.
2
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Grevelingen
Meting: = GREV3
Vullen/ledigen = Ledigen
Kolk
Lengte = 145,00 m
Breedte = 16,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,50 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,65E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,01 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 5,00 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 0,50 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -1,50 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen (jalouzieschuiven)
Breedte opening = 3,50 m
Hoogte opening = 1,50 m
Hefsnelheid = 5,00 mm/s
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,70
1,00 0,65
Opmerking
-
3
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Hansweert
Meting: = HANS1
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 280,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -7,30 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 153,00 m
Breedte = 22,80 m
Diepgang = 3,90 m
Massa = 1,22E+07 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 4,00 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = -1,20 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -2,55 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 9,90 m
= 16,50 m
Hoogte opening = 1,25 m
Hefsnelheid = 3,00 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 35,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -3,30 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,90
0,25 0,85
0,40 0,80
0,60 0,75
0,80 0,70
1,00 0,65
Opmerking
C4 = 1,30 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
4
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Haringvliet
Meting: = HARI1
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 150,00 m
Breedte = 16,08 m
Niveau kolkbodem = -5,00 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,65E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 5,00 m
Hoek boeg met horizontaal = 60,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 2,90 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,35 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 6,50 m
= 13,00 m
Hoogte opening = 0,66 m
Hefsnelheid = 4,25 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 10,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -2,90 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,12
0,10 0,35
0,20 0,60
0,90 0,63
0,99 0,60
1,00 0,57
Opmerking
C4 = 1,35 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
5
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Haringvliet
Meting: = HARI2
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 150,00 m
Breedte = 16,08 m
Niveau kolkbodem = -5,00 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,65E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 5,00 m
Hoek boeg met horizontaal = 60,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 0,50 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -2,00 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 6,50 m
= 13,00 m
Hoogte opening = 0,66 m
Hefsnelheid = 4,25 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 10,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -2,90 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,60
0,99 0,60
1,00 0,61
Opmerking
C4 = 1,15 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
6
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Irenesluis
Meting: = IRENE1
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 360,00 m
Breedte = 18,02 m
Niveau kolkbodem = -4,60 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,75E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 3,60 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 6,52 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,39 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 7,56 m
= 14,04 m
Hoogte opening = 2,40 m
Hefsnelheid = 5,00 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 50,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,40 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,90
0,15 0,75
0,25 0,70
0,70 0,70
1,00 0,60
Opmerking
C4 = 1,00 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
7
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Irenesluis
Meting: = IRENE2
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 180,00 m
Breedte = 18,02 m
Niveau kolkbodem = -4,60 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,75E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 3,60 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 6,52 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,39 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 7,56 m
= 14,04 m
Hoogte opening = 2,40 m
Hefsnelheid = 5,00 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 50,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,40 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,90
0,15 0,75
0,25 0,70
0,70 0,70
1,00 0,60
Opmerking
C4 = 1,00 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
8
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Irenesluis
Meting: = IRENE3
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 360,00 m
Breedte = 18,02 m
Niveau kolkbodem = -4,60 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,75E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 3,60 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 4,50 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,39 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 7,56 m
= 14,04 m
Hoogte opening = 2,40 m
Hefsnelheid = 6,67 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 50,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,40 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,90
0,15 0,75
0,25 0,70
0,70 0,70
1,00 0,60
Opmerking
C4 = 1,00 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
9
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Irenesluis
Meting: = IRENE4
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 180,00 m
Breedte = 18,02 m
Niveau kolkbodem = -4,60 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,75E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 3,60 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 4,50 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,39 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 7,56 m
= 14,04 m
Hoogte opening = 2,40 m
Hefsnelheid = 6,67 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 50,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,40 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,90
0,15 0,75
0,25 0,70
0,70 0,70
1,00 0,60
Opmerking
C4 = 1,00 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
10
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Nieuwe Brugsluis, Hoogeveense Vaart
Meting: = NBRUG1
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 70,00 m
Breedte = 7,50 m
Niveau kolkbodem = 1,55 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 50,00 m
Breedte = 6,60 m
Diepgang = 2,50 m
Massa = 7,20E+05 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,005 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 5,00 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 11,10 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = 4,80 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 2,56 m
Hoogte opening = 1,35 m
Hefsnelheid = 4,55 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 16,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = 3,50 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,70
0,37 0,63
0,50 0,75
0,63 0,78
1,00 0,63
Opmerking
C4 = 1,40 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
11
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Nieuwe Brugsluis, Hoogeveense Vaart
Meting: = NBRUG2
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 70,00 m
Breedte = 7,50 m
Niveau kolkbodem = 1,55 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 50,00 m
Breedte = 6,60 m
Diepgang = 2,50 m
Massa = 7,20E+05 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,005 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 5,00 m
Hoek boeg met horizontaal = 45,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 11,10 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = 4,80 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 1,28 m
Hoogte opening = 1,35 m
Hefsnelheid = 4,55 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 16,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = 3,50 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,70
0,37 0,63
0,50 0,75
0,63 0,78
1,00 0,63
Opmerking
C4 = 1,60 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
