Professional Documents
Culture Documents
GENERAL CHEMISTRY 1
PCC-12303
Registratienummer: .................................
Tafelnummer:............................................
Opmerkingen vooraf:
Aanvang tentamen: 8:30 uur.
Voor dit tentamen krijg je 90 minuten de tijd.
Bij alle opgaven geldt, tenzij anders vermeld, dat de oplossingen
waterig zijn en zich ideaal gedragen en dat de temperatuur 25o C is.
Dit tentamen bestaat uit 11 opgaven.
Opmerkingen vooraf:
Aanvang tentamen: 8:30 uur.
Voor dit tentamen krijg je 90 minuten de tijd.
Bij alle opgaven geldt, tenzij anders vermeld, dat de oplossingen
waterig zijn en zich ideaal gedragen en dat de temperatuur 25 o C is.
Dit tentamen bestaat uit 11 opgaven.
I (10.0)
We beschouwen een molecuul dat in drie toestanden kan voorkomen (three states system).
Het aantal deeltjes dat zich in de laagste energietoestand (toestand 0, state 0 ) bevindt
geven we aan met N0 . Het aantal deeltjes dat zich in energietoestand 1 (state 1 ) bevindt
geven we aan met N1 , het aantal deeltjes in energietoestand 2 (state 2 ) met N2 .
Het verschil in energie niveaus is gegeven in de figuur hieronder. De verschillen in niveaus
zijn niet op schaal.
Van het molecuul is bekend dat ∆E01 = 3.49 × 10−21 J. Verder is bekend dat bij een
temperatuur van 550 K: N2 = 0.143N0 . Uit deze gegevens kan berekend worden dat het
energieverschil tussen toestand 1 en toestand 2 (∆E12 ), uitgedrukt in J, gelijk is aan:
1
II (5.0)
We hebben vier afgesloten vaten (A, B, C en D) met elk een volume van 1.0 m3 . In elk vat
bevindt zich 1.0 mol deeltjes (moleculen of atomen). Hieronder zijn twee figuren gegeven
met snelheidsverdelingen (distribution of velocities) van de atomen of gasmoleculen in de
gegeven ruimtes.
4.0) Geen enkele bewering is waar. 4.4) Alleen beweringen A en B zijn waar.
4.1) Alleen bewering A is waar. 4.5) Alleen beweringen A en C zijn waar.
4.2) Alleen bewering B is waar. 4.6) Alleen beweringen B en C zijn waar.
4.3) Alleen bewering C is waar 4.7) Alle beweringen zijn waar.
2
III (10.0)
−−
Figuur 1 toont de totale entropie (total entropy) van de reactie X )*
−− 3 Y (reactie 1).
In figuur 2 is het energieniveaudiagram (energy level diagram) gegeven, onder standaard
omstandigheden (standard conditions), van de reactie P − )−*
− 2 S (reactie 2).
−
5.0) Geen enkele bewering is waar. 5.8) Alleen beweringen B en C zijn waar.
5.1) Alleen bewering A is waar. 5.9) Alleen beweringen B en D zijn waar.
5.2) Alleen bewering B is waar. 6.0) Alleen beweringen C en D zijn waar.
5.3) Alleen bewering C is waar 6.1) Alleen beweringen A, B en C zijn waar.
5.4) Alleen bewering D is waar. 6.2) Alleen beweringen A, B en D zijn waar.
5.5) Alleen beweringen A en B zijn waar. 6.3) Alleen beweringen A, C en D zijn waar.
5.6) Alleen beweringen A en C zijn waar. 6.4) Alleen beweringen B, C en D zijn waar.
5.7) Alleen beweringen A en D zijn waar. 6.5) Alle beweringen zijn waar.
3
IV (5.0)
Van een gasvormig molecuul wordt de wortel van de gemiddelde snelheid (root mean
square velocity) bepaald. Deze blijkt bij een temperatuur van 240 K gelijk te zijn aan
368.4 m s−1 . Uit deze gegevens volgt dat de molmassa van het molecuul, uitgedrukt in
kg mol−1 , gelijk is aan:
V (10.0)
Gegeven is de reactie PCl5 (g) −→ PCl3 (g) + Cl2 (g). Van deze reactie zijn de volgende
waarden van ∆r H −◦ en ∆r S −◦ bekend:
∆r H −◦ =86.83 kJ mol−1 en ∆r S −◦ =170.2 J mol−1 K−1 .
Deze waarden zijn gegeven bij de standaard conditie (standard state) p−◦ =1 bar. Neem
aan dat zowel ∆r H −◦ als ∆r S −◦ niet van de temperatuur afhangen.
