Professional Documents
Culture Documents
Laserepilatie Soprano XL 1 PDF
Laserepilatie Soprano XL 1 PDF
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 2
1.
Laser ................................................................................................................................................ 3
1.
2.
1.1.
1.2.
1.3.
Behandeling ............................................................................................................................. 9
Veiligheidsbrillen ............................................................................................................... 12
2.1.2.
2.2.
2.2.1.
2.3.
3.
Rook en spatten..................................................................................................................... 13
Persoonlijke bescherming tegen laserrook. ...................................................................... 13
Handschoenen ....................................................................................................................... 13
3.2.
3.3.
Haargroeifasen ...................................................................................................................... 17
4.
5.
Hypertrichosis ......................................................................................................................... 19
6.
7.
Inleiding
Dit laserboek kan als hulpmiddel gebruikt worden bij een laserontharing behandeling door de huidtherapeuten
en/of stagiaires binnen Aesthetic Beauty Clinics. In dit boek wordt beschreven wat een laser is, welke laser er in
deze kliniek gebruikt wordt en hoe deze werkt. Verder wordt er aandacht besteed aan de veiligheid van een
laserbehandeling, persoonlijke hygine, indicaties en contra-indicaties en er worden aandoeningen beschreven
zoals hirsutisme en hypertrichosis. Daarnaast is de normale en ongewenste haargroei beschreven. Tot slot
staan er adviezen voor de clinten beschreven.
1. Laser
Het woord laser is een afkorting van Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation. In het Nederlands
betekent dit lichtversterking door opgewekte uitstoot van straling.
Laser is een apparaat waarin met behulp van een externe energiebron en een medium (bijv. gas, vloeistof,
halfgeleider- of diode, vaste stof) een coherente, monochromatische en uni-directionele bundel licht wordt
opgewekt. Met andere woorden is de opgewekte lichtbundel sterk geconcentreerd en van n golflengte.
Daarnaast is de bundel evenwijdig en dus convergeert of divergeert niet of nauwelijks. Het laserlicht kan in de
huid leiden tot reflectie (terugkaatsing), absorptie (opnemen van energie), transmissie (transparantie) en
verstrooiing. De werking van de laser is gebaseerd op het principe van selectieve fotothermolyse. Hierbij wil
men dat er zoveel mogelijk energie geabsorbeerd wordt door het target chromofoor en zo weinig mogelijk
door het omliggende weefsel. Verstrooiing in de huid kan veroorzaakt worden door het collageen.
In de huid zijn een aantal chromoforen aanwezig die als target kunnen dienen. In de tabel hieronder volgt een
opsomming hiervan.
Chromofoor
Water: met name in cellen epidermis, dermis
Golflengte
< 400nm /> 800nm
400 1000/1200 nm
Collageen: Dermis
Bij laserepilatie wordt gebruik gemaakt van melanine als chromofoor. Melanine is aanwezig in de haarwortel.
De haren die wit of grijs zijn en dus weinig tot geen pigment bevatten kunnen niet gelaserd worden omdat
laser opzoek gaat naar pigment. De lichtbundels worden in en rond de haarwortel omgezet in warmte,
hierdoor ontstaat een beschadiging aan de haarwortel. In de praktijk is gebleken dat haren binnen 14 dagen
kunnen uitvallen.
Er zijn verschillende soorten lasers op de markt, hieronder volgt een opsomming.
Soort laser
nm
Doel chromofoor
Diodelaser
810
Melanine
Ruby laser
694
Melanine
Alexandrite
755
Melanine
IPL
650-1200
585
Hemoglobine
532
Hemoglobine, melanine
Nd:Yag
1064
CO2
10600
hemoglobine, water
Fractional laser
1540
hemoglobine, water
1.1.
Gebruiksaanwijzing laser
Koeling aanzetten
1 Doe de stekker in het stopcontact.
2
Druk op het witte knopje aan de achterzijde van het koelapparaat. Het apparaat heeft enkele minuten
nodig om op te starten.
Plaats het zwarte plastic koppelstuk op de slang. Deze kun je vervolgens vastzetten aan voorzijde van de
laserhandstuk door het voorzichtig eronder te schuiven.
Als je de laser niet gebruikt zet je de koeling meteen uit, door op het start/stop knop te drukken.
Anders bevriest mogelijk het plastic koppelstuk welke bij het eraf halen kan breken!
Koeling uitzetten
1 Druk op start/stop.
Laser aanzetten
1 Doe de stekker in het stopcontact.
2
De laser aanzetten met de groene knop aan de achterkant van het apparaat.
Het sleuteltje omdraaien. Deze bevindt zich aan de voorzijde van het apparaat, boven het scherm.
Laser uitzetten
1 Draai het sleuteltje om.
2 Druk op de groene knop aan de achterzijde van het apparaat.
Op de volgende paginas wordt beschreven hoe de laser Soprano XL werkt. Hoe de gehele behandeling eruit
moet zien is te lezen in hoofdstuk 1.3 pagina 11.