12
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Rozenburg
Meting: = ROZEN1
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 343,45 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -6,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 153,00 m
Breedte = 22,40 m
Diepgang = 3,30 m
Massa = 1,03E+07 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 7,20 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 2,80 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,50 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 14,40 m
Hoogte opening = 1,56 m
Hefsnelheid = 3,25 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 10,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 30,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -3,60 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,75
0,40 0,55
0,80 0,46
1,00 0,43
Opmerking
C4 = 1,50 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
13
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Well
Meting: = WELL1
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 179,00 m
Breedte = 14,00 m
Niveau kolkbodem = 7,25 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,65E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 2,80 m
Hoek boeg met horizontaal = 60,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 17,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = 10,75 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 5,80 m
= 8,70 m
= 2,90 m
Hoogte opening = 1,58 m
Hefsnelheid = 4,00 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 10,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 25,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = 9,35 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,88
0,50 0,68
1,00 0,63
Opmerking
C4 = 1,10 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
14
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Well
Meting: = WELL2
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 179,00 m
Breedte = 14,00 m
Niveau kolkbodem = 7,25 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,65E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 38,80 m
Hoek boeg met horizontaal = 60,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 17,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = 10,75 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 5,80 m
= 8,70 m
= 2,90 m
Hoogte opening = 1,58 m
Hefsnelheid = 4,00 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 10,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 25,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = 9,35 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,88
0,50 0,68
1,00 0,63
Opmerking
C4 = 1,20 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
15
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK1A
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 153,00 m
Breedte = 22,80 m
Diepgang = 3,30 m
Massa = 1,04E+07 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 7,10 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 5,04 m
= 18,00 m
Hoogte opening = 2,25 m
Hefsnelheid = 3,25 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 60,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,75 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,80
0,40 0,63
0,80 0,63
1,00 0,55
Opmerking
C4 = 1,45 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
16
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK1B
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 76,50 m
Breedte = 22,80 m
Diepgang = 3,30 m
Massa = 5,43E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 7,10 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 5,04 m
= 18,00 m
Hoogte opening = 2,25 m
Hefsnelheid = 3,25 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 60,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,75 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,80
0,40 0,63
0,80 0,63
1,00 0,55
Opmerking
C4 = 1,50 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
17
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK1C
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,75E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 8,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 5,04 m
= 18,00 m
Hoogte opening = 2,25 m
Hefsnelheid = 3,25 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 60,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,75 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,80
0,40 0,63
0,80 0,63
1,00 0,55
Opmerking
C4 = 1,50 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
18
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK2A
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 76,50 m
Breedte = 22,80 m
Diepgang = 3,30 m
Massa = 5,43E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 5,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 5,04 m
= 18,00 m
Hoogte opening = 2,25 m
Hefsnelheid = 4,40 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 60,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,75 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 1,00
0,20 0,75
0,40 0,60
0,80 0,60
1,00 0,55
Opmerking
C4 = 1,40 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
19
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK2B
Vullen/ledigen = Vullen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 11,20 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 2,75E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 5,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Met breekbalken = Ja
Breedte opening = 5,04 m
= 18,00 m
Hoogte opening = 2,25 m
Hefsnelheid = 4,40 mm/s
Hoek vulstraal met horizontaal = 0,00 deg
Oppervlak straal na breekbalken = 60,00 m^2
Niveau bovenkant straal na breekbalken = -0,75 m +N.A.P.
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 1,00
0,20 0,75
0,40 0,60
0,80 0,60
1,00 0,55
Opmerking
C4 = 1,45 -
Vulsysteem is gemodelleerd als een deurvulsysteem met breekbalken. Op basis van de geometrie van
de breekbalken is het oppervlak van de straal na de breekbalken geschat. Op basis van de spreiding van
de straal is het oppervlak van de straal bij de boeg berekend. Het debiet bij de boeg is berekend door uit
te gaan van een lineaire afname van het debiet. Dit debiet is verhoogd met correctiefactor C4 vanwege
debietstoename in de straal.
20
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK3A
Vullen/ledigen = Ledigen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 76,50 m
Breedte = 22,80 m
Diepgang = 3,30 m
Massa = 5,20E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 7,10 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Breedte opening = 18,00 m
Hoogte opening = 1,30 m
Hefsnelheid = 5,35 mm/s
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,62
0,40 0,54
0,80 0,54
1,00 0,54
Opmerking
-
21
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK3B
Vullen/ledigen = Ledigen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 76,50 m
Breedte = 22,80 m
Diepgang = 3,30 m
Massa = 5,20E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 5,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Breedte opening = 18,00 m
Hoogte opening = 1,30 m
Hefsnelheid = 5,35 mm/s
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,62
0,40 0,54
0,80 0,54
1,00 0,54
Opmerking
-
22
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK3C
Vullen/ledigen = Ledigen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 22,40 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 5,55E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 8,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Breedte opening = 18,00 m
Hoogte opening = 1,30 m
Hefsnelheid = 5,35 mm/s
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,62
0,40 0,54
0,80 0,54
1,00 0,54
Opmerking
-
23
Invoergegevens validatieberekening
Sluis: = Wijk bij Duurstede
Meting: = WIJK3D
Vullen/ledigen = Ledigen
Kolk
Lengte = 286,00 m
Breedte = 24,00 m
Niveau kolkbodem = -5,50 m +N.A.P.
Ruwheid kolkwanden en bodem = 0,01 m
Schip
Lengte = 95,00 m
Breedte = 22,40 m
Diepgang = 2,70 m
Massa = 5,55E+06 kg
Ruwheid scheepshuid = 0,002 m
Afstand boeg schip tot vuldeur = 12,50 m
Hoek boeg met horizontaal = 30,00 deg
Blockcofficint = 1,00 -
Waterstanden
Waterstand bovenpand = 5,00 m +N.A.P.
Waterstand benedenpand = -0,40 m +N.A.P.
Cofficinten
Cofficint C1 = 0,90 -
Cofficint C3 = 0,90 -
Vulsysteem
Type = Deuropeningen
Breedte opening = 18,00 m
Hoogte opening = 1,30 m
Hefsnelheid = 5,35 mm/s
Afvoercofficint
Relatieve schuifhoogte/afvoercoffcint = 0,00 0,62
0,40 0,54
0,80 0,54
1,00 0,54
Opmerking
-
24

