You are on page 1of 2

Het periodiek systeem der elementen (Tabel van Mendelejev).

In 1869 rangschikte de Rus Mendelejev de toen bekende atomen naar opklimmende massa. Hij zette
elementen die chemisch gezien op elkaar leken onder elkaar. Hij zag dat bepaalde eigenschappen
met een zekeren regelmaat terugkwamen, daarom gaf hij zijn tabel de naam Periodiek systeem der
elementen. Toen er meer elementen ontdekt werden heeft men de tabel steeds verder aangevuld.

In het periodiek systeem (der elementen) zijn alle bekende elementen gerangschikt volgens
opklimmend atoomnummer. In het PSE zie je 7 (horizontale) perioden en 18 (verticale) groepen.
Deze ordening zorgt ervoor dat elementen met overeenkomstige eigenschappen onder elkaar staan.
Deze eigenschappen worden bepaald door de structuur van de elektronenwolk.

Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen en bepaalt de plaats in het periodiek systeem.
De atoommassa neemt (in bijna alle gevallen)ook toe als het atoomnummer toeneemt.

Niet alle perioden zijn even lang. Van de perioden 6 en 7 is een aantal elementen onder het systeem
geplaatst. Dit is gedaan omdat het systeem anders te breed zou worden. Deze reeks elementen
vernoemen we naar het eerste element van de reeks : de lanthanides en de actinides.

Metalen en niet-metalen :

In het PSE staan ongeveer 80 soorten metalen en ook ongeveer 20 soorten niet-metalen. De niet-
metalen staan voornamelijk rechtsboven in het periodiek systeem.

Alkalimetalen = groep 1 : ( H behoort er niet toe). Het zijn metalen die makkelijk reageren en ze
vormen een ion met lading 1+.

- Natrium (Na) en kalium (K)

Overige metalen : (je moet naam en symbool kennen)

- Uit groep 2 = aardalkalimetalen : magnesium (Mg), calcium (Ca) en barium (Ba)


- Uit groep 3 = aardmetalen : aluminium (Al)
- Veelgebruikte metalen : ijzer (Fe), zink (Zn), nikkel (Ni) en lood (Pb)
- Halfedele en edele metalen : koper (Cu), kwik (Hg), zilver (Ag), goud (Au) en platina (Pt)
- Radioactief metaal : uraan (U)
Halogenen = groep 17 : Dit zijn niet-metalen die makkelijk reageren en vormen een ion met lading
1+.

- Fluor (F) : kleurloos gas met formule F2; het ion F- zit in tandpasta
- Chloor (Cl): geelgroen gas met formule Cl2
- Broom (Br): roodbruine vloeistof met formule Br2
- Jood (I):zwarte vaste stof met formule I2

Edelgassen = groep 18. Dit zijn gassen die niet reageren.

- Helium (He): voor ballonnen en luchtschepen


- Neon (Ne): voor lichtreclames
- Argon (Ar ): in gloeilampen
- Krypton (Kr), Xenon (Xe) en Radon (Rn)

Overige niet-metalen : (je moet naam en symbool kennen)

- Uit groep 1 : waterstof (H)


- Uit groep 14 = C-groep : koolstof (C) en silicium (S)
- Uit groep 15 = N-groep : stikstof (N) en fosfor (P)
- Uit groep 16 = O-groep : zuurstof (O) en zwavel (S)

You might also like