You are on page 1of 18

LESONTWERP

Educatieve bachelor Secundair Onderwijs


Naam: Sofie Druyts Vakkencombinatie: AA-WISK
UC Leuven-Limburg
Lerarenopleiding Les(senreeks) te geven op: 12/11/2020 Stagebegeleider LER: Ann Schellemans
Vestiging Heverlee
Hertogstraat 178, 3001 Heverlee
Lesuur/-uren: 8:25-9:15 (1e lesuur) Les ingediend bij mentor op: 3/11/2020
Tel. +32 16 37 56 00

School: Heilig Hartinstituut Kessel-Lo Onderwijsvorm / Finaliteit: A-stroom Lokaal:

Vakmentor: Sofie Desseyn Richting: FLEX+ Klas: K202

Onderwerp: Hoe verandert het ruimtegebruik door


Vak: Aardrijkskunde Aantal leerlingen:
ontbossing? (wb. P55-61)

BEGINSITUATIE
Situering in de lessenreeks
Deze les situeert zich in het tweede hoofdstuk van het werkboek Aardrijkskunde 2 deel 2: menselijke activiteit en klimaatverandering.
Het hoofdstuk dat hiervoor behandelt is, ging over het ecosysteem aarde.
Dit is de tweede les in het hoofdstuk over ontbossing. In de vorige les hebben leerlingen gewerkt rond de onderzoeksvraag “hoe evolueerde de
oppervlakte van het bosgebied in de wereld?”.
In deze les zullen we werken rond de onderzoeksvraag “hoe verandert het ruimtegebruik door ontbossing?”.
Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)
 Globale evolutie bosgebied
 Leerlingen kunnen kaarten interpreteren
 Biodiversiteit
Belevings- en ervaringswereld & actualiteit
Gebruik van sojabonen in het dagelijks leven.
Leefomstandigheden van personen/groepen in gebieden met ontbossing.

Leerniveaus binnen de klasgroep, klassfeer, …

Infrastructuur
Er is een smartboard aanwezig met twee zijborden (whiteborden).

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 1
DIDACTISCHE VERANTWOORDING
In deze les gaan leerlingen leren welke vormen van ruimtegebruik de oorzaak zijn van ontbossing en hoe ze deze kunnen herkennen in het landschap.
Leerlingen gaan hierbij vooral te werk met de teksten, kaarten, diagrammen, grafieken en foto’s in hun werkboek.

De les begint met een rollenspel: hierbij gaan de leerlingen zich moeten verplaatsen in de leefwereld van iemand die het Amazonewoud wil kappen of
dat juist niet wil. De leerlingen gaan in groep voor- en nadelen bedenken die ze nadien ook zullen uitleggen aan de klas. De leerlingen worden hierbij
aangespoord om hun eigen fantasie en creativiteit te gebruiken (activiteitsprincipe + motivatieprincipe + integratieprincipe)

Dan beginnen we met de oefeningen in het werkboek. Opdracht 4 maken we klassikaal en is leerkrachtgestuurd, maar gebeurt wel via een OLG
(activiteitsprincipe). Op deze manier vermijden we problemen met digitale middelen en verliezen we minder tijd, omdat er in deze opdracht gebruik
wordt gemaakt van een interactieve kaart. Bij de aanvang van de oefening wordt er gepolst naar wat de leerlingen onthouden hebben in de vorige les
(herhalingsprincipe). Om de invloed en snelle evolutie van ontbossing duidelijk te maken, toont de leerkracht op het einde van deze oefening een
timelapse over ontbossing in Brazilië via google earth engine (aanschouwelijksheidsprincipe).

Opdracht 5 wordt ook grotendeels klassikaal gemaakt. Hierbij gaan de leerlingen landschapselementen evalueren om de nieuwe vormen van
ruimtegebruik na ontbossing te benoemen. Dit doen ze a.d.h.v. de foto’s in het werkboek. De eerste twee foto’s doen we klassikaal, daarna mogen de
leerlingen in duo’s de rest van de oefening afmaken (activiteitsprincipe). De vier mogelijke ruimtegebruiken worden op voorhand gegeven, zo is er
geen verwarring later bij de verbetering, die klassikaal gebeurt. De foto’s plaatsen bij het juiste deel van het cirkeldiagram wordt ook klassikaal
gedaan, net als het formuleren van een antwoord op de vraag bij 1c. Leerlingenduo’s die sneller klaar waren met de foto’s, mochten ook al nadenken
over deze oefeningen (differentiatieprincipe). Het duowerk werd hier in de les geïmplementeerd om meer variatie in werkvormen te krijgen in de les,
aangezien de rest van de oefeningen (2ab, 3abc) ook klassikaal gemaakt worden. Bij deze oefeningen worden altijd veel vragen gesteld aan de
leerlingen, zodat ze betrokken zijn bij de les en aandachtig blijven (activiteitsprincipe).

