Professional Documents
Culture Documents
W7.071.470 0366
Versie 6.0_09/10
Inhoudsopgave
Productinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Hoofdstuk 1 Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
1.1 Let op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
1.2 Toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
1.3 ETD3 PAA: Basic en Plus versie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
1.4 Compatibele endoscopen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
1.5 Bijzondere eigenschappen van de ETD 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
1.6 Aansluitvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
1.7 Voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
ETD3 PAA i
Hoofdstuk 3 Voorbereiding en controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
3.1 Installatie van de ETD3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
3.2 Controles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
3.3 Voorbereidingen voor het gebruik van reinigings-,
desinfectie- en activeringsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
3.4 Installatie van de EndoID (ETD3 Plus PAA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
3.5 EndoID Database (ETD3 Plus PAA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
3.6 Doorstromingsbewaking (ETD3 Plus PAA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Hoofdstuk 4 Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
4.1 Gebruikersniveaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
4.2 ETD3 programma’s met PAA-procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
4.3 STANDAARD programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
4.4 STANDAARD DRG programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
4.5 THERM DESINF-programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
4.6 Zelfdesinfectieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
4.7 STANDAARD V DR-programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
ii ETD3 PAA
Hoofdstuk 6 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
6.1 Procesvalidatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
6.2 Routinetesten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
6.3 Bijvullen van zout in de waterontharder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
6.4 Vervangen van de filters in het droogaggregaat . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
6.5 Hygiënische controles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
6.6 Verwijdering van afzettingen op doseerslangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
6.7 Inspectie van PAA in het laatste spoelwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
6.8 Onderhoud van de UV-unit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
6.9 De filters in de spoelruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
6.10 De filters in de watertoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
6.11 Sproeikoppen op de roterende sproeiarm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
6.12 Afstellen van de verbinding van de inzettrolley met de ETD3 . . . . . 143
6.13 Vervangen van de afdichtringen in de adapters van de lektester . . 144
6.14 Vervangen van afdichtingen in adapters voor de endoscoop . . . . . . 145
6.15 Controleer de endoscoopadapters op verstoppingen . . . . . . . . . . . . 146
6.16 Behuizing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
6.17 Na het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
ETD3 PAA 1
2 ETD3 PAA
Afspraken voor deze gebruiksaanwijzing
Symbolen
De op de verpakking en/of op het instrument afgebeelde symbolen hebben de
volgende betekenis:
Zie de gebruiksaanwijzing.
Markeringen
Hoofdletters worden gebruikt om werkwijzen en functies aan te geven.
Gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie voor een veilig en effectief
gebruik van dit apparaat. Lees deze gebruiksaanwijzing, evenals de instructies
van de andere te gebruiken instrumenten, voor gebruik zorgvuldig door en
gebruik de instrumenten zoals beschreven. Bewaar deze en alle andere
gebruiksaanwijzingen altijd op een veilige plaats binnen handbereik. Als u vragen
of opmerkingen over deze gebruiksaanwijzing heeft, neem dan contact op met
uw Olympus- leverancier.
ETD3 PAA 3
Signaalwoorden
De volgende signaalwoorden worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt:
WAARSCHUWING
Beschrijft een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien
deze niet wordt voorkomen, ernstig letsel of zelfs de
dood tot gevolg kan hebben.
ATTENTIE
Beschrijft een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien
deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot verwonding bij
de patiënt. Dit signaalwoord wordt tevens gebruikt om
tegen onveilige toepassingen of mogelijke beschadiging
van de apparatuur te waarschuwen.
CAUTION
AANWIJZING
Maakt attent op nuttige informatie en praktische
aanbevelingen voor de toepassing van de apparatuur.
4 ETD3 PAA
Attentie
ATTENTIE
: Voorzichtig bij de omgang met chemicaliën
Lees de materiaalveiligheidsbladen van de chemische
middelen voordat u deze gaat gebruiken.
Tref de juiste veiligheidsmaatregelen. Draag altijd een
veiligheidsbril en rubberhandschoenen en voorkom
contact met huid en ogen. Als er toch contact is geweest,
spoel dan de huid grondig onder stromend water af.
: EndoDis en EndoAct zijn bijtende middelen. Voorkom
contact met de huid en de ogen!
: Bij huidcontact dient u de huid onmiddellijk met stromend
water en zeep af te spoelen. Trek de besmette kleding
uit.
: Bij oogcontact dient u de ogen onmiddellijk met stromend
water te spoelen. Bedek het oog met een verband of
steriel gaasje en consulteer een oogarts.
: Als u de containers met chemicaliën installeert of ver-
vangt (EndoDis, EndoAct, EndoDet), dient u er vooral op
te letten dat elke container correct wordt geplaatst en
correct wordt aangesloten (zie paragraaf 2.8 ”Laden voor
cleaner/desinfectans/activeringsmiddel”). Anders worden
de middelen in de verkeerde volgorde gebruikt. Dit kan
leiden tot onvoldoende reprocessing of ernstige
beschadiging van de endoscopen.
ETD3 PAA 5
6 ETD3 PAA
Hoofdstuk 1 Introductie
1.1 Let op
Voor u de apparatuur in gebruik neemt, dient u de gebruiksaanwijzing
zorgvuldig te lezen teneinde letsel bij de gebruiker en beschadiging van de
apparatuur te voorkomen.
CAUTION
AANWIJZING
: De thermochemische reinigings- en desinfectieautomaat
ETD3 is uitsluitend geconstrueerd voor de toepassingen
die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik dit instrument nooit voor andere doeleinden;
dit kan gevaarlijk zijn.
: De ETD3 mag uitsluitend door hiervoor opgeleid
personeel worden gebruikt.
: Aanbevolen wordt dat het ziekenhuis als gebruiker van
de ETD3 het personeel, voordat het met de ETD3 gaat
werken, een scholing geeft over de veilige werking en
het onderhoud van de ETD3.
: Het personeel dat de ETD3 met de benodigde chemi-
caliën vult, moet geschoold zijn in het veilig omgaan
met deze chemicaliën.
: Aanbevolen wordt dat het ziekenhuis als gebruiker
van de ETD3 regelmatig scholingen organiseert voor
het personeel dat met de ETD3 werkt, voor een veilige
bediening en onderhoud van de ETD3. Aanbevolen
wordt een lijst met deelnemers aan deze scholingen
bij te houden, om te bevestigen dat de deelnemers
voldoende opleiding hebben gekregen en de werking
van de ETD3 hebben begrepen.
: Let op de waarschuwingen en de informatie over
mogelijke storingen van de ETD3 in elk hoofdstuk.
Raadpleeg ook hoofdstuk 8, “Problemen”.
ETD3 PAA 7
Olympus zorgt voor de instructie van de gebruikers na de installatie van de
ETD3. Als u een verdere ondersteuning bij regelmatige scholingen op prijs stelt,
neem dan contact op met uw Olympus-leverancier.
Als u na het lezen van deze gebruiksaanwijzing nog vragen heeft over het
gebruik of over de veiligheid van de apparatuur, neem dan contact op met uw
Olympus-leverancier.
1.2 Toepassing
CAUTION
AANWIJZING
8 ETD3 PAA
De ETD3 Plus PAA en ETD3 Basic PAA hebben de volgende verschillen:
EndoID (Art. nr.: E04 24 23) en doorstromingsbewaking (Art. nr.: E04 24 422)
behoren standaard tot de ETD3 Plus PAA en kunnen worden toegevoegd aan
de ETD3 Basic PAA.
De gedeeltes in deze gebruiksaanwijzing die betrekking hebben op specifieke
eigenschappen van de ETD3 Plus PAA, staan aan het eind van de
desbetreffende hoofdstukken.
ETD3 PAA 9
1.4 Compatibele endoscopen
Waterdichte flexibele Olympus OES fiberscopen, EVIS videoscopen, EVIS
EXERA endoscopen inclusief de bijbehorende accessoires zijn geschikt voor
de desinfectie met de PAA-procedure (azijnzuur). Zie voor meer informatie
het hulpinstrumentenblad “Adapters voor ETD3 – Compatibiliteiten”.
Ultrageluid-endoscopen kunnen in speciale inzettrolleys in de ETD3 gereinigd
en gedesinfecteerd worden. Starre endoscopen kunnen alleen worden
gereinigd en gedesinfecteerd in een speciale inzettrolley voor thermochemische
reiniging. Starre endoscopen zijn niet compatible met de programma’s
STANDAARD en STANDAARD DRG. Voor de reiniging en desinfectie van
starre endoscopen moet het programma THERM DESINF worden gebruikt
(zie paragraaf 2.12 “Inzettrolley voor starre endoscopen (optioneel)”). Nadere
informatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van de desbetreffende inzettrolley.
ATTENTIE
: Olympus aanvaardt uitsluitend aansprakelijkheid voor
de door haar vervaardigde compatibele endoscopen.
Voor de reprocessing van andere dan Olympus endo-
scopen dient u zich te wenden tot de fabrikant van de
betreffende endoscoop.
: De LF-TP is een batterijgevoede endoscoop. Verwijder
de batterij van de LF-TP vóór de reprocessing in de
ETD3. Anders kan het verwarmen van de batterij de
capaciteit van de batterij reduceren en/of de batterij
doen barsten.
10 ETD3 PAA
1.5 Bijzondere eigenschappen van de ETD 3
: De ETD 3 zorgt voor een tijdsbesparende en effectieve automatische
reiniging en desinfectie van twee flexibele endoscopen met accessoires
in één cyclus.
: De ETD3 is voorzien van een geheel geautomatiseerde lektester
met geïntegreerde overdrukklep volgens DIN EN ISO 15883.
: Chemicaliën worden nauwkeurig volumetrisch gedoseerd in een
bewaakt systeem.
: De ETD3 is uitgerust met een besturingssysteem voor de roterende
sproeiarm in de spoelruimte. Hiermede wordt de onderste sproeiarm
bestuurd.
: De ETD3 bewaakt de correcte toediening van chemicaliën; als de
containers zouden worden verwisseld, stopt de ETD3 automatisch.
: Een micro-elektronische bewakingseenheid (Profitronic) garandeert
de automatische werking en bewaking van het proces.
: De elektromagnetische deurvergrendeling (ETT) zorgt ervoor dat
de deur naar de spoelruimte tijdens het desinfectieproces niet kan
worden geopend.
: De ETD3 is voorzien van een UV-- (ultraviolette) eenheid die ervoor
zorgt dat er uitsluitend gedesinfecteerd water in de machine komt.
: Het benutten van hete lucht maakt een snelle droging mogelijk.
: De ETD3 heeft een thermisch desinfectieproces dat voor de reiniging
en thermische desinfectie van starre endoscopen dient in de speciaal
hiervoor ontwikkelde MIC-injectietrolley (E 450).
: De ETD3 is uitgerust met een automatische endoscoop--identificatie
(EndoID, ETD3 plus).
: De ETD3 is voorzien van een gebruikersidentificatie waarmee de
gebruiker van de machine wordt herkend (EndoID, ETD3 Pplus).
: De ETD3 is uitgerust met een doorstromingsbewaking van het instru-
mentatiekanaal (apparaat voor het regelen van de doorstroming door
kanalen; ETD3 Plus).
: De ETD3 is voorzien van een TCP/IP interface (internet interface)
voor on-line documentatiedoeleinden met ENDOBASE III (EndoID,
ETD3 Plus).
