You are on page 1of 20

https://www.instagram.com/die.

deutschlehrerin/

Frau Span
@die.Deutschlehrerin
Inhoudsopgave
1. Plannen
• Wat is plannen?
• Waarom is plannen belangrijk?
• Handige tips bij het plannen
• Stappenplan: Huiswerkplannen
2. Verschillende manieren om te leren
• Verschillende manieren om te leren
- Samenvatten
- Mindmappen
- Gebruik het internet
- Voorbeelden verzamelen
- Verbanden leggen
- Elkaar de leerstof uitleggen
- Schrijf of teken
- Oefentoetsen
- Flashcards / steekkaartjes
- Afbeeldingen / herinneringen koppelen
- Informatie visualiseren
- Brainstormen

• Tips om een taal te leren


- Wees niet bang!
- Bekijk films met of zonder ondertiteling
- Lees een boek/tijdschrift
- Luister naar muziek
- Noteer onbekende woorden
- YouTube
- Taalapps
- Telefooninstellingen
- Memorycards
- Volg het nieuws
- Kook een recept
- Vraag om hulp

3. Hoe leer en plan ik?


• De leerstijllijst: Hoe leer ik?
• Hoe plan ik?

4. Formats voor het plannen


1. Plannen
• Wat is plannen?

Een goede planning is de sleutel tot succes! Een goede planning geeft
duidelijkheid, overzicht en structuur. Het is een hulpmiddel dat je gebruikt bij het
aansturen van jezelf; ofwel zelfsturend leren. Deze vaardigheid heb je nodig bij leren-
leren en studeren.

• Waarom is plannen belangrijk?


1. Een planning geeft je een gevoel van overzicht en controle
Als je met een goede planning werkt kun je precies zien waar je
mee bezig was en alleen daar je focus op richten. Zo behoud je
dus je overzicht.
Probeer jij steeds maar weer je to-do’s te onthouden? Dit zal
voor veel onrust zorgen in je hoofd. Wanneer je met een taak
bezig bent zul je (onbewust) altijd bezig zijn met wat er allemaal
nog moet gebeuren. Het opschrijven van alle taken zorgt ervoor
dat je meer rust krijgt in je hoofd en beter weet waar je aan toe bent.

2. Een goede planning geeft je meer plezier in andere activiteiten


Als je een goede huiswerkplanning hebt liggen kan je pas echt zor-
geloos voetballen, hockeyen of tennissen.

Doordat je wekelijks plant op welke momenten je je gaat focussen


op je studie, kan je leuke dingen ondernemen zonder dat je aan
jouw huiswerk en leerwerk denkt.

3. Het maken van een goede planning verhoogt je productiviteit enorm


Wanneer jij alles maar door elkaar aan het doen bent en continu
moet switchen tussen bepaalde taken of door uitstelgedrag in
tijdnood komt zal dit ten koste gaan van de kwaliteit van je werk.

Wanneer jij je dus beter houdt aan je planning en daar je volle-


dige focus op richt zal de kwaliteit van je werk veel hoger wor-
den. Je zal zien dat je door het maken van een goede planning
sneller stappen maakt in het begrijpen van de stof.

4. Het maken van een goede planning voorkomt situ-


aties van stress en teleurstelling
Door het ontbreken van een goede planning ontstaat er daar-
door een situatie van stress, gevolgd door een situatie van te-
leurstelling. Dit alles is te voorkomen door het wekelijks maken
van een goede planning, of hier hulp bij te zoeken.
5. Het maken van een goede planning is goed voor je
zelfvertrouwen
Leerlingen die moeite hebben met plannen worden vaak onzeker.
Ze zien dat andere klasgenoten meer controle hebben over hun
eigen studievoortgang dan zij zelf. Door het maken van een
goede planning krijg je grip en controle over de studievoortgang.
Hierdoor kan het zelfvertrouwen toenemen, omdat je het stude-
ren in de hand hebt.

