Professional Documents
Culture Documents
Beroepsopleiding
Basistechnieken metaal
Module 7
Tekenen
1.1 Doel
-Overzicht geven van enkele tekenbegrippen.
1.2 Materieel
-Geen
1.3 Materiaal
-Geen
1.4 Technologie
1.4.1 Tekeningformaten
Figuur 7- :Tekeningformaten
Als tekenaar gebruiken we niet het gehele blad,we trekken namelijk vooraf een
kader omheen ons blad.Binnen deze kader ontstaat alzo de echte
tekenruimte,echter met dien verstande dat onderaan ook nog ruimte ingenomen
wordt voor een titelhoek.
1.4.3 Titelhoek
In deze ruimte worden alle gegevens vermeld die belangrijk zijn voor de
vervaardiging van het betreffende onderdeel.Hierna ziet U een mogelijke indeling
van een titelhoek,alhoewel deze niet bindend is,vele bedrijven hebben namelijk
een eigen ontwerp.
BLADRAND
Niet alle te tekenen onderdelen kunnen op ware grootte getekend worden,zo zal
men grote stukken verkleind en kleine stukken vergroot tekenen.Dit noemt men “op
schaal” tekenen,waarbij alles bepaald wordt door de mate van duidelijkheid die
nodig is,of door de grootte van het tekenpapier en de afmetingen van het werkstuk.
Figuur 7- : Tekenschalen
1.4.5 Lijnsoorten
LIJNSOORTEN
VOORSTELLING DIKTE VOLGENS
NBN E 04-006 BENAMING TOEPASSINGEN
LIJNTYPE UITGAVE 1978
e mm
DIKKE LIJN ZICHTBARE OMTREKKEN EN RIBBEN
A bv 0.5 mm
C1 e/2
DUNNE LIJN UIT DE VRIJE
HAND GETROKKEN GRENS VAN GEDEELTELIJKE AANZICHTEN OF VAN
GEDEELTELIJKE DOORSNEDEN INDIEN DEZE GRENS
0.25 DUNNE ZIGZAG-LIJN GE- GEEN HARTLIJN IS
C2 TROKKEN MET DE LINIAAL
e/2
DUNNE STREEPLIJN NIET ZICHTBARE OMTREKKEN EN RIBBEN
D 0.25
Fig 7-5:Lijnsoorten
2.1 Doel
-Aanleren projectiemethode
2.2 Materieel
-Algemeen tekengerief (potlood,gom,tekenpasser,meetlat)
2.3 Materiaal
Geen
2.4 Technologie
2.4.1 Projecties
En toch moet dat werkstuk in beeld gebracht worden op een plat vlak,het
tekenblad,en dan ook nog zodanig dat iedere vakman een duidelijk beeld krijgt van
het te vervaardigen onderdeel.
Om dit alles te realiseren gaan we het werkstuk “projecteren” op een plat vlak.Denk
hierbij aan de lichtbron die het beeld van een dia projecteert op een scherm,doch
vervang de lichtbron door uw ogen,de dia door het werkstuk en het scherm door
een tekenblad.
Nu hebben we aan één aanzicht van een werkstuk meestal niet voldoende,daarom
gaan we het betreffende voorwerp plaatsen tussen meerdere loodrecht op elkaar
staande projektievlakken.
Fig7-8:Rechthoekige drievlakshoek
Wij hebben hiervoor al gezegd dat een uitvoerder zich een goede voorstelling moet
kunnen vormen van een te vervaardigen onderdeel,daarom is het zeker nodig dat
deze man weet hoe en waar,op een tekening,alle aanzichten geplaatst worden.
Wat dus op de projektievlakken verschijnt is het beeld dat wij,waarnemer, zien van
het werkstuk en hetwelke we in gedachten verschoven hebben naar die
projectievlakken.
Op zijn beurt gaan we nu terug in gedachten alles uitslaan naar één plat vlak,zoals
hieronder weergegeven.
D A
5.onderaanzicht
D C B A D
4. rechter-zijaanzicht 1.vooraanzicht 3. linker-zijaanzicht 6.achteraanzicht
H G 2.bovenaanzicht F E H
H E
Fig.7-13:Definitieve schikking alle aanzichten
In punt 1.4.5 staan alle lijnsoorten afgebeeld dewelke gebruikt worden om een
technische tekening weer te geven.In eerste instantie gaan we ons beperken tot
het tekenen van dikke lijnen,dunne streeplijnen en dunne gemengde streeplijnen.
Wij hebben al gezegd dat het aantal aanzichten moet beperkt worden tot het strikt
nodige.Door nu gebruik te maken van bepaalde tekens kan men dat aantal
eveneens beperken.