Minimaal = 5 J/cm
2
Maximaal = 10 J/cm
Bij Total energy (onderaan het scherm) kun je tijdens het laseren zien hoeveel energie al
gebruikt is. Je begint op nul. En gaat door tot dat je roodheid en folliculair oedeem ziet.
Behandeling
Hoe de behandeling in zijn werk gaat wordt uitgebreid beschreven in hoofdstuk 1.3.
Neem de laserhandstuk in de hand en doe altijd het touwtje om de pols.
Druk het voetpedaal in. Houd hem ingedrukt gedurende de behandeling.
Voetpedaal en knop op de laserhandstuk zorgt voor laserbehandeling. Wanneer je n van
beide niet toepast, gebeurt er niets.
Zorg ervoor dat de laserhandstuk goed contact maakt met de huid, geef hierbij geen druk.
Druk het knopje in op de laserhandstuk en beweeg vervolgens vrij snel over het
behandelgebied. Nu hoor je heel veel piepjes achter elkaar. Elke piepje die je hoort is een flits.
Daarom is het belangrijk om nooit stil te blijven staan op n plek! Blijf daarom afwisselend
circulair, horizontaal en verticaal bewegen.
Als je bijvoorbeeld circulair behandelt is het belangrijk dat je het over de gehele gebied doet,
i.v.m. gelijke warmteverdeling.
Bij erytheem stop je. Tenzij de clint het nog even kan verdragen dan kun je nog doorgaan tot
dat je meer erytheem en folliculair oedeem te zien krijg.
Veeg de laserhandstuk af en toe schoon met een gaasje, omdat er een haartje op het glaasje
kan gaan zitten en vervolgens inbranden. Wanneer dit gebeurt is de laserhandstuk niet meer
bruikbaar!
Afronding
Hang de laserhandstuk terug in de houder en druk op het scherm meteen op stand-by zodat
er geen flitsen meer uit kunnen komen.
Als je de laser weer wilt gaan gebruiken, druk dan op het scherm op ready. Op de laser gaat
dan een oranje lampje branden en op de laserhandstuk zie je een blauwe lampje knipperen. Zo
kun je zien dat de laser klaar voor gebruik is. Zet ook de koeling meteen uit
Laserhandstuk goed afdoen met een papieren doekje. Hierbij zorgen dat alle gel weg is, ook alle
gleufjes etc.
Grondig schoonmaken met alcohol of sekusept of chloor
Hoe de behandeling in zijn werk gaat wordt uitgebreid beschreven in hoofdstuk 1.3.
Neem de laserhandstuk in de hand en doe altijd het touwtje om de pols.
Druk het voetpedaal in. Houd hem ingedrukt gedurende de behandeling.
Zorg ervoor dat de laserhandstuk goed contact maakt met de huid, geef hierbij geen druk.
Zet een proef flits en kijk naar de huidreactie. Vraag de clint naar de pijn ervaring.
Nadat een flits gezet is, zet je de instelling 2,4 of 6 stappen omhoog, dit is afhankelijk van de
huidreactie en de pijn ervaring van de clint. Telkens nadat je een proef-flits zet, wacht je even
en bekijk je goed de huidreactie. Wat je wilt zien is erytheem en folliculair oedeem.
Druk het knopje in op de laserhandstuk. Vervolgens verschuif je de laserhandstuk telkens 1 cm.
Het tempo is afhankelijk van het aantal flitsen per seconde. Zorg daarbij dat de banen die je met
de laser maakt elkaar 1 a 1,5 mm (dikte van rand van laserhandstuk) overlappen omdat het
kop net iets groter is dan het glaasje van de laser.
Het te behandelen gebied behandel je twee keer: n keer horizontaal en een keer verticaal.
Hierbij volg je de rondingen van het lichaam en tegelijkertijd zorg je ervoor dat de laser altijd
contact maakt met de huid.
Veeg de laserhandstuk af en toe schoon, omdat er een haartje op het glaasje kan gaan zitten en
vervolgens kan inbranden. Wanneer dit gebeurt is de laserhandstuk niet meer bruikbaar!
Afronding
Hang de laserhandstuk terug en druk op het scherm meteen op stand-by zodat er geen flitsen
meer uit kunnen komen. Zet ook de koeling meteen uit.
Als je de laser weer wilt gaan gebruiken, druk dan op het scherm op ready. Op de laser gaat
een oranje lampje branden en op de laserhandstuk zie je een blauwe lampje knipperen. Zo kun
je zien dat de laser klaar voor gebruik is.
Laserhandstuk goed afdoen met een papieren doekje. Hierbij zorgen dat alle gel weg is, ook alle gleufjes
etc.
Schoonmaken met alcohol of sekusept of chloor
1.2.
Persoonlijke hygine
Nagels
Nagels zijn kortgeknipt en schoon. Geen nagellak.
