You are on page 1of 7

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e Lucrisia Mans Mentor M Houet


) PEH16VD Datum 11 april
Klas Basisschool D Groep 6/7
Stagescho Eindhoven Aantal 23
ol lln.
Plaats
Vak- vormingsgebied:
Levensbeschouwing (gecombineerd met natuur en techniek.)
Speelwerkthema / onderwerp:
Pasen
Persoonlijk leerdoel:
- Tijdens deze les stel ik mijzelf zichtbaar en enthousiast op. Dit wil ik doen door zichtbaar een vrolijke en oprechte houding voor de klas aan te
nemen.
- Aan het einde van de periode kan ik laten zien dat ik effectieve leraarcommunicatie beheers. Dit doe ik door grote gebaren, stem, mimiek,
lichaamshouding, oogcontact toe te passen en te letten op mijn positie in de groep.
Productdoel Evaluatie van lesdoelen:
Aan het einde van de les/tijdens de les kunnen de leerlingen: Door middel van een woordspin bespreken we het onderwerp Pasen. Op deze
- Vertellen wat er met Pasen gevierd wordt. manier komen we erachter wat de leerlingen al weten. Hier gaan we klassikaal
- Vertellen welke andere christelijke dagen er in de paasweek op verder.
voorkomen.
Tijdens het klassikaal uitvoeren van de proeven kunnen de leerlingen
Procesdoel klassikaal overleggen wat er zou kunnen gebeuren en wat er vervolgens echt
De leerlingen kunnen: gebeurt.
- In een groep hun bevinden delen en beargumenteren waarom ze
iets doen. Aan het einde van de les bespreken de leerlingen hoe het onderlinge overleg
- In gesprek gaan over wat er bij het paasfeest hoort. tussen de leerlingen verliep. Wat ging hierbij goed en wat niet?
- Gebruik maken van een woordspin.

Kerndoel 38
De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen
die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke
rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en
met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele
diversiteit.
(Kerndoel 38, sd)
Pedagogische beginsituatie.
Uit mijn sociogram blijkt dat een groot deel van de klas met bijna iedereen kan samen werken. Ze kiezen daarbij het liefst wel voor hun vriendjes
of vriendinnetjes tijdens het maken van opdrachten of het vrij spelen. Tevens is er in mijn sociogram te zien dat twee leerlingen als negatief in de
klas worden gekozen. Deze twee leerlingen zitten naast elkaar toe.
Uit de klimaatschaal die ik in de klas heb afgenomen is te lezen dat een grote groep leerlingen zich op hun gemak voelen binnen de groep. Tevens
kun je lezen dat de leerlingen niet bang zijn om een antwoord te geven zonder uitgelachen te worden. Hier is van 21 keer bijna nooit op gestemd.
Dit kan ik afleiden uit de lessen. De leerlingen steken vaak zelf de vinger op of geven antwoord op de vragen.

Uit mijn pedagogische beginsituatie blijkt dat ik rekening moet houden met de twee leerlingen die negatief zijn gekozen. Door deze leerlingen bij
een andere leerling, in overleg met mijn mentor, te plaatsen. Mijn doel is om de twee leerlingen beter in de groep te plaatsen, waardoor er
misschien een groter saamhorigheidsgevoel word gecreerd in de groep.

Vakspecifieke beginsituatie.
De leerlingen bevinden zich in de volgende levensbeschouwelijke fase van James Fowler.
Fase 2: mythisch letterlijke levensbeschouwing
Verhalen geven samenhang en zin aan het leven. Symbolische verhalen worden letterlijk opgevat, horend bij een aparte wereld die onderscheiden
wordt van de eigen ervaringswereld.

De leerlingen bevinden zich in bovenstaande fase omdat ze Pasen nog niet zien als het christelijk feest waar Jezus Christus opstond uit zijn graf,
maar als een feest met de paashaas. Ze leggen de link met het geloof nog niet.
Lesverloop
Tijd Leerinhou Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen /
d Leraar leergedrag leerling(en) Organisatie
10 - 15 Introductie - De leerlingen komen gezamenlijk in de - De leerlingen zitten op hun eigen plek. Groot vel.
minuten. les en kring zitten. - De leerlingen nemen iets in gedachte wat te maken Stiften.
woordspin Op de tafel ligt een groot vel. heeft met Pasen. ABC bordje.
maken. - Ik geef de leerlingen een kleine - De leerlingen schrijven deze gedachte op in een
opdracht. Denk na over iets wat jij bij woordspin
Pasen vind passen. - De leerlingen praten over wat er in de woordspin is
- Door middel van twee stiften schrijven opgeschreven en kijken gezamenlijk wat er nog meer
de leerlingen deze gedachten op in een bij hoort.
woordspin.
- We bespreken de woordspin en kijken we - De leerlingen luisteren naar de uitleg van de ei-
klassikaal of er nog iets toegevoegd kan proeven.
worden aan de woordspin. - De leerlingen gaan in het samengestelde groepje
bij elkaar zitten aan een tafel.
- Vervolgens leg ik uit dat we ei-proefjes
gaan uitvoeren in groepen.
- Op het digibord laat ik de
samengestelde groepen zien.
- Elke groep krijgt een A-B-C bordje mee
en mag aan n van de aangewezen
tafels gaan zitten.
30 Klassikaal - Ik geef de groepen elke keer n - De groepen overleggen na het zien van de stelling. Gekookte eieren
minuten. ei-proefjes stelling: - De groepen laten door middel van het ABC bord Rauwe eieren
uitvoeren. Een ei blijft drijven in zout water. zien wat zij het juiste antwoord vinden. Eierdoos
Je kan een ei stuk knijpen met n hand. - De leerlingen verantwoorden hun antwoord. Plastic
Je kan een ei rechtop zetten zonder het te zakjes/boterhamzakjes
breken. - Tijdens de uitvoering van de proef komen er twee Zout
Een ei dat langzaam draait is rauw. leerlingen naar voren om de proef uit te voeren. ABC bordje
- De leerlingen stellen vragen en komen tot
- De leerlingen delen hun bevinden kort in conclusies waarom iets op deze manier gebeurt.
het eigen groepje. Hierna kiezen ze voor
antwoord A (waar) of B (niet waar).
- We bespreken we bevindingen en
verwachtingen van de leerlingen. Wat
denken zij dat er gaat gebeuren?
- Hierna wordt de proef werkelijk
uitgevoerd. Hierbij vraag ik steeds hulp
van twee leerlingen uit verschillende
groepen.
- Aan het einde van de proef is het
duidelijk welke groep het juist had.
- Ik verantwoord nu ook waarom het
antwoord A of B is.

