Professional Documents
Culture Documents
3 - Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken - Onderzoek en Adviesrapport Website
3 - Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken - Onderzoek en Adviesrapport Website
Voor u ligt het onderzoeksrapport voor de Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken, verder in dit
rapport genoemd als OGVO, gemaakt door Carlijn Stinges en Teddy van Oijen. Dit onderzoeksrapport
is geschreven als advies voor de nieuwe werken bij website van OGVO die halverwege 2022
gelanceerd wordt.
De opdrachtgever van dit onderzoek is Fabiënne Stoffels, communicatieadviseur bij OGVO. Wij willen
haar, Dennis Knelissen en Max Wijnhoven (P&O adviseur) bedanken voor de fijne samenwerking en
hun feedback gedurende het onderzoek.
Inhoudsopgave
Voorwoord.................................................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1 Inleiding..................................................................................................................................... 4
1.1 Aanleiding...................................................................................................................................................4
1.2 Probleemstelling & doelstelling..................................................................................................................4
1.3 Doelgroep...................................................................................................................................................4
1.4 Onderzoeksvraag...........................................................................................................................................4
1.5 Deelvragen.................................................................................................................................................4
Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethoden................................................................................................................ 5
Hoofdstuk 3 Deskresearch............................................................................................................................. 6
3.1 Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken................................................................................................6
3.2 Vooronderzoek website..................................................................................................................................7
3.3 Benchmark.....................................................................................................................................................7
3.3 Het reptielenbrein........................................................................................................................................11
3.4 Een succesvolle werken-bij website.............................................................................................................12
Hoofdstuk 4 Resultaten............................................................................................................................... 13
4.1 Enquête........................................................................................................................................................13
4.2 Interviews.....................................................................................................................................................14
4.4 Wat is de koers algemeen voor de komende jaren bij OGVO?....................................................................15
Bijlagen....................................................................................................................................................... 20
Bijlage 1 – Vooronderzoek.................................................................................................................................20
Bijlage 2 – Analyse enquête...............................................................................................................................22
Bijlage 3 Interviewvragen..................................................................................................................................24
Bijlage 4 – Interviews.........................................................................................................................................25
Bijlage 5 – Koersdocument OGVO......................................................................................................................58
Bijlage 6 – Uitwerking profiel geïnterviewden...................................................................................................61
Bijlage 7 – Customer Journey.............................................................................................................................64
Bijlage 8 - Literatuurlijst.....................................................................................................................................65
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Het is algemeen bekend dat er sprake is van een (oplopend) lerarentekort. Ook OGVO heeft de
afgelopen jaren gemerkt dat het steeds moeilijker is om docenten te vinden. Ook in vakken waar
eerst geen tekort in was, dreigt nu ook een lerarentekort te ontstaan. Voorheen ging het om de
vakken Nederlands, Engels en Wiskunde. Tegenwoordig gaat het ook om vakken als Natuurkunde en
Lichamelijke opvoeding. Docenten voor deze en andere vakken zijn niet te vinden of ze komen niet
terecht bij OGVO. De website Werken bij OGVO is verouderd en is toe aan vernieuwing. De website is
het visitekaartje van de school, dus deze willen ze graag optimaliseren.
1.3 Doelgroep
De doelgroep voor dit onderzoek zijn werkzoekende docenten en net afgestudeerde
docenten zonder baan.
1.4 Onderzoeksvraag
Om richting te geven aan het onderzoek is er een onderzoeksvraag opgesteld”
‘’Hoe moet OGVO de nieuwe Werken Bij website vormgeven zodat deze aansluit op de behoeften van
doelgroep(en)?’’
1.5 Deelvragen
Wat zijn de sterke en zwakke punten van de website?
Wie zijn de concurrenten van OGVO en wat staan hun sterke en zwakke punten?
Wat is de koers (algemeen) voor de komende jaren?
Aan welke content heeft de doelgroep behoefte?
Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethoden
Om de validiteit van het onderzoek te waarborgen is er gebruik gemaakt van een variatie aan
onderzoeksmethoden. Door deze methoden toe te passen kan de hoofdvraag beantwoord worden.
1. Literatuuronderzoek
Om inzicht te krijgen in de OGVO als organisatie hebben we gebruik gemaakt van
literatuuronderzoek. We hebben kennis opgedaan uit bestaande literatuur zoals het
communicatiebeleid en de toekomstgerichte koers van OGVO. Hiermee is de huidige situatie
in kaart gebracht. Het is van belang dat we weten waar OGVO nu staat, zodat we deze lijn
kunnen doortrekken in ons project en het uiteindelijke advies.
2. Benchmarking
Door middel van benchmarking hebben we websites van directe concurrenten vergeleken
met die van OGVO. OGVO wil onderscheidend zijn t.o.v. de concurrenten. Door onderzoek te
doen naar SOML en LVO krijgen we meer inzicht in hoe zij de website vormgeven en waar ze
als organisatie voor staan om vervolgens voor OGVO er een schepje bovenop te doen. Uit
deze analyse zijn een aantal belangrijke inzichten die we hebben gebruikt bij het opzetten
van de vernieuwde website.
3. Imago-onderzoek
Om de vraag te beantwoorden ‘’Hoe staat OGVO nu bekend als werkgever?’’ wordt een
imago-onderzoek gedaan. Dit wordt gedaan door het houden van interviews onder de
doelgroep. Er zullen 8 tot 12 interviews afgenomen worden en stoppen op het moment dat
er geen nieuwe antwoorden meer uit de interviews komen. De interviews die worden
afgenomen, vinden plaats met de externe en de interne doelgroep.
4. Interview
We hebben een aantal medewerkers en werkzoekende geïnterviewd over de uitstraling van
de website en hun behoeftes hierin, maar ook wat OGVO een aantrekkelijke werkgever
maakt. Deze inzichten kunnen we gebruiken op de website om toekomstige medewerkers te
trekken.
5. Persona
Om de doelgroep goed in kaart te brengen maken we gebruik van een persona. Hierin
beschrijven we de ‘ideale’ medewerker. Door middel van deze persona kunnen we de
content beter afstemmen op onze doelgroep. Hoe beter je de content afstemt op het niveau
en de interesses van de doelgroep, hoe groter de kans op het gewenste effect. Voordat je
een doelgroep aan gaat spreken, is het zinnig een social persona te maken. Hierbij stel je een
persoon voor uit de doelgroep die je zo concreet mogelijk omschrijft. Een social persona
helpt ons om te achterhalen wat de doelgroep denkt en voelt en wat de angsten en ambities
zijn. Als we een beter beeld hebben van de beleveniswereld van de doelgroep kunnen we
gerichter inspelen op hun wensen, behoeften, gedrag, ambities enzovoorts. Hoe beter we de
doelgroep bereiken en voelen, hoe beter we met ze kunnen communiceren.
6. Enquête
Door middel van een enquête hebben we toekomstige docenten (leraren in opleiding)
benaderd om te kijken wat zij belangrijk vinden op een werken bij pagina. Deze inzichten hebben we
meegenomen in de opzet van de nieuwe website.
Hoofdstuk 3 Deskresearch
Bij deskresearch wordt er gebruik gemaakt van informatie en middelen die al bestaan. Het gaat om
feitelijke en praktische informatie. Deskresearch voorkomt onnodig onderzoek en helpt de
organisatie om op de hoogte te blijven van de markt, trends en de organisatie zelf.
Missie
OGVO biedt op alle locaties excellent en eigentijds onderwijs aan leerlingen uit Venlo en omstreken.
Waar leerlingen met plezier naar school komen en hun nieuwsgierigheid behouden. Het onderwijs in
Venlo is, dynamisch, persoonlijk en onderscheidend en past bij de leefwereld, leerbehoeften en
talenten van de leerlingen en bereidt hen voor op de toekomst.
Visie
Ruimte voor talent
Iedere leerling verdient onderwijs dat hem of haar de beste toekomstkansen geeft. Iedere leerling
heeft recht op gelijke kansen en dit kan alleen maar wanneer ideeën en leefwerelden elkaar
voldoende kunnen ontmoeten. Dit leidt tot toenemend begrip en wederzijds vertrouwen. Het bieden
van gelijke kansen aan leerlingen is de kernopdracht van het onderwijs. Onze opdracht is om alle
leerlingen méér te bieden dan alleen een opleiding tot een diploma en hen volop de mogelijkheden
tot ontplooiing te geven, waardoor zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. Dit betekent
dat het leren en ontwikkelen centraal staat in actieve verbinding met elkaar en in samenwerking met
de omgeving. De komende jaren komt er steeds meer ruimte voor leerlingen om gepersonaliseerd
onderwijs te volgen binnen de OGVO-scholen.
Het onderwijsaanbod op de locaties van OGVO is volledig op elkaar afgestemd en sluit aan op het PO
en het vervolgonderwijs. De diversiteit zorgt ervoor dat iedere leerling uit het onderwijsaanbod van
OGVO kan kiezen voor de opleiding waar zijn/haar talenten het best tot hun recht komen en
ontwikkeld kunnen worden.
Kernwaarden
Zelfstandigheid/zelfsturing: de docenten leren de leerlingen zelfstandig hun positie in het leerproces
te kiezen en wat ze daarbij nodig hebben van OGVO. Zowel docenten als leerlingen gaan regie nemen
over hun eigen leerproces en daarmee het leerproces ‘ownen’. Ze nemen eigen verantwoordelijkheid
voor hen ontwikkel en leerwerk. Docenten sturen zichzelf aan door steeds weer te innoveren en
vernieuwing toe te passen en samen met elkaar te reflecteren op de mate van toekomstgerichtheid.
Zelfkritisch: reflectief, de docenten en medewerkers van OGVO zijn open naar elkaar en kritisch naar
elkaar en zichzelf. Zij leren vanuit deze houding leerlingen hoe ze open en kritisch naar zichzelf en de
wereld/de samenleving kunnen kijken en daarvoor zichzelf een positief ingestelde verandering aan
kunnen koppelen.
Samenwerking: binnen OGVO wordt actief samengewerkt over schoolpleinen heen om gezamenlijk
het beste toekomstgerichte onderwijs aan te bieden aan de leerlingen. Buiten OGVO wordt
samengewerkt met de regio om samen te bepalen welke toekomstgerichte skills passend zijn bij de
regionale ontwikkelingen.
Samenvatting
Op het eerste oog ziet de website er vrij modern uit, de kleuren matchen met de scholen en er is veel
gebruik gemaakt van beeld. Toen we echter gebruik gingen maken van de website kwamen de
gebreken naar boven. Een aantal dingen die opgevallen zijn tijdens het onderzoek naar de website:
De website oogt modern, maar zodra je op een link naar een vacature klikt word je
doorverwezen naar een andere website (www.werkenbijogvo.nl). Dit is omslachtig, want er
wordt gebruik gemaakt van twee verschillende websites met verschillende uitstralingen.
Er is geen eenheid op de website. Woorden worden telkens op een andere manier
geschreven. Zo staat er op de ene website OGVO en de andere Ogvo.
De website www.werkenbijogvo.nl is erg ouderwets. Er wordt geen gebruik gemaakt van
sfeerbeelden.
De vacatureteksten zijn erg standaard en niet aangekleed.
OGVO heeft een paar USP’s die nergens op de website terugkomen.
3.3 Benchmark
Vervolgens heeft er een benchmark plaatsgevonden bij de verschillende scholenorganisaties in de
omgeving en binnen OGVO zelf. Deze benchmark is belangrijk, omdat OGVO zich van de
concurrenten wil onderscheiden. Daarom is het nodig om te weten hoe de concurrenten de werken
bij website hebben vormgegeven en in hoeverre de ideeën voor de website werken bij OGVO
onderscheidend hierin is. Er is hierbij gekeken naar hoe concurrenten de Werken Bij pagina hebben
ingericht en hoe het staat met de concurrentie binnen OGVO zelf. Hieronder worden alle punten
weergegeven.
Intern benchmark
Het gezamenlijke belang van alle drie de scholen is dat ze goed en onderscheidend onderwijs bieden
aan leerlingen uit Venlo en omstreken. Het conflicterende belang is dat de drie scholen op zichzelf zo
veel mogelijk nieuwe leerlingen willen aantrekken. De Service Unit, het hoofdkantoor van OGVO,
vindt het belangrijk dat toekomstige leerlingen zich aansluiten bij OGVO en niet bij SOML of LVO.
Terwijl de drie scholen van OGVO juist de leerlingen naar hun school willen hebben.
De Service Unit van OGVO wil dat ze als organisatie meer eenheid uitstralen. Dit willen ze doorvoeren
op de website en social media. Uit de interviews, bijlage 2, bleek dat de medewerkers van de drie
scholen deze eenheid onderling nog niet genoeg voelen. Medewerkers zijn trots op de school waar
ze werken en niet zo zeer OGVO als werkgever. De medewerkers merken sinds een aantal jaar dat de
Service Unit meer acties aan het ondernemen is, zoals een OGVO dag. Medewerkers vinden het
prettig om meer te weten te komen over de andere scholen en hun collega's, maar de behoefte is
nog niet groot genoeg. Het is wel al beter dan een paar jaar terug, maar het is nog niet waar OGVO
als organisatie wil zijn.
Voorheen wilde de drie scholen zo veel mogelijk leerlingen naar hun school 'lokken'. Nu kijken ze
meer naar het belang van de leerling. Het is begrijpelijk dat medewerkers en leerlingen trots zijn op
de school waar ze zitten. Hier is in de filmpjes ook rekening mee gehouden, want iedere school heeft
zijn eigen USP's die zeker benoemt mogen worden. Uiteraard wordt wel alles in een 'OGVO-jasje'
gestoken, want OGVO moet eenheid uitstralen naar buiten toe. Op de vernieuwde website is hier
ook rekening mee gehouden door het kleurgebruik aan te passen per school, maar altijd de
overkoepelende kleur toe te voegen van OGVO. Het is dan aan de leerling om te kiezen voor welke
school ze gaan op basis van ieder zijn eigen USP's. De drie scholen moeten hier transparant in
communiceren naar de leerlingen toe.
Extern benchmark
LVO algemeen
Als je in eerste instantie op de website van het LVO terechtkomt zie je een leuke website. Ze hebben
een banner met sfeerbeelden en heeft vrolijke kleuren.
Als je naar het kopje ‘Werken bij’ gaat kom je op de site waar het LVO voor staat. Daaronder staan
twee (kwalitatief slechte) knoppen met ‘vacatures docenten’ en ‘overige vacatures’.
Als je daarna doorklikt op vacatures kom je op een soortgelijke site als het OGVO terecht. Een lijst
met alle vacatures onder elkaar.
Als je dan op een vacature klikt kom je op een saaie en statische vacature terecht.
LVO Scholen
Het Bouwens – Panningen
Wat bij Het Bouwens meteen opvalt is dat ze hun vacatures niet duidelijk op de homepagina
tentoonstellen. Wel hebben ze onder het kopje ‘bijzonder bouwens’ een optie ‘werken en stage op
het Bouwens’. Pas als je helemaal naar beneden scrollt is er een kopje vacatures. Als je daarop klikt
word je meteen doorverwezen naar de website van het LVO. Ook onder het kopje ‘werken en stage
op het Bouwens’ word je meteen doorverwezen naar het LVO.
Raaylandcollege – Vernray
Net als Het Bouwens heeft het Raaylandcollege geen kopje met vacatures prominent op de website
staan. Pas als je helemaal naar beneden scrollt is er een kopje vacatures, maar deze stuur je ook
meteen door naar de website van het LVO.
SOML Algemeen
Onderstaand zie je de homepagina van SOML op afbeelding 1.
Jammer dat de witte letters wegvallen in de afbeelding. Gelijk op de homepagina zijn wel meteen de
vacatures te zien. Ondanks dat het duidelijk is waar de andere vacatures zich bevinden, zit het er niet
heel uitnodigend uit. Zeker niet, omdat zonder enige functie de vacature van docent Aardrijkskunde
eruit wordt gelicht.
Als je op vacaturebank klikt, kom je op pagina 2. Hier staat wel alles mooi overzichtelijk geordend en
het kleurgebruik is mooi, zeker t.o.v. LOV en OGVO.
Als je een van de vacatures aanklikt, kom je op pagina 3. Het plaatje is niet passend bij docent Frans.
Als je klikt op ‘klik hier voor het profiel’ dan krijg je een Pdf-bestand met:
Wie zijn wij?
Wat hebben wij jou te bieden?
Wie zoeken wij?
Solliciteren
SOML Scholen
BC Broekhin Roermond
Op de site van BC Broekhin Roermond staat op de homepagina geen kopje met 'vacatures'. Op de
site moet je even zoeken naar vacatures. Onder het kopje 'Over Broekhin' staat helemaal onder in
een klein stukje tekst die gaat over vacatures.
Er staat geen link met een doorverwijzing naar de site van SOML, de overkoepelende
scholengemeenschap van Midden-Limburg.
Als er gezocht wordt op vacatures in de zoekbalk op de website van BC Broekhin Roermond, staan
hier alleen nog de vacatures van 02-07-2021. Kortom, de vacatures/vacaturesite is niet vindbaar en
niet actueel.
Niekée
Ook hier weer geen kopje met vacatures op de
homepagina van de website. Maar als je helemaal
naar onder scrolt, staat er wel een kopje met
vacatures (ener laatste). Met ook hier weer een
doorverwijzing naar de vacatures van SOML. Van
bovenstaande drie website zijn de vacatures op de
site van Niekée het best vindbaar.