Uit deze gegevens kan de evenwichtsconstante (equilibruim constant) K worden bere-
−−
kend van de reactie PCl5 (g) )*
−− PCl3 (g) + Cl2 (g) bij een temperatuur van 350 K. De
dimensieloze (dimensionless) evenwichtsconstante bij 350 K gelijk is aan:
9.0) 1.4 × 10−30 9.9) 8.9 × 10−8 10.8) 5.4 11.7) 8.8 × 105
9.1) 1.1 × 10−13 10.0) 4.4 × 10−5 10.9) 8.5 11.8) 4.4 × 108
9.2) 4.3 × 10−10 10.1) 8.5 × 10−5 11.0) 9.4 11.9) 7.5 × 108
9.3) 7.5 × 10−10 10.2) 4.5 × 10−4 11.1) 10 12.0) 2.3 × 109
9.4) 8.5 × 10−10 10.3) 4.8 × 10−3 11.2) 78 12.1) 1.1 × 1010
9.5) 1.3 × 10−9 10.4) 0.54 11.3) 1.2 × 104 12.2) 9.1 × 1012
9.6) 2.5 × 10−8 10.5) 0.78 11.4) 2.3 × 104 12.3) 2.8 × 1020
9.7) 6.5 × 10−8 10.6) 0.97 11.5) 5.8 × 105 12.4) 4.5 × 1025
9.8) 7.5 × 10−8 10.7) 2.8 11.6) 6.7 × 105 12.5) 8.8 × 1030
4
VI (10.0)
De reactie 2 A + 2 B −→ 3 C + D verloopt in 3 stappen:
A+B−
−
)*
−− 2C + X snel evenwicht (fast equilibrium)
X + A −→ Y + D langzaam (slow )
Y + B −→ C snel (fast)
De snelheidsvergelijking (actual rate law ) van de totale reactie (overall reaction) kunnen
we uitdrukken in de concentratie(s) reactant(en) en/of de concentratie(s) product(en).
Als we uitgaan van het hierboven gegeven reactiemechanisme (mechanism of the reaction)
dan is de snelheidsvergelijking van de totale reactie:
[C]
13.0) r = k[A] 13.9) r=k
[B]
[C]2
13.1) r = k[B] 14.0) r=k
[B]
[A]2
13.2) r = k[D] 14.1) r = k
[B]2
[C]3
13.3) r = k[A]2 14.2) r = k
[D]
[A]2 [B]
13.4) r = k[B]2 14.3) r = k
[C]
[A]2 [B]
13.5) r = k[A][B] 14.4) r=k
[C]2
[A]2 [B]
13.6) r = k[C]3 14.5) r = k
[C]2 [D]
[C]3 [D]
13.7) r = k[A]2 [B]2 14.6) r = k
[A]2 [B]2
[A]2 [B]2
13.8) r = k[C]3 [D] 14.7) r = k
[C]3 [D]
5
VII (10.0)
Van de reactie A(g) + 2 B(g) −→ 2 C(g) is de reactiesnelheidsconstante (rate constant) k
gemeten als functie van de temperatuur. Het resultaat is weergegeven in de figuur hier-
onder. Door de data in de figuur is een trendline bepaald.
6
VIII (10.0)
De reactie 2 A −→ B is een tweede orde reactie (second order reaction). In een experiment
kiest men een beginconcentratie (initial concentration) van A gelijk aan 0.0200 mol L−1 .
Na 65 s wordt de concentratie van A gemeten. Deze is dan gelijk aan 0.0156 mol L−1 .
Men voert een tweede experiment uit. Nu kiest men begincontratie van A 0.0400 mol L−1 .
Met behulp van de hierboven gegeven gegevens kan worden berekend dat voor het tweede
experiment de concentratie van A na 65 s, uitgedrukt in mol L−1 , gelijk is aan:
IX (5.0)
Voor het maken van een buffer van pH=4.50 kan een student kiezen uit 10 oplossingen
van dezelfde concentratie. Een overzicht van de beschikbare oplossingen en de pKa of
pKb van de beschikbare zuur-base koppels is hieronder gegeven:
Voor het maken van een buffer met pH=4.50 is het meest geschikt:
7
X (10.0)
2-Chlorophenol (C6 H5 CIO) is een organisch zuur dat goed oplosbaar is in water (2-
chlorophenol is water soluble).
De Ka van 2-chlorophenol is gelijk aan Ka =3.31 × 10−9 mol L−1 .
De pH van een 0.0225 mol L−1 oplossing van 2-chlorophenol in water is gelijk aan:
XI (10.0)
Een student voegt de volgende oplossingen samen:
• 125 mL 0.2000 mol L−1 van een oplossing van het zwakke zuur (weak acid ) HA.
• 200 mL 0.0500 mol L−1 van een oplossing van de zwakke base (weak base) A – .
Na het samenvoegen wordt ook nog 25.00 mL 0.1000 mol L−1 NaOH oplossing toegevoegd.
Vervolgens wordt er goed gemengd en wordt de pH gemeten. De Ka van HA is gelijk aan
Ka =2.63 × 10−6 mol L−1 (pKa =5.58).
Uit de gegevens kan worden berekend dat de pH van de oplossing na toevoegen van de
NaOH oplossing gelijk is aan:
26.0) 3.14 26.8) 5.02 27.6) 6.44 28.4) 7.61 29.2) 8.85
26.1) 4.12 26.9) 5.18 27.7) 6.63 28.5) 7.85 29.3) 9.14
26.2) 4.34 27.0) 5.23 27.8) 6.78 28.6) 8.16 29.4) 9.28
26.3) 4.42 27.1) 5.32 27.9) 6.85 28.7) 8.27 29.5) 9.41
26.4) 4.53 27.2) 5.58 28.0) 7.00 28.8) 8.35 29.6) 9.58
26.5) 4.72 27.3) 5.84 28.1) 7.11 28.9) 8.42 29.7) 9.88
26.6) 4.89 27.4) 6.14 28.2) 7.25 29.0) 8.54 29.8) 10.12
26.7) 4.98 27.5) 6.32 28.3) 7.44 29.1) 8.68 29.9) 10.41
N.B. Wanneer je alle multiple choice vragen hebt beantwoord, dien je in totaal 11 hokjes
zwart te hebben gemaakt. Controleer dit. Je sluit hiermee uit, dat je een antwoord
overslaat terwijl dit wel in het klad was gegeven.