You are on page 1of 3

Elektriciteit

Experiment 3

Lampjes achter elkaar


Neem de onderzoeksvraag over op de werkblad.
onderzoeksvraag: Welke invloed heeft het plaatsen van meerdere apparaten in de stroomkring op
de stroom als de apparaten achter elkaar zitten?

Benodigdheden: 3 lampjes, spanningsbron, 6 x elektriciteitssnoertje, schakelaar en een


ampèremeter.

Stap 1: Bouw de volgende schakeling die in symbolen staat gegeven. (Het blokje
staat voor een weerstand. Denk eraan hoe de ampèremeter moet
aansluiten zodat hij niet kapot gaat).

Stap 2: Neem de onderstaande tabel over.

Aantal lampjes 1 2 3
Stroom (A)

Stap 3: Je mag nu de spanningsbron aanzetten , zet de spanning op een waarde


tussen de 6 en 12 V.
Stap 4: Noteer de stroom in deze situatie.
Stap 5: Zet de spanningsbron uit en bouw de schakeling nu op met een extra
lampje zoals dat hiernaast staat weergegeven.
Stap 6: Zet de spanningsbron weer aan en noteer de stroom in deze situatie.
Stap 7: Draai één van de lampjes eens los en kijk wat er gebeurd. Onthoud wat je
gezien hebt.
Stap 8: Zet de spanningsbron weer uit en bouw de schakeling nu met maar één
lampje daarin.
Stap 9: Herhaal stap 6.

Stap 10: Beantwoord nu de onderzoeksvraag en schrijf dit antwoord op. Begin je antwoord zo:
Als de lampjes achter elkaar worden geschakeld, wordt bij meer lampjes……….

Wat je verder nog moet onthouden uit dit experiment voor het proefwerk.
 Een schakeling waarbij de lampjes/apparaten achter elkaar zitten noemen we een
serieschakeling.

 Als je in een schakeling waarbij de apparaten achter elkaar zitten (serieschakeling) er eentje
losmaakt, dan loopt er geen stroom meer en doen de andere apparaten het ook niet meer.
Lampjes naast elkaar
Neem de onderzoeksvraag over op de werkblad.
onderzoeksvraag: Welke invloed heeft het plaatsen van meerdere apparaten in de stroomkring op
de stroom als de apparaten naast elkaar zitten?

Benodigdheden: 3 lampjes, spanningsbron, 6 x elektriciteitssnoertje, schakelaar en een


ampèremeter.

Stap 1: Bouw de volgende schakeling die in symbolen staat gegeven.

Stap 2: Neem de onderstaande tabel over en zet bij 1 lampje de waarde die je
gevonden hebt bij de vorige meting.

Aantal lampjes 1 2 3
Stroom (A)

Stap 3: Je mag nu de spanningsbron aanzetten , zet de spanning op dezelfde waarde als je in het
vorige experimentje gebruikt hebt.
Stap 4: Noteer de stroom in deze situatie.
Stap 5: Zet de spanningsbron uit en bouw de schakeling nu op met een extra
lampje zoals dat hiernaast staat weergegeven.
Stap 6: Zet de spanningsbron weer aan en noteer de stroom in deze situatie.
Stap 7: Draai één van de lampjes eens los en kijk wat er gebeurd. Draai nog een 2de
lampje los en kijk wat er gebeurd. Onthoud wat je gezien hebt.

Stap 10: Beantwoord nu de onderzoeksvraag en schrijf dit antwoord op. Begin je


antwoord zo:
Als de lampjes naast elkaar worden geschakeld, wordt bij meer
lampjes……….

Wat je verder nog moet onthouden uit dit experiment voor het proefwerk.
 Een schakeling waarbij de lampjes/apparaten naast elkaar zitten noemen we een
parallelschakeling.

 Als je in een schakeling waarbij de apparaten naast elkaar zitten (parallelschakeling) er


eentje losmaakt, dan loopt er gewoon stroom door de andere apparaten. Zo zijn de meeste
apparaten in huis aangesloten

Het practicum voor Vmbo-t is nu afgelopen, zij kunnen de spullen opruimen en opdracht 6 gaan
uitvoeren op de site.
De leerlingen van Havo/Vwo moeten nog een laatste experimentje uitvoeren. Zij moeten daarbij
gebruik maken van de schakeling die ze zojuist gebruikt hebben, laat deze dus nog even staan en lees
de volgende tekst.
Alleen voor Havo/Vwo!!

Schrijf de onderzoeksvraag op je proefverslagblad.


Onderzoeksvraag: Is er in de schakeling een verband tussen hoe de lampjes geschakeld zijn (achter
elkaar, of naast elkaar) en hoe groot de stroom is door het lampje?

Benodigdheden: extra ampèremeter(s) en extra draadjes.

Stap 1: Neem de onderstaande tabel over.

Hoofdstroom Stroom lampje 1 Stroom lampje 2 Stroom lampje 3


lampjes naast elkaar
lampjes achter elkaar

Stap 2: Je gaat de schakeling die je hebt aanpassen. Als er veel ampèremeters


beschikbaar zijn. Dan kun je de schakeling zo bouwen zoals hij hiernaast
staat. Zijn er minder ampèremeters, dan zal je bijvoorbeeld eerst de
stroom door lampje 1 moeten meten, dan door lampje 2 waarbij de
ampèremeter verzet en dan hetzelfde bij de meting voor lampje 3.
Stap 3: Je mag nu de spanningsbron aanzetten
Stap 4: Noteer de waarde(n) die de ampèremeters aangeven in je tabel.
Stap 5: Als je alle stromen gemeten hebt vergelijk dan de stromen door de
lampjes eens met die van de hoofdstroom. Schrijf op wat je opvalt als je
de stromen door de lampjes bij elkaar optelt en deze vergelijkt met de
hoofdstroom.

Stap 6: Zet de spanningsbron uit en bouw de schakeling nu zoals deze hiernaast


staat. (Zijn er te weinig ampèremeters, doe dan weer hetzelfde als bij
het vorige experiment).
Stap 7: Zet de spanningsbron weer aan en noteer de waarden die de
verschillende meters aangeven in je tabel.
Stap 8: Noteer wat je opvalt als je al de gevonden waarden met elkaar
vergelijkt.
Stap 9: Beantwoord nu de onderzoeksvraag en schrijf dit antwoord op, (je krijgt
nu eigenlijk 2 antwoorden). Begin je antwoord zo:
Als de lampjes naast elkaar worden geschakeld, is de hoofdstroom ……….
Als de lampjes achter elkaar worden geschakeld, is de hoofdstroom……….

You might also like