Professional Documents
Culture Documents
Doelstellingen:
- de algemene evenwichtsvoorwaarden omschrijven en toelichten;
- het onderscheid tussen een vrij en gebonden lichaam aantonen;
- een gebonden lichaam kunnen vrij maken;
- evenwicht van een gebonden lichaam toelichten en het belang van de reactiekrachten
inzien;
- de evenwichtsvoorwaarden bespreken van een lichaam met een vast punt, rustend op
een plat vlak;
- de steunpuntreacties van een horizontale balk op twee steunpunten berekenen.
7.1.2 Evenwichtsvoorwaarden
F
Opdat een lichaam in evenwicht zou zijn, moet
aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:
Een vrij lichaam is een lichaam dat op geen enkele manier gehinderd
wordt in zijn beweging door optredende krachten. Het kan dus rechtlijnig
bewegen, roteren of beide.
Een lichaam is een vrij lichaam als het nergens verbonden is met een
ander lichaam, m.a.w. het lichaam wordt niet gehinderd in zijn
beweging.
Een voorbeeld van een vrij lichaam is een vallend lichaam op voorwaarde
dat de lucht woordaar het zich beweegt, buiten beschouwing wordt
gelaten.
De enige kracht die dan op het lichaam inwerkt is de zwaartekracht waar-
door het een versnelling krijgt, met andere woorden, het lichaam is in
vrije val.
Een gebonden lichaam is een lichaam dat verbonden is met een tweede
lichaam. Het oefent een actiekracht uit op dat tweede lichaam. Het
tweede lichaam oefent dan een reactiekracht uit op het eerste lichaam.
Voorbeeld
VRIJMAKEN
R
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 65
Wanneer een lichaam ondersteund wordt door slechts één punt, dan moet
de zwaartekracht van dat lichaam door het steunpunt gaan. Alleen dan is
aan de evenwichtsvoorwaarden voldaan, namelijk en .
Voorbeeld:
3m
FA = 900 N 1,2 m FB = ?
A C B
We onderzoeken de evenwichtsvoorwaarden.
a.
De resultante van het krachtenstelsel moet gelijk zijn aan 0.
We maken het lichaam vrij en voeren de reactiekracht in punt C in.
Omdat de krachten
3m
evenwijdig zijn,
FA = 900 N 1,2 m FB = ? mogen ze algebraïsch
worden samengeteld.
A C B Rekening houdend
met het teken, geldt
RC = FA +FB dan:
RC – FA – FB = 0
of:
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 66
RC = FA + FB
b.
Het moment van de resultante t.o.v. het steunpunt moet gelijk zijn aan
0. Dit kan alleen wanneer de werklijn van de resultante door het
steunpunt gaat.
Volgens de stelling van Varignon, kunnen we schrijven:
Dit wil ook zeggen dat de algebraïsche som van de momenten moet
gelijk zijn aan 0.
FA geeft een negatief moment (links draaiend).
FB geeft een positief moment (rechts draaiend).
- 900 N . 1,2 m + FB . 1,8 m = 0
Besluit:
Voorbeeld:
F2 = 300 N
F1 = 200 N
F3 = 100 N
2m 3m 1m 4m
A B
C D E
RA = ? RB = ?
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 67
Evenwichtsvoorwaarden:
a. Ook hier moet de algebraïsche som der krachten 0 zijn.
7.5 Opdrachten
FG
FG
FA = 600 N
4m
FB = ?
2,8 m
A C B
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 69
A C B
F1 = 2 kN
F3 = 1,2 kN
4m 1m 3m 2m
A
C D B E
Theoretische mechanica 4de jaar mechanische technieken THHI – Tessenderlo E Aerts 2000 70
2,5 m 2m 1m 2,5 m
A B
C D E
F2 = 100 N