Professional Documents
Culture Documents
Voorbereidingen
In een experiment botst een kogel op een staaf op hoogte h boven het massamiddelpunt van de
staaf. De balk kan roteren om een as (pivot) door zijn massamiddelpunt, zoals te zien in figuur 1.
Luchtwrijving en zwaartekracht zijn verwaarloosbaar. Deze situatie lijkt op die beschreven in opgave
48 (blz. 425).
Er zijn twee formules om het impulsmoment te berekenen. De ene is geschikt voor de balk, de ander
voor de kogel. Samen gaan ze het totale impulsmoment LT opleveren.
h
x
1) Deze vraag gaat over het impulsmoment Lb van de balk. Dat is een star voorwerp dat om een
vaste as door het massamiddelpunt draait.
a) Bestudeer blz. 396. Wat is de formule voor Lb ?
2) Deze vraag gaat over het impulsmoment Lk van de kogel. Dat is een puntmassa die ten opzichte
van de oorsprong in een inertiaalstelsel beweegt.
a) Wat is de definitie van de impulsmomentvector ⃗ Lk van een puntmassa?
b) Teken in figuur 1 de twee vectoren die je nodig hebt voor de formule van vraag 2a) (dit mag
je ook op een blaadje doen, voeg dan een foto toe). De kogel bevindt zicht op de positie zoals
in figuur 1, dus vlak voordat hij op de staaf botst.
c) Wat is de z -coördinaat van de r⃗ en ⃗p vectoren?
1
Om de formule voor de impulsmomentsvector ⃗ Lk van de kogel vóór en ná de botsing te
vinden, nemen we voor de plaats- en snelheidsvector de volgende formules:
() ( )
x vx
r⃗ = y en ⃗v = v y
o 0
d) Bereken de impulsmomentsvector ⃗
Lk met behulp van bovenstaande vectoren.
e) Vertaal de waarde van Lk , z van de kogel vóórdat deze op de balk botst. Neem aan dan v x ,0
de horizontale snelheid van de kogel is vóórdat deze op de staaf botst.
3) Je gaat onderzoeken of het impulsmoment behouden blijft, daarvoor heb je het totale
impulsmoment LT =Lb + Lk nodig.
a) Bepaal en teken met de vectoren die je in opdracht 2b) hebt getekend de richting van het
impulsmoment Lk vóór de botsing. Geef die richting duidelijk aan, laat zien/beschrijf hoe je
dit gevonden hebt.
b) Bepaal en teken ook de richting van het impulsmoment Lb ná de botsing. Geef die richting
duidelijk aan en laat zien/beschrijf hoe je dit gevonden hebt.
4)
a) Geef de volledige vorm voor de tweede wet van Newton voor:
- translaties
- rotaties
b) Noteer de vier behoudswetten van de klassieke mechanica met hun formule in tabel 1.
c) Leg uit of ze gelden bij de botsing van figuur 1 als deze volkomen elastisch of niet-elastisch is
en vul dat in bij tabel 1
Tabel 1: vier behoudswetten van de klassieke mechanica, toegepatst op botsing uit figuur 1.
5) Formuleer minimaal één vraag over de collegestof van afgelopen week. Wat begreep je niet, of
niet helemaal? Uit je vraag moet blijken dat je met de stof bezig bent geweest en erover hebt
nagedacht (meestal zijn gesloten vragen, die beantwoord kunnen worden met ja of niet, hiervoor
niet geschikt).
Als je alles hebt begrepen, formuleer dan je top-2 van wat je hebt geleerd uit de collegestof van
afgelopen week.
2
Opdrachten
1) Je gaat de botsing van de kogel op de balk van figuur 1 onderzoeken. De lengte van de balk is 8,0
m met het MM in de oorsprong bij de as met een massa van 1,6 kg. De kogel is een bal met een
massa van 0,25 kg en een straal van 0,10 m. Deze kogel heeft een snelheid van 3,0 m/s. Voor de
botsing staat de rechthoek stil en de hoogte h is variabel.
a) Download en open het model “Practicum_6_Opg_01_tm_02.IP” van Brightspace.
b) Speel het model af en kijk wat er gebeurd.
c) Simuleer de volkomen elastische botsing met h=4,0 m , h=2,0 m en h=0,0 m. Voeg voor
alle drie een screenshot van ná de botsing toe.
d) Doe hetzelfde voor de volkomen niet-elastische botsing.
3)
a) Maak vorige practica-opdrachten af.
b) Maak de vragen van het werkcollege.