You are on page 1of 6

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor lager onderwijs

Naam student: Aster Van Alboom Leergroep OLO2


Naam mentor: Carlo Moens Klas 6a Aantal lln.: 21
School: Visitatieschool Baasrode

4 DAG 23/11/20 Handtekening mentor + datum:

Van (voormiddag) tot


Leergebied(onderdeel): Nederlands (taal)
Lesonderwerp: Oorzaak en gevolg

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


• IVzv3 Doelgericht en efficiënt handelen door taken te plannen, uit te voeren, erop te reflecteren
en waar nodig bij te sturen in functie van zelfredzaam en zelfstandig functioneren
-De juiste omstandigheden creëren om vooropgestelde doelen te bereiken
- Vanuit eigen criteria reflecteren over eigen aanpakgedrag en daarbij aandacht hebben
voor product en proces - bijsturen waar nodig

• TOtn2 Nadenken over de belangrijkste aspecten van het taalsysteem. Daarbij


taalbeschouwelijke termen gebruiken
-Kenmerken die boodschappen van elkaar onderscheiden, waarnemen en er zich over
verwonderen

• TOtn4 Mondeling en schriftelijk willen en durven communiceren en het nut daarvan inzien.
• MEva1: Technische en instrumentele computervaardigheden ontwikkelen
(Navigeren in een applicatie)

Leerinhoud:
• Verschil tekstsoort/ teksttype/ tekstverband en signaalwoorden

Tekstsoort= teksten met dezelfde structuur que vorm bedoeling (en soms inhoud)
Bv: informatieve tekst, overtuigende tekst, activerende tekst, ontspannende tekst
Teksttype= voorbeelden van tekstsoorten, sommige teksttypes kunne hetzelfde doel hebben
maar hebben een andere opbouw.
bv: krantenartikel, recentie, reclame, verhaal

Tekstverband= toont de samenhang in de tekst aan, vormt logica in de volgorde van de zinnen.
Bv: oorzaak-gevolg, tegenstelling, vergelijking, opsomming
signaalwoorden= woorden die de zinnen in een tekst verbinden of samenhangen. De
signaalwoorden tonen het tekstverband aan.
Bv: doordat, dus, maar, echter, toch, zoals, ten eerste

• Oorzaak gevolg
= iets gebeurd omdat er voordien al iets anders gebeurde. De eerste gebeurtenis/ situatie/
moment is de oorzaak. De reactie op de oorzaak is het gevolg.

Signaalwoorden bij oorzaak gevolg: door, doordat, dus, waardoor, omdat

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

• Natuurrampen
= gebeurtenissen veroorzaakt door krachten van de aarde die grote gevolgen en schade
toedienen aan mensen, dieren en de natuur.

Bv: tsunami’s (grote verwoestende golven)


aardbevingen (aardplaten die naar elkaar toe/ van elkaar wegschuiven en trillingen veroorzaken)
Tyfoon, cycloon, orkaan (grote verwoestende stormen)
overstromingen, bosbranden enz.

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. De leerlingen kunnen oorzaak- en gevolgrelaties afleiden uit informatieve teksten, grafieken,
schema’s en tabellen.
2. De leerlingen kunnen informatie uit teksten, tabellen, grafieken en schema’s interpreteren,
samenvatten en hieruit correcte conclusies trekken.
3. De leerlingen kunnen nadenken over het nut en het gebruik van verwijs- en signaalwoorden.
4. De leerlingen kunnen wat ze in een bepaalde situatie leerden aanwenden in een nieuwe
situatie.
5. De leerlingen kunnen vaststellen dat bepaalde factoren invloed hebben op het voortbestaan van
de mens en het milieu.
6. Een digitale opdracht vlot uitvoeren

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
• De leerlingen leerden al voer mening en feiten in fictieve teksten
Leerling specifieke gegevens + acties:
• Michaël, Ibe en Lieze (***) hoeven de instructie niet te volgen en kunnen direct aan het werk

Bronnen: volgens de APA-normen


• De taalkanjers (thema 3, les 6)

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


• Stappenplan
• Werkblad
• PowerPoint
• Kaartjes voor groepsverdeling

Materiaal / locatiewijziging:
• Chromebooks (1/2 per groep)

Lesopbouw

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Voor de les: powerpoint klaarzetten


werkbladen en groepskaartjes klaarleggen
chromebooks in de klas

1. Bespreking van de termen aardbeving en vulkaanuitbarsting (‘5)


oriënteren verwerven verwerken afronden
5

Inleiding:
Ik bevraag de leerlingen over hun voorkennis over aardbevingen en vulkaanuitbarstingen aangezien
zij hier al enkele zaken over geleerd hebben.

