You are on page 1of 8

Wetenschappelijke Borrelpraat:

De sleutel tot Energiezekerheid voor de toekomst

De transitie van oude denkbeelden naar nieuwe

oplossingsmodellen

Waarzegsters bestaan niet

Vanwege de toenemende globalisatie, de opkomst van ontwikkelingslanden,

technologieën die elkaar in een steeds rapper tempo opvolgen, de toenemende inmenging

van ICT met ons dagelijks levens, etc., is het erg moeilijk geworden om aan te geven in

welke richting het heden zich zal ontwikkelen. We kunnen voorzichtig wat prognoses

doen, een paar ingewikkelde modellen erop loslaten, en eventueel zelfs een waarzegster

erop loslaten, maar onze huidige wereld is zodanig in staat om razendsnel te veranderen,

dat uitspraken over de toekomst soms niet veel onder doen voor borrelpraat.

Dit fenomeen is niet nieuw: het was Thomas Edison die in 1913 zei dat boeken spoedig

niet meer nodig waren in het onderwijs, de baas van IBM die in 1943 zei dat er een

wereldmarkt was voor 5 computers, Lord Kelvin die in 1895 zei dat machines zwaarder

dan lucht onmogelijk konden vliegen, en Bill Gates die nog niet eens zo lang geleden zei

dat 640kb meer dan voldoende was voor iedereen (en dat terwijl een simpele presentatie

al gauw een paar MB in beslag nemen). Ook recent hebben we kunnen zien dat er
gebeurtenissen zijn die sterk afwijken van voorafgaande trends, waar niemand op is

voorbereid, en die hevige schokgolven in het landschap teweeg brengen: de financiële

crisis waardoor menig bedrijf en land failliet is geraakt, de terreuraanslagen van 11

September (wat zelfs geen enkele Hollywood scenarist over had kunnen dromen), en het

faillisement van het “too-big-too-fail” General Motors. Ook in energieland is het

doorspekt van zulke onzekerheden, denk maar aan het incident met de kerncentrale in het

Japanse Fukushima, waardoor Duitsland (een ston futu van de kernindustrie) zelfs heeft

aangegeven om volledig af te stappen van kernenergie, of de in het tijdsbestek van een

paar jaartjes opgekomen “hydraulic fracturing” technologie waardoor de VS 1 van de

grootste aardgas exporteurs is geworden.

Ook Swit’ Sranan is niet gevrijwaard van deze onzekerheden: wie had verwacht dat

BHP-Billiton – terwijl zij druk doende waren in het West-Suriname gebied – hals over

kop zou vertrekken? En wie zag de sluiting van de Suralco smelter aankomen? En de

toenemende intensiteit van rukwinden? En zelfs hagel? De daling van de bauxiet en goud

prijzen? Is er überhaubt (economische winbare) olie voor de kust van Suriname? En als

het er niet is, planten we dan de kust vol met windmolens? Moeten we dat misschien nu

al beginnen te plannen?

Kortom, ook in Suriname hebben we flink te kampen met onzekerheden, zeker ook in de

energiesector. De problematiek zit hem er nu in dat investeringen in de energiesector erg

veel geld kosten, de ontwikkeling van projecten vaak jaren kost (als we nu olie offshore

vinden, begint de productie pas over enkele jaren), en deze investeringen vaan genoeg

een looptijd hebben van enkele decennia. Hoe weet je nu welke investering je moet
plegen, als er zoveel geld en tijd mee gemoeid gaat, terwijl er zoveel onzekerheden

bestaan?

Het feestje: regen of geen regen?

Er zijn nu verschillende manieren om rekening te houden met deze onzekerheid bij het

nemen van (investerings-)besluiten. Één van de meest bekende is Scenario Planning.

