You are on page 1of 5

HLNII

Samenvatting: De Leeuw van Vlaanderen, Hendrick Conscience

★ Historische roman over de Guldensporenslag in 1302 geschreven in 1838 door de Vlaamse


schrijver Hendrik Conscience uit Antwerpen.

★ Context
Het conflict tussen de steden uit het graafschap Vlaanderen en de legitieme Franse vorst in de
vroege Middeleeuwen, met als grootse finale de Guldensporenslag te Kortrijk op 11 juli 1302.
Een feodaal, sociaal en economisch conflict wordt herschapen in een heldhaftige nationale
vrijheidsstrijd van Vlamingen tegen Fransen. Consciences historische fictie verbeeldt in de
spiegel van een topmoment uit het glorierijke verleden het ideaalbeeld van het soevereine en
vooruitstrevende België na 1830. Het eensgezinde optreden van adel, burgerij en het volk, van
waaruit Conscience een grote bezielende kracht laat uitgaan, is ook een voorafspiegeling van de
democratische samenhorigheid in een moderne natiestaat met het Nederlandstalige, Vlaamse
volksdeel als vitale kern. Zo is de roman ook een pleidooi voor de emancipatie van dit Vlaamse
volk zonder te vervreemden van zijn eigenheid en verleden.

★ Philippa, de dochter van graaf Gwijde van Vlaanderen is gevangen genomen door de Fransen.
Om te proberen haar vrij te krijgen, gaat Gwijde met een delegatie naar Compiegne, waar de
Franse koning Fhilips de Schone op dat moment verblijft. Als zijn vrouw, Johanna van Navarra,
erachter komt dat Fhilips de dochter van Gwijde wil vrijlaten (door een brief van De Chatillon),
laat zij de hele groep kerkeren. Onder hen is ook Robrecht van Bethune, hij is de zoon van
Gwijde en hij wordt door iedereen ‘de leeuw van Vlaanderen’ genoemd. Eén man, Diederik de
Vos, weet te ontsnappen. De Koningin stelt hierop haar oom De Challiton aan als landvoogd voor
Vlaanderen. Ondertussen verblijft de dochter van Robrecht van Bethune, Machteld, bij Adolf van
Nieuwland. Hij is eerder zwaar gewond is geraakt bij een gevecht met een Fransman, om hem te
verzorgen verblijft Machteld bij hem in huis in Brugge. Adolf en Machteld worden verliefd op
elkaar. Adolf van Nieuwland vraagt aan Pieter Deconinck, de deken van de wevers in Brugge en
aan Jan Breydel, de deken van de beenhouwers in Brugge, om ervoor te zorgen dat Machteld niets
overkomt. Jan Breydel en Pieter de Coninck worden door de graaf van Vlaanderen benoemd tot
aanvoerders van het Vlaamse leger (later krijgen ze ook nog de titel van ridder). Als Johanna van
Navarra samen met haar man naar Brugge komt, wordt er door de Leliaards (Vlamingen die de
Fransen steunen) een feest georganiseerd. Dit feest moet worden betaald uit een extra belasting en
hier komt verzet tegen. Uiteindelijk krijgen de Fransen de stad Brugge op voorwaarde dat men de
belasting niet hoeft te betalen.

Later ontmoet Adolf in Brugge een man, die hij niet direct als Diederik de Vos herkent (hij was
namelijk als monnik verkleed). Diederik vertelt aan Adolf dat hij contact heeft gehad met
Robrecht van Bethune en dat zijn bewaker bereid is om hem een aantal dagen te laten gaan als er
iemand anders in zijn plaats komt. Afgesproken wordt dat Adolf de plaats van Robrecht inneemt.
Voordat Robrecht van Bethune in Vlaanderen terug is, wordt Machteld door de Fransen gevangen
genomen. Jan Breydel wil wraak en Deconinck kan hem niet tegenhouden als hij naar het slot van
Male, waar Machteld zou verblijven, gaat. Hij krijgt hier in een café ruzie en gaat ’s avonds terug
met meer mensen. Hij neemt het slot dan geheel in en ze vermoorden iedereen die de kreet 'Schild
en Vriend' niet zonder accent kan uitspreken. Machteld is inmiddels al weggevoerd. Maar
onderweg wordt ze gered door haar vader, die vrij is gekomen uit de gevangenis omdat Adolf van
Nieuwland hem vervangen had.

