Lesontwerp Industrie 4lagl en 4humwet

LESONTWERP
Educatieve bachelor Secundair Onderwijs

Naam: Sofie Druyts Vakkencombinatie: AA-WISK
UC Leuven-Limburg Les(senreeks) te geven op: 20/04/2021 en
Lerarenopleiding Stagebegeleider LER: Ann Schellemans
Vestiging Heverlee
22/04/2021
Hertogstraat 178, 3001 Heverlee
Tel. +32 16 37 56 00 Lesuur/-uren: 3e lesuur (20/4) en 2e lesuur (22/4) Les ingediend bij mentor op: 10/04/2021
School: SJCA Schaluin Onderwijsvorm / Finaliteit: A-stroom Lokaal:
Richting: Latijn/Grieks-Latijn (20/4) Klas: 4 LatijnC/Grieks-Latijn (20/4)

Vakmentor: Ilse Swevers
Humane wetenschappen (22/4) 4HUMWET (22/4)
Onderwerp: Industrie Vak: aardrijkskunde Aantal leerlingen:
BEGINSITUATIE
Situering in de lessenreeks
Deze les is het begin van een lessenreeks over Industrie. In deze les worden de volgende aspecten aangehaald: veranderingen in de maatschappij,
wat is industrie (met de drie fasen van het productieproces) en industrie wereldwijd.
In sommige klassen is een deel van de inleiding al besproken, vandaar dat het mogelijk is dat in dit lesuur ook het derde voorbeeld van wereldwijde
industrie en het besluit behandelt worden.
Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)

 Plaatsen kunnen lokaliseren op wereldkaart
 Tabellen correct interpreteren en er gevraagde informatie uit afleiden
Belevings- en ervaringswereld & actualiteit

 Minecraft
 De productieplaats van de kleren van de leerlingen
 Producten uit de 70s, 80s en 90s
Leerniveaus binnen de klasgroep, klassfeer, …

/
Infrastructuur
/
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 1
DIDACTISCHE VERANTWOORDING
Het aanschouwelijkheidsprincipe
De hele les wordt gevisualiseerd en ondersteund door een PowerPointpresentatie. Bij het spel in de instapfase worden foto’s gebruikt van de
voorwerpen, via Google Jamboard wordt duidelijk voorgesteld waar de kleren van de leerlingen gemaakt worden.
Het activiteitsprincipe
In de instapfase moeten de leerlingen klassikaal proberen vinden in welk tijdperk een product uitgevonden is. De inhoud van de cursus wordt ook via
een OLG aangebracht. Grotere oefeningen moeten de leerlingen per twee of alleen maken, met achteraf een klassikale verbetering. Bij de definitie
van industrie moeten de leerlingen via laptop/gsm bijdragen aan het maken van een word Cloud via mentimeter. In de slotfase moeten de leerlingen
op zoek gaan naar het land waar hun kleding geproduceerd is.
Het motivatieprincipe (of belangstellingsprincipe)