• Handige tips bij het plannen


Plannen en organiseren is voor veel mensen moeilijk. Jij bent dus zeker niet de enige
die daar moeite mee heeft.
1. Begin op tijd
Start je planning voor je toetsen vroeg genoeg en maak
hiervoor dagelijks een beetje tijd vrij. 5 uren verspreid over 2
weken is beter dan 5 uur aan een stuk.

2. Bepaal je doelen
Je takenlijst lijkt nu misschien wat overweldigend. Zo-
veel dingen die je nog moet, wilt en kunt doen. Wat
ga je eerst doen? Om dat goed te bepalen is het zin-
vol om na te denken over wat je doelen zijn. Wat wil
je bereiken met het doen van deze taken? Vraag
jezelf af waar ik wil of moet ik naartoe?

3. Prioriteit of niet?
Een dag heeft maar 24 uur. Meer tijd is er niet. Als je er een nieuwe taak bij krijgt,
moet er aan de andere kant ook een taak verdwijnen van je to-do lijst. Je kunt
simpelweg niet alles doen. Door iedere taak een prioriteit te geven, kun je zelf
bepalen welke taken je nu kunt doen en welke je
op een later moment kunt doen. Je kunt taken
verdelen in 4 niveaus:

• Urgent en belangrijk
• Urgent en niet belangrijk
• Belangrijk en niet urgent
• Niet belangrijk en niet urgent

Om te bepalen welke taken de meeste prioriteit


hebben, kun je het volgende schema gebruiken.

4. Noteren
Noteer op school het huiswerk in je agenda, plan thuis in
wanneer je het huiswerk gaat maken.
5. Aanpasbar
Bedenk dat een planning flexibel is. Het is een leidraad die jou helpt. De volgorde
van je taken kan veranderen als jij dat later toch handiger vindt, net als het tijdstip
waarop een taak gepland staat. Jij bent dus vrij om je planning aan te passen.

6. Reservetijd
Bouw in een planning reservetijd in. Zo heb je altijd ruimte om te
schuiven met taken. Dat is handig als een taak langer duurt dan
verwacht of wanneer een onverwachte gebeurtenis ervoor
zorgt dat je een taak niet kunt maken.

7. Vrije tijd niet vergeten!


In een goede planning vind je inspanning en ontspanning. Naast
huiswerk is er dus ook tijd voor sporten, muziek en andere
afspraken.

8. Realistisch
Een realistische planning is een planning die je uit kunt voeren. Je kunt te weinig of
teveel tijd voor een taak plannen. Leer jezelf om bij elke taak in te schatten hoe lang
je denkt dat de taak gaat duren. Controleer achteraf hoeveel tijd je werkelijk met de
taak bent bezig geweest. Na een tijdje weet je, door ervaring, steeds beter hoeveel
tijd je voor een taak moet plannen.

9. Herhaaldag
Plan proefwerken en so’s ruim in, met reservemomenten. De laatste
dag voor de overhoring is een herhaaldag. Zorg ervoor dat je dan
geen nieuwe stof meer hoeft te leren.

• Stappenplan: Huiswerkplannen
Stap 1:
Schrijf het huiswerk in je agenda bij de dag dat het af moet zijn. Schrijf ook al je
afspraken in je agenda.

Stap 2:
Controleer in de elektronische leeromgeving (zoals magister
of SOMtoday) of je al het huiswerk hebt genoteerd.
Stap 3:
Plan je huiswerk in, in je planningsboekje.
 Kijk hoeveel dagen je de tijd hebt om het huiswerk te maken;
 Markeer overhoringen met een markeerstift;
 Maak een inschatting van het huiswerk;
 Verdeel grote hoeveelheden en overhoringen in meerdere taken;
 Schrijf de taak op bij de dag dat je de taak gaat maken;
 Schrijf bij elke taak precies op wat je gaat doen;
 Markeer het huiswerk in je agenda wanneer je het hebt ingepland, dan weet je
dat dit huiswerk in je planning staat.