Scenario Planning heeft zijn oorsprong in de Tweede Wereldoorlog waar het

Amerikaanse leger zgn. “What if?” exercities hield: Wat als de Nazi’s in staat zijn om

Londen over te nemen? Wat doen we dan? Wat als zij eerder zijn met de ontwikkeling

van nucleaire wapens? In de jaren ’50 heeft de RAND denktank deze methodologie

verder ontwikkeld en toepast in het bedrijfsleven. Beroemd werd Scenario Planning, toen

in de jaren ’70 Royal Dutch/Shell deze methodologie gebruikte om de energie crises te

zien aankomen. In de jaren ’90 zou dit bedrijf zijn succes voornamelijk toeschrijven aan

het gebruik van Scenario Planning. Thans gebruikt meer dan 50% van de Fortune 500

bedrijven deze methodololgie, alsmede staten als Texas, landen als Ierland, Saudi-Arabië,

Nederland en China, instituten als de World Energy Council, Intergovernmental Panel on

Climate Change, en de Energy Information Administration. Zelfs bij de afschaffing van

Apartheid in Zuid-Afrika is er gebruik gemaakt van Scenario Planning.

Scenario Planning berust op het zoeken naar zogenaamde onzekere drijvende factoren

(Driving Factors), oftewel critische onzekerheden, die de stuwende kracht zijn achter tal

van ontwikkelingen, maar die tevens sterk onderhevig zijn aan veranderingen (waardoor

dus alle daaruit voortvloeiende ontwikkelingen ook zullen veranderen of niet meer valide

zullen zijn). Een bekende onzekere drijvende factor is onderzoek en ontwikkeling in de

ICT sector: met de razensnelle opkomst van mobile computing (met smart phones en
tablets) en cloud computing (waarbij processverwerking en data opslag allemaal online

gebeurt in plaats van je eigen harde schijf), zijn personal computers en zelfs laptops uit de

gratie geraakt of zijn bezig dat te doen, en wordt hun plek ingenomen door smart phone,

tablets, en nu zelfs “wearables” (brillen en horloges met ingebouwde data verwerking en

communicatie mogelijkheden). Bedrijven als Microsoft en Intel vallen meer op de

achtergrond (en doen hun uiterste best om bij te blijven), en bedrijven als Goolge, Apple,

ARMS vieren hoogtij.

Door nu combinatie te nemen van deze onzekere drijvende factoren kan je scenarios

maken, welke het geheel van mogelijke toekomsten zichtbaar maakt. Hierdoor worden

toekomsten zichtbaar die in eerste instantie niet bij je op waren gekomen, en is het

mogelijk of besluiten en acties te valideren onder deze scenarios, eerder te anticiperen op

mogelijke veranderingen, sneller in te spelen op plotselinge verandering, robuustere

strategieën en plannen te maken die onder meerdere scenario’s vruschten zullen

afwerpen, etc. etc. Met behuld van indicatoren kan je zien naar welk scenario het heden

zich toe ontwikkelt. In wezen is dit niet veel anders dan wanneer we een feestje in de tuin

organiseren. Mocht het regenen, dan hebben we een tentje klaar gezet. Mochten enkele

gasten vegetarisch zijn, dan hebben we ook enkele vegetarische gerechten laten klaar

maken.
Scenario’s worden gebruikt om het geheel aan mogelijke toekomsten in kaart te brengen

en hebben dus zodoende een enorm voordeel op traditionele planning

Klimaatverandering en Eergiezekerheid

Deze methodologie is recent toegepast op de energiezector van Suriname, alsmede die

van Panama, de Dominicaanse Republiek en Uruguay, en 1 onzekere drijvende factor

komt telkens naar boven: de impact van klimaatverandering op energiezekerheid. Deze

impact kan zijn: verminderde electriciteitsopbrengst uit thermische centrales vanwege

hogere temperaturen, frequentere extreme weersomstandigheden (zoals rukwinden) die

het electriciteitsnet aantasten, veranderde weersomstandigheden die impact hebben op

gewassen van bio-brandstoffen, verhoogde verdamping wat zorgt voor een lager niveau

in hydro reservoirs (en die dan dus minder electriciteit leveren), etc. etc.
Scenario voor Suriname

