You are on page 1of 51

BVL 2 jaar

Elektriciteit

Middenschool St-Gertrudis 3400 Landen


2

Pictogrammen en symbolen
Waarschuwingsborden

Gevaar Schadelijke of irriterende Gevaar voor Bijtende stoffen


stoffen elektrische spanning
Verbodsborden

Geen drinkwater Verboden toegang Verboden te roken Vuur, open vlam en


roken verboden
Gebodsborden

Veiligheidshandschoenen Oogbescherming verplicht Veiligheidsschoenen Gehoorbeschermin


verplicht verplicht g verplicht
Reddingsborden

Nooduitgang Naar nooduitgang Uitgang EHBO hulp


Keurmerk
CEBEC keurmerk voor CE markering
elektrisch materiaal keurmerk voor
toegestaan in België materiaal
toegestaan in
Europa.

Tips om veilig te werken - Ruimte waarin je werkt netjes en ordelijk


houden
- Aandachtig zijn en voorzichtig werken - Het juiste gereedschap gebruiken
- Gevaarlijke toestanden vermijden - Handen wassen na het werk
3
Klemmen van werkstukken
Bankschroef:
Plaats het juiste cijfer bij het onderdeel; steel(1), vaste bek (2), aambeeld (3),
beweegbare bek (4), draadspil (5)

Waarom moeten werkstukken tijdens het bewerken ervan stevig vastgeklemd zitten?

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

Spanplaten
Waarom wordt bij het klemmen van werkstukken soms
spanplaten

……………………………………………………………………

……………………………………………………………………

……………………………………………………………………

Elektrische geleidbaarheid (onderzoek via proef)


Doorstreep wat fout is:
Materiaal Elektrische Materiaal Elektrische
geleidbaarheid geleidbaarheid
Staal Ja Nee Zink Ja Nee
Koper Ja Nee Lood Ja Nee
Glas Ja Nee Aluminium Ja Nee
Hout Ja Nee Kunststof Ja Nee
Ferromagnetisch (onderzoek met een magneet)
Plaats de materialen in de juiste kolom (staal, lood, zink, aluminium, koper)

Ferromagnetisch Niet Ferreomagnetisch


4
Indeling van de materialen
Noteer volgende materialen in de tabel:
ongelegeerd staal, steen, asbest, PA(polyamide), wit gietijzer, koper, gewapend beton, aluminium, porselein, PVC,
zink, gietstaal, lood, hout, glas magnesium, goud, grijs gietijzer, hardmetaal, gelegeerd staal, , leder, PE polyetheen

Ferro-metalen Staal
Metalen
(IJzerhoudende
metalen ) Gietijzer

Non Zware
ferrometalen metalen

(Niet ijzerhoudende
metalen) Lichte
Materialen

Samengestelde
Verbindingen materialen
(metaal en
niet –metaal)
Natuurlijke
materialen
(Vrij in de natuur te
vinden)
Niet-metalen Keramische
Kunstmatige materialen
materialen
(door de mens
gemaakt) Kunststoffen
5
Gereedschappen
Noteer de naam bij volgende gereedschappen.
Geef indeling: Verspanend gereedschap, Knipgereedschap, Meetgereedschap,
Controlegereedschap, Montage gereedschap, Aftekengereedschap, Slaggereedschap
6

Vijlen
Vijlen is een verspanende bewerking .

Noteer de onderdelen van de vijl

Indeling van de vijl:

- Volgens kapping

……………… ………………….. ……………….

- Volgens tandgrootte

………………… …………………….. ……………………

- Volgens vorm:

………………………………………………….

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

…………………………………………………

Hoe bestel je een vijl?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………
7

Zagen
Zagen is een verspanende bewerking
Noteer de onderdelen van de metaalzaag

Tandzetting

Gegolfde vertanding Zigzag vertanding

Waarom hebben zaagbladen een gegolfde of zigzag vertanding?

……………………………………………………………………………………………………..

Inzetten bij het zagen.


- Teken een zaaglijn op 2 mm van de omtrekslijn aan de
afvalzijde

- Plaats je duim langs het zaagblad voor een goede


geleiding als je start met zagen.