ROER College Schöndeln
Ook hier is er niet-direct een kopje met vacatures,
maar ze hebben er wel plek voor gemaakt.
De vacatures zijn redelijk snel vindbaar.
Social media
Social media is een uitstekend kanaal om je vacatures via te verspreiden. Ook is het verstandig om op
je werken-bij website de mogelijkheid te geven om een vacature te delen.
Hoofdstuk 4 Resultaten
4.1 Enquête
Om een idee te krijgen over de nieuwe inrichting van de werken bij website is er een enquête
gehouden onder studenten die een lerarenopleiding volgen. Er is gekozen voor studenten van
lerarenopleidingen, omdat zij degene zijn die later (mogelijk) gaan solliciteren naar een baan als
docent. Daarom is het belangrijk om te weten wat hen drijft om ergens te gaan solliciteren of niet,
wat zij belangrijke arbeidsvoorwaarden vinden en in hoeverre ze een Werken Bij pagina belangrijk
vinden. Hieronder staan kort de belangrijkste resultaten omschreven die uit de enquête van de
studenten naar voren zijn gekomen. De volledige uitwerking van de resultaten staat in bijlage 2.
Vacatures:
1. 72 % van de respondenten zoekt naar vacatures via LinkedIn.
2. 60 % van de respondenten zoekt naar vacatures via de website van bedrijven/instanties.
3. 60 % van de respondenten zoekt naar vacatures via een vacaturesite zoals Indeed.
Sfeer organisatie:
1. 93 % van de respondenten vindt het belangrijk dat de website de sfeer van de organisatie
weergeeft.
2. 7 % van de respondenten is neutraal over de sfeer van de organisatie op een website.
4.2 Interviews
OGVO dient zich als werkgever te presenteren op de Werken Bij website, daarom is het van belang
om te weten wat de werknemers van OGVO vinden en waarin OGVO zich onderscheidt volgens hen.
Om hierachter te komen, zijn er interviews gehouden op de drie campussen en de Service Unit. Er
zijn zowel interviews gehouden met docenten als niet-docenten. De reden hiervan is, is omdat er
binnen OGVO niet alleen openstaande vacatures zijn voor docenten, maar ook voor ander personeel.
Hierdoor wordt er een zo compleet mogelijk beeld naar buiten gebracht van de mogelijkheden
binnen de drie campussen en de Service Unit. In totaal zijn er 8 interviews afgenomen, 5 op College
Den Hulster en 3 op het Valuascollege. Toen er geen nieuwe/verrassende antwoorden boven water
kwamen, zijn de interviews gestopt.
Highlights antwoorden op vragen over OGVO als werkgever en het beroep docent:
- Imago docent moet opgepoetst worden. In media wordt vooral de werkdruk en het
slechte salaris benadrukt, terwijl uit de interviews blijkt dat de meeste heel tevreden
zijn over wat ze verdiepen. Daarbij is de werkdruk hoog, maar dat is het dubbel en
dwars waard door de positieve energie van leerlingen, uitstapjes met klassen en het
feit dat iedereen iets kan betekenen voor de leerling;
- Veel betrokkenheid op de campussen door het team, de sectie en het bestuur;
- Trots op het aanbod van de drie campussen samen;
- Boven verwachting veel begrip en steun voor OGVO-breed denken;
- Zelfstandigheid en flexibiliteit;
- Als docent kun je echt iets betekenen voor iemand/verrijking in iemands leven;
Met het koersdocument ‘Tijd voor een nieuwe Tijd’ is in 2019 een nieuwe koers ingezet binnen
OGVO, zie bijlage 5. Ze willen ontwikkelen naar één onderwijsorganisatie waar onderwijs aan de
basis staat en waar de organisatie daarvan door iedereen binnen OGVO gedragen wordt. Dit alles
onder de noemer ‘onderwijs aan de basis en de rest doen we samen’. Ze zijn bezig met een
ontwikkeling naar een professionele cultuur waar OGVO- breed denken centraal staat. Ze willen
groeien naar één verbindende gemeenschap met een duidelijke identiteit en ruimte op de
campussen voor hun eigen ‘couleur locale’. Begin 2021 is geconstateerd dat dat in twee jaar tijd al
aardig gelukt is: het rendement op campusniveau is verbeterd en er is op veel fronten sprake van
positieve ontwikkelingen in de structuur, waarbij op alle niveaus (binnen campussen,
campusoverstijgend, binnen de service-unit en tussen de verschillende lagen) de samenwerking meer
is opgezocht. ‘Tijd voor een nieuwe tijd’ laten we hiermee achter ons. Het is nu ‘Tijd voor
ontwikkeling’.
Voor de marketing en communicatie van OGVO is het ook zeker tijd voor ontwikkeling. Goede
marketing en communicatie zorgt ervoor dat de gewenste identiteit, hun missie en hun visie
zichtbaar worden. Maar het blijft niet alleen bij het ‘zichtbaar maken’. De gewenste identiteit zal
door iedereen binnen de organisatie gedragen moeten worden. Marketing en communicatie is dan
ook tweerichtingsverkeer, een interactie tussen de organisatie en onze individuele medewerker. Het
is het smeermiddel van OGVO en het heeft een rol in al onze processen. Ze zullen zich moeten
realiseren dat niet alleen in formele zin wordt gecommuniceerd, maar vooral ook in informele en
onbewuste zin.
Op dit moment is marketing en communicatie vooral decentraal georganiseerd op de campussen,
waarbij het per campus verschillend is wie de regie heeft (docent, teamleider etc.) en hoeveel uren
diegene ter beschikking heeft. De samenwerking wordt nog te weinig opgezocht, waardoor er een
flinke diversiteit is aan middelen en kanalen die gebruikt worden voor het zenden van informatie.
Uit gesprekken met het College van Bestuur, de directie en medewerkers is het volgende gebleken
(Communicatiebeleid, 2021):
- Medewerkers, ouders en leerlingen voelen zich niet goed of te laat geïnformeerd;
- Er is veel top-down communicatie en weinig ruimte voor interactie;
- Een flinke diversiteit aan middelen en kanalen zorgt voor onrust en onduidelijkheid;
- Er moet ruimte zijn voor snelle, ad hoc communicatie;
- De OGVO-brede samenwerking op het gebied van marketing en communicatie wordt
nog te weinig opgezocht;
- Medewerkers hebben behoefte aan een overkoepelende visie en een goed
werkende communicatie- en informatiestructuur;
Tweerichtingsverkeer
Marketing en communicatie is tweerichtingsverkeer. Het is niet alleen informatie zenden, maar ook
behoeften onderzoeken en bevragen. Waar zitten onze doelgroepen op te wachten? Aan welke
informatie hebben zij behoefte en voorziet OGVO daarin? Ze nemen actie, maar er moet ook ruimte
zijn voor interactie. Dat zien ze als volgt:
- Een goede balans tussen top-down en bottom-up communicatie. We gaan niet meer alleen
zenden, maar ook informatie ophalen. Medewerkers zitten vol goede ideeën en hebben veel
kennis van de processen binnen de organisatie. Zij kunnen vaak het beste aangeven wat er
binnen de organisatie leeft en waar men behoefte aan heeft. Deze informatie is essentieel
voor goede communicatie.
- Open communicatie, in tegenstelling tot het nastreven van transparantie. Gezien de
complexiteit van de organisatie is het niet altijd mogelijk om transparant te zijn in onze
communicatie. Wel kunnen we hier openlijk over communiceren, in termen van ‘We kunnen
hier op dit moment nog niets over zeggen. Zodra het kan, laten we het jullie weten.’
- Als marketing- en communicatieteam initiatief nemen, proactief en daadkrachtig te werk
gaan. We gaan niet afwachten totdat men naar ons toekomt met een hulpvraag. We gaan
actief te werk, adviseren gevraagd en ongevraagd en proberen altijd een stap voor te zijn. Dit
past ook binnen de nieuwe positionering van OGVO. We zijn zelfkritisch, blijven onszelf
telkens afvragen: is dit wel de juiste weg? Hoe kunnen we het beter doen en hoe gaan we
mee met de tijd? Maar bovenal zoeken we de samenwerking op, te beginnen met een
OGVO-team marketing en communicatie.
Positionering uitdragen
Zoals gezegd, gaan we ons positioneren als OGVO Toekomstgericht. Dit zal bekend gemaakt moeten
worden, maar het zal ook in alle uitingen door moeten sijpelen. Niet alleen op de website, social
media of in brochures, maar ook tijdens de open dagen, proeflessen, de werving van nieuwe
docenten etc. Eigenlijk overal. Hoe we hier invulling aan gaan geven, wordt in het marcom-plan in
het kader van het herpositioneringstraject beschreven.
Om OGVO als werkgever, maar ook het diverse aanbod van Het Blariacumcollege, Het Valuascollege
en College Den Hulster aan de buiten wereld te laten zien, moet OGVO meer eenheid uitstralen naar
toekomstige medewerkers. Natuurlijk mogen medewerkers en leerlingen trots zijn op de school waar
ze zitten, maar alles moet in een 'OGVO-jasje' gestoken worden.
Nadat de eerste versie van de website gemaakt is, is het van belang om de website te testen bij de
doelgroep om te kijken of de website ook voldoet aan de eisen en verwachtingen van de doelgroep.
Dit levert waardevolle inzichten op die gebruikt worden om de website nog verder te optimaliseren.
Hierdoor zijn er gesprekken gevoerd met stagiaires die bij OGVO stage lopen. Stagiaires die bij OGVO
terechtkomen, hebben hun stageplek niet zelf gezocht. Deze hebben ze toegewezen gekregen van de
betreffende lerarenopleiding waar zij aan studeren. De OGVO-scholen werken binnen
Opleidingsschool Noord-Limburg (OSNL) intensief samen met de LVO-scholen Raayland College,
Dendron College en Bouwens van der Boijecollege en de Nijmeegse lerarenopleidingen van de HAN
(Academie Educatie) en de Radboud Docenten Academie.
In samenspraak met de stagecoördinator van de drie campussen zijn er stagiaires toegewezen die de
Werken bij OGVO website hebben beoordeeld op basis van hun wensen en behoeftes.
Belangrijke punten:
- De website is overzichtelijk;
- De website is gebruiksvriendelijk;
- De website is mooi opgemaakt;
- Op de website staat niks over stages/stagiaires;
- Geen link naar social mediakanalen;
- Verwarrend dat je op een andere website komt als je een vacature aanklikt;
- Goed gebruikgemaakt van sfeer en collega’s.
Bijlagen
Bijlage 1 – Vooronderzoek
Wat zijn de sterke en zwakke punten van de website?
Hierboven is te zien wat de bezoeker te zien krijgt als hij of zij terechtkomt op de website van
ogvo.nl. Er wordt goed gebruik gemaakt van passende kleuren. Iedere school en de Service Unit heeft
ieder hun eigen onderscheidende kleur die op de website mooi terugkomen.
Op de website bevinden zich zes submenu’s. Hiernaast is te zien wat zich onder het submenu
‘Werken bij’ bevindt.
Op de deze pagina wordt in het kort OGVO
als werkgever gepresenteerd waarna de
vacatures bij de drie verschillende scholen
én de Service Unit worden getoond. Als
extraatje bezit de homepagina een ‘Job
Alert’ waar (toekomstige) werknemers zich
kunnen inschrijven om meldingen te krijgen
als er een vacature vrijkomt.
Deze Werken Bij pagina oogt in eerste
instantie mooi en overzichtelijk door de
kolommen en het kleurgebruik, maar als je
doorklikt valt het helaas tegen…
Onder
‘Vacatures:
College Den
Hulster’ staat
Docent Frans. Als
je hierop klikt, zie
je het volgende:
Dit is niet meer de website ogvo.nl/werken-bij-ogvo, maar de website
https://www.werkenbijogvo.nl/. Op deze website moeten toekomstige medewerkers solliciteren. Dit
is omslachtig, want er wordt gebruik gemaakt van twee verschillende websites met verschillende
uitstralingen. Zoals te zien is, zien de vacatures er erg ouderwets uit en zijn de vacatureteksten erg
saai. Op deze website is er geen sprak van eenheid door verschil in woordgebruik:
- OGVO en Ogvo
- Docent Frans en Docent wiskunde
- Tweede graads, 2de graads en 2e graads
- Docent Nederlands vs. Nederlands docent
OGVO heeft een paar unique selling points die niet op de website naar voren worden gebracht, zoals:
- OGVO bezit drie scholen die dichtbij elkaar liggen;
- Als werknemer kun je werken op meerdere scholen binnen de gemeenschap;
o De scholen worden nu in aparte kolommen op de website gepresenteerd wat maakt
dat de werknemer specifiek bij één school komt te werken, maar de werknemer
komt officieel te werken bij OGVO breed. De flexibiliteit en het combineren van een
baan op twee scholen moet meer naar voren komen.
o Stel, er is een vacature van 0,4 ft. voor docent Frans op College Den Hulster, maar de
werknemer wil graag een fulltimebaan dan is de kans groot dat hij of zij afhaakt.
Terwijl er op het Valuascollege ook een vacature voor Docent Frans is voor 0,6 ft. Dit
samen maakt een fulltimebaan.
- Zekerheid als werknemer, want mocht je baan komen te vervallen dan zijn er nog twee
andere scholen die je op kunnen vangen. OGVO kijkt wat zij hierin kunnen betekenen.
- Ontwikkeling/doorgroeimogelijkheden
Bijlage 2 – Analyse enquête
Analyse enquête
De enquête is verstuurd naar 110 studenten van de HAN leraar worden. 30 studenten hebben de
enquête volledig ingevuld.
Vraag 2: Als er op een vacaturesite veel gebruik wordt gemaakt van video/foto, spreekt dit jou dan
aan?
100 % van de respondenten geeft aan dat een
vacaturesite die gebruik maakt van foto/video
aanspreekt.
Vraag 3: Als je op zoek gaat naar een baan, waar zoek je dan naar vacatures?
20 respondenten (71.4%) geeft aan alleen op
LinkedIn te zoeken naar vacatures. 17 respondenten
(60.7%) geeft aan op de website van het
bedrijf/instantie te kijken en op vacaturesites zoals
Indeed. Verder gebruiken 14 respondenten (50%)
vooral hun eigen netwerk.
Vraag 5: Vind je het belangrijk dat de website de sfeer van de organisatie weergeeft?
26 respondenten (92.9%) geeft aan
dat ze het belangrijk vinden dat de
website de sfeer van de organisatie
weergeeft. Verder zijn er 2
respondenten (7.1%) die neutraal
zijn.
Vraag 6: Als je zelf een werken bij website zou ontwerpen, wat mag er volgens jou dan absoluut
niet ontbreken?
2 respondenten (7.1%) geven aan dat de
huisstijl en collega’s leren kennen erg
belangrijk is. Verder zien we foto’s en video’s
vaak terugkomen. Ook wordt duidelijke en
wervende teksten genoemd.
Groen = Website
Blauw = OGVO
Interviewvragen docenten
In het begin vragen we om een korte introductie waarin ze vertellen wie ze zijn en wat ze doen op
school.
1. Waarom ben je docent geworden?
2. Hoe ben je bij het OGVO terechtgekomen?
3. Als je het OGVO in drie woorden mag omschrijven, welke zouden dit dan zijn?
4. Als je het OGVO als werkgever in drie woorden mag omschrijven, welke zouden dit dan zijn?
5. Wat vind jij het mooiste aspect aan docent zijn? (Noem een voorbeeld)
6. Wat maakt *VAK* zo bijzonder?
7. Waarom zou je OGVO anderen aanbevelen?
8. Waarom zou je het OGVO niet aan anderen aanbevelen?
9. Waar zie je jezelf over 5 jaar?
10. Wat is het zwaarste aan docent zijn?
11. Wat zijn voor jou belangrijke arbeidsvoorwaarden?
12. Mis je iets bij het OGVO als werkgever?
13. Is docent zijn voor iedereen weggelegd?
14. Als je op zoek zou gaan naar iets nieuws, wat zou jou dan aanspreken (qua vacatures, etc.)?
Interviewvragen niet-docenten
1. Waarom ben je voor het OGVO gaan werken?
2. Hoe ben je bij het OGVO terechtgekomen?
3. Als je het OGVO in drie woorden mag omschrijven, welke zouden dit dan zijn?
4. Wat vind jij het mooiste aspect aan het werken voor een school?
5. Waarom zou je OGVO anderen aanbevelen?
6. Waarom zou je het OGVO niet aan anderen aanbevelen?
7. Waar zie je jezelf over 5 jaar?
8. Wat is het zwaarste aan je werk?
9. Wat zijn voor jou belangrijke arbeidsvoorwaarden?
10. Mis je iets bij het OGVO als werkgever?
11. Wat zijn belangrijke eigenschappen die jij in deze functie moet hebben?
12. Als je op zoek zou gaan naar iets nieuws, wat zou jou dan aanspreken (qua vacatures, etc.)?
13. Welke eigenschappen moet een collega van jou hebben?
Interviewschem
a
College den
Valuascollege Wie? Waar? Hulster Wie? Waar?
