Professional Documents
Culture Documents
Installatie- en onder-
houdshandleiding
Thermomaster
18/25 -A
25/30 -A
30/35 -A
AS 30 -A
BEnl
Inhoudsopgave
L Conformiteitsverklaring .................................... 49
Trefwoordenlijst ................................................................ 50
▶ Ontbraam en kant de buizen voor montage 1.5.5 Risico op materiële schade door
af en verwijder de spaanders. aangezogen verbrandingsgassen
▶ Gebruik tijdens het monteren zeker geen of vuildeeltjes
vet op basis van minerale oliën. Als de monding van het VLT/VGA-systeem
▶ Gebruik voor gemakkelijkere montage aan een schoorsteen grenst, kunnen verbran-
uitsluitend water, commerciële smeerzeep dingsgassen of vuildeeltjes worden aange-
of evt. het bijgevoegde glijmiddel. zogen. Aangezogen verbrandingsgassen of
Mortelresten, spaanders enz. in het verbran- vuildeeltjes kunnen het product beschadigen.
dingsgastraject hinderen de afvoer van de Als de aangrenzende schoorsteen verbran-
verbrandingsgassen, zodat verbrandingsgas dingsgas met een zeer hoge temperatuur
in het gebouw kan stromen. transporteert of als er een roetbrand ontstaat,
▶ Verwijder na afloop van de montage mor- kan de monding van het VLT/VGA-systeem
telresten, spaanders, enz. uit de VLT/VGA. door warmte-inwerking beschadigd raken.
▶ Neem geschikte maatregelen om het
1.5.2 Gevaar voor letsel door ijsvorming VLT/VGA-systeem te beschermen, bijvoor-
Wanneer de VLT/VGA door het dak loopt, beeld door de schoorsteen te verhogen.
kan de waterdamp in het verbrandingsgas bij
slecht weer op het dak of de dakconstructie 1.6 Voorschriften (richtlijnen, wetten,
tot ijs bevriezen. normen)
▶ Zorg ervoor dat dit ijs niet van het dak ▶ Neem de nationale voorschriften, normen,
schuift. richtlijnen en wetten in acht.
Deze producten zijn uitsluitend bedoeld voor aardgasinstalla- PMW Maximale waterdruk in het warmwaterbe-
ties. drijf
V/Hz Elektrische aansluiting
W Max. elektrisch opgenomen vermogen
3 Productbeschrijving IP Beschermingsklasse
CV-bedrijf
3.1 Serienummer
Warmwaterbereiding
12 13 14 9 10 11
11 8
10 7
15 12
9 6
16 13
8 5
7 4
6 3
17
4 2
18
1 1
16 15 14
3.5 CE-markering
Met de CE-markering wordt aangegeven dat de producten
volgens het typeplaatje voldoen aan de fundamentele vereis-
ten van de geldende richtlijnen.
De conformiteitsverklaring kan bij de fabrikant geraadpleegd
worden.
A
2. Verwijder de beschermfoliën van alle componenten van
het product.
B
– Zakje met afdichtingen
1 – Condensafvoerslang
– Afvoerslang van de veiligheidsklep
– Zakje met hydraulische aansluitingen
– Ophangbeugel
Minimumafstanden
1 Zakje met documentatie A B C D
≥ 300 mm ≥ 300 mm ≥ 0 mm ≥ 600 mm
4.3 Afmetingen Aanwijzing Aanwijzing
≥ 50 mm (ver- ≥ 5 mm (bij
eiste afstand kastachtige
voor de de- ommanteling)
montage van
het zijdeel)
Afmetingen
A B C D
740 mm 130 mm 300 mm 418 mm
A
C
A
▶ Hang het product op, zoals beschreven.
1
Voorwaarden: Draagvermogen van de wand volstaat niet
Opgelet!
Risico op materiële schade door mechani-
sche vervorming!
Als u beide zijdelen demonteert, kan het
product mechanisch kromtrekken, wat tot
schade aan bijv. de leidingen kan leiden,
waardoor lekken kunnen ontstaan.
▶ Demonteer altijd slechts een zijdeel,
nooit beide zijdelen tegelijk.
Aanwijzing
U kunt bij voldoende zijafstand (minstens 50 mm)
voor het vergemakkelijken van onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden een zijdeel demonteren.
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door ondes-
kundige installatie van de gasaansluiting!
Het overschrijden van de testdruk of de be-
C
drijfsdruk kan tot schade aan het gasblok lei-
den!
▶ Controleer de dichtheid van het gasblok
met een druk van maximaal 11 kPa
B (110 mbar).
2x 1
D
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door corrosie!
Niet diffusiedichte kunststof buizen in de CV-
A installatie veroorzaken lucht in het verwar-
mingswater en corrosie in het warmtebroncir-
cuit en de CV-ketel.
▶ Voer bij het gebruik van niet diffusiedichte
1. Klap de schakelkast naar voren.
kunststof buizen in de CV-installatie een
2. Houd het zijdeel vast zodat het niet kan vallen en draai systeemscheiding uit door een externe
de beide schroeven (1) boven en onder eruit.
warmtewisselaar tussen CV-ketel en CV-
3. Zwenk het zijdeel naar buiten en haal het er naar onde-
installatie in te bouwen.
ren toe af.
