Oefentoets scheikunde G4 Hoofdstuk 5 uitwerkingen

Oefentoets

5 Reacties in beweging
Uitwerkingen

Warmtegeleiding
1 Q = c × m × ∆T
cijzer = 0,46∙103 J kg–1 K–1 (Binas tabel 8)
m = 0,200 kg
ΔT = 150 – 70 = 80 K
Q = 0,46∙103 ∙ 0,200 ∙ 80
Q = 7,4·103 J
2 Q = c × m × ∆T
cwater = 4,18∙103 J kg–1 K-1 (Binas tabel 8)
m = 0,200 kg
ΔT = ?
Q = 7,4·103 J

Eindtemperatuur wordt dan 37 + 8,8 = 46 °C.

3 Er vindt warmteoverdracht plaats via een kleiner oppervlak. / Warmte
gaat naar een veel kleiner deel van de hand. / Warmte gaat niet naar de
hele hand. / De warmtecapaciteit van de huid is veel kleiner.

Reactiesnelheid

4 en

5
bΔe tabel
[A] [B] [C]
b 0,060 0,080 0,00
Δ –0,040 –0,080 +0,12
e 0,020 0,000 0,12

1
Oefentoets scheikunde G4 Hoofdstuk 5 uitwerkingen

7 drie minuten = 3 × 60 = 180 seconden

8 De concentraties veranderen niet meer, dus de reactiesnelheid is 0.

(Leerlingen kennen nog geen evenwichtsreacties.)

Methanol
9 2 CH3OH(g) + O2(g) → 2 CH2O(l) + 2 H2O(g)
10

+ 2·Elg
E = ((2 × 1,09 + 2 × 2,42)  (2 × 2,39 + 0,00) + 2 × +0,37))·105
=

Negatieve energie: bij deze reactie komt warmte vrij: exotherm.

11

12 De katalysator verlaagt de activeringsenergie (zie bij vraag 11).

13 Deeltjes hebben meer (bewegings)energie /de snelheid van de deeltjes
wordt hoger. Het aantal effectieve botsingen gaat omhoog, dus de
reactiesnelheid gaat omhoog.

2
Oefentoets scheikunde G4 Hoofdstuk 5 uitwerkingen

Verbranding butaan
14 2 C4H10(g) + 13 O2(g) → 8 CO2(g) + 10 H2O(g)
15 ΔE (105 J mol–1) coëfficiënt totaal
C4H10  4 C + 5 H2 +1,26  2 +2,52
C + O2  CO2 –3,935  8 –31,48
H2 + ½ O  H2O(g) –2,42 10 –24,20

Let op: dit is per 2 mol butaan! Dus de gevonden uitkomst delen door 2.

16 verbrandingswarmte Binas tabel 56:

Het water wordt gevormd als vloeistof, hier als gas.
De reactietemperatuur is 200 °C, dus eindigt de reactie niet onder
standaardomstandigheden (T = 298 K, p = p0). De getallen in Binas
tabel 56 en 57 gaan daar wel vanuit.