ETD3 PAA 11
1.6 Aansluitvoorwaarden
12 ETD3 PAA
1. Escherichia coli (E. coli) 0 cfu/250 ml
2. Enterococci 0 cfu/250 ml
3. Pseudomonas aeruginosa 0 cfu/250 ml
4. Aantal kolonies op 22˚C 100 cfu/1 ml
5. Aantal kolonies op 37˚C 20 cfu/1 ml
ATTENTIE
Aan bovenstaande voorwaarden moet in ieder geval
worden voldaan om het reinigingsproces zonder onder-
breking (bijv. als gevolg van onvoldoende watertoevoer)
te laten verlopen en om ervoor te zorgen dat de
apparatuur niet beschadigd wordt.
WAARSCHUWING
Als er desinfectans ontsnapt uit de container, leidt dat
tot dampen die een gevaar voor de gezondheid vormen.
Als een ongebruikelijk penetrante geur geroken wordt
tijdens het bedienen van de machine, gebruik de
machine dan niet meer. Evacueer de ruimte eventueel
en ventileer grondig. Neem contact op met de
Technische Dienst van uw Olympus-leverancier.
ATTENTIE
: Als de ETD3 gereinigd moet worden, mag deze niet
met water afgespoten worden.
: Ga niet op de deur leunen of zitten, omdat de ETD3
anders kan kantelen of beschadigd kan raken.
: Het water in de spoelruimte is geen drinkwater.
: De inzetrekken van de spoelruimte mogen alleen
overeenkomstig de instructies geplaatst worden!
: Pak, na het openen van de ETD3, niet direct de
verwarmingselementen vast (gevaar voor brandwonden).
: Gebruik voor de installatie van randapparatuur aan de
seriële interface (RS-232) of het ethernet (TCP/IP)
uitsluitend door Olympus goedgekeurde interfacekabels.
ETD3 PAA 13
: Om een blijvende kwaliteit van de desinfectie te waar-
borgen, moet de ETD3 regelmatig worden gereinigd en
gedesinfecteerd.
: De standaard van reiniging en desinfectie in de desin-
fectieprogramma’s moet geregeld worden gevalideerd
door de gebruiker. Het proces moet regelmatig worden
gecontroleerd met thermo-elektrische, chemische
of bio-indicators. Dit moet volledig worden
gedocumenteerd.
: De ETD3 is niet ontwikkeld voor maritiem gebruik of
voor toepassing in mobiele installaties zoals caravans,
vliegtuigen enz. Het apparaat kan echter geschikt worden
gemaakt voor een dergelijk gebruik mits de installatie
door een gekwalificeerde monteur wordt uitgevoerd.
: Dit apparaat is geen speelgoed! Om letsel te voorkomen,
mag u kinderen het apparaat niet laten bedienen of in de
buurt van het apparaat laten spelen.
: Wees voorzichtig bij het sorteren en plaatsen van
voorwerpen met scherpe punten in de ETD3, zodat u
zich niet verwondt en/of er geen gevaar voor anderen
ontstaat.
: Als de ETD3 voor desinfectie wordt gebruikt overeen-
komstig de officiële regels ter bestrijding van epidemieën,
moeten de stoomcondensator en de verbindingen van en
naar de spoelruimte elke keer worden gereinigd en
gedesinfecteerd als er reparaties zijn uitgevoerd of
onderdelen zijn vervangen.
: Gebruik uitsluitend originele Olympus accessoires met
de ETD3. Raadpleeg Olympus voor het type en de
toepassing van dergelijke apparatuur.
: De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade als gevolg van onjuist of onvakkundig
gebruik van dit apparaat.
: Een beschadigde ETD3 is een veiligheidsrisico.
Schakel de hoofdschakelaar onmiddellijk uit en neem
contact op met uw Olympus-leverancier.
: Houd er rekening mee dat de ETD3 besmet kan zijn
met bloed en/of andere vloeistoffen, en vóór het afvoeren
moet worden ontsmet.
14 ETD3 PAA
: Voor u uw oude ETD3 wegwerpt, dient u deze eerst
onbruikbaar te maken. Koppel het apparaat los van de
stroomvoorziening, snijd het snoer dicht bij het apparaat
af en snijd de stekkers eraf. Om milieu- en veiligheids-
redenen dient u te controleren of de ETD3 volledig vrij is
van restwater en reinigings- of desinfectiemiddel. Neem
de veiligheidsvoorschriften in acht en draag een veilig-
heidsbril en -handschoenen. Maak het deurslot stuk
zodat kinderen zich niet per ongeluk in het apparaat
kunnen opsluiten. Maak vervolgens een geschikte
regeling voor het afvoeren van de ETD3.
: Het algemene beveiligingssysteem van de machine kan
geschaad worden als de machine op een andere manier
wordt gebruikt dan beschreven in deze gebruiks-
aanwijzing.
: De elektrische veiligheid van deze machine kan alleen
worden gegarandeerd als de machine wordt aangesloten
aan een beschermend aardingssysteem dat voldoet aan
de plaatselijke regelgeving. Controleer het beschermde
aardingssysteem geregeld. Neem bij twijfel contact op
met een expert om het elektrische installatiesysteem
te laten controleren.
: Het personeel dat deze machine gebruikt moet voor het
gebruik instructies hebben gekregen en dient regelmatige
training te ondergaan. Het gebruik van deze machine
door ongetraind personeel is absoluut verboden.
: De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn gesteld voor
schade die ontstaat doordat de waarschuwingen en
veiligheidsvoorschriften niet zijn opgevolgd.
: Zet alleen roestvrije voorwerpen in de ETD3.
ETD3 PAA 15
Locatie
WAARSCHUWING
De ETD3 mag niet in een ruimte worden opgesteld waar
gevaar bestaat voor elektromagnetische storingen.
Installeer de ETD3 niet op een plek waar ontploffings-
gevaar of gevaar voor bevriezen bestaat.
ATTENTIE
Raadpleeg voor de bedrijfsvoorwaarden paragraaf 1.6,
“Bedrijfsvoorwaarden”. Als aan deze voorwaarden niet
kan worden voldaan zorg dan voor een goede ventilatie
van de ETD3-locatie.
Productaansprakelijkheid
ATTENTIE
Olympus heeft de eigen compatibele endoscopen via
het reprocessen ervan uitvoerig getest op hygiënische
effectiviteit en productbestendigheid van de methode.
Olympus aanvaardt dan ook uitsluitend aansprakelijkheid
voor de door haar vervaardigde compatibele endo-
scopen. Voor de reprocessing van andere dan Olympus
endoscopen dient u zich te wenden tot de fabrikant
van de betreffende endoscoop.
CAUTION
AANWIJZING
Er kunnen lichte verkleuringen optreden bij het
bedieningshuis en/of de lichtgeleiderconnector maar
deze hebben geen enkele invloed op het functioneren
of op de duurzaamheid van de endoscoop. Olympus kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor verkleuringen.
16 ETD3 PAA
De fabrikant acht zich uitsluitend aansprakelijk voor de veiligheid, betrouw-
baarheid en het optimaal functioneren van deze machine indien:
ATTENTIE
Het gebruik van de juiste norm voor de reiniging en
desinfectie moet door de gebruiker worden gecontro-
leerd. De reinigings- en desinfectieprocedure moet
gevalideerd worden aan methoden volgens EN ISO
15883-4 of andere geschikte methoden. Een correcte
reprocessing moet gewaarborgd zijn en de testresultaten
moeten worden vastgelegd en bewaard.
ETD3 PAA 17
18 ETD3 PAA
Hoofdstuk 2 Beschrijving
van het apparaat
2.1 Standaardonderdelen
(1.)
(5.)
(2.) (4.)
(3.)
(8.)
(6.) (7.)
(11.)
(9.)
(10.)
ETD3 PAA 19
1. Standaardslangenset
2. Trechter voor het bijvullen van regenereerzout
3. Gebruiksaanwijzing
4. Zeskante dopsleutel (2 stuks, 7 mm/10 mm)
5. Set reserve-afdichtingen voor de slangenset
6. Groffilter
7. Fijnfilter
8. Oppervlaktezeef/micro-fijnfilter
9. Groffilter 1
10. Zelfklevend etiket
11. Mandje voor accessoires.
20 ETD3 PAA
2.3 Constructie van de ETD3
(5)
(1)
(4)
(3)
(2)
ETD3 PAA 21
2.4 ETD3 bedieningspaneel en display
(3.) (4.)
(5.)
(2.) (6.)
(7.)
(8.)
1. Aan-/uitschakelaar
2. Bedieningspaneel
3. Display
4. Programmakeuzeschakelaar
5. De endoscopen zijn gedesinfecteerd (als het lampje gaat branden)
6. Er is een onderhoudsmaatregel nodig (als het lampje gaat branden)
7. Fout (als het lampje gaat branden)
8. De machine is ingeschakeld en bedrijfsklaar (als het lampje gaat branden)
9. Stoptoets
10. Starttoets
11. Ontgrendelingsknop deur
12. Functietoetsen (- / +)
13. Functietoetsen (LINKS/RECHTS)
22 ETD3 PAA
De controlelampjes 5 t/m 8 op de vorige bladzijde duiden het volgende aan:
5. DESINFECTIE-lampje (groen):
Het DESINFECTIE-lampje brandt om aan te geven dat de desinfectie geslaagd is.
6. SERVICE-lampje (geel):
Het SERVICE-lampje brandt om de noodzaak van een onderhoudsmaatregel
aan te geven. Op het display wordt de vereiste maatregel nader omschreven
(zie hoofdstuk 8, “Problemen”).
ETD3 PAA 23
2.5 Spoelruimte
(8.)
(1.)
(2.)
(7.)
(3.)
(4.)
(6.)
(5.)
24 ETD3 PAA
2.6 Inzettrolley voor flexibele endoscopen
ETD3 PAA 25
2.7 Aansluitslangen
Artikel Artikelnummer
3STD GI E04 24 448
3XMAJ-855 E04 24 447
3XMB-109 E04 24 446
26 ETD3 PAA
2.8 Lade voor cleaner/activeringsmiddel/
desinfectans
De lade biedt plaats voor het opbergen van de containers voor cleaner,
activeringsmiddel en desinfectans. De gebruikers moeten controleren of
de containers correct zijn geplaatst. De kleurcodes helpen daarbij. De groene
container (EndoDet / cleaner) wordt op de plaats gezet die wordt gemarkeerd
met groene tape. De zwarte container (EndoAct / activeringsmiddel) wordt op
de plaats gezet die wordt gemarkeerd met zwarte tape. De witte container
(EndoDis / desinfectiemidde) moet op de plaats worden gezet waar de
afzuigpen in de lade is gemonteerd.
De aanzuigbuis met de groene kap moet op de groene container aangesloten
worden en de aanzuigbuis met de zwarte kap moet bij de zwarte container
worden aangesloten (zie ook hoofdstuk 3.3 “Voorbereidingen voor het gebruik
van reinigings-, desinfectie- en activeringsmiddelen”).
ETD3 PAA 27
2.9 Droogaggregaat
Het droogaggregaat zuigt lucht aan uit de omgeving. Deze lucht wordt gefilterd
en verder geleid. De lucht wordt aangezogen door een aanzuigmotor via een
grof filter en wordt via een HEPA filter langs een verwarmingselement geleid.
Via luchtbuizen wordt de nu verwarmde lucht uit het aggregaat naar de spoel-
ruimte gevoerd. Deze droger is onder het bedieningspaneel geplaatst en kan
worden bereikt door de containerlade voor cleaner, activeringsmiddel en
desinfectans te openen.