Om de les mee af te sluiten is er nog een kort spel voorzien. Hierbij wordt er aan de leerlingen gevraagd om zoveel mogelijk landschapselementen op
te noemen die kunnen voorkomen bij één van de vier nieuwe vormen van ruimtegebruik na ontbossing die ze deze les gezien hebben (infrastructuur,
industrie, bebouwing of landbouw). Zo kan de leerkracht controleren of de leerlingen de verschillende ruimtegebruiken kunnen herkennen
(herhalingsprincipe + activiteitsprincipe). De leerling die het laatste landschapselement gezegd heeft, wint het spel. Door dit element van competitie
hoop ik de leerlingen aan te sporen om hun best te doen en hun fantasie de vrije loop te laten.
DOELSTELLINGEN
EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN ALGEMEEN LESDOEL
(VVKSO: Leerplan secundair onderwijs aardrijkskunde 1 e graad A-stroom, Brussel D/2019/13.758/010)
Situering in de eindtermen: De leerlingen kunnen aantonen voor welke soorten
6.45 De leerlingen trekken conclusies op basis van grafieken, tabellen, determineertabellen en ruimtegebruik ontbossing plaatsvind en kunnen
diagrammen. deze herkennen in het landschap.

9.5 De leerlingen illustreren dat landschappen evolueren onder invloed van fysisch- en sociaal-
geografische veranderingen

9.6 De leerlingen onderzoeken ruimtelijke effecten van veranderingen in landschappen op de


mens en zijn leefomgeving

Situering in het leerplan + situering binnen de taxonomie van Bloom:

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 2
LPD 9 De leerlingen trekken conclusies door gebruik te maken van kaarten, GIS-viewers, atlas,
satellietbeelden, luchtfoto’s, schema’s, grafieken, tabellen, determineertabellen en diagrammen.
Beheersingsniveau: Analyseren

LPD 17 De leerlingen onderzoeken positieve en negatieve gevolgen van veranderend


ruimtegebruik.
Beheersingsniveau: Analyseren

LPD 22 De leerlingen tonen menselijke ingrepen in het landschap aan a.d.h.v. het landgebruik
Beheersingsniveau: Begrijpen

LPD 33 Leerlingen illustreren dat een landschap evolueert op korte en/of lange termijn door
menselijke ingrepen, maatschappelijke evoluties en veranderingen in ruimtegebruik
Beheersingsniveau: Begrijpen

(DIGITALE) SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)
Hoe verandert het ruimtegebruik door ontbossing? (wb. P55-61)

ANDERE
BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens APA.)
Samengewerkt met:
Sofie Desseyn

Gebruikte bronnen:
Leysen, R., Nauwelaerts, K., van Boven, M., & Wauters, J. (2019). Werkmap Aardrijkskunde 2. Diligentia.

LEERMIDDELEN & MEDIA


Voor leerkracht:
- Werkmap Aardrijkskunde 2 (p. 55-61)
- PowerPointpresentatie
- Kaartjes met personages voor instapfase-spel
- Reserve papier
Voor leerlingen:
- Werkmap Aardrijkskunde 2 (p. 55-61)
- Apart papier
- (kleurtjes)

