You are on page 1of 1

Karakteristieken van een atoom.

Het atoom bestaat dus uit een kern omgeven door een elektronenmantel.
De kern bevat : protonen, deze zijn positief geladen (+1)
neutronen, deze zijn elektrisch neutraal.
(Er is een uitzondering : de kern van het element waterstof bevat enkel een proton.)
De elektronen omcirkelen de kern en zijn negatief geladen (-1).
Een atoom is elektrisch neutraal : # elektronen = # protonen

Voor elke atoomsoort of element (E) wordt dit aantal weergegeven door het atoomnummer (Z) ook
ladingsgetal genoemd.

Het aantal neutronen kan verschillend zijn. (zie later bij isotopen)

Protonen en neutronen zijn ongeveer even zwaar. De atoommassa verkrijg door hun massa bij elkaar
op te tellen. Dit wordt ook het massagetal (A) genoemd in het periodiek systeem.

De elektronen hebben bijna geen massa. Ze dragen dus niet bij tot de atoommassa. Ze bewegen zeer
snel rond de atoomkern. De snelheid benadert de lichtsnelheid.

Uit het atoomnummer en het massagetal kun je het aantal neutronen afleiden.
A-Z = aantal neutronen.


Symbolische voorstelling van een atoomsoort of element :

Voorbeeld : het zuurstofatoom O

,
=
Z = atoomnummer = 8
A = massagetal = 16
# protonen = # elektronen = Z = 8
# neutronen = A - Z = 16 - 8 = 8

Elk atoom streeft naar een edelgasconfiguratie.

De edelgassen vormen groep 18 uit het periodiek systeem : Helium, Neon, Argon, Krypton, Xenon en
Radon zijn stabiele elementen. Ze reageren (bijna) niet met andere elementen. Dit komt omdat op
hun buitenste schil het maximaal aantal elektronen aanwezig is, ze is vol.

Andere elementen streven naar deze edelgasstructuur. Dat doen ze door ofwel elektronen af te
staan ofwel door er op te nemen, ofwel door elektronen te delen met andere elementen.

You might also like