28 ETD3 PAA
2.10 Achterzijde van het apparaat
(10)
(9)
(1)
(2)
(3)
ETD3 PAA 29
2.11 UV-eenheid
CAUTION
AANWIJZING
De UV-eenheid wordt automatisch uitgeschakeld als de
machine langdurig buiten werking is (standby-periodes)
en wordt tijdens een proces automatisch ingeschakeld.
Hierdoor wordt de levensduur van de UV-lamp verlengd.
30 ETD3 PAA
2.12 Inzettrolley voor starre endoscopen (optioneel)
ATTENTIE
Starre endoscopen zijn niet compatible met de pro-
gramma’s STANDAARD en STANDAARD DRG. Voor
de reprocessing van starre endoscopen moet het
programma THERM DESINF worden gebruikt.
CAUTION
AANWIJZING
: Alleen als de magnetische codering van de inzettrolley
door de ETD3 wordt geïdentificeerd, kan er een proces
met temperaturen boven de 60˚C worden gestart.
: Mobiele units, modules en inschuifelementen mogen
alleen voor hun reglementaire doel worden gebruikt.
Holle instrumenten moeten grondig van binnen en van
buiten worden gereinigd.
ETD3 PAA 31
2.13 Endoscoop-identificatie; EndoID
(ETD3 Plus PAA)
Transponder
Lichtgeleider
ATTENTIE
: De transponders mogen alleen door technisch personeel
van Olympus op de endoscopen worden bevestigd.
: Nadat een transponder op een endoscoop is bevestigd,
mag deze niet meer worden verwijderd.
32 ETD3 PAA
Spoelruimteantenne
Onderste spoel-
ruimteantenne
ETD3 PAA 33
Gebruikersantenne
Gebruikers-
ID-kaart
Afbeelding 2.13
Interne database
34 ETD3 PAA
Reprocessingsrapporten
De ETD3 Plus biedt twee mogelijkheden voor het hanteren van reprocessings-
rapporten. Rapporten kunnen op zelfklevende etiketten worden geprint als de
ETD3 Plus aangesloten is op een etikettenprinter (zie afbeelding 2.14).
Olympus adviseert het gebruik van de volgende printer: EasyCoder C4,
Art.-nr.: E04 24 414.
Reprocessingsrapporten kunnen ook worden verzonden naar, en opgeslagen in
de ENDOBASE III mits zowel de ETD3 Plus als de ENDOBASE III
dienovereenkomstig zijn ingesteld. Neem voor meer informatie contact op met
uw Olympus-leverancier.
ETD3 PAA 35
Verzamelafdruk
Prot-No: 347
GEBRUIKER: J EPPE
ENDOSCOOP GIF-160 Ser.nr.000001
ETD-TYPE ETD3
04.12.03 ETD3 0000000
12:04:14 STANDAARD
12:06:15 LT 1 OK 2 OK
VOORREINIGEN I
12:08:29 FLOW 1 OK 2 OK
12:08:36 -- C / 00:30
REINIGEN
12:11:37 CLEANER 30 C / 0.60%
12:15:01 35 C / 03:00
DESINFECTEREN
12:18:24 ACTIVATOR -- C / 1.20%
12:18:37 DESINF --/ 1.20%
12:23:45 35C / 05:00
SPOELEN II
12:26:19 FLOW 1 OK 2 OK
12:26:55 -- C / 01:00
FINAAL SPOELEN
12:30:09 -- C / 01:00
12:31:09 GEDESINFECTEERD
12:31:09 END
36 ETD3 PAA
Regel 1: Deze regel toont het protocolnummer. De EndoID slaat maximaal
100 reprocessingsrapporten op in zijn interne database. Als er meer
dan 100 reprocessingsrapporten zijn opgeslagen, worden de oudste
rapporten automatisch overschreven.
Regel 2: Deze regel toont de naam van de gebruiker die de endoscoop in
de ETD3 Plus heeft gereinigd en gedesinfecteerd.
Regel 3: Deze regel toont het type endoscoop dat is gereprocesst en het
serienummer.
Regel 4: Deze regel toont het type ETD dat wordt gebruikt en het
serienummer.
Regel 5 en verder:
Deze en de hierna volgende regels tonen de tijd en de voortgang
van de reprocessingscyclus.
De ETD3 is geschikt voor een netwerk en kan dus worden aangesloten op,
zoals de OLYMPUS ENDOBASE III. De gegevens die in de ENDOBASE III zijn
opgeslagen, kunnen aan de ETD3 beschikbaar worden gesteld als beide
systemen dienovereenkomstig zijn geïnstalleerd. In dit geval is de handmatige
invoer in de interne database van de EndoID niet nodig.
ATTENTIE
ETD3 PAA 37
Reprocessingrapporten in de ENDOBASE III
38 ETD3 PAA
2.14 Doorstromingsbewaking (ETD3 Plus PAA)
: lucht-/waterkanaalsysteem
: instrumentatiekanaal-/afzuigkanaalsysteem
: externe wateraansluiting
: tangenliftkanaal (bijv. duodenoscoop).
CAUTION
AANWIJZING
Bij endoscopen die de EndoID niet kent, wordt de
correcte doorstroming door de kanalen niet bewaakt.
Reprocessing van deze endoscopen is in de ETD3 Plus
echter wel mogelijk.
ATTENTIE
Het automatische doorstromingsbewakingssysteem
ontslaat de gebruikers niet van hun plicht de endoscopen
zorgvuldig te controleren voordat deze in de ETD3 Plus
worden gereprocesst. De functiebewaking m.b.t. de
reprocessinginstructies van de endoscopen moeten
worden opgevolgd.
ETD3 PAA 39
Tijdens de eerste reprocessing van een endoscoop in de
ETD3 Plus worden de doorstromingsreferentiegegevens
automatisch opgeslagen. Controleer daarom elke
endoscoop voor de eerste reprocessingscyclus in de
ETD3 Plus zorgvuldig en controleer of alle adapters
correct zijn aangesloten.
Als er een foutmelding verschijnt op het display van de ETD3 Plus tijdens de
doorstromingsbewaking, gaat u als volgt te werk:
40 ETD3 PAA
1. Controleer of alle connectoren correct zijn aangesloten.
2. Controleer of de lektestadapters op de juiste endoscoop zijn aangesloten
(Zie voor details paragraaf 5.5, “Aansluiten van de lektester”).
3. Controleer of de endoscoopkanalen niet geblokkeerd zijn.
4. Controleer of de afdichtingen van de adapters niet versleten zijn
(zie voor details paragraaf 6.14, “Wisselen van de afdichtingen in de
endoscoopadapters”).
5. Vervolgens start u het programma opnieuw. Als de foutmelding nog steeds
op het display wordt weergegeven, neem dan contact op met uw
Olympus-leverancier.
ETD3 PAA 41
42 ETD3 PAA
Hoofdstuk 3 Voorbereiding en controle
ATTENTIE
Zorg ervoor dat er een aardlekschakelaar (30 mA)
ter plaatse is geïnstalleerd.
De elektrische veiligheid van de ETD3 kan alleen
gegarandeerd worden als deze op een correct geïnstal-
leerd geaard systeem is aangesloten. Het is van het
grootste belang dat op deze principiële veiligheidseis
regelmatig getest wordt en bij twijfel een gekwalificeerde
elektricien het systeem controleert. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade of letsel als
gevolg van het ontbreken van een adequaat geaard
systeem (bijv. elektrische schok).
ETD3 PAA 43
CAUTION
AANWIJZING
: In plaats van de standaardinstallatie aan de muur door
een plaatselijke elektricien wordt een stekkeraansluiting
(CEE-stekker) aanbevolen omdat dit eenvoudiger is bij
het uitvoeren van onderhoud. Installeer de stekkeraan-
sluiting dus zodanig dat deze te allen tijde bereikbaar is.
: Bij een vaste installatie aan de muur moet er een hoofd-
schakelaar worden geïnstalleerd die in de UIT-positie kan
worden vergrendeld, waardoor alle aansluitingen worden
onderbroken (minimum opening: 3mm).
: Indien noodzakelijk moet er een betrouwbare potentiaal-
vereffening worden aangebracht.
: De aansluitingen van de twee afvoerslangen op het
Y-stuk mogen niet worden verwisseld. Voor de demon-
tage mag alleen de schuin gemonteerde afvoerslang
van de stoomcondensor worden losgekoppeld.
44 ETD3 PAA
3.2 Controles
Automatische controles
Om ervoor te zorgen dat de ETD3 constant bedrijfsklaar is, wordt op de
volgende veiligheidsrelevante onderdelen gecontroleerd door de besturings-
elektronica (Profitronic), en indien noodzakelijk worden er meldingen op het
display weergegeven.
CAUTION
AANWIJZING
Als de grenzen voor de parameters (4.) t/m (7.) met
meer dan 10% worden overschreden, wordt het gebruik
van de ETD3 om veiligheidsredenen gestopt.
ETD3 PAA 45
Aanvullende controles door de gebruiker
: Controleer en reinig de sproeipijpjes in de sproeiarm.
: Let op plassen water onder de ETD3, die op een lekkage
kunnen duiden.
: Controleer de toevoer- en drainageslangen op slijtage
(verkleuring, scheuren, vertering).
: Controleer de slangenset op de inzettrolley (vorm
en aansluiting van de slangen op de lektestdoppen,
schroefaansluiting op de lektestdop, aanslag op
de slangen en volledigheid van de slangenset).
: Controleer of de inzettrolley goed zit. Controleer
vooral de verbinding van de watertoevoer naar de
bovenste afdichting.
: Controleer de kwaliteit van de afdichtingen in de
endoscoopadapters. Deze mogen niet beschadigd zijn.
: Controleer de lektestadapters. Er mag geen vocht in
zitten en de O-ringen mogen niet beschadigd zijn.
ATTENTIE
: Defecte slangensets en verstopt geraakte sproeikoppen
kunnen de reinigings- en desinfectiewerking van de
ETD3 negatief beïnvloeden.
: Defecte O-ringen van de lektestadapters zullen het
proces onderbreken. Nadat de O-ringen door nieuwe zijn
vervangen, moet het proces opnieuw gestart worden.
: Defecte afdichtingen op de endoscoopadapters kunnen
het proces onderbreken. Nadat de afdichtingen door
nieuwe zijn vervangen, moet het proces opnieuw gestart
worden.
CAUTION
AANWIJZING
Er moet regelmatig door een Olympus-monteur worden
gecontroleerd of de ETD3 volgens de specificaties werkt.
Olympus adviseert regelmatig hygiënische tests uit te
voeren om te controleren of de ETD3 de correcte
hygiënische resultaten oplevert (zie ook paragraaf 6.5
“Hygiënische controles”).
46 ETD3 PAA
3.3 Voorbereidingen voor het gebruik van
reinigings-, desinfectie- en activeringsmiddelen
ATTENTIE
: Ga voorzichtig met het reinigingsmiddel en het
desinfectiemiddel om. Tref de vereiste veiligheids-
maatregelen. Draag een veiligheidsbril en hand-
schoenen, voorkom contact met huid en ogen. Als er
toch huidcontact is, spoel dan de huid onmiddellijk
geruime tijd onder stromend water af.
: In de handel verkrijgbare kouddesinfectantia zijn niet
geschikt voor het thermochemische ETD-proces maar
uitsluitend voor kouddesinfectie. Het gebruik van
kouddesinfectantia kan materiële schade en gebrekkige
desinfectie van de endoscoop tot gevolg hebben. Lees
alle aanwijzingen op de containers met desinfectiemiddel.