Dit bovenstaande herhaalt zich bij elke


nieuwe stelling.

5 Afsluiting - We evalueren klassikaal de les. - De leerlingen evalueren klassikaal de volgende


minuten. en - We bespreken klassikaal een aantal vragen:
evaluatie vragen: Wat vonden de leerlingen leuk of niet leuk aan deze
van de les. Wat vonden de leerlingen leuk of niet leuk les en waarom was dat?
aan deze les en waarom was dat? Hoe verliep de samenwerking in de groep en
Hoe verliep de samenwerking in de groep waarom was dat?
en waarom was dat? Wat heb je geleerd tijdens deze les?
Wat heb je geleerd tijdens deze les?
Persoonlijke reflectie
Tijdens de introductie van de les hebben we het over Pasen gehad. De leerlingen schreven ieder n ding op.
Dit had volgens de leerlingen allemaal te maken met Pasen.
Tijdens deze introductie opdracht was het rumoerig op een aantal momenten. Ik heb daarbij redelijk wat leerlingen moeten waarschuwen en
leerling B n laatste kans gegeven.

Tijdens het uitvoeren van de proeven waren de leerlingen zeer enthousiast bezig. Soms iets te enthousiast naar mijn mening, omdat ik soms met
mijn stem niet over de leerlingen heen kwam. Hierbij moet ik zelf op mijn stemgebruik, mimiek en houding gaan letten.
Het overleg tussen de groepen verliep bij een aantal leerlingen prima.

Aan het einde van de les vertelden de leerlingen mij wat ze goed vonden gaan en wat niet.
Bij n groep verliep het niet lekker, omdat leerling I. pers zijn zin wou krijgen.
Ik vond het hier heel moeilijk mee om te gaan. Dit heb ik bij mijn mentor aangekaart.
Zij vertelde mij dat ik leerling I. even met rust moest laten.

Aan het einde van de les heb ik kort verteld wat ik goed vond gaan tussen de samenwerking in de groepen en wat mij daarbij opviel.
De leerlingen vertelden wat ze deze les allemaal hadden geleerd. Bijv. Je kan geen ei kapot knijpen met je handen en een rauw ei draait langzamer
rondt.
Feedback mentor (inclusief handtekening)
Datum:
Wanneer je B. een laatste waarschuwing geeft. Moet je ook voor consequenties zorgen. Wat gebeurd er wanneer hij deze laatste waarschuwing
overschrijdt en ben hier consequent in.
Wanneer je hier niet consequent in bent kijken de leerlingen met een ander beeld naar je. Ze zullen misschien denken dat ze nu bepaalde dingen
kunnen doen tijdens je lessen of wanneer je voor de klas staat.

Zorg ervoor dat je alle leerlingen blijft boeien tijdens de les. Op een aantal momenten haakten een aantal leerlingen af, omdat ze klaar waren
met de les.
Speel hierop in door bijvoorbeeld vooraf aan een les tegen deze leerlingen te vertellen wat je tijdens de les gaat doen en wat je van deze
leerlingen verwacht.

Hoe gebruik je het stem het beste?


Bespreek dit eens op je opleiding. Kunnen de docenten op je opleiding je hierbij helpen?
Ga opzoek naar vormen waarbij je de leerlingen stil kan krijgen (regenbuis, krekel etc.)

Betrek de leerlingen tijdens de introductie allemaal bij de les.


Door bijvoorbeeld gebruik te maken van post-its en wisbordjes.

Maak het ook visueel, door het in de klas op te hangen. Zo onthouden de leerlingen wat ze hebben geleerd.
Koppel ook door op andere geloven.

Je gaf veel informatie over Pasen en de leerlingen hadden veel plezier in het uitvoeren van de opdrachten. Goed zo!

Bibliografie
Kerndoel 38. (sd). Tule.slo. Opgehaald van http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L38.html

You might also like