Het is niet toegestaan kunstnagels te dragen, want kunstnagels kunnen een bron van besmetting
vormen. Er kunnen bacterin en/of virussen er onder gaan zitten.
Haar
-
Sieraden
Met name bij het verrichten van ingrepen waarbij de huid of de slijmvliezen doorbroken worden, is het
noodzakelijk vooraf de handen en onderarmen goed te reinigen. Deze reiniging is niet mogelijk wanneer de
handen en/of de onderarmen met sieraden zijn bedekt.
Tijdens het behandelen van een patint worden geen ringen, armbanden of polshorloges gedragen.
Geen piercing (nooit dragen, ongeacht soort behandeling).
Gebruik van zakdoeken
Gebruikte zakdoeken die in de broekzak of elders in de kleding worden meegedragen, kunnen als
besmettingsbron fungeren en iedere keer dat ze worden aangeraakt de handen besmetten.
Tijdens de werkzaamheden worden papieren zakdoekjes gebruikt.
Na gebruik worden de zakdoekjes direct weggegooid en de handen gereinigd of gedesinfecteerd.
Werkkleding
Werkkleding (jasschort of pak) heeft zowel een herkenningsfunctie als een beschermende functie en
dient tijdens behandelingen steeds te worden gedragen.
De werkkleding moet op een temperatuur van tenminste 60C wasbaar zijn.
Werkkleding wordt in elk geval dagelijks, maar direct bij zichtbare ver-ontreiniging, vervangen.
De werkkleding mag niet buiten de praktijk worden gedragen.
Wondjes
Open wondjes aan de handen of huidbeschadigingen worden afgedekt met een niet vochtdoorlatende pleister.
Eventueel worden handschoenen gedragen (Infectiepreventie, 2009).
1.3.
Behandeling
Instaleer de patint.
Persoonlijke hygine
en bescherming
Was je handen en trek daarna disposable handschoenen aan indien de huid niet
gesloten is of wanneer dit noodzakelijk is voor de behandeling
Inspectie
Fotos maken
Er zijn minstens drie momenten wanneer fotos gemaakt worden bij een clint. Bij de
eerste behandeling, ergens in het midden (behandeling nummer 4) en bij de laatste
behandeling.
Maak eerst foto van de behandelkaart van de clint, zodat het duidelijk is bij wie de
fotos horen.
Maak een foto van het gehele behandelgebied.
Maak enkele fotos van dichtbij van het gebied, pas je fotocamera daarop aan door op
het tulpje (zoom stand) te drukken.
Koeling aanzetten
Zet de koeling aan, zie hoofdstuk 1.1. Het apparaat heeft enkele minuten nodig om op
te starten.
Zet de zwarte plastic koppelstuk op de slang, deze kun je vervolgens vastzetten aan
de laserhandstuk door het voorzichtig eronder te schuiven.
Huid schoonmaken
Scheren
Neem een plastic wegwerp mesje of de tondeuse met steriele wegwerpkop en scheer
de haren van de patint. Let hierbij goed op om geen wondjes te veroorzaken. Zorg
ervoor dat alle haren geschoren zijn. Gooi het gebruikte mesje in de grote
naaldencontainer (in de kast naast de wasbak).
Neem een stukje tape en haal alle losse haren weg.
Met de koeler (op een lage stand) kun je de overige haren wegblazen.
Aftekenen te
behandelen gebied
Neem een wit huidpotlood en verdeel het huidgebied in vakjes. Dat doe je om voor
overzicht te zorgen. De vakjes helpen je om de energie goed te verdelen. Eventuele
plekjes zoasl moedervlekken kun je ook met het witte huid huidpotlood inkleuren ter
voorkoming van te veel energie opname.
Breng contactgel
aan
Doe voldoende gel op de huid en verdeel deze met een spatel. Leg de spatel op een
papieren doekje, deze kun je nog hergebruiken.
Laser instellen
Veiligheid
Vraag de clint en eventueel anderen die aanwezig zijn in de laser ruimte om de bril
op te zetten. Dat is ook verplicht.
Zet zelf het mondkapje en de bril op.
Behandeling
Zet de koeling aan. Kijk bij hoofdstuk 1.1. voor meer info.
Doe de laserhandstuk goed loodgrecht op de huid. Geef hierbij geen druk.
Geef een proefpuls en kijk naar de huid- en haarreactie. Vraag ook naar de
pijnervaring van de clint. Kijk bij hoofdstuk 1.1. naar hoe de laser juist ingesteld moet
worden.
Onthoud of noteer op de behandelkaart de instellingen waarmee de clint behandelt
wordt.
Na dat het gebied behandeld is, verwijder je de gel af van de clint.
Smeer de huid in met alo vera gel. Indien de huidreactie zeer heftig is kun je kiezen
voor flammazine zalf.
Geef de adviezen aan patint. Zie hoofdstuk 6.
Doe de behandelbank helemaal omlaag zodat de clint makkelijk af kan stappen.