Als gevolg van verschillen in viscositeit kan de ETD3 een
foutmelding aangeven als er chemicaliën worden gebruikt
die niet door Olympus zijn aanbevolen.
: Probeer de zwarte dop van de EndoDis container
niet te openen. Open alleen de witte kap.
ETD3 PAA 47
: EndoDis en EndoAct zijn bijtende middelen!
Voorkom contact met de huid en de ogen!
Lees de voorzorgmaatregelen op de containers
met desinfectie- en activeringsmiddel.
: Bij huidcontact dient u de huid onmiddellijk met zeep
onder stromend water af te spoelen. Trek besmette
kleding uit.
: Bij oogcontact dient u de ogen onmiddellijk met stromend
water door te spoelen. Breng een verband of steriel
gaasje aan en consulteer een oogarts.
: Bij het installeren of opnieuw plaatsen van containers
met chemicaliën dient u er goed op te letten dat elke
container op de juiste plaats wordt neergezet en correct
wordt aangesloten. Het verwisselen van containers leidt
tot een gebrekkige desinfectie en/of een automatisch
stop van de ETD3. Bovendien verschijnt er een
foutmelding op het display.
: Ventileer de ruimte grondig als de containers met
de chemicaliën worden geïnstalleerd of vervangen.
: Voorbehandelingen met reinigings- of desinfectie-
middelen, en bepaalde types verontreinigingen en
chemicaliën kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan
een tegengesteld effect hebben op het desinfectie- en
reinigingsproces.
: De ETD3 is ontwikkeld om uitsluitend te gebruiken met
water en chemische additieven. Organische oplossingen
mogen niet in de ETD3 worden gebruikt omdat er onder
bepaalde omstandigheden gevaar voor ontploffing of
brand bestaat. Hoewel dit niet bij alle organische oplos-
singen het geval is, kunnen er ook andere problemen
ontstaan, bijvoorbeeld schade aan rubber en synthetisch
materiaal.
CAUTION
AANWIJZING
Nadere informatie over de omgang met chemicaliën
staat vermeld in de informatiebladen over de materiaal-
veiligheid. Deze zijn bij de chemicaliën gevoegd. Indien
dit niet het geval is, neem dan contact op met uw
Olympus-leverancier.
48 ETD3 PAA
ETD-cleaner (EndoDet), ETD-activeringsmiddel (EndoAct) en ETD-desinfec-
tans (EndoDis) zijn exclusief ontwikkeld voor gebruik in de ETD3 PAA voor
de reiniging en desinfectie van Olympus endoscopen; ze mogen dan ook
uitsluitend voor hun reglementaire toepassing worden gebruikt.
ETD3 PAA 49
3.3.1 Het plaatsen van de containers in de ETD3 PAA
Aanzuigpen
EndoDis
EndoAct
EndoDet
50 ETD3 PAA
6. Verwijder de schroefdop van de EndoDis-container (wit).
7. Plaats de EndoDis-container (wit) achter in de containerlade zoals getoond
in afbeelding 3.4.
8. Duw de container op zijn plaats zodat de opening door de afzuigpen wordt
geperforeerd (zie afbeelding 3.5).
Aanzuigpen
ETD3 PAA 51
Aanzuigpen
ATTENTIE
Zorg ervoor dat de groene kap aangesloten is op de
container met ETD-cleaner, en de zwarte kap op de
container met ETD-activeringsmiddel. Het verwisselen
van de containers heeft een gebrekkige reprocessing
en/of ernstige beschadiging van de gereinigde
endoscopen tot gevolg.
CAUTION
AANWIJZING
De groene container met cleaner (EndoDet) is voor,
de zwarte container met activeringsmiddel (EndoAct)
is in het midden en de witte container met desinfectans
(EndoDis) is achter in de containerlade (zie etiket op de
lade).
52 ETD3 PAA
3.3.2 Het vervangen van de EndoDet- en EndoAct-
containers
Voor het vervangen van chemische containers moeten de containers op de
open deur van de spoelruimte van de ETD3 worden geplaatst om morsen te
voorkomen (zie afbeelding 3.6).
Voor het vervangen van ETD--cleaner (EndoDet, groene container) en
ETD-activeringsmiddel (EndoAct, zwarte container) dient u de volgende
instructies op te volgen.
ETD3 PAA 53
ATTENTIE
: De containers moeten op de deur van de spoelruimte
worden gewisseld. Sluit ook de lege containers weer
met de schroefdop af, zodat er geen damp kan
ontsnappen.
: De ETD3 mag alleen met de aanbevolen chemicaliën
worden gebruikt. Het gebruik van andere, niet- compa-
tibele substanties kan leiden tot beschadiging van de
endoscoop of de ETD3, of een onvoldoende hygiënisch
resultaat opleveren. Eventueel kan het doseersysteem
van de ETD3 niet voldoende chemicaliën voor het desin-
fectieproces opleveren. Lees hoofdstuk 7, “Service”,
zorgvuldig door.
Als de EndoDis container (wit) leeg is, gaat de rode indicator op het frontpaneel
van de ETD3 PAA branden en verschijnt de melding “CONTROLEER DOSERING
DESINFECTANS”. Ga als volgt te werk om de container te vervangen:
ATTENTIE
: Vervang de EndoDis-container (wit) alleen als deze
helemaal leeg is. Als het nodig is een gedeeltelijk
gevulde container te verwijderen, dient u ervoor te
zorgen dat deze vakkundig volgens de plaatselijke
voorschriften wordt verwijderd.
: EndoDis is een bijtend middel! Vermijd contact met
de huid en de ogen!
54 ETD3 PAA
: Raak de aanzuigbuis niet aan (risico van huidcontact
met EndoDis).
: Bij huidcontact dient u de huid grondig met stromend
water en zeep af te spoelen. Trek besmette kleding uit.
: Bij oogcontact dient u de ogen onmiddellijk onder
stromend water uit te spoelen. Bedek het oog met een
verband of steriel gaasje en consulteer een oogarts.
: Plaats de EndoDis-container alleen achter in de con-
tainerlade. Probeer de EndoDis-container nooit in het
midden of voor in de containerlade te plaatsen en/of op
de aanzuigbuizen aan te sluiten. Dit kan leiden tot
onvoldoende reprocessing en/of ernstige beschadiging
van de endoscopen.
2. Open de containerlade.
3. Verwijder de lege EndoDis-container (wit) door deze naar achteren te
trekken. Duw de container niet naar boven omdat anders de aanzuigpen
kan worden beschadigd.
6. Sluit de containerlade.
7. Sluit de lege EndoDis-container af met een schroefdop en verwijder deze
volgens de plaatselijke voorschriften.
ETD3 PAA 55
3.3.4 Basisgegevens voor ETD-cleaner en
ETD-desinfectans
Onderdompelen in
Merknaam EndoDet
Artikelnummer E0420001
Verpakking 5 liter container (inhoud 4 l), 3 stuks
Kleur container groen
Distributeur Olympus Winter & Ibe GmbH
Fabrikant Ecolab GmbH & Co. OHG
Activeringsmiddel
Merknaam EndoAct
Artikelnummer E0420004
Verpakking 5 liter container (inhoud 4 l), 3 stuks
Kleur container zwart
Distributeur Olympus Winter & Ibe GmbH
Fabrikant Ecolab GmbH & Co. OHG
56 ETD3 PAA
Desinfectans
Handelsnaam EndoDis
Artikelnummer E0420002
Verpakkking 2,8 liter container (inhoud 2,8 l), 3 stuks
Kleur van de container wit
Distributeur Olympus Winter & Ibe GmbH
Fabrikant Ecolab GmbH & Co. OHG
0297
ETD3 PAA 57
3.4 Installatie van de EndoID (ETD3 Plus PAA)
De ETD3 Plus is voorzien van een volledig automatische identificatiefunctie
voor endoscopen en gebruikers. Deze functie dient voor het documenteren
van de reprocessingsgegevens van de ETD3 Plus in combinatie met
gegevens over de endoscopen en gebruikers. De installatie van deze unit
mag uitsluitend worden uitgevoerd door technici van Olympus.
CAUTION
AANWIJZING
Let erop dat de automatische identificatie-eenheid
voor endoscopen en gebruikers (EndoID) optioneel is
en geen deel uitmaakt van de basisversie van de ETD3.
ATTENTIE
: De installatie van deze unit mag uitsluitend worden
uitgevoerd door technici van Olympus!
: Voor het eerste gebruik van de EndoID dient u alle
apparaten aan te sluiten die in combinatie met dit
instrument worden gebruikt.
Het EndoID set-up menu is een beschermd gebied binnen de ETD3 Plus,
waartoe uitsluitend gebruikers met speciale rechten toegang hebben.
De toegang is mogelijk op gebruikersniveau C met een geldig paswoord.
Zie voor details over gebruikersniveaus paragraaf 4.1, “Gebruikersniveau”.
CAUTION
AANWIJZING
Let op dat de EndoID set-up alleen toegankelijk is voor
een Olympus-technicus. Neem voor meer informatie
contact op met uw Olympus-leverancier.
58 ETD3 PAA
Om in de set-up van EndoID te komen, gaat u als volgt te werk.
PROGRAMMA1: STANDAARD
CAUTION
AANWIJZING
Het standaardpaswoord is ”0000”. Dit kan door de
beheerder veranderd zijn.
CAUTION
AANWIJZING
PROFITRONIC is een beschermd gebied en is alleen
toegankelijk op gebruikersniveau B of C. Zie voor details
over gebruikersniveaus paragraaf 4.1, “Gebruikers-
niveaus”.
ETD3 PAA 59
3.5 EndoID Database (ETD3 Plus PAA)
Als de ETD3 Plus niet actief met een desinfectieprogramma bezig is of met een
ander service- of onderhoudsprogramma, moeten de LINKER en RECHTER
toets gelijktijdig worden ingedrukt. U wordt gevraagd van gebruikersniveau
te wisselen. Ga naar niveau B en druk op START. Nu wordt u gevraagd uw
paswoord in te voeren. Typ het paswoord in en bevestig dit met START.
Nu bent u in niveau B en heeft u volledige toegang tot de EndoID database.
CAUTION
AANWIJZING
Het paswoord wordt vastgelegd door de Olympus-
technicus tijdens de installatie van de ETD3. Vraag uw
plaatselijke servicetechnicus naar het paswoord. Als er
geen paswoord beschikbaar is, neemt dan contact op
met uw plaatselijke Olympus-vertegenwoordiger.
Gebruikersniveaus
Sommige menu’s zijn “zogeheten beschermde menu’s”. Deze zijn alleen
toegankelijk voor gebruikers met speciale rechten. Zie voor details over
gebruikersniveaus paragraaf 4.1, “Gebruikersniveau”.
Gebruikersniveau B
Gebruikersniveau B verleent toegang tot de volgende menu’s:
DATABASE ENDOID
:BEKIJKEN
:DATUM/TIJD
:NA REPARATIE RETOUR
:SYSTEEM-INFO
: NIEUWE DATA
: WIJZIGEN DATA
: VERWIJDEREN DATA
PROFITRONIC
: ONDERHOUDSINFO
: SYSTEEMFUNCTIE
: PC/PRINT FUNCTIES
60 ETD3 PAA
3.5.2 Het navigeren door de menu’s
Om in de menu’s te zoeken dient u de toetsen aan de voorzijde als volgt te
gebruiken:
-- Om door het menu te scrollen gebruikt u de
RECHTS/LINKS-toetsen.