17 december Wilbert Bij de ingang 6 december Astrid Experience
15:00 uur Beurskens afspreken 11:00 uur Marissen centre
17 december Wendy 6 december C129 bij het
11:00 uur Lenssen Lokaal 4118 11:45 uur Henny Nijveld plein
17 december Joost 6 december
11:00 uur Kiefte lokaal 4110 15:30 uur Jacques-Paul E135
Mike
10 december Schoolmeester Online
11:00 uur s Teams
10 december Jannemiek VMBO aula
14:00 uur Hazenbosch
Bijlage 4 – Interviews
Groen = Website
Blauw = OGVO
Het Valuascollege
Joost Kiefte
Zou je jezelf kort voor willen stellen?
Ik ben dus Joost Kiefte, docent Engels dat doe ik sinds 2010 op deze school. Ik ben zij-instromer. Ik
heb dus eerst een jaar of 20 In het bedrijfsleven rondgelopen voordat ik definitief in het onderwijs
terecht kwam. Ik ben docent Engels voornamelijk aan de bovenbouw en ik geef af en toe nog een
derde klas les, maar voornamelijk bovenbouw atheneum.
Kun je wat meer vertellen over het traject van zij-instromers?
Ik ben na mijn middelbare school Engels gaan studeren aan de Universiteit in Nijmegen, die heb ik
ook afgerond. Daaropvolgend heb ik nog een jaar de docentenopleiding gedaan, universitair Instituut
voor lerarenopleiding, dus daar heb ik ook een master van, dus zowel voor Engels als voor het hoger
onderwijs. Ik vond echter toen ik aan het stagelopen was, een half jaar zelfstandige stage, had ik
zoiets van nou ik weet niet of het onderwijs op dit moment iets voor mij is. Ik vond dat
leeftijdstechnisch, ik ben een laatbloeier had, laat ik dat vooropstellen. Dus ik vond eigenlijk dat het
verschil in geestelijke gesteldheid tussen de leerlingen die je dan in een bovenbouw zou moeten
bedienen en mijzelf eigenlijk niet groot genoeg was om voldoende afstand te kunnen nemen van een
aantal dingen. Ja, ik beleefde daar op dat moment ook niet echt heel veel plezier aan om voor de klas
te staan. En toen ben ik gewoon in een studentenbaan waar ik toen in Nijmegen werkte ben ik daar
gewoon in door blijven modderen. En dat is van het een is daar het ander uit voortgekomen. Dus ik
heb ongeveer een werkgever of 6/7 gehad in de tussentijd, ik heb van alles gedaan. Ik heb bij Cibo
gewerkt, ik heb bij de ABN Amro gewerkt als kredietbeoordelaar en hypotheek beoordelaar.
Uiteraard na het volgen van de daartoe behorende cursussen. Daarna ben ik bij een
makelaarsbureau gaan werken als hypotheekadviseur, met verzekeringen heb ik me beziggehouden.
En dat is eigenlijk niet eens zo zozeer door eigen toedoen, maar meer door de financiële crisis in
2008/2009 kwam daar een einde aan, niet vrijwillig. En toen kwam de optie onderwijs opeens weer
naar boven drijven, want er was natuurlijk in de financiële sector heel weinig werk meer te vinden.
En toen ben ik naar mijn oude middelbare school teruggelopen, het Den Hulster, en daar werd ik met
open armen ontvangen tot mijn verbazing. 20 jaar geen ervaring meer in het onderwijs, maar ik denk
ja ik waag gewoon de sprong en ik ben daar gewoon naar binnen gelopen. En er zaten nog een aantal
docenten die mij kende, die vonden vroeger dat ik heel goed in Engels was en dat klopt ook wel. En
dat heb ik altijd ook wel bijgehouden, want het is een soort hobby van me gebleven. Dus ik had geen
achterstand op het gebied van uitspraak, alleen de specifieke dingen die je in de klas moet uitleggen
dat moest even opgefrist worden. Ik zeg: als ik nog iets moet doen aan opleiding laat het maar
weten. En toen heb ik met Chris de Haan gesproken en die zei nou als je je papieren hebt dan is het
enige wat je eigenlijk zou moeten doen is gewoon voor de klas gaan staan en het weer proberen. Van
mij hoef je niet terug naar een opleiding, dus dat heb ik toen ook niet gedaan. En toen ben ik na de
zomervakantie heb ik een aantal klassen als invaldocent overgenomen. En dat vond ik echt
verschrikkelijk, want ik wist niet wat me overkwam, ik denk is het dit nou wel. Nouja die vervanging
hield na de kerstvakantie op. En toen kon ik hier terecht voor een aantal uurtjes en dat is gestaag
uitgebreid. En ja hier vielen eigenlijk de puzzelstukjes op hun plek. Dingen die je eigenlijk niet zou
moeten doen, die ik bij het Den Hulster wel nog deed, uiteraard gewoon te weinig ervaring. Ja die
deed ik hier niet meer, ik moet overigens zeggen dat de begeleiding op het Den Hulster meer dan
goed was. Ik ben echt heel goed opgevangen, dus wat dat betreft ook alle lof voor de collega’s op het
Den Hulster hoe ze me daar gezien hebben. Ze zagen op dat moment iets in me wat ik niet zag en
daar ben ik ze wel heel dankbaar voor. En dat hebben ze op het Valuas kenbaar gemaakt en daarom
kon ik hier terecht. Dat is eigenlijk in een notendop hoe dat gegaan is.
Heb je het gevoel dat je voor het OGVO of voor het Valuas werkt?
Ik had meer het gevoel dat het op dat moment echt twee aparte scholen waren. Waar ook wel wat
gezonde/ongezonde concurrentie tussen voorkwam. En ik heb nog steeds wel het gevoel dat ik op
het Valuas werk en niet voor het OGVO, daar ben ik wel heel eerlijk ben. OGVO is diegene die het
salaris betaald en een aantal zaken ver weg regelt, maar je dagelijkse werkvloer is gewoon hier. En de
identiteit van het Valuas is natuurlijk vanuit het verleden relatief sterk en van het Den Hulster en
Blariacum ook. Dus dat gezamenlijkheidsgevoel is er denk ik nog niet op die manier. Dat zie je denk ik
wel bij meer bedrijven waar een holding bijvoorbeeld boven zit. Het is nu nog steeds te zien dat het
aparte scholen zijn met een andere identiteit ook qua leerlingenpopulatie denk ik.
Hoe zou dat volgens jou beter kunnen zodat medewerkers meer het gevoel krijgen dat ze voor OGVO
werken?
Dat hoeft voor mij niet. OGVO is natuurlijk een stichting die overkoepelend is, maar niet diegene die
de identiteit per school bepaalt. Want ik vraag me dan af waar ze dan de keuzemogelijkheid voor
leerlingen en ouders nog hebben als ze voor of het Blariacum of het Den Hulster of het Valuas kiezen.
Er moet wel een bepaald onderscheid zijn en dat kan te maken hebben met onderwijsaanbod. Dat je
zegt nou het Valuas gaat een bepaalde richting uit en het Blariacum gaat een bepaalde richting uit.
Maar ze hebben alle 3 een havo afdeling, alle 3 een vmbo afdeling en alle 3 een vwo afdeling. Den
Hulster heeft dan geen gymnasium. Maar er is bij elke school wel iets dusdanig apart dat je kunt
zeggen, nou ik kies als ouder heel gericht voor het Den Hulster, omdat daar bepaalde dingen worden
aangeboden. Of ik kies heel specifiek voor het Valuas. Ik denk eerlijk gezegd dat dat ook wel goed is.
Tenminste ik zou dat zelf wel op die manier nog willen blijven zien. Binnen uiteraard de stichting
OGVO, dat er zaken gestroomlijnd kunnen worden dat denk ik wel. Want je ziet nu dat op het Den
Hulster ze bepaalde normen zus hebben en op het Blariacum bepaalde normen zo. Dus we doen
allerlei dingen die op zich hetzelfde zouden kunnen zijn, doen we anders. En dat hoeft denk ik niet. Je
zou dezelfde leermethode kunnen aanbieden, waarom niet. Waarom moet dan op het Den Hulster
anders zijn dan hier. Dan heb je voordelen van bijvoorbeeld schaalvergroting.
Weet je wie jouw collega’s zijn op de andere scholen?
Nee, geen idee. Ik heb ze een 10 jaar geleden voor het laatst op het Den Hulster gezien en ik ben wel
eens op het Blariacum geweest, maar heb niet echt met directe collega’s kennis gemaakt. Maar wie
daar nu inmiddels nog zitten dat zou ik niet weten.
Zou je daar behoefte aan hebben?
Nee. Welk voordeel zou dat kunnen bieden? Ik bedoel we zijn hier op school met 13 Engels
docenten. En dan heb ik het alleen over de kolom havo/vwo. En dan heb ik het niet eens over de
collega’s van het vmbo. Het is vaak al heel lastig om met die collega’s overeenstemming te bereiken
over wat we gaan doen, hoe gaan we dat doen, waarom gaan we dat doen. En om dat dan ook nog
eens een keer een bepaalde vorm van consesus te bereiken met mensen van het Blariacum en van
Den Hulster, ik zie daar de toegevoegde waarde niet van. Wat je wel zou kunnen doen, denk ik, is dat
je bijvoorbeeld de sectievoorzitters overleg zou kunnen laten hebben met het stroomlijnen van
bepaalde leermethodes die je aanbiedt. Dat zou wel handig zijn. Want als elke school een eigen
methode moet bestellen of je kunt dat met zijn 3en doen dat levert natuurlijk ook bepaalde
schaalvoordelen op. Maar met alle docenten in contact te treden, ik weet niet of dat echt veel
toegevoegde waarde brengt.
Zou je het OGVO aanbevelen als werkgever?
Ja dat zou ik zeker doen. Ik ken het Den Hulster uiteraard van 10 jaar geleden. Ik heb geen idee meer,
ik ben er daarna nooit meer geweest. Er was wel verschil in een bepaalde sfeer die anders was op
beide scholen. En ik denk dat dat bij de ene docent beter past als bij de andere. Ik denk dat ik de
sfeer op het Valuas wel heel prettig vind voor mijzelf. En dat ik op die basis inderdaad wel iemand
zou kunnen aanbevelen van bij ons is het wel leuk werken. En het gras zal elders ook echt niet
groener zijn dus, er is overal natuurlijk wel wat. Maar er zijn zoveel positieve dingen dat ik denk dat
een bepaalde collega waarvan ik denk dat die hier zou passen dat ik die zeker zou aanbevelen om
hier in elk geval een gooi naar zo’n baan te doen.
En waar sta je over 5 jaar?
Zoals het nu naar uitziet, leeftijdstechnisch, werk ik nog gewoon hier. Ik had toen al het idee, toen ik
ontslagen werd bij de makelaar, toen was ik 46, toen vond ik het eigenlijk al van oei nu wordt het wel
lastig om nog ergens tussen te komen. Want dan hoor je al tot de oudere werknemer natuurlijk. Dus
ik zie voor mijzelf op dit moment het niet echt weggelegd om nog een switch te maken. Als er iets op
mijn pad zou komen waarvan ik denk van nou best leuk, dan zou ik daar geen nee tegen zeggen
waarschijnlijk. Maar of die kans heel erg groot zal zijn, dat weet ik niet. Een vriend van mijn werkt in
het HBO en die heeft ook nog eens gezegd ja is dat niks voor jou HBO. Je werkt toch met iets meer
met gemotiveerde studenten, want die hebben een bepaalde keuze gemaakt. Nou daar heb ik wel
over nagedacht, maar als ik dan kijk naar hoe ik hier mijn werk doe, hoe het contact met leerlingen
ook is, de vrijheid die je ook hebt met het invullen van bepaalde dingen. Dan heb ik daar op dit
moment nog geen behoefte aan. Terwijl ik dat bij andere banen wel had, dan werd het na 4 jaar weer
tijd om iets anders te gaan zoeken. Maar dat heb ik hier nog niet gehad eerlijk gezegd.
Wat maakt het zo bijzonder het docent zijn?
Het contact met de leerlingen. Hier had ik na een week al contact met de leerlingen en ze herkende
me. Er is een hele open sfeer, dat is ook af en toe een valkuil dat je misschien iets te toegeeflijk bent
naar leerlingen, dat je ze iets meer ruimte geeft dan dat goed voor ze is. Maar de sfeer tussen
leerlingen en docenten is heel erg prettig. En ik voel me daar prima bij. Ik heb hier nooit het gevoel
dat ik de strenge docent moet zijn om respect van leerlingen terug te krijgen. En ja dat vind ik heel
erg prettig. Want ik heb op het Den Hulster wel geprobeerd om klassen in het gareel te krijgen en
streng te zijn, maar dat ben ik niet. En ik zou me denk ik doodongelukkig voelen op een school waar
ik dat wel vaak zou moeten toepassen. En dat is hier 90 % van de gevallen gewoon niet aan de orde.
En dat maakt het werken voor mij wel heel plezierig. Want ik kan gewoon mezelf zijn, in de klas,
maar ook daarbuiten. Dus dat vind ik wel erg prettig.
En wat vind je het mooiste aan het vak Engels?
Dat is een keuze die ik moeilijk vond. Ik wilde eigenlijk iets met Duits gaan doen, ik heb wel een
beetje een aanleg voor talen. Ik vond Duits een leuke taal en ik was er ook goed in. Engels ook
eigenlijk vanaf het eerste moment dat ik op de middelbare school kwam klikte dat ergens, maar dat
had ik ook met geschiedenis. Dat is ook iets waar ik heel erg veel belangstelling voor heb. Dus ja
uiteindelijk is die keuze op Engels uitgevallen, omdat ik dacht dat ik daar meer mogelijkheden in zou
hebben dan bijvoorbeeld met Duits of geschiedenis. Wat ik leuk vind aan het Engels is dat het
eigenlijk een ongrijpbare taal is. Als je naar Duits kijkt dan zit daar een hele strakke structuur in. En
Frans zit ook een heel strakke structuur in, die grammatica wordt heel hard bewaakt van zo moet
het. En Engels is dat veel minder in beton gegoten. Ook met vocabulaire je hebt zo’n ontzettende
uitgebreide woordenschat. En je hebt zoveel met spreken te maken. Zoveel verschillende accenten
die je kunt doen. Dus ik heb er een vrij sterke affiniteit mee. Ik denk dat ik ook wel een heel Brits
gevoel voor humor heb. En dat ik ook misschien geestelijk me best wel bij de Engelsen thuisvoel. Wil
niet zeggen dat ik er zou willen wonen, maar ik kan me wel voorstellen dat als ik bijvoorbeeld boeken
of romans lees waarin de typische Engelse karaktertrekken aan bod komen, daar herken ik me heel
erg in. Dus dat je niet altijd meteen het achterste van je tong laat zien, dat je in eerste instantie wat
gereserveerd en afstandelijk bent, nou dat herken ik wel in mezelf. En dat past ook wel bij me denk
ik. Dus er zijn een aantal dingen die daarbij komen kijken. En ik vind dat zeker Britse historici, want
hun geschiedenis blijft toch iets wat ik heel leuk vind, vind ik over het algemeen fantastisch. En ook
dat is een reden om in het Engels te kunnen lezen. En ja dat verrijkt mijn leven heel erg moet ik
zeggen. Dus dat vind ik heel erg prettig.
En denk je dat het voor iedereen weggelegd om docent te zijn?
Nee, dat denk ik niet. Waarom weet ik eigenlijk niet. Ik denk ook niet dat je een goede docent of een
docent in een bepaald hokje kunt stoppen. Mijn directe collega is 20 jaar jonger dan ik, die heeft heel
veel affiniteit met dezelfde dingen die ik ook zie, maar hij geeft toch op een heel andere manier les
dan ik. Terwijl hij net zoveel waardering van zijn leerlingen krijgt en respect van zijn leerlingen als ik
dat krijg. Terwijl hij op bepaalde punten veel strenger is dan ik bijvoorbeeld. Ik denk dat hij in de klas
een heel andere aanpak heeft met leerlingen die lastig zijn. En dat is denk ik ook wel het aardige van
het onderwijs, je kunt een bepaalde situatie op meerder manieren aanvliegen en dat hangt heel sterk
van je karakter af. Hoe je in het leven staat en dat is iets wat ik bijvoorbeeld in een andere baan die ik
heb gehad niet op die manier kwijt kon. Daar had je gewoon een bepaald stramien, je moet een klant
behandelen en je moet dat zus en zo doen. En in het onderwijs heb je heel veel variatie en dat zal
niet voor iedereen weggelegd zijn. Er zijn natuurlijk ook meer zij-instromers hier geweest die eigenlijk
niet allemaal gebleven zijn, omdat ze het gewoon niet aankonden en ook de werkdruk niet
aankonden. Misschien het relativeringsvermogen missen om de werkdruk aan te kunnen. En ik merk
dat ik dat wel zelf vrij aardig onder de knie heb. Dus dat ik me niet gek laat maken door allerlei
dingen en dat ik heel goed het onderscheid kan maken tussen wat is nu wel belangrijk, wat moet ik
nu echt doen en wat kan ik laten liggen en wat lost zichzelf wel een keer op. En die vrijheid die krijg je
ook in het onderwijs. Maar die vrijheid moet je aan de andere kant ook niet misbruiken dat je denkt
van oke ik ben vandaag om 13.00 uur klaar en dat was het dan, ik hoef voor de rest niks meer te
doen. In die valkuil moet je niet trappen, want dat kun je eens een keer doen. Maar je zult toch
uiteraard bepaalde hoeveelheden werk moeten verrichten. En met die vrijheid moet je wel om
kunnen gaan en dat zal ook niet iedereen liggen.