Als instapfase moeten de leerlingen proberen raden uit welk tijdperk een aantal producten komen, zo wordt spelenderwijs de evolutie in de
maatschappij duidelijk. Om een definitie van industrie op te gaan stellen, wordt eerst een word Cloud gemaakt waarbij de leerlingen hun voorkennis
kunnen tonen. Bij de drie fasen van het productieproces wordt een voorbeeld uit de game Minecraft aangehaald. In de slotfase gaan de leerlingen
kijken waar hun kleding geproduceerd wordt.
Het beperkingsprincipe
Bij de oefening met 20 foto’s worden bepaalde aspecten uitgelegd, maar ik ga hier niet heel diep op in omdat het niet de essentie is van de oefening.
Zolang de leerlingen begrijpen waarom bv. Umicore bij basisindustrie hoort, is het voldoende.
Het integratieprincipe
De leefwereld van de leerlingen wordt op verschillende momenten geïntegreerd: in het voorbeeld waar Minecraft wordt aangehaald, alsook in de
mentimeter en tenslotte in de slotfase waarbij ze de productieplaats van hun kleren moeten zoeken.
Het herhalingsprincipe
Via twee extra voorbeelden worden de drie fasen van het productieproces herhaald.
Het structureringsprincipe
De lesstructuur wordt duidelijk voorgesteld via de PowerPointpresentatie.
DOELSTELLINGEN
EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN ALGEMEEN LESDOEL
Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)
2 bestudeerde regio's en thema's op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren De leerlingen kunnen de verschillende fasen van
*22 houden in hun handelen rekening met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte. de industrie uitleggen, alsook het globale aspect
7 in verband met een economische activiteit in een regio het bestaan van stromen van goederen hiervan duiden.
of personen illustreren
11 op een eenvoudige manier de impact verklaren van:
- politieke invloedsfactoren op kenmerken van aardrijkskundige entiteiten;
- de technologische evolutie op de kenmerken van de aardrijkskundige entiteiten.
Situering in het leerplan + situering binnen de taxonomie van Bloom:

1 Telkens de te bestuderen regio’s op de wereldreferentiekaart en op eenvoudige thematische
wereldkaarten situeren (toepassen)
5.2 In hun handelen rekening houden met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte. (evalueren)
2.3 Het bestaan van stromen van goederen of personen illustreren in de industrieregio.
(toepassen)
4.2 Op een eenvoudige manier de impact verklaren van de technologische evolutie op de
kenmerken van een industriële regio (analyseren)
(DIGITALE) SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werken/of handboek.)
Industrie: 1. Inleiding (p. 3-8)
ANDERE
BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens APA.)
Samengewerkt met:
Ilse Swevers
Gebruikte bronnen:
Cursus industrie van Ilse Swevers
WDM 4: hoofdstuk 3: verschillen tussen industriële regio’s
Horizon 4 (2015): 4. Verschillen tussen industriële regio’s
LEERMIDDELEN & MEDIA

PowerPoint-presentatie
Cursus industrie
Foto’s producten uit 70s, 80s en 90s (7 foto’s: Wifi, CD, Playstation 1, kleurentelevisie, E-mail, Windows, Dvd-speler)
Magneten
Krijt/whitebordstiften
Laptop/gsm (mentimeter)
Didactisch lesontwerp
KRACHTIGE LEEROMGEVING
Leerdoelen
Basis + Uitbreiding/Verdieping Lesfasen
Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud
& timing
Instapfase Lk zegt dat we om de les te beginnen Foto’s van Producten uit de 70s:
vandaag, we een kort spel gaan spelen producten uit Kleuren-tv
(3 min) waarbij de lln producten in het juiste 70s, 80s of 90s (7
tijdperk moeten plaatsen. foto’s)
Lk toont één voor één foto’s (7 in totaal)
van een product uit de 70s, 80s of 90s. Per Magneten
foto mogen de lln zeggen of dit in de 70s,
80s of 90s uitgevonden is. Krijt/whitebord- E-mail
Lk hangt de foto’s in het tijdperk dat de lln stift
aangeven.
Lk vraagt nadien of de lln nog aanpassingen
willen maken.
Lk verbetert mogelijke fouten.
Lk kondigt aan dat deze producten een
resultaat zijn van een veranderende
Producten uit de 80s:
maatschappij, waarbij de industrie een grote
Wifi
boost ondervindt.
Lk kondigt aan dat hier het hoofdstuk van
industrie mee begint.
CD
Windows
Producten uit de 90s:
Playstation 1
Dvd-speler
Lesfase 1: OLG Cursus industrie 1.1: industrie in een veranderende