Stap 4:
Bekijk de taken die je de komende week gaat maken en maak een weekschema.
 Kijk hoeveel tijd je voor het maken van huiswerk hebt;
 Maak per taak een inschatting van de tijd die je nodig hebt;
 Begin met een moeilijke of lange taak;
 Plan daarna een makkelijke of minder lange taak;
 Wissel af tussen maak- en leerwerk en tussen verschillende
vakken;
 Plan pauzes;
 Check of je allebei benodigde materialen hebt;
 Bepaal of je hulp nodig hebt en zo ja van wie;
 Gebruik een timer voor het bewaken van je tijd.

Stap 5:
Maak je huiswerk volgens je weekschema.
Markeer de taken die klaar zijn.

Stap 6:
Controleer jezelf.
 Kijk of je alle taken hebt gemaakt;
 Bepaal of je tevreden bent met wat je hebt
gedaan;
 Vraag je af wat goed ging en wat je zou willen
verbeteren. (Heb je bijvoorbeeld de benodigde
tijd goed ingeschat.)
2. Manieren om te leren
• Waarom is het belangrijk om op verschillende manieren te
kunnen leren?
Hoe je iets het beste leert is voor iedereen verschillend. Daarom is het belangrijk om
af en toe een keer een toets anders aan te pakken dan normaal. Vooral als je merkt
dat je erg lang bezig bent met leren, of dat je geen goede cijfers meer haalt. Wie
weet werkt de nieuwe manier heel goed! Daarom delen we in dit boekje verschillende
leermanieren en -tips. Veel plezier met lezen!

• Verschillende manieren om te leren


1. Samenvatten
Een samenvatting schrijf je in je eigen woorden. Het is
een kortere weergave van een onderwerp. Je begint
een samenvatting door te kijken wat de hoofdzaken en
bijzaken zijn. De hoofdzaken zijn de belangrijkste
zaken van de leerstof. De hoofdzaken horen in de
samenvatting en de bijzaken laat je weg. Schrijf de
samenvatting in je eigen woorden, zodat je jezelf
dwingt om een tekst helemaal te lezen. Dit zorgt ervoor dat een gedeelte van de
leerstof al opgenomen is.

2. Mindmappen
Om de leerstof te structuren kan het handig zijn om een mindmap te maken. Dit kan
bijvoorbeeld door gebruik te maken een A3 papier en potlood. Een andere manier is
om gebruik te maken van een digitale tool. Enkele voorbeelden:
• https://bubbl.us/
• http://www.mapul.com/
• https://mind42.com/
• MindMap (Chrome)

3. Gebruik het internet


Op het internet zijn veel filmpjes te vinden. Door te kijken en tegelijk te luisteren
neem je veel in je op. Het kijken van filmpjes is handig voor het leren van de
grammatica van talen. Ook bepaalde websites om woordjes en
zinnen te leren, kunnen erg leerzaam zijn, hier een aantal
voorbeelden:
• www.wrts.nl
• www.quizlet.com
• https://www.memrise.com/
• www.cambiumned.nl
4. Voorbeelden verzamelen
Verzamel de voorbeelden die je leerkracht gebruikte in de les,
en zoek zoveel mogelijk concrete voorbeelden op in je
studiemateriaal.

5. Verbanden leggen
Leg verbanden tussen het concept dat je
bestudeert en elk voorbeeld zodat je
begrijpt hoe het voorbeeld past bij wat je
studeert. Het leggen van verbanden en het
analyseren van de aangeboden lesstof
zorgt ervoor dat onze hersenen actiever
met de aangeboden stof aan de gang gaan.

6. Elkaar de leerstof uitleggen


Deel voorbeelden met je medeleerlingen en
-studenten en leg de voorbeelden uit aan
anderen voor extra leervoordeel. Je
onthoudt en begrijpt leerstof beter als je de
inhoud aan anderen uitlegt. Vaak wordt dan
ook de volgende vuistregel gebruikt voor
het onthouden van informatie:

7. Schrijf of teken
Leg je studiemateriaal aan de kant, en noteer of teken alles wat
je weet. Wees zo zorgvuldig mogelijk. Vervolgens controleer je
in je studiemateriaal hoe correct en volledig je werk is.