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
82

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Bijlage16 Resultaten berekeningen
kalibratie en validatie
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Grevelingen
Meting GREV1 1
0 100 200 300
1.5
1
0.5
0
0.5
0
5
10
15
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 100 200 300
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Grevelingen
Meting GREV1 2
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Grevelingen
Meting GREV2 3
0 200 400 600
3
2
1
0
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
0 200 400 600
0
1
2
3
0
10
20
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Grevelingen
Meting GREV2 4
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Grevelingen
Meting GREV3 5
0 100 200 300
1.5
1
0.5
0
0.5
0
5
10
15
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 100 200 300
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Grevelingen
Meting GREV3 6
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Hansweert
Meting HANS1 7
0 100 200 300 400
2.5
2
1.5
0
10
20
30
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 100 200 300 400
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Hansweert
Meting HANS1 8
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Haringvliet
Meting HARI1 9
0 200 400
0
1
2
0
10
20
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400
1.5
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Haringvliet
Meting HARI1 10
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Haringvliet
Meting HARI2 11
0 200 400
2
1
0
0
10
20
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400
1
0.5
0
0.5
1
1.5
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Haringvliet
Meting HARI2 12
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Irenesluis
Meting IRENE1 13
0 200 400 600
0
2
4
6
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600
3
2
1
0
1
2
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Irenesluis
Meting IRENE1 14
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Irenesluis
Meting IRENE2 15
0 100 200 300 400
0
2
4
6
0
20
40
60
80
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 100 200 300 400
2
1
0
1
2
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Irenesluis
Meting IRENE2 16
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Irenesluis
Meting IRENE3 17
0 200 400
0
1
2
3
4
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400
2
1
0
1
2
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Irenesluis
Meting IRENE3 18
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Irenesluis
Meting IRENE4 19
0 100 200 300
0
1
2
3
4
0
20
40
60
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 100 200 300
2
1
0
1
2
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Irenesluis
Meting IRENE4 20
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: NieuweBrugsluis
Meting NBRUG1 21
0 200 400
6
8
10
0
5
10
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400
2
1.5
1
0.5
0
0.5
1
1.5
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: NieuweBrugsluis
Meting NBRUG1 22
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: NieuweBrugsluis
Meting NBRUG2 23
0 200 400 600 800
6
8
10
0
2
4
6
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600 800
2
1.5
1
0.5
0
0.5
1
1.5
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: NieuweBrugsluis
Meting NBRUG2 24
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Rozenburg
Meting ROZEN1 25
0 200 400 600 800
0
1
2
0
10
20
30
40
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600 800
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Grevelingen
Meting GREV1 26
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Well
Meting WELL1 27
0 200 400
12
14
16
0
10
20
30
40
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400
1.5
1
0.5
0
0.5
1
1.5
2
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Well
Meting WELL1 28
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: Well
Meting WELL2 29
0 200 400
12
14
16
0
10
20
30
40
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400
1
0.5
0
0.5
1
1.5
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: Well
Meting WELL2 30
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK1A 31
0 200 400 600
0
2
4
6
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK1A 32
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK1B 33
0 200 400 600
0
2
4
6
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600
1.5
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK1B 34
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK1C 35
0 200 400 600
0
2
4
6
8
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600
1.5
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK1C 36
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK2A 37
0 200 400 600
0
2
4
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600
1.5
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK2A 38
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK2B 39
0 200 400 600
0
2
4
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Vulkarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Straalwerking
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - vulproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK2B 40
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK3A 41
0 200 400 600
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
0 200 400 600
0
2
4
6
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK3A 42
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK3B 43
0 200 400 600
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
0 200 400 600
0
2
4
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK3B 44
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK3C 45
0 200 400 600 800
0
2
4
6
8
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600 800
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK3C 46
Onderwerp: Eigenberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK3D 47
0 200 400 600
0
2
4
0
50
100
Kolkwaterstand [m]
Debiet [m^3/s]
Ledigingskarakteristiek
tijd [s]
K
o
l
k
w
a
t
e
r
s
t
a
n
d

[
m
+

N
A
P
]
D
e
b
i
e
t

[
m
^
3
/
s
]
0 200 400 600
1
0.5
0
0.5
1
Translatiegolf
Impulsafname
Wrijving
Totaalkracht
Kracht op schip - ledigingsproces
tijd [s]
r
e
l
a
t
i
e
v
e

l
a
n
g
s
k
r
a
c
h
t

[

]
Onderwerp: PraktijkmetingenLOCKFILLberekening
Sluis: WijkbijDuurstede
Meting WIJK3D 48

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport

076350579:A - Definitief ARCADIS 83



Bijlage17 Kalibratie en validatie van de
analysemethode

Pagina
1/11
Kalibratieenvalidatieanalysemethode

Inleiding
Inditverslagwordtdekalibratieenvalidatievandeanalysemethodebeschreven.Dekalibratieen
validatieisuitgevoerdopbasisvan24praktijkmetingenin8sluizenvanhetverloopvandekrachtop
hetschiptijdenshetvulenledigingsproces,zietabel1.Voordesituatieswaardemetingenzijn
uitgevoerdishetkrachtsverloopophetschipgesimuleerdmetdeanalysemethode.De
invoergegevenszijntevindeninbijlage15enderesultatenvandemetingenendeberekeningenin
bijlage16.

Proefnummer Kolklengte Kolkbreedte Verval Vullen/ledigen Vul/ledigingssysteem


Schutsluis in de Grevelingendam
GREV1 145,00 m 16,00 m 2,00 m Vullen Deuropeningen zonder breekbalken
GREV2 130,00 m 16,00 m 3,50 m Vullen Deuropeningen zonder breekbalken
GREV2 145,00 m 16,00 m 2,00 m Ledigen Deuropeningen zonder breekbalken
Duwvaartsluizen in Hansweert
HANS1 280,00 m 24,00 m 1,35 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Schutsluis in de Haringvlietdam
HARI1 150,00 m 16,08 m 3,25 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
HARI2 150,00 m 16,08 m 2,50 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Prinses Irenesluis in Wijk bij Duurstede
IRENE1 360,00 m 18,02 m 6,90 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
IRENE2 180,00 m 18,02 m 6,90 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
IRENE3 360,00 m 18,02 m 4,90 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
IRENE4 180,00 m 18,02 m 4,90 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Nieuwe Brugsluis in de Hoogeveense Vaart
NBRUG1 70,00 m 70,5 m 6,30 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
NBRUG2 70,00 m 70,5 m 6,30 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Duwvaartsluis bij Rozenburg
ROZEN1 343,45 m 24,00 m 3,30 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Schutsluis in Well
WELL1 179,00 m 14,00 m 6,25 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WELL2 179,00 m 14,00 m 6,25 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
Duwvaartsluis bij Wijk bij Duurstede
WIJK1A 286,00 m 22,80 m 7,50 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK1B 286,00 m 22,80 m 7,50 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK1C 286,00 m 22,80 m 8,40 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK2A 286,00 m 22,80 m 5,40 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK2B 286,00 m 22,80 m 5,40 m Vullen Deuropeningen met breekbalken
WIJK3A 286,00 m 22,80 m 7,50 m Ledigen Deuropeningen met breekbalken
WIJK3B 286,00 m 22,80 m 5,40 m Ledigen Deuropeningen met breekbalken
WIJK3C 286,00 m 22,80 m 8,40 m Ledigen Deuropeningen met breekbalken
WIJK3D 286,00 m 22,80 m 5,40 m Ledigen Deuropeningen met breekbalken
Tabel1:praktijkmetingenindiversesluizen