-- Om letters, cijfers of selecties te wijzigen gebruikt
u de +/- toetsen.
-- Om in de edit-mode te komen of om een instelling
te bevestigen drukt u op de START-toets.
-- Om terug te keren naar het hoofdmenu drukt u op
de STOP-toets.
ETD3 PAA 61
HOOFD LEVEL
P R O G R A M M A 1:STANDAARD DROGEN
PROGRAMMA OVERZICHT >SETUP<
06.03.03 / 14.10 >START<
SETUP
DATABASE ENDOID
ENDOID 1/2
>BEKIJKEN< DATUM/TIJD
RETOUR NA SERVICE SYSTEEM--INFO
ENDOID 2/2
>NIEUWE DATA< DATA BEWRK.
VERWIJDEREN DATA
BEKIJKEN
BEKIJKEN NR: 0
TYPE SERIENR DATUM FOUT
GIF--2T20 4711123 20--01--03 OK
>DETAILS<
DETAILS
06.03.2003 15.17.12
RETOUR NA SERVICE
RETOUR NA SERVICE
SCAN ENDOSCOOP
62 ETD3 PAA
SYSTEEM-- INFO
SYSTEEM--INFO ENDOID 1/3
S/N: 1009
SOFTWAREVERSIE : 0.00.61 02
DATUM: Release 17 dec 2002 12:19:09
SYSTEEM--INFO ENDOID 2/3
IP--ADRES : 192.168.0.2
NETMASK : 255 . 255 . 255 . 0
GATEWAY : 0.0.0.0.
SYSTEEM--INFO ENDOID 3/3
IP--ADR PPP : 0.0.0.0.
NETMASK PPP : 0.0.0.0.
NIEUWE DATA
NIEUWE DATA
>NIEUWE ENDOSCOOP<
NIEUWE GEBRUIKER
NIEUW ENDOSCOOPTYPE
NIEUW ENDOSCOOPTYPE
NIEUWE DATA NIEUW ENDOSCOOPTYPE 1/3
TYPE:
ADAPTER:
ALBARRAN--KANAAL:
NIEUWE DATA NIEUW ENDOSCOOPTYPE 2/3
KANAAL A TOLERANTIE: ___%
KANAAL B TOLERANTIE: ___%
KANAAL C TOLERANTIE: ___%
DATA BEWRK.
>WIJZIGEN ENDOSCOOP<
WIJZIGEN GEBRUIKER
ENDOSC.TYPE BEWRK.
ETD3 PAA 63
WIJZIGEN GEBRUIKER WIJZIGEN
DATA BEWRK. WIJZIGEN GEBRUIKER NR: 0 DATA BEWRK. WIJZIGEN GEBRUIKER 1/2
NAAM TITEL NR TRANSPONDER NR: 0006237D07
MILLER JOHN B--007 TITEL :>JOHN<
>WIJZIGEN< NAAM: MILLER
DATA BEWRK. WIJZIGEN GEBRUIKER 2/2
GEBRUIKER:>B--007 <
GEBRUIKER LEVEL: A
VERWIJDEREN GEBRUIKERS
VERWIJDEREN GEBRUIKER NR: 0
NAAM TITEL NR
MILLER JOHN B--007
>VERWIJDEREN<
ENDOSCOOPTYPE WISSEN
WISSEN ENDOSCOOPTYPE NR:
ENDOSCOOPTYPE
>VERWIJDEREN<
64 ETD3 PAA
Om in de menu’s te komen die op de volgende pagina’s worden beschreven,
gaat u als volgt te werk:
CAUTION
AANWIJZING
PROFITRONIC is een beschermd gebied en is alleen
toegankelijk op gebruikersniveau B of C. Zie voor
details over gebruikersniveaus paragraaf 4.1,
“Gebruikersniveaus”.
ETD3 PAA 65
3. Selecteer ENDOID DATABASE met de RECHTER of LINKER toets en druk
op START. Het volgende menu wordt weergegeven:
ENDOID 1/2
>BEKIJKEN < DATUM/TIJD
NA REPARATIE RETOUR SYSTEEM-INFO
ENDOID 2/2
NIEUWE DATA WIJZIGEN DATA
VERWIJDEREN DATA
ENDOID 1/2
> BEKIJKEN < DATUM/TIJD
NA REPARATIE RETOUR SYSTEEM-INFO
ENDOID 2/2
NIEUWE DATA WIJZIGEN DATA
VERWIJDEREN DATA
66 ETD3 PAA
BEKIJKEN NR : 1
TYPE SERIENR DATUM FOUT
GIF 160 1234567 27.03.03 OK
>DETAILS<
CAUTION
AANWIJZING
De inhoud van DETAILS is afhankelijk van het
geselecteerde desinfectieprogramma.
6. Om dit menu te verlaten drukt u op STOP. Het display gaat dan terug naar
het hoofdmenu.
ETD3 PAA 67
3.5.5 De BEKIJKEN DATUM/TIJD-functie
Met de BEKIJKEN DATUM/TIJD-functie kunt u de actuele datum en tijd
bekijken.
ENDOID 1/2
BEKIJKEN >DATUM / TIJD<
NA REPARATIE RETOUR SYSTEEM-INFO
ENDOID 2/2
NIEUWE DATA WIJZIGEN DATA
VERWIJDEREN DATA
27.03.2003 14:00:00
Om deze pagina te verlaten drukt u op STOP. Het display gaat dan terug naar
het hoofdmenu.
68 ETD3 PAA
3.5.6 Het NA REPARATIE RETOUR-menu
Soms moet de transponder van een endoscoop tijdens een reparatie bij
Olympus worden vervangen, bijvoorbeeld als de lichtgeleiderconnector moet
worden vervangen.
Om te controleren of de transponder is vervangen, moet de volgende
service-returnprocedure worden uitgevoerd.
ENDOID 1/2
BEKIJKEN DATUM / TIJD
>NA REPARATIE RETOUR< SYSTEEM INFO
ENDOID 2/2
NIEUWE DATA WIJZIGEN DATA
VERWIJDEREN DATA
RETOUR NA SERVICE
SCAN ENDOSCOOP
ENDOSCOOP GEDETECTEERD
>DOORGAAN<
ETD3 PAA 69
c
Druk op START. Het display gaat dan terug naar het hoofdmenu.
Als de transponder is vervangen, verschijnt de volgende melding:
2. Voer het serienummer van de endoscoop in met behulp van een extern
toetsenbord of met de toetsen aan de voorzijde. Gebruik de toetsen + en –
om door een lijst met cijfers en letter te scrollen. Gebruik de RECHTER
toets om het volgende karakterteken in een regel te schrijven.
Als het ingevoerde serienummer door de EndoID wordt herkend, wordt het
samen met de nieuwe transponder-ID opgeslagen en keert het display terug
naar het hoofdmenu.
Als de EndoID het serienummer niet herkent, is de endoscoop nog niet in het
systeem ingevoerd. In dit geval wordt de volgende melding weergegeven:
ONBEKENDE ENDOSCOOP
>DOORGAAN<
5. Druk op START. Het display gaat dan terug naar het hoofdmenu.
6. Selecteer NIEUWE DATA in het hoofdmenu en voer de gegevens van de
nieuwe endoscoop in volgens de aanwijzingen in paragraaf 3.5.8,
“Het NIEUWE DATA-menu”.
70 ETD3 PAA
3.5.7 Het SYSTEEM-INFO-menu
Dit menu geeft basisinformatie over de EndoID software-releases en de
instellingen van het netwerk/de ISDN-interface:
ENDOID 1/2
BEKIJKEN DATE / TIME
NA REPARATIE RETOUR >SYSTEEM-INFO<
ENDOID 2/2
NIEUWE DATA WIJZIGEN DATA
VERWIJDEREN DATA
Om dit scherm te verlaten drukt u op STOP. Het display gaat dan terug naar het
hoofdmenu.
ETD3 PAA 71
3.5.8 Het NIEUWE DATA-menu
Gebruik dit menu om endoscopen of gebruikers toe te voegen tijdens de
systeeminstallatie of naderhand.
CAUTION
AANWIJZING
Om opslagconflicten te voorkomen is dit menu uitge-
schakeld als de ETD3 Plus op de ENDOBASE III
is aangesloten. Er kunnen dan alleen gegevens in de
ENDOBASE III worden ingevoerd. De interne database
van de EndoID 2 wordt automatisch geactualiseerd.
ENDOID 1/2
BEKIJKEN DATUM / TIJD
NA REPARATIE RETOUR SYSTEEM-INFO
ENDOID 2/2
>NIEUWE DATA< WIJZIGEN DATA
VERWIJDEREN DATA
NIEUWE DATA
>NIEUWE ENDOSCOPEN<
NIEUWE GEBRUIKERS
NIEUW ENDOSCOOPTYPE
72 ETD3 PAA
Nieuwe endoscopen
Op gebruikersniveau B of C kan een nieuw endoscooptype voor de ETD3
worden gemaakt. Zie voor details over gebruikersniveaus de paragraaf 4.1
“Gebruikersniveaus”.
Selecteer NIEUWE ENDOSCOOP in het NIEUWE DATA--menu. De EndoID
vraagt u de transponder van de endoscoop te scannen.
ETD3 PAA 73
1. Druk op START. De ronde haakjes (> < ) veranderen in rechte haakjes
([ ]). De edit-mode is geactiveerd.
<VERDER>
Voer een teach-in uit.
CAUTION
AANWIJZING
Een endoscoop met een transponder nr die nog niet is
geregistreerd, kan worden gereinigd. Tijdens het reinigen
wordt de endoscoop alleen gecontroleerd op verstoppingen.
74 ETD3 PAA
De verschillende velden in de bovenstaande menu’s hebben de volgende
betekenis:
DATA BEWAREN?
>JA< NEE
ETD3 PAA 75
Nieuwe gebruiker
Selecteer NIEUWE GEBRUIKER in het NEW DATA-menu.
NIEUWE DATA
NIEUWE ENDOSCOPEN
>NIEUWE GEBRUIKERS<
NIEUW ENDOSCOOPTYPE
U wordt gevraagd de ID-kaart met de gebruikerstransponder te scannen die
door de nieuwe gebruiker moet worden gebruikt.
Scan de nieuwe gebruiker door de ID-kaart tegen de gebruikersantenne aan de
voorkant van de ETD3 te houden (zie afbeelding 5.13).
76 ETD3 PAA
1. Druk op START. De ronde haakjes (> < ) veranderen in rechte haakjes
([ ]). De edit-mode is geactiveerd.
DATA BEWAREN?
>JA< NEE
ETD3 PAA 77
Op gebruikersniveau B of C kan een nieuwe endoscoop voor de ETD3
worden gemaakt. Zie voor details over gebruikersniveaus paragraaf 4.1
“Gebruikersniveaus”.
ENDOSCOOPTYPE SELECTEREN
175:_MIJN TYPE
<TERUG> VERDER
Nieuw endoscooptype
Er kunnen maximaal 400 door de gebruiker gedefinieerde endoscooptypen
worden opgeslagen.
78 ETD3 PAA
3. Gebruik de + en --toetsen om door de lijst met flow adapters te bladeren.
Gebruik de < en >--toetsen om TERUG of VERDER te selecteren. TERUG
maakt de selectie van de getoonde flow adapter ongedaan, VERDER
selecteert de getoonde flow adapter.