- Vijl met een driehoekige vijl een groefje in je werkstuk

Opspannen van het werkstuk

- Span je werkstuk steeds zodanig in dat de zaagsnede


verticaal (van boven naar beneden) en zo dicht mogelijk
tegen de bankschroef komt
8

Tafelkolomboormachine
Boren is een verspanende bewerking

Noteer het nummer bij het onderdelen van de tafelkolomboormachine:


Spantafel (1), start-stopschakelaar(2), beschermkap riemoverbrenging(3), snelspanhouder(4), motor(5), klemhendel
boortafel(6), beschermkap(7), aanzethefboom(8)

Soorten boren

Benaming……………………………………….………………………………………………

Benaming………………………………………………………………………………………

Benaming …………………………………………………………………………………….
9
Zo doe je het
1. Aftekenen 2. Opspannen 3. Opspannen van het 4. Instellen van 5. Het boren
en center slaan van de boor werkstuk het toerental
- Laat de boor
Leg de riem op de zakken
juiste riemschijven - Zorg voor een
gelijkmatige
aanzetbeweging
- Verminder bij het
doorkomen.

Het toerental berekenen: n = toerental omw/min


V = snijsnelheid m/min
D = diameter mm

Materiaal Snijsnelheid Toerentallen op


onze boormachine
Zacht staal (St 37) 25 m/min 400 omw/min
Roestvrij staal 10 m/min 700 omw/min
Koper (Cu) 80 m/min 1300 omw/min
Zink (Zn) 100 m/min 2000 omw/min
Aluminium (Al) 50 m/min 2800 omw/min
Kunststoffen 42m/min

1.Bereken het toerental als je boort in St 37 met een boor van diameter 8 mm?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

Toerental dat je instelt op onze boormachine is:…………………

2.Bereken het toerental als je boort in Cu met een boor van diameter 6,5 mm?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

Toerental dat je instelt op onze boormachine is:…………………


10
3.Bereken het toerental als je boort in Al met een boor van diameter 7 mm?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

Toerental dat je instelt op onze boormachine is:…………………

4.Bereken het toerental als je boort in St 37 met een boor van diameter 5 mm?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

Toerental dat je instelt op onze boormachine is:…………………

5.Bereken het toerental als je boort in kunststof met een boor van diameter 8 mm?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

Toerental dat je instelt op onze boormachine is:…………………

6.Bereken het toerental als je boort in St 37 met een boor van diameter 6,5 mm?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

Toerental dat je instelt op onze boormachine is:…………………


11

Schroevendraaiers
- Schroevendraaiers gebruik je voor het vast- losdraaien van schroeven / bouten.
- Delen: (1) de punt is van gehard staal - (2) het lichaam is van zacht staal en geïsoleerd - (3) het
handvat is geïsoleerd.
Noteer de nummers bij de fig.

- We duiden de sleufkop schroevendraaier aan door de lengte van het lichaam en de breedte van
het punt.

Bv.: 75 x 3 100 x 6 75 x 4 200 x 5 60 x 2,5 (in mm)

- Schroevendraaiers benoemt men naar de vorm van de punt.

Kruisschroevendraaier Torx
Philips (PH) schroevendraaier

Zeskant Platte
schroevendraaier schroevendraaier

Bits
Kruisschroevendraaier
Pozidrive (PZ)
12
Opdracht: Schroevendraaiers

1. Teken de soorten schroevendraaierpunten die je kent en geef de benaming.

2. Waarom mag je nooit met een hamer op een schroevendraaier slaan?

3. Waarom moet de punt van de schroevendraaierpunt juist passen in de gleuf, kruis, torx van de
schroefkop?

4.Waarom gebruikt men in de elektrotechniek schroevendraaiers met een geïsoleerd lichaam?

5.Formuleer de vraag wanneer je een schroevendraaier wenst te kopen?


13

Tangen

Zijkniptang
Combinatietang

Gebogen halfronde punttang


Halfronde punttang

Ronde bektang

Ontmanteltang - striptang

Elektrische verbindingen

Draadoogjes plooien. Draden torsen. Insteekklemmen

Lasdop
14
Opdracht: Tangen

1. Waarom mag je nooit een moer losdraaien met een universele tang?

2. Welke tang gebruik je om:

Een koperdraad doorknippen:

Draadoogjes te plooien:

Een elektrische draad te ontmantelen

3. Waarom mag je nooit een tang zonder isolerend handvat gebruiken in de elektrotechniek?

4. In welke draairichting moet je een draadoogjes plooien?

Waarom?