DekalibratieisuitgevoerdvoordecorrectiefactorC4.Dezecorrectiefactorisvantoepassingbijde
schattingvandegroottevandeimpulsbijdeboegbijeendeurvulsysteemmetbreekbalkenofeen
deurvulsysteemzonderbreekbalkenwaarbijvanwegederichtingvandevulstraaleenschattingvan
deimpulsgegevenmoetworden.Voordeachtergrondvandezecorrectiefactorwordtverwezennaar
bijlage7.

Pagina
2/11
Daarnaastzijnderesultatenvandeanalysemethodegetoetstopdebetrouwbaarheid.Hierbijis
dezelfdetoetsmethodegebruiktalsvoorLOCKFILL.Opdezewijzeishetmodelgevalideerd.

Werkwijze
Dekalibratieisalsvolgtuitgevoerd:

Erisgebruikgemaaktvan24praktijkmetingendiebeschrevenstaaninreferentie[1].Inditrapport
staan26metingenbeschrevenmaartweemetingenzijnnietbruikbaaromdatersprakeisvan
dichtheidsverschillen.Dichtheidsverschillenkunnennietmeegenomenwordeninde
analysemethode.

Deparametersvandesluizenzijningevoerdindeanalysemethodeenhetkrachtsverloopophet
schipisgesimuleerd.

Bij18metingenissprakedeurvulsysteemwaarbijcorrectiefactorC4toegepastdientteworden.De
correctiefactorheeftbetrekkingopdekrachtscomponentenimpulsafnameenstraalwerking.
Dezecomponentenzijnmeestalhalverwegehetvulenledigingsprocesmaximaal.Doormiddel
vantrialanderrorisgroottevandecorrectiefactorzodanigbepaald,dathetverloopvande
totaalkrachtrondhetpuntvanhetmaximumvandecomponentenimpulsafnameen
straalwerkingzogoedmogelijkovereenkomtmetdepraktijkmetingen.

DewaardenvanC4zijngeanalyseerdomeenmogelijkerelatievasttestellentussendegroottevan
C4ennvandeparametersvandesluis.

AllesimulatieszijngetoetstmetdezelfdetoetsmethodediegebruiktisvoorLOCKFILL.Dezestaat
beschreveninreferentie[1].Erisgekozenomdezelfdetoetsmethodetegebruikenomdatde
resultatendantevergelijkenzijn.

Opmerking:hetverloopvandekrachtalsgevolgvantranslatiegolvenisindeanalysemethodeop
dezelfdewijzegemodelleerdalsinLOCKFILL.VoorLOCKFILLisereenkalibratieuitgevoerdvoor
hetverloopvandekrachtalsgevolgvantranslatiegolven.Dezekalibratieisdaaromookalverwerkt
indeanalysemethode.

Devalidatieisalsvolgtuitgevoerd:

Deresultatenvandeanalysemethodezijngetoetstomdebetrouwbaarheidvandemethodevastte
stellen.HierbijisgebruiktgemaaktvandezelfdetoetsmethodedieookisgebruiktvoorLOCFILL.
Hierdoorzijnderesultatentevergelijken.Dezetoetsmethodestaatbeschreveninreferentie[1].
Voordetoetsingzijndezelfdepraktijkmetingengebruiktalsvoordekalibratie.

KalibrerencorrectiefactorC4
Erzijn18simulatieswaarbijcorrectiefactorC4toegepastdientteworden.Dezesimulatiesende
gebruiktewaardevanC4zijnweergegevenintabel2.

Simulatie Waarde C
4

GREV1 1,15
HANS1 1,30
HARI1 1,35
HARI2 1,15
IRENE1 1,00
IRENE2 1,00
IRENE3 1,00
IRENE4 1,00
NBRUG1 1,40
NBRUG2 1,60
ROZEN1 1,50

Pagina
3/11
WELL1 1,10
WELL2 1,20
WIJK1A 1,45
WIJK1B 1,50
WIJK1C 1,50
WIJK2A 1,40
WIJK2B 1,45
Tabel2:WaardenC4bijsimulaties

DesimulatiesbijdeIrenesluisgevenallemaaleenslechteovereenkomstmetdepraktijkmetingen.Dit
wasookhetgevalbijdeLOCKFILLberekeningen(ziereferentie[1]).Deredenvoordezeafwijking
kannietachterhaaldworden.Inreferentie[1]wordtaangegevendatdepraktijkmetingen
waarschijnlijknietopdejuistewijzezijnuitgevoerd.DesimulatiesbijdeIrenesluiswordendaarom
nietmeegenomenbijdekalibratievanC4.

DemetingWELL2isuitgevoerdbijeenafstandtussendeboegvanhetschipendevuldeurvan38,8
m.Ditisinvergelijkingmetdeanderemetingeneenzeergroteafstand.Hetstroombeeldterplaatse
vandeboegbijeendergelijkeafstandisniettevergelijkenmethetstroombeeldbijdeboegbijeen
korteafstand.DezesimulatiewordtdaaromooknietmeegenomenbijdekalibratievanC4.