Vraag aan de clint of die genteresseerd is in aankoop van alo vera gel. Indien niet
het geval is, geef een klein potje mee naar huis.
Noteer je bevindingen, instellingen en huidreactie in het dossier van de clint.
Schoonmaken
Koelingkop afdoen met een papieren doekje en loskoppelen van de koeling slang. In
de wasbak goed spoelen en vervolgens schoonmaken met alcohol.
Laserhandstuk goed afdoen met een papieren doekje. Hierbij zorgen dat alle gel weg
is, ook alle gleufjes etc. Schoonmaken met alcohol.
Maak de brillen schoon met het daarvoor geschikte reinigingsmiddel (groene flesje) en
zet ze terug in het brillenrekje.
Gooi het papieren kleed of het groene wegwerplaken weg. En leg er een nieuwe op
Breng de gebruikte handdoeken naar de was.
Indien nodig, neem de stofzuiger en zuig alle haren rondom de behandelbank.
2.1.
Het is een misvatting dat blootstelling aan straling alleen optreedt door per ongeluk verkeerd richten met de
laserstraal. Er zijn ampele berichten van breuk in een laserfiber of losraken van een verbindingsstuk of
opzetstuk van een laserarm. Daardoor kan op ieder moment tijdens het gebruik van laser de laserstraal
ongecontroleerd door de ruimte gaan. Ook reflectie of verstrooiing van straling kan optreden. Daarom dienen
alle materialen die in het laserveld worden gebruikt, op een speciale manier geruwd te zijn. Tevens mogen
clint en personeel geen sieraden dragen. Twee delen van het oog lopen gevaar bij blootstelling aan laser: de
cornea en retina. Welk deel gevaar loopt, is golflengteafhankelijk (zie tabel hier onder).
Tabel : Golflengtegebieden met risico voor verschillende delen van het oog
Gebied at risk
Golflengte in nm
Soort licht
Retina
400-1400
Zichtbaar en nabij-infrarood
Cornea
1400-10.600
Mid- en ver-infrarood
Retinaschade is permanent en daarom het ernstigst. Daar komt bij dat als gevolg van de natuurlijke functie van
het oog de inkomende straling gefocusseerd wordt. Dat betekent dat de schade qua uitgebreidheid wordt
beperkt, maar qua intensiteit wordt vergroot. Reden dat laserstraling zo goed wordt gefocusseerd, is dat de
divergentie zo klein is. Een perfecte parallelle bundel wordt door het lenzensysteem van het oog als een
(oneindig) klein puntje afgebeeld. Het maakt dus verschil of het laserlicht direct op de retina komt (kleinste vlek
op retina) of via een lenzensysteem of fibers (grotere vlek op retina). Hier wordt rekening mee gehouden bij
het bepalen van de NOHD (nominal ocular hazard distance) bij verschillende toepassingen. Bij blootstelling
aan golflengten in het zichtbare spectrum (400-760 nm) zal het oog reflexmatig knipperen en afgewend
worden. Aangezien het oog geen pijnreceptoren heeft, zal bij blootstelling aan golflengten in het nabije
infrarood 760-1400 nm het gevaar niet onmiddellijk worden opgemerkt en de schade het grootst zijn. Het is
niet toevallig dat bij de Nd:YAG-laser (1064 en 1320 nm) het meest frequent retinabeschadiging gezien is. Ook
de nieuwere diodelasers (800-1000 nm) vallen in deze categorie. De Q-switched lasersystemen kunnen naast
directe thermische schade nog een mechanisch effect hebben: door de zeer kortdurende (nanoseconden) met
gelijktijdige zeer hooggedoseerde energiepuls zal zich vanuit de inslagplaats een schokgolf over de retina
uitbreiden, die kan leiden tot lysis, ruptuur en desintegratie van het oog.
Golflengten van mid- en ver-infrarood (> 1400 nm) worden vooral door water in de cornea en bij hoge
intensiteit ook door de lens geabsorbeerd. Aangezien de buitenste lagen van de cornea snel regenereren, zal
een geringe beschadiging geen blijvende impact hebben. Echter, diepere beschadigingen kunnen leiden tot
permanente troebelingen (Berretty et al, 2004).
2.1.1. Veiligheidsbrillen
In de praktijk wordt algemeen gesteld dat allen aanwezig in de laserruimte (dus ook de clint) een
beschermingsbril op moeten hebben die voor de desbetreffende laser geschikt is. De werking van een
laserbeschermende bril wordt bepaald door twee items, die op de bril moeten worden gemeld:
het golflengtegebied waarin de bril werkzaam is;
de optical density (OD) die in dat golflengtegebied wordt bereikt.
In de praktijk geldt dat voor ieder type laser een aparte beschermingsbril nodig is. De veiligheidsbril beschermt
alleen tegen incidentele blootstelling, en meestal alleen tegen directe kortdurende belichting of langere diffuse
belichting (bijvoorbeeld als gevolg van reflectie). In veel brillen wordt een gat gebrand bij langdurig beschijnen
(Berretty et al, 2004).
