25 februari 2019

Lennart Verstegen, Max Sherman en Tijn Kersten.

4G
Mnr. Nijenhuis

De veerconstante bepalen

Inleiding:
Wij gaan een experiment doen om de veerconstante van een veer zo nauwkeurig mogelijk
te bepalen. De onderzoeksvraag luidt: wat is de veerconstante van een veer? De
veerconstante geeft de stugheid van de veer aan. Hoe groter de veerconstante, hoe groter
de stugheid. De eenheden die belangrijk zijn bij dit experiment zijn: de uitrekking van de
veer (u) uitgedrukt in meter, de massa van het gewicht die we aan de veer hangen (m)
uitgedrukt in kg en de zwaartekracht (Fz) uitgedrukt in N. Om de veerconstante (C in N/m)
te berekenen gebruiken we de formule C = Fv/u. Fv is de op de veer uitgeoefende kracht in
N en die is gelijk aan Fz omdat het gewicht aan de veer stil hangt en die krachten dan dus
even groot moeten zijn. We kunnen dus Fv berekenen met de formule voor Fz: Fz = m * g.
Waarbij g gelijk is aan 9,81. Een hypothese bedenken voor de veerconstante kan niet omdat
dat verschilt per veer. Wel kunnen we bedenken dat de veerconstante over de verschillende
meting ongeveer gelijk zal blijven. De grafiek ervan moet dus eigenlijk een rechte lijn zijn,
maar dat zal het waarschijnlijk net niet zo zijn omdat onze meting niet heel nauwkeurig
zullen zijn.

Werkwijze:
Wij hadden voor deze proef de volgende voorwerpen nodig: een statief, gewichtjes,
weegschaal, liniaal, een veer en nog een paar andere willekeurige voorwerpen die wij aan
de veer konden hangen. Als eerste maakten wij de opstelling die in de foto’s te zien is.
Vervolgens hebben wij de lengte van de veer gemeten zonder dat er een gewicht aan hangt.
Dit is belangrijk voor het berekenen van de uitrekking later. Daarna hebben wij de
gewichtjes aan de veer gehangen en hebben wij de veer gemeten. De veer hebben wij
gemeten met de liniaal en de gewichtjes met de weegschaal. Daarna hebben wij telkens een
gewicht erbij gehangen en gemeten hoelang de veer dan was. Als laatste hebben wij
willekeurige voorwerpen gewogen en dan aan de veer gehangen om te kijken hoe ver de
veer dan uit zou rekken om meer gegevens te verzamelen. Dit hebben wij uiteraard weer
gemeten. Na 16 metingen vonden wij het voldoende om nauwkeurig de veerconstante te
bepalen. We hebben toen alle gegevens in een mooi overzichtelijk Excel bestand geplaatst
en zijn wij gaan werken aan het verslag.
Foto’s:
 Meetresultaten:

de veerconstante van een veer

0.3

0.25

0.2
Uitrekking in m

0.15

0.1

0.05

0
0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3.5
-0.05
Fv in Newton

Massa in Massa in Lengte van Uitrekking in Uitrekking in Fz in C in

gram kg de veer cm meter newton N/m
0 0 2,8 0 0 0 -
25 0,025 4 1,2 0,012 0,24525 20,4375
38,8 0,0388 4,7 1,9 0,019 0,380628 20,03305
50 0,05 5,7 2,9 0,029 0,4905 16,91379
75 0,075 7,7 4,9 0,049 0,73575 15,01531
100 0,1 9,8 7 0,07 0,981 14,01429
108,55 0,10855 10,7 7,9 0,079 1,064876 13,47944
111,19 0,11119 10,8 8 0,08 1,090774 13,63467
125 0,125 11,6 8,8 0,088 1,22625 13,93466
150 0,15 14 11,2 0,112 1,4715 13,13839
175 0,175 16,2 13,4 0,134 1,71675 12,81157
200 0,2 17,8 15 0,15 1,962 13,08
225 0,225 20 17,2 0,172 2,20725 12,83285
250 0,25 22 19,2 0,192 2,4525 12,77344
275 0,275 23,5 20,7 0,207 2,69775 13,03261
300 0,3 26,8 24 0,24 2,943 12,2625
Van gram naar kg moet je delen door 1000. Van lengte van de veer naar uitrekking in cm
moet je 2,8cm eraf halen omdat dat de lengte van de veer is zonder dat er iets aan hangt.
Van uitrekking in cm naar uitrekking in m deel je door 100. Om fz te berekenen moet je de
massa in kg keer 9,81. Ten slotte deel je fz in newton door de uitrekking in meter en dan
krijg je de veerconstante in N/m.
 Uitwerking:
Om dan nu de veerconstante van de veer de kunnen bepalen nemen we het gemiddelde van
alle veerconstantes die we gevonden hebben. Eigenlijk moeten die allemaal gelijk zijn maar
omdat wij natuurlijk het niet heel precies gemeten hebben wijken ze een beetje van elkaar
af. Om het gemiddelde van de veerconstantes te bepalen delen we de som van de
berekende veerconstantes door het aantal berekende veerconstantes. Dit hebben wij
gedaan met Excel en dan komen we uit op een gemiddelde van: 14,49294 en afgerond op
significantie is dat 14 N/m

Conclusie:
Onze onderzoeksvraag was: wat is de veerconstante van een veer? Door middel van deze
proef en de metingen en berekeningen die we uit deze proef hebben kunnen halen zijn we
er dus tot gekomen dat de veerconstante van de veer 14 N/m is. Dit antwoord is echter wel
afgeleid van het gemiddelde van alle metingen.

Discussie:
Onze meetfouten zitten waarschijnlijk grotendeels in het meten van de veer. Wij zouden
best een millimeter of twee te veel of te weinig hebben gemeten omdat iemand de liniaal
steeds vast moest houden. Wij hadden eigenlijk de liniaal vast moeten klemmen omdat
onze meting dan nauwkeuriger zouden zijn. Ook hadden wij beter alle metingen een tweede
keer kunnen doen, omdat de veer na de eerste metingen uitgerekt zou kunnen zijn. Wij
hadden ook de gewichtjes preciezer moeten wegen, omdat wij ervan uit zijn gegaan dat ze
allemaal precies 50 of 25 gram wogen, maar het zal waarschijnlijk niet precies zo zijn. Zoals
wij al in de hypothese verteld hebben, dachten wij dat de grafiek een rechte lijn zou zijn en
dat klopt ook. Wij hadden ook in de hypothese verteld dat onze metingen niet helemaal
nauwkeurig zouden zijn en dat klopt ook.

Wij hopen dat u genoten heeft van onze verslag.