En welke eigenschappen moet een collega volgens jou echt hebben?
Ik denk dat je het werken met kinderen wel heel leuk moet vinden. Want als dat niks voor je is dan
houdt het op. En dat zal ook een reden zijn waarom het niet voor iedereen is weggelegd. Je moet er
ook open voor staan dat kinderen natuurlijk andere belangstelling hebben dan jijzelf. Dan kun je wel
functioneren, maar dat maakt het contact met leerlingen er niet makkelijker op. Je moet oog hebben
voor de belevingswereld van leerlingen, wat drijft ze en wat vinden ze interessant. Waarom maken
de leerlingen bijvoorbeeld niet altijd hun huiswerk? Ja je kunt dan wel zeggen dit moet, want dit is
ontzetten belangrijk. Maar ik kan me wel voorstellen dat leerlingen daar op sommige momenten iets
minder behoefte aan hebben. Dus het is ook een beetje laveren tussen, het is een kwestie van geven
en nemen ook. Maar dat maakt het werk ook wel heel interessant. Ik denk dat we wel een beetje van
de vraag zijn afgedreven.
Liever een standaard vacaturetekst of een leuke vacaturetekst?
Ik heb in mijn leven volgens mij 2 keer gesolliciteerd, de rest ben ik gevraagd om ergens te komen
werken. Dus dat vind ik heel lastig. Ik heb ook niet dat soort advertenties op mijn netvlies staan hoe
ze eruitzien. Ik weet ook niet wat mij zou trekken. Ik denk als je in het onderwijs op zoek bent naar
een baan en stel dat ze niet voor het oprapen liggen, dan denk ik dat een tekst niet zo heel erg
belangrijk is. Want dan denk je ik moet werk hebben, daar is een vacature en daar schrijf ik op. Of die
tekst dan heel wervend is, dat boeit dan minder.
Ik denk dat school ook wel veel van mond tot mond reclame moet hebben, dat het zich rond spreekt
dat het Valuas op die manier in elkaar zit. Is dat wel iets voor me of niet. Ik denk dat een iets
persoonlijkere advertentie wel misschien eerder in het oog springt bij mensen. Dat ze dan zoiets
hebben van he dat springt eruit, dat zou wel eens interessanter kunnen zijn.
Wat zijn voor jou belangrijke arbeidsvoorwaarden?
Ja dat klinkt misschien loon, maar dat is niet in de eerste plaats het salaris. Daar wordt wel veel over
geklaagd in het onderwijs en ik kan me best voorstellen dat als je begint als docent, dat het even
slikken is als je ziet wat mensen met een gelijkwaardige opleiding in het bedrijfsleven zouden kunnen
verdienen. Ik denk ook wel dat dat een probleem is waar het onderwijs op dit moment mee worstelt.
Ik denk als je op een gegeven moment een bepaalde situatie hebt bereikt en je zit aan de top van de
salarisschaal dan is het alleszins een fatsoenlijk inkomen, dus daar heb ik echt geen klagen over. Ik
denk dat het belangrijkste is dat je niet constant op de vingers wordt gekeken door collega’s en door
leidinggevende over wat je aan het doen bent en wat precies de resultaten zijn. Resultaten zijn in het
onderwijs denk ik heel moeilijk meetbaar, wat is het effect van een les. Soms kun je dat zelf wel
vergelijken, ik doe in 2 klassen precies hetzelfde terwijl daar iets heel anders uitkomt dan in een
andere klas en waar ligt dat dan aan. Dat ligt aan een heleboel factoren die je niet kunt bepalen.
Maar een bepaalde vrijheid die je zelf kunt nemen in goed vertrouwen uiteraard, je moet van dat
vertrouwen geen misbruik maken. Ik denk dat dat voor mij een van de belangrijkste zaak is, die ik
heel erg plezierig aan het onderwijs vind.
Wendy Lenssen
Zou je je kort willen voorstellen en ons willen vertellen wie jij bent en wat jou functie is?
‘’Ik ben Wendy Lenssen. Ik werk op het Valuascollege als docent Nederlands in de onderbouw, maar
ik geef ook les in de topklas en regulier aan een havo-klas. Verder ben ik nog
ondersteuningscoördinator. Binnen het Valuas ben ik verantwoordelijk voor passend onderwijs. Als
kinderen extra ondersteuning nodig hebben dan ben ik voor de afdeling havo/vwo degene die gaat
kijken waarmee wat het kind kunnen helpen. De insteek is om een kind zo lang mogelijk op school
regulier les te kunnen laten volgen en dan gaan we kijken naar maatwerk. Het doel is om te
voorkomen dat ze thuis komen te zitten.’’
Leuk een dubbele functie toch?
‘’Het beleid is hier intern zodanig dat je een docent vaak ook een extra taak heeft, dus ik hoor ook bij
ondersteunend onderwijspersoneel. Ik vind het leuk en af en toe ook pittig. Je geeft les en dat is
totaal anders dan mijn rol als coördinator van de zorg en ondersteuning.’’
Denk je dat je je rol als coördinator beter kunt uitoefenen, omdat je ook docent bent?
‘’Ja en nee. Hier is het beleid wel zodanig dat als je een goede docent bent, dan vragen ze je ook vaak
voor andere taken. Dat kan heel uiteenlopend zijn. Ik heb gekozen voor deze taak, omdat ik affiniteit
heb met zorg en kinderen die het wat moeilijker hebben. Maar ik heb me wel gespecialiseerd, dus ik
heb er wel een opleiding voor gedaan: master educational needs. Ik vind wel dat je je daar goed in
moet scholen, zodat je dat ook goed kunt doen.’’
Waar is het dan begonnen na je middelbare schooltijd?
‘’Ik ben docent Nederlands gaan studeren. Daarna ben ik meteen fulltime gaan lesgeven. Toen ik hier
kwam, werd mij op een gegeven moment de vraag gesteld of ik iets met taal en beleid wilde doen.
Toen was er heel erg sprake van een reken- en taalachterstand. Toen waren die referentieniveaus in
een keer heel erg belangrijk. Dat je bijvoorbeeld na een vmbo/t een referentieniveau hebt van 2F en
na de havo een 3F-niveau. Daar moest beleid voor geschreven worden. En ik ben ook
stagebegeleider en toen kwam deze taak voorbij en toen dacht ik: dit vind ik écht heel leuk. In eerste
instantie solliciteer je intern voor die functie en pas later wilde ik me daar meer in gaan verdiepen en
ik wilde daar ook de opleiding voor volgen.’’
En hoe ben je bij het OGVO terechtgekomen?
‘’Ik heb zelf hier op school gezeten, heel lang geleden. Ik heb wel heel veel gedaan. Ik heb in het
buitenland gewerkt als docent op Curaçao. Toen ik terugkwam heb ik voor educatie uitgeverij
gewerkt en toen kreeg ik kinderen en die baan bij uitgeverij Wolters was heel ver weg, in Groningen.
Die baan was heel druk en ik was constant onderweg en dat kon ik niet combineren met een gezin.
Toen solliciteerde ik hier en toen werd ik aangenomen.’’
Als je OGVO zou mogen omschrijven in drie woorden wat zou je dan zeggen?
‘’Vind ik lastig, want ik heb de ‘Valuaspet’ op. Ik heb gelukkig nu meer contact met de andere
campussen. Het is wel klein genoeg: kleinschalig en daarmee toegankelijk. Laagdrempelig, dus je
hebt echt de mogelijkheden om je te ontplooien. Ook wel in beweging, dynamisch. In de zin van dat
er een groot aanbod is. Wij zijn de artistieke school en dat vind ik ook wel mooi. Dus mijn drie
woorden zijn: Kleinschalig, laagdrempelig en dynamisch.’’
Je zegt: ‘’Ik heb de Valuaspet op’’, heb je het idee dat je voor het Valuas werkt of voor het OGVO?
‘’Voor het Valuas. Dat is ook wel logisch. Het zou wel goed zijn als we elkaar wat meer opzoeken. Van
oudsher was er meer interne concurrentie en dat is nu wel wat minder geworden. Kijkende naar mijn
huidige taak heb ik heel veel contact met het Blariacum en Den Hulster. Ik geloof erin dat
samenwerking belangrijk is, zodat we van elkaar leren.’’
Wat vind jij het mooiste aspect aan zowel docent zijn als je rol als coördinator?
‘’Het mooiste vind ik dat ik dankbaar mag zijn met de mogelijkheid om door te groeien. Lesgeven
vind ik superleuk, maar ik ben ook iemand constant op zoekt gaat naar uitdaging. Ik geef al 25 jaar les
en dat doe ik nog steeds met veel plezier, maar op een gegeven moment merkte ik dat ik een stapje
zijwaarts vooruit wilde. Ik wilde verbredingen. Je gaat van verbreding, die twee taken, uiteindelijk
door de studie naar een stukje verdieping. Dat vind ik wel fijn, want ik denk dat de organisatie moet
investeren in zijn kapitaal en dat zijn de leraren. Daardoor wordt er meer de nadruk gelegd op
professionalisering. Ik doe mijn verdiepen/verbreden omdat ik dat wil, maar wat doe je met leraren
die dat niet doen? Ik vind dat je een leven lang moeten en dat mag je best van je personeel vragen.
Als ik mij wil ontplooien dan is het: oh, leuk. Ja doe maar. Maar wil je een kwalitatief goede school
blijven, dan zul je ook echt iets moeten aanreiken aan docenten: hoe ga jij jezelf ontwikkelen? Dat je
niet alleen een leraar bent, maar een coach, dat je je collega's ondersteunt. Dat moet veel meer,
maar daar willen ze gelukkig ook naartoe. Onderwijs daarvan zeggen ze vaak dat mensen afhaken
vanwege te weinig mogelijkheden. Maar je kunt wél doorgroeien van docent naar teamleider, maar
je kunt ook doorgroeien in je vak. Docenten moeten een leermeester zijn ook naar de eigen collega's
toe. Ik denk dat collega's dan ook gemotiveerd blijven en koppel dan die professionalisering met een
beloning. Als een docent echt vooruit wil en ook beter wordt in zijn vak/taak, dan moet je hem ook
belonen. Dat beloningssysteem mag nog wel wat beter. Er zit heel erg gunfactor soms voor de
leidinggevende en dan heb ik soms het vermoeden terwijl ik denk ‘nee’ kijk nou eens goed echt naar
de persoon en wat die bereikt met zijn vak en daar moet je iemand voor belonen. Dan hou je mensen
langer bij je. Ik geloof wel ook in de continuïteit. Dat is nog wel eens lastig met name voor de
jongeren docenten die hier net twee jaar werken. Die werken zich helemaal uit de naad en dan horen
ze ‘ja sorry, we kunnen je niet hier houden.’ Zonde, super jammer.’’
Kijk je wel eens naar andere vacatures. Niet in de zin, omdat je ergens anders wilt solliciteren maar
als docent Nederlands heb je meer verstand van taal. Als je dan mag kiezen, want heel veel vacatures
voor docenten zijn heel saai en standaard, zou je dan liever een tekst zien waar iets meer moeite is
gestoken die iets met leuke twist eraan of een standaard tekst voor een vacature?
‘’Ja, natuurlijk. Zeker deze generatie is meer gericht op social media en zelfs ik gebruik dat. En zo'n
website is het visitekaartje van ons. Ik denk zeker dat dat de nieuwe medewerkers en ook de mensen
van mijn leeftijd die op zoek zijn naar bijvoorbeeld een andere baan in het onderwijs, dat die daar
zeker door getriggerd te worden. Scholen in het bijzonder moeten veel meer laten zien waar ze voor
staan en wie ze zijn. Ze moeten dat meer naar buiten brengen. En ook vooral onze visie moet eruit
springen. Op de website moeten de toekomstige medewerkers ook mensen zien die daar werken,
zodat ze kunnen zien of die manier van werken hen past. Ik denk dat je ook heel erg onderscheidt
moet maken tussen andere scholen, want alles lijkt zo hetzelfde qua aanbod en doel maar dat is
natuurlijk niet zo. Je moet meer kijken naar: wat willen wij nu eigenlijk en waar staan wij voor?
Filmpjes lijken mij slim daarvoor, maar ook tekst natuurlijk.’’
Wat ik wel bijzonder vind is dat wij hebben nu twee docenten Nederlands hebben gesproken waarvan
iemand zijn eigen tekstbureau heeft en dan denk ik, waarom maken we daar geen gebruik van? Nu
doen de communicatie mensen dat vaak of de mensen van P&O, en wij kunnen hier nu ook een
bijdrage aan leveren, maar er zijn genoeg docenten die dat ook zouden kunnen doen!
‘’Dat is heel kernachtig wat je zegt. Ik denk dat docenten te bescheiden zijn en niet gewend zijn om
zichzelf te laten zien. Dan zijn ze bang dat andere docenten zeggen van: Ts, moet je haar nou zien!
Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op. Ik heb ook bijvoorbeeld collega Nederlands die is
fantastisch in het ontwerpen van bijvoorbeeld lessen. Die is heel interactief. En dan zegt ik: ‘’Joh, het
is bijzonder wat je doet.’’ En dan kijk ze me raar aan, maar het is echt heel bijzonder. Maar waarom
doen we daar niks mee? Ik heb onmiddellijk gevraagd of zij mij dat ook wilt leren. Zij kan die hele
expertise ten aanzien van interactief lesgeven en lessen-up ook met andere mensen delen. Ik denk
dan: Ik hoop dat mijn kind die je docent krijgt, want zij heeft haar lessen voor elkaar. Dan gaat het om
kwaliteit.’’
Je gaf aan dat je vanaf je 25ste een beetje erachter kwam dat je techniek leuk vond, hoe is jouw reis
een beetje gegaan, zeg maar, je bent gaan studeren op je…
''Het zit zo, ik heb geen technische vader die zegt van: kom je mee de garage in, want we gaan mijn
oldtimertje opknappen of zo. Nee, mijn vader is heel technisch, maar die is wetenschapper. Dus ik
kwam niet zo met de techniek in aanmerking en op de middelbare school moest ik dan een
servettenhouder vouwen van plexiglas en die vond ik niet mooi en die hoefde ik niet die
servettenhouder en al die jongens om me heen wisten hoe gereedschap werkte en ik niet. Dus ik
vond dat helemaal niet leuk, want dan kon ik dat misschien niet zo goed. En dan vond ik het heel fijn
als iemand anders mijn servettenhouder onder de smeltbank legde. Nou, dus ik vond techniek stom.
En toen, uhm, wat wilde ik later worden. Ik vond tekenen wel heel leuk en toen wilde ik ontwerper
worden, dus een Senseo-apparaat was er toen en dat soort dingen wil ik ontwerpen. Dus ik besloot
uiteindelijk na de havo om product ontwerpen te studeren en dat stukje techniek dan wat erbij
kwam kijken, dacht ik van ja, dan ga ik toch de vormgeving kant op daarna. Maar dat maakt niet uit.
En uiteindelijk, tijdens Industrieel Product Ontwerpen, leerde ik kennismaken met dingen zoals een
beetje draaibanken, een beetje lassen, een beetje houtbewerken omdat je ook modelletjes moest
maken van hoe iets eruitzag. Je moet kinderspeeltjes ontwerpen. Dat vond ik fantastisch om te doen
en toen moest ik een houten modelletje maken van kinderspeelgoed en dat vond ik super leuk om te
doen, want er stond geen docent naast mij die mij zei: je moet deze servettenhouder maken. Nee,
dat speelgoed dat ik in mijn hoofd had dat ging ik ontwerpen en maken. En dat vond ik super leuk.
Een leuk anekdote is dat ik op mijn eigen verjaardag tot 17:00 ’s avonds bezig was met mijn houten
kinderspeelgoedje en dat mijn moeder me op een gegeven moment belde van: hey, ik zit al in de
trein, want ik ben onderweg naar jou, want je bent jarig vandaag. En dat ik dacht: huh? Oh, ja! Dus ja,
ik vond dat zo leuk ineens en toen dacht ik daar wil ik meer mee, maar ik wil niet de hele dag achter
de computer zitten als ontwerper. Ik wil leerlingen laten zien dat techniek leuk is. Zoals ik dat zelf
gemist heb op de middelbare school. En toen ben ik de lerarenopleiding Techniek gaan doen, meteen
erachteraan.''
Is wel mooi dat je de kans hebt gekregen om hier zelf ook zeg maar iets neet te zetten
''En uiteindelijk wilde ze in Sittard op school ook wel dat ik daar kwam werken, maar hoe mijn hart
hier ligt en hoe dat vak Design en Technoloy nog steeds gegeven wordt dat maakt dat ik hier niet weg
wil. ''
En als je het OGVO in drie woorden mag omschrijven wat is dan het eerste dat in je opkomt?
''Persoonlijk, want het is wel een open deur en daar zijn we allemaal heel trots op en het is echt, ik
kan ook namens mezelf spreken dat een leerling is geen product van mij waar ik mee moet werken.