1





HLNII
De Vlaamse edelen die niet in gevangenschap zitten, beramen samen met de zoons van Graaf
Gwijde een algemene opstand tegen de Fransen (deels omdat ze Machteld hadden meegenomen).
In Brugge proberen de Fransen zonder vorm van proces een aantal oproerige Vlamingen (de
Klauwaards) op te hangen. Deze verzetten zich, met steun van de hele bevolking, maar de Franse
soldaten kunnen hen overwinnen en plunderen de hele stad leeg. Daarbij wordt de moeder, de
broer en de zus van Jan Breydel vermoord. De Coninck en Breydel, die al eerder met hun benden
uit de stad waren vertrokken, vallen de stad in de nacht daarop aan. Alle Fransen worden uit
Brugge verdreven.

Er komt uiteindelijk een grote veldslag (1302, de Guldensporenslag) tussen een groot leger
Fransen onder leiding van Robert D'Artois en Jacques de Challiton (62 000 man sterk) en een
klein leger Vlamingen (32 000 man sterk). Deze groep komt dus niet alleen uit Brugge, maar ook
andere Vlaamse plaatsen hielpen mee in deze oorlog (o.a. Kortrijk, waar het gevecht ook
plaatsvindt en Gent). Bij de stad Kortrijk ontmoet dit leger het Vlaamse leger van burgers, boeren
en ridders onder leiding van Gwijde van Vlaanderen, Adolf van Nieuwland en de dekens Pieter
Deconinck en Jan Breydel. In de eerste fase van de veldslag die ontstaat, kunnen de Vlaamse
legers zich redelijk staande houden door hun strategische ligging. Maar als de strijd vordert
krijgen de Fransen de overhand. Op het laatste moment komt er echter een onbekende gulden
ridder het slagveld opgereden en hij weet de kansen ten gunste van de Vlamingen te keren. Deze
gulden ridder blijkt Robrecht van Bethune te zijn die opnieuw toestemming gekregen had om zijn
gevangenis te verlaten. In deze veldslag is Adolf van Nieuwland, die inmiddels de geliefde van
Machteld is geworden, zwaar gewond geraakt. Hij overleeft het uiteindelijk wel en na de slag
geeft Robrecht de toestemming aan Adolf om met zijn dochter Machteld te trouwen. Hierna keert
Robrecht weer terug naar Frankrijk.
Helemaal aan het eind komt nog een samenvatting van wat er in de jaren daarna gebeurde, hoe
door veel oorlog de Vlamingen uiteindelijk toch nog geheel vrij werden. Later zal Robrecht het
graafschap overnemen, omdat zijn vader inmiddels is overleden. Als de nieuwe graaf leeft hij nog
17 jaar.

★ Titelverklaring
De titel, “De leeuw van Vlaanderen”, slaat op de hoofdpersoon, Robrecht van Bethune, hij was
een Vlaamse held en hij had de bijnaam, de leeuw van Vlaanderen. De titel kan ook staan voor de
vlag van de Vlamingen waarop een leeuw stond en die ze ook de leeuw van Vlaanderen
noemden. Een leeuw is erg machtig en Vlaanderen blijkt dat ook te zijn, tot grote schrik van de
Fransen.

★ Thema: Nationalisme
In het boek draait het allemaal om de vrijheid van Vlaanderen, dat door de Fransen
onderdrukt wordt. De ridders in het boek, zowel Franse als Vlaamse, zijn allemaal erg
nationalistisch en ze willen sterven voor het vaderland. Dit uiten ze door een bloedige strijd te
voeren. Een voorbeeld van zo’n ridder is de Vlaming Adolf van Nieuwland die het volgende zegt
op zijn sterfbed: “Ik sterf. Gij ziet het, mijnheer Jan, mijn ziel zal niet lang meer op aarde blijven.
Maar, beween mij niet. Ik sterf vergenoegd, nu het vaderland is gewroken…”.
★ De idee in dit verhaal is dat de schrijver de lezer wil laten beseffen dat Vlaanderen ooit een
machtig, onafhankelijk land was. Hoe het was, hoe het is en wat het zal worden, hiervan getuigd
ook het eindstukje van het boek. De auteur eindigt met de zin: “Gij Vlaming, die dit boek gelezen
hebt, overweeg, bij de roemrijke daden welke hetzelve bevat, wat Vlaanderen eertijds was – wat

2







HLNII
het nu is – en nog meer wat het worden zal indien gij de heilige voorbeelden uwer Vaderen
vergeet!”.

