Woordenschat Unité 2 : Spel

Herhaling van net aangeleerde woordenschat van Unité 2 via het reeds bestaande spel Time's
Up.

Gebruik
Ik speel dit spel na elk hoofdstuk, soms met maar enkele woorden de drie rondes, soms enkel
ronde één met wat meer woorden. Ik vind het hierbij interessant om te zien hoe goed de
leerlingen de woorden reeds kennen. Hoe meer uitleg ze kunnen geven, hoe beter ze de
woorden onder de knie hebben. Ook spreekdurf is hier goed te zien en belangrijk om het spel
te spelen.

Uitleg Time's up
Ronde 1

 Een kaartje trekken.

 Aan teamleden zo snel mogelijk met woorden proberen uit te leggen welk woord er op
de kaart staat.
 Ze mogen het woord raden, zolang de klok tikt. Daarna is het aan het volgende team.
 De kaart waarmee men bezig is, ligt bovenaan.
 Als de volgende groep al goed geluisterd heeft, weten ze het woord misschien al
zonder iets te moeten zeggen.

Ronde 2:

 Een kaartje trekken.

 Perkaart mag er maar één woord gezegd worden.
 Een link leggen met de uitleg die iedereen gegeven heeft aan de woorden is belangrijk.
 Luisteren naar al de teams is hier van groot belang.

Ronde 3:

 Hier mag men niet meer spreken, maar enkel uitbeelden.

 Dit kan iets moeilijker verlopen.
 Als extra mag men gebruik maken van het bord om het woord te tekenen.
 la banque bilingue le boucher
de bank tweetalig de slager

(se) casser le chirurgien le chômage

breken de chirurg de werkloosheid

le commerçant le commissariat la comptabilité

de handelaar het politiebureau de boekhouding

le comptable le/la concierge couper

de boekhouder de huisbewaarder knippen

couramment le courrier le coursier

vlot de briefwisseling de koerier

le CV
le cuisinier la demande
het curriculum
de kok de vraag
vitae
4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T
 le demandeur
le dentiste devenir
d’emploi
de tandarts worden
de werkzoekende

le diplôme la donnée embaucher

het diploma het gegeven aanwerven

un emploi un employé une entreprise

een job een bediende een bedrijf

entrer les études une expérience

binnenkomen de studies een ervaring

la femme de
le facteur le FOREM
ménage
de postbode de VDAB
de poetsvrouw

la formation un hôpital une hôtesse

de opleiding een ziekenhuis een hostess
4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T
 un infirmier un informaticien informatique
een verpleger een informaticus informatica

la lettre le magasin le malade

de brief de winkel de zieke

mi-temps monter mourir

halftijds naar boven gaan sterven

naître le notaire une offre

geboren worden de notaris een aanbieding

passer (un
la petite
un ouvrier examen)
annonce
een arbeider een examen
de advertentie
afleggen

le pharmacien le policier le pompier

de apotheker de politieagent de brandweerman
4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T
 le poste qualifié(e) rechercher
de betrekking gediplomeerd zoeken

le responsable
la rémunération renter
de
het loon ingeven
verantwoordelijke

le salon de
retourner le retraité
coiffure
terugkeren de gepensioneerde
de kapperszaak

sans le serveur solliciter

zonder de ober solliciteren

sortir le technicien terminer

buitengaan de technicus beëindigen

tomber le traducteur le tribunal

vallen de vertaler de rechtbank
4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T
 une usine le vendeur
een fabriek de verkoper
4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T

4T 4T 4T