Gevaar!
Explosie- of verbrandingsgevaar door Aanwijzing
ondeskundige installatie! Voorzie de waterbuizen aan de uitlaat van de CV-
ketel en aan de installatie van een isolatie.
Spanningen in de aansluitingsleiding kunnen
tot ondichtheden leiden.
Voorafgaande werkzaamheden
▶ Let erop dat de aansluitleidingen zonder 1. Controleer of het installatievolume en de inhoud van het
mechanische spanningen worden gemon- expansievat verenigbaar zijn.
teerd.
▽ Als het volume van het expansievat niet voldoende
is voor de installatie.
Opgelet! ▶ Monteer een aanvullend expansievat in de CV-
Beschadigingsgevaar door vervuilde lei- retourleiding zo dicht mogelijk bij het product.
dingen! ▶ Monteer een terugslagklep bij de uitloop van het
product (CV-aanvoerleiding).
Vreemde voorwerpen, zoals lasresten, af-
dichtingsresten of vuil in de waterleidingen 2. Controleer of de installatie over de volgende compo-
nenten beschikt:
kunnen schade aan de CV-ketel veroorza-
ken. – een koudwaterstopkraan van het toestel
– een gasafsluitkraan van het toestel
▶ Spoel de CV-installatie voor de installatie – een vul- en aftapkraan in de CV-installatie
grondig uit.
5 5
4 4
3 3
2 2
1 1
▶ Voer de water- en gasaansluitingen volgens de gel- ▶ Voer de water- en gasaansluitingen volgens de gel-
dende normen uit. dende normen uit.
Geldigheid: Product voor uitsluitend CV-bedrijf, Boiler 1. Ontlucht de gasleiding voor de ingebruikneming.
2. Controleer of de aansluitingen (→ Pagina 23) dicht zijn.
5
4 5.3 Afvoerleiding van de veiligheidsklep
3 aansluiten
2
1
1
1 CV-aanvoeraanslui- 4 Aansluiting van de
ting, G3/4 retourleiding naar de
2 Aansluiting van de warmwaterboiler, G3/4
aanvoerleiding naar de 5 Verwarmingsretour-
warmwaterboiler, G3/4 aansluiting, G3/4
3 Gasaansluiting, G1/2
Lengte van de VLT/VGA van het type C33 (→ Pagina 45) Lengte van de VLT/VGA van het type C43 (→ Pagina 45)
1
L2 L1
Condens uit meervoudig verbonden schoorsteensystemen Voor elke aanvullend vereiste 90°-bocht (of 2 met 45°) moet
mag niet in het CV-toestel stromen. de lengte (L1+L2) met 2 m verminderd worden.
Leg de lengte afhankelijk van de gebruikte toebehoren vast. Lengte van de VLT/VGA van het type C83 (→ Pagina 45)
De vastgelegde lengte van de VLT/VGA moet overeenko-
men met de technische gegevens van het product. 5.6.3.7 Flexibel VLT/VGA-systeem voor
schoorsteen
Technische gegevens - verbrandingsluchttoe-
voer/verbrandingsgasafvoer van type C43p (→ Pagina 48)
D S
5.6.3.5 VLT/VGA-systeem via gescheiden buizen
L2
L1
L2
L1
Gevaar!
5.7.3 Bedrading uitvoeren
Levensgevaar door elektrische schok!
Ook bij uitgeschakeld product staat er nog
stroom op de netaansluitklemmen L en N:
30 mm max.
▶ Schakel de stroomtoevoer uit.
▶ Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
1. Verkort de aansluitkabels tot op de passende lengte
inschakelen. zodat deze in de schakelkast niet storen.
2. Schroef de stekker aan de aansluitkabel.
5.7.1 Elektronicabox openen en sluiten 3. Steek de stekker op de hiervoor bestemde steekplaats
op de printplaat.
TANK T°
B.off
Burner
24 V BUS TANK
off
SWITCH
RT
24V =
RT
X106
BUS
BUS
– +
- +
Burner 24V=
off RT BUS
1
1 2 3
X2
X22 X41
▶ Sluit de thermostaat op de stekker (1) aan.
4. Sluit de schakelkast.
4
6 Bediening
1 Veiligheidsthermostaat 3 eBUS-thermostaat of
voor vloerverwarming ontvanger
6.1 Gebruik van de diagnosecode
2 24 V Thermostaat 4 Buitenvoeler, aangeslo-
ten U kunt de als instelbaar in de tabel van de diagnosecodes
1. Open de elektronicabox (→ Pagina 17). gemarkeerde parameters gebruiken om het product aan de
installatie en de wensen van de klant aan te passen.
2. Voer de bedrading uit. (→ Pagina 17)
3. Sluit de afzonderlijke componenten afhankelijk van het Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 33)
installatietype aan.
6.1.1 Activering van diagnosecodes
Voorwaarden: Als een multicircuitregelaar geïnstalleerd wordt.
1. Druk 7 seconden lang op de toets .
▶ Verander de pompmodus (d.18) van Eco (intermitte-
rende pompmodus) in Comfort (continue pompmodus). ◁ wordt op het display weergegeven.
TANK T°
3. Druk om te bevestigen op de toets .
Aanwijzing
Een handmatige bevestiging van de instelling
is altijd mogelijk door de toets korter dan
3 seconden in te drukken.
◁ Op het display wordt OFF weergegeven. Kwaliteit van het cv-water controleren
▶ Neem een beetje water uit het CV-circuit.
8. Druk 3 seconden lang op de toets om de controle-
programma's te verlaten.
▶ Controleer visueel het cv-water.
▶ Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
◁ Op het display wordt End weergegeven. installatie spuien.
◁ Het display springt naar het startscherm.
Voorafgaande werkzaamheden
▶ Spoel de CV-installatie. 3
1
1
1. Maak het onderste deel van de sifon (1) los uit het bo-
venste deel van de sifon (2).
2. Verwijder de vlotter (3).
3. Vul het onderste deel van de sifon tot 10 mm onder de
bovenkant van de condensafvoerleiding met water.
4. Plaats de vlotter (3) weer.
Aanwijzing
Controleer of de vlotter aanwezig is in de
1. Maak de kap van de ontluchtingsklep (1) aan de pomp
condenswatersifon.
en aan de snelontluchters los.
2. Vul water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
– Aanbevolen vuldruk: 1 … 1,5 bar 5. Maak het onderste deel van de sifon (1) vast in het bo-
venste deel van de sifon (2).
◁ De CV en het warmwatertoestel kunnen niet worden
geactiveerd. 7.7 Warmwatercircuit vullen
◁ Het display geeft de drukwaarde knipperend weer
tot een druk van 0,05 MPa (0,5 bar) of hoger bereikt 1. Open voor het vullen van het warmwatercircuit de wa-
is. terkranen.
◁ Een snelontluchtingsfunctie wordt geactiveerd als 2. Sluit de waterkranen als de betreffende uitstroomhoe-
de druk langer dan 15 seconden boven 0,05 MPa veelheid bereikt is.
(0,5 bar) ligt. ◁ Het warmwatercircuit is gevuld.
3. Ontlucht elke radiator, totdat het water normaal uit- 3. Controleer alle aansluitingen en het volledige systeem
stroomt en schroef dan de ontluchtingskleppen van het op dichtheid.
systeem weer vast.
7.8 Gasinstellingen controleren en aanpassen
Aanwijzing
Alleen een gekwalificeerde installateur is bevoegd instellin-
Laat de kap van de pompontluchtingsklep
gen aan het gasblok uit te voeren.
afgeschroefd.
Elke vernietigde verzegeling moet hersteld worden.
4. De CV-waterdruk moet overeenkomen met de vuldruk. De CO2-instelschroef moet met lood worden verzegeld.
▽ Vul indien nodig het product nogmaals. Verander in geen geval de fabrieksinstelling van de gasdruk-
regelaar van het gasblok.
5. Controleer of alle aansluitingen dicht zijn.
Doorstroomdrukcurven voor25/30 kW
8.1 Branderwachttijd
(gemeten druk achter de kranen)
Om het frequent in- en uitschakelen van de brander en hier-
door energieverlies te vermijden, wordt steeds na het uit- B 1 2 3 4
schakelen van de brander voor een bepaalde tijd een elek- 80
tronische herinschakelblokkering geactiveerd. De brander- 70
wachttijd is alleen voor CV-bedrijf actief. Het inschakelen van 60
warmwaterbedrijf tijdens de branderwachttijd heeft geen in- 50
vloed. 40
30
8.1.1 Maximale branderwachttijd instellen 20
1. Stel de diagnosecode in. (→ Pagina 18) 10
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 33)
0 500 1000 1500 A
2. Stel de maximale branderwachttijd eventueel met de
diagnosecode d.02 af.
1 Maximaal toerental 4 Doorstroming bij maxi-
(bypass gesloten) mumvermogen (ΔT =
8.1.2 Resterende branderwachttijd terugzetten 2 Maximaal toerental 20K)
▶ Houd de toets langer dan 3 seconden ingedrukt.
(fabrieksinstelling van
de bypass)
A Doorstroming in het
circuit (l/h)
◁ wordt op het display weergegeven. 3 Minimaal toerental B Beschikbare druk (kPa)
(fabrieksinstelling van
de bypass)
B 1 2 3 4
70
60
50
1
40
30
20
10
▶ Demonteer de voormantel. (→ Pagina 11)
0 500 1000 1500 A ▶ Regel de druk met de instelschroef (1).
▶ Monteer de frontafscherming. (→ Pagina 11)
1 Maximaal toerental 4 Doorstroming bij maxi- Stand van de instel-
(bypass gesloten) mumvermogen (ΔT = Opmerking/toepassing
schroef
2 Maximaal toerental 20K)
(fabrieksinstelling van A Doorstroming in het Als de radiatoren bij fabrieks-
de bypass) circuit (l/h) Rechtse aanslag (geheel instelling niet voldoende warm
3 Minimaal toerental B Beschikbare druk (kPa) ingeschroefd) worden. In dit geval moet u de
(fabrieksinstelling van pomp op max. stand zetten.
de bypass) Middelste stand (6 om-
Fabrieksinstelling
wentelingen linksom)
Doorstroomdrukcurven voorAS 30 kW 5 verdere omwentelingen
Als er geluiden bij radiatoren of
(gemeten druk achter de kranen) linksom uitgaand van de
radiatorkranen optreden.
middelste stand
B 1 2 3 4
70
60 9 Warmwatertemperatuur aanpassen
50
U kunt de installatieparameters opnieuw vastleggen/wijzigen
40
(→ hoofdstuk "Diagnosecodes gebruiken").
30
20 Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 33)
10
9.1 Warmwatertemperatuur instellen
0 500 1000 1500 A
Gevaar!
1 Maximaal toerental 4 Doorstroming bij maxi- Levensgevaar door legionellabacteriën!
(bypass gesloten) mumvermogen (ΔT =
2 Maximaal toerental 20K) Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem-
(fabrieksinstelling van A Doorstroming in het peraturen onder 60 °C.
de bypass) circuit (l/h)
3 Minimaal toerental B Beschikbare druk (kPa) ▶ Zorg ervoor dat de gebruiker alle maatre-
(fabrieksinstelling van gelen voor de legionellabeveiliging kent
de bypass) om de geldende voorschriften voor het
voorkomen van legionellabacteriën te ver-
8.3 Bypass instellen vullen.
Voorwaarden: Modulerende pomp
▶ Stel de warmwatertemperatuur in.
Als de bedrijfsparameter van de pomp d.14 op auto is inge-
Voorwaarden: Waterhardheid: > 3,57 mol/m³
steld (grenswaarde ∆p), mag de fabrieksinstelling niet veran-
derd worden. – Warmwatertemperatuur: ≤ 50 ℃
Opgelet!
Kans op materiële schade door verkeerde 10 Product aan gebruiker opleveren
instelling van de hoogefficiënte pomp
▶ Nadat u de installatie heeft beëindigd, plakt u de bijge-
Als de druk bij de overstroomklep verhoogd voegde sticker (in de taal van de gebruiker) op de pro-
wordt (draaiing rechtsom), kunnen er storin- ductmantel.
gen ontstaan als het pompvermogen op min- ▶ Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking van
der dan 100 % is ingesteld. de veiligheidsinrichtingen.
▶ Instrueer de gebruiker over de bediening van het product.
▶ Zet in dit geval het pompvermogen via
diagnoseparameter d.14 op 5 = 100%.
C
11.3 CO₂-gehalte controleren
1. Stel het product met het testprogramma (P.01) in wer-
king en stel de waarde in.
2
– Instelwaarde van het programma P.01: 100
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 33)
2. Wacht totdat de afgelezen waarde stabiel is.
– Wachttijd voor het aflezen van een stabiele waarde: D
5 min
5 1
3 4 5
C 1
A
B
C
2 B
A
D
1
4. Verwijder de schroef (1). 1. Maak het onderste deel van de sifon (1) los uit het bo-
5. Druk de clip naar boven. venste deel van de sifon (2).
6. Verwijder de verbrandingsgasbuis (2). 2. Verwijder de vlotter (3).
3. Spoel de vlotter en het onderste deel van de sifon met
water af.
4. Vul het onderste deel van de sifon tot 10 mm onder de
bovenkant van de condensafvoerleiding met water.
1 5. Plaats de vlotter (3) weer.
Aanwijzing
Controleer of de vlotter aanwezig is in de
sifonbeker.
6. Maak het onderste deel van de sifon (1) vast in het bo-
7. Reinig de condensopvang (1) met water. venste deel van de sifon (2).
◁ Het water loopt weg in het condenswatersifon.
11.10 Zeef in koudwateringang reinigen
Geldigheid: Combiketel
1. Sluit de hoofd-koudwatertoevoer.
2. Maak het toestel aan warmwaterzijde leeg.
3. Verwijder het aansluitstuk op de aansluiting voor de
koudwatertoevoer van het product.
4. Reinig de zeef in de koudwateringang zonder hem eruit
te halen.
3 C
12.5 Reparatie voorbereiden
1. Schakel het product uit.
2. Verbreek de verbinding van het product met het elektri- D
citeitsnet.
2
3. Demonteer de voormantel. 1
4. Sluit de gasafsluitkraan. B
A
5. Sluit de onderhoudskranen in de CV-aanvoerleiding en
CV-retourleiding.
4. Verwijder de luchtaanzuigbuis (2).
6. Sluit de onderhoudskraan in de koudwaterleiding.
5. Trek de stekkers van het gasblok (3) en van de ventila-
7. Als u watervoerende componenten van het product wilt tor (4).
vervangen, dan dient u het product leeg te maken.
6. Schroef de aansluiting (1) van de gasleiding los van het
8. Zorg ervoor dat er geen water op stroomvoerende on- gasblok.
derdelen (bijv. de elektronicabox) druppelt.
7. Maak de beide schroeven (5) los.
9. Gebruik alleen nieuwe afdichtingen.
8. Verwijder het gasblok (3).
9. Verwijder de afdichting (6) als deze nog op de ventilator
12.6 Defecte componenten vervangen
(7) zit.
12.6.1 Brander vervangen 10. Monteer het nieuwe gasblok in omgekeerde volgorde.
1. Demonteer de gas-luchteenheid. (→ Pagina 25) 11. Controleer het CO₂-gehalte. (→ Pagina 25)
2. Verwijder de branderdichting.
12.6.4 Warmtewisselaar vervangen
3. Haal de brander eraf.
4. Leg de nieuwe brander met een nieuwe branderdichting 1. Demonteer de voormantel. (→ Pagina 11)
op de warmtewisselaar. 2. Demonteer de gas-luchteenheid. (→ Pagina 25)
5. Bouw de gas-luchteenheid in. (→ Pagina 28)
1
1
A
B
5 4 2
2
B
3 A
1
2
B 1
2 2
C
D
2 C
D C
B
A
3
A
1
A
A
B
1 13 Product buiten bedrijf stellen
▶ Stel het product buiten bedrijf.
▶ Verbreek de verbinding van het product met het elektrici-
teitsnet.
▶ Sluit de gasafsluitkraan.
▶ Sluit de koudwaterstopkraan.
▶ Maak het product leeg. (→ Pagina 28)
Aanwijzing
De kabel moet door de fabrikant, diens service-
team of geschikt gekwalificeerd personeel worden
vervangen, om gevaren te vermijden.
Bijlage
A Testprogramma's – overzicht
Aanwijzing
Omdat de programmatabel voor verschillende producten wordt gebruikt, zijn sommige programma's bij het betref-
fende product mogelijk niet zichtbaar.
Weergave Betekenis
P.01 Branderbedrijf op instelbare warmtebelasting:
Na de ontsteking werkt het product met de warmtebelasting, die tussen "0" (0 % = Pmin) en
"100" (100 % = Pmax) is ingesteld.
De functie wordt voor een periode van 15 minuten geactiveerd.
P.02 Branderbedrijf met ontstekingslast:
Na de ontsteking werkt het product met ontstekingslast.
De functie wordt voor een periode van 15 minuten geactiveerd.
P.03 Het product loopt met de via diagnosecode d.00 ingestelde maximale warmtebelasting in CV-bedrijf.
P.04 Installateurfunctie:
Als er een warmwatervraag is, dan werkt het product in het warmwaterbedrijf en met maximale warmtebelasting.
Als er geen warmwatervraag is, dan werkt het product met de via diagnosecode d.00 ingestelde CV-deellast en
in het CV-bedrijf.
De functie wordt voor een periode van 15 minuten geactiveerd.
P.05 Product vullen:
De driewegklep gaat in middenstand. Brander en pomp worden uitgeschakeld (voor vullen en legen van het
product).
Als de druk minder dan 0,03 MPa (0,3 bar) bedraagt en dan langer dan 15 seconden boven 0,05 MPa (0,5 bar)
ligt, wordt de automatische ontluchtingsfunctie geactiveerd.
De functie wordt voor een periode van 15 minuten geactiveerd.
P.06 Ontluchting van het verwarmingscircuit:
De driewegklep wordt in de stand CV-bedrijf gebracht.
De functie wordt voor een periode van 15 minuten in het verwarmingscircuit geactiveerd.
De pomp loopt en stopt in regelmatige intervallen.
Indien nodig kan deze functie handmatig worden uitgeschakeld.
P.07 Ontluchting van het warmwatercircuit:
De functie wordt voor een periode van 4 minuten in het kleine warmwatercircuit en aansluitend gedurende 1
minuut in het CV-circuit geactiveerd.
De pomp loopt en stopt in regelmatige intervallen.
Indien nodig kan deze functie handmatig worden uitgeschakeld.
Snelontluchtings- Product ontluchten:
functie Als de druk minder dan 0,03 MPa (0,3 bar) bedraagt en dan langer dan 15 seconden boven 0,05 MPa (0,5 bar)
ligt, wordt de automatische ontluchtingsfunctie geactiveerd.
De functie wordt voor een periode van 4 minuten in het kleine warmwatercircuit en aansluitend gedurende 1
minuut in het CV-circuit geactiveerd.
Deze functie kan niet handmatig worden uitgeschakeld.
B Diagnosecodes - overzicht
Aanwijzing
Omdat de codetabel voor verschillende producten wordt gebruikt, zijn sommige codes bij het betreffende product
mogelijk niet zichtbaar.