4. Als de flow adapter niet in de lijst met gedefinieerde flow adapters staat,
selecteert u “ONBEKEND” uit de lijst. Als het endoscooptype al
beschikbaar is in de lijst, toont EndoID een corresponderend bericht.
Maak een andere naam voor het endoscooptype.
CAUTION
AANWIJZING
Een onbekend endoscooptype dat gebruikmaakt van
onbekende adapters vereist een teach-in.
ADAPTER SELECTEREN
0001: MIJN_TYPE
<TERUG> VERDER
CAUTION
AANWIJZING
Als u een endoscoop wilt reinigen zonder het endoscoop-
type te maken, voert u een naam en een endoscooptype in
(of selecteert u ONBEKEND) en schakelt u de flow control
voor deze endoscoop uit. Vóór het reinigen, bereidt u de
endoscoop voor zoals wordt beschreven in paragraaf 5.2
“Voorbereiding van de endoscopen”.
Na het reinigen voert u een visuele controle van de endo-
scoop uit. Zie paragraaf 5.8 “Na een programmacyclus”.
ETD3 PAA 79
De verschillende velden op de bovenstaande menu’s hebben de volgende
betekenis:
ATTENTIE
Voor een veilige en soepele werking van de ETD3 Plus met
Flow Control (stromingsbewaking) dient u ervoor te zorgen
dat de juiste gegevens worden ingevuld in menu 3/3 van het
NIEUWE ENDOSCOOP--datamenu:
-- Tangenliftkanaal
-- Kanaal A/B/C gebruikt
Instructies voor het invullen van de correcte gegevens zijn
apart beschikbaar bij dit document. Vraag uw plaatselijke
Olympus--leverancier. Olympus adviseert u dringend de
bovenstaande installatiestappen door Olympus--service-
personeel te laten uitvoeren.
CAUTION
AANWIJZING
Als de ETD3 PLUS in gebruik is die niet uitgerust is met
Flow Control (stromingsbewaking), is het niet verplicht om
de gegevens in menu 3/3 van het NIEUWE ENDOSCOOP-
datamenu in te vullen.
80 ETD3 PAA
3.5.9 Het WIJZIGEN DATA-menu
Gebruik dit menu om endoscoop- of gebruikersgegevens te wijzigen.
CAUTION
AANWIJZING
Om opslagconflicten te voorkomen is dit menu uitge-
schakeld als de ETD3 Plus op de ENDOBASE III is
aangesloten. Er kunnen dan alleen gegevens in de
ENDOBASE III worden ingevoerd. De interne database
van de EndoID 2 wordt automatisch geactualiseerd.
Als de ETD3 is aangesloten op de ENDOBASE III,
kunnen nieuwe gegevens ook in de ENDOBASE III
worden gewijzigd. De interne database van de EndoID 2
wordt automatisch geactualiseerd. Als ENDOBASE III
is aangesloten op de ETD3 Plus en ENDOBASE III
en de ETD3 Plus zijn online, kunnen gegevens alleen
in ENDOBASE III worden gewijzigd.
ENDOID 1/2
BEKIJKEN DATUM / TIJD
NA REPARATIE RETOUR SYSTEEM-INFO
ENDOID 2/2
NIEUWE DATA >WIJZIGEN DATA<
VERWIJDEREN DATA
WIJZIGEN DATA
>WIJZIGEN ENDOSCOPEN<
WIJZIGEN GEBRUIKERS
ENDOSC.TYPE BEWRK.
ETD3 PAA 81
Wijzigen van endoscoop
1. Selecteer het WIJZIGEN ENDOSCOOP-menu. De gegevens van de
eerste endoscoop worden weergegeven.
82 ETD3 PAA
6. Druk opnieuw op START om de nieuwe instellingen op te slaan (rechte
haakjes veranderen weer in ronde haakjes).
DATA BEWAREN?
>JA< NEE
ETD3 PAA 83
3. Om de actueel weergegeven gebruiker te wijzigen selecteert u
>WIJZIGEN< en drukt u vervolgens op START. De volgende 2 menu’s
worden weergegeven:
DATA BEWAREN?
>JA< NEE
84 ETD3 PAA
Endoscooptype bewerken
CAUTION
AANWIJZING
Endoscooptypen met referentiedata kunnen niet
worden bewerkt. Deze endoscooptypen worden niet
in deze lijst getoond.
ETD3 PAA 85
3.5.10 Het VERWIJDEREN DATA-menu
Gebruik het menu om gegevens van endoscopen of gebruikers in de
database te wissen.
CAUTION
AANWIJZING
: Om opslagconflicten te voorkomen is dit menu uitge-
schakeld als de ETD3 Plus op de ENDOBASE III
is aangesloten. Er kunnen dan alleen gegevens in de
ENDOBASE III worden gewist. De interne database
van de EndoID 2 wordt automatisch geactualiseerd.
: Als de ETD3 is aangesloten op de ENDOBASE III,
kunnen nieuwe gegevens ook in de ENDOBASE III
worden gewist. De interne database van de EndoID 2
wordt automatisch geactualiseerd. Als er, omgekeerd,
gegevens in de EndoID worden gewist, wordt de
ENDOBASE III automatisch geactualiseerd.
ENDOID 1/2
BEKIJKEN DATUM / TIJD
NA REPARATIE RETOUR SYSTEEM-INFO
ENDOID 2/2
NIEUWE DATA WIJZIGEN DATA
>VERWIJDEREN DATA <
VERWIJDEREN DATA
>VERWIJDEREN ENDOSCOPEN<
VERWIJDEREN GEBRUIKERS
VERWIJDEREN ENDOSCOOPTYPE
86 ETD3 PAA
VERWIJDEREN ENDOSCOOP NR :1
TYPE SERIENR INTERN NR
GIF160 1234567 14
>VERWIJDEREN<
VERWIJDEREN DATA?
>JA< NEE
7. Indien de endoscoop succesvol verwijderd is, keert het display terug naar
het vorige menu.
ETD3 PAA 87
Wissen van een gebruiker
1. Selecteer het VERWIJDEREN GEBRUIKERS-menu. De gegevens van
de eerste gebruiker worden weergegeven.
VERWIJDEREN DATA
VERWIJDEREN ENDOSCOPEN
>VERWIJDEREN GEBRUIKERS<
ENDOSCOOP TYPE VERWIJDEREN
VERWIJDEREN GEBRUIKER NO :1
NAAM TITEL NR
JONES TINA A0
>VERWIJDEREN<
VERWIJDEREN DATA?
>JA< NEE
CAUTION
AANWIJZING
Deze bewerking kan niet ongedaan worden gemaakt.
Om gegevens in te voeren die per ongeluk zijn gewist,
gaat u te werk zoals beschreven in paragaaf 3.5.8,
“Het NIEUWE DATA-menu”.
5. Als de gebruiker succesvol verwijderd is, keert het display terug naar het
vorige scherm.
88 ETD3 PAA
Verwijderen endoscooptype
ETD3 PAA 89
6. Laat de gele FEED-toets los. De printer controleert de etikettenlengte en
print een testetiket.
90 ETD3 PAA
3.6 Doorstromingsbewaking (ETD3 Plus PAA)
Toepassing
De geïntegreerde stromingsbewaking ondersteunt de besturing van de stroming
van het reprocessingsmiddel door de kanalen van de endoscoop. Met behulp
van de stromingsbewaking kan de gebruiker vinden:
ETD3 PAA 91
Voorbereiding van endocopen voor de eerste reprocessing
in de ETD3 Plus
De correcte doorstromingswaarden moeten voor iedere afzonderlijke endo-
scoop in het systeem worden opgeslagen. De ETD3 Plus heeft een automa-
tische teach-in-functie, die geactiveerd is als een endoscoop voor het eerst
gereprocesst wordt.
ATTENTIE
Om correcte referentie-doorstromingswaarden te ver-
krijgen tijdens de eerste reprocessingcyclus is het van
het grootste belang dat er een correcte doorstroming
door alle kanalen wordt gewaarborgd.
92 ETD3 PAA
Voor u de endoscoop in de ETD3 Plus invoert, dient u te controleren of de
kanalen niet verstopt zijn. Voer op de volgende wijze een grondige functietest
uit:
CAUTION
AANWIJZING
Als de voorbereiding van de endoscoop voor de repro-
cessingscyclus niet correct is uitgevoerd, kunnen er
verkeerde referentiewaarden in de database van de
doorstromingsbewaking zijn opgeslagen. Hierdoor wordt
de betrouwbaarheid van de doorstromingsbewaking
gereduceerd.
ETD3 PAA 93
94 ETD3 PAA
Hoofdstuk 4 Programmaoverzicht
4.1 Gebruikersniveaus
Met behulp van de gebruikersniveaus kan de gebruiker programma’s
van de ETD3 starten.
De ETD3 is uitgerust met de volgende gebruikersniveaus.
ETD3 PAA 95
4.2 ETD3 programma’s met PAA-procedure
96 ETD3 PAA
Positie Toe- Programmanaam Beschrijving
op keu- gangs-
zescha- niveau
kelaar
13 Geen functie toegekend
14 Geen functie toegekend
15 Geen functie toegekend
16 Geen functie toegekend
17 A SYSTEEM DOSFILL Procedure voor het verwijderen van
lucht uit het gehele doseersysteem
18 Geen functie toegekend
19 B SYSTEEMCHECK Programma voor systeemcontrole.
Dit programma is een zelftest-
programma van de ETD3. Tijdens
de systeemtest voert de ETD3
de volgende stappen uit:
: Zelftest van de lektester
: Regenereren van de waterontharder
: Desinfectie van de waterkanalen
20 B VERVANG FILTER1 Vervang luchtfilter 1 in de hetelucht-
droger. Dit programma reset de
urenteller van luchtfilter 1.
21 B INLEER RT Teach-in- programma doorstromings-
bewaking. Dit programma wordt
gebruikt als tijdens de automatische
teach-in-cyclus de endoscoopkanalen
niet correct zijn gespoeld. Het pro-
gramma maakt nieuwe referentie-
waarden aan en overschrijft de vorige
waarde.
22 Geen functie toegekend
23 Geen functie toegekend
24 Geen functie toegekend
ETD3 PAA 97
4.3 STANDAARD programma
ATTENTIE
Gebruik STANDAARD niet voor de reiniging en
desinfectie van starre endoscopen.Voor starre
endoscopen moet het programma THERM DESINF
worden gebruikt (zie paragraaf 4.5 “THERM DESINF”).
Voorwaarden:
Netspanning: 400 V / 3NAC
Water inlaattemperatuur: 30°C
98 ETD3 PAA
a Lektest f Laatste keer spoelen i 10,5 l water, 35˚C (---0 K/+5 K),
b Eerste reiniging g 11 l water, geen verwarming 126 ml EndoDis, 126 ml EndoAct
c Reiniging h 10,5 l water, j 10 l water, geen verwarming
d Desinfectie 35˚C (---0 K/+5 K), k 9,5 l water, geen verwarming
e Eerste keer spoelen 63 ml EndoDet
ETD3 PAA 99
4.4 STANDAARD DRG programma
ATTENTIE
De droogfunctie van de ETD3 bereidt endoscopen voor op
het drogen maar zorgt niet voor een volledig drogen volgens
DIN EN 15883-4, in het bijzonder bij endoscopen met lange
interne kanalen en albarrankanaal.