Fig. A laat een as,met 2 diameters,zien waarbij aan de grootste diameter 2 platte
vlakken gemaakt zijn.Normaal zijn er 2 aanzichten nodig om het werkstuk duidelijk
te kunnen weergeven,zie fig. B.Wij kunnen alles echter weergeven in één aanzicht
door gebruik te maken van een dun getekend kruis,op de plaats van de platte
vlakken.
2.4.6 Schroefdraad
2.5 Werkmethode
Hierna volgt een mogelijke werkwijze indien je volledig zelf mag kiezen wat je van
een werkstuk zal tekenen.
-Kies de kant van het werkstuk hetwelke je als vooraanzicht gaat tekenen.In
principe is dit,zoals reeds gezegd,de kant waarvan men het meeste ziet.
3.1 Doel
-Elementaire gegevens i.v.m maataanduiding bijbrengen
3.2 Materieel
-Geen
3.3 Materiaal
-Geen
3.4 Technologie
3.4.1 Inleiding
Fig.7-21:Onderdelen maataanduiding
Cijfers welke samen één maatgetal vormen mogen nooit door een tekenlijn van
elkaar gescheiden worden.
Fig.7-24:Ongescheiden maatgetallen
3.4.3 Maatlijnen
Fig.7-26:Plaats maatlijnen
Omtreklijnen en hartlijnen mogen niet als maatlijn worden gebruikt,echter wel als
hulplijn.
3.4.4 Hulpmaatlijnen
Hulplijnen en center-of hartlijnen mogen niet van het ene naar het andere aanzicht
worden doorgetrokken.
3.4.5 Pijlpunten
Elk einde van een maatlijn moet begrensd worden met pijlpunten.De hoek van de
pijlpunt bedraagt in principe 30° en de lengte hangt af van de lengte van de
maatlijn.
Fig.7-28:Pijlpunt
Wordt echter een cilindervormig voorwerp niet rond getekend,dan plaatst men links
naast de maat,dewelke de diameter aangeeft,een diameterteken.Dit teken wordt
dus telkens geplaatst wanneer er verwarring mogelijk is en in het betreffende
aanzicht de cilinder-of kegelvorm niet duidelijk is.
Fig.7-31:Diameterteken
3.4.7 Straalaanduiding
Bij afrondingen dient de straal als maatlijn.De maat wordt aangegeven door de
lengte van de straal en wordt in het boogvlak getekend.Hij mag noch op de
hartlijn,noch tegen het einde van de boog getekend worden.De maatlijn van een
straal bevat slechts één snijpunt en wel aan de boog.Het middelpunt van de boog
kan bepaald zijn door de snijding van twee aslijnen.
Voor het aanduiden van stralen wordt voor het maatgetal de hoofdletter “R “
geplaatst (de R voor straal).
DIKTE 15
Fig.7-32:Maataanduiding met “R”-teken.
3.4.8 Afschuiningen
Wanneer schuine kanten manueel moeten aangebracht worden aan een plat
werkstuk dan geeft men dit aan door twee lengtematen.
Bij afschuiningen die door een machinale bewerking ontstaan,geeft men de hoek
en één afstand.In onderstaande figuur a en b ziet men de wijze van aanduiden voor
een vlak en een rond werkstuk.Fig. c laat een vereenvoudigde maataanduiding
zien van fig. b en fig.d tenslotte duid aan dat het hierbij gaat om een
afschuiningshoek van 45°,een hoek die niet moet aangegeven worden.
3.4.9 Symmetriematen
Wanneer op een tekening maten voorkomen die onderling gelijk zijn en men wil
daarop speciaal de aandacht vestigen,dan mag men de maatgetallen vervangen
door het gelijkheidsteken:”=”
3.4.10 Vierkantteken
De schikking van de maten is zeer belangrijk voor het juist lezen van een
tekening,verschillende methoden worden hierna besproken.
3.5 Werkmethode
Het inschrijven van maten moet netjes,volledig,logisch en overzichtelijk
gebeuren.Stel daarom deze gedachte voorop:”Welke maten heb ik nodig,als ik zelf
dat voorwerp moet maken?”Bijkomend hulpmiddel is ook dat men het werkstuk
ontleed volgens de verschillende stappen van de bewerkingsvolgorde,en telkens
per fase de nodige maten eraan toevoegt.Hierna vind je dergelijke manier van
werken.