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 3
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 4
Didactisch lesontwerp
KRACHTIGE LEEROMGEVING
Leerdoelen
Basis + Uitbreiding/Verdieping Lesfasen
Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud
& timing
Instapfase Rollenspel Verschillende groepen hebben hun
De leerlingen kunnen 20 min Lk zegt dat we de les gaan beginnen met Kaartjes met redenen voor het kappen van het
zich verplaatsen in de een rollenspel over ontbossing. personages, extra Amazonewoud. In dit spel halen we de
leefwereld van een ander Lk legt uit: leerlingen krijgen in groepjes papier, (kleurtjes) volgende redenen/veranderingen van
en zelf voor- en nadelen van 2/3 personen een kaartje waarop staat ruimtegebruik aan:
bedenken (creëren) (b). wie ze zijn, welk beroep ze uitoefenen… zij  Boeren die meer landbouwgrond
moeten dan in hun groepje nadenken over willen
De leerlingen kunnen de voor- en nadelen van het kappen van het  Industriebazen die hun industrie
conclusies in een regenwoud voor hun personage. Hun willen uitbreiden
overzichtelijk schema bevindingen verwerken ze op een apart  Hotelbazen die hun hotels willen
samenvatten (creëren) papier tot een poster/schema die ze nadien bouwen
(b). aan de klas gaan voorstellen.  Werkmannen die betere
Na 5-10 minuten komt elk groepje vooraan infrastructuur willen
De leerlingen kunnen de klas staan en vertellen zij kort wat ze op  De biodiversiteit, flora en fauna
hun bevindingen hun papier hebben geschreven. die zouden lijden onder het
uitleggen aan de klas kappen van het bos
(creëren) (b). Nadat elk groepje geweest zegt lk dat er Leerlingen bedenken zelf de voor- en
veel redenen zijn waarom mensen bomen nadelen die de ontbossing zou hebben
kappen, en dat we die tijdens deze les gaan voor hun toegewezen groep.
uitdiepen.
Mogelijke antwoorden:
Voor de boeren:
+ meer landbouwgrond
+ meer productie, meer winst
- meer werk; meer arbeiders aannemen
of harder werken

Voor de industriebazen:
+ meer fabrieken
+ dichter op locatie, minder
transportkosten
+ meer productie, meer winst
- goed opgeleide arbeiders vinden
- meer vervuiling

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 5
Voor de hotelbazen:
+ kunnen hotels bouwen
+ meer toeristen aantrekken (goed voor
economie)
- moeilijk om infrastructuur (elektriciteit,
lopend water) aan te leggen midden in
een bos

Voor de werkmannen:
+ betere wegen, vergemakkelijkt het
werk
+ kunnen machines gebruiken: werk
wordt minder belastend
- werkmannen worden misschien
vervangen door machines (minder
werkmannen nodig)
- (opgeleide) werkmannen nodig die
kunnen werken met machines
- dure zaak als het misgaat met
auto’s/machines

Voor de flora en fauna:


- leefgebied verkleint
- biodiversiteit vermindert
- soorten sterven uit
- minder omzetting van CO2, verhoogd
broeikaseffect

Lesfase 1: Oefening (klassikaal) Opdracht 4: onderzoek de evolutie


opdracht 4 Lk zegt dat de leerlingen hun werkboek Werkmap van het bosgebied van verschillende
(7 min) mogen nemen op p. 55 (we beginnen bij Aardrijkskunde 2 landen. (p. 55)
vraag 2: hoe verandert het ruimtegebruik (p. 55: opdracht
door ontbossing?”) 4)
Lk vraagt aan leerling om opdracht 4 voor te
lezen.
 K201: Wat hebben jullie de vorige PowerPoint- In de vorige les hebben de leerlingen al
les bij mevrouw Desseyn al gezien presentatie geleerd dat wereldwijd de oppervlakte
over de evolutie van bosgebied bosgebied afneemt.
wereldwijd? Kijk desnoods terug naar
de kaart op p. 53 bovenaan.
 K202: Wat weten jullie al over
bosgebieden wereldwijd? Komt er

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 6
bosgebied bij of verdwijnt het?
Lk leest oefening 1 voor en projecteert de
interactieve kaart op bord.
Lk zegt dat we op deze kaart de
ontbossingspercentages gaan opzoeken voor
drie landen in 1990, 2000 en 2016.
Lk maakt een schema en schrijft mee aan
bord.
Leerlingen kunnen de Lk zegt dat we gaan beginnen met België.
globale evolutie van Lk toont dat we voor het jaar 1990 geen
bosgebied bespreken gegevens hebben van België en dat de
(begrijpen) (b). leerlingen in hun werkboek daar een
streepje mogen zetten.
 In 2000, hoeveel percentage
bosgebied was er toen in België?
 Hoeveel percentage bosgebied was er In 2000 was er 22,03% van de totale
bij ons in 2016? oppervlakte van België bosgebied.
Lk zegt dat we dit nu gaan onderzoeken In 2016 groeide dat naar 22,58%.
voor Brazilië.
 Hoeveel percentage bosgebied was er
in Brazilië in 1990/2000/2016? In Brazilië was in 1990 het percentage
bosgebied 65,41%.
Lk zegt dat we als laatste gaan kijken naar In 2000 was er 62,36% bosgebied.
Indonesië. In 2016 was er 58,93% bosgebied.
 Hoeveel percentage bosgebied was er
in Indonesië in 1990/2000/2016?
In Indonesië was in 1990 het percentage
bosgebied 65,43%.
Lk zegt dat we nu voor elk land het verschil In 2000 was er 54,87% bosgebied.
in bospercentage gaan berekenen. In 2016 was er 49,86% bosgebied.
 Hoeveel procent is er in
België/Brazilië/Indonesië bijgekomen
of afgegaan? In België is er dus sinds 2000 0,55%
bosgebied bijgekomen.
In Brazilië is er sinds 1990 6,48%
bosgebied verdwenen.
 In welk land komt er bosgebied bij? In Indonesië is er sinds 1990 15,57%
 In welke landen is er bosgebied bosgebied verdwenen.
verdwenen? Van deze drie landen is er enkel in België
 Zijn er nog veel bossen in Brazilië en bosgebied bijgekomen. In Brazilië en
Indonesië? Indonesië is er bosgebied verdwenen.
Lk projecteert de oplossing. Toch is nog een groot deel van het land