5. Waarom mag je nooit met een hamer op de bekken van een kniptang kloppen?

6. Waaraan moet je extra aandacht besteden bij het ontmantelen van een geleider?
15

Solderen
Solderen is een techniek om metalen met elkaar te verbinden door middel van metaallegering
met een lager smeltpunt dan de te verbinden delen.
Elektrische soldeerbout Soldeerbout op gas

Vloeibaar soldeermiddel Draadsoldeer

Duid de onderdelen aan:


(1)Soldeerpunt (2) verwarmingselement (3) handvat (4) elektrisch snoer.

Er zijn twee methoden van solderen:


- zachtsolderen, op relatief lage temperatuur (< 450°C) met als soldeermateriaal
legeringen gebaseerd op tin.
- hardsolderen, op hoge temperatuur (>450°C), met als soldeermateriaal legeringen
gebaseerd op koper, zink en zilver.

De keuze van de methode hangt vooral af van het doel van de verbinding en enigszins van het
materiaal dat gesoldeerd moet worden.
16
Stappenplan om te kunnen solderen
Stap 1; De soldeerbout opwarmen
Stap 2; De koperdraad ontmantelen (zorg dat je striptang goed is afgesteld)
Stap 3; Vertin de draaduiteinden
Stap 4; Soldeer de 2 stukken koperdraad

Veiligheid bij het solderen


• Tin is ongezond spul (zwaar metaal), dus probeer niet te veel soldeerdamp inademen.
• Verbrand je vingers niet aan een hete soldeerbout of aan hete werkstukken.
• Solderen met een korte broek, blote voeten en onbeschermde ogen kan gevaarlijk zijn.
Door verhitten kan er vloeistof gaan koken en vloeibare tindruppels in het rond strooien.

Wanneer je toch de pech zou hebben om je te verbranden aan een soldeerbout, zie hier wat je
dan het beste kunt doen.
1. Koel de brandwonde zo vlug mogelijk af onder koud water gedurende enkele minuten
2. Verwijder eventuele ringen enz. voordat de wonde begint te zwellen
3. Ontsmet de brandwonde met het daarvoor voorbestemde ontsmettingsmiddel
4. Prik de eventueel vormende blaren NIET open.
5. Zoek verdere medische hulp indien nodig

Opdracht: Zacht solderen

1.Hoe ga je te werk bij het solderen?

2. Welke delen van de soldeerbout ken je? (maak een schets en duid aan)

3. Waaruit is soldeer samengesteld?

4. Wat is de bedoeling van het vloeimiddel?


17

Elektrische bron: (toestel dat elektrische energie levert)


Soorten:
- Statische bron: - bevat geen bewegende delen (vb. batterij)
- levert gelijkspanning (DCV) gelijkstroom (DCA)
DC is de afkorting van Direct Current of gelijkstroom.
Voorstelling gelijkstroom, gelijkspanning

- Dynamische bron: bevat bewegende delen, een generator is de verzamelnaam voor


dynamische bronnen

Een alternator levert wisselstroom ACA Een dynamo levert gelijkstroom


(wisselspanning) ACV (gelijkspanning)
Voorstelling van een Een transformator Een adapter transformeert een
wisselspanning transformeert wisselspanning en zet deze om
wisselspanning in een gelijkspanning
(vb. 230 V ~ naar 6V~ ) (Vb. van 230 V~ naar 6V =)

Elektrische energie kan je omzetten in:


18
De eenvoudige stroomkring

Symbool batterij Symbool geleider Symbool lamp Symbool schakelaar

(Teken met symbolen een eenvoudige stroomkring)

Wat is de functie van de bron in een elektrische stroomkring?

………………………………………………………………………………………………………………………
Wat is de functie van de geleider in een elektrische stroomkring?

………………………………………………………………………………………………………………………
Wat is de functie van de schakelaar in een elektrische stroomkring?

………………………………………………………………………………………………………………………
Wat is de functie van de verbruiker in een elektrische stroomkring?

………………………………………………………………………………………………………………………
19
Distributie van elektriciteit
Transport van elektrische energie:
De elektrische energie wordt opgewekt in elektrische centrales via leidingen onder hoge
spanning getransporteerd ( vb. 70 000 V) naar transformatoren die de spanning verlagen naar een
spanning van 230V die we gebruiken in de huisinstallatie.

Elektrische centrale transformator transformator huisinstallatie

De elektrisch centrale:

- een generator levert de elektrische energie


- de generator wordt aangedreven door een
stoomturbine
- stoom (waterdamp) bekomt men door water
- verwarmen met gas, olie, steenkool,
kernenergie,…
(plaats de vetgedrukte woorden bij de figuur)
Alternatieve centrales (vul in)

http://www.my-nrg.nl/mynrg/jsp/MyWorld/broeikas.swf
http://www.my-nrg.nl/MyBrain/informator.html
http://www.kta1-hasselt.be/content/projects/2003_2004/6TIW/leh1_elektrische_energie.htm
20
Voornaamste begrippen uit de elektriciteit
http://www.emmauscollege.nl/nask/applets/spanningenstroom/spanningenstroom.html
- Spanning
- Stroomsterkte
- Weerstand
Spanning: Het verschil in aantal elektronen tussen de beide polen noemen we de spanning

Symbool: U
Eenheid van elektrische spanning Volt symbool V
We kunnen de spanning meten met een V-meter symbool:

Om de spanning te kunnen meten, moet je de V-meter


aansluiten zoals in onderstaande figuur wordt aangetoond. Let op:

- een voltmeter schakel je parallel met de verbruiker.

- een voltmeter heeft een grote weerstand en mag dus


rechtstreeks op de stroombaan worden aangesloten

- een gelijkspanning meet je van + naar –

Teken het stroombaanschema

Spanningtesters

Met een spanningstester kan je snel controleren of er spanning aanwezig is.


21
Stroomsterkte: Het verplaatsen van elektronen tussen twee polen. (Hoe
meer elektronen zich in de geleider verplaatsen, hoe groter de stroomsterkte is.)

Symbool: I
Eenheid van stroomsterkte is: Ampère symbool: A
We kunnen de stroom meten met een Ampèremeter symbool:

Om de stroomsterkte te meten schakel je de ampèremeter zoals in

onderstaande figuur

Let op:

- een ampèremeter schakel je dus in serie met de verbruiker.


- sluit een ampèremeter nooit rechtstreeks aan op de stroombron
- bij gelijkspanning meet je de stroomsterkte van + naar –

Teken het stroombaanschema


22

Weerstand: De moeilijkheden die de stroom ondervindt bij zijn doorgang in een verbruiker
Bv. De gloeidraad van een lamp
De weerstand is te vergelijken met een ingedrukte waterbuis
Symbool: R
Eenheid van weerstand is: Ohm symbool Ω
We meten de weerstand met een ohmmeter symbool Ω
Teken de meetopstelling voor het meten van een weerstand van
een lamp.

Let op: - een ohmmeter sluit je steeds aan op de uiteinden van de weerstand
- je meet een weerstand NOOIT wanneer deze aangesloten is op een stroombron.
- meet je de weerstand van een geleider die onderbroken is, dan zal deze weerstand
oneindig groot zijn.

Samenvatting

Symbool Eenheid Symbool v. d. Symbool


eenheid meettoestel

Spanning

Stroomsterkte

Weerstand

Opdracht:

Leg uit onder woorden:

Stroom:

Spanning:

Weerstand:
23

Het universeel meettoestel


Met het universeel meettoestel kan je het volgende meten:

Dit zijn de belangrijkste


- Gelijkspanning (DCV)
- Wisselspanning (ACV)
- Gelijkstroom (DCA)
- Weerstand (Ω)
Onderdelen:
1 = Schakelaar
2 = Display
3 = COM ( stekkerbus gemeenschappelijke klem)
zwarte draad
4 = V Ω mA (stekkerbus voor het meten van spanning,
weerstand, stroom in mA) rode draad aansluiten
5 = 10A DC (stekkerbus voor het meten van stromen
tot 10A (DC) rode draad aansluiten

Welke grootheid wens ik te meten?

• stroomsterkte ( A als eenheid)


• spanning ( V als eenheid)
• weerstand(Ω als eenheid)

Aandachtspunten bij het gebruik van een universele meter als V-meter

1. Selecteer als V-meter


2. Selecteer de juiste spanningssoort.
3. Het ingestelde meetbereik moet hoger zijn dan de te meten spanning.
4. Verbind de juiste ingangsklemmen (parallel) en houd rekening met de polariteit
5. Verwijder na gebruik eerst de klemmen, schakel dan toestel af.

