Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting hoofdstuk 1
De plaats kun je meten met een meetlint of een liniaal. Bij snellere bewegingen gebruik je
een stroboscoop of een videometing. Als de stroboscoop is ingesteld op 50 flitsen/seconde
dan is de tijdsduur tussen twee flitsen steeds 1/50 = 0,020 s. Dus als er een tussentijd van
0,040 tussen zit dan is het aantal beelden per seconde gelijk aan 1/0,040 = 25 beelden per
seconde.
Een beweging met een constante snelheid noem je een eenparige beweging. Als het
bovendien een beweging is langs een rechte lijn, noem je dat een eenparige rechtlijnige
beweging. Om de (momentane) snelheid te berekenen gebruik je de volgende formule:
𝑠 =𝑣∗𝑡
Symbool Grootheid Eenheid
s afstand m
v snelheid m/s
t tijdsduur s
§1.2 - Snelheidsgrafieken
Het volgende over het afleiden van een x-t diagram uit een v-t diagram:
Stel je moet de verplaatsing weten van een persoon, die is uitgebeeld in een v-t diagram.
Dan moet je als eerste de oppervlakte bepalen. Dit kan op 2 manieren:
1. Door te tellen hoeveel hokjes onder de grafiek zitten.
2. Door te vergelijken met een meetkundig figuur waarvan je de oppervlakte kunt
bepalen (bijvoorbeeld een driehoek en een rechthoek).
Stel je moet uit een v-t diagram halen wat de gemiddelde snelheid is van een bepaalde
persoon. Dit kan op de volgende manier. Schat op welke hoogte (dus teken een lijn en
verschuif die) de oppervlakte onder de lijn even groot is als de oppervlakte erboven. Dan als
laatste stap, lees de waarde af en je hebt de gemiddelde snelheid.
§1.3 - Versnellen
Bij een eenparig versnelde beweging neemt de snelheid gelijkmatig toe ( c = y / x). Als je dan
de verplaatsing moet bepalen hoef je geen hokjes te tellen. Namelijk de oppervlakte onder
de v-t diagram is gelijk aan de oppervlakte van een rechthoek en driehoek samen. Om de
gemiddelde snelheid te berekenen bij een eenparig versnelde beweging kan je gebruik
maken van de volgende formule:
𝑣𝑏𝑒𝑔𝑖𝑛 + 𝑣𝑒𝑖𝑛𝑑
𝑣𝑔𝑒𝑚 =
2
Iets noem je een vertraagde beweging als de versnelling tegen de beweeg richting in werkt.
Als de versnelling in dezelfde richting als de versnelling werkt, dan versnelt het object. Bij
een eenparig vertraagde beweging neemt de snelheid gelijkmatig af. De verplaatsing en de
gemiddelde snelheid kun je op dezelfde manier bepalen als bij de eenparig versnelde
beweging.
Een valbeweging is dus een versnelde beweging. Een bijzondere valbeweging is de vrije val.
Dat is een val waarbij het voorwerp alleen de zwaartekracht en geen tegenwerkende
krachten ondervindt. Je krijgt dan een versnelling van a = 9,81 m/s2, omdat dit je enige
kracht is. Zie Binas tabel 7 voor de gravitatie van andere plekken. In Binas tabel 31 vind je de
valversnelling op de planeten en op enkele manen van ons zonnestelsel.
Hieronder staan 2 belangrijke plaatjes met betrekking tot een val met luchtweerstand.