Om een volledige droging conform DIN EN 15883-4 te
bereiken, plaatst u de endoscoop in een droogkast na
reprocessing.
a Lektest f Laatste keer spoelen j 10,5 l water, 35˚C (---0 K/+5 K),
b Eerste reiniging g Drogen 126 ml EndoDis,
c Reiniging h 11 l water, geen verwarming 126 ml EndoAct
d Desinfectie i 10,5 l water, k 10 l water, geen verwarming
e Eerste keer spoelen 35˚C (---0 K/+5 K), l 9,5 l water, 58˚C (---0 K/+5 K)
63 ml EndoDet m 57˚C (---0 K/+5 K)
ATTENTIE
Het thermische desinfectieprogramma mag niet
geactiveerd worden als er flexibele endoscopen
in de ETD3 gereinigd worden.
WAARSCHUWING
: Overeenkomstig specifieke vereisten en nationale
richtlijnen en aanbevelingen zijn mogelijk hogere
A0-waarden vereist.
: Draai het THERM DESINF programma niet tweemaal
achter elkaar. Wacht minstens een uur of draai intussen
een ander programma.
CAUTION
AANWIJZING
Inzettrolley’s zonder deze codering kunnen niet voor
de thermische reprocessing worden gebruikt.
Voorwaarden:
Netspanning: 400 V / 3NAC
Water inlaattemperatuur: 30°C
ATTENTIE
Zorg ervoor dat er geen flexibele endoscopen in de ETD3
zijn tijdens het zelfdesinfectieproces.
4. Als er een inzettrolley voor flexibele endoscopen in de ETD3 is, start deze
niet maar wordt de volgende waarschuwing weergegeven:
STOP START
a Lektest f Laatste keer spoelen j 10,5 l water, 35˚C (---0 K/+5 K),
b Eerste reiniging g Drogen 126 ml EndoDis,
c Reiniging h 11 l water, geen verwarming 126 ml EndoAct
d Desinfectie i 10,5 l water, k 10 l water, geen verwarming
e Eerste keer spoelen 35˚C (---0 K/+5 K), l 9,5 l water, 58˚C (---0 K/+5 K)
63 ml EndoDet m 57˚C (---0 K/+5 K)
De ETD3 wordt aan het begin van de werkdag met de hoofdschakelaar inge-
schakeld en pas aan het einde van de werkdag weer met de hoofdschakelaar
uitgezet. Gebruik de aan-/uitschakelaar op het frontpaneel. De ETD3 start
onmiddellijk na het inschakelen, na een korte interne functietest.
Tijdens deze test voert de ETD3 de volgende stappen uit:
: Zelftest van de lektester
: Zelfdesinfectie van de watertoevoer van de machine
: Regenererern van de waterontharder
ATTENTIE
Controleer of er tijdens de systeemcheck geen endosco-
pen op de lektester zijn aangesloten! De aansluitslangen
van de lektester dienen op de aansluitnippels te worden
gezet (zie afbeelding 5.11).
: Tijdens de systeemcheck gebruikt de ETD3 zout voor de
regeneratie van de waterontharder. Vul de zoutbak als de
gele lamp gaat branden, zodat er zout beschikbaar is
voor de systeemcheck. Anders zou het systeem niet
kunnen starten.
: Tijdens de systeemcheck gebruikt de ETD3 EndoDis
voor het desinfecteren van de watertoevoer van de
machine. Als het rode waarschuwingslampje gaat
branden en de mededeling “CONTROLEER DOSERING
DESINFECTANS” verschijnt, vervangt u de EndoDis
container. Anders wordt de systeemcheck onderbroken,
CAUTION
AANWIJZING
: Schakel de ETD3 tijdens de werkdag niet uit. Anders
wordt de levensduur van de UV-lamp voor de water-
desinfectie gereduceerd. Als de systeemcheck voltooid
is, is de ETD3 bedrijfsklaar.
: De ETD3 wordt aan het einde van de werkdag uitge-
schakeld met de aan-/uitschakelaar en bovendien
worden de waterkranen dichtgedraaid. Bedenk dat de
deur van de spoelruimte niet geopend kan worden als
de ETD3 uitgeschakeld is.
: Laat geen endoscopen gedurende de nacht in de ETD3.
Endoscopen moeten op een droge plaats worden
bewaard.
ATTENTIE
: De reprocessing van endoscopische apparatuur moet
onder de speciale verantwoordelijkheid van één of meer
personen binnen de endoscopische afdeling vallen.
Er wordt dringend aangeraden dat er een opgeleide
persoon beschikbaar is tijdens de reprocessing van
de endoscopen.
: Het verantwoordelijke personeel dient volledig van
het onderstaande op de hoogte te zijn:
-- beroepsvoorschriften op het gebied van gezondheid
en veiligheid
-- alle nationale voorschriften en plaatselijke zieken-
huisregels
-- de instructies in deze gebruiksaanwijzing
-- de mechanische aspecten van deze apparatuur
-- de labelingsprocedure van gedesinfecteerde
instrumenten.
: Het personeel dient bij het voorbereiden van de endo-
scopen ter bescherming tegen infecties rubberhand-
schoenen te dragen en ook de verder noodzakelijke
maatregelen te treffen. De geldende hygiënevoorschrif-
ten dienen stipt te worden opgevolgd.
: Gebruik voor de eerste (voor)reiniging van de endoscoop
alleen water of compatibele reinigings- en/of desinfectie-
middelen die door Olympus zijn goedgekeurd. Gebruik
geen chemicaliën die niet door Olympus zijn goed-
gekeurd, omdat deze tot ongewenste chemische reacties
tijdens de reprocessing in de ETD3 kunnen leiden. Dit
kan dan weer leiden tot onvoldoende reprocessings-
resultaten of ernstige beschadiging van de endoscoop.
CAUTION
AANWIJZING
De deur naar de spoelruimte van de ETD3 kan alleen
worden geopend als de ETD3 is ingeschakeld. Als de
machine is uitgeschakeld, is het deurslot geblokkeerd.
CAUTION
AANWIJZING
Controleer of de lichtgeleiderconnector correct in het
mandje is geplaatst. Alleen als de lichtgeleiderconnector
en de transponder correct geplaatst zijn, wordt de
endoscoop betrouwbaar geïdentificeerd.
Lichtgeleiderconnector
Bedienings-
huis
CAUTION
AANWIJZING
Als u de endoscoop uit het inzetrek haalt, houdt u het
bedieningshuis en de tip van de endoscoop in uw
rechterhand en de lichtgeleiderconnector in uw
linkerhand.
ATTENTIE
: Zorg ervoor dat u de juiste slangenset voor de ver-
schillende endoscopen gebruikt. Anders worden de
endoscopen wellicht onvoldoende gedesinfecteerd.
Nadere informatie vindt u in de betreffende gebruiks-
aanwijzingen van de slangensets.
: Defecte slangensets en verstopt geraakte sproeikoppen
kunnen de reinigings- en desinfectiewerking van de
ETD3 negatief beïnvloeden.
: Controleer of de aansluitingen van de bovenste slangen
verbonden zijn met endoscoop 1 (bovenste endoscoop)
en de onderste slangen aangesloten zijn op endoscoop 2
(onderste endoscoop).
: De rode tangenliftslang (3XMB-109) kan voor de
bovenste of onderste endoscoop worden gebruikt.
: Controleer of de adapters stevig vastgeschroefd zijn
op de basismodule van het mandje.
Aansluiting tangenliftkanaal 1
2
Ingang instrumentatie-
kanaal
Tangenliftkanaal
CAUTION
AANWIJZING
: Let erop dat het niet mogelijk is om twee duodenoscopen
tegelijkertijd te desinfecteren omdat de ETD3 slechts één
slang voor het tangenliftkanaal heeft.
: Controleer of u alle noodzakelijke adapters voor de te
steriliseren endoscopen heeft (zie Zie het hulpinstru-
mentenblad “Adapters voor ETD3 – Compatibiliteiten”)
: Slangen die niet gebruikt worden, kunt u in de daarvoor
bestemde houder plaatsen, zodat ze tijdens de repro-
cessing niet beschadigd kunnen worden.
Spiraalslang
ETO-ventiel
ATTENTIE
Plaats de blauwe en rode spiraalslang rond de centrale
zuil van het mandje en trek de slangen recht (zie afbeel-
ding 5.10). Hierdoor wordt een belemmering van de
bovenste sproeiarm voorkomen.
CAUTION
AANWIJZING
: Bij de reprocessing van fiberscopen wordt de lektester
rechtstreeks op het ETO-ventiel aangesloten. Bij de
reprocessing van videoscopen daarentegen moet eerst
een droge waterdichte afsluitkap worden geplaatst omdat
zich daarop het ETO-ventiel bevindt.
: Het is raadzaam een keer per dag een druppeltje zeep
op iedere rubberen afdichtring (O-ring) aan te brengen
om de duurzaamheid van de O-ringen te verlengen.
: De rubberen afdichtringen binnen in de lektester zijn
aan slijtage onderhevig door het dagelijkse gebruik. Zij
moeten regelmatig worden vervangen (zie paragraaf
6.13, “Vervangen van de afdichtringen in lektesters”).
: Als u de lektester op de endoscopen bevestigt, dient u
erop te letten dat de rode slang bevestigd is op endo-
scoop 1 (ENDO 1 = bovenste endoscoop) en de
blauwe slang op endoscoop 2 (ENDO 2 = onderste
endoscoop). Door deze volgorde kunnen de geteste
endoscopen in geval van storingen correct worden
geïdentificeerd (zie hoofdstuk 8, “Problemen”). Er is een
sticker met deze vaste volgorde aan de binnenkant van
de deur van de spoelruimte bevestigd.
ATTENTIE
: Plaats de niet-aangesloten lektester in de aansluitnippels
op de trolley van de ETD3 (zie afbeelding 5.11). Anders
kan er vocht via de adapter in de endoscoop binnen-
dringen, waardoor deze tijdens de reprocessingscyclus
kan worden beschadigd.
: Voor iedere cyclus moet men erop letten dat er geen
vocht in de lektester is binnengedrongen. Bij endoscopen
die niet van Olympus zijn moet de adapter voor de
lektest ook helemaal droog zijn. Anders kan er vocht
via de adapter in de endoscoop binnendringen, waardoor
deze tijdens de reprocessingscyclus kan worden
beschadigd. Vocht in de lektester dient met
een gaasje te worden verwijderd.
De kleine accessoires van endoscopen zoals ventielen, distale kapjes e.d. kunt
u in het mandje voor accessoires leggen (zie afbeelding 5.12) Het mandje wordt
gesloten en onder in de verrijdbare trolley (E600) van de ETD3 gezet.
CAUTION
AANWIJZING
: Programma’s zonder droging dienen alleen te worden
toegepast als de endoscoop onmiddellijk voor het
volgende onderzoek gebruikt gaat worden. Voor het
opbergen van endoscopen moet altijd een programma
met droging worden gebruikt. Na lange opbergperioden
dient u de endoscopen vóór gebruik opnieuw te
reprocessen.
: De gebruiker dient na het opbergen van de endoscoop
altijd de hygiënische standaard in acht te nemen. Indien
dit niet wordt gedaan, dient de endoscoop vóór het
gebruik gedesinfecteerd te worden. Na lange opber-
perioden dient u de endoscopen vóór gebruik opnieuw
te reprocessen.