Erblijvennu13simulatiesoverdiegebruiktkunnenwordenvoordekalibratievanC4.Degroottevan
correctiefactorC4bijdezemetingenisweergegevenintabel3.

Simulatie Waarde C
4

GREV1 1,15
HANS1 1,30
HARI1 1,35
HARI2 1,15
NBRUG1 1,40
NBRUG2 1,60
ROZEN1 1,50
WELL1 1,10
WIJK1A 1,45
WIJK1B 1,50
WIJK1C 1,50
WIJK2A 1,40
WIJK2B 1,45
Tabel3:BruikbarewaardenC4voorkalibratie

DewaardenvanC4hebbeneenvrijgrotebandbreedtetussen1,1en1,6.Eriseenanalyseuitgevoerd
omteonderzoekenofereenrelatieaanwezigistussendegroottevanC4eneenvandeparameters
vandesluisdievaninvloedisophetstroombeeldvoordeboeg.Fysischgezienisereenverbandte
verwachtentussendevolgendeparametersenC4:

Afstandvandeboegtotdevuldeur:alshetschipdichtbijdevuldeurligt,heeftdestraalnog
weinigwateraankunnenzuigenenzalC4waarschijnlijkdichtbij1liggen.Alshetschipvervande
vuldeurligt,gaatdestraalweerdebietafgevenenzalC4weerkleinzijn.

Hoekvulstraalmethorizontaal:dehoekvandevulstraalmetdehorizontaalheeftinvloedophet
stroombeeldindestraalendaardoorookopC4.Erisopvoorhandniettevoorspellenwatdeze
invloedis.

Pagina
4/11

Percentagevandevulopeningdatgeblokkeerdwordtdoorbreekbalken:hoemeerbreekbalkenen
voordeopeningaanwezigzijn,hoegroterhetenergieverliesendespreidingvandestraal.Fysisch
gezienkanverwachtwordendatbijeenlaagpercentageeengrotewaardevanC4optreedt,enbij
eenhoogpercentageeenwaarderondde1.

RelatieC4metafstandboegtotvuldeur
Derelatietussendeafstandvandeboegtotdevuldeurisweergegeveninfiguur1.

Figuur1:relatietussenxbenC4

Derelatieisechterzwak.DevolgendefunctiegeefteenbenaderingvandegroottevanC4bijeen
gegevenafstandxb:

Deuitkomstvandezefunctiemoetvoorxb<2,5altijdgroterzijndan1,omdathetnietaannemelijkis
daterinheteerstedeelvandestraalalsprakeisvaneendebietsafname.

Zoalsinfiguur1tezienisdeafwijkingvandezefunctieechtergroot.Derelatiedietezienis,isfysisch
gezienwelteverklaren.C4iseencorrectiefactorvoordedebietstoenameindestraal.Fysischgezien
ligthetvoordehanddatdedebietstoenameinhetbeginvandestraalkleinis(danisernogweinig
wateraangezogen),verderopindestraalgroteris(daniserveelwateraangezogen)enlaterweer
afneemt(danwordterweerdebietteruggegeven).Bijbenaderingisdezerelatieinfiguur1tezien.

RelatieC4methoekvulstraalmethorizontaal
Indemetingenzijnslechtsdriesituatiesonderzochtwaarbijsprakeisvaneenhoekvandevulstraal
metdehorizontaaldiegroterofkleinerisdan0,0.Bijdezedriemetingenzijndehoeken
respectievelijk10,0en10,0.Devariatietussendehoekenistekleinomeenbetrouwbarerelatievast
tekunnenstellen.Dezerelatiewordtdaaromnietnaderbeschouwd.

RelatieC4metpercentagebreekbalkenvoorvulopening
ErisonderzochtwatderelatieistussendewaardevanC4enhetpercentagevandevulopeningdat
doordebreekbalkenwordtgeblokkeerd.DemetingenNBURG1enNBURG2kondennietgebruikt
0 5 10 15
0
0.5
1
1.5
C4
-0,015*(xb-7)^2+0,06*xb+1,15
Relatie C4 - afstand boeg tot vuldeur
afstand boeg tot vuldeur [m]
C
4

[
-
]
C
4
0.015 x
b
7

2
0.06 x
b
1.15

Pagina
5/11
worden,omdaternietvoldoendeinformatiebeschikbaarwasomdeafmetingenvandebreekbalken
teonderzoeken.BijmetingGREV1isgeensprakevanbreekbalken,dusdezemetingisookniet
gebruikt.Derelatieisweergegeveninfiguur2.

Figuur2:relatiepercentagevandeopeningdatgeblokkeerdwordtdoorbreekbalkenenC4

Zoalstezienisinfiguur2isergeenrelatieaanwezig.Derelatiewordtdaaromnietnaderonderzocht.

RelatieC4metoverigeparameters
VandeoverigeparametersdiezijnonderzochtopeenrelatiemetC4isalleenbijdebreedtevande
vulopeningeenrelatietezien.Derelatieisweergegeveninfiguur3.Metdebreedtevande
vulopeningwordtdemaximalebreedtebedoeld.

Figuur3:relatiebreedtedeuropeningenC4
0 20 40 60 80 100
0
0.5
1
1.5
2
C4
Relatie C4 - percentage breekbalken voor opening
percentage dat geblokkeerd wordt door breekbalken [%]
C
4

[
-
]
0 5 10 15 20
0
0.5
1
1.5
2
C4
0,008*(bh-7)^2-0,04*bh+1,4
Relatie C4 - breedte vulopening
breedte vulopening [m]
C
4

[
-
]

Pagina
6/11

Derelatiedietezienis,isredelijk.Hoebrederdedeuropening,hoegroterdespreidinginderelatie.
DevolgendefunctiegeefteenbenaderingvandegroottevanC4bijeengegevenbreedtevande
vulopening:

Erisgeenfysischeverklaringvoordezerelatie.