Te vervaardigen werkstuk:
Verdere tips:
-Vul de maten in op het aanzicht of de plaats waar ze het duidelijkst weer te geven
zijn en groepeer ze zoveel mogelijk
-Iedere maat mag slechts éénmaal gegeven worden,dus niet meer maten geven
dan nodig
4.1 Doel
-Elementaire begrippen omtrent doorsneden bekijken
4.2 Materieel
Tekengerief
4.3 Materiaal
Geen
4.4 Technologie
4.4.1 Inleiding
Lang niet alle werkstukken zijn volledig massief opgebouwd,de meeste hebben
inwendige onzichtbare delen of vormen.Nu kan dat inwendig onzichtbare heel
eenvoudig zijn,echter ook vrij ingewikkeld of tussenin.De vrij eenvoudige
werkstukken kan men voorstellen door één of meerdere aanzichten,met telkens de
nodige stippellijnen.Zo lukt het wel om de uitvoerder een voldoende duidelijk beeld
te verschaffen van hetgeen men wil bekomen.Anders ligt het met de ingewikkelder
onzichtbare vormen,alhoewel dient gezegd dat men dit eveneens kan oplossen met
stippellijnen.Doch met als resultaat een onoverzichtelijke tekening met een teveel
aan stippellijnen.Hier is nu de oplossing om het geheel te tekenen in doorsnede.
4.4.2 Doorsnede
Zoals de naam laat vermoeden gaan we iets doorsnijden,en wel met de bedoeling
om een duidelijker beeld te verkrijgen van de plaats of het vlak waar men snijdt.
Fig.7-43:Doorgesneden werkstuk
Zoals bovenstaande figuur laat zien wordt een deel van het werkstuk zogezegd
verwijderd en kijkt men vervolgens loodrecht tegen het overgebleven gedeelte
aan.Zulk een aanzicht noemt men nu een doorsnede.
De plaats of het vlak waar men gesneden heeft moet vervolgens steeds gearceerd
worden,echter alleen daar waar er materiaal was om te snijden.Dergelijke arcering
bestaat uit dunne doorlopende fijne lijnen,op gelijke afstanden evenwijdig aan
elkaar,en onder een hoek van 45° t.o.v de hartlijn van het stuk of met de
horizontale figuurlijn.
Fig.7-46:Doorsnede werkstuk
De plaats waar men nu gesneden heeft,geeft men op de tekening aan door een
fijne gemengde streeplijn,eindigend in twee dikke strepen.Loodrecht op deze
strepen plaatst men pijlen met gesloten pijlpunten,deze tonen aan volgens welke
Module 7 Tekenen 29/33
Basistechnieken metaal
richting men het doorgesneden vlak moet bekijken.De bijgeschreven hoofdletters
duiden de betreffende doorsnede aan,beginnende met de letters A-A.Zo kan op
één tekening verschillende doorsnedes weergegeven worden,telkens aangegeven
met andere letters.
Fig.7-48:Plaats doorsneden
4.5 Werkmethode
-Bekijk de gevraagde doorsnede en de plaats waar er “gesneden” wordt.
maataanduiding.
5.1 Doel
-Zich een duidelijk beeld van een werkstuk kunnen vormen en dit testen a.d.h.v
vragen omtrent die tekening
5.2 Materieel
Geen
5.3 Materiaal
Geen
5.4 Technologie
Vooraleer een werkstuk gemaakt wordt dient het getekend.Dit laatste gebeurt door
ervaren tekenaars,dewelke met de nodige kennis,inzicht en verbeelding vorm
geven aan onderdelen.Nadien is het aan de uitvoerders,zoals wij,om dus dat
getekende uit te voeren op en met machines en gereedschappen.Dit vraagt wel dat
deze machinebedienaars begrijpen wat er op een tekening staat,dit teneinde iets te
maken dat volledig beantwoordt aan de gestelde eisen.Ze moeten dus in staat zijn
om zich,met behulp van deze tekening,een duidelijk beeld te vormen van het te
vervaardigen werkstuk.Men zegt dat ze een tekening moeten kunnen lezen.Al hoeft
een metaalbewerker geen tekenaar te zijn,toch moet hij voldoende vertrouwd zijn
met alle aanduidingen,tekens,lijnen en maten die op een technische tekening
voorkomen.Alleen als een vakman zulke werktekeningen kan begrijpen en lezen is
hij in staat om het voorgestelde werkstuk naar behoren te vervaardigen.
5.5 Werkmethode
-Zoals reeds herhaaldelijk gesteld,wil men iets kunnen maken dat op papier
staat,dan moet men ons in gedachten een beeld vormen van dat werkstuk.
-Hiertoe is het nodig om het ganse tekenblad te bekijken,van a tot z,van boven tot
onder.
-Ondertussen bouwt men een beeld op en tracht men alle tekens,lijnen en maten te
begrijpen.