Het dragen van een laserveiligheidsbril (ISO 6161) wordt verplicht gesteld. De bril dient wel periodiek op goed
functioneren te worden gecontroleerd (NVH, 2008).
2.2.
Rook en spatten
Er is veel te doen over de materialen die als een arosol van de patint af kunnen komen. Deze kunnen
ontstaan in de vorm van rook of door het foto akoestische effect van de laser, waarbij deeltjes van de huid met
grote kracht de lucht in worden geschoten. Dit laatste effect treedt alleen op bij gebruik van gepulste of Qswitched lasers. De samenstelling van de rook van de Nd:YAG en de CO2-lasers is min of meer gelijk aan die
van elektrocoagulatie en bevat toxische organische stoffen zoals koolmonoxide, benzeen, tolueen
en aromatische koolwaterstofverbindingen. Tevens is er intact humaan papillomavirus gevonden in CO2laserrook. Er zijn aanwijzingen dat HIV-transmissie mogelijk is. Naast goede rookafzuiging is bescherming van
de luchtwegen door middel van een speciaal daarvoor ontworpen lasermondmasker noodzakelijk (Berretty et
al, 2004).
2.3.
Handschoenen
3. Normale haargroei
3.1.
Embryonale ontwikkeling
De haarfollikel vormt samen met een of meer talgklieren en een spiertje genaamd musculus errector pili het
haar-talgklier-complex. Uit dit complex kan een terminale haarfollikel ontstaan of een talgklierfollikel met
een dunne, niet-gepigmenteerde vellushaar.
De haarfollikels ontstaan rond de tiende week van de embryonale ontwikkeling als epidermisverdikkingen
(ectoderm) die de onderliggende dermis binnendringen. Onderaan deze verdikking ontwikkelen zich de
primitieve haarkiemen die zich in gaan stulpen. Deze instulpingen worden snel opgevuld met mesodermaal
weefsel van waaruit zich bloedvaten en zenuwuiteinden ontwikkelen. Tegen het eind van de derde maand
verschijnen in het gebied van de wenkbrauwen en bovenlip de eerste haartjes aan de oppervlakte. Rond de
zevende maand is de aanleg van alle haarfollikels voltooid. Na de geboorte ontwikkelen zich geen nieuwe
haarfollikels meer.
Uit de embryonale haarfollikels ontwikkelt zich het prenatale haarkleed (lanugohaar). Dit haar wordt nog voor
de geboorte vervangen door vellus haar, behalve op het schedeldak, ter plaatse van de wimpers en de
wenkbrauwen. Op deze plaatsen wordt in dezelfde periode terminaal haar gevormd. Vellus haar is zacht,
mergloos, ongepigmenteerd en korter dan 1 cm. Het terminale haar is grof, gepigmenteerd en wisselt in lengte.
Onder invloed van androgene hormonen kunnen vellus haren in bepaalde gebieden (armen, benen, oksels,
schaamstreek en gelaat) vervangen worden door terminale haren. Deze verandering van het haartype vindt als
fysiologisch proces plaats in de puberteit, maar kan ook in een vroegere levensfase pathologisch voorkomen.
Een mens heeft ongeveer 2.000.000 haren op zijn lichaam. Bij elk individu is deze verdeling anders, dit is
genetisch bepaald (Wisman, 2012).
%
katagene
haren
Tijdsduur
telogene
fase
Tijdsduur
anagene
fase
Follikels
per cm2
gebied
%
telogene
haren
Dagelijkse
groei
snelheid
Totaal
aantal
follikels
Diepte
follikel
anagene
fase
Hoofd
13
85
1-2
3-4 mnd
2-6 jaar
350
0.35 mm
3-5 mm
Wenk
90
10
3 mnd
1-2 mnd
1 miljoen
voor totale
hoofd
Oor
85
15
3 mnd
1-2 mnd
Wang en
kaak
30-50
50-70
3 mnd
1 jr
880
0.32 mm
2-4 mm
Kin
30
70
3 mnd
1 jr
500
0.38
2-4 mm
Snor
35
65
1 1/5 mnd
4 mnd
500
Oksel
70
30
3 mnd
4 mnd
65
0.3 mm
70
0.3 mm
Huid
0.16
2-2.5 mm
brauw
Romp
1-2.5 mm
3.5-4.4
mm
425.000
2-4.5 mm
3.5-4.75
mm
Pubis
70
30
3 mnd
3 mnd
70
Armen
80
20
4-5 mnd
3-4 mnd
80
0.3 mm
220.000
Benen
80
20
6 mnd
4 mnd
60
0.21 mm
370.000
Borsten
70
30
65
0.35 mm
2.5-4 mm
3-4.5 mm
Noot: Deze tabel dient als nuttig hulpmiddel. Er zijn veel factoren die de cijfers van deze tabel kunnen benvloeden. Er kunnen
kleine verschillen zitten in de percentagse anagene, katagene en telogene haren.
