Professional Documents
Culture Documents
1 IDENTIFICATIEGEGEVENS
Leervak: Natuur
Lesonderwerp:
Hoe zijn dieren aangepast aan hun omgeving + de zintuigen (oog en oor)
Groep Lerarenopleiding
Bachelor Secundair Onderwijs (BaSO)
Campus Diepenbeek, Agoralaan – gebouw B – bus 4
3590 Diepenbeek, tel. 011 18 04 00
2 DIDACTISCHE GEGEVENS
Handboek: Nerf 1
- auteur: Anita Bongaerts, Eliane Weltjens
- titel: Nerf 1
- deel: Thema 3: levenskringloop: aanpassingen van dieren aan hun omgeving, de zintuigen
- uitgever: Plantyn
- jaar: 2019
Geraadpleegde bronnen:
- Microscoop 1
- NW voor jou 1
- Hoezo 1 (2uur)
- Biogenie 1
Didactische beginsituatie:
Leerstofgebonden:
De leerlingen hebben tijdens de vorige lessen de aanpassingen van planten en dieren aan hun omgeving
besproken. De leerkracht start met een nieuw subonderdeel de zintuigen.
Materiële:
We bevinden ons in het natuurwetenschappen lokaal B012. In het lokaal is een whiteboard + beamer +
computer aanwezig.
Leerlinggebonden:
Leerlingen uit de b-stroom. Deze leerlingen hebben nog geen specifieke keuze gemaakt in hun traject.
Groep Lerarenopleiding
Bachelor Secundair Onderwijs (BaSO)
Campus Diepenbeek, Agoralaan – gebouw B – bus 4
3590 Diepenbeek, tel. 011 18 04 00
3 LEERDOELSTELLINGEN
Cognitieve lesdoelstellingen:
C1: De leerlingen kunnen uitleggen dat organismen met bepaalde kenmerken, in een welbepaalde
omgeving, meer waarschijnlijk dan andere organismen zullen overleven en zich voortplanten.
C2: De leerlingen kunnen uit de stand van de ogen afleiden of een gewerveld dier een groot of een klein
gezichtsveld heeft.
C3: De leerlingen kunnen uit de stand van de ogen afleiden of een gewerveld dier dieptezicht heeft.
C4: De leerlingen kunnen uit de stand van de ogen afleiden of een gewerveld dier een prooi- of roofdier is.
C5: De leerlingen kunnen de functie van de oren van een gewerveld dier groot en beweeglijk zijn
verklaren.
C6: De leerlingen kunnen uit de bouw van de ledematen afleiden of een gewerveld dier voortbeweegt in de
lucht, op de bodem of in het water.
Psychomotorische lesdoelstellingen:
P1: /
Dynamisch-affectieve lesdoelstellingen:
A1: De leerlingen kunnen aandachtig luisteren
1
Castelein, E. et al. (2016). Binnenklasdifferentiatie, een beroepshouding, geen recept. Praktijkgids voor leraren, student-leraren en lerarenopleiders.
Leuven: Uitgeverij Lannoo.
Groep Lerarenopleiding
Bachelor Secundair Onderwijs (BaSO)
Campus Diepenbeek, Agoralaan – gebouw B – bus 4
3590 Diepenbeek, tel. 011 18 04 00
4 INHOUDELIJKE STRUCTUUR
Levende natuur
Aanpassingen van
Biologisch planten en dieren aan
Levenskringloop
evenwicht hun omgeving
Dieren
- Waarom?
- Functie
- Zintuigen
o Oog
o Oor
- Ledematen
- Camouflage
- Andere
aanpassingen
Groep Lerarenopleiding
Bachelor Secundair Onderwijs (BaSO)
Campus Diepenbeek, Agoralaan – gebouw B – bus 4
3590 Diepenbeek, tel. 011 18 04 00
5 LESSCHEMA
D.
Duur Leerinhoud Methodische verwerking Media
nr.
Lesbegin INLEIDING
A1 2’ Vervolg les op de les van 21 oktober 2021.
Llk legt uit wat ze deze les gaan doen.
Midden
Probleemstelling 1 : Hoe zijn consumenten (dieren) aangepast
aan hun omgeving?
A1 5’ Oefening 42, pagina 86 Llk maakt klassikaal oefening 86.
C1 Oefening ter controle.
Deelprobleemstelling 1: Staan de ogen bij alle gewervelde dieren OLG + onderzoekend practicum
op dezelfde plaats?
C1 25’ Llk toont enkele afbeeldingen van dieren. PowerPoint
C2 Whiteboard stiften
C3 Bij prooidieren staan de ogen zijdelings: - Als we kijken naar de ogen van een konijn. Potlood of balpen
C4 Wat valt er jullie dan op?
A1 - Waar staan deze?
- Welke dieren die hier afgebeeld staan hebben
Bij prooidieren staan de ogen vooraan. hun ogen zijdelings staan?
- Kijk eens naar de ogen van een uil. Waar staan
deze?
Groep Lerarenopleiding
Bachelor Secundair Onderwijs (BaSO)
Campus Diepenbeek, Agoralaan – gebouw B – bus 4
3590 Diepenbeek, tel. 011 18 04 00
- Welke dieren die hier afgebeeld staan hebben
nog hun ogen vooraan?
Besluit:
Llk legt het begrip gezichtsveld uit aan de leerlingen.
Gezichtsveld
De stand van de ogen bepaalt hoeveel je van de omgeving kunt
zien.
Waarneming:
Besluit:
Llk komt samen met de leerlingen tot het begrip
dieptezicht.
Dieptezicht
Om de afstand van een voorwerp goed in te schatten heb je
beide ogen nodig. Dieren met de ogen vooraan geplaatst kunnen
goed afstanden inschatten.
Hamerhaai zicht van 360° elk oog 180° zien eigen neus
kan hij niet zien.
Oorschelpen:
Sommige dieren:
o grote oorschelpen beter horen.
o beweeglijke oorschelpen richting geluid
bepalen.
Groep Lerarenopleiding
Bachelor Secundair Onderwijs (BaSO)
Campus Diepenbeek, Agoralaan – gebouw B – bus 4
3590 Diepenbeek, tel. 011 18 04 00
6 BORDSCHEMA