Verbandrelatiexbenbh
DoordebeidefunctiesvanderelatiestussenxbenbhmetC4intevullenenhetresultaattevergelijken
metdegebruiktewaardenvanC4isonderzochtofdebeidefunctieseenovereenkomstigresultaat
geven.Deresultatenzijntezienintabel4.

Simulatie x
b
b
h
Gebruikte
waarde C
4
in
simulatie
C
4
volgens
relatie met x
b

Afwijking ten
opzichte van
gebruikte
waarde
C
4
volgens
relatie met b
h

Afwijking ten
opzichte van
gebruikte
waarde
Afwijking
tussen beide
relaties
GREV1 5,0 7,0 1,150 1,390 17% 1,120 -3% -24%
HANS1 4,0 16,5 1,300 1,255 -4% 1,462 11% 14%
HARI1 5,0 13,0 1,350 1,390 3% 1,168 -16% -19%
HARI2 5,0 13,0 1,150 1,390 17% 1,168 2% -19%
NBRUG1 5,0 2,6 1,400 1,390 -1% 1,455 4% 4%
NBRUG2 5,0 1,3 1,600 1,390 -15% 1,611 1% 14%
ROZEN1 7,2 14,4 1,500 1,581 5% 1,262 -19% -25%
WELL1 2,8 8,7 1,100 1,053 -4% 1,075 -2% 2%
WIJK1A 12,5 18,0 1,450 1,446 0% 1,648 12% 12%
WIJK1B 12,5 18,0 1,500 1,446 -4% 1,648 9% 12%
WIJK1C 12,5 18,0 1,500 1,446 -4% 1,648 9% 12%
WIJK2A 12,5 18,0 1,400 1,446 3% 1,648 15% 12%
WIJK2B 12,5 18,0 1,450 1,446 0% 1,648 12% 12%
Tabel4:verschilleninrelaties

Deverschillentussendebeiderelatieszijnvrijgroot.Slechtsbijtweesimulatiesishetverschiltussen
deberekendewaardenbijbeiderelatieskleinerdan10%.Opvallendisdatalsdeenerelatieeenkleine
afwijkinggeeft,deandererelatieeengroteafwijkinggeeft.Hieruitkunnenechtergeenverdere
conclusiesgetrokkenworden.

Conclusie
ErkangeconcludeerdwordendatereenrelatieteleggenistussendewaardevanC4endeafstand
tussenhetschipendeboeg,eneenrelatietussendewaardevanC4endebreedtevandedeuropening.
Derelatieszijnechternietsterk,bijdepraktijkmetingenzijnafwijkingentotongeveer20%
geconstateerd.Daarnaastgevendebeiderelatiesgeenovereenkomenderesultaten.Eris
vervolgonderzoeknodigomeenbetereschattingvanC4tekunnengeven.

Toetsingresultaten
Demetingendiegebruiktzijnvoordekalibratiezijnafkomstiguitreferentie[1].Indatrapportis
LOCKFILLgeverifieerdaandehandvandezemetingen.Daarbijzijnervijfaspectenbeoordeeld:
1. Komthetglobaleverloopvandekrachtophetschipindetijdovereenmetdepraktijkmetingen?
2. Isdeberekendemaximalepositievekrachtevengrootalsdegemetenmaximalepositievekracht?
C
4
0.008 b
h
7

2
0.04 b
h
1.4

Pagina
7/11
3. Isdeberekendemaximalenegatievekrachtevengrootalsdegemetenmaximalenegatievekracht?
4. Isdeberekendemaximalekracht(positiefofnegatief)evengrootalsdegemetenmaximalekracht?
5. IshetgebruikvanLOCKFILLveilig?

Deanalysemethodewordtookbeoordeeldopdeze5aspecten.Heteersteaspectwordtkwalitatief
beschreven.Deaspecten2t/m4wordennetalsinreferentie[1]alsvolgtgetoetst:

Positieveafwijking:
+ : FberekendFgemeten<0,1
+ : 0%(FberekendFgemeten)/Fgemeten100%30%
0 : 30%(FberekendFgemeten)/Fgemeten100%60%
: FberekendFgemeten)/Fgemeten100%>60%

Negatieveafwijking:
0 : FberekendFgemeten<0,1
: 0%(FberekendFgemeten)/Fgemeten100%30%
: (FberekendFgemeten)/Fgemeten100%>30%

Vooraspect5wordtdevolgendetoetsingaangehouden:

V : (FberekendFgemeten)/Fgemeten100%>10%
T : 10%>FberekendFgemeten)/Fgemeten100%>30%
O : FberekendFgemeten)/Fgemeten100%<30%

Hierinis:
Fberekend =berekendeabsolutemaximalekracht[]
Fgemeten =gemetenabsolutemaximalekracht[]
+ =goed
0 =bruikbaar
=slecht
=onbruikbaar
V =veilig
T =twijfelachtig
O =onveilig

Deberekendeengemetenmaximalekrachtenzijnweergegevenintabel5.

Berekende waarden Gemeten waarden


Meting Maximale positieve
kracht []
Maximale negatieve
kracht []
Maximale positieve
kracht []
Maximale negatieve
kracht []
GREV1 0,36 -0,85 0,41 -0,77
GREV2 0,00 -1,74 0,30 -1,50
GREV3 0,41 -0,27 0,28 -0,25
HANS1 0,85 -0,37 0,80 -0,37
HARI1 0,64 -0,69 0,32 -0,75
HARI2 0,99 -0,46 0,70 -0,22
IRENE1 1,15 -1,29 1,10 -0,80
IRENE2 0,88 -0,91 0,85 -0,20
IRENE3 1,35 -1,13 1,15 -0,21
IRENE4 0,94 -0,97 0,80 -0,21