★ Motieven
- Chauvinisme (een overdreven vorm van patriottisme): Vooral Jan Breydel is soms erg
chauvinistisch. Dan wordt hij bijna roekeloos door zijn woede jegens de Fransen, Pieter
Deconinck kan hem meestal net tegenhouden.
- Liefde: In het boek komen 2 soorten liefde voor, liefde tussen vader en kind en hoofse liefde
tussen man en vrouw. De liefde tussen vader en kind vind je bijvoorbeeld, als graaf Gwijde
zijn dochter uit de gevangenis in Frankrijk wil halen en wanneer Machteld zwaar gewond is
en haar vader voor haar zorgt. De hoofse liefde vind je terug in de relatie tussen Adolf van
Nieuwland en Machteld.
- Wederzijdse afkeer: De Fransen kijken heel erg neer op de Vlamingen, zij vinden hen een
stelletje boerenpummels. De Vlamingen verachten op hun beurt de Fransen om hun
arrogantie.

★ Personages
In het boek komen veel personen voor, maar de meeste zijn niet echt belangrijk, het gaat meer om
het idee bij die personen. Zo zijn er bijvoorbeeld aan beide kanten veel meevechtende ridders die
allemaal bij naam genoemd worden, maar die zijn niet echt belangrijk voor het verhaal, ook niet
als bijpersonen. De personages die wel belangrijk zijn zijn allemaal types omdat hun karakter niet
verandert tijdens het verloop van het boek.

★ Hoofdpersonen

- Robrecht van Bethune, hij wordt ookwel de leeuw van Vlaanderen genoemd. Hij is de
oudste zoon van de graaf van Vlaanderen Gwijde. Hij heeft ook een broer die Gwijde heet.
Hij is getrouwd en heeft een dochter van 16 jaar, Machteld. Hij is een dappere en hoofse
ridder, die tot veel bereid is in zijn strijd tegen de Fransen, hij is namelijk erg
vaderlandslievend.
- Pieter Deconinck, hij is de deken, het hoofd, van het weversambacht in Brugge. Hij is dus
geen ridder, maar hij is wel erg dapper en hij leidt behalve zijn eigen ambacht1 ook de
andere ambachten van Brugge in de strijd naar de vrijheid van Vlaanderen. Hiervoor is hij tot
veel bereid en hij is een goede leider omdat hij best slim is en goed over alles nadenkt. Hij
staat symbool voor het Vlaamse intellect.
- Jan Breydel, hij is de deken van het ambacht van de beenhouwers in Brugge en een goed
vriend van Pieter Deconinck. Hij is een soort medeleider, maar Deconinck is echt het hoofd.
Ook Breydel is heel dapper, hij is alleen veel gewelddadiger en zonder leiding van Deconinck
was hij waarschijnlijk helemaal door het lint gegaan. Hij is ook tot veel bereid om te zorgen
voor de vrijheid van Vlaanderen. Hij staat symbool voor de Vlaamse gezonde volkskracht.

1De handwerkslieden werkten samen om oneerlijke concurrentie te voorkomen, om een


solidariteitsgevoel binnen elke ambacht te creëren. Het lidgeld dat men moest betalen om tot de
ambacht te behoren werd vaak uitbetaald aan zieke mensen, ouderen of weduwen van het ambacht.
Men ging zelfs nog een stap verder in de samenhorigheid. Men had zich ook op militair vlak
georganiseerd. Elk ambacht moest in verhouding tot zijn aantal leden een bepaald aantal soldaten
leveren om in oorlogstijd de stad te beschermen. Het ambacht werd bestuurd door een raad van
gezworenen onder het voorzitterschap van een deken.
3



HLNII

★ Bijpersonen:

- Machteld, zij is de 16-jarige dochter van Robrecht van Bethune. Ze is een echte hoofse
jonkvrouw, wat je vooral heel erg merkt aan haar liefde voor de ridder Adolf van
Nieuwland. Ze zegt daarover niets uit beleefdheid en als ze weet dat Adolf haar ook leuk
vindt blijven ze heel netjes tegen elkaar praten. Zij is een helper van de hoofdpersoon.