Iedere leerling is anders. Ik wil die leerling graag het onderwijs bieden wat bij die leerling past. Daar
draait het om. Ook in die projecten: als jij je eigen stoel wil maken of je wilt geen stoel maken, want
je hebt geen plek op je kamer want die deel je met je broertje, dus je wilt iets anders maken dan
moeten we daar over nadenken. Want je hebt daar een reden voor waarom je iets wel of niet wilt. Er
natuurlijk moeten er dingen ook maar dat wil ik wel op de leerling aanpassen wat wel en niet moet
en dat vind ik heel erg bij GVO passen. Met persoonlijk bedoel ik meer dat het maatwerk is, goed
afgestemd, wat bij jou past.''
''Vrijheid is een woord dat ik minder snel zal gebruiken, want ik houd niet van scholen waar je van
alles MOET doen. Iedereen moet leren en je moet ook leren dat leren leuk is. Als je vrijheid geeft en
de leerling blijft het liefst de hele dag in zijn bed liggen, dan kan dat ook gebeuren. Ik zou dus zeggen
persoonlijk, ik zou ook zeggen techniek. Ondanks dat OGVO natuurlijk veel breder is dan techniek,
maar Den Hulster is voor techniek een speerpunt van onze school. Ik zou ook zeggen heel compleet,
omdat we 3 scholen zijn die met hun profielen die je in de bovenbouw hebt havo en vwo en vmbo en
technasium en dat alles eigenlijk wel aangeboden wordt, dus ik denk dat we heel compleet zijn.''
En wat zijn voor jou belangrijke arbeidsvoorwaarden. Waar let je op als je gaat werken?
''Oei, haha, ja ik denk dat ik hierin afwijk van mijn collega’s. Heel veel vinden roosters en werktijden
en werkdruk. Ik zou vrijheid zeggen. Ik wil heel graag buiten het boekje mogen gaan. Ik wil lessen
maken die langer of korter duren dan een lesuur in het rooster en ik wil een hele middag mogen
zeggen dat leerlingen dat leerlingen kunnen komen en een andere dag eens niet. Flexibel mogen
omgaan met al die regels die we hebben dat vind ik een arbeidsvoorwaarden. En dat ik als docent
ook zeggenschap heb van hoe ik mijn lessen invul. Ik ben niet gebonden aan een boek, ik maak mijn
eigen lesmateriaal. Ik ga met een eigen pasje dingen kopen voor mijn leerlingen. Vanmorgen heeft
een leerling gezegd: juffrouw ik ga van een oude stofzuiger een robot maken. Nou, dan wil ik 's
middags ergens naar toe kunnen rijden om een oude stofzuiger te halen en die niet ergens te
moeten bestellen bij een reguliere leverancier bij ons, want die verkopen geen oude stofzuiger maar
mijn leerling heeft die wel nodig dus dan wil ik die ook gaan halen.''
Wat vind je het mooiste aan werken op een school en voor een school?
''Bijdragen aan de ontwikkeling van mensen. Hè, want iedereen zegt dan kinderen of leerlingen, maar
ik ben mezelf zo bewust dat mijn middelbare school hoeveel wel en niet keuze ik toen maakte over
wat ik leuk vond en die bepalend zijn geweest voor wat ik later ben gaan doen. Die keuzes hoef je
niet altijd bewust te maken, maar je moet op die leeftijd wel geprikkeld raken door dingen die bij
jouw talent of interesses liggen. Ik vind het zo bijzonder dat bijvoorbeeld een leerling die is nu 20 of
21, ik kan zo haar naam zeggen, die bij mij les heeft gehad op de brugklas en in de tweede klas en die
haar hele middelbareschooltijd, die besloot in de bovenbouw naar het Valuas te gaan want dat paste
beter bij haar, en dan kwam ze toch nog naar deze school rijden omdat ze wat hulp wilde bij
natuurkunde en ze dacht dat ik haar dat wel kon bieden. En na de middelbare school appte ze nog
over welke stageplekken ze wilde gaan doen. Ze kwam regelmatig nog even kijken op school en even
hoi zeggen. En dat is zo bijzonder. Wat was jouw vraag nou?''
Dat is wel goed om te horen, want we hoorden op een gegeven moment heel vaak dat er in het begin
echt concurrentie was en Oh nee ik moet naar Blariacum.
''Je kunt ook niet oneerlijk zijn over concurrentie hè. Op het moment dat je afgerekend wordt op
hoeveel leerlingen zich bij jou school inschrijven en je organiseert een open dag, dan hoop je echt dat
op jouw open dag leerlingen voor jou school komen kiezen. En ik vind dat we daar super open en
eerlijk over mogen zijn na elkaar. Zeker als je gaat zeggen van de ene school heeft veel meer
inschrijvingen dan de ander. Dat speelde een tijdje terug, maar nu merkt je beter, dat gevoel komt
een beetje terug dat leerlingen voor OGVO kiezen en vervolgens voor de school die het beste bij hen
past. En ons speerpunt is bijvoorbeeld techniek en dergelijke daar zij wij echt he. Maar als je wat
creatiever bent dan pas je misschien beter bij het Valuas. Dat ligt eraan wat je wilt gaan doen.
Creatief, sportief alles heeft een eigen plek. En als je je eigen collega’s leert kennen van de andere
scholen, dan ga je het ook zo onthouden dan denk je ja ik vind Blariacum en Valuas ook hele mooie
scholen. Ik snap alleen dat het in het belang van Den Hulster is dat er wel ieder jaar genoeg
brugklassers voor Den Hulster kiezen. En er is ook werk aan de winkel als de andere middelbare
scholen meer gekozen worden, dan moet je je ook afvragen waarom dan? En wat kunnen wij dan
bieden, is het dat wij techniek hebben en dat niet aanspreekt. Nou, dan heb ik een taak te doen als
coördinator experience centre, dan moet ik laten zien dat dat ook een leuke keuze is. Dan moet ik
laten zien dat ik niet zo zeer aan het concurreren ben met het Valuas en Blariacum maar dan denk ik
hallo? Ons profiel en onze bovenbouw profielen vmbo bijvoorbeeld die moeten wel beter uit de verf
komen bij groep 8, want ze kiezen niet zomaar voor andere scholen. Zonder dat ik die leerlingen daar
per se wil weghalen. Als een leerling al weet van ik wil horeca en bakkerij gaan doen, dan zal ik nooit
zeggen, kom toch maar naar Den Hulster. Nee, dan ga je tuurlijk naar Valuas, want daar kun je dat
gaan doen. ''
Ja, dus een stukje concurrent werkt altijd.
Ja, nou ja, zo werkt het. En het is ook financieel gewoon, want de school krijgt geld
voor elke leerling die zich inschrijft. En een school wil altijd blijven bestaan, dus ik neem
niemand kwalijk dat je het gevoel hebt, hè, dat je een zwevende kiezer om het maar zo
te zeggen, die probeer je enthousiast te maken voor jouw school.
Mis je iets bij OGVO als werkgever? Iets waarvan je denkt dat moet echt beter of dat moet echt
anders?
''Ja ik mis wel nog meer samenwerking tussen die drie scholen. En dat is iets wat wel langer de tijd
nodig heeft, maar dat zou wel nog toffer zijn. Dat je bijvoorbeeld gezamenlijk een open dag hebt. Je
gaat bewijze van spreken gewoon naar drie gebouwen toe en uiteindelijk na die open dag merkt je
wel ik kies voor die school of ik kies voor die school. Waar alle verschillen gewoon zichtbaar zijn en
dat alle drie de scholen dat op dezelfde manier aanpakken op hetzelfde moment. Dat zou tof zijn,
maar ja ik weet niet of dat realistisch is.''
Tot slot iets totaal anders: als je op zoek zou gaan naar iets nieuws, wat zou je dan aanspreken als in
een vacature of iets?
''Onderwijsvernieuwing. Ik werk ook al schrijver voor een uitgeverij en daarin probeer ik ook in
lesmateriaal te vernieuwen. In mijn ogen moet je een leerling als een soort, ja, wat die leerling moet
doen moet die leerling voelen als een kans. Ik ga een project doen en ik kan dat al en als ik dat niet
kan dat word ik daar bij geholpen. Een moet voelen opdracht als kans i.p.v. dat het af moet. Heb ik
heel mijn leven ook zo gehad, bijvoorbeeld mijn stage als ik dat niet leuk vond omdat alles af moest
of omdat ik alles af moest krijgen dan moest dat allemaal maar weer in het belang van het bedrijf.
Terwijl als ik een kans krijg om mezelf te ontwikkelen, dan was die stage in eens wel heel erg leuk. Ik
zou het onderwijs willen zien als een kans. Als ik zelf een nieuwe baan zou krijgen, dan moet daar ook
een nieuwe uitdaging in liggen.''
Dus stel je voor er wordt een vacaturetekst geschreven en er staat in dat je kansen creëert voor
leerlingen dat zou jou meer aanspreken dan je geeft les in Aardrijkskunde.
''Ja, en die vrijheid die ik eerder al noemde om buiten het boekje te mogen gaan en je eigen
gedachte en je eigen draai ergens aan te geven, ja ik wil geen aapjes werk doen. Hier heb je een
lesmethode helemaal voor jou gemaakt, hier heb je een boek van A tot Z doorgaan, dit hoofdstuk en
deze huiswerk opdrachten kun je meenemen en hier heb je een computersysteem om te registreren
wat een leerling kan en hier kun je de voldoendes en de onvoldoendes inzetten, ja dan ga ik wel
vakkenvullen bij de Appie. Ik hoef geen uitgestippeld parcours. Ik wil gewoon uitdaging en alles
passend maken voor en bij de leerling. ''
En hoe ben je dan bij OGVO terecht gekomen? Waar heb je dat gezien?
''Heel simpel en heel eerlijk: ik ging solliciteren en er was toen geen werk als docent. Dus ik kon
nergens een vacature vinden. En hier moest ik iemand vervangen en toen dacht ik: Ja, dan moet ik
wel iedere dag anderhalf uur met de trein, want ik woonde in Sittard op kamers en dan heb ik in
ieder geval een baan. En op deze school vertelde ze dat ze iets zochten om techniek populairder te
maken bij meisjes en toen zei ik: nou, daar heb ik wel een idee over, want dan moet je ontwerpen
daaraan koppelen. En toen ik de kans kreeg om zelf uiteindelijk een vak op te zetten, wat uiteindelijk
Design en Technology werd, toen was ik verkocht natuurlijk want dat mag ik natuurlijk niet zomaar
op iedere school. En hebben ze de klassen die dat vak kiezen, hebben ze het vak beeldende vorming
van het rooster afgehaald en het vak techniek. En in plaats daarvan hebben ze in de plaats het vak
D&T, Design en Techniek, teruggeplaatst. Waarin we dus die projectjes doen die we net vertelde. Dat
vind ik zo leuk dat ik van deze school ben gaan houden en hier wil ik niet meer weg. Maar ik woon
nog steeds in het zuiden van Limburg. Maar ik heb gelukkig wel een eigen auto nu.''
Interview Jacques-Paul
Vertel kort iets over jezelf
Mijn naam is Jacques-Paul Joosten, ik ben 54 jaar, ik heb op het Marianum gezeten wat nu onderdeel
is van het Valuascollege. En ik heb altijd wat met schrijven gehad en met taal en ik ben daarna naar
de academie van journalistiek ben ik Nederlands gaan doen in Tilburg, HBO. En zo ben ik per ongeluk
in het onderwijs gerold, omdat ik stage moest lopen, want dat hoorde bij mijn opleiding. En dat vond
ik zo ontzettend leuk dat ik toen gedacht heb dit ga ik even een jaartje doen dat onderwijs. En dan
kijk ik wel verder of ik een leuke baan kan vinden in de journalistiek of in de PR. En dat is nu
inmiddels 26 jaar geleden, dus dat jaartje dat zijn er nu al 26. En ik vind het gewoon hartstikke leuk
het onderwijs. Ik heb een tekstbureau naast mijn werk als leraar en ik treed in Venlo veel op. Ik zing
veel, ik heb een eigen band en ik heb aardig wat clips die op L1 en omroep Venlo worden getoond.
Dus dat vind ik een hele leuke hobby van mij. En ik heb 2 kinderen waarvan eentje hier op 6 VWO en
die andere zit op 4 HAVO op het Valuas, 2 jongens. En ik heb een hond, en dat is het. Dat is mijn
leven een beetje.
Waarom is het onderwijs zo leuk?
Nou, dat was 20 jaar geleden zo’n slogan, onderwijs elke dag anders. Of leraar elke dag anders of
zoiets. Maar dat is het dan ook, dat is ook echt waar er is geen dag hetzelfde. Wat ik altijd heel
belangrijk vind is om te zeggen dat ik geen verschil hier voel tussen een maandag, een donderdag of
thuis een zaterdag. Ik heb iedere dag het gevoel dat ik ertoe doe, dat is misschien wel heel belangrijk.
En dat ik graag gezien word door mijn leerlingen, dat ze mij serieus nemen, mijn collega’s nemen mij
serieus. Ik heb, misschien komt dat ook wel door deze school, een ontzettende goeie relatie met een
aantal collega’s, gewoon bijna vriendschappelijk. En dat maakt het onderwijs leuk. Het onderwijs
maakt het voornamelijk leuk, omdat de kinderen zo leuk zijn. Natuurlijk zitten er etters bij die je
achter het behang kunt plakken, maar goed ik was vroeger ook 14 en ik was ook een etter. En dat zijn
permanente uitdagingen, of je nou 25 of 54 jaar bent. Het blijft gewoon ontzettend leuk om een
‘höpke minse’ hierbinnen te zien komen en die als volwaardig 4 VMBO, 5 HAVO of 6 VWO-leerling te
zien vertrekken met een enorme bagage, wijsheid en kennis. En dat blijft leuk. Ik werk hier nu een
jaar of 21/22, ik heb eerst 5 jaar op de Rooy Pannen gewerkt op de Hotelschool en school voor
Toerisme en Detailhandel en daar heb ik eigenlijk het onderwijs wel geleerd. Toen ik van mijn studie
afkwam, toen dacht ik wat weet ik nu eigenlijk. En nu ik 25 jaar voor de klas sta weet ik heel veel, en
dat heb ik toch echt geleerd door het gewoon te doen. Dus al die jonge leraren die bang zijn om voor
zo’n klas te staan, ach joh het komt allemaal goed. Je moet er natuurlijk wel voor in de wieg zijn
gelegd, maar het is nooit mijn intentie geweest om leraar te worden, nooit. Verschrikkelijk, die
leraren vroeger vond ik allemaal even erg. En nu ben ik zelf zo’n man.
Maar je moet ervoor in de wieg zijn gelegd?
Ja, ik denk niet dat iedereen geschikt is voor het onderwijs. Je moet een vorm van sociaal vermogen
hebben, je moet vakkennis hebben, je moet didactische kennis hebben, je moet geduld hebben (en
dat is iets wat bij mij wat minder is, want ik ben heel ongeduldig en heel druk). In mijn tijd bestond
het niet, maar had het in mijn tijd bestaan, dan had ik ADHD. Ik heb hier mensen binnen zien komen
uit het bedrijfsleven die zij-instromer waren, die waren binnen 6 maanden weer weg. Die vonden het
verschrikkelijk of ze konden het gewoon niet. Het is toch wat anders dan in het bedrijf werkzaam zijn,
het heeft ook heel veel raakvlakken. Maar ik denk toch dat je daar een soort van talent voor moet
hebben, om ieder uur opnieuw voor 25/28/32 kinderen te staan. En die te enthousiasmeren, kennis
over te dragen, ieder kind is anders en al die ouders zijn anders. Dat is waarom het niet voor
iedereen is weggelegd. Daarbij moet ik ook zeggen: ik zie ook de media, ik lees dat ook. Maar ik voel
me best vereerd dat ik leraar ben. Ik vind het echt een hele leuke job, ik werk hier op de leukste
school van de hele wereld. En ik kom iedere dag met veel plezier naar school. En tuurlijk loop ik ook
wel eens over, sterker nog steeds vaker. Maar het komt altijd weer goed, dat is mijn levensinstelling.
‘’Kumt altied good’’.
Beteken je wel eens iets voor een leerling?
Dat heb ik een aantal keren meegemaakt en vooral leerlingen die ik dan 6/7/8 jaar niet meer gezien
heb, die allang van school zijn. En die je bijvoorbeeld met de vasteloavend, carnaval of met de
parkfeesten komen die altijd weer allemaal terug. En dan kom je leerlingen tegen en dan kom je
daarmee in gesprek met een biertje of gewoon op straat. En dan zijn er toch wel een paar die mij ooit
gezegd hebben: meneer u heeft mijn ogen geopend, er was een enkeling die zijn u heeft mijn leven
veranderd omdat u in mij geloofde terwijl alle andere leraren opgaven. Ik kan me nog herinneren dat
ik bij deze jongen ook dacht: op een gegeven moment houdt het op met de zorg en moeten er
professionals aan te pas komen. En daar hebben we toen in doorgezet en dat heeft ie mij 3 of 4
carnavals geleden heeft hij mij daarop aangesproken. En dat deed me toen zo goed, want die jongen
was ook goed terechtgekomen. En daar had ik toen altijd van gedacht dit wordt niks. Maar ik had wel
altijd vertrouwen in mijzelf dat ik er alles aan moest doen om het zo goed mogelijk voor die knul te
regelen. Nou dat is gelukt. Ja en zo heb ik in 25 jaar natuurlijk meer van dat soort verhalen. Ja dat
maakt het lerarenleven alleen maar aantrekkelijk en dankbaar dat je achteraf vaak zo’n reacties
krijgt.