Pagina
8/11
NBRUG1 1,00 -1,41 1,25 -1,39
NBRUG2 0,49 -1,46 0,77 -1,97
ROZEN1 0,37 -0,38 0,42 -0,38
WELL1 1,46 -1,04 0,88 -1,00
WELL2 1,11 -0,29 0,87 -0,27
WIJK1A 0,53 -0,68 0,51 -0,70
WIJK1B 0,53 -1,17 0,53 -1,17
WIJK1C 0,25 -0,96 0,23 -1,21
WIJK2A 0,81 -0,83 0,70 -0,78
WIJK2B 0,35 -0,75 0,31 -0,70
WIJK3A 0,46 -0,53 0,67 -0,75
WIJK3B 0,43 -0,53 0,49 -0,99
WIJK3C 0,35 -0,46 0,27 -0,70
WIJK3D 0,33 -0,47 0,37 -0,65
Tabel5:berekendeengemetenmaximalekrachten

Toetsingaspect1
Hetbeeldvandeberekeningenkomtoverhetalgemeenredelijkovereenmetdegemetenwaarden.Bij
devolgendesimulatieszijnafwijkingengeconstateerd:

Ledigingssimulaties

SimulatiesbijIrenesluis

SimulatieWELL1

Ledigingssimulaties
Alleledigingssimulatiesgeveneenkrachtsverloopdatgemiddeldhogerisdandegemetenwaarden
endeberekendewaardendoorLOCKFILL.HetenigeverschiltussendeberekeningeninLOCKFILL
enbijdeanalysemethodebijhetledigingsprocesisdecomponentimpulsafnamebijhethek.In
LOCKFILLwordtdezecomponentnietberekendenindeanalysemethodewel.Dezecomponent
zorgtvooreenpositievekrachtophetschip.Alsdezecomponentweggelatenwordtisde
overeenkomsttussendeanalysemethodeenzoweldeLOCKFILLresultatenalsdepraktijkmetingen
welgoed.Hettoevoegenvandecomponentimpulsafnamebijhethekblijktdusgeengoedeinvloed
tehebbenopderesultaten.

Fysischgezienishetaannemelijkdatdezecomponentweloptreedt.Meestalzaldecomponentzeer
kleinzijnomdathetdebietbijhethekvanhetschipnogkleinis.Metnamebijdemetingenbijdesluis
bijWijkbijDuurstedeisdecomponentwelduidelijkaanwezigdoordekleinelengtevanhetschipten
opzichtevandesluis.
Mogelijkishetstroombeeldbijhethekandersdanwerdaangenomenbijdeberekeningvande
impulsafnamebijhethek(ziebijlage7).Erisnaderonderzoeknodigomdittebevestigen.

SimulatiesbijIrenesluis
BijdesimulatiesbijdeIrenesluisisdeovereenkomsttussendeberekendewaardenmetde
analysemethodeendegemetenwaardenslecht.Inheteerstedeelvanhetvulproces,alsdekrachtnog
positiefis,isdeovereenkomstnogredelijk,maaralsdekrachtnegatiefwordtisdeberekendekracht
veelgroterdandegemetenkracht.Deanalysemethodegeefthierwelvergelijkbareresultatenmet
LOCKFILL.
Deoorzaakvandezeafwijkingkannietwordenachterhaald.Omdathetdebieterggrootisbijde
Irenesluis(maximaal120m
3
/s)zoudecomponentimpulsafnameookgrootmoetenzijn.Inde
metingenisditechternietterugtezien.

Pagina
9/11
Inreferentie[1]wordtgeconcludeerddatdemetingenwaarschijnlijknietinordezijngeweest.Deze
conclusiewordtovergenomen.Overigensgeeftdeanalysemethodeconservatieveresultaten,dusde
berekeningenzijnwelveilig.

SimulatieWELL1
HetberekendekrachtsverloopbijsimulatieWELL1komtmatigovereenmetdegemetenwaarden.De
berekendemaximalepositievekracht(1,5)isveelgroterdandegemetenmaximalepositievekracht
(0,85).Daarnaastkomthetverloopvandeberekendekrachthalverwegehetvulprocesslecht
overeenmetdegemetenwaarden.Demaximalenegatievekrachtkomtwelovereen,maartreedtop
eenandermomentop.Hetberekendekrachtsverloopkomtwelovereenmetdeberekeningin
LOCKFILL.
Erisgeenredenaantewijzenvoordeafwijkingvandeberekeningtenopzichtevandemeting.
Mogelijkisookdezemetingnietinordegeweest.Overigensgeeftdeanalysemethodeeenconservatief
resultaat,dusdeberekeningiswelveilig.

Conclusie
Deanalysemethodegeeftoverhetalgemeeneenresultaatwatglobaalovereenkomtmetde
praktijkmetingen.Alleenbijdeledigingssimulatiestredenaanzienlijkeafwijkingenop.Dezeworden
veroorzaaktdoordecomponentimpulsafnamebijhethek.Deberekeningvandezecomponentdient
daaromofachterwegegelatenteworden(zoalsinLOCKFILLgebeurd)oferdientnaderonderzoek
verrichttewordennaarhetstroombeeldbijhethekomeenbetereberekeninguittekunnenvoeren.

Toetsingaspecten2t/m4
Hetresultaatvandetoetsingvandeaspecten2t/m4isweergegevenintabel6.Demetingenbijde
Irenesluiszijnnietmeegenomenindetoetsingomdatdemetingenwaarschijnlijknietinordezijn.Er
zijndaarom20metingengetoetst.

Goed Bruikbaar Slecht Onbruikbaar


Aspect 2 6 8 5 1
Aspect 3 11 2 5 2
Aspect 4 7 7 4 2
Tabel6:resultatentoetsingaspecten2t/m4

Deresultatenzijnvoldoendetotmatig.Demeerderheidvandesimulatieszijngoedofbruikbaar,
maarerzijnookeenaanzienlijkdeelvandesimulatiesslechtofonbruikbaar.
DeonbruikbaresimulatiestradenallenopbijdeledigingssimulatiesbijdeduwvaartsluisWijkbij
Duurstede.Bijdetoetsingvanaspect1isaangevendatditwaarschijnlijkveroorzaaktwordtdoorde
berekeningvandekrachtscomponentimpulsafnamebijhethek.Alsdezecomponentnietwordt
meegenomenindeberekeningzijnderesultatenbeter.Dezeresultatenzijnweergegevenintabel7.