8. Oefentoetsen
Probeer zoveel mogelijk oefenvragen te verzamelen. Als er geen
proefexamens of -toetsen zijn, bedenk er zelf en deel ze met een
vriend die er ook maakte.

9. Flashcards / Steekkaartjes maken


Maak steekkaartjes over de leerstof. Zorg er wel voor dat je oefent op het herinneren
van wat je noteerde en ga verder dan puur het herhalen van definities door ook
verbanden te leggen. Aan de ene kant van de flashcard staat
een vraag of begrip en op de andere kant van de kaart staat
het antwoord of de definitie. Pak een willekeurige flashcard en
overhoor jezelf (of laat je overhoren) door te kijken of je het
antwoord weet op de vraag.
10.Afbeeldingen / herinneringen koppelen
Probeer de leerstof die je instudeert zelf visueel voor te stellen
door bepaalde afbeeldingen of herinneringen te koppelen aan de
leerstof. Door de woorden direct te koppelen aan een afbeelding
of herinnering worden sneller relaties en verbanden gelegd, wordt
de leerstof betekenisvol en wordt de leerstof langer onthouden.

11.Informatie visualiseren
Probeer verschillende vormen te bedenken
waarin je de informatie kan visualiseren,
bijvoorbeeld in een schema, een tijdlijn, een
strip, een infografiek. Een schema of overzicht
om op terug te vallen als het even moeilijk
wordt, is erg aan te raden. Het visualiseren
door bijvoorbeeld een schema maakt de
leerstof net wat overzichtelijker, en
aantrekkelijker waardoor de stof makkelijker
blijft plakken.

12.Brainstormen
Leren over een onderwerp wordt makkelijker, wanneer je er
intrinsiek mee bezig bent. Brainstorm daarom over het
onderwerp, zodat de basisinformatie gebruikt wordt om
nieuwe ideeën te bedenken. Dit zorgt ervoor dat de
basisinformatie makkelijker blijft hangen.

• Tips om een taal te leren


1. Wees niet bang!
Wees niet bang om fouten te maken. Juist van fouten maken, leer je! Mensen vinden
het alleen maar leuk dat je zo je best doet.
2. Bekijk films met of zonder ondertiteling
Of bekijk de film met de ondertiteling in de taal die je wilt
leren. Op die manier luister je niet alleen heel bewust naar de
taal, maar hoor je ook de manier waarop gesproken wordt, de
klanken en patronen en leer je, als het meezit, ook nog iets
over de cultuur.

3. Lees een boek/tijdschrift in de te leren taal


Door middel van het lezen van een boek wordt gaandeweg je
woordenschat en je contextuele begrip vergroot. Daarnaast kan je
natuurlijk helemaal zelf kiezen welk boek of magazine je wilt lezen,
dus is het ook een ontspannen tijdsbesteding.

4. Luister naar muziek in de te leren taal


De meeste liedjes gebruiken contextuele woorden en uitdrukkingen,
die je gewoonlijk niet leert wanneer je een taal studeert. Wanneer je
nieuwsgierig bent, kun je de tekst van een liedje downloaden en de
vertaling. Bereid je voor op een verrassing!

Wanneer we zingen, zijn we geneigd de geluiden en de toon te


imiteren. Dit zorgt ervoor, dat ons accent minder opvalt, dan
wanneer we een vreemde taal spreken. Maar het kost in het begin wel wat moeite!

5. Onbekende woorden noteren


Zodra je een nieuw woord hoort wat je nog niet kent, vraag wat
het betekent en schrijf het op. Door het op te schrijven, vergeet je
het woord niet. De dagen erna kun je dan het woord oefenen.
Een nieuwe taal leren gaat sneller als je wat je geleerd hebt
vaak herhaald.

6. YouTube
Op YouTube staan veel gratis taallessen. Dit is vooral handig als
je graag wat beter de grammatica wil leren. Op YouTube zijn er
talloze lessen te vinden waarbij ze stap voor stap werkwoordver-
voegingen uitleggen.

