You are on page 1of 8

Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 63

7. EVENWICHT VAN LICHAMEN

Doelstellingen:
- de algemene evenwichtsvoorwaarden omschrijven en toelichten;
- het onderscheid tussen een vrij en gebonden lichaam aantonen;
- een gebonden lichaam kunnen vrij maken;
- evenwicht van een gebonden lichaam toelichten en het belang van de reactiekrachten
inzien;
- de evenwichtsvoorwaarden bespreken van een lichaam met een vast punt, rustend op
een plat vlak;
- de steunpuntreacties van een horizontale balk op twee steunpunten berekenen.

7.1 Algemene evenwichtsvoorwaarden

7.1.1 Een lichaam in evenwicht

Een lichaam is in evenwicht als het in rusttoestand is of als het een


eenparige rechtlijnige beweging heeft.

Bij een lichaam in evenwicht vormen de krachten evenwicht met elkaar,


zij heffen elkaars werking op.

7.1.2 Evenwichtsvoorwaarden

Wanneer verschillende krachten op een lichaam


inwerken, kan men dat stelsel krachten
herleiden tot een resultante en een
resulterend koppel . FR
FR
- Als gevolg van de resultante krijgt het
lichaam een translatie of verschuiving
(eenparig versneld).
F
- Als gevolg van een resulterend koppel
krijgt het lichaam een rotatie.

F
Opdat een lichaam in evenwicht zou zijn, moet
aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

De vectoriële som van de krachten = 0 zodat het lichaam niet rechtlijnig


gaat bewegen;
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 64

De som van de momenten = 0 zodat het lichaam niet gaat ronddraaien.

7.2 Vrije en gebonden lichamen – vrijmaken van een


gebonden lichaam

7.2.1 Vrije en gebonden lichamen

Een vrij lichaam is een lichaam dat op geen enkele manier gehinderd
wordt in zijn beweging door optredende krachten. Het kan dus rechtlijnig
bewegen, roteren of beide.

Een lichaam is een vrij lichaam als het nergens verbonden is met een
ander lichaam, m.a.w. het lichaam wordt niet gehinderd in zijn
beweging.

Een voorbeeld van een vrij lichaam is een vallend lichaam op voorwaarde
dat de lucht woordaar het zich beweegt, buiten beschouwing wordt
gelaten.
De enige kracht die dan op het lichaam inwerkt is de zwaartekracht waar-
door het een versnelling krijgt, met andere woorden, het lichaam is in
vrije val.

Een gebonden lichaam is een lichaam dat verbonden is met een tweede
lichaam. Het oefent een actiekracht uit op dat tweede lichaam. Het
tweede lichaam oefent dan een reactiekracht uit op het eerste lichaam.

7.2.2 Vrijmaken van een gebonden lichaam

Een gebonden lichaam in evenwicht kan men vrijmaken door de


steunpunten en bevestigingen weg te denken en ze vervangt door de
reactiekrachten die het lichaam ondervindt.

Voorbeeld

VRIJMAKEN

R
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 65

De bal ligt op de grond en is een gebonden lichaam, namelijk met de


grond.
Zonder de ondersteunende grond zou de bal naar beneden vallen.
We maken nu de bal vrij: we verwijderen zijn steunvlak en we voeren de
ractiekracht in zodat het evenwicht behouden blijft.

7.3 Evenwicht van een lichaam, ondersteund door één


steunpunt

Wanneer een lichaam ondersteund wordt door slechts één punt, dan moet
de zwaartekracht van dat lichaam door het steunpunt gaan. Alleen dan is
aan de evenwichtsvoorwaarden voldaan, namelijk en .

Voorbeeld:

Veronderstellen we een balk AB van 3 m, rustend op een steunpunt C


dat zich 1,2 m van A bevindt. In A wordt een kracht van 900 N
uitgeoefend. Welke kracht moet er in B werken om de balk in evenwicht te
houden ? (Het gewicht van de balk wordt verwaarloosd.)

3m
FA = 900 N 1,2 m FB = ?

A C B

We onderzoeken de evenwichtsvoorwaarden.

a.
De resultante van het krachtenstelsel moet gelijk zijn aan 0.
We maken het lichaam vrij en voeren de reactiekracht in punt C in.

Omdat de krachten
3m
evenwijdig zijn,
FA = 900 N 1,2 m FB = ? mogen ze algebraïsch
worden samengeteld.
A C B Rekening houdend
met het teken, geldt
RC = FA +FB dan:
RC – FA – FB = 0
of:
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 66

RC = FA + FB

b.
Het moment van de resultante t.o.v. het steunpunt moet gelijk zijn aan
0. Dit kan alleen wanneer de werklijn van de resultante door het
steunpunt gaat.
Volgens de stelling van Varignon, kunnen we schrijven:

Dit wil ook zeggen dat de algebraïsche som van de momenten moet
gelijk zijn aan 0.
FA geeft een negatief moment (links draaiend).
FB geeft een positief moment (rechts draaiend).
- 900 N . 1,2 m + FB . 1,8 m = 0

Besluit:

Een balk met één steunpunt is in evenwicht wanneer ten


opzichte van het steunpunt de som van de positieve momenten
gelijk is aan de som van de negatieve momenten.

7.4 Evenwicht van een balk met twee steunpunten


waarop alleen evenwijdige krachten werken

Een balk rust op twee steunpunten A en B. Er werken enkel evenwijdige


krachten op, loodrecht op de ondersteuning. We denken de steunpunten
weg en vervangen ze door de nodige steunpuntreacties en die
voor evenwicht zorgen.
De evenwichtsvoorwaarden zijn bijgevolg:

a. De algebraïsche som van de krachten is 0.

b. De algebraïsche som van de momenten is 0.

Voorbeeld:
F2 = 300 N

F1 = 200 N
F3 = 100 N
2m 3m 1m 4m

A B
C D E

RA = ? RB = ?
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 67

Evenwichtsvoorwaarden:
a. Ook hier moet de algebraïsche som der krachten 0 zijn.

b. De algebraïsche som van de momenten is 0.

Gemakkelijks halve berekenen we de momenten t.o.v. punt A.

Het spreekt vanzelf dat men de momenten evenzeer had kunnen


berekenen t.o.v. punt B of gelijk welk ander willekeurig punt.

7.5 Opdrachten

1. Wanneer is een lichaam in evenwicht ?


……………………………………………………………………………………………………………………
2. Een lichaam is in evenwicht als het:
- niet ……………………………………………….. of ……. = ……
- niet ………………………………………………... of …….. = ……
3. Wat is een vrij lichaam ?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
4. Wat is een gebonden lichaam ?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 68

5. Hoe maakt men een gebonden lichaam vrij ?


…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
6. Maak de gebonden lichamen vrij.

FG

FG

7. Wanneer is een balk met één steunpunt in evenwicht ?


……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
8. Welke kracht moet in B werken om de balk in evenwicht te houden ?

FA = 600 N
4m
FB = ?
2,8 m

A C B
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 69

9. Bereken de lengte van de balk AB.


FA = 70 N
?m
FB =25 N
2m

A C B

10. Bereken de steunpuntreacties RA en RB. Teken ze daarna op schaal. (1


cm ≙ 1 kN) F2 = 2,8 kN

F1 = 2 kN
F3 = 1,2 kN
4m 1m 3m 2m

A
C D B E
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 70

11. Bereken de steunpuntreacties RA en RB. Teken ze daarna op schaal. (1


cm ≙ 100 N)
F3 = 400 N
F1 = 300 N

2,5 m 2m 1m 2,5 m

A B
C D E
F2 = 100 N

You might also like