Info toets Natuurkunde 4 vwo dynamica

Toegestane hulpmiddelen: onbeschreven BINAS en een gewone rekenmachine (geen

grafische rekenmachine of telefoon).
Delen van rekenmachines is niet toegestaan.
Denk om eenheden en significante cijfers!

In de toets komen vragen over losse vaardigheden en kennis maar ook vragen over
samenhang binnen de dynamica; je krijgt vaak gegevens over één grootheid en je
moet daaruit info over andere grootheden halen.

Je moet ook de analysetechnieken van Coach begrijpen en kunnen toepassen en je

moet de grafische modellen snappen.

Bij het maken van de toets gebruik ik deze lijst van kennis en vaardigheden:
§1 Δx = v·Δt
gemiddelde snelheid bepalen bij x,t-gegevens
momentane snelheid bepalen m.b.v. raaklijnen in x,t-grafiek
v,t-grafieken (waaronder oppervlaktemethode om afstand te bepalen)
§2 Krachten kennen (zwaartekracht = m·g, normaalkracht, wrijvingskrachten,
spankracht, veerkracht e.d.)
Krachtendiagrammen tekenen (welke krachten werken, welke is het grootst?)
1e wet van Newton
2e wet van Newton: Δv = (F/m) ·Δt
3e wet van Newton (kracht werkt altijd tussen twee objecten)
§3 Versnelling: a = F/m a = Δv/ Δvt
Gemiddelde versnelling in v,t-grafiek
Momentane versnelling bepalen d.m.v. raaklijn in v,t-grafiek
§4 Twee hoofdroutes door de dynamica (samenvattend)
§5 Eenvoudige gevallen: Fnetto opstellen voor verschillende situaties (zie ook de rest
van het hoofdstuk)
Rekenen aan “eenvoudige” gevallen: als iets 0 of constant is, waaronder
de vrije val (rekenen, herkennen)
§6 Grafieken analyseren met Coach:
helling,
functie-fitten,
benaderen,
afgeleide tekenen
§7 Veerkracht
Trillingstijd, amplitude
Fv = (-) C·u
Formule voor trillingstijd van een massa aan een veer (T = 2π√m/C)
§8 en §9 Enkele stappen van een rekenmodel doorrekenen
Een rekenmodel omzetten in een grafisch model

1
 Een Δ-formule opstellen bij een voorraad-stroomschema
In een grafisch model zien hoe verschillende variabelen van elkaar afhangen
Goed omgaan met plus- en mintekens
§10 Krachtendiagrammen interpreteren en op stellen voor massa’s aan veren
Verbanden leggen tussen de massa, de veerconstante, u,t- en v,t-grafieken en
grafieken van de verschillende krachten bij een massa-veersysteem
§11 Condities gebruiken in een computermodel
§12 Werken formules voor luchtweerstand, schuifweerstand en rolweerstand
Eenvoudige gevallen herkennen en er mee kunnen werken:
krachtenevenwichtssnelheid, vrije val e.d.
Algemeen:
Uitleggen
Bepalen
Combineren van formules

Voorbeelden van opgaven die goed als (deel van een) toetsopgave kunnen dienen:
§12 19, 18, 17, 16, 15, 13, 10, 9, 8, 5, 2 (en 3)
§11 3, 2, 1
§10 4, 3
§9 6, 5, 3
§8 9, 8, 7
§7 10, 9, 8, 7, 5, 1
§6 9, 7, 5, 4, 3
§5 6, 5, 4 (staat er 2 keer in, allebei goed), 3
§4 2
§3 16, 14, 12
§2 31, 30, 29, 28, 25, 21, 20, 19, 18, 11, 7
§1 13, 12, 11, 9, 3

P.S.: de andere opgaven zijn niet nutteloos. Een deel is bedoeld om begrip op te
bouwen, een deel gaat over dezelfde doelen als deze selectie en kun je dus zien als
herhaling. Maar iemand de opgaven uit de selectie echt beheerst (dat wil zeggen
geheel zonder hulp of opzoekwerk de opgaven kunnen maken) zou voor de toets een
hoog cijfer moeten kunnen halen. Dat was bij de tussentoets ook zo.