7. Taalapps
Er zijn ook heel veel apps die je helpen om een nieuwe taal te leren. Een bekend
voorbeeld is Duolingo. Andere apps zijn Babbel en Drops.
Per app verschilt de methode een beetje. Je kan uitproberen
wat jij de fijnste manier vindt om te leren.
8. Telefooninstellingen in de te leren taal
Als je de basis kent van de nieuwe taal, kan je ook je social media
en je telefoon instellen op de taal die je wilt leren. Dit kan vaak bij
inst ellingen. Zo oefen je onbewust nog meer met nieuwe woordjes
en de grammatica.

9. Memorycards
Memory cards zijn ook handig bij het onthouden van nieuwe
woordjes. Anki is een gratis programma dat je kan
downloaden op jouw computer. Hiermee kun je
voorgemaakte stapels kaarten downloaden met de meest
gangbare/belangrijkste woorden van een taal.

10. Volg het nieuws in de te leren taal


Het is heel belangrijk om te gaan naar goede nieuwsbronnen die een goed niveau
van Engels garanderen.

Wij hebben de volgende voor jou (Duitse taal) uitgekozen:


• www.zdf.de
• www.spiegel.de
• www.zeit.de
• www.bild.de
• www.Tageschau.de
• www.stern.de

11. Kook een recept in de te leren taal


Als je gek bent op koken is de volgende tip misschien wel een
schot in de roos. Koop een kookboek in de taal die je wilt leren en
kook originele recepten uit het land van deze taal. Je leert niet
alleen op een smakelijke manier een nieuwe woordenschat, je komt ook
in aanraking met de typische land- of streek gerelateerde uitdrukkingen
en als kers op de taart leer je ook de authentieke gerechten van het
land kennen.

12. Vraag om hulp!


Samen (iets nieuws) leren is leuk! Vraag daarom of iemand je kan overhoren. Zo heb
je een extra stok achter de deur en een extra portie
motivatie om met je taalvaardigheden aan de slag te
gaan. Dit kan natuurlijk ook digitaal via (video)bellen
of Skype.
3. Hoe leer en plan jij?

Inzicht geeft uitzicht! Hoe leer jij? Hoe plan jij? Het is belangrijk
om zelfkennis te hebben over hoe jij bepaalde zaken aanpakt.
Zelfkennis maakt het makkelijker om van eigen fouten te leren, maar
bijvoorbeeld ook om samen te werken met anderen. Zelfkennis en
zelfinzicht is een basis voor persoonlijke ontwikkeling. Trouwens ook
een basis voor succes in alle opzichten.
Een mooie vraag: hoe leer je jezelf dan kennen? Vooropgesteld: je kent
jezelf vast wel al een beetje. Misschien ken je jezelf ook wel aardig goed. Er zijn ook
andere manieren om jezelf te leren kennen:
 Feedback vragen aan anderen: Hoe zien zij jouw planning, op welke manieren
zien anderen jou leren? Wat vinden zij sterk aan je en wat vinden ze minder
sterk?
 Doen en ervaren: door te ervaren, iets te beginnen en te bekijken hoe dat voelt.
Door de onderstaande formulieren in te vullen, krijg jij meer inzicht in hoe jij leert en
plant. Van daaruit kan jij verder gaan kijken hoe jij jouw leren en plannen kan
verbeteren.
• De leerstijllijst: Hoe leer ik?
Hoe ga je te werk. De test bestaat uit 9 vragen. Het antwoord dat het beste bij jou past geef je 4
punten. Het antwoord dat daarna het beste bij jou past geef je 3 punten. Het antwoord daarna 2
punten en het antwoord wat het minst bij je past geef je 1 punt. Schrijf de punten (4, 3, 2 en 1) in
het grijze hokje voor het antwoord. Zorg ervoor dat je altijd aan alle antwoorden punten geeft!
Kolom A Kolom B Kolom C kolom D

1 Je wilt leren zeilen. Hoe pak je het aan?

Ik stap direct in de Ik blijf eerst op de kant Ik kijk eerst in een Ik vraag iemand om
boot en probeer hoe je staan en kijk hoe een boek hoe je moet het mij voor te doen
moet zeilen ander het doet zeilen en doe het na

2 Je krijgt een nieuwe computer. Je wilt hem meteen gebruiken. Hoe ga je te werk?

Ik denk er eerst over Je vraagt eerst precies na Ik lees eerst de Ik probeer direct
na wat je er allemaal wat er allemaal op zit en gebruiksaanwijzing alles uit
mee zou kunnen wat je ermee kunt doen goed door
doen.