1.1: industrie in Lk zegt dat de lln hun cursus erbij mogen maatschappij
een veranderende nemen op p. 3. PowerPoint-
maatschappij Lk duidt een leerling aan om de tekst voor presentatie (tekst: zie bijlage)
te lezen.
(10 min) Lk haalt aan dat we voor deze tabel stellen Stel dat het gezin in 1978 €1000
dat de gezinnen in 1978 en in 2016 allebei spendeert, terwijl het gezin in 2016
€1000 besteden. €2000 kan spenderen (want de welvaart
 Als de welvaart stijgt, zal het bedrag is gestegen). Het gezin in 1978
dat gezinnen uitgeven dan gelijk spendeert van die €1000 gemiddeld €81
blijven, dalen of ook stijgen? aan kleding. Het gezin in 2016 spendeert
Lk legt uit dat daardoor in de realiteit van die €2000 gemiddeld €86 aan
gezinnen in 2016 bv. meer geld uitgeven kleding. Het gezin in 2016 geeft dus
aan kleren dan gezinnen in 1978, maar om meer geld aan kleding, maar om de twee
ze met elkaar te gaan vergelijken, gaan we situaties met elkaar te gaan vergelijken
ervan uit dat beide gezinnen €1000 om te kijken waar de twee gezinnen
spenderen. gemiddeld €1000 aan zouden spenderen,
Lk geeft een voorbeeld waarbij het gezin in drukken we de uitgaven van het gezin in
2016 €2000 spendeert om dit duidelijk te 2016 ook uit in €1000 euro.
maken.
Lk legt uit dat deze tabel dus eerder een Gezin 1978 Gezin 2016
weergave is van de prioriteiten van de twee €81 van €1000 €86 van €2000
gezinnen dan van de werkelijk uitgegeven aan kleding aan kleding
bedragen. €81/€1000 €43/€1000
 Naast kleding, aan welke goederen

wordt er nog relatief minder geld Aan voeding, kleding en meubelen wordt
uitgegeven? relatief minder geld uitgegeven.
 Aan welke goederen wordt er relatief Aan woning, gezondheid, vervoer,
meer geld uitgegeven? communicatie, cultuur, horeca en
Leerlingen kunnen het persoonlijke verzorging wordt relatief
verschil in uitgaven meer geld uitgegeven.
vroeger en nu in eigen Goederen zoals voeding, gezondheid,
woorden uitleggen en  Welke goederen die opgelijst staan kleding, woning en meubelen zijn
verklaren (begrijpen) zijn essentiëler om te overleven dan essentiëler om te overleven dan
(b). de rest? luxegoederen zoals cultuur & vrije tijd,
 Welke goederen die opgelijst staan horeca, vervoer, communicatie,
zou je kunnen beschouwen als persoonlijke verzorging…
“luxegoederen”?
Er wordt relatief minder geld
 Welke veranderingen stel je dan vast gespendeerd aan essentiële goederen
in de uitgavenverdeling? zoals voeding, kleding en meubelen. Aan
Lk vertelt de veranderingen die je de andere (luxe)goederen wordt relatief
waarneemt in de tabel en projecteert wat de meer geld gespendeerd.
lln moeten noteren in de cursus.
(tekst: zie bijlage)
Lk duidt een leerling aan om het volgende
tekstje luidop voor te lezen.
Lk spoort de lln aan om de tabel grondig te
bekijken
 Welke producten worden steeds videorecorder, computer, vaste telefoon,
minder aangekocht? GSM
Leerlingen kunnen de
evolutie in producten op  Welke producten worden steeds meer laptop, internetaansluiting, smartphone,
de markt linken aan de aangekocht? microgolf, vaatwasmachine, wasmachine
evolutie in de
maatschappij (begrijpen)  Waarom verdwijnen oudere Omdat modernere toestellen de oudere
(b). toestellen van de markt? toestellen vervangen, zodat er geen
nood meer voor is.
Lk formuleert het besluit. Besluit:

Moderne toestellen vervangen of
vernieuwen oude toestellen, waardoor
Lk leest het laatste deeltje tekst voor. deze van de markt verdwijnen.
Lk zegt dat we hiermee de “oorzaak” van
industrie besproken hebben, nl. de (tekst: zie bijlage)
veranderende maatschappij.
Lesfase 2: 1.2 OLG Cursus industrie 1.2: Wat is industrie? (p. 4)
Wat is industrie? Lk kondigt aan dat we in het volgende stuk
van de les een antwoord gaan proberen PowerPoint-
(17 min) zoeken op de vraag “Wat is industrie?”. presentatie (eigen antwoord lln)
 Waar denken jullie aan bij het begrip
“industrie”?
Lk laat de lln een wordcloud maken
(mentimeter) over industrie.
Lk haalt de belangrijkste woorden in de
Leerlingen kunnen in woordenspin aan.
eigen woorden uitleggen Lk formuleert de definitie van industrie. Definitie industrie:
wat industrie is Industrie is het deel van de economie dat
(begrijpen) (b). wordt gekenmerkt door de verwerking
van grondstoffen tot (half)afgewerkte
Leerlingen kunnen de producten.
drie fasen van industrie
benoemen en Lk leest de drie fasen van industrie voor. Drie fasen van het productieproces
beschrijven (begrijpen) 1. Ontginning van grondstoffen
(b). 2. Basisindustrie: van grondstof tot half
afgewerkt product
3. Verwerkende industrie: van half
afgewerkt product tot afgewerkt
Lk zegt dat we een voorbeeld gaan zien uit product
de virtuele wereld, nl. uit Minecraft.
 Stel dat ik een ijzeren zwaard wil Ijzer en stokken.
Leerlingen kunnen de maken in Minecraft, wat ik heb ik
drie fasen van het daarvoor nodig? Ijzererts zoeken in een mijn.
productieproces  Wat moet ik als eerste doen om ijzer
herkennen en benoemen te krijgen? Dit ijzererts moet gesmolten worden tot
in voorbeelden  Wat ga ik dan doen met mijn ijzer.
(toepassen) (b). ijzererts? Bomen omhakken.
 Wat moet ik als eerste doen om
stokken te krijgen? Het hout van de bomen moet nog
 Kan ik in Minecraft van een omgezet worden in houten planken.
boomstam direct stokken maken? Van deze houten planken kan je dan
Wat moet ik nog met de stokken maken.
boomstammen doen? Door het ijzer en de stokken op de juiste
 Wat moet ik dan doen met het ijzer plaats te zetten op de werktafel, kan je
en de stokken om een ijzeren zwaard een ijzeren zwaard maken.
te maken?
Lk zegt dat we op dit voorbeeld nu de drie
fasen van het productieproces toepassen. Ontginning van grondstoffen: ijzererts
 Welke acties voer ik uit tijdens het zoeken en bomen hakken.
ontginnen van grondstoffen? Basisindustrie: ijzererts smelten tot ijzer
 Welke acties vormen de fase van de en hout omzetten in houten planken en
basisindustrie? daarna in stokken.
 Welke half-afgewerkte producten heb De half-afgewerkte producten zijn het
ik gemaakt? ijzer en de stokken
Verwerkingsindustrie: ijzer en stokken

 Welke acties vormen de fase van de assembleren tot ijzeren zwaard.
verwerkingsindustrie? Het afgewerkt product is het ijzeren
 Wat is het afgewerkt product? zwaard.
Lk zegt dat we nog een tweede voorbeeld