d.21 Status van de warme Actuele waarde – off = functie gedeactiveerd – niet verstel-
start voor warm water on = functie geactiveerd en be- baar
schikbaar
d.22 Status van de warmwa- Actuele waarde – off = geen lopende vraag – niet verstel-
tervraag on = lopende vraag baar
d.23 Status van de verwar- Actuele waarde – off = verwarming uit (zomermo- – niet verstel-
mingsvraag dus) baar
on = verwarming aan
d.24 Status van de drukmeter 0 1 – off = niet geschakeld – niet verstel-
on = geschakeld baar
d.25 Status van de vraag voor Actuele waarde – off = functie gedeactiveerd – niet verstel-
het naverwarmen van de on = functie geactiveerd baar
boiler of voor de warme
warmwaterstart van de
eBUS-thermostaat
d.27 Functie relais 1 (multi- 1 10 – 1 = circulatiepomp 1 Instelbaar
functionele module) 2 = externe pomp
3 = boilerlaadpomp
4 = afzuigkap
5 = externe magneetklep
6 = foutindicatie
7 = Zonnepomp (vervalt)
8 = eBUS-afstandsbediening
9 = Legionellabeveiligingspomp
10 = Zonneklep
d.28 Functie relais 2 (multi- 1 10 – 1 = circulatiepomp 2 Instelbaar
functionele module) 2 = externe pomp
3 = boilerlaadpomp
4 = afzuigkap
5 = externe magneetklep
6 = foutindicatie
7 = Zonnepomp (vervalt)
8 = eBUS-afstandsbediening
9 = Legionellabeveiligingspomp
10 = Zonneklep
d.31 Automatische vulvoorzie- 0 2 – 0 = handmatig 0 Instelbaar
ning 1 = halfautomatisch
2 = automatisch
d.33 Gewenste waarde van Actuele waarde o/min Ventilatortoerental = weergege- – niet verstel-
het ventilatortoerental ven waarde x 100 baar
d.34 Waarde van het ventila- Actuele waarde o/min Ventilatortoerental = weergege- – niet verstel-
tortoerental ven waarde x 100 baar
d.35 Stand van de drieweg- Actuele waarde – 0 = verwarming – niet verstel-
klep 40 = middelste stand (parallel baar
bedrijf)
100 = warm water
d.36 Waarde van de warmwa- Actuele waarde l/min – – niet verstel-
terdoorstroming baar
d.39 Watertemperatuur in het Actuele waarde ℃ – – niet verstel-
zonnecircuit baar
d.40 CV-aanvoertemperatuur Actuele waarde ℃ – – niet verstel-
baar
d.41 Retourtemperatuur CV Actuele waarde ℃ – – niet verstel-
baar
d.43 Stooklijn 0,2 4 – 0,1 1,2 Instelbaar
d.45 Waarde van het voetpunt 15 30 – 1 20 Instelbaar
van de stooklijn
d.47 Buitentemp. Offset Actuele waarde ℃ – – niet verstel-
baar
C Statuscodes - overzicht
Aanwijzing
Omdat de codetabel voor verschillende producten wordt gebruikt, zijn sommige codes bij het betreffende product
mogelijk niet zichtbaar.
Statuscode Betekenis
Indicaties tijdens CV-bedrijf
S.0 CV-bedrijf: geen vraag
S.01 CV-functie: ventilatoraanvoer
S.02 CV-functie: pompvoorloop
S.03 CV-bedrijf: ontsteking van de brander
S.04 CV-bedrijf: brander aan
S.05 CV-functie: pomp-/ventilatornaloop
S.06 CV-functie: ventilatornaloop
S.07 CV-functie: pompnaloop
S.08 CV-bedrijf: tijdelijke uitschakeling na verwarmingsproces
Weergave tijdens warmwaterbedrijf
S.10 Warmwaterbedrijf: vraag
S.11 Warmwaterfunctie: ventilatoraanvoer
S.13 Warmwaterbedrijf: ontsteking van de brander
S.14 Warmwaterbedrijf: brander aan
S.15 Warmwaterfunctie: pomp-/ventilatornaloop
S.16 Warmwaterfunctie: ventilatornaloop
S.17 Warmwaterfunctie: pompnaloop
Weergave in de comfortmodus met warme start of warmwaterfunctie met boiler
S.20 Warmwaterbedrijf: vraag
S.21 Warmwaterfunctie: ventilatoraanvoer
S.22 Warmwaterfunctie: pompvoorloop
S.23 Warmwaterbedrijf: ontsteking van de brander
S.24 Warmwaterbedrijf: brander aan
S.25 Warmwaterfunctie: pomp-/ventilatornaloop
S.26 Warmwaterfunctie: ventilatornaloop
S.27 Warmwaterfunctie: pompnaloop
Statuscode Betekenis
S.28 Warmwaterbedrijf: tijdelijke uitschakeling van de brander
Andere indicaties
S.30 CV-bedrijf door kamerthermostaat geblokkeerd.
S.31 Geen verwarmingsvraag: zomermodus, eBUS-thermostaat, wachttijd
S.32 Ventilatorwachttijd: ventilatortoerental buiten de tolerantiewaarden
S.33 Geforceerd bedrijf van de ventilator tot aan het schakelen van de drukschakelaar
S.34 Vorstbeveiliging actief
S.39 Vloerverwarmingscontact geopend
S.41 Waterdruk te hoog
S.42 Verbrandingsgasklep gesloten
S.46 Beveiligingsmodus: minimumlast
S.53 Product in wachttijd / blokkeringsfunctie op grond van watergebrek (spreiding aanvoer/retour te groot)
S.54 Wachttijd: watergebrek in het circuit (spreiding aanvoer/retour te groot)
S.88 Productontluchting actief
S.91 Onderhoud: demomodus
S.96 Automatisch testprogramma: retourtemperatuursensor, verwarmings- en warmwatervraag geblokkeerd.