Aandachtspunten bij het gebruik van een universele meter als A-meter

1. Selecteer als A-meter.


2. Selecteer de juiste stroomsoort
3. Het ingestelde meetbereik moet hoger zijn dan de te meten stroomssterkte
4. Verbind de juiste ingangsklemmen (in serie) en houd rekening met de polariteit
5. Verwijder na gebruik eerst de klemmen, schakel dan toestel af.

Aandachtspunten bij het gebruik van een universele meter als Ω -meter

1. Selecteer als Ω -meter


2. Kies het juiste meetbereik
3. Verbind de juiste ingangsklemmen (te meten weerstand mag niet onder spanning
staan)
4. Schakel toestel af na gebruik.
24

Opdracht

Gebruik van het universeel meettoestellen

1. Welke metingen kan je uitvoeren met een meettoestel?

2. Omcirkel wat juist is.


• Een voltmeter schakel je in serie/ parallel met de verbruiker.
• Een ampèremeter schakel je in serie/ parallel met de verbruiker
• Een voltmeter mag je wel / nooit rechtstreeks op de stroombron aansluiten.
• Een ampèremeter mag je wel/ nooit rechtstreeks op de stroombron aansluiten.

3. Teken schematisch de meetopstelling voor het uitmeten van:


1.De spanning over een lamp

2.De stroomsterkte door een lamp

3. De weerstand van een lamp


25
Teken de keuzeschakelaar in de juiste stand en duid aan welke stekkerbussen je gebruikt.
Meten van een wisselspanning van 24V Meten van een gelijkspanning van 4,5V

Meten van een weerstand van een Meten van een gelijkstroom door een lampje op
gloeilamp (R=1.6 Ω) de paneeltjes van TO
26
Meten van de spanning in een contactdoos Meten van de spanning van een accu (12V)
230 V

Meten van een gelijkstroom 150 mA Meten van een weerstand van 2500 Ω
27
Serieschakeling (Je kan het programma downloaden)
http://middenschool.kolanden.be/Vakken/TO/TO_IW_Nijv_Elek.htm

Serieschakeling van drie lampen Teken het stroomkringschema

Serieschakeling van drie schakelaars Teken het stroomkringschema

Serieschakeling van drie batterijen Teken het stroomkringschema

- In een serieschakeling is het einde van lamp 1 verbonden met …………van lamp 2.

- In een serieschakeling is de stroom door elke lamp verschillend / gelijk

- Wanneer je in een serieschakeling één lamp losdraait dan branden de andere lampen wel / niet.

- In een serieschakeling krijgt elke verbruiker de bronspanning / een deel van de bronspanning

- In een serieschakeling branden 3 lampen even fel / minder fel dan 1 lamp .

- Schakel je een vierde lamp dan branden de andere lampen minder / minder dan bij drie lampen
28
Parallelschakeling
Parallelschakeling van drie schakelaars Teken het stroomkringschema

Parallelschakeling van drie batterijen. Teken het stroomkringschema

Parallelschakeling van drie lampen Teken het stroomkringschema

- In een parallel schakeling branden drie lampen even fel / minder fel dan één lamp.

- De spanning over elke lamp is gelijk / verschillend

- Elke lamp krijgt het volle deel / een deel van de bronspanning

- De stroom door elke lamp is even groot/ verschillend.

- Elke lamp krijgt het volle deel / een deel van de totale stroom.

- Draai je één lamp los dan branden de andere twee lampen niet / normaal

- Schakel je een vierde lamp dan branden de andere lampen minder / normaal
29
Wet van Ohm WetVanOhm1.exe

Formule: R = U: I formule omgevormd U=IxR I = U: R


Wet van Ohm onder woorden:
Weerstand = Spanning gedeeld door de stroomsterkte

R Weerstand Ohm Ω
U Spanning Volt V
I Stroomsterkte Ampère A
Los op:

A . Door een weerstand vloeit een stroom ( I ) van 2 A een is aangesloten op een spanning ( U ) van 24
Volt. Bereken de weerstand ( R ).

Gegeven: I = U=

Gevraagd: R =?