3.2.
3.3.
Haargroeifasen
Er zijn drie fasen van haargroei: anagene fase (groeifase), katagene fase (overgangsfase), telogene fase
(rustfase). De tijdfase waarin de haren groeien is afhankelijk van het lichaamsgebied. De haargroei heeft een
cyclisch karakter waarin de drie verschillende fasen onderscheiden kunnen worden:
1.
Anagene fase: Dit is het stadium van de actieve groei. De celdeling is hoog, de haren groeien ongeveer 0,4
mm per dag. De anagene fase duurt het langst, gemiddeld 3-5 jaar voor de hoofdharen, maar slechts 1-6
maanden voor de wenkbrauwen en wimpers. Ongeveer 90% van de haren bevinden zich in deze fase. Er
vindt in deze fase pigmentvorming in de haren plaats. De worteluiteinden van de haren in de anagene fase
bevatten het meeste pigment. De haren zitten vast in de follikel. Bij het uittrekken van de haren zie je de
haarschacht omhuld met een wit laagje en aan de wortel een zwart bolletje.
2.
Katagene fase: Dit is de overgangsfase waarop het eind van de groeifase wordt ingeluid. Deze fase duurt
het minst lang, ongeveer 2-3 weken voor het hoofdhaar. Tijdens deze fase stopt de groei en neemt de
pigmentvorming in de haren af. De haarfollikel wordt korter en trekt zich terug. Hierdoor verliest de
haarfollikel het contact met de hypodermis waardoor er ook geen voedingsstoffen meer opgenomen
kunnen worden. De haarwortel verdwijnt en het worteleinde verandert in een knotachtige vorm.
3.
Telogene fase: Dit is de rustfase van het haar en is de laatste fase van de haargroeicyclus. De tijdsduur van
deze fase is afhankelijk van hoe lang het duurt voordat de volgroeide haar nodig heeft om uit te vallen.
Meestal is dit ongeveer 3-4 maanden. De cellen van de inwendige wortelschede verliezen hun onderlinge
verband en de haar ligt los in de follikel. De korte follikel blijft met een epitheelstreng, die is ontstaan uit
de uitwendige wortelschede, verbonden met de haarpapil. De onderste cellen groeien verder in de diepte
en omsluiten de haarpapil. Daardoor wordt een nieuwe haarmatrix gevormd. Van daaruit kan een nieuwe
haar gaan groeien. De oude haar valt uit.
Na de telogene fase zal uit dezelfde follikel weer een nieuwe haar gevormd worden, die opnieuw de gehele
groeicyclus zal doormaken. Anders dan bij de meeste zoogdieren, waarbij de haarfollikels de drie
opeenvolgende stadia nagenoeg synchroon doorlopen, vindt bij de mens de groeicyclus van de verschillende
haarfollikels ongeveer onafhankelijk van elkaar plaats. Dit wordt ook wel het mozaekpatroon genoemd
(Wisman, 2012).
4. Ongewenste haargroei
Er wordt onderscheid gemaakt tussen toegenomen beharing op plaatsen waar al beharing aanwezig is, en een
verandering van het beharingspatroon waardoor er haargroei is op plaatsen waar normaal geen beharing
aanwezig is.
Er zijn verschillende vormen van ongewenste haargroei:
Cultuur: De oorzaak van ongewenste haargroei is voor een groot deel te vinden in de cultuur. In Nederland
vinden veel mensen dat vrouwen gladde benen en oksels moeten hebben. Haargroei wordt op deze
plaatsen daarom als ongewenst ervaren.
Zwangerschap: Er zijn twee factoren die er voor zorgen dat er in de zwangerschap meer haargroei
optreedt, of haargroei op andere plaatsen.
1. In de zwangerschap worden alle organen beter doorbloed, zo ook de huid. Hierdoor worden ook de
haarzakjes beter doorbloed waardoor de haargroei toeneemt.
2. In de zwangerschap is er een toename van geslachtshormonen (androgenen). Hierdoor kan er extra
haargroei ontstaan op plaatsen waar normaal gesproken weinig beharing aanwezig is. Plaatsen
waarop deze haargroei ontstaat zijn; rond de navel, de lijn tussen het schaambot en de navel, op de
borsten, armen, benen en rug. Ook is er meer haargroei op het hoofd. Deze haargroei tijdens de
zwangerschap ontstaat meestal gedurende het eerste trimester.
Na de zwangerschap vallen deze 'extra' haren weer uit.
Medische aandoeningen: Hypertrichose en Hirsutisme , zie hoofdstuk 4.1 en 4.2
Medicijngebruik: Een aantal medicijnen heeft haargroei tot gevolg, bijvoorbeeld androgene steroden.