S.97 Automatisch testprogramma: waterdruksensor, verwarmings- en warmwatervraag geblokkeerd.
S.98 Automatisch testprogramma: retourtemperatuursensor, verwarmings- en warmwatervraag geblokkeerd.
S.99 Automatisch vullen actief
S.108 Ontluchting van de verbrandingskamer, ventilator in werking
S.109 Stand-bymodus van het product geactiveerd
D Overzicht foutcodes
Aanwijzing
Omdat de codetabel voor verschillende producten wordt gebruikt, zijn sommige codes bij het betreffende product
mogelijk niet zichtbaar.
E Aansluitschema: combitoestel
Geldigheid: Combiketel
Burner off
RT 24V
X106
eBUS 3
X51
13
1 4
2 X51 2
6
1
5
2
10
X20 11
4
1 5
15
3
2 M
4
16
5
1
3
9
1 X51 X35
1
6
X106
7
X40 X51 X32 X35 – + 8
Burner 24V= 6
off RT BUS 17
7
4 M
3
18 1 8
X41
X2 14
24V
X90 11
1
4
13
X2 3
9
3
X20 6
1
X22
3
2
2
20
3
10
2
19
1
X30 10
1
X21 X21
4
3
2 12
FUS
L 24V
X14
N
X14
L
N
230V~
X1
X12
230V~
X1 N N
L L
11
13
1 Hoofdprintplaat 8 Druksensor
2 Interfaceprintplaat 9 Doorstromingssensor
3 Temperatuurvoeler van de CV-aanvoerleiding 10 Externe ontstekingsinrichting
4 Temperatuurvoeler van de verwarmingsretour 11 CV-pomp
5 Ventilator 12 Ionisatie- en ontstekingselektrode
6 Gasblok 13 Hoofdstroomvoorziening
7 Driewegklep
Burner off
RT 24V
X106
eBUS 3
X51
13
1 4
2 X51 2
6
1
5
2
10
X20 11
4
1 8 1 5
15
3
2 7 2 M
4 6 3
16
5 5 4
1
3
9
1 X51
1
6
X106
7
X40 X51 X32 X35 – + 8
Burner 24V= 6
off RT BUS 17
7
4 M
3
18 1 8
X41
X2 14
24V
X90 11
1
4
13
X2 3
9
3
X20 6
1
X22
3
2
2
20
3
10
2
19
1
10
X30
1
X21 X21 4
3
2 12
L
FUS
L X12 N
X14
N 24V
L
230V~
X1
X14 N
X12
230V~
X1 N N
L L
13 11
1 Hoofdprintplaat 8 Druksensor
2 Interfaceprintplaat 9 Doorstromingssensor
3 Temperatuurvoeler van de CV-aanvoerleiding 10 Externe ontstekingsinrichting
4 Temperatuurvoeler van de verwarmingsretour 11 CV-pomp
5 Ventilator 12 Ionisatie- en ontstekingselektrode
6 Gasblok 13 Hoofdstroomvoorziening
7 Driewegklep
Burner off
RT 24V
X106
eBUS 3
X51
13
1 4
2 X51 2
6
1
5
2
10
X20 11
4
1 5
15
3
2 M
4
16
5
1
3
9
1 X51
1
6
X106
7
X40 X51 X32 X35 – + 8
Burner 24V= 6
off RT BUS 17
7
4 M
3
18 1 8
X41
X2 14
24V
X90 11
1
4
13
X2 3
9
4
X20 2
3
X22
2
16
1
20
3
10
2
19
1
X30 10
1
X21 X21
4
3
2
12
FUS
L 24V
X14
N
L 230V~
X14 N
X1
X12
230V~
X1 N N
L L
11
13
1 Hoofdprintplaat 8 Druksensor
2 Interfaceprintplaat 9 Stekker boiler warmwaterwarmtewisselaar
3 Temperatuurvoeler van de CV-aanvoerleiding 10 Externe ontstekingsinrichting
4 Temperatuurvoeler van de verwarmingsretour 11 CV-pomp
5 Ventilator 12 Ionisatie- en ontstekingselektrode
6 Gasblok 13 Hoofdstroomvoorziening
7 Driewegklep
Onderhoud
Inspectie
Nr. Werkzaamheden (min. om de
(jaarlijks)
2 jaar)
Controleer de VLT/VGA op dichtheid en reglementaire bevestiging. Zorg ervoor dat deze niet
1 verstopt of beschadigd is en in overeenstemming met de relevante montagehandleiding correct X X
gemonteerd werd.
Controleer de algemene toestand van het product. Verwijder verontreinigingen aan het product
2 X X
en in de verbrandingskamer.
Voer een visuele controle van de algemene toestand van de warmtewisselaar uit. Let hierbij
3 vooral op tekenen van corrosie, roest en andere schade. Als er u schade opvalt, voer dan het X X
nodige onderhoud uit.
Controleer de gasaansluitdruk bij maximale warmtebelasting. Als de gasaansluitdruk niet in het
4 X X
aangegeven bereik ligt, voer dan het nodige onderhoud uit.