Energiezekerheid bestaat nu uit een vijftal componenten: beschikbaarheid,

betaalbaarheid, betrouwbaarheid (tijdige levering, geen voltage schommelingen), sociale

acceptatie (wat het probleem is bij het Tapajai project), en duurzaamheid (geen negatieve

gevolgen voor mens en mileu). Helaas besteden we in Suriname alleen aandacht aan de

beschikbaarheid (betaalbaarheid is reeds een feit vanwege de overmaat aan subsidies):

elk jaar weer worden we geconfronteerd met een aankomen tekort aan energie en haasten

we ons om generatoren erbij te kopen om de vraag aan te kunnen.

Don’t put all you eggs in one basket

Echter, ook Suriname zal niet gevrijwaard blijven van de gevolgen van

klimaatverandering, en sec generatoren erbij bestellen zal uitsluitend de beschikbaarheid

ten goede komen, maar niet per se de energie betrouwbaarheid, simpelweg omdat we nog

niet weten wat de effecten zullen zijn van klimaatverandering op de energieinfrastructuur

die we aan het bouwen zijn. Er bestaat steeds meer wereldwijde consensus dat een

energie infrastruur gebouwd moet worden met de volgende karakteristieken: 1) integratie


van een zo breed als mogelijk scala aan energie technologieën, 2) in plaats van enkele

grote centrales, zet meerdere kleine centrales op die geografisch flink verspreid zijn

(decentralized energy system) zodat bij een interruptie niet een groot gebied zonder

electriciteit komt te zitten, 3) energie efficiency en besparing (de goedkoopste energie is

die energie die je niet betaalt, en momenteel is Suriname 1 van de grootste verbruikers

per hoofd van de bevolking).

Energietransitie voor Suriname

Dit impliceert dat Suriname van het huidig system (dat voornamelijk geënt is op slechts

twee energie technologieën, voornamelijk bestaat uit gecentraliseerde opwekking en een

hoge energie intensiteit kent) moet gaan naar het eerdergenoemde systeem. Zo’n

ombuiging van een systeem noemt men een transitie: bestaande fundamentele kenmerken

moeten plaats maken voor nieuwe fundamenten. Zo’n transitie zou voor Suriname relatief

makkelijk zijn omdat woonplaatsen relatief verspreid zijn, er is een hoge energie

intensiteit en het land is rijk een (hernieuwbare) energiebronnen (heeft iemand al gekeken

naar golven-, getijde-, en stromingsenergie voor de kust van Suriname, Organic Rankine

Cycle Engines, urban wind turbines, of concentrated solar power?). Echter, het besef dat

het probleem voor Suriname op (de lange) termijn niet de energiebeschikbaarheid is maar

juist de betrouwbaarheid, heeft nog niet echt wortel geschoten bij beleidsmakers en

nutsbedrijven, dit terwijl juist de noodzakelijke planningswerkzaamheden en

investeringen daartoe veel tijd en geld vergen.


Deus Ex Machina?

Gelukkig begint er in onderzoekskringen steeds meer aandacht hieraan besteed te

worden, met de nodige spill over naar bedrijven en de overheid. Bovendien, zijn er steeds

meer studenten die zich bezighouden met onderwerpen betrekking hebben op het gebied

van energie, maar die verder gaan dan energiebeschikbaarheid en het bestaande

paradigma van ons energie system. Het feit dat er nu keihard wordt gewerkt om een

energielab op te zetten, het succesvol zijn van het Master’s programma in Sustainable

Management of Natural Resources, de studierichting Werktuigbouwkunde van de Anton

de Kom Universiteit is gestart met lezingen o.a. met betrekking tot dit onderwerp, een

promovendus de Surinaamse energietransitie belicht, en een Master’s programma in

Renewable Energy wordt voorbereid, geeft aan dat er wel flink aan de weg wordt

getimmerd. Het zit hem nu erin dat het beleid dit moet oppakken; dat zou nog net een

Deus Ex Machina zijn...

D. Lachman, MSc CMRP

You might also like