gaan zien uit de echte wereld: een wollen
trui. Schapen scheren om wol te krijgen
 Als ik een wollen trui wil maken, wat (ontginning van grondstoffen)
moet ik dan als eerste doen?
 In welke fase van het
productieproces zit ik dan? De wol moet tot draad gesponnen
 Wat moet ik dan doen met die wol? worden (basisindustrie). Het half-
 Welke industrie doet dit? afgewerkt product is de wollen draad.
 Wat voor product levert de
basisindustrie? In de verwerkende industrie wordt de
 In welke industrie wordt de wollen wollen draad gebreid tot een trui.
draad gebreid tot een trui?
Oefening p. 4
Oefening
Lk kondigt aan dat we hier nu een oefening
op gaan maken en legt uit wat de lln moeten
doen.
Leerlingen kunnen Lk zegt dat lln alleen of per twee mogen
economische activiteiten werken.
bij de juiste fase van het Lk geeft de lln 10 minuten om de oefening
productieproces te maken.
plaatsen. (toepassen) Lk kondigt aan dat we gaan verbeteren: we
(b). gaan dit rij per rij doen (dus beginnen bij de
ijzeren staalindustrie).
Leerlingen kunnen  Welke foto hoort bij ontginning
economische activiteiten grondstof/basisindustrie/verwerkend
bij de juiste industrietak e industrie/eindproduct van de ijzer- Van steenkool worden cokes gemaakt,
plaatsen. (toepassen) en staalindustrie? die nodig zijn in de hoogoven.
(b). Lk legt uit waarom de steenkoolmijn bij de
ijzeren staalindustrie hoort. In de hoogoven worden de cokes
gebruikt om het ijzererts (ijzeroxide) te
Lk legt uit wat er in de hoogoven gebeurt. smelten en er ijzer van te maken.
 Welke foto hoort bij ontginning

grondstof/basisindustrie/verwerkend
e industrie/eindproduct van de Umicore is een bedrijf dat oude metalen
metaalindustrie? recyclet tot opnieuw bruikbaar materiaal.
Lk legt uit wat Umicore en Samsung doen. Ze horen bij de basisindustrie omdat ze
een half-afgewerkt product leveren (nl.
gerecycled metaal).
Samsung gaat met de onderdelen
verkregen uit de basisindustrie de
smartphones in elkaar zetten.

e industrie/eindproduct van de Een olieraffinaderij gaat ruwe aardolie
chemische industrie? omzetten naar andere soorten olie bv.
Lk legt uit wat de raffinaderij en Dupont benzine, kerosine, diesel, stookolie…
doen. Dupont is een chemisch bedrijf dat
bekend staat om het ontwikkelen en
produceren van chemische stoffen zoals
nylon, neopreen, teflon, lycra…
Legoblokjes worden gemaakt door

korrels plastic te smelten. Deze plastic-
Lk legt uit hoe legoblokjes gemaakt worden korrels worden gemaakt uit aardolie,
en waarom dit bij de chemische industrie daarom hoort het bij de chemische
hoort. industrie.

e industrie/eindproduct van de
textielindustrie?

e industrie/eindproduct van de
voedingsindustrie?
Lk zegt dat we hiermee de verschillende
fasen van het productieproces ingeoefend
hebben, en daardoor een beter beeld
hebben op wat industrie is.
Lesfase 3: Lk zegt we bij hoofdstuk 1.3 (“wereldwijde Cursus industrie 1.3: wereldwijde industrie (p. 7).
wereldwijde industrie”) voor een aantal voorbeelden
industrie gaan kijken waar het product of zijn PowerPoint- Voorbeeld 1: Apple IPhone
onderdelen vandaan komen. Het eerste presentatie
(17 min) voorbeeld is de IPhone.
Lk duidt een leerling aan om de tekst voor (tekst: zie bijlage)
te lezen.
Leerlingen kunnen Lk legt uit wat een pda is. Pda = personal digital assistent
correct gegevens uit een Lk legt uit wat de leerlingen moeten doen bij
tabel aflezen. de volgend opdracht en wat je in de tabel (tabel: zie bijlage)
(begrijpen) (b). kan zien.
 Hoeveel kost het om een IPhone te 178,96 dollar.
Leerlingen kunnen maken?
gegeven landen Lk geeft de leerlingen 2 minuten om de
lokaliseren op kaart landen in te kleuren.
(toepassen) (b). Lk toont een ingekleurde kaart en zegt dat
de lln moeten nakijken of zij juist gekleurd
hebben.
Voorbeeld 2: Sony Playstation 4

Lk zegt dat we nu een tweede voorbeeld
gaan bekijken: de Sony Playstation 4.
(tekst: zie bijlage)
Lk laat een leerling de tekst voorlezen.
Bij deze oefening moeten de leerlingen
Lk legt uit wat de lln bij deze oefening
de tekst lezen, en hieruit proberen
moeten doen.
ontdekken welke landen een bijdrage
Leerlingen kunnen
leveren bij het productieproces van de
gegeven landen
Playstation. Met pijlen moeten ze het
lokaliseren op kaart
productieproces zichtbaar maken. Bij de
(toepassen) (b).
landen moeten ze ook de economische
bedrijvigheid benoemen.
Leerlingen kunnen de Lk geeft de lln ongeveer 10 minuten om de
route van het oefening te maken.
productieproces
zichtbaar maken via
pijlen op een kaart
(toepassen) (b).
Leerlingen kunnen de
correcte economische
bedrijvigheid benoemen
(toepassen) (b).
 In welk(e) land(en) begint het

productieproces van de Playstation?
 Wat gebeurt er in Congo? In de landen rond de Perzische golf en in

 Wat gebeurt er in de landen rond de D.R. Congo.
Perzische golf?
 Wat gebeurt er met de coltan uit In Congo wordt coltan verzameld.
Congo? Waar gaat die naartoe? In de landen rond de Perzische golf
 Wat doet China met de coltan uit wordt petroleum verzameld.
Congo? De coltan wordt naar China geëxporteerd
 Waar gaat de petroleum van de om er coltanpoeder van te maken.
landen aan de Perzische golf
naartoe?
 Wat gaan ze in Taiwan maken van De petroleum wordt naar Taiwan
het petroleum? geëxporteerd om er kunststofkorrels van
 Waar gaan het coltanpoeder en de te maken.
kunststofkorrels naartoe?
 Welke economische bedrijvigheid
vindt er in Japan plaats? De kunststofkorrels en het coltanpoeder
 Wat gebeurt er dan met de worden naar Japan geëxporteerd om de
onderdelen? Waar worden deze onderdelen van de Playstation te kunnen
geassembleerd? fabriceren.
 Wat gebeurt er met de Playstation Deze onderdelen worden naar China
wanneer deze in China in elkaar gebracht om ze te assembleren.
gezet is?
 Hoe komt de Playstation bij ons De Playstation wordt terug naar Japan
terecht? geëxporteerd om ze daar goedkoop te
Lk duidt op het feit dat dit een hele omweg gaan verkopen. Vanuit Japan wordt deze
Leerlingen verklaren lijkt voor het maken van één product. ook naar de rest van de wereld
waarom het  Waarom zou men het geëxporteerd.
productieproces over productieproces verdelen over zoveel
meerdere landen verschillende landen?
verdeeld wordt Lk zegt dat de lln dit nog moeten noteren in Omdat het goedkoper is om de
(analyseren) (b). de cursus. verwerking en assemblage in een ander
land (bv. China) te doen en het nadien te
importeren voor verkoop en export.
Extra lesfase Oefening (alleen of in duo’s) Cursus industrie Voorbeeld 3: auto-industrie (p. 9)
(indien er nog tijd Lk zegt dat we verdergaan naar een derde
over is): voorbeeld van wereldwijde industrie: de
voorbeeld 3: auto-industrie.
auto-industrie Lk leest de opgave voor. Laptop
Lk zegt dat de lln voor deze oefening hun
(15 min) laptop nodig hebben en zegt dat ze alleen of
per twee mogen werken.
Lk geeft de lln een tiental minuten om de
oefening te maken.
Lk benadrukt dat ze ook de oefening onder
de kaart moeten maken (tankstations).
Lk overloopt na 10 min de oplossing.
 In welk land vinden we de hoofdzetel
Leerlingen kunnen van Ford: USA
doelgericht informatie Ford/Geely/Toyota/Hyundai/Volkswa Geely: China
opzoeken via online gen/Tata/Lada/jaguar/Peugeot? Toyota: Japan
bronnen (toepassen) Hyundai: Zuid-Korea
(b). Volkswagen: Duitsland
Tata: India
Lada: Rusland
Leerlingen kunnen Jaguar: Verenigd Koninkrijk
plaatsen lokaliseren op Peugeot: Frankrijk
kaart (toepassen) (b).
 Uit welk land komt de aardolie van Lukoil: Rusland
Lukoil/Q8/Texaco? Q8: Koeweit
Texaco: USA
Lk zegt dat we nu kunnen gaan nadenken 1.3.4: Besluit