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 7
Lk toont een timelapse van ontbossing in bedekt door bossen, meer dan in België.
Brazilië via Google timelapse.
Lesfase 2: Oefening (klassikaal + duowerk) Werkmap Opdracht 5: onderzoek hoe
opdracht 5 Lk vraagt aan leerling om opdracht 5 voor te Aardrijkskunde 2 ontbossing leidt tot een ander
(18 min) lezen. (p. 56-59: ruimtegebruik. (p. 56)
Lk lees oef 1 a en b voor. opdracht 5)
Lk projecteert foto 2.10 uit het werkboek.
 Wat zie je op deze foto? PowerPoint- Op de eerste foto (2.10) zien we een
Leerlingen kunnen Lk zegt dat het ruimtegebruik waarvoor hier presentatie straat: het ruimtegebruik waarvoor hier
a.d.h.v. ontbost is infrastructuur is. ontbost is, is infrastructuur.
landschapselementen op Lk legt uit wat infrastructuur betekent. Met infrastructuur bedoelen we
een foto afleiden wat het voorzieningen die ervoor zorgen dat een
ruimtegebruik in dat land of bedrijf goed kan functioneren.
gebied is (analyseren) Vaak gaat dit over wegen, straten,
(b). spoorlijnen, bekabeling, waterbeheer…

Lk projecteert foto 2.11 uit het werkboek. Op de tweede foto (2.11) zien we een
 Wat zie je op deze foto? veld met koeien.
 Voor welk ruimtegebruik werd hier Het ruimtegebruik waarvoor hier ontbost
ontbost? is, is landbouw (specifiek veeteelt).
 Welke vorm van landbouw zien we
specifiek op deze foto? Oplossingen voor foto’s 3 t.e.m. 7:
Lk zegt dat de leerlingen hetzelfde mogen Foto 3: landbouw
doen voor de rest van de foto’s (3 t.e.m. 7). Foto 4: industrie
Lk zegt dat de mogelijke redenen voor Foto 5: bebouwing
ontbossing infrastructuur, landbouw, Foto 6: landbouw
industrie en bebouwing zijn. Foto 7: infrastructuur
De leerlingen mogen per twee overleggen.
Lk geeft 5 minuten denktijd.
Lk duidt telkens een leerling aan om
zijn/haar antwoord luidop te zeggen en
projecteert de oplossing.

Lk zegt dat we nu oef 1 b gaan oplossen.


Lk zegt dat we van het grootste naar het
kleinste stuk gaan werken. Oplossingen oef 1b:
 Welke foto’s van die we net gezien Foto 2 hoort bij veeteelt (60%)
hebben, tonen veeteelt? Foto 3 hoort bij akkers (34%)
 Welke foto’s tonen akkerbouw? Foto 6 hoort bij houtkap (3%)
 Op welke foto’s zie je houtkap? Foto’s 1,4,5,7 horen bij mijnbouw-
 Op welke foto’s zie je iets dat te infrastructuur-bebouwing (3%).
maken heeft met mijnbouw,
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 8
infrastructuur of bebouwing?
Lk projecteert de oplossing.
Leerlingen kunnen Lk leest oefening 1 c voor.
diagrammen correct  Als je kijkt naar bovenstaand De landbouwsector is dus
lezen en interpreteren cirkeldiagram, welke sector is dan verantwoordelijk voor 97% voor de
(begrijpen) (b). voor meer dan 90% verantwoordelijk ontbossing van het regenwoud, waarvan
voor ontbossing? 60% voor veeteelt, 34% voor akkers en
3% voor houtkap.
Oefening (klassikaal)
Lk leest oef 2 voor.
 Sojabonen zijn een belangrijk Sojabonen worden gebruikt voor veevoer
landbouwproduct voor Brazilië: wat (sojameel), sojasaus, sojamelk, biodiesel
maken we allemaal van sojabonen? (sojaolie)…
Waar worden ze voor gebruikt?
Lk toont twee kaarten over de export en Op de eerste kaart in de PowerPoint-
productie van sojabonen in Brazilië en legt presentatie zien we de globale export
uit. van sojabonen. Hier kunnen we zien dat
vooral Brazilië en de Verenigde Staten
deze export voorzien. Vooral China
importeert sojabonen.
De tweede kaart vervormt de landen
naargelang ze veel of weinig sojabonen
produceren/exporteren (groot betekent
veel, klein betekent weinig). Hier valt op
dat het weer vooral Brazilië en de
Verenigde Staten zijn die sojabonen
exporteren.