ENDOID 1: STANDAARD
NAAM :
SCAN GEBRUIKER
ID kaart
Antenne gebruikers--ID
ENDOID 1: STANDAARD
NAAM : SUSAN MILLER
SCAN GEBRUIKER
Onderzoek einde,
endoscopen verontreinigd,
functiecontrole naast het bed
Functiecontrole en
eerste
(voor)reiniging
• Plaats de endoscopen in de inzettrolley van de ETD3 en
sluit deze indien noodzakelijk aan
• Sluit de deur van de ETD3
Selecteer ETD3 Plus
desinfectie-programma en
start de machine
Definitieve reprocessings-
ETD3 Plus reprocessing gegevens worden gezonden
naar ENDOBASE III, indien
is beëindigd aangesloten
CAUTION
AANWIJZING
Als u de ETD3 bij hogere temperaturen gebruikt, dient u
erop te letten dat u zichzelf niet brandt of met irriterende
substanties in contact komt bij het openen van de spoel-
ruimte. Na gebruik van de heteluchtdroger kan er hete
damp uit de spoelruimte ontsnappen. Mandjes, invoer-
elementen en accessoires moeten eerst afkoelen voordat
zij uit de spoelruimte genomen worden. Water dat in
spoelflessen achterblijft, kan heet zijn. Leeg deze in
de spoelruimte voor u ze verwijdert.
ATTENTIE
: Als een desinfectieprogramma is onderbroken, zijn de
ingelegde endoscopen niet volgens de voorschriften
gedesinfecteerd. In dat geval dient u het desinfectie-
programma opnieuw te starten.
: Controleer of alle slangen tijdens de programmaloop op
de juiste manier aangesloten zijn. Als er een slang los
zit of losgeraakt is, zijn de endoscopen niet volgens
de voorschriften gedesinfecteerd. Sluit in dat geval
de slangen correct aan en herhaal het desinfectie-
programma.
5.9 Beveiligingen
CAUTION
AANWIJZING
Voordat er onderhoud- of reparatiewerkzaamheden
worden uitgevoerd, moet de ETD3 van de stroom-
voorziening worden losgekoppeld met behulp van de
hoofdschakelaar of door de hoofdzekering eruit te
trekken.
6.1 Procesvalidatie
De bediener van de machine moet ervoor zorgen dat de reinigings-- en
desinfectieprocedures correct verlopen. In sommige landen is dit zelfs een
wettelijke vereiste, zoals in Duitsland de MPBetreibV, RKI richtlijnen en de
richtlijnen voor validatie DGKH, DGSV, en AKI. Internationaal staan dergelijke
regelmatige tests vermeld in EN ISO 15883.
6.2 Routinetesten
Elke keer voordat de machine wordt gestart moeten een aantal routinetesten
worden uitgevoerd door de bediener.
Controleer het volgende:
: de filters in de spoelruimte
: de sproei--armen in de machine en op de mandjes
: de spoelruimte en de deurafsluiting
: het doseersysteem, en
: de mandjes en inzetrekken
ATTENTIE
Gebruik alleen speciaal regeneratiezout (korrelgrootte
tussen 1 en 4 mm) dat in overeenstemming is met
DIN EN 973, tabel 1 (type A) en tabel 3. Het gebruik
van een ander type zout kan de machine beschadigen.
Nadat u het zout hebt bijgevuld, start u het ZOUT
VERWIJDEREN-programma.
WAARSCHUWING
Regeneratiezout dat in de waskamer achterblijft, kan tot
corrosie en schade aan de machine leiden.
Mogelijke oorzaken:
-- Het ZOUT VERWIJDEREN-programma is niet
gebruikt.
-- Het ZOUT VERWIJDEREN-programma is te laat
gebruikt.
-- Er is regeneratiezout gemorst. Als de plastic dop weer
op het reservoir wordt geschroefd, kunnen er
zoutkorrels in de dop achterblijven, waardoor deze
later kan losraken.
CAUTION
AANWIJZING
Als de tijdslimiet van de ontharder met meer dan 10%
wordt overschreden, wordt als veiligheidsmaatregel de
ETD3 geblokkeerd en blijft het rode waarschuwingslam-
pje STORING net zo lang branden totdat er zout in de
ontharder is bijgevuld.
In principe kunnen voor het regenereren zouten worden gebruikt met een
onoplosbaarheid van 300 mg/kg en met een korrelgrootte van 1 tot 4 mm
(zie hiervoor de gegevens van de fabrikant van het regenereerzout).
Groffilter 1
CAUTION
AANWIJZING
Het wordt ook aanbevolen de PAA-concentratie
in het laatste spoelwater te controleren terwijl
de HYGIËNISCHE CONTROLE wordt uitgevoerd.
Zie paragraaf 6.5 “Inspectie van PAA in het laatste
spoelwater”.
Als de ETD3 PAA niet vaak wordt gebruikt, kunnen afzettingen worden
gevormd in de slangen waarmee de EndoAct-container op de doseerpompen is
aangesloten. Deze afzettingen kunnen de diameter van de slangen verkleinen,
of deze zelfs geheel blokkeren. In dit geval wordt elk desinfectieprogramma
onmiddellijk door het bewakingssysteem gestopt.
CAUTION
AANWIJZING
Deze procedure wordt uitgevoerd door een Olympus-
monteur als u een servicecontract bij Olympus heeft.
CAUTION
AANWIJZING
Controleer het laatste spoelwater direct na een desinfec-
tieprogramma (STANDAARD)! Het restwater op de
bodem van de spoelruimte is hiervoor voldoende.
Kapotte UV-lampen en lampen met een te korte levensduur hebben een waar-
schuwingsmelding op het display van de ETD3 tot gevolg. In deze gevallen
moet de hulp van een geautoriseerde technicus worden ingeroepen.
CAUTION
AANWIJZING
De UV-unit wordt tijdens langdurige stand-by-periodes
automatisch uitgeschakeld. Hierdoor wordt de levensduur
van de UV-lamp in de UV-unit verlengd.
(3)
(1) (2)
1. Groffilter
2. Fijnfilter
3. Oppervlaktezeef/micro-fijnfilter
Regelmatig schoonmaken van het filtersysteem is absoluut noodzakelijk om
storingen te voorkomen (bijv. overstroming). Te grote weefseldelen of stolsels
kunnen namelijk in het circulatiesysteem terechtkomen en worden rondgepompt
waardoor de ventielen of kanalen van de endoscoop verstopt kunnen raken.
Daarom moeten de filters regelmatig uit het bassin van de spoelruimte worden
verwijderd en op de volgende wijze in een aparte kuip worden schoongemaakt.
Maak de filters schoon door ze onder stromend water af te spoelen. Alle filters
dienen na het schoonmaken in omgekeerde volgorde weer geplaats worden,
waarbij erop moet worden gelet dat het groffilter correct op zijn plaats vastklikt.
Het is raadzaam de spoelruimte regelmatig op afzetting in de vorm van witte
aanslag te controleren. Een oorzaak van de aanslag kan bijv. silicaatvorming
zijn als gevolg van een veranderde waterkwaliteit. Als u aanslag vaststelt,
neem dan contact op met uw Olympus-leverancier.
CAUTION
AANWIJZING
Draag handschoenen en een mondkapje bij het verwij-
deren en reinigen van de filters. Voorkom contact met
vloeistoffen en andere residuen in de filters.
CAUTION
AANWIJZING
In geval van een slechte waterkwaliteit kunnen er buiten
de ETD3 extra zeven/filters gemonteerd worden op de
watertoevoer.
De sproeikoppen mogen niet verstopt zijn. Aanslag van welke aard dan ook
beïnvloedt het doorspoelproces nadelig (bijv. de rotatie van de sproeiarm) en
daardoor de gehele reinigings- en desinfectieprocedure.
ATTENTIE
Voor u de deur van de spoelruimte sluit, dient u ervoor
te zorgen dat de adapter van de toevoerslang van de
verrijdbare inzettrolley correct is gepositioneerd. Anders
is de vloeistofdruk eventueel te laag. Hierdoor kan de
reprocessing onvoldoende zijn.
CAUTION
AANWIJZING
De adapter van de toevoerslang is correct geplaatst als
er halverwege een lichte weerstand merkbaar is tijdens
het invoeren van de verrijdbare inzettrolley in de
spoelruimte.
Bovenste rand
van de spoelruimte Zijaanzicht
Uitgang
Overlapping
Schroefdop
De indicatie van een lek van een endoscoop kan ook worden veroorzaakt door
een lek bij de afdichting in de lektester. De rubberen afdichtringen binnen de
lektester zijn aan slijtage onderhevig door het dagelijkse gebruik. Vervang de
afdichtringen daarom regelmatig. Reserve-afdichtringen zijn verkrijgbaar bij uw
Olympus-leverancier. Ga als volgt te werk:
Afdichting
3. Herhaal deze procedure voor alle adapters. Let erop dat u de afdichtingen
niet verwisselt.
CAUTION
AANWIJZING
De afdichtingen zijn verkrijgbaar bij Olympus.
6.16 Behuizing
CAUTION
AANWIJZING
Reinig de ETD3 of de directe omgeving nooit met een
waterslang of hogedrukslang.
Verzoek om onderhoud
SERVICE indicatie op display.
Zoemer 30 seconden.
Verder onderhoud, dat niet door een geel of rood waarschuwingslampje wordt
aangegeven, is:
Foutmeldingen
STORING-indicatie op display.
Zoemer 30 seconden.
E831 Verwijder
VERWIJDER endoscoop 1
ENDOSCOOP 1
E832 Verwijder
VERWIJDER endoscoop 2
ENDOSCOOP 2
E833 Kalibratie stromings-
CALIBRATIE bewaking ok
FLOWCONTROL:
OK
E834 Fout: kalibratie Neem contact
CALIBRATIE stromingsbewaking op met uw
FLOWCONTROL: niet ok Olympus--
FOUT leverancier
E835 Waarschuwings- Controleer of
ENDO1: GEEN melding: stromings- alle adapters
FLOWCONTROL bewaking niet actief correct zijn
VOOR SCOOP aangesloten op
endoscoop 1
E836 Waarschuwings- Controleer of
ENDO2: GEEN melding: stromings- alle adapters
FLOWCONTROL bewaking niet actief correct zijn
VOOR SCOOP aangesloten op
endoscoop 2
: Verzegelingen : Vervang
tussen mand en verzegeling
adapter niet dicht
Sommige problemen die tijdens het gebruik optreden, kunnen met behulp van de
onderstaande tabel worden verholpen. Indien het probleem ook na het treffen van
de beschreven maatregelen niet opgelost kan worden, gebruik de ETD3 dan niet
meer en neem dan contact op met uw Olympus-
leverancier.
Elektromagnetische
compatibiliteit
richtlijn 89/336/EEC
EN 55014-1
EN 55104-2
EN 61000-3-2;
EN61000-3-3
Beveiliging watertoevoer/
kanalen
EN 61770
Status elektrische Dit symbool geeft aan
en elektronische dat het product niet moet
apparatuur worden meegegeven met
het huisvuil, maar apart
moet worden ingeleverd,
conform de Europese
richtlijn 2002/96/EC over de
afvoer van elektrische en
elektronische apparatuur.
Raadpleeg uw lokale
Olympus-distributeur
voor inname- en/of
verzamelmogelijkheden
in uw land.
De vervaardigingsdatum
wordt met het serienummer
aangegeven.
Als de ETD3 door een technicus van het ziekenhuis wordt aangesloten, advise-
ren wij een stekkeraansluiting (CEE-stekker), zodat de onderhoudswerkzaam-
heden gemakkelijker plaats kunnen vinden.
Leverancier
Olympus Winter & Ibe GmbH
Kuehnstraße 61
22045 Hamburg
Germany