Maar zijn er nog andere dingen die het beroep docent die dat nog meer bijzonder maken?
Ik heb natuurlijk een hele grote vriendenclub en dat zijn allemaal geslaagde mensen in het
zakenleven. Die verdienen allemaal een 0 meer dan ik, die verdienen echt fors meer. Maar ze hebben
allemaal 2 weken vakantie, ja sorry hoor. Mijn zelfstandigheid als leraar, ik heb echt als ik zo, ik heb
echt met niemand iets te maken. Ik heb mijn sectie van Nederlands, ik heb mijn team, onderbouw,
havo/vwo, ik heb mijn directie waar ik net vanaf kom. Omdat ik allemaal PR stukjes aan het schrijven
ben. Maar ik ben heel zelfstandig, zelfstandigheid, onafhankelijkheid. Is toch wel een mooi kenmerk
van het onderwijs. Daarbij zei ik dat net van die vakantie, maar dat zeg ik natuurlijk niet voor de grap.
Want wij hebben wel 10 weken vakantie. En ik heb best een goed salaris. Er wordt geklaagd over dat
onderwijs, die startsalarissen zijn natuurlijk ook lachwekkend voor die jonge docenten. Maarja je
kunt je wel opwerken. En je kunt wel opbouwen en jij krijgt toch je 13 e maand en je krijgt toch je
vakantiegeld. Dat maakt het onderwijs ook speciaal en ook wel fijn voor mij. Kijk ik heb 2 jongens, 18
en 15 jaar, en ik denk dat er weinig vaders zijn die zoveel tijd aan hun jongens kunnen besteden.
Omdat ik dat gewoon kan. Als ik om 15.00 uur klaar ben met lesgeven, dan kan ik om 15.05 uur naar
huis en dan heb ik nog 18 dingen die ik moet doen, maar dat kan ik ook ’s avonds om 21.00 uur doen.
Dat is ook, je bent onafhankelijk want ik plan het zelf wel in. Als ik dan hoor je moet dat en dat
schrijven, dan ga ik dat niet meteen doen. Maar dat doe ik wanneer dat mij uitkomt. En dat zien heel
veel mensen niet, maar dat doen wij dus wel. Ik heb zo’n pak met proefwerken en boekverslagen, die
moet ik wel allemaal nakijken. Maar dat doe ik hier niet, dat doe ik allemaal thuis. Dat vind ik veel
fijner, goeie muziek en een kop koffie. Dat maakt het allemaal heel bijzonder en fijn.
Vind je het nooit vervelend dat mensen vaak zeggen dat leraren altijd vakantie hebben?
Frustreert mij enorm. Dat heeft echt met dommigheid te maken of onnozelheid. Denk je dat nou
echt? De eerste week van de vakantie dan ben ik de hele week hier, school leeg, iedereen is hier zijn
werk aan het afhandelen. Die laatste week van de vakantie zit ik de hele week hier, ben ik voor aan
het bereiden, kalenders aan het maken, proefwerken aan het maken. Dat is gewoon een zware
werkweek, dan ben ik hier van ‘s morgens 8 tot ’s avonds 17. Dus dan houden we 4 weken over en
dat is niet meer dan iemand die bij een bank werkt. Want we hebben altijd vakantie, dan kom ik om
15.00 uur thuis. Dan ga ik met mijn hond wandelen en dan kom ik mensen tegen: zo jij bent alweer
klaar voor vandaag jong. En dan zeg ik nee, je mag dadelijk dat pak proefwerken in de huiskamer
nakijken. Maar daar heb je de kennis niet voor dus dat kun je niet. Ja en ik word daar ook heel
arrogant van. Ik draai mijn 50 uur echt wel in de week. En ik denk niet dat iedereen dat kan zeggen.
En ik tel niet zo, want kan mij het schelen. Ik werk graag en ik krijg voor 38 uur betaald en ik werk er
50. En ik denk dat dat hier voor tweederde van mijn collega’s geldt. Dus dat is ook zoiets, daar moet
je voor in de wieg gelegd zijn. Je moet niet ieder kwartiertje willen verantwoorden. Het is toch een
soort, daar erger ik me ook aan als mensen dat zeggen, maar nu zeg ik het zelf. Een roeping is
overdreven, maar het hoort er nu eenmaal bij dat je heel veel voor- en na werk hebt. En dat dat ook
heel vaak onverwacht is, dat je denkt och nou komt dat weer op mijn pad. En dat zijn allemaal dingen
die niet te voorspellen zijn, dat maakt het leraar zijn ook elke dag anders.
En over OGVO zelf, als je OGVO in 3 woorden zou mogen omschrijven. Welke zouden dat dan zijn?
Dan moet ik even nadenken. Kijk, ik ben altijd een echte Den Hulster-man geweest. En we zetten ons
hier best wel af tegen het Valuascollege en het Blariacum. Dat gebeurt op het Valuas ook en dat
gebeurt op het Blariacum ook. Maar op de een of de andere manier hebben steeds meer mensen het
licht gezien. En we zullen samen moeten gaan met zijn drieën en dat doen we dus nu ook. Daarom zit
ik ook in die OGVO-communicatie commissie. Om ervoor te zorgen dat we sterk blijven met zijn 3en.
We moeten dat niet meer zien als het Valuascollege, het Blariacumcollege en het Den Hulster. Het is
een koepel, het OGVO en daar moet eendracht uitstralen. En als je dat doet, dan ben je heel krachtig
in deze groot Venlo of Noord-Limburg. Want ik wil me echt niet afzetten tegen scholen uit de ringen,
uit de ring van groot Venlo. Maar daar moeten we natuurlijk wel de leerlingen vanaf peuteren. Want
er zijn heel veel schemergebieden, ga ik naar Helden of ga ik naar Venlo. Ga ik naar Horst of ga ik
naar Venlo, ga ik naar Venray of ga ik naar Venlo. Dat zijn er natuurlijk heel veel. En iedere leerling is
een leerling en iedere 10 leerling is een volle baan. Dus eendracht vind ik goed en macht vind ik
eigenlijk ook goed, maar dat vind ik eendracht maakt macht. Is de slogan van PSV. Saamhorigheid
vind ik goed. Maar dat zijn wel, daar streven we naar. Dat hebben we nog niet bereikt. Samen zijn we
sterk. We moeten het samen doen. Heb je trouwens dat Sinterklaasgedichtje gelezen? Dat gedicht
heb ik opgeschreven in opdracht van Roy Palmen. En dat spreekt nou echt precies uit hoe ik vind dat
het OGVO moet zijn. En dat we samen, samen is een woord. Eendracht vind ik een woord en een
ander woord weet ik even niet.
En hoe gaan we dat doen, hoe kunnen we ervoor zorgen dat er iets meer eendracht ontstaat?
Iedereen moet zich bewust zijn van het feit dat we elkaar echt nodig hebben. En tot 5 jaar geleden
haten wij elkaar. Echt waar. En als daar maar 1 leerling minder ingeschreven stond, dan stonden wij
op de tafels met taart te dansen. En als wij 0,5 % beter gescoord hadden op VMBO, HAVO of VWO.
Dan was hier groot feest. Ik heb nou donderdag een artikel geschreven over OGVO en
hoogbegaafdheid. En dat heb ik geschreven door iemand hier te interviewen van Da Vinci, iemand
van het Valuas te interviewen en iemand van het Blariacum over het excellentieprogramma te
interviewen. Dat was 3 jaar geleden ondenkbaar dat ik in de pen kroop en me verplaatste in het
Valuascollege. Waarom doe ik dat nu wel, omdat ik zie dat de kinderen daar beter van worden, de
ouders er beter van worden, de basisscholen en dat zijn er echt heel veel in de stad. Allemaal een
brede keuze hebben, het minder moeilijk kunnen maken voor kinderen. En om te laten zien dat we
met zijn 3en, met die 3 campussen een enorm aanbod hebben in groot Venlo. Er wonen hier 200.000
Venlo. Niet alleen in groot Venlo, maar ook in al die dorpen eromheen. En wat wij allemaal hebben
als je die 3 campussen allemaal bij elkaar zet. Daar kan menig school een poepie aan ruiken. Niet
alleen hoogbegaafdheid, maar ook tweetaligheid, sport, technasium, technodome, dans, noem maar
op, ICT, brood, banket. We hebben alles, meubel bouwen. We zijn zo breed en dat kan alleen maar
door één OGVO te zijn. En we moeten elkaar niet meer de leerlingen afsnoepen we moeten niet
meer denken haha dat is 40 meer dan die andere campus. Nee, we hebben er 40. We hebben er in
totaal 1000 op 3 campusse, nou prima. Dan kunnen we in ieder geval ook zorgen dat iedereen zijn
baan behoudt. En dat ieder kind op de plek komt waar dat kind thuishoort. En dat kan alleen maar als
je een ontzettend breed aanbod hebt en dat kan alleen maar door als OGVO samen te werken.
Maar je zegt je bent een echte Den Hulster-man, en dat voel je nog steeds zo? Je hebt niet het gevoel
dat je voor het OGVO werkt?
Ik moet zeggen dat begint wel. Het is een evolutie, het is geen revolutie. Maar ik begin steeds meer
een OGVO-pet te dragen. Want ik zie echt het belang daarvan in. Maar ik werk hier en ik werk hier al
een kwart eeuw. En ik kom iedere dag graag. Maar het zou wel zo zijn, als ik morgen te horen kreeg
Jacques-Paul er is geen ruimte meer voor jou en je moet naar het Blariacum of het Valuas. Dan zou ik
nu dankbaar dat ik in ieder geval mijn baan kan behouden. En daar zou ik 5 jaar geleden van zeggen
flikker maar op, dat doe ik niet. Dan ga ik wel ergens anders solliciteren. En dat is wel een heel groot
verschil. En ik heb het idee, want ik zit iedere donderdag samen, dat op alle drie de campussen
steeds meer begint te leven. Want ik weet ook op het Valuas: ja dat Den Hulster dat is een linke
school. En dat is helemaal niet natuurlijk. Die negatieve reclame hoor ik dan terug in de klassen en
van ouders. Ja mijn zoon kreeg te horen van een leraar dat het op het Den Hulster link is. En daar
weten wij helemaal niks van. Die gemene steekjes onder water, die zijn er steeds minder. Het is een
evolutie, ik denk dat ze nog een jaar of 5 nodig hebben om iedereen met die neus dezelfde kant uit
te hebben. Maar ik ben om. Ik ben een Den Hulster-man en dat zal ik ook altijd blijven. Mijn hart
klopt voor deze school. Ja als ik 25 jaar op het Valuas had gewerkt dan had ik dat daar gehad, zo
werkt dat. Ik heb een jaar in Tilburg gewerkt en gewoond dus dan krijg je een hele speciale band met
die stad. Ik krijg er nog altijd een warm gevoel van als ik aan Tilburg denk. Kijk daarom heb ik dat ook
met deze school. Het zou niet goed zijn als ik dat niet zou hebben. Dat wil wel zeggen dat het me
bevalt. Het OGVO wordt steeds meer mijn werkgever, dat is het natuurlijk officieel ook. Want die
betalen mij iedere maand, maar ja. Ik verdien mijn brood op het Den Hulster.
En waar zie je jezelf over 5 jaar?
Hier. Dan ben ik al 59. Kijk ik heb daar wel eens over nagedacht serieus. Is het wel goed Jacques-Paul
dat ik 25 jaar op dezelfde school blijf rondlopen? Ik bedoel ik kan 1000 banen uitzoeken, want overal
hebben ze leraren Nederlands nodig. In een straal van 50 kilometer, tussen Eindhoven, Nijmegen en
Maastricht kan ik gewoon 35 banen krijgen. Maar waarom zou ik het doen? Waarom zou ik het in
godsnaam doen, terwijl ik hier morgenvroeg om 7.45 uur die docentenkamer binnendoen. En dan
denk ik ben je gek, dit krijg ik op geen enkele andere school. Ik denk dat hier op het Den Hulster echt
een ontzettende goede collegiale sfeer hangt. Wat we ook allemaal doen buiten school en etentjes
samen en lekker koffiedrinken met zijn allen. Privé dingen bespreken, ik weet niet of iedere school
dat heeft. Hier hangt een soort van familiare, veilige, gezellige omgeving. En dat is nog steeds zo. In
de docentenkamer kom ik mijn collega’s tegen en dat klikt allemaal. Het is gewoon een leuke school,
dus ik ga niet weg. Over 5 jaar ben ik hier. Ik heb natuurlijk wel eens gedacht. Ik ga al 10 jaar naar
bed, iedere avond met het idee dat er ooit een dag komt dat ik nog eens een klein restaurantje ga
beginnen in verse ovenproducten. Dat heb ik gewoon al 10 jaar in mijn hoofd, daar ga ik iedere
avond mee naar bed. Maar dat gebeurt toch niet, dus ik ben over 5 jaar nog gewoon hier.
En zou je het OGVO aanbevelen als werkgever?
Zeker. Ik vind het gewoon goed geregeld hier. Het is goed georganiseerd. Wat mij altijd ontzettend
heeft gestoord aan het OGVO is dat ze in het gebouw van het Valuascollege zitten. Dat heb ik vanaf
het begin gedacht, hoe kan dat nou? De KNVB gaat ook niet in het Ajaxstadion zitten. Dat heb ik
nooit begrepen. Dat kwam de objectiviteit niet ten goede, voor het Valuas wel, maar voor het
Blariacum en het Den Hulster zeiden ‘zie je wel’. Maar ik vind dat het echt een zeer goed geoliede
machine is. Zeer professioneel en ook wel sociaal moet ik zeggen. Ze luisteren altijd, er is altijd wel
een luisterend oor als er wat zou zijn. Als ik bijvoorbeeld een school wil hebben, de ICT-afdeling die
maken het binnen een half uur. Het zijn allemaal welwillende mensen. En we hebben volgens mij
toch wel een doel. En dat is OGVO op de kaart zetten, branding weet je wel. Ik vind het OGVO een
fijne en betrouwbare werkgever. Alles wat je vraagt wordt gedaan.
En als je jouw ideale collega mag omschrijven, wat zijn dan echt kenmerken die je collega moet
hebben?
Hij moet niet de kantjes ervan aflopen, hij moet open staan voor iedere dialoog, hij moet tegen een
stootje kunnen verbaal, hij moet sociaal zijn, hij moet kindvriendelijk zijn, moet met leerlingen
kunnen gaan, hij moet niet over zich heen laten lopen. Dat zijn allemaal kenmerken van een leraar.
En vooral ook niet over zich heen laten lopen in combinatie met ouders. Want heel veel jonge leraren
die hebben een soort van angst voor ouders. En ik ben inmiddels zo ver, ik ben een ouder en ik ben
ook kritisch. Maar je moet wel fair blijven. En ik zit hier wel eens te luisteren en dan denk ik dat pik je
toch niet wat die ouders tegen jou durven te zeggen. Nou dat moet je eens ergens anders doen he. Ik
zeg geef eens gas terug. Met gelijke munt betalen. En ja dat vind ik allemaal wel aspecten, ik ben
helemaal door aan het draven. Maar ik heb net een rijtje opgenoemd dat zijn echt wel aspecten die
een goede leraar of collega moet hebben. En daarbij vind ik dat mijn collega’s allemaal veel humor
hebben. Ik houd echt van humor, ik kan ontzettend lachen om dingen. Ik kan ook op het randje
grapjes maken, dat ik denk oeh Jacques-Paul, link. Maar ja, humor moet er zeker in zitten. Je moet
iedere dag toch 10 keer kunnen lachen, want anders wordt het inderdaad een zure bedoening. Als je
niet meer kunt lachen. Dus dat zijn wel aspecten waar een collega aan moet voldoen. Collega moet
het ook zeker niet doen om te denken van ik heb lange vakanties, want ik heb heel veel collega’s die
werken zich echt het laplazerus. Zo hard werken die. En ik werk er dan 50 uur, maar er zitten er hier
die werken er 60 of 70 en dat weet niemand. Maar daar moet je het ook niet voor doen. Je moet niet
naar de buitenwereld zeggen ik werk net zo hard als jij, want je krijgt die mensen toch niet overtuigd.
Dat interesseert me echt niet meer. Maar al die dingen die ik net opnoem, al die bijvoeglijke
naamwoorden vind ik wel dat een collega daaraan moet voldoen. En de ene school is de andere niet,
misschien kun je je draai hier niet vinden. Ik heb een jaartje in Veldhoven gewerkt. Ja daar voelde ik
me gewoon niet happy en ik denk ik wil best de rest van mijn leven van Venlo naar Veldhoven rijden,
maar het was gewoon niet mijn school. Heel veel afstand, mijn collega’s hadden een vaste plek in de
docentenkamer. Echt verschrikkelijk. Oh jij bent nieuw, ja daar is een tafel voor de nieuwe docenten.
Kun je je toch niet meer voorstellen? Dat was 25 jaar geleden, dat is voor mij gisteren geweest zo
snel gaat dat. Dus deze school, ik denk dat iedereen die dingen heeft die ik net opnoemde, hier op
zijn plaats zit. En je moet natuurlijk wel kunnen lesgeven, dat staat buiten kijf.
Stel je zou op zoek gaan naar een nieuwe baan, waar zou je dan op letten qua LinkedIn of waar zoek
je op? Hoe kijk je naar vacatureteksten?