 Bekijk de grafiek: hoe evolueerde de Van 1980 tot 1990 is er sprake van een
Leerlingen kunnen sojaproductie van 1980 tot 1990? lichte stijging van 15 miljoen ton naar
grafieken correct lezen 20 miljoen ton sojaproductie.
en interpreteren  Hoe evolueerde de sojaproductie van Tussen 1990 en 2010 is er sprake van
(begrijpen) (b). 1990 tot 2010? een sterke stijging van 20 miljoen ton
naar 70 miljoen ton sojaproductie.
 Hoe evolueerde de sojaproductie van Tussen 2010 en nu is er sprake van een
2010 tot nu? zeer sterke stijging van 70 miljoen
naar 123 miljoen ton sojaproductie.
 In het kadertje bij de grafiek staat In de plaats van bomen heeft men
dat er sinds 1970 792051 km 2 akkers voor sojateelt aangelegd om de
Braziliaans regenwoud verloren is sterke productiestijging te bekomen.
gegaan: wat zou men in de plaats
van bomen hebben aangelegd in het
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 9
regenwoud?
 Welk verband heeft dit met de
grafiek over sojaproductie?
Lk zegt dat er op de volgende pagina nog
twee foto’s staan met uitleg over het 75% van de productie wordt omgezet tot
gebruik van sojabonen. Lk vraagt telkens sojameel dat gebruikt wordt in veevoer
aan een leerling om het tekstje luidop voor omdat het een hoge voedingswaarde
te lezen. heeft.
25% van de productie wordt omgezet tot
sojaolie die verwerkt wordt in margarine,
slaolie, koekjes en zeep. Bovendien is
het een basisproduct voor de productie
Oefening (klassikaal) van biodiesel.
Lk zegt dat we als laatste oefening 3 nog
gaan maken.
Lk zegt dat we beginnen bij a en b en leest
de opgave voor.
 Wat zijn voorbeelden van
landschapselementen? Voorbeelden van landschapselementen
 Wat zijn mogelijke zijn huizen, straten, bomen, velden,
landschapsvormende lagen? straatverlichting, heuvels…
Mogelijke landschapsvormende lagen zijn
landbouw, bebouwing, infrastructuur,
Lk zegt dat de foto een oliepalmplantage in industrie, transport, reliëf, natuur…
Maleisië toont.
Leerlingen kunnen  Wat is een landschapselement dat je
landschapselementen in ziet op de foto?
de correcte  Bij welke landschapsvormende laag De palmoliefabriek behoort tot de
landschapsvormende hoort dat? landschapsvormende laag industrie.
laag classificeren  Wat zie je in de verte op de foto?
(begrijpen) (b).  Bij welke landschapsvormende laag De woningen horen bij de
hoort dat? landschapsvormende laag bebouwing.
 Zie je ergens auto’s op de foto? Wat
hebben die auto’s nodig om daar te De wegen horen bij de
kunnen rondrijden? landschapsvormende laag infrastructuur.
 Bij welke landschapsvormende laag
hoort dat?
 De oliepalmplantage zelf is ook een
landschapselement, bij welke De oliepalmplantage behoort tot de
landschapsvormende laag kunnen we landschapsvormende laag landbouw.
die plaatsen?
Lk projecteert de oplossing.
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 10
Lk zegt dat we als laatste nog gaan kijken
naar oefening c en leest de opgave voor.
Leerlingen kunnen Lk vraagt aan leerling om de tekst voor te
diagrammen correct lezen (wat niet ingevuld is mag hij/zij lezen
lezen en interpreteren als “puntje-puntje-puntje” of iets anders).
(begrijpen) (b).  Als je kijkt naar het staafdiagram,
hoeveel procent produceert
Indonesië (ongeveer)? Indonesië produceert ongeveer 57% van
 Hoeveel procent produceert Maleisië? de wereldwijde palmolieproductie.

 Hoeveel is dat samen? Maleisië produceert ongeveer 27% van


Lk zegt dat ze dit percentage mogen de wereldwijde palmolieproductie.
invullen op de puntjes. Maleisië en Indonesië staan samen in
voor 84 % van de wereldwijde
palmolieproductie.
Slotfase: 5 min Lk zegt dat we om de les mee af te sluiten PowerPoint-
een kort spel gaan spelen. presentatie
Leerlingen kunnen bij Lk herhaalt dat we deze les vier manieren
een gegeven van ruimtegebruik hebben gezien waarvoor
landschapsvormende men bos kapt: landbouw, industrie,
laag mogelijke infrastructuur en bebouwing.
landschapselementen Lk zegt dat een wiel één van deze vier
geven (begrijpen) (b). willekeurig kiest. Dan is het aan de
leerlingen om in die categorie zoveel
mogelijk landschapselementen op te
noemen waarvoor men het bos kapt. Elke
leerling noemt één element, tot niemand er
meer een kan bedenken. Diegene die het
laatste antwoord gegeven heeft, wint het
spel.
Lk laat leerlingen antwoorden volgens hun
plaats in de klas (slang-gewijs).

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 11
BORDSCHEMA

Oef 4 p. 55 PowerPoint-presentatie

1990 2000 2010


BE / 22,0 22,58 +0,55
3
BR 65,41 62,3 58,93 -6,48
6
IN 65,43 54,8 49,86 -15,57
7

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2 12
Personagekaartjes instapfase

Sojaboeren
Alberto (43) werkt samen met zijn broers en zonen op de boerderij van zijn ouders. Zij planten al
jaren sojabonen. Het verkopen van de sojabonen is hun enige bron van inkomsten. Alberto merkt de
laatste tijd dat de sojabonen van mindere kwaliteit zijn: waarschijnlijk is de bodem niet vruchtbaar
genoeg meer. Een paar kilometer verderop begint het Amazonewoud. Die grond is wel vruchtbaar.
Bovendien zou hij de oppervlakte van zijn veld ook kunnen vergroten, waardoor hij meer sojabonen
zou kunnen oogsten en verkopen.

Dieren van het Amazonewoud


Het Amazonewoud is de thuis van miljoenen insecten, vogels en zoogdieren. Veel soorten die hier
leven zijn nog niet eens ontdekt. Door al deze dieren heeft dit regenwoud een enorm grote
biodiversiteit. Dit is natuurlijk te danken aan de gigantische oppervlakte van het woud (5,5 miljoen km2
!!).

Bedrijfsbazen
James is CEO bij een groot meubelbedrijf dat bekend staat om de fantastische houtkwaliteit
waarmee ze hun meubels maken. Die kwaliteit krijgen ze door tropisch hardhout te gebruiken,
afkomstig uit Brazilië. James wil het bedrijf graag uitbreiden, liefst zo dicht mogelijk bij de plaats waar
ze het hout halen, dat bespaart hem transportkosten.

Houthakkers
Filippe werkt samen met tientallen anderen als houthakker voor een groot meubelbedrijf dat werkt
met tropisch hardhout. Hij moet elke dag hout kappen en dit daarna naar de fabriek brengen, waar ze
het hout bewerken. Dit laatste vindt Filipe altijd vervelend, want de weg naar de fabriek is een waar
hindernissenparcours. Gaten in de grond, takken en bomen die in de weg liggen en als het geregend
heeft is alles één grote modderplas. De werkers hebben wel een aantal wagens, maar deze zijn door
de laatstgenoemde omstandigheden totaal onbruikbaar.

Hotelmanagers
Het Amazonewoud staat de laatste jaren erg in de belangstelling, daar wil Rico zeker van profiteren!
Honderden, misschien zelfs duizenden toeristen zouden dolgraag de pracht en praal van het
Braziliaanse regenwoud met eigen ogen willen zien. Rico is natuurlijk niet de enige hotelmanager
met dit plan, maar hij heeft een idee om de competitie slimmer af te zijn: hoe dichter hij zijn hotel bij
het Amazonewoud plaatst, hoe beter!

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2
13
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2
14
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2
15
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2
16
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2
17
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 2
18

You might also like