You are on page 1of 5

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Naam student: Cloé Coessens Leergroep OLO


Naam mentor: Ellen De Naeyer Klas H3B Aantal lln.: 14
School: Sint-Barbara college

MAANDAG 26 /01/2023 Handtekening mentor + datum:

Van 8u30 tot 09u00


Leergebied(onderdeel): Taalbeschouwing
Lesonderwerp: Namen van dieren, personen, planten en voorwerpen
onderscheiden.

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


 TOtn2 Nadenken over de belangrijkste aspecten van het taalsysteem. Daarbij
taalbeschouwelijke termen gebruiken

Woorden en woordsoorten:
4-9j Woorden in een zin onderzoeken en daarbij de term ‘woord’ kennen en gebruiken
7-9j Zelfstandige naamwoorden waarnemen en er zich over verwonderen:
 woorden herkennen die een zelfstandigheid aanduiden zoals een persoon, een
ding, een dier op een plant
 woorden herkennen die een ‘unieke’ zelfstandigheid aanduiden zoals een
bepaalde persoon, een bepaald ding, een bepaald dier of een bepaalde plant

 MEva1: Technische en instrumentele computervaardigheden ontwikkelen


 Onder begeleiding experimenteren met de bediening van mediamiddelen uit de
eigen omgeving en leefwereld
 
 MEva3: Digitale informatievaardigheden ontwikkelen
 Navigeren en zoeken binnen een digitale toepassing waaronder voor leerlingen
bestemde webpagina’s, educatieve software …

Leerinhoud:
 Dier -> konijn, zeehond, spin, …
 Persoon -> agent, Nel (eigennaam), speurder, …
 Plant -> onkruid, roos, tulpen, …
 Voorwerp -> blikje, borstel, spiegel, …
 Een eigennaam is een zelfstandig naamwoord waarmee een unieke persoon, plaats of merk
benoemd wordt. Bijvoorbeeld : Ward, Mila, Brussel, Gent, Nutella,..
 Ik doorloop het leerpad door de verschillende digitale tools te gebruiken. Ik maak de oefeningen
aan de hand van ontworpen spelletjes door de leerkracht.
 Wanneer ik een woord niet goed begrijp, dan zoek ik het op via een online woordenboek.

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. De leerlingen kunnen personen, dieren, planten en voorwerpen aanduiden. (TOtn2)
2. De leerlingen kunnen verwijzen naar iets uniek in sommige zelfstandige naamwoorden
(eigennamen). (TOtn2)
3. De leerlingen kunnen verwoorden wat eigennamen zijn. (TOtn2)
4. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van eigennamen. (TOnt2)
5. De leerlingen kunnen mediamiddelen uit de eigen omgeving en leefwereld gebruiken. (MEva1)
6. De leerlingen kunnen een woord opzoeken die ze niet begrijpen via een online woordenboek.
(MEva3)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
 In het tweede leerjaar leerden de leerlingen reeds het onderscheid maken tussen personen,
dieren, planten en voorwerpen. Deze les herhaalt die leerstof over de zelfstandige
naamwoorden.
Leerling specifieke gegevens + acties:
 Lars M. en Emiel D.W. zijn heel snel in het maken van oefeningen in hun werkboek. Voor hen zal
er dan ook een extra oefening in het leerpad zitten. De andere leerlingen zullen ook de extra
oefening kunnen maken. Het maken van die oefening is vrijblijvend.

Bronnen: volgens de APA-normen


Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 Bijlage 1 : werkblad
 Bijlage 2 : ingevuld werkblad

Materiaal / locatiewijziging:
 Leerpad op de klaswebsite: https://klas-van-juf-cloe.jouwweb.be/

Lesopbouw

Dit is een les gemaakt voor afstandsonderwijs. De leerlingen werken via een leerpad op de
klaswebsite. De leerlingen zullen op voorhand een e-mail krijgen met de nodige instructies voor
deze afstandles. Ze surfen naar de klaswebsite, ze klikken vanboven op vakken, dan klikken ze op
taalbeschouwing en vervolgens op namen onderscheiden.