richtvragen:
- wat is een aardbeving, wat gebeurd er bij een aardbeving?
Kan je dat met je eigen woorden uitleggen? Wanneer de aarde/ de grond verschuift/ beweegt/ trilt.
-Wat is een vulkaanuitbarsting?
Wanneer het magma/ lava in een vulkaan uitbarst en vrijkomt.
(magma= inhoud IN de vulkaan. Lava= Magma als het buiten de vulkaan op het aardopp. Komt)
- hoe ontstaan aardbevingen?
(Aardbevingen ontstaan als de platen van elkaar wegschuiven of tegen elkaar aan botsen of schuren.)
-hoe ontstaan vulkaanuitbarstingen?
(wanneer de druk in de magmakamer in de vulkaan te hoog wordt, barst deze open en komt de
magma naar boven en ontsnapt uit de vulkaan.)
- ken je nog andere natuurrampen?
(bosbranden, tsunami’s, tyfoon, overstroming, enz.)
- op wat/ wie heeft een natuurramp effect? (mensen, dieren, natuur)

ik herhaal op het einde van dit gesprek wat een natuurramp is.
(gebeurtenissen veroorzaakt door krachten van de aarde die grote gevolgen en schade toedienen
aan mensen, dieren en de natuur.)

2. Verkennen van het oorzaak-gevolg verband en signaalwoorden. (’10)


oriënteren verwerven verwerken afronden
1,3,4

Ik vertel de leerlingen dat elke natuurramp een oorzaak en een gevolg heeft. En dat we hierover
vandaag gaan bijleren.

Ik vraag de leerlingen wat een oorzaak is en een gevolg is en vul waar nodig aan:
Oorzaak gevolg
• waardoor iets gebeurt; • wat daaruit volgt;
• wat eerst gebeurt. • wat daarna gebeurt.

Ik vertel de leerlingen ook dat we de oorzaak gevolg structuur kunnen ontdekken in een tekst aan de
hand van signaalwoorden.

Richtvragen over signaalwoorden:


- Wat is een signaalwoord?

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

woorden die de zinnen in een tekst verbinden of samenhangen. De signaalwoorden tonen het
tekstverband aan.

- Kan je een voorbeeld geven van een signaalwoord?


doordat, dus, maar, echter, toch, zoals, ten eerste
- Welke signaalwoorden worden gebruikt bij een oorzaak gevolg verband?
doordat, omdat, daardoor, dus, waardoor, enz.

BELANGRIJK Ik vertel dat dit de kern van de les is en dus ook in het onthoudkader van hun boek staat.

3. Oorzaken en gevolgen van een natuurramp ontdekken in groep. (’25)


oriënteren verwerven verwerken afronden
1,2,4,6
Instructie:
Ik vertel de leerlingen dat ze zo meteen in groepjes de oorzaken en gevolgen van een natuurramp
gaan opzoeken. Maar dat we eerst klassikaal een voorbeeld zullen bekijken (via ppt)
Na het voorbeeld deel ik de kaartjes (zie bijlage) uit die het onderwerp en de groepsleden zullen
bepalen. Ik toon het het document op de site waar ze aan kunnen en werken en daarna mogen ze
aan de slag.
Wanneer een groep denkt klaar te zijn kom ik controleren en mogen ze de opdrachten uit het
werkboek maken op pagina 28.

Begeleiding:
Ik loop rond en ga bij elke groep na of ze aan de hand van hun kaartje de juiste natuurramp hebben
ontdekt. Ik vraag of alles duidelijk is en geef mogelijk tips en beantwoord vragen. Wanneer ik merk
dat alle groepjes klaar zijn met het invullen van hun werkblad beginnen we met de nabespreking.

4. Klassikale nabespreking over de oorzaken en gevolgen van de geziene natuurrampen (‘10)


oriënteren verwerven verwerken afronden
1,2
organisatie:
Ik laat elk groepje hun onderwerp aan de klas vertellen, wat ze hierover hebben ontdekt en welke
oorzaken en gevolgen ze bij dit natuurramp hebben ontdekt.

Ik kan ze hierin begeleiden aan de hand van enkele richtvragen:


-Welk natuurramp hebben jullie in je groepje moeten bespreken?
- kan je uitleggen wat er bij dit natuurramp gebeurd?
- welke oorzaken en gevolgen hebben jullie hierbij ontdekt?

Instructie:
Ik vraag de leerlingen om via de wooclap code de woordenwolk in te vullen van de zaken die ze
hebben bijgeleerd deze les. Ze kunnen via een knop op de site naar wooclap gaan en dan invullen.
we overlopen kort de antwoorden.

Herhaling:
Ik vraag de leerlingen om de termen oorzaak-gevolg-signaalwoorden nog eens te herhalen. Ik geef ze
eerst enkele seconden om na te denken over een antwoord en duid dan een leerling aan. Ik laat
andere leerlingen aanvullen waar nodig.

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.

Bijlagen:
Kaartjes groepsverdeling:

Werkblad:

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Powerpoint (met stappenplan):

You might also like