Oplossing: R=U:I R= : =

Teken deze stroomkring:

B. Een weerstand ( R ) van 50 Ω is aangesloten op een spanning ( U ) van 12 V.


Bereken de stroomsterkte ( I )

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:
30
C. Door een weerstand ( .. ) van 150 Ω vloeit een stroom ( .. ) van 5 A.
Bereken de aangesloten spanning ( .. )

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

D. Een lamp is aangesloten op een spanning ( ….) van 120 V de stroom ( …) die door de lamp vloeit
bedraagt 6A.
Bereken de weerstand ( …. ) van de lamp.

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

E. Een weerstand (…) van 75 Ω is aangesloten vloeit een stroom (….) van 3 A.
Bereken de aangesloten spanning ( …. )

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:
31
F. Een weerstand ( …. ) van 625 Ω is aangesloten op een spanning ( …. ) van 230 V.
Bereken de stroomsterkte ( … )

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

G. Door een weerstand ( .. ) van 85 Ω vloeit een stroom (…) van 4A.
Bereken de aangesloten spanning ( …. )

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

H. Door een weerstand vloeit een stroom (..…) van 5 A deze is aangesloten op een spanning ( ... ) van
72 V.
Bereken de weerstand ( … )

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:
32
Vermogen ( = prestatie van een toestel)
Formule: P = U X I formule omgevormd U=P:I I=P:U
Formule voor het berekenen van het vermogen onder woorden:
Vermogen = Spanning X Stroomsterkte

P Vermogen Watt W
U Spanning Volt V
I Stroomsterkte Ampère A

A. Een lamp is aangesloten op een batterij van 12 V . De stroom die door de lamp vloeit bedraagt 0,5 A
Bereken het vermogen van de lamp?

Gegeven: U =…….. V I = …….. A

Gevraagd: P = ?

Oplossing: P=UxI P = ……….x ……………= ……………W

B. De stroom die door de lamp vloeit bedraagt 4,5 A. Het vermogen is 2200 Watt
Bereken de aangesloten spanning?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

C. Een toestel is aangesloten op een spanning van 230 V . Het vermogen bedraagt 4500 Watt.
Bereken de stroom die door het toestel vloeit?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:
33
D. Een lamp is aangesloten op een batterij van 1250 V . De stroom die door de lamp vloeit
bedraagt 4,5 A
Bereken het vermogen van de lamp?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

E. De stroom die door een toestel vloeit bedraagt 1,5 A. Het vermogen van het toestel is 2300 Watt.
Bereken de aangesloten spanning?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

F. Een lamp is aangesloten spanning van 120 V . Het vermogen van de lamp is 25 Watt?
Bereken het stroomsterkte door de lamp?

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:
34
Kostprijs berekenen
Geef de naam van deze meter…………………..

Deze meter geeft het ……………………………van een woning

Formule: Kp= P x t x Ep
Formule van kostprijs berekenen onder woorden:
Kostprijs = vermogen x tijd x eenheidsprijs

K Kostprijs Euro €
p
P Vermogen Watt W
t Tijd Uur h
Ep Eenheidsprijs Euro €
A. Een oven van 2500 Watt staat gedurende 2 uur aan. Bepaal de kostprijs?
De prijs per kWh bedraagt 0,20 EUR /kWh

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

B. Een computer 200 Watt staat gedurende 12 uur aan. Bepaal de kostprijs?
De prijs per kWh bedraagt 0,20 EUR /kWh

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

C. Een lamp van 75 Watt brandt gedurende 10 uur. Bepaal de kostprijs?


De prijs per kWh bedraagt 0,20 EUR /kWh

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:
35
A.Een lamp is aangesloten op een spanning van 400 V, het vermogen van de lamp bedraagt
1000 Watt.
Bereken de stroomsterkte, weerstanden en kostprijs wanneer de lamp 4 uur brandt.? (EP = 0,20 €)

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

B.Het vermogen van een oven bedraagt 3500 Watt, de stroom die door het toestel vloeit is 15 A
Bereken de spanning, weerstanden de kostprijs wanneer de lamp 4 uur brandt.? ( EP = 0,20 €)

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

C.De kostprijs bedraagt 8 €, de spanning is 200 V


Bereken de stroomsterkte, weerstand en vermogen wanneer het toestel 6 uur werkt? ( EP = 0,20 €)

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

D.De kostprijs bedraagt 5 €, de stroomsterkte is 5 A.