1. Individuele inleiding van het lesonderwerp aan de hand van een spelvorm
oriënteren verwerven verwerken afronden
 De leerlingen kunnen mediamiddelen uit de eigen omgeving en leefwereld
gebruiken. (MEva1)

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Verloop
We gaan de les van start met het spelen van een spel. De leerlingen gaan het spel galgje spelen om
zo het onderwerp van de les te raden.

2. Individuele herhaling van de begrippen aan de hand van een kennisclip.


oriënteren verwerven verwerken afronden
 De leerlingen kunnen personen, dieren, planten en voorwerpen aanduiden.
(TOtn2)
 De leerlingen kunnen verwijzen naar iets uniek in sommige zelfstandige
naamwoorden (eigennamen). (TOtn2)
 De leerlingen kunnen verwoorden wat eigennamen zijn. (TOtn2)
 De leerlingen kunnen voorbeelden geven van eigennamen. (TOnt2)
 De leerlingen kunnen mediamiddelen uit de eigen omgeving en leefwereld
gebruiken. (MEva1)

Verloop
Ik maakte vooraf een kennisclip om de leerlingen de leerinhouden te laten verwerven. In het tweede
leerjaar leerden de leerlingen al onderscheid maken tussen dieren, personen, planten en
voorwerpen. De leerlingen zullen dus zaken herkennen vanuit het tweede leerjaar.

De zelfstandige naamwoorden zoals leeuw, hond en kat plaatsen we onder het woord dier. De
zelfstandige naamwoorden zoals roos, tulp en paardenbloem plaatsen we onder de naam plant.

Verder plaatsen we de zelfstandige naamwoorden zoals kapper, agent en Lotte onder de naam
persoon. Lotte is eigennaam. Een eigennaam is een zelfstandig naamwoord waarmee een unieke
persoon, plaats of merk benoemd wordt. Voorbeelden hiervan is Leuven, Lotte, Oostende, Fanta,…

Als laatste plaatsen we de zelfstandige naamwoorden zoals stoel, pan en foto onder de naam
voorwerp.

3. Zelfstandig de oefeningen maken op het leerpad


oriënteren verwerven verwerken afronden
 De leerlingen kunnen personen, dieren, planten en voorwerpen aanduiden.
(TOtn2)
 De leerlingen kunnen verwijzen naar iets uniek in sommige zelfstandige
naamwoorden (eigennamen). (TOtn2)
 De leerlingen kunnen verwoorden wat eigennamen zijn. (TOtn2)
 De leerlingen kunnen voorbeelden geven van eigennamen. (TOnt2)
 De leerlingen kunnen mediamiddelen uit de eigen omgeving en leefwereld
gebruiken. (MEva1)
 De leerlingen kunnen een woord opzoeken die ze niet begrijpen via een online
woordenboek. (MEva3)

Verloop

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

De oefeningen vanuit het werkboek zijn geïntegreerd in de online oefeningen op het leerpad. De
leerlingen zullen dus hun werkboek niet nodig hebben. De leerlingen zullen de oefeningen verwerken
aan de hand van digitale tools op het leerpad die ik creëerde via LearningApps.
 N
 L
 M
 M

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs


Wanneer de leerlingen een woord niet begrijpen in de les. Krijgen ze de opdracht om de moeilijke
woorden te gaan opzoeken aan de hand van online woordenboeken die ik voor hen heb geselecteerd
en geïntegreerd in een Symbaloo.
Tempodifferentiatie
Wanneer de leerlingen klaar zijn met het maken van de oefeningen, zal er nog een extra vrijblijvende
oefening in het leerpad staan. Deze oefening maakte ik met LearingApps.

4. Individuele reflectie aan de hand van een Padlet


oriënteren verwerven verwerken afronden

De leerlingen zullen aan de hand van een Padlet de vraag krijgen wat ze zelf vonden van de
afstandles. Ze zullen kunnen noteren wat ze goed vonden en wat naar de toekomst beter kan of
anders moet.

You might also like