Ik ben natuurlijk ook tekstschrijver, ik heb een eigen tekstbureau. Dus ik ben zeer actief op alle social
media, ook voor bedrijven en instellingen enzo. Ik kijk echt dagelijks op LinkedIn, maar dan niet voor
het onderwijs. Want voor het onderwijs vind ik het eigenlijk wel goed, ik wil gewoon hier blijven.
Maar ik kijk wel of bedrijven tekstschrijvers nodig hebben. En dan zie ik soms vacatures en dan zie ik
dat eisenpakket. En dan denk ik dat heb ik allemaal en dat kan ik allemaal, en dat zijn toch wel
serieuze bedragen die je meer verdient dan hier. En met iets waar ik zeker van ben dat ik dat goed
kan. Dus naar vacatures in het onderwijs kijk ik niet. Hier of het OGVO en anders hoeft het voor mij
niet. Maar ik kijk wel op LinkedIn naar vacatures buiten het onderwijs. Maar dat doe ik eigenlijk niet
om hier weg te willen, maar gewoon om mezelf te kietelen van er is altijd nog wat anders waar ik ook
mijn brood in kan verdienen. Dus LinkedIn, ja ik ben een LinkedIn-man. Ik ben een social media man.
Je hebt heel standaard saaie vacatureteksten, puur zakelijk, je hebt ook bedrijven die het creatief
aanpakken. Wat werkt volgens jou beter?
Zeker het creatieve. Ik zie soms vacatures en dan zie ik daar opsommingstekens en dan denk ik ja dit
interesseert mij eigenlijk echt helemaal niks. Ja geen 9 tot 17 mentaliteit, pro-actief, ik ga daar echt
van over mijn nek. En dan 10 van zo’n dingen en dan denk ik wat vraag je nou eigenlijk. Vraag nou
een leuke vent/vrouw met kennis van zaken en natuurlijk diploma’s. We hebben hier al HAVO nodig
om achter de kassa te zitten bij de Jumbo. Maar nee daar moeten creatieve teksten komen. Ik weet
ook uit ervaring dat creativiteit beter werkt. En vooral nu, de banen liggen voor het oprapen. Nouja
dan kun je niet meer aankomen met ik wil een proactieve houding en je krijgt 21 vakantiedagen en 8
% vakantietoeslag. Dat moet anders. Dus dat moeten jullie doen.
Nog één opmerking: ik weet dat heel veel jonge collega’s afknappen op de werkdruk. Want die is er
echt. En het heel moeilijk vinden om een goede communicatie te verrichten naar ouders toe. Als je
op een goede school zit, dan word je daarin geholpen. Maar heel veel collega’s ook hier hebben het
zo druk dat ze vaak jonge collega’s (niet aan hun lot overlaten), maar ervan uit gaan dat die jonge
collega dat wel even zelf die boontjes dopt. En ja dat heb ik in het verleden nog wel eens sneu
gevonden, want als je het dan niet goed doet dan kun je schade aanrichten voor jaren. En dat
moeten de jonge docenten zich realiseren dat ze altijd om hulp kunnen vragen bij collega’s als
collega’s het gewoon niet weten. Want je kunt niet bij jonge collega’s in de kop kijken hoe ze zich
voelen. Dat zijn wel dingen die jonge collega’s niet moet weerhouden om niet in het onderwijs te
gaan. Want ook contacten met ouders is voor 95 % leuk, maar er zijn natuurlijk wel altijd van die,
vooral in deze tijd, die discussies aan gaan.
Maar zijn er trainingen die de school aanbiedt?
Jawel. Ik heb hier zelfs een cursus gevolgd een jaar of 12 geleden omgaan met moeilijke ouders,
omgaan met agressieve ouders. Dat zijn allemaal rollenspelen, nou je schrikt je echt een ongeluk.
Maar dat was wel nuttig.
Jannemiek Hazenbosch
Zou je jezelf kort willen voorstellen en vertellen wat je huidige functie is.
''Mijn naam is Jannemiek Hazenbosch. Ik ben op dit moment docent Nederlands onderbouwb VMBO
en basis/kader/theoretisch. Ik ben daarnaast mentor van brugklas D&T (design en technology). Ik ben
taalcoördinator van vmbo, vertrouwenspersoon van de locatie College Den Hulster.''
Waarom ben je docent geworden?
''Ik heb niet zozeer voor het beroep gekozen, maar ik geef dus Nederlands en ik ben gewoon heel
graag bezig met taal. Dat vind ik superleuk en ik heb de HAVO gedaan vroeger. De enige opleiding die
er toen was in die tijd was de Lerarenopleiding Nederlands. Dus ik dacht: ik ga een jaar dat doen en
dan met de P door naar de universiteit om taalkunde te studeren. Maar toen werd ik in mijn eerste
stage jaar voor de klas gezet en toen dacht ik: maar dit vind ik leuk. Dus waarom ben ik docent
geworden, ja het was niet met voorbedachte raden, maar toen ik in het vak kwam toen dacht ik: dit
past bij mij. Het contact met de leerlingen, niet een dag is hetzelfde. Soms loopt het heel lekker
volgens planning en soms juist helemaal niet. Ik denk vooral het contact met de mensen en de
pubers. Dat is wel echt mijn doelgroep en dat vind ik tof. Er zit heel veel uitdading en dat maakt het
heel erg leuk.''
Dat is wel grappig, want we horen van meer mensen: ik wilde geen leraar worden en toch zijn ze
ergens blijven hangen.
''Ja, moet er een mens voor zijn. Niet iedereen wil op de vrachtwagen zitten en zo wil niet íédereen
docent zijn. Het moet gewoon bij je passen. Het is maatwerk. Je kunt het allemaal heel fijn bedenken,
maar het kan heel anders lopen. Je moet heel flexibel zijn om daar op de juiste manier mee om te
gaan en dat houdt het ook leuk. Je weet van tevoren hoe een dag gaat lopen en dat maakt het
gewoon tof. En dat het dat je het vol kan houden, het is niet saai.''
Maar niet iedereen is dus geschikt om docent te worden? En wat zijn goede eigenschappen die een
docent moet hebben?
''Je moet een mensenmens zijn. Je moet flexibel zijn, kunnen inspringen op onvoorziene situaties. Je
weet tenslotte nooit wat er gaat gebeuren. Je moet consequent zijn, maar ook wanneer je wel een
keertje wat meer toe moet geven. Je moet veel empathie hebben, je moet het leuk vinden om je te
verdiepen in, niet alleen je vak, maar ook in de kinderen. Hoe gaat het met ze? Waar houden ze zich
mee bezig? Kun je daarbij aansluiten? Het zijn veel verschillende dingen, maar het blijft mensen
werk. Als je een persoon bent die heel erg van de structuur is en je wilt het doen zoals je het zelf wil,
dan weet ik niet of dit het geschikte beroep is voor jou. Flexibiliteit is heel erg belangrijk.''
En je bent dan docent en mentor, dan zie je een leerling van een andere kant en je begeleidt diegenen
meer als mentor, coach, wat maakt het dan zo bijzonder? Want docent zijn is anders dan het
mentorschap.
''Coach zijn, je krijgt inzicht in de leerling. Hoe zeer je dat ook probeert als docent je ziet de kinderen
bij je eigen vak en jouw doel is om ervoor te zorgen dat zij een goed punt halen. Bij coach is dat wat
anders. Je veel meer de helikopterview. Je hebt veel meer contact met thuis, je weet wat daar speelt,
waar het goed gaat en minder goed. Ook het stukje begeleiden met leren en plannen. Daar komt
heel veel meer bij kijken. Wat daar het leuke is, is dat je met je eigen klas dat je een heel goede band
op kunt bouwen. Niet met iedereen natuurlijk. Er zijn er altijd bij waar het wat minder mee klikt.
Maar over het algemeen is de betrokkenheid van de coach het leukste. Af en toe is het ook erg lastif,
want je neemt soms wel dingen mee naar huis. Als het ergens niet goed gaat thuis, dat zie je toch wel
vaker helaas, dat is dan wel moeilijk om los te laten. Daar heb je als docent minder last van. Je krijgt
wel de informatie dat het niet lekker loopt en als coach zit je daar natuurlijk middenin. En dat
betekent ook dat je met verschillende partijen te maken kunt hebben. Met sociaal wijkteam, politie,
maatschappelijk werkers, ambulant begeleiders. Het stuk zorg wordt ook echt een heel stuk groter.
In principe is iedere docent een soort coach. Daar moet je wel mee kunnen omgaan, want het is ook
wel een stuk maatschappelijk werk geworden.''
Heb je er een idee bij hoe OGVO zich meer kan laten zien, zodat de drie scholen zich meer verbonden
voelen met elkaar?
''Ik denk dat ze nu al op de goede weg zijn. Waar eerst best wel veel concurrentie was tussen de
scholen, denk ik dat ze nu al goed op weg zijn doordat ze nu OGVO breed dingen aanpakken. Zo zijn
wij met de taalcoördinator echt goed samen gaan zitten om dit overkoepelend te pakken, maar wel
dat iedere school zijn eigen identiteit kan behouden. De basis ligt bij OGVO breed. Ik denk dat ze met
wat ik net zei, met die vingerafdruk, Den Hulster is echt een technische school. Dus iedereen in Venlo
en omstreken die daar interesse in hebben moeten hierheen komen. Maar Valuas staat voor zang,
dans en cultuur. Als er leerlingen zijn die dat interessant vinden, dan passen die beter bij het Valuas.
Qua sport en ICT moet je vooral bij het Blariacum zijn. Dan krijg je niet die concurrentie, maar die
school is daar gespecialiseerd in en het is net wat bij de leerling past. Het moet duidelijk zijn dat we
één zijn, maar we hebben allemaal verschillende richtingen per school. Ik heb nu het idee dat ze
daarnaartoe willen gaan. Dan is het ook duidelijker dat je als docent op alle drie de scholen kan
werken en dan kun je kijken wat het beste bij je past.''
Dat is iets wat we ook willen gaan uitlichting op de website. Je kunt 3 dagen Frans geven op Den
Hulster, maar ook 2 dagen op het Valuas. Dan heb je evengoed een fulltimebaan. Dat is wel een
luxepositie
''Dat je je contract bij OGVO hebt, maar de locatie wisselt dan.''
Als je OGVO mag omschrijven in drie woorden, wat zou je dan zeggen?
''Betrokkenheid, veilig.''
Twee is ook goed hoor. De meeste mensen hebben er twee haha.
Herinner je je eerste dag als docent nog? Was dat goed geregeld? Hoe is het om als nieuwe docent
hier binnen te komen?
''Ik heb dat als heel fijn ervaren. Voor de eerste dag was er een bijeenkomst voor de nieuwe
docenten waarin je alvast je inloggegevens krijgt, rondleiding voor de school, intervisie. Dat werkte
heel prettig, maar ik heb wel het voordeel dat ik de school al ken en sommige collega's ook al
vanwege dat ik hier zelf heb gezeten.''
Die bijeenkomst is alleen als je na de zomervakantie begint. Als er nu iemand instroomt heb je die dag
al niet. Dat is wel lastiger. Nu wordt er in die zin niks gedaan, maar hoe kun je dan iemand leuk
ontvangen?
''Als ik kijk naar ons team, dan vangen wij die persoon op. Corona speelt hierin ook een rol. Normaal
worden de nieuwe collega's ook genoemd en die moeten even opstaan en zwaaien. Mensen die
halverwege die worden aan het einde van het jaar alsnog voorgesteld, maar dat is door Corona
lastiger. Ik weet niet om hoeveel docenten het gaat die hier halverwege binnenkomen. Maar je zou
OGVO-breed iets kunnen organiseren. Als er één iemand hier halverwege het schooljaar begint, dan
is een hele dag organiseren wat overdreven. Dan laten we het bij het team liggen en diegene een
warm welkom geven. Zorg in ieder geval dat Magister het doet, zodat deze persoon er op de eerste
dag al bij kan. Als dat niet werkt, dan kun je niks. Je kunt je klassen niks zien, je kunt niks lezen, je
rooster niet zien. De basis moet echt in orde zijn. OGVO moet zorgen voor de randvoorwaarden en
het team voor de nieuwe collega zelf.''
Stel, je zou op zoek gaan naar een nieuwe baan en waar let je dan op qua vacatures? Heel veel
vacatures zijn van die opsommingen, zeker van docenten. Hoe zou dat anders kunnen? Zou een
moderne tekst jou meer aanspreken?
''Ja, een moderne insteek helpt wel. Die vacatures zijn allemaal hetzelfde, hoeveel ft, wie en wat ze
precies zoeken, je moet flexibel zijn etc. Dan staat er wel kort een tekstje 'Over OGVO en waar we
voor staan', maar je krijgt daar geen beeld van. Het is gewoon saai. Ik ben docent Nederlands, dus ik
weet wel hoe ik een tekst leuk kan maken. Er zijn mensen die hebben daar moeite mee en je wordt
niet enthousiast van een tekstje. Je hebt een baan nodig, het is dichtbij dus dan solliciteer maar. Met
een quote, de school/scholen, inkijkje, de leerlingen, je collega's, dan zo iemand al veel meer een
gevoel bij de school en de organisatie OGVO. Ik denk dat je dan ook meer enthousiastere mensen in
dienst krijgt.''
Het is wel bijzonder, want nu is er een lerarentekort en ze doen er niks aan. Overal zie je fantastische
vacatures en die van docenten blijven achter.
''Dat is heel erg jammer. Het imago van een docent mag ook wel opgepoetst worden. Iedereen
denkt: Iew, docent. Wat is daar nou leuk aan? Buiten lesgeven is er meer: het contact met leerlingen,
de uitstapjes, de dingen die bij D&T gemaakt worden, dat zien de mensen niet. Dat is juist wat het
heel erg leuk maakt. Kerstontbijtjes, sinterklaasdisco. Die extraatjes horen er ook bij en dat zijn leuke
dingen. Ik merk ook wel in mijn vriendenkring dat heel veel mensen zeggen: 'Docent? Heftig.' Ze zien
de maatschappij, de pubers zijn niet altijd makkelijk. Dus daarom zijn er heel veel mensen die een
heel negatief beeld krijgen door de media. De werkdruk ligt hoog, maar je krijgt er veel voor terug en
dan sla je je er wel doorheen. De kleine, leuke dingen missen in de media. Er moeten meer positieve
beelden naar buiten gebracht worden. Vind je het gek dat er veel mensen zijn die geen docent willen
worden?''
Mijn docenten, ik (Teddy) vond het fantastisch. Ik vond het bijzonder dat ik met sommige docenten
een mooie band had. Ik (Carlijn) heb zelf op Den Hulster gezeten. Ik vond het helemaal niet leuk dat ik
weg moest, tuurlijk was ik blij met mijn slagen maar toch.
''Dat is nu ook moeilijk door Corona. Die kinderen nu hebben niet zo'n tijden die wij hebben gehad
door het online en de maatregelen. Ik vond het zelf niet leuk dat ik van school af moest. Heel
Nederland moet aan het imago van de docent werken. Het is geen stoffig beroep. Het is heel divers
juist. We kunnen heel veel betekenen voor een leerlingen. Ook voor de leerling kan een docent heel
veel betekenen. Dat is het allermooiste dat er is.''
Mike Schoolmeesters
We wilde beginnen, zouden jezelf kort willen voor stellen met wat je functie is op school.
''Ik ben Mike Schoolmeesters, ik ben voornamelijk leraar Economie in de derde klas, zowel
Nederlandstalig als Engelstalig. Verder ben ik ook Leraar Bedrijfseconomie in de tweede fase. Ik ben
daarnaast nog mentor en coach van 3 havo tweetalig. En ja, en een hele boel dingen nog. Verder nog
met het team en de sectie en sinds kort ben ik ook bezig met een YouTube kanaal, dus ja allerlei
dingen om leerlingen zo goed mogelijk op weg te helpen naar kennis over mijn vak.''
Een YouTube kanaal echt over economie dan, of wat moet ik me daarbij voorstellen?
''Ja, economie en bedrijfseconomie. Meneer Schoolmeesters en dat is dan Economie voor de derde
klas, zowel Nederlands als Engels en Bedrijfseconomie in de tweede fase aan de hand van de
lesbrieven.''
Dus een beetje als in dat als mensen extra informatie willen opzoeken, doen ze dat via jouw filmpjes.
Dat is wel superleuk.
Niet alleen de leerlingen van school, maar ook van andere scholen. Het is een openbaar kanaal. Ik
heb nu 270 abonnees. Het begint al een klein beetje te leven.
Gaan we opzoeken haha! En uhm, waarom ben jij docent geworden? Hoe is dat balletje gaan rollen?
