You are on page 1of 8

Chemie

Materieaspecten (hoofdstuk 6)
Formules :

Van hoeveelheid naar mol


1
N = n. N A ( N A = 6,02.1023 )
mol

Ideale gaswet
J
p. V = n R T ( R= 8,31 )
mol . K

concentraties:

molaire concentratie
n
c=
V

massaconcentratie
m
c m=
V

Verdunningsregel

.c verd . V verd = c conc . V conc

Als er overmaat is van een stof dan wordt dit ook wel limiterende reagens genoemd
Thermodynamica(hoofdstuk 7)
Bindingsenergie is de potentiële energie die vrij komt wanneer 2 atomen binden en is de zelfde
energie die nodig is om de verbinding te verbreken.

Reactie-energie is het energieverschil tussen de inwendige energie van de reactieproducten en de


reagentia.

Exo- energetische reacties zijn reacties waarbij energie wordt afgegeven.


Dus △U < 0

Enthalpie (H) is de som van de inwendige energie en de volumetoestand van het systeem
(H= U + p . V)
 De meeste processen verlopen bij constante druk dus dan is △H = Q

Entropie (S) is een maat van wanorde in een systeem.


De 2de hoofdwet van de thermodynamica stelt dat de entropie van een geïsoleerd systeel niet kan
afnemen.

Vrije energie (G) is het verschil van de enthalpie en de entropietoestand van het systeem.

Mogelijkhede △H △S Voorwaarde △G >0 Procesverloop


n
1 - + Altijd Steeds spontaan
Vb: het loslaten van gas in een lege ruimte
2 - - .| Δ H|>|T . Δ S| Spontaan bij lage temperatuur
Vb: condenseren van water
3 + + .| Δ H|<|T . Δ S| Spontaan bij hoge temperatuur
Vb verdamping van water
4 + - nooit Nooit spontaan
Vb compressie van gas (een gas die naar een
deel van de ruimte gaat)
reactiesnelheid (hoofdstuk 8)

Gemiddelde Reactiesnelheid:
De gemiddelde reactiesnelheid in een reactie met de formule (a A + b B → c C + d D) wordt berekend
als volgt:
1 ¿ △ [ A ]∨ ¿ ¿
<v> = △t
a

Factoren die de Reactiesnelheid Beïnvloeden:

1. Verdelingsgraad:
Een grotere verdelingsgraad resulteert in een hogere reactiesnelheid. Dit komt doordat een grotere
verdelingsgraad meer contactoppervlakte biedt, wat leidt tot een toename van effectieve botsingen
en daardoor een snellere reactie.

2. Temperatuur:
Een hogere temperatuur leidt tot een hogere reactiesnelheid. Dit gebeurt omdat de snelheid van de
deeltjes toeneemt, waardoor de kans op effectieve botsingen groter wordt en de reactie sneller
verloopt.

3. Concentratie:
Een hogere concentratie van reactieve deeltjes resulteert in een hogere reactiesnelheid. Dit komt
doordat een grotere hoeveelheid deeltjes de kans op effectieve botsingen vergroot, waardoor de
reactie sneller plaatsvindt.

4. Katalysator:
Een katalysator is een stof die de reactiesnelheid beïnvloedt zonder zelf te reageren. Het verlaagt de
activeringsenergie van een reactie, waardoor de reactie versnelt.

Eenstapsreactie:

De snelheidswet van Gulberg en Waage voor een eenstapsreactie wordt weergegeven als:

a b
Vt = k . [ A ] . [ B ]

De orde van de reactie wordt bepaald door de som van de coëfficiënten in de reactie, dus a + b = de
orde van de reactie.

Meerstapsreactie:
In het geval van een meerstapsreactie, is alleen de traagste reactiestap relevant voor de
snelheidswet:
a b
Vt = k . [ A ] . [ B ]
De orde van de reactie wordt bepaald door de som van de coëfficiënten in de reactie, dus a + b = de
orde van alleen de traagste reactiestap.

Hoofdstuk 1 ‘Het chemisch evenwicht’

Doelstellingen:
- Begrippen kunnen omschrijven
- De evenwichtsconstante kunnen opstellen en bereken
- Met behulp van de evenwichtsconstante, de evenwichtsconcentraties en het rendement
kunnen bereken
- Factoren die de ligging van het evenwicht beïnvloeden kennen en kunnen verklaren en
voorspellen

1) Evenwichtsreactie
2) Factoren die de ligging van het chemisch evenwicht beïnvloeden
3) Stoichiometrische berekeningen

1) Evenwichtsreactie

Evenwichtsreactie is een reactie waarbij het de reactie omgekeerd gebeurd terwijl de reactie gebeurd

Algemene evenwichtsreactie :
V1
aA + bB cC + dD
V2

Geldt:
a b
. v 1 = k 1. [ A ] t . [ B ] t
c d
. v 2 = k 2. [ C ]t . [ D ] t

Dynamisch evenwicht:
De concentratie van reagentia en het reactie producten

Naar rechts neigend naar links neigend

L R L R

Evenwichtsconstante = K

V1
aA + bB cC + dD
V2

Geldt:
a b
. v 1 = k 1. [ A ] t . [ B ] t
c d
. v 2 = k 2. [ C ]t . [ D ] t

Bij evenwicht geldt:


.v1 = v2

k 1. [ A ] ae . [ B ] be= k 2. [ C ]ce . [ D ] de

c d
k1 [C ]e . [ D ]e
K= =
k 2 [ A ]ae . [ B ]be

Als K boven de 10 is dan wordt dit beschouwt als groot


K groot rechts
K klein  links

2) Factoren die de ligging van het chemisch evenwicht beïnvloeden

Verminder je de concentratie van 1 van de stoffen, dan verlaagt de kans op een effectieve botsingen.
Het evenwicht verschuift naar de kant waar de stof zich bevindt.

VB.
Bij t e1 wordt het evenwicht bereikt maar er wordt extra NH 3 op het punt t 1 en er wordt dan een
nieuw evenwicht gevormd.

Als je de concentratie van alle aanwezige stoffen vermindert dan verschuift het evenwicht naar de
kant waar de som van coëfficiënten
- Druk

druk stijgt of het volume daalt dan verschuift het evenwicht naar de kant met de kleinste deeltjes

- Temperatuur
exo
A B
endo

 Afkoelen  Endotherm kant = LINKERKANT


 Opwarmen  Exotherme kant = RECHTERKANT

- Katalysator

Een positieve katalysator verhoogt de snelheid van de reacties  Er zal dus sneller een evenwicht
plaats vinden

Geen invloed op het evenwicht zelf

(Synthese ammoniak)
Het Haber – Boshproces
N2 + 3 H 2 NH 3

Het evenwicht neigt naar rechts bij lage temperaturen  hogere rendement
Maar de reactie gebeurd heel traag bij lage temperaturen
 Evenwicht tussen snelheid en rendement

3) Stoichiometrische berekeningen oefeningen

You might also like