Professional Documents
Culture Documents
• TOtn4 Mondeling en schriftelijk willen en durven communiceren en het nut daarvan inzien.
• MEva1: Technische en instrumentele computervaardigheden ontwikkelen
(Navigeren in een applicatie)
Leerinhoud:
• Verschil tekstsoort/ teksttype/ tekstverband en signaalwoorden
Tekstsoort= teksten met dezelfde structuur que vorm bedoeling (en soms inhoud)
Bv: informatieve tekst, overtuigende tekst, activerende tekst, ontspannende tekst
Teksttype= voorbeelden van tekstsoorten, sommige teksttypes kunne hetzelfde doel hebben
maar hebben een andere opbouw.
bv: krantenartikel, recentie, reclame, verhaal
Tekstverband= toont de samenhang in de tekst aan, vormt logica in de volgorde van de zinnen.
Bv: oorzaak-gevolg, tegenstelling, vergelijking, opsomming
signaalwoorden= woorden die de zinnen in een tekst verbinden of samenhangen. De
signaalwoorden tonen het tekstverband aan.
Bv: doordat, dus, maar, echter, toch, zoals, ten eerste
• Oorzaak gevolg
= iets gebeurd omdat er voordien al iets anders gebeurde. De eerste gebeurtenis/ situatie/
moment is de oorzaak. De reactie op de oorzaak is het gevolg.
1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
• Natuurrampen
= gebeurtenissen veroorzaakt door krachten van de aarde die grote gevolgen en schade
toedienen aan mensen, dieren en de natuur.
Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. De leerlingen kunnen oorzaak- en gevolgrelaties afleiden uit informatieve teksten, grafieken,
schema’s en tabellen.
2. De leerlingen kunnen informatie uit teksten, tabellen, grafieken en schema’s interpreteren,
samenvatten en hieruit correcte conclusies trekken.
3. De leerlingen kunnen nadenken over het nut en het gebruik van verwijs- en signaalwoorden.
4. De leerlingen kunnen wat ze in een bepaalde situatie leerden aanwenden in een nieuwe
situatie.
5. De leerlingen kunnen vaststellen dat bepaalde factoren invloed hebben op het voortbestaan van
de mens en het milieu.
6. Een digitale opdracht vlot uitvoeren
Materiaal / locatiewijziging:
• Chromebooks (1/2 per groep)
Lesopbouw
2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
Inleiding:
Ik bevraag de leerlingen over hun voorkennis over aardbevingen en vulkaanuitbarstingen aangezien
zij hier al enkele zaken over geleerd hebben.
richtvragen:
- wat is een aardbeving, wat gebeurd er bij een aardbeving?
Kan je dat met je eigen woorden uitleggen? Wanneer de aarde/ de grond verschuift/ beweegt/ trilt.
-Wat is een vulkaanuitbarsting?
Wanneer het magma/ lava in een vulkaan uitbarst en vrijkomt.
(magma= inhoud IN de vulkaan. Lava= Magma als het buiten de vulkaan op het aardopp. Komt)
- hoe ontstaan aardbevingen?
(Aardbevingen ontstaan als de platen van elkaar wegschuiven of tegen elkaar aan botsen of schuren.)
-hoe ontstaan vulkaanuitbarstingen?
(wanneer de druk in de magmakamer in de vulkaan te hoog wordt, barst deze open en komt de
magma naar boven en ontsnapt uit de vulkaan.)
- ken je nog andere natuurrampen?
(bosbranden, tsunami’s, tyfoon, overstroming, enz.)
- op wat/ wie heeft een natuurramp effect? (mensen, dieren, natuur)
ik herhaal op het einde van dit gesprek wat een natuurramp is.
(gebeurtenissen veroorzaakt door krachten van de aarde die grote gevolgen en schade toedienen
aan mensen, dieren en de natuur.)
Ik vertel de leerlingen dat elke natuurramp een oorzaak en een gevolg heeft. En dat we hierover
vandaag gaan bijleren.
Ik vraag de leerlingen wat een oorzaak is en een gevolg is en vul waar nodig aan:
Oorzaak gevolg
• waardoor iets gebeurt; • wat daaruit volgt;
• wat eerst gebeurt. • wat daarna gebeurt.
Ik vertel de leerlingen ook dat we de oorzaak gevolg structuur kunnen ontdekken in een tekst aan de
hand van signaalwoorden.
3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
woorden die de zinnen in een tekst verbinden of samenhangen. De signaalwoorden tonen het
tekstverband aan.
BELANGRIJK Ik vertel dat dit de kern van de les is en dus ook in het onthoudkader van hun boek staat.
Begeleiding:
Ik loop rond en ga bij elke groep na of ze aan de hand van hun kaartje de juiste natuurramp hebben
ontdekt. Ik vraag of alles duidelijk is en geef mogelijk tips en beantwoord vragen. Wanneer ik merk
dat alle groepjes klaar zijn met het invullen van hun werkblad beginnen we met de nabespreking.
Instructie:
Ik vraag de leerlingen om via de wooclap code de woordenwolk in te vullen van de zaken die ze
hebben bijgeleerd deze les. Ze kunnen via een knop op de site naar wooclap gaan en dan invullen.
we overlopen kort de antwoorden.
Herhaling:
Ik vraag de leerlingen om de termen oorzaak-gevolg-signaalwoorden nog eens te herhalen. Ik geef ze
eerst enkele seconden om na te denken over een antwoord en duid dan een leerling aan. Ik laat
andere leerlingen aanvullen waar nodig.
4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
Bijlagen:
Kaartjes groepsverdeling:
Werkblad:
5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs