Professional Documents
Culture Documents
Hoofdstuk 5: Differentialen
5.1 Differentiaal van en functie
het begrip differentiaal kennen
de differentiaal van een functie kunnen bepalen
de differentiaal kunnen toepassen om functiewaarden te benaderen
5.2 Partiële afgeleide
het begrip partiële afgeleide kennen en kunnen toepassen
partiële afgeleiden van hogere orde kunnen bepalen
het begrip totale differentiaal kennen en deze kunnen bepalen
de formule van Leibniz kennen en kunnen toepassen
Integralen
Hoofdstuk 1: Bepaalde integralen
1.1 Het ontstaan van de integraalrekening
niet kennen
1.2 Riemann-sommen
niet kennen
1.3 Definitie van een bepaalde integraal
de definitie van een bepaalde integraal kennen
1.4 Oppervlakte met toestandsteken
het begrip georiënteerde oppervlakte kennen
de georiënteerde oppervlakte kunnen bepalen m.b.v. integralen en dit grafisch kunnen
interpreteren
1.5 Praktische werkwijze voor het berekenen van een bepaalde integraal
bepaalde integralen kunnen berekenen met GRM
1.6 Optelbaarheid van de bepaalde integraal
eigenschap bij het verwisselen van de grenzen van een bepaalde integraal kennen, kunnen
bewijzen en kunnen toepassen
eigenschap van de optelbaarheid van bepaalde integralen kennen, kunnen bewijzen en
kunnen toepassen
eigenschap van lineariteit van bepaalde integralen kennen en kunnen toepassen
1.9 Hoofdstelling in de integraalrekening
het begrip integraalfunctie kennen en kunnen toepassen
de middelwaardestelling van de integraalrekening kunnen formuleren, grafisch
interpreteren, bewijzen en toepassen
de hoofdstelling van de integraalrekening kunnen formuleren en toepassen
het begrip primitieve functie kennen
de eigenschap dat 2 primitieve functies in een constante verschillen kennen en kunnen
bewijzen
de primitieve functie van een functie kunnen bepalen
uitdrukking om bepaalde integralen te berekenen a.d.h.v. primitieve functies kennen,
kunnen bewijzen en kunnen toepassen
1.7 Oppervlakte tussen en kromme en de x-as
de oppervlakte tussen de grafiek van een functie en de x-as kunnen schrijven met
integralen en kunnen berekenen
1.8 Oppervlakte tussen twee krommen
de oppervlakte tussen twee krommen m.b.v. bepaalde integralen kunnen bepalen
toepassingen van bepaalde integralen die te maken hebben met het voorgaande kunnen
oplossen
Hoofdstuk 2: Integratietechnieken
2.1 Fundamentele integralen
het begrip onbepaalde integraal kennen
de fundamentele integralen kennen
integratie door splitsen kunnen toepassen
2.2 Integratie door substitutie
integralen kunnen bepalen door gebruik te maken van substitutie
probleemstellingen kunnen oplossen door gebruik te maken van integralen
2.3 Partiële integratie
de methode van partiële integratie kunnen toepassen bij bepaalde en onbepaalde integralen
2.4 Integralen van rationale functies
rationale uitdrukkingen kunnen splitsen in partieelbreuken
euclidische deling kunnen uitvoeren
integralen van rationale functies kunnen bepalen
2.5 Integralen van goniometrische functies
integralen van goniometrische functies kunnen bepalen door de juiste techniek toe te
passen:
1) gebruik van goniometrische formules
2) t-formules
3) ...
2.6 Integralen van irrationale functies
goniometrische substitutie kunnen toepassen
toepassingen (oppervlakte cirkel en cirkelsegment) van goniometrische substitutie kennen
integralen van irrationale functies kunnen bepalen door de juiste techniek toe te passen
2.7 Oneigenlijke integralen
oneigenlijke integralen van de 1ste en 2de soort kunnen bepalen
probleemstellingen kunnen oplossen m.b.v. oneigenlijke integralen
Differentiaalvergelijkingen
Hoofdstuk 1: definities, begrippen en notaties
Graad en orde van een differentiaalvergelijking kunnen bepalen
De oplossing van een differentiaalvergelijking kunnen nagaan
Algemene en particuliere oplossing kunnen herkennen
Een probleemstelling kunnen omzetten in een differentiaalvergelijking
Hoofdstuk 2: Eerste orde differentiaalvergelijkingen
eerste orde differentiaalvergelijkingen van één van de drie vormen (A, B en C) kunnen
oplossen
uitdrukking voor algemene oplossing van een eerste orde differentiaalvergelijking van
vorm A en vorm C kunnen bewijzen
Probleemstellingen kunnen oplossen met behulp van eerste orde
differentiaalvergelijkingen (en daarbij gebruik maken van de wet van Newton)
Examen
Het examen verloopt in twee delen (2 dagen van telkens 4 uur). De eerste dag (4/12) wordt de
leerstof van ‘integralen’ getest (uitgezonderd oneigenlijke integralen) en de 2de dag (5/12) gaat
over ‘oneigenlijke integralen’, ‘verloop van functies’ en ‘differentiaalvergelijkingen’.
De leerstof die je moet kennen is hierboven beknopt weergegeven, maar je kan er niet van uit
gaan dat alles ertussen staat. Wat betreft oefeningen moet je eigenlijk alles kennen wat we
gezien hebben (behalve boven- en ondersom). Wat betreft de bewijzen, moet je enkel diegene
kennen die hierboven vermeld staan als te kennen. Als je van een bepaald leerstofonderdeel
niet goed weet of je het al dan niet moet kennen, aarzel dan niet om het te vragen.
Je krijgt telkens het formularium van goniometrie bij je examen en je mag steeds je
rekentoestel bij je hebben. Naast de vraag zal (net als bij de toetsen) genoteerd staan of je
voor die vraag je GRM mag gebruiken.