Bereken de weerstand, spanning en vermogen wanneer het toestel 5 uur werkt? ( EP = 0,20 €)

Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:
36
Benoem onderstaande elektrische materialen
37
38
39
Lichtschakelingen
Enkelpolige schakeling: Voor het bedienen van één lamp vanop één plaats /meerdere plaatsen
In droge / vochtige ruimte met één / meer dan één deur

Enkelpolige Symbool eendraad


schakelaar
Nr.: ……

Herkenning Symbool meerdradig:


schakelaar …….bedieningsklep

……..aansluitschroeven

Dubbelpolige schakeling: Voor het bedienen van één lamp vanop één plaats /meerdere plaatsen
In droge / vochtige ruimte met één / meer dan één deur

3
3

Dubbelpolig Symbool eendraad


e
schakelaar Nr.: ……..

Herkenning Symbool meerdradig:


schakelaar …….bedieningsklep

……..aansluitschroeven
40

Dubbele aansteking: Voor het bedienen van twee lampen vanop één plaats /meerdere plaatsen
In droge / vochtige ruimte met één / meer dan één deur

E2

E1
4

Wissel Symbool eendraad


schakelaar Nr.: ……..

Herkenning Symbool meerdradig:


schakelaar …….bedieningskleppen

……..aansluitschroeven

De wisselschakeling: Voor het bedienen van één lamp vanop één plaats /meerdere plaatsen
In droge / vochtige ruimte met één / meer dan één deur

4
3

Schakelaar Symbool eendraad


Nr.: ……..

Herkenning Symbool meerdradig:


schakelaar …….bedieningsklep

……..aansluitschroeven
41
Kruisschakeling: Voor het bedienen van één lamp vanop één plaats /meerdere plaatsen
In droge / vochtige ruimte met één / meer dan één deur
Gebruik:

3
S2

S1 S3

4 4

Schakelaar Symbool eendraad

Nr.: ……..

Herkenning Symbool meerdradig:


schakelaar …….bedieningsklep

……..aansluitschroeven

Contactdoos: Voor het aansluiten van elektrische toestellen.

Symbool Symbool meerdradig:


eendraad

Belschakeling: Voor het bedienen van bel vanop één plaats /meerdere plaatsen

Drukknop Beltransformator
schakelaar
42
Didactisch paneel van een huisinstallatie

Dubbelpolige schakeling
Enkelpolige schakeling

Dubbele aansteking

Wissel schakeling

Kruis schakeling
KWh

Equipotentiale
Belschakeling
Schakelkast

verbinding
Contactdoos
teller

Aardingsonderbreker
Leidingen Aftakdoos Aardingslus
KWh teller Meet het elektrische verbruik van de woning

Schakelkast Bevat verliesstroom schakelaar, automaten, beltransformator van hieruit


vertrekken de verschillende leidingen naar gans de installatie
(contactdozen, lichtpunten)
Contactdoos Voor het aansluiten van elektrische apparaten met een stekker

Belschakeling Drukknop die een bel bediend

Enkelpolige Vanop één plaats een lamp aan/uit schakelen in een droge ruimte (WC)
schakeling
Dubbelpolige Vanop één plaats een lamp in aan/uit schakelen een vochtige ruimte
schakeling (badkamer)
Dubbele Vanop één plaats twee lampen aan/uit schakelen in een droge ruimte
aansteking
Wisselschakeling Vanop twee plaatsen een lamp aan/uit schakelen in een droge ruimte

Kruisschakeling Vanop drie plaatsen een lamp aan/uit schakelen in een droge ruimte

Aardingslus Is verloodde koperen draad die in een lus in de grond wordt geplaatst

Equipotentiale Alle metalen onderdelen worden verbonden met de aardingslus


verbinding
Aardingsonderbrek Onderbreekt de verbinding tussen de equipotentiale verbinding en de
er aardingslus (is nodig om de aardingsweerstand op te meten)
Leidingen Hierin zitten de draden

Aftakdoos Hierin worden vaste elektrisch verbindingen gemaakt


43
44
45
46
47
48
49
50
Teken onderstaande lichtschakelingen in Virtual Labs (Je kan het programma downloaden)
http://middenschool.kolanden.be/Vakken/TO/TO_IW_Nijv_Elek.htm
51

You might also like