over een besluit.
Lk projecteert de drie wereldkaarten.
 Welke landen zijn hoog/matig/laag
ontwikkeld?
Lk legt uit dat er bepaalde factoren zijn die
industrie aantrekken die sommige regio’s
wel hebben en andere niet, waardoor
bepaalde regio’s sneller ontwikkelen dan
anderen. Lk zegt dat dit in een volgende les
verder besproken zal worden.
Slotfase Lk zegt dat we op een makkelijke manier Wereldkaart

(3 min) nog kunnen aanduiden dat industrie een (Google Jamboard
globaal fenomeen is, nl. via onze kleren en of op PPT)
waar deze gemaakt zijn.
Lk vraagt aan de lln om te kijken waar een
van hun kledingstukken gemaakt zijn
(kijken op het label “made in …”).
Lk zet een markering op de wereldkaart bij
de landen die de leerlingen noemen.
 Waarom worden kleren vooral in Omdat het goedkoper is om kleren in
deze landen gemaakt? deze landen te produceren door de
lagere lonen.
Opmerkingen i.v.m. bijlagen:

 Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.
 Indien gebruik gemaakt wordt van een digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).
 Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.
BORDSCHEMA
70s 80s 90s PowerPoint-presentatie

Gezin 1978 Gezin 2016
€81 van €1000 €86 van €2000
aan kleding aan kleding
€81/€1000 €43/€1000
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2
16
17
18
19
20
21
22
23
24

Lesontwerp Industrie 4lagl en 4humwet

Uploaded by

Document Information

Original Title

Copyright

Available Formats

Share this document

Share or Embed Document

Sharing Options

Did you find this document useful?

Is this content inappropriate?

Copyright:

Available Formats

Lesontwerp Industrie 4lagl en 4humwet

Uploaded by

Copyright:

Available Formats

LESONTWERP

Educatieve bachelor Secundair Onderwijs

School: SJCA Schaluin Onderwijsvorm / Finaliteit: A-stroom Lokaal:

Richting: Latijn/Grieks-Latijn (20/4) Klas: 4 LatijnC/Grieks-Latijn (20/4)

Onderwerp: Industrie Vak: aardrijkskunde Aantal leerlingen:

Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)

Belevings- en ervaringswereld & actualiteit

Leerniveaus binnen de klasgroep, klassfeer, …

Het motivatieprincipe (of belangstellingsprincipe)

Situering in het leerplan + situering binnen de taxonomie van Bloom:

LEERMIDDELEN & MEDIA

Producten uit de 90s:

Lesfase 1: OLG Cursus industrie 1.1: industrie in een veranderende

 Naast kleding, aan welke goederen

Lk formuleert het besluit. Besluit:

Verwerkingsindustrie: ijzer en stokken

Lk zegt dat we nog een tweede voorbeeld

 Welke foto hoort bij ontginning

 Welke foto hoort bij ontginning

Legoblokjes worden gemaakt door

 Welke foto hoort bij ontginning

 Welke foto hoort bij ontginning

Voorbeeld 2: Sony Playstation 4

 In welk(e) land(en) begint het

 Wat gebeurt er in Congo? In de landen rond de Perzische golf en in

Lk zegt dat we nu kunnen gaan nadenken 1.3.4: Besluit

Slotfase Lk zegt dat we op een makkelijke manier Wereldkaart

Opmerkingen i.v.m. bijlagen:

70s 80s 90s PowerPoint-presentatie

You might also like