''Nou, ik kom uit het bedrijfsleven. Dus ik ben een zij-instromer. Dus dat betekent dat ik eerst een
jaar of 13 in het bedrijfsleven heb gewerkt en financiële functies. Zoals controller assistent. Dus ik
heb eigenlijk uitgevoerd wat ik nu doceer. Dus dat is eigenlijk, ja, heel fijn, want dan ik ook mijn
praktijkervaring in de les integreren. Maar ik wilde altijd wel leraar worden en niet alleen vanwege
mijn achternaam natuurlijk, maar gewoon omdat ik het leuk vind om iemand iets te leren. Ik kan daar
voldoening uithalen als iemand iets kan omdat ik heb dat geleerd heb. Dat vind ik heel erg leuk en ik
wilde altijd leraar Engels worden, alleen ja ik al een bachelor bedrijfseconomie. Dus leraar economie
was dan de kortste weg in de bachelor. Ik ben aangemoedigd door mijn vrouw om dat toch te gaan
doen, want ja ik zat in bedrijfsleven dus ik moest eigenlijk een hele boel dingen weer gaan studeren
en ik moest ook eigenlijk wel mijn baan al opzeggen, omdat ik toch op zoek moest naar een
stageplek. Ze hadden ook al in de gaten toch wel een andere weg in zou slaan. Het was wel een
spannende tijd, moet ik zeggen. Maar ja ik vind het heel erg leuk om kinderen iets te leren en
vandaar dat ik leraar economie ben geworden. Dat ben ik gaan doen toen mijn oudste dochter is
geboren. Toen ben ik met de bachelor begonnen. Toen mijn jongste dochter is geboren ben ik met de
master begonnen voor leraar bedrijfseconomie eerste graads. Ik kan het jullie trouwens niet
aanraden om dat te doen: een hbo-studie te combineren met de geboorte van een kinderen. Het was
heel erg pittig. Ik zou zeggen studeer nu vooral wat je wilt gaat doen. Maar goed, bij mij kwam die
wijsheid wat later. Dar is eigenlijk wel de reden waarom dat ik het onderwijs in wilde. Door om te
gaan met die doelgroep blijf ik zelf ook nog een beetje jong van geest.''
En kun, kun je iets meer over het taject van zij-instromer. Dan stop je dus met je baan en dan, wat
dan?
''Ik ben niet meteen gestopt. Ik werkte toen in Sevenum bij het bedrijf Ero (?). Toen heb ik mij in
Sittard georiënteerd bij de lerarenopleiding en omdat ik al een bachelor bedrijfseconomie, kon ik
binnen een jaar mijn lesbevoegdheid halen. Ik hoefde geen vak te leren, omdat ik dat al had. Het
enige dat ik moest halen was pedagogiek en didaktiek. En op een geven moment had ik een
stageplek nodig. Die heb ik toen in Sittard gevonden bij Trevianum, omdat daar bekende van mij,
volleyballer, die werkte daar docent economie. En daar kon ik dus stage gaan lopen en later moest ik
ook vmbo-stage lopen die heb ik bij het Valuascollege gedaan. Dus ik woensdagmiddag moest ik
altijd wel structuur vrij hebben om dan stage te gaan lopen en in de avonduren heb ik mijn studie
gedaan. Dus op die manier heb ik dat toen gedaan.''
En hoe ben je dan bij OGVO terecht gekomen? Doordat je al bij het Valuas zat of...?
''Ja ook, maar ik had, ik ben zanger in een bigband en een trompettist (Emiel Sillen) van die band die
werkte ook bij Den Hulster, die werkt inmiddels bij het Valuas . Emiel die heeft mij toen attent
gemaakt op het feit dat er een vacature vrij kwam bij Den Hulster voor een economie leraar. En ja,
die vacature die mocht ik dan gaan vervullen. Ik heb toen met Wim Timmermans een gesprek gehad
en toen hebben ze mij aangenomen om die uren dan over te nemen. En zo ben ik er eigenlijk
ingerold, dus eigenlijk een beetje via via.''
Als je OGVO zou mogen omschrijving in 3 woorden, hele klassieke vraag, wat zou je dan zeggen?
Dat is wel lastig. 1: Venloos. Ik vind het echt Venloos. 2: Vernieuwend. Uhm, ja en open. Er is plaats
voor iedereen. Die 3 woorden vind ik wel passen bij OGVO.
Heb je het gevoel dat je voor het OGVO werkt of heb je het gevoel dat je College Den Hulster werkt?
''Ik heb wel het idee dat ik in eerste instantie werk, ja tuurlijk op mijn loonstrook staat OGVO op, ik
heb wel het idee dat ik op de eerste plaats voor CDH werk. Daar heb ik ook wel behoefte aan. Nu is
het wel jammer dat de onderwijsdag niet doorgaat. Dat vind ik altijd wel leuke dingen. Vroeger had
je dan ook die feesten met OGVO, dus ik mis wel een beetje de samenhang in die zien dat je, vroeger
was het iets sterker had ik het idee. Ik heb wel het idee dat ik meer op CDH werk.''
En heb jij ideeën hoe dat zou kunnen veranderen. Hoe ze daar meer aan zouden kunnen dat je meer
het gevoel krijgt dat je voor het OGVO werkt?
''Ja, ik denk dat OGVO ook een schone taak heeft, het overkoepelende bestuur, ook wat meer in te
organiseren. Zoals zo'n onderwijsdag is een mooi initiatief en ook om eens een keer van mijn part
een sectie bijeenkomst te organiseren. Want ik ken mijn economie collega's niet bij Valuas en
Blariacum. Ik ken een bedrijfseconomie docent toevallig, omdat dat een studiegenoot van mij is. Die
is via mij ook bij OGVO binnengekomen. Ja, dat soort dingen dat mis ik wel en aan de ene kant
mogen we dat zelf ook organiseren en aan de andere kant denk daar heb je dan als overkoepelende
organisatie ook wel een taak in om dat te faciliteren. Nu heb ik me laten vertellen door Roy Palmen
dat donderdag het achtste en negende uur iedereen vrij geroosterd is voor dat soort dingen. Dat vind
ik te vrijblijvend. OGVO mag er iets meer aan sturen en faciliteren.''
Wat als je mag omschrijven wat je het allermooist vindt aan docent zijn? Wat maak dat vak zo
bijzonder.
''Het allermooiste als ik het kwartje zie vallen. Als ik iemand iets uit aan het leggen ben en dat 'AH",
dat ik ook een term in de psychologie, dat vind ik echt het allermooist wat er is, als vakdocent dan.
Als leraar, als mentorcoach een paar jaar geleden heb ik een jongen gecoacht en die jongen had heel
veel problemen en daar was veel problematiek thuis en er was van alles aan de hand. Die ouders
zaten ook met hun handen in het haar. Die wisten niet hoe dat verder moest. Die jongen heeft zich
echt in de loop van de jaren zodanig ontwikkeld dat hij nu bezig is met een hbo-opleiding. Hij zit
helemaal goed in zijn vel. Samen met zijn ouders heb ik dat traject doorgemaakt. Ik heb die jongen
later nog een keertje gezien (als toptutor werkzaam op school, daar ben ik dan zo ongelofelijk trots
op dat ik daar een kleine bijdrage heb mogen leveren. Dat die jongen toch weer fatsoenlijk in zijn vel
zit. Dat is echt als mentor of als coach. Dat zijn we echt de krenten in de pap. Als vakdocent, wat ik
wel meer ben dan coach, dan vind ik het echt tof om te zien als het kwartje valt. Dat is een magisch
moment.''
Ja, dat je een bijdrage hebt kunnen leveren en dat dat dan lukt. En wat maakt het vak
bedrijfseconomie, want soms hoor je ook 'phoe bedrijfseconomie'. Wat vind je ervan?
''Het lijkt heel erg saai, maar het leuke is dat je eigenlijk constant puzzeltjes aan het oplossen bent.
Iemand die bedrijfseconomie stuurt en die later in een financiële functie komt die heeft invloed over
het hele bedrijf. Hij moet financieel maken wat er in het bedrijf speelt en hij is ook wel echt het
aanspreekpunt van al die andere manergers, dus ja hij moet over een beetje verstand van hebben.
Dat maakt bedrijfseconomie voor mij een mooi vak, omdat je invloedssfeer gaat over het hele bedrijf
en dat maakt het denk ik zo leuk in combinatie met puzzelwerk en rekensommetjes.''
En docent volgens jou voor iedereen weggelegd of moet je aan bepaalde eigenschappen voldoen?
''Het is zeker niet voor iedereen weggelegd. Je moet om kunnen gaan met leerlingen dat betekent
dat je af en toe autoritair moet zijn, maar af en toe moet je ook weg eens denke van 'het zijn
inderdaad leerlingen' en normaal gesproken zou ik er boos om worden maar nu doe ik of ik het niet
heb gehoord bewijzen van spreken. Dus je moet wel heel veel ballen tegelijkertijd hoog kunnen
houden, want je bent bezig om iemand iets uit te leggen, je bent bezig om ervoor te zorgen dat ze
elkaar niet de koppen inslaan, niet letterlijk natuurlijk. Alhoewel, ik heb er een keertje echt voor
moeten zorgen dat ze de hersens niet in zouden slaan bij elkaar haha. Maar ja en dus je bent met
zoveel dingen bezig tegelijk en als je dan een groep hebt, je moet kijken naar de groepsdynamiek,
dan zijn er heel veel dingen waar je rekening mee moet houden. Het is zeker niet zo dat als je heel
veel verstand van je vak hebt dat je dan meteen een goede leraar bent, want er komen echt wel
andere dingen bij kijken. Dus je moet sowieso goed zijn in je vak (echt master), je moet mensen
kunnen managen, je moet af en toe ook je eigen trots in kunnen slikken omdat je toch dienstbaar
bent voor de leerling. Dus er zijn wel een eigenschappen die je nodig en ik denk niet dat iedereen dat
kan.''
En vind je het zwaarste aan docent zijn of je dat sommige dingen moet inslikken?
''Ik vind het niet zo zwaar, want ik krijg er veel energie van. Het is niet zwaar. Het is meer dat ik af en
toe als je dan dingen buiten de lessen hebt, qua taken, veel is. Ik ben liever bezig om iemand iets te
leren i.p.v. met al die andere dingen. Dat vind ik wat minder, maar niet zwaar. Ik krijg er super veel
energie.''
Dat horen we eigenlijk wel van elke docent dat ze er veel energie van krijgen. Dat is mooi om te
horen. En als jonge docenten bijvoorbeeld weggaan, zo van dit is het niet, waar zit het dan in volgens
jou? Het niet aan kunnen van de klas, ouders...?
''Dat vind ik als zij-instromer lastiger in te schatten, want toen ik voor de klas kwam staan was ik
midden dertig. Dat leeftijdsverschil is met je leerlingen een stuk groter, waardoor je wat meer
autoriteit uitstraalt. Ik ben 2,10 dus als ik binnenkomt, dan komt er iemand binnen. Ik heb best een
harde stem en dat weten jullie misschien wel. Dus ja, maar ik denk wel dat jonge mensen inderdaad
zich er wel op verkijken, want ze refereren aan de tijd dat ze zelf op de middelbare hebben gezeten
en dit is toch de andere kant van het bureau. Dat is wel even iets anders dan in de klas zitten. Dat
zien ouders ook af en toe over het hoofd, dan bemoeien ze zich met ons vak. Maar ons vak is gewoon
echt een vak en niet iedereen weet hoe dat in elkaar steekt. Maar ik denk dat jonge docenten zich
verkijken, ondanks dat je er energie van krijgt, dat het toch wel zwaar is. In het bedrijfsleven werkte
ik van 8 tot 5 en dan kwam ik thuis. En als ik nu dan thuiskom van school, dan ben ik kapot. Dat merk
ik wel. Het kan wel wat vermoeiend zijn. Vooral jonge docenten vergissen zich daarin.''
En jij ziet jezelf over 5 jaar nog steeds bij het OGVO werken?
''Ja, zeker. Ik zit prima op mijn plaats. Het is maar 20 minuten rijden. Er zijn weinig scholen in de
buurt. Voor mij misschien Roermond zou nog wel kunnen, dat is ook wat handiger. Dan kan ik met de
fiets gaan. Ik heb er zelf als middelbare scholier gezeten. Maar Venlo is maar 20 minuten, mijn familie
komt uit Venlo en is daardoor verbinding met de stad. En in het weekend kom ik ook geen leerlingen
van mij tegen. Ik kom wel heel veel mensen uit Reuver tegen. Ik ben zelf ook Reuvernaar, dus dan
ken ik de ouders wel allemaal en dat is toch wel leuk.''
Oriënteer je wel eens stiekem op vacatures of kijk je er wel eens naar?
''Als er iets voorbijkomt dan kijk ik wel, maar op de eerste plaats zit ik prima bij Den Hulster. Als ik
mezelf kan verbeteren en al er moeilijk wordt gedaan over salaris en bij een andere school is het
beter dan moet ik wel nadenken van: goh, wat is het me waard? Maar ik heb nu geen aanleiding om
te zeggen ik moet weg bij Den Hulster.''
Stel je gaat je oriënteren: Er zijn heel veel saaie vacatureteksten en vooral voor docenten valt dat op.
Heel saai allemaal. Zou het jou meer aanspreken als er iets vlotter tekst staat, iets vlotter iets
modernen. Filmpje erbij, quotes erbij dat je echt wordt aangesproken.
Karin Pirlo
Afdeling: havo/vwo onderbouw
Vak: Frans
Werkervaring: 10 jaar OGVO
Leeftijd: 33 jaar
Loopbaanpad OGVO
Wil graag deelnemen aan een filmpje havo/vwo
Docent Frans altijd bij Den Hulster gewerkt vanaf de afronding van de opleiding
Betrokken en doorgegroeid in de praktijk als docent: belangrijke rol in de vaksectie,
opleiding tot coach gevolgd, ILB’er geworden, “rechterhand” teamleider en mogelijk
ook een rol binnen de nieuwe teamleidersstructuur.
Harm Engelen
Afdeling: havo bovenbouw
Vak: geschiedenis
Werkervaring: 4 jaar OGVO
Leeftijd: 29 jaar
Loopbaanpad OGVO
Van LB naar LC
Coach
Ervaring op alle onderwijsniveaus op Den Hulster
Ralf Vercoulen
Afdeling: vmbo onderbouw
Vak: Lichamelijke opvoeding
Werkervaring: 15 jaar OGVO
Leeftijd: 38 jaar
Loopbaanpad OGVO
Wil hier zelf even over nadenken wat hij graag wil vertellen maar zou een goede rol
kunnen pakken in benoemen sport en onderwijs/OGVO-fit.
Enthousiast in het werk
Lars Adams
Afdeling: vmbo-onderbouw straalt wel houding van een docent LC/LD uit.
Vak: maatschappijleer
Werkervaring: 4 jaar OGVO
Leeftijd: 33 jaar
Loopbaan OGVO
- Startende docent is nog in opleiding (bevoegdheid Engels)
- Verhuist van Maastricht naar Venlo (verhuiskosten vergoed)
Valuascollege
Lieke Sitaniapessy
Afdeling: VMBO bovenbouw
Vak: Zorg & Welzijn
Werkervaring: bijna 10 jaar OGVO
Leeftijd: 38 jaar
Loopbaan OGVO
Docent Zorg en Welzijn, heeft een ontwikkelpad binnen OGVO doorlopen, positieve
instelling en een HRM-achtergrond
Vervolg
Gezamenlijk een selectie maken uit bovenstaande aanmeldingen. Onderstaande
uitgangspunten zijn van belang.
Uitgangspunten
1. Van vmbo t/m havo/vwo op 3 locatiesà voldoende vmbo maar pak ook het
intelectuele niveau van havo/vwo
2. Leeftijd gemixt van starter tot ruime ervaringà te veel 25-40 jaar nog minimaal 1 50+
3. Man/vrouw verhoudingà voldoende
4. Culturele mixà voldoende
5. Loopbaanpadenà voldoende
6. Sfeer en gevoel van het onderwijs op OGVOà voldoende
7. Stages à bespreken: laten we een interview afnemen met een stagiair? Promotie
opleiders en stageplekken?
8. Belichten van onderwijsaanbod en speerpunten vakinhoudelijkà aandachtspunt
vanuit CDH. Naast het weergeven van interviews en filmpjes zorg ook voor
toelichting op uitgebreid en uitdagend onderwijsaanbod. De docenten die
intelectueel uitgedaagd willen worden hebben hier interesse in. Verder geldt dat we
afhankelijk van de tekorten aan specifieke vakdocenten dit onderwijsaanbod op
interessante wijze kunnen presenteren op een aparte pagina binnen werkenbijogvo.
Bijvoorbeeld middels een interviw, quotes, speerpunten op onderwijsgebied.
Vervolgacties
AFAS software. (z.d.). Tips voor een succesvolle werken-bij website. Geraadpleegd op 8 april
2022, van https://www.afas.nl/blog/tips-succesvolle-werken-bij-website
Dwvdo, G. (2021, 3 februari). Kent jouw student zijn reptielenbrein? De Wereld van de
Ondernemer. Geraadpleegd op 1 april 2022, van https://dwvdo.nl/kent-jouw-student-zijn-
reptielenbrein/
Eisenberg, A. (z.d.). Wat is een persona en hoe maak je een persona? Trusted Shops.
Geraadpleegd op 2 november 2021, van https://business.trustedshops.nl/blog/persona
Van der Haas, M., & Hudepohl, J. (2015). Arbeidsmarkt communicatie van A/Z (1ste ed., Vol.
1). ADFO GROEP.
Michels, W. M. (2015). Communicatie Handboek (5de ed., Vol. 5). Noordhoff Uitgevers
OGVO. (2021, oktober). Manifest OGVO - van denken naar doen. OGVO directie en voorzitter
College van Bestuur.
https://docs.google.com/document/d/1YqV_3gcsTsbtcjpyIaOuaEQr0qcn-5o_/edit#