Goed Bruikbaar Slecht Onbruikbaar


Aspect 2 6 9 4 1
Aspect 3 11 3 5 1
Aspect 4 7 8 4 1
Tabel7:resultatentoetsingaspecten2t/m4bijweglatenimpulsafnamebijhek

Uittabel7blijktdaterbijhetweglatenvandeimpulsafnamebijhethekminderslechteen
onbruikbaresimulatieszijn.DeresultatenzijnvergelijkbaarmetderesultateninLOCKFILL,zietabel
8.BijLOCKFILLzijnertweeextrasimulatiesmetdichtheidsverschillengebruikt,hettotaalaantal
simulatieswaarbijdeaspecten2t/m4getoetstzijn,isdaarom22.

Pagina
10/11

Goed Bruikbaar Slecht Onbruikbaar


Aspect 2 13 5 3 0
Aspect 3 9 5 6 1
Aspect 4 11 6 5 0
Tabel8:resultatentoetsingaspecten2t/m4inLOCKFILL

Erkangeconcludeerdwordendatderesultatenvoldoen,maardateenverdereverdiepingof
kalibratievandeanalysemethodeaantebevelenis.Deafwijkingentredenmetnameopbij

Deeerstepositievepiekbijhetvulproces(voornamelijkveroorzaaktdoordetranslatiegolf).Dezeis
somstegrootensomsteklein.

Deberekeningvandeimpulsafname.Dezeissomstegrootensomsteklein.

Deverdiepingofkalibratieisdaaromaantebevelenbijdeberekeningvandezecomponenten.

Toetsingaspect5
Deresultatenvandetoetsingvanaspect5zijnweergegevenintabel9.Hierbijzijnzowelderesultaten
inclusiefdecomponentimpulsafnamebijhethekbijhetledigingsprocesalsderesultatenzonderde
componentimpulsafnamebijhethekbijhetledigingsprocesweergegeven.Tevenszijnderesultaten
vanLOCKFILLtoegevoegd.BijderesultatenvanLOCKFILLzijnookdetweesimulatiesmet
dichtheidsverschillenmeegenomen.

Veilig Twijfelachtig Onveilig


Aspect 5 inclusief impulsafname bij hek 14 4 2
Aspect 5 zonder impulsafname bij hek 16 3 1
Aspect 5 in LOCKFILL 18 4 0
Tabel9:resultatentoetsingaspect5

Deresultatenvandeanalysemethodezijnredelijk.Ineenruimemeerderheidvandesimulatieswas
hetresultaatveilig.DeLOCKFILLresultatenzijnbijditaspectbeter.

Conclusie
Opbasisvan24praktijkmetingenin8sluizeniseenkalibratieuitgevoerdvoordecorrectiefactorC4.
VoordekalibratievanC4konden13metingengebruiktworden.DegroottevanC4lagbijde
simulatiestussen1,1en1,6.EronderzoekgedaannaareenrelatietussenC4eneenvandeparameters
vandesluis.Erzijntweerelatiesgevonden,eenrelatietussenC4endeafstandtussendeboegvanhet
schipendevuldeur(xb),eneenrelatietussenC4endebreedtevandevulopening(bh).Dezerelaties
luidenalsvolgt:

Derelatieszijnechternietergsterk,deafwijkingenlopenoptot20%.DerelatietussenxbenC4is
fysischteverklaren,derelatietussenbhenC4niet.Erisvervolgonderzoeknodigomeenbetere
schattingvanC4tekunnengeven.

C
4
0.015 x
b
7

2
0.06 x
b
1.15
C
4
0.008 b
h
7

2
0.04 b
h
1.4

Pagina
11/11
DaarnaastzijndesimulatiesopdezelfdewijzegetoetstalsLOCKFILL.Erzijnvijfaspecten
beoordeeld.Desimulatiesdeanalysemethodezijnredelijktotvoldoende.Deresultatenvan
LOCKFILLzijnvergelijkbaartotietsbeter.

Bijdetoetsingisgeblekendateenverdereverdiepingofkalibratienodigisbij:

Deberekeningvandecomponentimpulsafnamebijhethekbijhetledigingsproces.Het
berekenenvandezecomponentzorgtvooreenafwijkingtenopzichtevandepraktijkmetingen.De
componentdientweggelatenteworden(zoalsinLOCKFILLisgedaan)oferdientnader
onderzoekverrichttewordennaarhetstroombeeldbijhethekomeenbetereberekeninguitte
kunnenvoeren.

Devandeeerstepositievepiekbijhetvulproces(voornamelijkveroorzaaktdoordetranslatiegolf).
Dezeissomstegrootensomsteklein.

Deberekeningvandeimpulsafname.Dezeissomstegrootensomsteklein.

Referenties
1. Vrijburcht,A.,Driegen,J.,deJonge,J.J.,RekenprogrammaLOCKFILL,Testenenverificatie(deel
A),WaterloopkundigLaboratorium,Delft,Q1537,november1994

De analyse van vul- en ledigingssystemen van schutsluizen


Eindrapport afstudeerproject
Ontwikkeling analysemethode - rapport
84

ARCADIS 076350579:A - Definitief



Colofon
DE ANALYSE VAN VUL- EN LEDIGINGSSYSTEMEN VAN
SCHUTSLUIZEN
EINDRAPPORT AFSTUDEERPROJECT
ONTWIKKELING ANALYSEMETHODE - RAPPORT
OPDRACHTGEVER:
ARCADIS
HogeschoolUtrecht

STATUS:
Definitief

AUTEUR:
G.Leeuwdrent

GECONTROLEERD DOOR:
ir.F.V.Lenting

VRIJGEGEVEN DOOR:
ir.F.V.Lenting

4juni2012
076350579:A

ARCADISNEDERLANDBV
PietMondriaanlaan26
Postbus220
3800AEAmersfoort
Tel0334771000
Fax0334772000
www.arcadis.nl
Handelsregister9036504

You might also like