5 Controleer het CO₂-gehalte (het luchtgetal) van het product. X X
Verbreek de verbinding van het product met het elektriciteitsnet. Controleer, of de steekverbin-
6 X X
dingen en elektrische aansluitingen correct zijn en voer evt. de noodzakelijke correcties uit.
7 Sluit de gasafsluitkraan en de onderhoudskranen. X
Maak het product aan de waterzijde leeg. Controleer de voordruk van het expansievat, vul het
8 X
evt. bij (ca. 0,03 MPa/0,3 bar onder vuldruk van de installatie).
9 Controleer de ontstekingselektrode. X X
10 Demonteer de gas-luchteenheid. X
Vervang beide branderdichtingen bij elke opening en bij elk onderhoud (ten minste iedere 5
11 X
jaar).
Reinig de warmtewisselaar (ten minste iedere 5 jaar).
12 X
→ hoofdstuk "Warmtewisselaar reinigen"
13 Controleer de brander op beschadigingen en vervang de brander evt. (ten minste iedere 5 jaar). X
Controleer de condenswatersifon in het product, reinig en vervang deze eventueel.
14 X X
→ hoofdstuk "Condenswatersifon reinigen"
15 Bouw de gas-luchteenheid in. Attentie: vervang de afdichtingen! X
Vervang de plaatwarmtewisselaar eventueel als het warmwatervermogen onvoldoende is of als
16 X
de uitlooptemperatuur niet bereikt wordt.
Reinig de zeef in de koudwateringang. Als de verontreinigingen niet meer verwijderd kunnen
worden of als de zeef beschadigd is, vervang de zeef dan. Controleer in dit geval ook of de
17 X
stromingssensor niet vuil of beschadigd is. Reinig de sensor (geen perslucht gebruiken!) en
vervang de sensor bij beschadigingen.
Open de gasafsluitkraan, verbind het product opnieuw met het stroomnet en schakel het product
18 X X
in.
Open de onderhoudskranen, vul het product resp. de CV-installatie tot 0,1 - 0,2 MPa/1,0 -
19 2,0 bar (afhankelijk van de statische hoogte van de CV-installatie) en start het ontluchtingspro- X
gramma P.07 handmatig als het automatische ontluchtingsprogramma niet start.
Voer een test van product en CV-installatie incl. warmwaterbereiding (indien aanwezig) uit en
20 X X
ontlucht de installatie indien nodig nog een keer.
21 Controleer opnieuw het CO₂-gehalte (het luchtgetal) van het product. X
Controleer of er bij het product geen gas, verbrandingsgas, warm water of condens ontsnapt.
22 X X
Verhelp de lekkage evt.
23 Inspectie/onderhoud noteren. X X
0,6
0,5
0,5
0,3
0, 6 0,6
0,6
1,2
0,6 0,5
0,3
∆H 0,5
L
0, 5 0,5
0,
5 L
≥2,5 ∆H
1
≥1
≥2
2,5 ,5
≥0,5 5
≥ 0,
2,
5
≥1
,2
H= 2
≥2
K Technische gegevens
Aanwijzing
Bij zuivere CV-toestellen zijn de technische gegevens voor het warme water alleen relevant als er een warmwater-
boiler op het CV-toestel wordt aangesloten.
Technische gegevens – CV
THERMOMASTER THERMOMASTER THERMOMASTER THERMOMASTER
18/25 -A (E-BE) 25/30 -A (E-BE) 30/35 -A (E-BE) AS 30 -A (E-BE)
Maximale verwarmingsaanvoer- 75 ℃ 75 ℃ 75 ℃ 75 ℃
temperatuur (fabrieksinstelling -
d.71)
Max. bereik van de aanvoertempe- 10 … 80 ℃ 10 … 80 ℃ 10 … 80 ℃ 10 … 80 ℃
ratuurregeling
Maximaal toegestane druk 0,3 MPa 0,3 MPa 0,3 MPa 0,3 MPa
(3,0 bar) (3,0 bar) (3,0 bar) (3,0 bar)
Nominale waterdoorstroming 779 l/h 1.077 l/h 1.292 l/h 1.292 l/h
(ΔT = 20 K)
Nominale waterdoorstroming 520 l/h 718 l/h 861 l/h 861 l/h
(ΔT = 30 K)
Benaderingswaarde van het con- 1,84 l/h 2,55 l/h 3,06 l/h 3,06 l/h
densvolume (pH-waarde tussen
3,5 en 4,0) bij 50/30 °C
ΔP verwarming bij nominale door- 0,025 MPa 0,024 MPa 0,005 MPa 0,005 MPa
stroming (ΔT = 20 K) - (fabriekin- (0,250 bar) (0,240 bar) (0,050 bar) (0,050 bar)
stelling van de bypass
ΔP verwarming bij nominale door- 0,046 MPa 0,024 MPa 0,005 MPa 0,005 MPa
stroming (ΔT = 20 K) - (bypass (0,460 bar) (0,240 bar) (0,050 bar) (0,050 bar)
gesloten)
L Conformiteitsverklaring
0020199146_04 ‒ 12.07.2016
Leverancier