- Adolf van Nieuwland, hij is een hoofse ridder en goede vriend van Robrecht van Bethune.
Hij raakte gewond waardoor hij niet gevangen werd genomen door de Franse koning en hij
werd verzorgd door Machteld, waarop hij verliefd is. Hij is erg trouw aan Robrecht en heel
beleefd en netjes tegen Machteld, ook hij doet alles voor het vaderland. Uit deze dingen blijkt
ook dat hij een zeer hoofse ridder is. Ook hij is een helper van de hoofdpersoon.

- Fhilips de Schone, hij is de koning van Frankrijk. Hij is een watje, want hij zit helemaal
onder de plak van zijn vrouw Johanna van Navarra. Zij is erg gemeen en door haar komen
graaf Gwijde, zijn zoon (Robrecht) en zijn dochter en zijn 50 leenmannen in de gevangenis.
Fhilips is dus een slechte koning. Hij is een tegenstander van de hoofdpersoon.

- Robert d’Artois, hij is een graaf en opperbevelhebber van het Franse leger. Hij is zeer
slecht en wil alles doen om de Vlamingen te overwinnen. Ook is hij heel arrogant en mede
daardoor onderschat hij de Vlamingen. Hij is precies het tegenovergestelde van een goede
Vlaming. Hij is eveneens een tegenstander van de hoofdpersoon.

- Jacques de Chatillon, hij is een ridder die door de koningin als landvoogd van
Vlaanderen wordt aangesteld. Hij is erg bang voor de Vlamingen en als de strijd hem te heet
onder de voeten wordt vlucht hij naar een kasteel of een ander veilig oord. Hij is dus laf en
hij is ook arrogant, dat merk aan de manier hoe hij over de Vlamingen spreekt. Hij is een
tegenstander van de hoofdpersoon.

★ Opbouw en tijd
Het boek is opgebouwd in 24 hoofdstukken. De hoofdstukken hebben geen naam. De verteltijd is
360 bladzijden en de vertelde tijd is ongeveer 2 jaar.
Het verhaal speelt ten tijde van de Guldensporenslag in 1302. Het verhaal verloopt
chronologisch en dus zijn de fabel en het sujet gelijk. In het boek komen terugverwijzingen
voor om historische feiten die nodig zijn voor het verhaal te melden. Ook past de schrijver vaak
tijdsverdichting toe, dan is het nacht of gebeurt er gewoon niets dat interessant is. De
tijdsverdichting loopt dan ook van een paar uur tot ongeveer 2 weken, afhankelijk van de situatie.
Het verhaal is dus niet continu.
Het verhaal is ab ovo en er komen geen witregels in voor, het loopt aan een stuk door. In het
verhaal heb je twee verhaallijnen, die je niet echt nauw moet nemen. De schrijver vertelt in elke
verhaallijn over andere personen, je hebt een verhaallijn over de Vlamingen en je hebt een
verhaallijn over de Fransen.

★ Ruimte
Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Vlaanderen bij de steden Brugge en Kortrijk. In het
begin speelt het nog even bij het kasteel van de graaf van Vlaanderen Gwijde en later als de graaf
samen met Robrecht van Bethune en zijn 50 leenmannen de koning probeert over te halen zijn
4

HLNII
dochter te bevrijden speelt het nog even bij het hof van Frankrijk. Het zijn allemaal bestaande en
bekende plaatsen.

★ Perspectief
De vertelsituatie in het boek is een alwetende vertelsituatie, je ziet de gebeurtenissen namelijk
als een soort film, niet door de ogen van een van de personages. Het verhaal opzich is hierdoor
objectief, maar doordat Hendrik Conscience een hele nationalistische Vlaming was, zijn
sommige gebeurtenissen zoals het aantal soldaten en de slag zelf heel subjectief beschreven zijn.
De Fransen zijn als heel slecht afgebeeld en de Vlamingen als heel goed.

5

You might also like