Deze medicijnen stimuleren de haargroei waardoor er overbeharing kan ontstaan (Wisman, 2012).
5. Indicaties en contra-indicaties
Indicaties:
Haren met voldoende pigment (geen grijze, licht blonde of witte haren) en niet al te donkere huidtype
( t/m huidtype 3 kun je ontharen met stationair en vanaf huidtype 4 met SHR).
Contra-indicaties:
Medicijnen
Steroden (de behandeling slaat niet aan) en androgeenpreparaten
Antibiotica penicilline
Ontstekingsremmers prednison, corticosteroden
Ro-accutane, iso-tretoine (acne-medicijn)
Voor meer informatie over medicijnen zie bijlage 3
Zwangerschap, borstvoeding het is niet bekend of het wel of niet schadelijk is voor de vrucht,
daarom wordt het afgeraden. Ook kunnen de hormonen een grote rol spelen bij ongewenste
haargroei tijdens de zwangerschap.
Psoriasis alleen niet op de plek van aandoening, het kan een trigger zijn
Eczeem - alleen niet op de plek van aandoening, het kan een trigger zijn
Herpes simplex en zoster niet in de beurt van herpes werken want het kan een trigger zijn
Auto-immuunziekten met ontstekingen
Pacemaker - de pacemaker kan ontregeld worden door een behandeling
Lichtdermatosen
Glycolzuur behandelingen/ vit A creme
Pil gebruik of spiraaltje kan ongewenste haargroei veroorzaken in hormoon gevoelige gebieden.
5.1. Hirsutisme
Het is een aandoening waarbij sprake is van overmatige beharing bij een vrouw volgens mannelijk patroon.
Voorkeursplaatsen zijn: bovenlip, kin, borst, rug, onderbuik, dijen en onderarm.
Oorzaak:
Idiopathisch of familiair
Medicamenteus sommige medicijnen hebben als bijwerking een mannelijk beharingspatroon
(androgeenpreparaten en corticosteroden)
Hormonaal bijv. verhoogde bijnierschorsfunctie of een verhoogde ovariumfunctie. Dit kan
veroorzaakt worden door een tumor in de bijnierschors of in de ovaria
Syndroom van Cushing wordt veroorzaakt door overproductie van bijnierandrogenen en gaat
gepaard met rompadipositas, striae, verlies van spiermassa, hypertensie, hyperglykemie en
osteoporose.
De meest voorkomende oorzaak (70-80 % van de gevallen) van hirsutisme is het PCOS (Polycysteusovariumsyndroom) Ongeveer 7-8 % van de premenopauzale vrouwen heeft PCOS. PCOS is een verzamelnaam
voor een aantal samenhangende afwijkingen, waarbij vaak (kleine) cysten in de eierstokken aanwezig zijn.
Daarnaast hebben vrouwen last van onregelmatige menstruele cyclus en androgeenovermaat. De eicellen
groeien niet of onregelmatig, waardoor er geen of onregelmatig een eisprong optreedt en vrouwen
onregelmatig of niet menstrueren. Doordat de eisprong onregelmatig of geheel niet plaatsvindt zijn deze
vrouwen verminderd vruchtbaar (E.J. van Zuuren, 2007).
Verandering haren
Androgenen veranderen in de androgeengevoelige huid de dunne, korte, meestal ongepigmenteerde
vellusharen in stuggere, gekrulde, gepigmenteerde haren, die terminale haren worden genoemd (E.J. van
Zuuren, 2007).
5.2.
Hypertrichosis
Hypertrichose (hyper =te veel; trichos=haar) betekent letterlijk overmatige haargroei en komt zowel bij
mannen en vrouwen voor. De beharing is bij deze aandoening sterker dan men op dat moment zou verwachten
bij een bepaald persoon, uitgaande van leeftijd, geslacht en ras. Wat als overmatige haargroei wordt
beschouwd is natuurlijk discutabel en sterk afhankelijk van de omgeving.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten hypertrichosis, namelijk:
Gegeneraliseerde hypertrichosis: Dit is overmatige haargroei over het hele lichaam, maar is zeer zeldzaam.
De overbeharing kan al vanaf de geboorte aanwezig zijn, of later pas ontstaan
Gelokaliseerde hypertrichosis: Dit is overmatige haargroei beperkt tot bepaalde huidgebieden en heeft
verschillende oorzaken:
1. Huidirritatie: Steeds terugkerende irritatie van de huid kan leiden tot lokale overmatige haargroei
2. Congenitaal: Overmatige haargroei wordt ook gezien bij bepaalde aangeboren afwijkingen zoals het
Becker naevus of het naevus naevocellularis
3. Geneesmiddelen: Sommige geneesmiddelen veroorzaken overmatige haargroei zoals androgene
steroden
4. Idiopatisch (Wisman, 2012).
Type 2
Score 7-13
Verbrandt vaak
Wordt langzaam, moeilijk bruin
Lichte huid, blond haar, lichte ogen
Score 14-20
Verbrandt zelden
Gemakkelijk bruin
Licht getinte huid, donker blond tot bruin haar, bruine ogen
Score 21-27
Verbrandt bijna nooit
Snelle bruin
Getinte huid, donker haar, donkere ogen
Mediterraans, Aziatisch
Type 5
Score 28-34
Zeer goed bestand tegen de zon, verbrandt zeer zelden
Wordt altijd makkelijk bruin
Huidskleur: donkerbruin.
Ogen en ogen: donker / bruin.
Midden- Oosten, Indirs.
Type 6
Score 35+
Zeer goed bestand tegen de zon, verbrandt nooit.
Negroide type, donkere huidskleur
3 uur zon geen factor
Beter lichte factor
7. Adviezen na de behandeling
1.
Vier weken vr en n de behandeling uit de directe zon blijven. Ook zonnebank of zelfbruinende
middelen worden afgeraden. Dat i.v.m. de risico op pigmentverschuivingen.
a. Indirecte straling kan worden tegengehouden door het opsmeren van factor 50, half uur voor
dat men naar buiten gaat. Vervolgens iedere twee uur opnieuw aanbrengen.
2.
Niet warm baden, douchen of naar de sauna gaan tot twee dagen na de behandeling. Dat i.v.m. met
de warmte die met de laser in de huid is gebracht. Warmte moet de huid uit kunnen treden, niet
insluiten.
3.
Voor de volgende behandeling de haren vooraf ontharen d.m.v. een oppervlakkige ontharingstechniek
zoals scheren, knippen, trimmen of ontharingscremes. Niet epileren of harsen, omdat de laser
pigment van de haren zoekt en wanneer het haarzakje leeg is heeft laser geen effect.
4.
Bij veel last van een branderig gevoel en/of warmte kunt u een koude douche nemen of koud
kompres op het gebied leggen.
5.
6. Voor de volgende behandeling moet de huid vrij zijn van make-up, bodylotion, deodorant en
olieproducten.
Geciteerde werken
ALMAlasers. (2013). Alma Lasers. Opgeroepen op mei 16, 2013, van
http://www.almalasers.nl/soprano.php
Berretty et al, P. (2004). Laserbehandeling en flitslamptherapie. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden
Communications B.V.
E.J. van Zuuren, H. P. (2007). Hirsutisme . Ned Tijdschr Geneeskd, 151:2313-8 .
Infectiepreventie, W. (2009). Infectiepreventie Huidtherapie.
NVH. (2008). Licht en laserveiligheid voor de huidtherapie. Nieuwleusden: Laservision Instruments
BV.
Richards M.D e.a. (1991). Cosmetic and medical electrolysis and temporary hair removal. ISBN:
096474601
Wisman, E. (2012). Syllabus Ontharen, De Haagse Hogeschool.
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
0
1
2
3
4
De uitkomst van de test (totaal van A, B en C) ligt tussen de 0 en 40 punten en aan de hand hiervan kan de huid
worden ingedeeld in 6 huidtypen:
0 t/m 7 punten
8 t/m 16 punten
17 t/m 25 punten
26 t/m 30 punten
Meer dan 30 punten
huidtype 1
huidtype 2
huidtype 3
huidtype 4
huidtype 5 of 6
Anti - Conceptie/
Hormonen
Anti - Epileptica
Anti - Psychotica/
anxiolytica, anti
depressiva
kalmeringsmiddelen etc.
Anti Malaria
Chemotherapeutica
Cardiale medicatie
Diuretica
Fotoallergische reactie
Antibiotica
Anti - Conceptie/
Hormonen
Anti - Epileptica
Anti - Psychotica/
anxiolytica
Anti Malaria
Chemotherapeutica
Cardiale medicatie
Diuretica
Enoxacin, Nalidixinezuur
Oestrogenen
Phenobarbital
Imipramine (imipramine dragees) , Promazine , Thioridazine
Quinidine
Chloortiazide, Fenofibraat / Pravastatine(pravafenix), Hydrochloorthiazide (rasilez
HCT)
Fototoxische reactie
Antibiotica
Anti - Conceptie/ Hormonen
Anti - Epileptica
Anti - Psychotica/ anxiolytica, anti depressiva
kalmeringsmiddelen etc.
Anti malaria
Chemotherapeutica
Cardiale medicatie
Diuretica
Literatuurlijst
http://www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/ftxt/fototoxische-geneesmiddelen.htm
http://gebu.artsennet.nl/Archief/Tijdschriftartikel/Geneesmiddelengeinduceerde-fotodermatosen.htm
http://www.beswic.be/vlaams-brabant/nl/teaser/KOS_deel1.pdf
http://www.vwva.be/activiteiten/sag%202010-2011/DeRidder%20deel1.pdf
http://www.nvpc.nl/stand/35306laserb-rl-2004.pdf
http://www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/ftxt/foto-toxische-foto-allergische-reacties.htm