3 Je moet een werkstuk maken bij techniek. Wat doe je?

Ik denk er eerst over Ik lees eerst de opdracht Ik kijk eerst waar ik Ik begin meteen te
na wat de bedoeling is helemaal door en bekijk het werkstuk voor kan werken
en hoe je het aan de tekening eerst goed gebruiken
moet pakken

4 Je hoort op de radio een spannend verhaal. Je wilt het straks navertellen. Wat doe je?
Ik doe net of het Ik vind wat ik hoor Ik wil eerst weten of Ik vertel het verhaal
verhaal nu gebeurt en geweldig en wil het het verhaal wel klopt gewoon na
dat ik er bij ben meteen zelf ook doen

5 Je gaat op vakantie. Je mag kiezen uit twee landen. Wat doe je?

Ik probeer me voor te Ik denk er niet zo lang Ik probeer zoveel Ik kijk waar ik het
stellen wat je allemaal over na. Je moet er mogelijk over dien meeste aan heb. Ik
in die landen kunt gewoon het beste van landen te weten te kan snel kiezen.
doen. Ik vind het maken. komen. Daarna kies ik
moeilijk om te kiezen een land.

6 Je gaat een nieuwe fiets uitzoeken. Hoe ga je te werk?

Ik denk na waar ik Ik wil precies weten wat Ik wil direct proberen Ik kijk welke fiets het
allemaal met die fiets er allemaal op die fiets zit, hoe hij rijdt. beste voor mij
naartoe zou kunnen wat de beste is en hoe geschikt is.
gaan en hoeveel duur hij is.
plezier ik er van zal
hebben.

7 Je krijgt een toets over de eetcultuur in Duitsland. Hoe bereid je je voor?

Ik leer alles wat ik Ik probeer alles rond Ik schrijf de Ik leer, omdat het
voor die toets moet eetcultuur in Duitsland te belangrijkste dingen nou eenmaal moet.
weten. begrijpen even op.

8 Je staat op het punt een totaal nieuwe baan aan te nemen. Hoe beslis je?

Ik probeer me voor te Ik wil eerst precies weten Ik wil precies weten Ik ga werken en
stellen hoe het voor hoe hard ik moet werken wat iemand in dat merk vanzelf wel of
me zal zijn om dat en hoeveel ik verdien. bedrijf moet doen en het mij bevalt
werk te doen. hoe het bedrijf werkt.

9 Je mag kiezen hoe je les krijgt in een vreemde taal. Hoe wil je het?

Ik wil graag dat de Ik wil graag werkstukken Ik wil graag duidelijke Ik wil graag weten
leraar verhalen vertelt. maken. opdrachten hebben. waar de opdrachten
voor nodig zijn.

Je hebt voor elk antwoord 4, 3, 2 of 1 punt gezet. Maak nu de volgende


optelsommen:
• Kolom A: Vraag 2 + 3 + 4 + 5 + 7 + 8= punten = CE score
• Kolom B: Vraag 1 + 3 + 6 + 7 + 8 + 9= punten = RO score
• Kolom C: Vraag 2 + 3 + 4 + 5 + 8 + 9= punten = AC score
• Kolom D: Vraag 1 + 3 + 6 + 7 + 8 + 9= punten = AE score

Bereken nu:

AC score – CE score = Kruis dit getal aan op de verticale as in de onderstaande


figuur.
AE score – RO score = Kruis dit getal aan op de horizontale as in de
onderstaande figuur.
Trek een lijn tussen de getallen die je hebt aangekruist. Het kwadrant welke door
deze lijn doorsneden wordt, is je voorkeursleerstijl!
doener dromer

beslisser denker

De dromer kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat hij
iets doet. Hij ziet veel oplossingen, omdat hij een probleem vanuit veel standpunten
kan bekijken. Daardoor neemt hij beslissingen soms traag.
De denker is goed in logisch denken en redeneren. Hij probeert algemene regels te
ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn,
dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn.
De beslisser plant een taak en voert die uit. Hij is niet zo geïnteresseerd in
theorieën. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen.
De doener houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen.
Hij past zich goed aan aan nieuwe situaties.
Leerstijl Kernwoorden Leert het beste van...
Doener Wat is er nieuw? Ik
 directe ervaring
ben in voor alles in.
 dingen doen
 nieuwe ervaringen
 het oplossen van problemen
 in het diepe gegooid worden met een uitdagende
taak
Dromer Ik wil hier graag even  activiteiten waar ze de tijd krijgen/gestimuleerd wor-
over nadenken den (achteraf) na te denken over acties
 als de mogelijkheid wordt geboden eerst na te den-
ken en dan pas te doen
 beslissingen nemen zonder limieten en tijdsduur
Denker Hoe is dat met elkaar  gestructureerde situaties met duidelijke doelstellin-
gerelateerd? gen (congressen, colleges, boeken)
 als ze de tijd krijgen om relaties te kunnen leggen
met kennis die ze al hebben
 situaties waar ze uitgedaagd worden
 de kans krijgen vragen te stellen
 theoretische concepten, modellen en systemen
Beslisser Hoe kan ik dit Activiteiten waar:
toepassen in de
praktijk?  een duidelijk verband is tussen leren en werken
 ze zich kunnen richten op praktische zaken
 ze technieken worden getoond met duidelijke
praktische voorbeelden
 ze de kans krijgen dingen uit te proberen en te
oefenen onder begeleiding van een expert

• Hoe plan ik?


Zoals je weet, is het maken van een goede planning de basis
voor succes. In dit werkboek heb je kunnen lezen welke
punten belangrijk zijn bij het maken van een goede planning.
Hieronder zie je een checklist staan. Kruis van elk punt aan
of jij dit al toepast of (nog) niet. Door deze checklist in te
vullen, krijg je een duidelijk overzicht welke punten jij nog kunt
verbeteren of kunt toepassen om jouw planning te
optimaliseren.

Pas ik dit punt toe? Zo ja; Dit punt kan


ik nog verbeteren.
1. Ik begin minimaal één week
voorafgaand aan de toets met  Ja
plannen  Nee
2. Bij het plannen maak ik mijn
doelen zichtbaar en weet ik wat  Ja
ik wil bereiken  Nee
3. Bij het plannen van taken kijk ik
naar welke taak meer en welke  Ja
taak minder prioriteit heeft  Nee
4. Bij het plannen kijk ik welke
taken urgent zijn en welke  Ja
minder urgent zijn (onmiddellijk)  Nee
5. Ik noteer op school het huiswerk
in mijn agenda  Ja
 Nee
6. Ik plan thuis wanneer ik mijn
huiswerk ga maken  Ja
 Nee
7. Ik ga flexibel met mijn planning
om. Ik weet dat ik vrij ben om  Ja
mijn planning aan te passen.  Nee
8. Ik bouw reservetijd in mijn
planning in.  Ja
 Nee
9. In mijn planning vind je zowel
leermomenten en momenten van  Ja
ontspanning, zoals voetbal,  Nee
muziek etc.

10. Mijn planning is realistisch.


 Ja
 Nee
11. Ik schat de tijdsduur van een
taak goed in.  Ja
 Nee
12. Ik controleer achteraf hoeveel
tijd ik werkelijk met mijn taak  Ja
bezig ben geweest.  Nee
13. De laatste dag voor de
overhoring plan ik een  Ja
herhaaldag.  Nee
4. Formats
Naam: __________________
Datum: __________________

Mijn doelenformulier

Mijn doelenformulier
Weekplanning
Naam:

Tijd/periode Maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

Weekplanning
Naam:

Tijd/periode Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

You might also like