You are on page 1of 58

Personen- en familierecht:

Welke rechtstak?
Onderdeel van de rechtstak burgerlijk recht

Waar geregeld? Geef eventueel artikels.


Geef eventueel artikels.

Wat wordt er geregeld?


Personenrecht = algemene begrippen en beginselen van de persoon
Familierecht = privaatrechtelijke verhoudingen tussen de personen

- Voogddij, erfenissen, echtscheidingen, geboorte, huwelijk, bevoegdheden van


de personen, Bescherming van de geestenziekte, nationaliteit,
orgaantransportatie, bescherming van de privacy….

INLEIDING

Er zijn veel wijzigingen gebeurd in verband met:


- Echtscheiding
- Holibi-adoptie
- Internering
- Bescherming persoon
- Nationaliteit
- Relativiteit bij geschiedkundige en rechtsvergelijkende analyse
-> enorme evolutie

§1. BEGRIPSBEPALING

A. Formele begripsbepaling:
Burgerlijk recht
“Personen” (art. 7 tot art. 515)
Afzonderlijke wetgeving vb. geesteszieke, jeugdbescherming...
Internationale verdragen

B. Inhoudelijke begripsbepaling

1. Personenrecht: algemene begrippen en beginselen

2. Familierecht: privaatrechtelijke verhoudingen

a. Verticaal familierecht = ouders, kinderen, kleinkinderen (het klassieke)


b. Horizontaal familierecht = verwezen naar alle nieuwe
samenlevingsvormen
“Gezinsrecht = binnen het gezin”
§2. RAAKVLAKKEN MET ANDERE RECHTSVAKKEN

- Personen en familierecht heeft heel veel raakvlakken met andere rechtsvakken

- Huwelijksvermogensrecht: “familiaal vermogensrecht”

- Het erfrecht: “erfrechtelijke overgang van de goederen binnen de familie” wie


erft van wie

- Het gerechtelijk privaatrecht:


- Familierechtbank! 1 dossier 1 rechter
- Bemiddelen via KMS = bemiddelingsprocedure die zowel vooraf kan
aangegaan zijn of die ook door de rechter kan worden opgelegd of
aanbevolen. DOEL = ze willen dat mensen hun geschil een beetje zelf
oplossen
- Hoorrecht

- Het strafrecht:
- “Familieverlating
- kindermisbruik” (Wie kinderen maakt moet hen ook eten geven)

- Het fiscaal recht en het sociaalzekerheidsrecht: “de familiale


verhoudingen” = kinderbijslag etc.

§3. SAMENHANG TUSSEN PERSONENRECHT EN FAMILIERECHT

Inhoudelijke reden:
- Naamrecht: personenrecht (= staat van persoon) (naam)

- familierecht (= afstamming, adoptie) (wie zijn uw ouders, herkenning?


Adoptie?)

- Jeugdbeschermingsrecht = als er een rede is bv. kind is in gevaar, ouders


zijn niet capabel om voor het kind te zorgen, dan kan de rechter
beschermingsmaatregelen nemen Bv. tijdelijk in pleeggezin, instelling, crisis
opvang

- Er is altijd een voorkeur voor een kind te laten opgroeien bij de ouders.

Personenbeschermingsrecht: belang van het kind (internationaal verdrag van de


rechten van het kind)
Bv. zoon 9 jaar waarbij moeder zei ik wil mijn kind bij mij hebben het ene jaar in juli
en andere in aug door werkgever die dit zo geeft dus dit is in het belang van het kind
dat het kind mee op vakantie gaat vader zegt nee ik geef voetbal en kind kan anders
voetbal niet volgen en loopt hij achter dus in het belang van het kind --> de ruzie is
niet in het belang van het kind: oplossing zoeken
Familierecht: opvoeding

§4. BRONNEN VAN HET PERSONEN-EN FAMILIERECHT

- De wet: Federaal
- BW
- Ger.W
- tal van bijzondere wetten

- Gemeenschappen en gewesten:
- rechtspositie van de minderjarige
- begraafplaatsen en de lijkbezorging
- interlandelijke adoptie van kinderen
- integrale jeugdzorg

België heeft een aantal internationale verdragen ondertekend en geratificeerd:

- Het verdrag
o Art.12 EVRM:
o Art.8 EVRM: eerbiediging van het privéleven

“Het fundamentele recht om te huwen en een gezin te stichten. “

 Rechtstreekse werking in de interne rechtsorde!

 Het is vrij utopisch en ook niet wenselijk om tot een volledige harmonisatie van
het personen-en familierecht in de Europese landen over te gaan. Landen
denken verschillend

Arrest – Marckx t (belangrijkste arrest)

- 13 juni 1979: Paula en Alexandra Marckx tegen België


- BOM discriminatie vanwege erkenning voor afstammingsband.

- Belangrijkste punten document=


o Paula marks had een natuurlijke dochter (een dochter die niet voorkomt
uit een huwelijk) alexandra. De dochter kan erven van de beide ouders
en van Paula dan zou ze haar dochter moeten laten herkennen en
adopteren (terwijl het haar eigen dochter was, dus deze regeling is
aangepast), zij vind dat het inging tegen Art. 8 en 14 EVRM en daarom
is ze naar het EHRM gegaan.
o Arrest onthouden! Dus zeker lezen = mijlpaalarrest omdat het een
belangrijk arrest is voor afstamming en erfrecht, voor veel
veranderingen gezorgd.
o Het grote gevolg van het arrest = alle kinderen als gelijkwaardig worden
beschouwd (natuurlijke (niet uit een huwelijk)/ wettelijke(geboren tijdens
een huwelijk)
Voor marckx was er een onderscheid tussen kinderen die voortkomen binnen het
huwelijk en kinderen buiten het huwelijk.
Binnen het huwelijk = wettelijke kinderen
Buiten het huwelijk = natuurlijke kinderen

IVRK:
art.3: bij alle maatregelen dienen de belangen van het kind een eerste overweging te
vormen.

De rechtspraak
- Rol in ontwikkeling personen-en familierecht
- “Het ongehuwd samenleven”

De rechtsleer: veel rechtspraakoverzichten p. 23 tot 25 handboek

Deel I. Personenrecht
Titel I. Persoonlijkheid
Hoofdstuk I. De persoon

§1 WIE IS EEN PERSOON?

A. De natuurlijke persoon
- Een natuurlijke persoon: alleen mensen zijn personen

- Alleen de levende mens is een persoon (embryo, lijk, foetus hebben geen
rechtspersoonlijkheid wel bijzondere rechtsbescherming)

- Er kan geen beslag gelegd worden op de handelswaarde van een mens

B. De rechtspersoon

Definitie:
groeperingen van mensen en groeperingen van rechtspersonen die als groepering
drager zijn van ‘eigen’ rechten en plichten, los van die van de samenstellende
leden

Feitelijke vereniging (bestaat officieel niet) en VZW (= rechtspersoon en kan


worden gedagvaard)

§2 ONTSTAAN EN BEEINDIGING VAN DE PERSOONLIJKHEID VAN DE


NATUURLIJKE PERSOON

A. Ontstaan
- Vangt aan met de geboorte
o Levend: vanaf 24 weken, een doodgeboren kind verwerft geen
persoonlijkheid
o Levensvatbaar: dus niet in de onmogelijkheid verkeren om te overleven
(Bv. extreme vroeggeboorte niet)

- Een verwekt kind: kan al titularis zijn van bepaalde rechten en plichten voor
de geboorte in zoverre het later levend en levensvatbaar geboren wordt.
(Bv. kind van Wouter Weylandt. ‘Infans conceptus pro iam nato habetur
quotiens de commodo eius agitur’)

- Vermoeden van verwekking: 300 tot 180e dag voor geboorte

B. Beëindiging
- Eindigt met overlijden

- Bij euthanasie (= goed sterven) wordt geacht natuurlijke dood te zijn voor wat
betreft uitvoering overeenkomst waarbij hij partij was (Bv. levensverzekering)

- Verdacht overlijden? (Mogelijk gerechtsarts inschakelen)

- Faillietverklaring is mogelijk 6 maanden na overlijden

- Geen definitie ogenblik van dood: “alle” functies nodig voor handhaving
menselijk leven “volledig” en “onomkeerbaar” uitgevallen

Orgaanuitneming ‘ex mortuo’: het overlijden van de donor moet worden vastgesteld
door een college van drie geneesheren (familie vragen of zij bezwaar hebben)

Commorientes-leer (= samen sterven): indien de volgorde waarin twee of meer


personen zijn overleden niet kan worden bepaald, stelt de wet een vermoeden van
gelijktijdig overlijden
- Van belang bij een auto ongeluk, aanslag etc. wanneer een vrouw en man
overlijden, hoe regelen we de nalatenschap?
Bv. vliegtuigramp, treinramp

In sommige gevallen is het praktisch onhaalbaar om dat nog na te gaan zoals Bv. in
Brussel met de aanslagen. Als het dus onmogelijk is om het na te gaan wordt
het vermoeden van gelijktijdig overlijden gebruikt.
- Als er meerdere mensen dood liggen in Brussel = vermoeden van gelijktijdig
overlijden
- Als er nog eentje naar de spoed wordt gebracht en daar overlijdt = niet
gelijktijdig
Wanneer er nog een persoon met de ziekenwagen naar het ziekenhuis gebracht
wordt en nog een paar dagen leeft.
Hoofdstuk ll. De Staat van de persoon

§1. ALGEMEEN

A. Begripsbepaling

- De staat van de persoon


1. Staat in de maatschappij
a. Staat van een persoon = is evident in een familie en in de
maatschappij, wat u maakt als persoon

2. Staat in de familie (kind, vader, nonkel, neef)

3. Staat als enkeling


a. Fysieke elementen (man, vrouw, leeftijd)
b. Psychische elementen (mentaal)
c. Civielrechtelijke elementen (verblijfplaats)

 In onze maatschappij hebben ras, godsdienstige en filosofische opvattingen


geen rechtsgevolgen (in Turkije wordt godsdienst vermeld op de
identiteitskaart)

B. Verkrijging van de staat

De verkrijging is afhankelijk van:


- Rechtsfeiten (dingen die ons overvallen bv geboren in België)
- Materiële rechtshandelingen: huwelijk (kan u wel zelf kiezen)
- Gerechtelijke uitspraken: vonnis echtscheiding
- Een wet: de naturalisatie (Belgische nationaliteit verkrijgen gevolge de wet)
o Als een vreemdeling een X aantal jaar in België is kan deze onder
voorwaarden vragen om Belg te worden. Heeft betrekking op uw staat
van een persoon

Wijzigen van de staat:


Als je uit uw rechten wordt gezet
Bv. Dutroux is uit zijn ouderlijke rechten ontzet, door een rechterlijke uitspraak
verandert zijn staat. Hij heeft nog wel een staat (naam en ingeschreven)
(Staatloze mensen = die nergens thuishoren)

C. Kenmerken van de staat

1. De staat is niet vatbaar voor autonome wijziging: geen wijziging door autonome
wilsuiting betrokkenen. (Bv. als gehuwde kan je niet beslissen om opeens niet meer
gehuwd te zijn.) rechter moet bepalen

2. De staat is onbeschikbaar: elke overeenkomst, dading of afstand die tot voorwerp


of oogmerk zou hebben een element van de staat te wijzigen, is nietig
(overeenkomst, je kan nooit een overeenkomst afsluiten over de staat van iemand)
3. De staat is universeel tegenstelbaar (anderen moeten rekening mee houden)
(als het vastligt moet iedereen er rekening mee houden, kan niet zomaar genegeerd
worden) Bv. een man zegt over een kind ik ben de vader niet en wijst een andere
aan en de vrouw bevestigd dat hij die vader is (ze komen met drie overeen) dan is er
nog steeds een DNA test verreist.

4. De staat is niet vatbaar voor verjaring: men kan geen staat verwerven of
verliezen door geruime tijd bepaalde rechten en plichten die ermee verbonden zijn, al
dan niet uit te oefenen. (Bv. Als je gehuwd bent kan je niet na 5 jaar zeggen mijn
huwelijk is verjaard)

5. De staat is enkelvoudig: kan niet gelijktijdig m.b.t. een welbepaald element van
zijn staat twee verschillende hoedanigheden hebben. (dubbele nationaliteit Fehriye
Erdal) Je kan niet gehuwd zijn en tegelijk vrijgezel) men kan wel een dubbele
nationaliteit hebben, maar als je een Belgische nationaliteit hebt een nog een andere
word je in België wel als Belg gezien en zo ga je ook behandeld worden (je kan niet
tegelijk als Belg en vreemdeling beschouwd worden)

D. Vorderingen van staat


Begripsbepaling
Alle rechtsvorderingen die een element van de staat wijzigen of vaststellen
wat een persoon betreft.

Wijziging van staat:


- Scheiding, je gaat van gehuwd naar vrijgezel
- Wijziging van geslacht
- Adoptie, ontvoering
- Onderzoek naar vaderschap
- Inschrijving van een kind

Categorieën
1. Vorderingen tot vaststelling van staat: deze zijn van declaratieve aard
a. inroeping van staat: een moeder komt kind inschrijven op school
zonder dat dit kind op paspoort vermeld is
b. betwisting van staat Bv. betwisting vaderschap

2. Vorderingen tot wijziging van staat: deze zijn van constitutieve aard Bv. een
vordering tot echtscheiding

E. Bezit van Staat


Begripsbepaling: betekent de feitelijke toestand waarin men zich bevindt m.b.t. een
bepaald element van zijn staat
Inhoud: geen algemene omschrijving

1° nomen = het dragen van een naam


2° fama = behoren tot een familie
3° tractatus = behandeld worden door de familie als familie lid
Bv. In een vaststelling vaderschap etc. en je wilt geen DNA onderzoek laten
afnemen, men kan dat niet met een dwangsom afdwingen door omdat dit met
bloedtesten is. Dus je kan het niet bewijzen adhv DNA, dan ga je u bezit
moeten bewijzen van staat. Je zegt dan tegen de rechter “ meneer X is de
echtelijke vader van het kind en heeft ook het bezit van staat van kind X. Hij
heeft altijd de naam gedragen (nomen) heel de familie heeft het kind altijd
aanzien als kind van hem of kleinkind, ook in de samenleving (fama) het kind
werd ook behandeld als kind, de vader ook = de twijfel kon er niet zijn hij zag
eruit als echte vader (tractatus)

Een kind dat de nieuwe man van haar mama al 13 jaar als vader beschouwd
en dan blijkt dat het niet de oorspronkelijk vader is. Hier kan ook bezit van
staat aanwezig zijn, nieuwe papa zegt “ik heb het kind altijd als mijn kind
gezien” waardoor er bezit van staat is en hij wilt dit kind ook blijven zien en
voor blijven zorgen.
Kleindochter van Rudy wanneer zij een volle aula binnenstormt. Zij zal de
Rudy vastnemen en daar naartoe lopen, niet naar ons omdat wij geen bezit
van staat hebben.

In het afstammingsrecht voegt men er een vierde component aan toe namelijk het
feit dat de openbare overheid de betrokkene beschouwt als hebbend de staat
waarop hij zich beroept

- Om van een deugdelijk bezit van staat te kunnen spreken is alleen vereist:
1° Voldoende betekenisvolle feiten aangevoerd worden
2° Dat alle aanwijzingen convergerend zijn
3° Dat het bezit dat door aangevoerde feiten wordt aangetoond, voortdurend is

Functie
1. Kan ervoor zorgen dat titel onaanvechtbaar wordt Bv: Art.312, §3: moederlijke
afstamming vastgesteld door geboorteakte en bevestigd door bezit van staat, is
onaanvechtbaar.

2. Soms gelijkwaardig rechtsgevolg aan bezit van staat als aan titel. Bv: Art 197 BW
kind van gehuwde ouders. Als het kind constant in bijzijn is van de ouders heeft het
kind bezit van staat.

3. Het bezit van staat kan vermoeden vormen van het normaal te leveren bewijs.

4. Het betreft de Belgische nationaliteit, ingeval deze op afstamming of adoptie


berust: in dat geval volstaat het te bewijzen dat zijn ouder het bezit van staat van
Belg heeft gehad (Art.4,2 2de lid WBN). Het bezit van een Belgische identiteitskaart
bewijst als dusdanig niets.

Bezit van staat


In afstammingszaken moet het bezit
- Voortdurend zijn = kan niet voor eventjes (week of twee weken)
- Ononderbroken = dit kan niet in alle gevallen, vorig voorbeeld met niet
oorspronkelijke vader Bv. De mama neemt het kind mee en alle contacten
zijn verbroken. Gedurende een jaar is er geen contact meer dan is dit bezit
onderbroken. Hij heeft al een jaar niet meer de staat van vader. Hij kan er
zelf niet meer aandoen.
Volgens het normaal principe is er geen bezit van staat meer maar dat is hier
niet het geval.

Kenmerken
1. Onbeschikbaarheid van vorderingen van staat: eens een vordering rechtsgeldig is
ingeleid, dient zij haar normaal verloop te kennen, onttrokken aan de wil van partijen

2. Onverjaarbaarheid van vorderingen van staat: echter bij vele declaratieve


vorderingen van staat wijkt de wetgever uitdrukkelijk af van dit beginsel. Bepaalde
vorderingen van staat onderwerpt hij toch aan een verjaringstermijn. Deze
vorderingen verjaren dus niet.

3. Toegewezen en hoogstpersoonlijk karakter van vorderingen van staat: ouders


kunnen geen vordering tot echtscheiding instellen voor hun kinderen. Bv. Ik ben mijn
schoonzoon zo beu als iets en ik stap naar de rechter om een echtscheiding van mijn
dochter aan te vragen.

4. Bevoegdheid van de familierechtbank: bijvoorbeeld de Belgische nationaliteit,


maar: de strafrechter kan ook nietigverklaring uitspreken bij schijnhuwelijk of schijn
wettelijke samenwoning

§2. DE BEKWAAMHEID

A. Soorten bekwaamheid
- Feitelijke bekwaamheid om te schilderen = materiele competenties (anderen
kunnen piano spelen, andere kunnen schilderen, anderen hebben een
talenknobbel)
o Materiële handelingen te stellen
o Rechtshandelingen te stellen (naar de winkel gaan, verbintenissen
aangaan, we kunnen engagementen aangaan)
o De schuldbekwaamheid of toerekeningsvatbaarheid Bv. Farid Le Fou,
Kim De Gelder
 Kim = kinderdagverblijf, een jaar naar de gevangenis omdat
deze toerekeningsvatbaar was maar dan hebben ze ingezien dat
de man niet 100 was en hebben ze hem naar een instelling
gestuurd.
Rechtsbekwaamheid en handelingsbekwaamheid
1. Rechtsbekwaamheid: over de mogelijkheid beschikken om bepaalde rechten en
plichten te hebben.
- Wie persoon is bezit rechtsbekwaamheid.

- In beginsel volledige rechtsbekwaamheid

- Gedeeltelijke rechtsbekwaamheid: vreemdelingen (de Libanees die een


vordering wil aanhangig maken in Antwerpen), strafrechtelijk veroordeelden
(onderzoeksrechter Jespers)

- Specifieke rechtsonbekwaamheden Bv. onbekwaamheid om te huwen met


naaste bloed- en aanverwanten, onbekwaamheid doctoren bij testamentaire
aanduiding door patiënt

- De regel dat een gehuwd persoon geen overeenkomst mag sluiten met zijn
echtgenoot werd afgeschaft!

2. Handelingsbekwaamheid
- In beginsel is iedere persoon handelingsbekwaam

- Uitzonderingen voor bepaalde categorieën van personen: niet iedere


rechtsbekwaam is tevens handelingsbekwaam

- Volledige handelingsonbekwaamheid (vertegenwoordiging) versus beperkte


handelingsonbekwaamheid (bijstand, toestemming, verzet)

- In regel zijn beschermingsstatuten voor individuen (zie titel 2


personenbeschermingsrecht), zo werd er een bijzonder statuut ingesteld voor
de persoon die geneigd is al zijn bezittingen weg te geven, er is een
bewindvoerder over hem aangesteld door de bevoegde vrederechter

- Zie ook de zorgvolmacht

!!! Iedereen rechts bekwaam maar niet iedereen handelingsbekwaam !!!

§3. DE BURGERLIJKE STAND

A. Begripsbepaling en historiek
Begripsbepaling
Bewijs van staat van personen is van kapitaalbelang, zowel in het belang van de
betrokkene, alsmede de derden die met betrokkene rechtsbetrekkingen aangaan
Historiek
- Destijds parochieregisters, later systeem van geschreven bewijzen
- De wet van 18 juni 2018 leidt tot een digitale burgerlijke stand
- DABS: databank akten burgerlijke stand
B. Organisatie
De ambtenaar van de burgerlijke stand (burgemeester)
- De ambtenaar van burgerlijke stand: de gemeente, één ambtenaar en één
dienst van burgerlijke stand (of opdeling districten bij grote gemeenten)

- In principe is de burgemeester de ambtenaar van burgerlijke stand met


algemene bevoegdheid

- Buitengewone ambtenaren van burgerlijke stand: scheepskapiteins (alleen de


echte), gezagvoerders van vliegtuigen, diplomatieke en consulaire
ambtenaren

De centrale databank burgerlijke stand


- DABS gegevens op nationaal niveau in elektronische centrale databank
- Belangrijke rol in de ondersteuning van de rechterlijke orde

C. De akten van de burgerlijke stand in het algemeen


1. Opstellen van digitale akten van burgerlijke stand
De aktes worden digitaal opgesteld bij de burgerlijke stand die zich in de
gemeentehuizen bevinden (of gebouwen die eigendom zijn van de gemeente)

2. Toevoeging van het rijksregisternummer


Er wordt een rijkregisternummer toegewezen, dat is in feite het nummer van
bij de geboorte en hierin zijn alle aktes opgeslagen (er is ook een kopie in de
rechtbanken) als er geen akte is kan dit vervangen worden door een vonnis

3. De bewijskracht van de akten van de burgerlijke stand


Een akte is authentiek, de akte is effectief en niet aanvechtbaar

 Wij hebben hier in Antwerpen heel wat studenten van Nepal die hier voor een
jaar kwamen studeren. Ze hadden het heel moeilijk met Nederlands en
Engels te leren en bleven hierdoor langer dan voordien. En in tussentijd zijn
er met een vlaams vriendinnetje en willen hier blijven. In Nepal zijn er geen
aktes van geboorten en data, er is een procedure dat de mensen naar de
rechter kunnen stappen met twee getuigen en hierdoor kan de rechter een
akte opstellen. (hele procedure volgend)

Exclusieve bewijskracht
- Indien een akte van de burgerlijke stand vernietigd of verloren is gegaan, of de
akte ontbreekt, kan de akte vervangen worden door een procedure tot
verbetering van een akte van burgerlijke stand of door een vonnis van de
rechtbank

- Getuigenbewijs onder de bijzondere vorm van een akte van bekendheid

- In geval van onmogelijkheid of ernstige moeilijkheden voor een aanstaande


echtgenoot om een akte van geboorte over te leggen
- De aanduiding van de erfgenamen of het niet voorhanden zijn van
erfgenamen
- Bezit van staat

Authentieke bewijskracht (exacte akte)

Raadpleging van de akten van de burgerlijke stand


1. Het beginsel van de openbaarheid:
- Akten zijn in beginsel openbaar
- Beperkingen: praktische redenen (desorganisatie burgerlijke stand),
principiële redenen (privacy)

2. Toegang tot DABS


- Niet rechtstreeks ter inzage van het publiek
- Rechtstreeks toegang tot akten van burgerlijke stand die op hen betrekking
hebben
- Gemeenten, consulaten, rechtbanken, griffies, parketten, ambtenaren bij de
FOD-justitie en notarissen hebben bij wet de machtiging om de DABS te
raadplegen in de uitoefening van hun ambt
- Het afleveren van afschriften en uittreksels
- Recht op afgifte
- Akten waar iedereen toegang toe heeft
- Akten waar niet iedereen toegang toe heeft
 In bepaalde gevallen kan men geconfronteerd worden met nietigheid:
De nietigheid van akten van de burgerlijke stand (heel uitzonderlijk Bv. vals)

De verbetering van akten van de burgerlijke stand


- Verbetering door de ambtenaar van de burgerlijke stand zelf
- Verbetering door de familierechtbank

D. Enkele akten van de burgerlijke stand in het bijzonder


Overzicht
De akte van geboorte
- Kennisgeving van de geboorte: louter administratieve maatregel die berust op
de geneesheer of bij ontstentenis andere personen die bij de bevalling
tegenwoordig zijn geweest

- Aangifte van geboorte (wordt gemaakt, de gemeente heeft al kennis dat ze


moet gemaakt worden, de vroedvrouwen moeten dit al melden dat er een
geboorte heeft plaatsgevonden, de ouders zelfmoeten aangifte gaan doen
binnen de 15 dagen ( doet men dit te laat = familie rechtbank)

o Primordiale regeling: 15 dagen te rekenen vanaf de bevalling, door


vader, moeder meemoeder, of door beide ouders samen

o Subsidiaire regeling

o Laattijdige aangifte en ontstentenis van aangifte: in dit geval dient een


declaratief vonnis vanwege de familierechtbank te worden uitgelokt dat
in de DABS wordt opgenomen en zal gelden als geboorteakte.
o Aangifte van een vondeling: diegene die het pasgeboren kind vindt

o Taak van de ambtenaar van burgerlijke stand: de ambtenaar van de


burgerlijke stand dient zich van de geboorte te vergewissen aan de
hand van verklaring geneesheer of vroedvrouw

o Het systeem van de anonimiteit van het moederschap = de niet


vermelding van de naam van de moeder in de geboorteakte, is in ons
rechtsstelsel uitgesloten

De akte van erkenning


1. Erkenning van een kind
a. Wijze van vaststelling van zowel moederlijke als vaderlijke afstamming
(kan herkent worden door vader of moeder)

2. De erkenningsakte
a. Deze wetgeving is gewijzigd, de aangifte van een erkenning kan niet
langer bij notariële akte gebeuren

b. Opgemaakt door ambtenaar van burgerlijke stand

c. Geen wachttermijn

d. Weigering in geval van frauduleuze erkenning

e. Vermeldingen in de erkenningsakte

2. De akte van erkenning


- Vermeldingen in de erkenningsakte (art.62, §2)
- Andere verplichtingen van de ambtenaar van de burgerlijke stand
- Hij moet ingeval de erkenner gehuwd is, binnen de drie dagen een kennisgeving
van de akte van erkenning richten aan diens echtgenoot (art.62, §3)

Hoofdstuk 3. De vereenzelviging van de persoon

- Vaststellen van de eenzelvigheid van de persoon


- Naam, voornaam, geslacht, woon-en verblijfplaats, nationaliteit
- Nationale identificatienummer van alle in het rijksregister opgenomen personen
dient ook tot de vereenzelviging van de persoon

§1. DE NAAM

A. Begripsbepaling
De naam is het woord of combinatie van woorden waarmee persoon verplicht wordt
aangeduid in de maatschappelijke omgang, ter onderscheiding van andere personen

- Naam in eigenlijke zin bestaat uit twee delen:


1. familienaam
2. voornaam
Ieder van ons Peeters noemen = problematisch, naam is een belangrijk gegeven om
mensen te identificeren van elkaar.

B. De familienaam
Begripsbepaling en korte historiek
- Bestanddeel van de naam dat aan verscheidene leden van eenzelfde familie
gemeen is
- Oorspronkelijk: familienaam doorgegeven van vader op kind (patronymicum)

- Rechtspraak EHRM (7 januari 2014, Cusan en Fazzo t/Italië)

- Moeder de mogelijkheid geven zelfs bij tweevoudig vastgestelde


afstammingsband haar naam aan het kind over te dragen

- Anderzijds voor de ouders binnen strikte grenzen een keuzerecht inzake de


familienaam te openen

Belgisch naamrecht = bijzonder ingewikkeld p. 73


Bv. Mogelijk dat vader met dubbele naam gehuwd met moeder ook dubbele
naam: naam kiezen voor kind kan 10 mogelijkheden.
Wet van 8 mei 2014 werd gerepareerd door de wet van 18 december 2014
(gerepareerd, slordige wetten die worden bijgewerkt)

Deze wet is van toepassing op kinderen die respectievelijk geboren of geadopteerd


zijn vanaf 1 juni 2014

MAAR: voor kinderen die vanaf 1 juni 2014 geboren zijn en die een broer of zus
hebben die op 1 juni 2014 een vastgestelde vaderlijke en moederlijke afstamming
t.a.v. dezelfde ouders had. Voor deze kinderen blijven de oude regels inzake de
toekenning van de familienaam gelden (zussen en broers zelfde achternaam)

B. familienaam
De verkrijging
1. Gewone afstammingsband

Situaties:
a. Het kind wiens afstamming enkel van moederszijde vaststaat draagt de naam
van zijn moeder (art.335, §2,1ste lid)

b. Het kind wiens afstamming enkel van vaderszijde vaststaat: draagt de naam
van zijn vader, zeer uitzonderlijk geval, anoniem bevallen moeder vader erkend
kind wel. (Art. 335, §1)

c. Afstamming van vaderszijde en moederszijde komt tegelijkertijd vast te


staan, dan hebben zij vier mogelijkheden
1/ de naam van de vader
2/ de naam van de moeder
3/ dubbele naam eerst naam van de vader en dan de naam van de moeder
4/ dubbele naam met eerst naam van de moeder dan naam van de vader

 Onderscheid tussen dubbele naam en samengestelde naam (in adellijke


kringen)

o Indien één van de ouders (of beiden) een samengestelde naam heeft,
kan die samengestelde naam worden doorgegeven al dan niet samen
met de naam van de andere ouder

o Indien in een volgende generatie een van de ouders een dubbele naam
heeft gekregen ingevolge het keuzerecht: dan kan deze slechts één
onderdeel van zijn naam doorgegeven

o Dus niet minder dan 10 keuzemogelijkheden

o Als beide ouders reeds een dubbele naam hebben, heeft hun kind
noodzakelijk ook een dubbele naam

o Ingeval beide ouders samen aangifte doen volstaat een mondelinge


verklaring

o Aangifte door 1 ouder gebeurt ook mondeling, is er onenigheid tussen


ouders over de naam dienen ze dit mondeling te melden aan de
ambtenaar van burgerlijke stand

o Bij onenigheid over de naam kan de afwezige ouder zich tot de


familierechtbank wenden

o De keuze is onherroepelijk

o Ingeval van onenigheid krijgt het kind van rechtswege een dubbele
naam, samengesteld uit naam vader en moeder en dit in alfabetische
volgorde

o Keuzerecht ook binnen 15 dagen na bevalling

d. Het kind wiens afstamming van vaderszijde slechts komt vast te staan nadat
de afstamming van moederszijde al was gevestigd, of omgekeerd
Kind blijft in beginsel zijn naam dragen, dit waarborgt de stabiliteit van de
familienaam (in praktijk gaat het steeds om behoud moedersnaam)

In dat geval is voorzien in een bijzondere eenvoudige vorm van


naamsverandering, een verklaring voor de ambtenaar van burgerlijke stand
 In principe gaat het kind niet van naam veranderen, wil men dit wel dan kan
dit in overleg met de ouders, dit kan geregeld worden door de ambtenaar van
de burgerlijke stand
Deze verklaring ten gunste van de naam van de ouder ten aanzien van wie
de afstamming pas in tweede orde komt vast te staan (al dan niet in de vorm
van een dubbele naam) is onderworpen aan volgende vereisten

- Beide ouders samen


- Een vervaltermijn van één jaar te rekenen
- Voor de meerderjarigheid of ontvoogding van het kind

e. Kind krijgt tijdens minderjarigheid nieuwe juridische vader


Vader en moeder kunnen een nieuwe naam kiezen overeenkomstig de
algemene regel

Als deze geen akkoord bereiken, krijgt het kind automatisch een dubbele
naam samengesteld uit de naam van de vader en de naam van de moeder en
dit in alfabetische volgorde

f. Het kind wiens afstamming van moederszijde en van meemoederszijde


vaststaat
meemoeder = lesbische

g. Kind met afstamming vaderszijde en moederszijde die op ogenblik van


geboorte reeds een broer of zus met dezelfde ouders heeft
- Kind krijgt naam die broer of zus op dat ogenblik heeft
- Kinderen met zelfde ouders geen verschillende namen

2. Na volle adoptie
a. Adoptandus krijgt andere naam en wel noodzakelijk die van de
adoptant

3. Na gewone adoptie
a. Nooit dubbele en samengestelde naam
b. Wet bepaalt als algemene regel dat adoptandus de naam van de
adoptant krijgt
c. Mogelijke afwijkingen van het wettelijk stelsel voor de familierechtbank:
De geadopteerde behoudt zijn naam, voorafgegaan of gevolgd door die
van de adoptant
d. Behoud zuivere familienaam kan niet
e. Geadopteerde behoudt één van zijn namen voorafgegaan of gevolgd
door één naam van de geadopteerde

 De volle adoptie = je gaat volledig weg uit uw oorspronkelijke familie en gaat


volledig over naar de adoptieve familie. Alle banden met de oorspronkelijke
familie worden doorgeknipt. Je krijgt hierbij de naam van degene die
geadopteerd heeft.

 Gewone adoptie = in principe je nog een band behoud in eerste graad met de
oorspronkelijke familie en die band ontstaat met de adoptieve familie (ook
eerste graad) ook de naam van de adoptant krijgen.

4. Is geadopteerde ouder dan 18 jaar


a. Vragen aan familierechtbank dat naam onveranderd blijft met
instemming van geadopteerde

5. Vondelingen
a. De naam door ambtenaar burgerlijke
b. Twee voornamen waarbij de laatste als familienaam fungeert

B. Familienaam
(wat is….. ) De invloed van het huwelijk op de familienaam

1. Geen wijziging van de familienaam


a. Bij het huwelijk behouden beide echtgenoten de naam die zij hebben
op grond van hun afstamming.

b. Vele andere Europese rechtsstelsels = gemeenschappelijke


huwelijksnaam

c. EHRM oordeelde dat systeem waarbij gehuwde vrouw automatisch


naam van echtgenoot overneemt strijdig is met art. 14 en art.8 EVRM

2. Gebruiksrecht van de naam van de andere echtgenoot


a. Algemeen: rechtsgewoonte
b. In het burgerlijke leven
- Echtgenoot heeft recht naam huwelijkspartner te gebruiken zonder
instemming
- Bij echtscheiding gaat dit recht verloren
- Uitzonderingen
- De ex-echtgenoten kunnen elkaar machtigen
- Intellectueel recht
- Uitzonderlijk lange duur van het huwelijk

3. In beroepsbetrekkingen
a. Hier is wel toestemming vereist
b. Bij echtscheiding vervalt ook hier het gebruiksrecht

B. Familienaam

Kwestie van het wijzigen en een kwestie van het verbeteren.


-> Onderscheid is belangrijk!

 Kwestie van verbeteren gaat over fouten die in de naam worden geschreven,
dit mag de ambtenaar rechtzetten. Bij zwaarwichtige gevallen is het de
rechtbank die ertussen komt.
 Wijzigen is iets moeilijk/ bijzonder

Men gaat uit van de onveranderlijkheid, er zijn wel redenen om deze wijzigingen door
te voeren.
- Ernstige reden: mensen die geconfronteerd worden met een belachelijk
klinkende naam.
- Geen aanleiding tot verwarring
De Wijziging

1. Overzicht
a. Automatisch door stellen rechtshandeling
b. Procedure van naamsverandering (administratief = bezoek tot wijziging
van familienaam richten tot de koning)

2. Het bekomen van een verandering van naam


a. Algemeen
i. Via administratieve weg een verandering bekomen

b. Onveranderlijkheid blijft uitgangspunt


1° het moet op ernstige redenen steunen
2° de naam mag geen aanleiding geven tot verwarring
3° de gevraagde naam mag verzoeker nog derden schaden

c. Procedure
i. Administratieve procedure
ii. Verzoek wordt gericht tot minister van justitie, machtiging bij
koninklijk besluit
iii. Soevereine administratieve beslissing
iv. Het KB houdende machtiging tot naamsverandering wordt
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad

d. Uitwerking
i. Dient op straffe van verval binnen 60 dagen na de registratie een
afschrift of uittreksel van het KB ter hand te stellen van de
ambtenaar van burgerlijke stand

e. Gevolgen
i. Geldt slechts voor de persoon zelf
ii. Begunstigde is verplicht de nieuwe naam te dragen

f. Kosten

Algemeen tarief: 140 euro


Bijzonder tarief: 740 euro

B. Familienaam
De verbetering
- Herstel van oorspronkelijke naam in geval van vergissing of onvolledigheid

- Voorgelegde akte van de burgerlijke stand van de betrokkene en bepaalde


akte van burgerlijke stand van diens voorouders stemmen niet overeen
- Een verbetering aanvaarden bij om het even welke vergissing of
onvolledigheid op grond van de overweging dat de vordering tot verbetering
onverjaarbaar is

C. De voornaam
De verkrijging

a. Keuzerecht en -plicht
- Elke persoon is gehouden een voornaam te hebben
- Bij gebrek dient het O.M. ambtshalve op te treden

b. Titularissen van het keuzerecht


- Prerogatief van ouderlijk gezag

- Bij afwezigheid of onmogelijkheid dient het O.M. een vordering in te stellen tot
aanvulling van de geboorteakte

- Indien de bevoegdheid van de andere ouder werd miskend, kan deze het
initiatief nemen tot een procedure van verbetering van de voornaam

c. Inhoud van het keuzerecht


1° mag geen aanleiding geven tot verwarring
Er is een turner namelijk Donna Donny Truyens. Zijn vader was fan van de
voetballer X en heeft zo deze naam aan zijn kind gegeven.

2° mag het kind niet kunnen schaden


Een jongen genaamt Youthree, zijn papa was fan van You 2

3° mag geen schade kunnen toebrengen aan derden


Bv. uw kind pfaff noemen, dit gaat jean mary niet leuk vinden

C. De voornaamDe wijziging
a. Overzicht
- Voornamen van de geadopteerde worden gewijzigd

b. Het bekomen van een verandering van voornaam


1. Gronden
o De betrokkene enigerlei reden daartoe moet inroepen
o De wens zelf van de betrokkene
o Voornaam stemt niet overeen met genderidentiteit
2. Procedure
o Administratieve procedure
o Niet in het staatsblad bekendgemaakt

c. De verbetering
- Rechtzetten van inbreuken

- In geval van materiële vergissingen


- Indien de voornaam in strijd is met wettelijke beperkingen neemt het O.M. het
initiatief - tot de procedure

- Ingeval de bevoegdheid tot voornaam keuze door de ouders werd misken

- Ingeval de ambtenaar van burgerlijke stand ten onrechte geweigerd heeft

D. Rechtsaard van de naam


Het recht op naam
- Dit betreft een persoonlijkheidsrecht
- Zonder instemming gebruiken van de voornaam- aanmatiging voornaam van
welbepaalde personen (een organisatie An en Eefje (van Dutroux) noemen)

Ieder mens en ieder persoon heeft recht op respect en eerbied over zijn
persoonlijkheid.
Een inbreuk op een persoonlijkheidsrecht zich kan voordoen wanneer er Bv. een
naam misbruikt wordt.
Bv. Bepaald ogenblik is er een VZW An en Eefje opgericht die geld inzamelde voor
initiatieven om te vermijden dat er nog kinderen ontvoerd zouden worden. De
ouders van An en Eefje vonden dit niet kunnen dat zij er niet voor gevraagd
waren en dat de namen van hun kinderen hiervoor “misbruikt” werden. Hier was
een duidelijke commerciële bedoeling bij (sympathie opwekken bij veel mensen)
De rechtbank heeft dit opgelost en de VZW moest een andere naam zoeken.

Bv. Kim Clijsters, zij heeft de Australian opera gewonnen. Coca cola vond hierop een
bladzijde in de krant over de overwinning van haar, gebruikte dit als reclame. Dit
is het persoonlijkheidsrecht van Kim.

De naam als instelling van de politie


- Niemand mag andere naam en voornaam voeren dan dde naam die op zijn
akte van geboorte vermeld staat.

- Praeter legem gebruik van de naam van de andere echtgenoot

- Het gebruik van een pseudoniem Bv. in de kunst

- Het dragen van een valse voornaam is evenwel niet strafbaar (de naam wel)
Belangrijke bij de politie = mensen identificeren, weten met wie ze te doen hebben.

Bv. Cassius clay wordt tegengehouden op de luchthaven en heeft drugs op zak. Hij
heeft geen papieren bij en noemt zijn eigen Cassius Clay bij de politie. De politie stelt
een formulier op met de feiten die erna voor de rechtbank komt. Cassius ontkend dat
hij zo heet en geeft zijn papieren af waar een heel andere naam op staat. De rechter
twijfelt hierdoor. In dit geval moet de rechter ene vonnis opstellen:
“degene die we veroordeelt hebben met de naam CC is in werkelijkheid genaamd X”

§2. HET GESLACHT


A. Begripsbepaling
 Het geslacht van een persoon houdt het behoren in tot mannelijke dan wel de
vrouwelijke sekse
o “Gender” vanaf 03.01.18 verklaring
o Gemeentehuis 3 maand wachten voor eenmalige verklaring m/v
o Het is een element van de staat van de persoon

C. De vaststelling van het geslacht


- In de geboorteakte
- De arts of vroedkundige maakt verklaring
- De ambtenaar maakt hiervan een vermelding
- Slechts één geslacht
- Uiterlijk waarneembare morfologische geslachtskenmerken
- Verwerft geslacht definitief

D. De wijziging van het geslacht en van de geslachtsaanduiding


Zuivere vergissing
Verkeerde vermelding kan verbeterd worden bij wijze van vordering tot verbetering
van een akte

Problematiek van interseksualiteit en van de transseksualiteit


1. De fysieke interseksuele: stukje man en stukje vrouw, kenmerken van beide
geslachten. Ze kiezen ervoor om definitief man/ vrouw te worden (laten zich
ombouwen)

2. De (zuivere) transgenders: volledig vrouw maar voelen zich niet goed en


gaan dan naar man. (vooral mentaal)

1. De fysieke interseksualiteit
- Geslachtsverduidelijking
- Blijkt dat in zijn constitutie vanaf het begin reeds dominante sekse-
eigenschappen tot ontplooiing heeft gebracht
- Een vergissing gebeurt bij oorspronkelijke vermelding van het geslacht

2. De zuivere transgenders
- Nieuwe wet van 25 juni 2017

- Geslacht stemt niet overeen met zijn innerlijk beleefde genderidentiteit

- Kan aangifte doen bij ambtenaar van burgerlijke stand, gerechtelijke


procedure is niet nodig

- Meerderjarige of ontvoogde minderjarige: een zelf ondertekende verklaring

- Niet ontvoogde minderjarige: tevens een verklaring van kinder en


jeugdpsychiater

- Onherroepelijk karakter van de aanpassing


Ten vroegste drie maanden en ten laatste zes maanden na afgifte van het
ontvangstbewijs verschijnt de betrokkene een tweede keer voor de ambtenaar van
burgerlijke stand
- Vermeld wederom ondertekende verklaring
- De ambtenaar kan weigeren hiertegen kan het betrokkene verhaal
aantekenen bij de familierechtbank
- Akte van aanpassing laat de afstamming en daaruit vloeiende rechten
bevoegdheden en verplichtingen onverlet.
- De vader blijft de vader
- De aanpassing blijft onherroepelijk

E. Transgenders en de mensenrechten
- Groeiende maatschappelijke aanvaarding van transseksualiteit
- Streven naar een juridische erkenning
- 12 juni 2003 Van Kück t/Duitsland

Titel ll. Personenbeschermingsrecht


Hoofdstuk 1. Algemeen personenbeschermingsrecht: de
persoonlijkheidsrechten

§1. De persoonlijkheidsrechten in het algemeen


A. Begripsbepaling
- Beogen de persoonlijkheid van elke mens te beschermen
- Persoonlijkheidsrechten noemt men het geheel van subjectieve rechten
waarvan elkeen door de enkele omstandigheid van zijn persoon-zijn titularis
is
o Subjectieve rechten = eigen aan de welbepaalde persoon

B. Situering “waar komen die vandaan?


Déclaration des droits de l’homme 1789 in Parijs = Universele verklaring voor de
rechten van de mens
IVBPR
IVRK (van het kind)

 Raakvlakken tussen mensenrechten persoonlijkheidsrechten


1° bescherming individu tegenover staatsgezag, maar de organen van het
staatsgezag dienen eveneens de persoonlijkheidsrechten te eerbiedigen

2° Mensenrechten zijn ook van toepassing op de verhouding tussen burgers


onderling

3° Recht op huwelijk, naam, nationaliteit, deze mensenrechten waarborgen het


privaatrechtelijke statuut

 Verschil:
Wanneer spreken we over mensenrechten en wanneer is er sprake van
persoonlijkheidsrechten:
Mensenrechten vooral toekomen aan de overheid/ staat deze moeten gediscuteerd
worden tegenover de overheden. Mishandeling etc. ontdaan van elk menselijk
belang

Persoonlijkheidsrechten moeten in het dagdagelijks verkeer en ook in de relatie


tussen particulieren worden bekomen. Recht op afbeelding (ik kan me ertegen
verzetten dat u een foto van mij maakt)

 De studie van de mensenrechten hoort thuis in het publiekrecht

C. Kenmerken
1. Universaliteit
Aan elke persoon (iedereen heeft deze)

2. Absoluut karakter
Gelden erga omnes (gelden tegenover elkaar)

3. Buitenvermogensrechtelijk karakter
Niet in geld waardeerbaar, niet vatbaar voor beslag
Uitzonderlijk wel Bv. Bij ongeval, afbeelding beeltenis

4. Onbeschikbaarheid
- Overeenkomst vervaardigen en aanwenden foto’s of tot gebruik van de stem
in een reclameboodschap

- Vervaardigen en aanwenden foto’s persoon houdt geenszins de overdracht in


van persoonlijkheidsrecht op afbeelding

5. Onverjaarbaarheid

6. Onoverdraagbaarheid bij overlijden


Niet voor overerving vatbaar
Quid morele erfgenamen?

§2. DE PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN M.B.T DE FYSIEKE BESTANDDELEN


VAN DE PERSOONLIJKHEID

A. Het recht op eerbiediging vanwege anderen van de fysieke bestanddelen


van de persoonlijkheid
1. Het recht op eerbied voor het lichaam
a. Het recht op eerbied voor het leven
- Bescherming via strafrecht en burgerlijk recht (aquiliaanse
aansprakelijkheid)
- Geoorloofdheid doodstraf? = afgeschaft
b. Het recht op eerbiediging vanwege anderen van de fysieke integriteit van
het lichaam
1. Begripsbepaling
- Geen seksuele handelingen door een derde dulden waarin
hij niet vooraf heeft toegestemd.

- Duldingsplicht: psychiatrisch patiënten fixeren? Medisch


onderzoek op school?

Inbreuken begaan door een geneesheer


- Strafrechtelijke immuniteit door rechtspraak en rechtsleer gesteund op grond
van beginsel toelating door de wet

- Strafrechtelijke immuniteit kan slechts worden ingeroepen ingeval aan


volgende voorwaarden is voldaan:
1° Medische noodzaak

2° Redelijke verhouding tussen gevaar voor de patiënt en de


behandeling

3° Toestemming na degelijke voorlichting patiënt (informed


consent = de moderne artsen leren dit. De geneesheren moeten
de tijd nemen om op een grondwettelijke manier aan de
betrokkene alles toe te lichten, wat ze gaan doen en waarom (ook
al hebben ze zeer weinig tijd hiervoor)

4° Naleving van de regels van de kunst en toepassing van alle


beschikbare wetenschappelijke kennis

- Patiënt kan geen geldige toestemming geven, maar medisch ingrijpen is toch
geoorloofd in geval van hoogdringendheid

 Geneesheer wordt gedekt door de wet. Geneesheren moeten mensen al


eens pijn doen (operatie) om ervoor te zorgen dat nadien de situatie beter is.
Ze kunnen dus niet vervolgd worden door dat ze u pijn deden of in u
gesneden hebben. Maar er moet een medische noodzaak zijn.

 Kijken naar het gevaar van de patiënt en de verbetering van de situatie. De


operatie lukt maar de patiënt is dood…
Verhouding tussen gevaar patiënt en behandeling.

3. Experimenten op de menselijke persoon (hier moet men zeer kritisch tegenover


staan)
- Mens mag niet geïnstrumentaliseerd worden

- Experimenten op personen worden toegestaan voorzover een aantal


voorwaarden vervuld zijn inzake kwaliteitseisen in ethische en
wetenschappelijke domeinen
- Experimenten met geneesmiddelen voor onderzoek worden in het bijzonder
geregeld

4. Andere inbreuken toegelaten of opgelegd door de wet


1° verplichte inenting van kinderen
2° geslachtsziekten (hier kan men vergaande maatregelen in
nemen)
3° verpleging onder dwang van geesteszieken
4°verplichte onderwerping aan een bloedproef
a. In verkeerszaken
b. In geval van andere misdrijven
5° urineproef
6° de verplichte onderwerping aan een DNA-onderzoek
- Inzake afstammingsgeschillen: weigering kan feitelijk
vermoeden vormen
- Onmogelijkheid om gedwongen ten uitvoer te leggen doet
niets af van verplichting procespartij om onderzoek te
ondergaan

5. Inbreuken georganiseerd door de rechtspraak


- Rechter kan lichamelijk of geestesonderzoek bevelen

6. Inbreuken op contractuele basis


- Men kan contractueel bepalingen etc. opnemen.

2. Het recht op eerbied voor het lijk


- Stoffelijk overschot geniet van een bijzondere rechtsbescherming
- Geoorloofdheid autopsie (= zelf gaan kijken, Bv. zelf zien wat de oorzaak van
het overlijden is)

a. Politionele autopsie = wanneer er sprake is van een verdacht overlijden


Bv. een jonge vrouw van 44 jaar leert een man kennen van 55 jaar, ze
verkoopt haar en huis en gaat bij de man wonen en ze is daar niet officieel
ingeschreven, wanneer dat de man sterft = verdacht
- Eén of twee geneesheren, geen verzet mogelijk door familieleden

b. Gerechtelijke autopsie = dit kan op verzoek door de nabestaande


- Nabestaanden (kunnen dit aanvragen + moeten akkoord gaan)
- Verzekeraar (arbeidsongevallen, levensverzekering)
- Post mortem bloedonderzoek
- Afwijzend tegenover verzoeken tot lijkschouwing
Bv. bonneke laat zich opereren aan haar knie en wordt niet meer wakker.
Hoe kan dit? Onderzoeken en nagaan, dit kan de familie vragen.
c. Wetenschappelijke autopsie = hier moeten men ook akkoord mee gaan
om wetenschappelijke problemen (problemen met rug, euthanasie en
gevraagd voor autopsie voor wetenschap te helpen)
- Goedvinden van nabestaanden
- Toestemmingssysteem vervangen door geen bezwaarsysteem
- Zonder wet basis en gerechtelijke controle onmogelijk geoorloofd
Bv. papa heeft problemen met zijn rug maar functioneert nog wel. Op een
dag wordt het letsel erger en valt bij neer en is verlamd van nek tot teen en
vraagt euthanasie aan. En vraagt een wetenschappelijke autopsie aan voor
na haar overlijden. “lichaam geven aan de wetenschap”

d. Bloedmonsterneming
- Verkeersongeval, alcoholintoxicatie

B. Het zelfbeschikkingsrecht m.b.t de fysieke bestanddelen van de


persoonlijkheid

1. De levende mens

Zelfdoding (gebeurd vrij vaak tegenwoordig)


- Geen recht om zichzelf het leven te ontnemen
- Zelfmoord is in onze rechtsorde geen misdrijf

Euthanasie = voorgoed sterven


Indirecte (paleatief) vs directe euthanasie

Indirecte euthanasie = lijdensverzachting en levensverkorting van de patiënt


(palliatieve zorgen)

Passieve directe euthanasie = het weigeren door een stervende van elke
behandeling (kanker etc.

De actieve directe euthanasie vb. Claus, Tuur Van Wallendael

 Wet 28 mei 2002 en Wet 28 februari 2014 (uitbreiding naar oordeelsbekwame minderjarige)

1° Euthanasie voor handelingsbekwame meerderjarigen en ontvoogde minderjarigen

a. Verzoek tot euthanasie op het moment zelf (zelf vragen)


 Bewust zijn
 Vrijwillig overwogen en herhaald
 Schriftelijk
 Zich bevinden in een medisch uitzichtloze toestand, (geen hoop meer
hebben)
 Levensmoeheid is geen ongeneeslijke ziekte
b. Verzoek tot euthanasie in wilsverklaring vooraf (op voorhand aanvragen)
 Wilsverklaring wordt geregistreerd
 Wil te kennen geven
 Wilsverklaring ouder dan 5j enkel rekening gehouden voor zover er
maximum 5 jaar liggen tussen opstellen en onmogelijkheid tot wilsuiting

2° Euthanasie voor oordeelsbekwame niet-ontvoogde minderjarigen


 Bijkomend kinder- en jeugdpsychiater raadplegen

3° Bepalingen die voor beide categorieën gelden


 Arts die euthanasie heeft toegepast bezorgt binnen vier werkdagen het
volledig ingevulde registratiedocument
 Hulp bij zelfdoding is geen euthanasie en valt buiten de Euthanasiewet

c. Abortus
= Vrijwillige zwangerschapsonderbreking (=opgewekte abortus) niet langer in alle
gevallen strafbaar (strafbaarheid is opgeheven)
 In een noodsituatie

 Het inwinnen van advies of vragen van de toestemming aan de


respectievelijke echtgenoot, man die kind erkend heeft of verwekker,
behoort niet tot de voorwaarden

1. Algemene regeling
Voorwaarden:
- Voor het einde van de twaalfde week na de bevruchting
- Verricht door een geneesheer
- Niet eerder dan 6 dagen na eerste raadpleging
- Schriftelijke toestemming vereist

2. Uitzonderingsgeval wat de termijn betreft


- Ernstig gevaar voor de gezondheid van de vrouw
- Kind zal lijden aan uiterst zware kwaal die als ongeneeslijk wordt erkend
- Abortus toegepast op een levensvatbare vrucht en abortus toegepast zonder
dat alle wettelijke vereisten vervuld zijn, is strafbaar

d. Verkrijging en aanwending van menselijk lichaamsmateriaal


- Wetenschappelijk gefundeerd, of ten behoeve van wetenschappelijk
onderzoek, waarvan de finaliteit gepreciseerd is

- Er mag geen materieel voordeel worden aangeboden voor de donatie van


menselijk lichaamsmateriaal: enkel een kostenvergoeding kan worden
toegekend

- Donatie ex mortuo (afgave bij overlijde)

- Donatie ex vivo met ernstige gevolgen voor donor (levende afgave)

o De wegneming bij een overledene leidt niet tot een bevredigend


resultaat
o De ontvanger verkeert in levensgevaar

- Donatie ex vivo zonder ernstige gevolgen: kan ook toegepast worden op


minderjarige donoren

 Toestemmingsvereiste voor alle donaties ex vivo met inachtneming van het


doel dat door de donatie wordt nagestreefd

e. Bloed en bloedderivaten
Menselijk bloed en bloedderivaten

Vereisten:
1° afgenomen door geneesheer of onder diens toezicht
2° toestemming van de donor is vereist
3° afneming mag in beginsel slechts gebeuren bij personen tussen de 18 en 71
jaar oud
4° de donor mag niet vergoed worden
5° identiteit van donor en receptor mag niet meegedeeld worden
6° prijs bestanddelen bij MB elke winstneming erop is uitgesloten

f. Organen
Organisatie van de wegneming van organen in het algemeen

Wegneming van organen ex vivo (levend)


1° donor moet minstens 18 jaar oud zijn
2° wil kunnen uiten
3° toestemming
4° ontoelaatbaar indien zij ernstige gevolgen kan teweegbrengen voor
de donor
5° ontoelaatbaar indien het betrekking heeft op organen die niet
regenereren
6° voorafgaand pluridisciplinair = de specialiteiten van de geneeskunde
worden erbij betrokken, overleg vereist

Uitzonderingen:
 Wegneming bij broer of zus receptor
1° Kind moet minstens 12 j zijn
2° feitelijk in staat zijn wil te uiten
3° vooraf zelf met wetgeving ingestemd
4° voldaan aan overige vereisten
5° cumulatieve vereisten: geen ernstige gevolgen en betrekking op
regenereerbare organen

g. Embryotransfer
= Inbreng van een bevruchte eicel, in vitro fertilisatie
 Verschil met de kunstmatige insiminatie =
Hier wordt de embryo buitenbaarmoederlijk al klaargemaakt en nadien bij de
mama ingeplant.

Drie vormen van embryotransfer:


1° de wensouders zelf
2° donorpaar
3° vooroverlijden wensvader

- De verzoekster moet van het fertiliteitscentruminformatie krijgen over de


behandeling en psychologische begeleiding bij het medisch begeleidde
voortplantingsproces

- Verbod in handel van embryo’s

- Geslachtsselectie is bij wijze van uitzondering toch toegelaten ter voorkoming


van geslachtsgebonden ziekten

h. Draagmoederschap
 Hier bestaat geen wettelijke regeling

- Draagmoeder draagt kind na de geboorte over aan wensouders

- Het dragen van een kind voor een ander is op zichzelf geoorloofd als uiting
van het zelfbeschikkingsrecht m.b.t. de fysieke bestanddelen van de mens

- Echter zijn overeenkomsten tussen draagmoeder en wensouder in beginsel


nietig

- Ongeoorloofde oorzaak: de menselijke persoon is in principe geen zaak die in


de handel is

- Ingeval van niet naleving contract, kan men de naleving dus niet afdwingen en
evenmin een schadevergoeding bekomen.

Turnhout een koppel die geen eigen kinderen kon krijgen, de vrouw heeft haar zus
ingeschakeld die bevrucht is geraakt van de man. Haar zus heeft een kind op de
wereld gezet en nadien gevraagd aan de rechtbank of ze dit kindje konden
adopteren. Zo is het probleem opgelost.
Als hier een contract over zou zijn zou dit nietig zijn, je kan niet naar de rechtbank
stappen en vertellen dat de verbintenissen niet nagekomen zijn want er kan geen
contract zijn

- Er bestaat daarentegen geen principieel bezwaar tegen een (volle) adoptie


van het kind door de wensouders onder een altruïstisch motief (Bv. kind baren
voor zus)

- Ingeval de draagmoeder betaald wordt voor haar diensten is het een ander
verhaal. Het commerciële karakter zorgt voor een onwettigheid (Bv. baby D
een verhaal over een koppel dat een draagmoeder zocht en ze er iemand
voor vinden. Contract gemaakt dat nietig is en de draagmoeder heeft
uiteindelijk het kind verkocht aan andere mensen)

i. Sterilisatie
- Geoorloofd beschouwd wanneer voldaan wordt aan de overige vereisten die
gelden voor elke heelkundige ingreep

- Ongewilde sterilisatie van zwakzinnige valt buiten het zelfbeschikkingsrecht

j. Geslachtschirurgie
 In het arrest Van Kuck t/Duitsland oordeelde het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens, m.b.t een procedure van een transgender tegen een
ziekenfonds i.v.m. de kosten verbonden aan zijn geslachtsoperatie, dat de
wijze waarop de Duitse rechtbanken hadden geoordeeld dat de transgender
niet bewees dat zijn geslachtsoperatie medisch noodzakelijk was, onredelijk
was
(transgenders etc.)

k. Tatoeages en piercings
- Meerderjarigen en minderjarigen hebben het recht om tatoeages en piercings
te laten aanbrengen

- Wanneer de regels van de kunst worden nageleefd: strafrechtelijke immuniteit


voor de aanbrenger (De regels van de kunst: men moet werken op een veilige
wijze -> ontsmetting etc.)
Problematiek nadien (weghalen)

l. Anticonceptie
- Het al dan niet aanwenden van contraceptiva vormt een element van het
zelfbeschikkingsrecht

- De voorlichting over en de aanwending wordt thans door de overheid


bevorderd

m. Seksueel zelfbeschikkingsrecht
- Dit seksueel zelfbeschikkingsrecht ontstaat op 16 jaar

- Men kan niet in het kader van sadomasochistische praktijken over iemands
lichamelijke integriteit beschikken

- Ook al handelt men met het oogmerk van het verschaffen van seksueel genot

Bv. Rechter Aurousseau: rechter Mechelen, gehuwd met vrouw die opging in sm,
aan man gezegd dat hij moest meegaan naar sm-clubs. Uiteindelijk is de man in een
situatie gekomen waardoor hij zijn job verloren en veroordeeld is.

In het arrest-Aurrousseau oordeelde het EHRM dat bescherming van rechten en


vrijheden van anderen de legitieme doelstelling vormt waartegen de inmenging van
de overheid in het seksuele leven van de burgers moet worden afgewogen
 sadomasochistische praktijken houd in dat men elkaar tot op de pijngrens
benaderd
2. Het zelfbeschikkingsrecht m.b.t het lijk

a. Lijkbezorging
- De bevoegdheid inzake begraafplaatsen werd met ingang van 1 januari 2002
overgeheveld naar de gewesten

- Volledige keuzevrijheid m.b.t de wijze van lijkbezorging

- Wilsbeschikking te kennen geven aan ambtenaar van burgerlijke stand die


deze inschrijft in bevolkingsregister

- Uitgangspunt wet is begraven

- crematie mogelijk na voorafgaande machtiging ambtenaar van burgerlijke


stand:
1° akte van uiterste wilsbeschikking
2° verzoek door gemachtigde die bevoegd is voor lijkbezorging
3° het moet gaan om een natuurlijk overlijden vastgesteld door een
geneesheer, bij verdacht overlijden slechts machtiging na gunstig advies
O.M.

- Verhaal aantekenen bij vrederechter


- Bij ontbreken wilsbeschikking kijkt men naar LLE of wet samenwonende
partner anders feitelijke omstandigheden wie kende de wens van overledene
het best

Ingeval van crematie:


1° as in urne
2° as uitgestrooid

Uitstrooien op andere plaats dan begraafplaats: deze plaats mag geen openbaar
terrein betreffen en als het geen eigendom is voorafgaande schriftelijke toestemming
eigenaar vereist

b. Autopsie

c. Afstand van lijk

d. Transplantatie van organen


1. Ex mortuo (doden)
2. Opting out-systeem
3. Vereisten:
- Nabestaanden kunnen juridisch-technisch geen verzet doen tegen de
orgaanwegneming

- Arts dient echter te informeren naar eventueel (mondeling) verzet van de


decujus zelf, op die manier kan familielid de facto de orgaanuitneming
tegengaan
- Overlijden dient vastgesteld te worden door college van drie
geneesheren

- Onbekende doodsoorzaak is gunstig advies van procureur des Konings

4. Modaliteiten van de orgaanwegneming ex mortuo


1° eerbied voor het stoffelijk overschot
2° identiteit van donor en receptor mag onder geen beding worden
meegedeeld
3° verslag opstellen ten behoeve van het O.M.

5. Verzet tijdens het leven tegen orgaanuitneming ex mortuo


- Door wie kan het verzet worden geuit?
- Persoon moet minstens 18j zijn
- Het verzet wordt uitgedrukt bij het gemeentebestuur van de woonplaats van
de betrokkene

6. Uitdrukkelijke instemming tijdens leven met de orgaanwegneming ex mortuo

7. Regeling voor de kandidaat-receptoren

§3 DE PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN M.B.T DE PSYCHISCHE EN MORELE


BESTANDDELEN VAN DE PERSOONLIJKHEID

A. Het recht op eerbiediging van het privéleven

1. Algemeen
a. Begripsbepaling
b. Situering
- Nood aan privacybescherming neemt toe door technologische
ontwikkelingen (besbiedingsapparatuur, malware, spyware)
- Onbemande camera’s op openbare weg, misbruik van privacywetgeving?

c. Bronnen
- Art.8 EVRM recht op eerbiediging van zijn privéleven

2. De privacybescherming in het algemeen


a. Inhoud:
1. Verzet tegen binnendringing in de privésfeer
- Bespieding ongewilde fotografering
2. Verzet tegen openbaarmaking van het privéleven
- Ongewenste mededelingen m.b.t. zijn privéleven in de pers
Radio en televisie…

b. Sancties
- Aquiliaanse aansprakelijkheid
- Inbeslagneming
- Verspreidingsverbod
- Publicatie gerechtelijke uitspraak
c. Grenzen aan de privacybescherming
1. Wettelijke begrenzingen
- Huiszoekingen in voor het publiek niet toegankelijke plaatsen
- Vaststellingen van overspel
- Vaststelling privédetective statuut? Enkel gedrag observeren in een
voor het publiek toegankelijke plaats

2. Jurisprudentiële begrenzingen
 Journalistiek:
o de intensiteit van privacybescherming is niet voor elk individu hetzelfde
sommige personen vervullen een rol in het openbare leven wat als
implicatie een inperking van deze bescherming heeft.

o Personen die in het mts leven een belangrijke functie bekleden zullen
moeten dulden dat bepaalde aspecten van het privéleven worden
aangetast ten behoeve van het controle en informatierecht van de
publieke opinie.

 Geschiedschrijving
o Objectief
o Alle versies weergeeft
o Geen aspecten van het actuele privéleven

 Professionele milieus
o Ontslag werknemer op grond van feiten uit zijn privéleven
o De geoorloofdheid van het informeren door de werkgever naar
aspecten van het privéleven van de sollicitant
o Vrije beroepen onderworpen aan deontologische normen en
tuchtmaatregelen rijst vraag naar invloed feiten privéleven op het
beroepsleven

B. Het recht op communicatiegeheim


1. Het recht op briefgeheim
a. Begripsbepaling
1° onschendbaarheid van het briefgeheim
2° recht tot niet-openbaarmaking van vertrouwelijke brieven: het al dan
niet vertrouwelijke karakter is een feitenkwestie

b. Bronnen

c. Overlegging van vertrouwelijke briefwisseling in gerechtelijke procedures


- Vertrouwelijk karakter van brief of e-mail geschreven door echtgenoot of aan
hem gericht, er niet in de weg staat dat de andere echtgenoot hem overlegt in
rechte

- EHRM: weigering Belgische rechtscolleges om briefwisseling tussen ene


echtgenoot en derde, die werd voorgelegd door de andere echtgenoot uit de
debatten te weren is niet in strijd met Art 8 EVRM
- “Recht van nieuwsgierigheid” wanneer het niet op obsessionele of
onevenredige wijze wordt uitgeoefend

C. Het recht op afbeelding en het recht op de stem


1. Het recht op afbeelding
a. Inhoud
- Het recht op afbeelding houdt een bescherming in van het individu tegen
iedere ongewilde aantasting van zijn beeltenis door elke mogelijke derde

- Bijzondere toelating: het toestemmen tot het nemen van foto’s, houdt geen
toestemming in tot het verspreiden ervan

- Een gegeven toestemming kan bovendien steeds ingetrokken worden

- Recht op publieke opinie zorgt ervoor dat persoonlijkheidsrecht op afbeelding


niet geldt mits aan volgende voorwaarden is voldaan:
1° openbaar leven
2° geen afbeelding waartegenover een zekere schroom bestaat
(intieme geslachtsdelen)
3° ter informatie van het publiek

- “la rue est à tout le monde”


o afwezigheid van kwetsende commentaar
o geen winstbejag
o afwezigheid van enigerlei propaganda

b. Teloorgang bij overlijden


- Betreffende de afbeelding van het lijk
- Bescherming van de nagedachtenis van de overledene

c. Sanctionering
- Verbod om foto te verspreiden
- Vergoeding
- Enkel financiële vergoeding voor geleverde prestaties
- Bestaande publicaties uit circulatie nemen
- Publicatie van de gerechtelijke uitspraak

D. Het recht op een goede naam en het recht van antwoord


1. Het recht op eer en goede naam
- Beschermt de morele integriteit van de persoon
- Zaak-Jean Gol t/ Baron de Bonvoisin
- Sanctionering zowel via het strafrecht als de aquiliaanse aansprakelijkheid
- Verbeurte van een dwangsom

2. Het recht van antwoord


- Schending van morele integriteit door een publicering in de media met een
kosteloze reactie rechtzet
- Periodieke geschriften: elk individu zelfs ook rechtspersoon die bij naam wordt
genoemd heeft het recht om de publicering van een antwoord te bekomen

- Audiovisuele uitzendingen

2. Het recht van antwoord


a. Vereisten
- Doel van het antwoord: bij periodieke geschriften is het doel niet beperkt, dus
dit houdt ook een recht van repliek in
- Bij audiovisuele uitzendingen:
1° het rechtzetten van onjuiste feiten
2° reageren op feiten of verklaringen die zijn eer aantasten

- Termijn: voor periodieke geschriften binnen de 3 maanden na publicatie


- Inhoudelijke vereisten: niet beledigend zijn, niet nodeloos derden in de zaak
betrekken
- Formele beperking: het antwoord moet tevens in dezelfde taal gesteld zijn

b. Sanctionering
- Federale antwoordrecht: het komt de uitgever niet toe de repliek te censureren
- Vlaams Omroepdecreet: vergoeding van een door de rechter vast te stellen
geleden schade

Hoofdstuk 2 Bijzonder personenbeschermingsrecht

§2. DE GEESTELIJK GESTOORDEN

A. Begripsbepaling
- Krankzinnigheid terminologie

- 2 grote deelcategorieën:
a) de geesteszieken
b) de mentaal gehandicapten

- Verder “verkwisters, “comateuze patiënten”

- Vrijheidsberoving van bepaalde geestelijk gehandicapten, aan de andere kant


zijn er de privaatrechtelijke beschermingsstatuten

B. Beschermingsmaatregelen houdende vrijheidsberoving


1. Algemeen
- De collocering en sekwestering

- De krankzinnigenwet werd vervangen door de wet van 26 juni 1990


betreffende de persoon van de geesteszieke (WBPG)

- Internering: dit is een geestesgestoorde die een ernstig misdrijf heeft


gepleegd
- Buiten de beschermingsmaatregel die in de wet is voorzien is er in principe
geen aanleiding tot vrijheidsbeperking

- Gedwongen psychiatrische opname: wetgeving hieromtrent dient strikt te


worden geïnterpreteerd

- Nationale wetgeving die aan de opgesloten krankzinnige elke toegang tot een
rechterlijke instantie m.b.t. zijn opsluiting of voortzetting daarvan ontzegt
schendt art 5, §4 EVRM

2. Aan de vrijheidsbeperkende maatregelen gemeenschappelijke regels


a. Toepassingsgebied
1. Geestesstoornis: vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen enkel worden
opgelegd in zoverre de persoon geestesziek is. Deze voorwaarde is
problematisch ingeval van alcohol of drugsmisbruik.

2. Gevaarscriterium: zijn gezondheid en veiligheid ernstig in gevaar, of een


ernstige bedreiging voor andermans leven of fysieke integriteit

b. Waarborgen
Behandelt met eerbiediging vrijheid van mening, van filosofische en
godsdienstige overtuiging. Bv. halalmaaltijden

c. Belangrijke rol O.M.


Belast met de tenuitvoerlegging van alle gerechtelijke beslissingen

3. De gedwongen behandeling in een ziekenhuis


a. Overzicht
b. Eerste fase gedwongen opneming ter observatie
 Gewone procedure
o Opgelegd door vrederechter in hoger beroep familierechtbank

o Elke belanghebbende kan daartoe een verzoekschrift indienen

o Gepaard met omstandig geneeskundig verslag van max 15 dagen


oud

o De zieke heeft het recht zelf een advocaat te kiezen alsook een
geneesheer-psychiater en eventueel een vertrouwenspersoon

 Buitengewone procedure
o Bij hoogdringendheid procureur des Konings

o Binnen de 24u moet de PdK bij de vrederechter een verzoekschrift


indienen

o Binnen 10 dagen na neerlegging nog geen beslissing over


verzoekschrift dan vervalt deze
o Zieke wordt onderworpen aan bestendige hospitalisatie

Einde:
1° opheffing door vrederechter
2° beslissing Pdk
3° beslissing geneesheer diensthoofd
4° verzoekschrift PdK niet binnen 10d bevestigd door vrederechter
5° automatisch bij het verstrijken van een termijn van 40 dagen

c. Tweede fase: het gedwongen verder verblijf in een ziekenhuis


- Ten laatste 15 dagen voor verstrijken termijn verslag van geneesheer-
diensthoofd die noodzaak van een verder verblijf bevestigd aan vrederechter
overmaken

- Maximumduur: jaar niet te boven gaan

- Nazorg buiten de psychiatrische instelling

- Eventueel overgebracht naar een andere psychiatrische dienst met het oog op
een geschiktere behandeling

Einde:
1° beslissing geneesheer-diensthoofd
2° beslissing geneesheer diensthoofd in periode van nazorg
3° bij verstrijken door vrederechter opgelegde termijn van 2j
4° op grond van een vonnis van de vrederechter

4. De gedwongen verpleging in een gezin


- Wenden tot vrederechter

- Bewaakt de aangestelde de zieke persoon ten huize

Einde:
1° bij opheffing door de vrederechter
2° automatisch bij het verstrijken van een termijn van 40 dagen

C. Civielrechtelijke beschermingsmaatregelen
1. Situering
- Voorheen grote variëteit van bijzondere beschermingsstatuten die onderling
zeer uiteenliepen

- Wet 17 maart 2013 oude beschermingsstatuten werden opgeheven en


vervangen door een nieuwe regeling aangaande de civielrechtelijke
bescherming van (meerderjarige) personen die wegens hun
gezondheidstoestand geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, niet in staat zijn
zonder enige beschermingsmaatregel hun belangen van vermogensrechtelijke
en/ of niet vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen
- Buitengerechtelijke bescherming via lastgeving

- Gerechtelijke beschermingsmaatregelen opgelegd door de vrederechter

2. De maatregelen t.a.v. beschermde personen


a. Buitengerechtelijke bescherming (voorzorgsvolmacht!)
- Via lastgeving m.b.t. de goederen van de beschermde persoon niet m.b.t. zijn
persoon

- Kan gaan om een algemene lastgeving = voor alle vermogensbestanddelen

- Geregistreerd in centraal register dat wordt bijgehouden door de KFBN


(koninklijke federatie van de Belgische notarissen)

- Binnen 15d na verzoek laat de griffier of notaris lastneming opnemen in


centraal register

- De vrederechter kan een beslissing treffen omtrent de uitvoering van de


lastgeving

- Alarmbelprocedure: vrederechter kan uitvoering lastgeving onderwerpen aan


machtigingsvereiste of verslagverplichting (= rapporteren min 1 keer per jaar)

- Op die manier ontstaat hybride vorm van bescherming tussen rechterlijke en


buitengerechtelijke bescherming

Einde:
1° automatisch ingeval de lastgever terug in staat is zijn vermogensrechtelijke
belangen zelf waar te nemen
2° opzegging

b. Gerechtelijke beschermingsmaatregelen
- Situering
o Minstens 17j
o Staat van verkwisting

- Titularissen
o Het verzoek kan uitgaan van: de te beschermen persoon zelf, elke
belanghebbende, OCMW, PdK

o De vrederechter kan maatregel uitzonderlijk ook ambtshalve bevelen:


als de internering werd bevolen door het O.M.

- Procedure:
o Gevorderd bij eenzijdig verzoekschrift ingeleid bij de vrederechter
o Vermeld graad van verwantschap en naam en voor zover mogelijk
o Omstandige geneeskundige verklaring
o Wegens dringendheid geen geneeskundige verklaring, desgewenst
stelt vrederechter zelf geneesheer deskundige aan
- Publiciteit
o Opgenomen in Belgisch Staatsblad

o Door griffier meegedeeld aan de burgemeester van woonplaats


beschermde persoon

- Het opleggen van een gerechtelijke beschermingsmaatregel t.a.v. de persoon


o De vrederechter bepaalt handelingen in verband met de persoon

o Oordelen over handelingsbekwaamheid van persoon m.b.t. een aantal


in de wet bepaalde belangrijke handelingen (=checklist)

- Het opleggen van Ger beschermingsmaatregelen t.a.v. de goederen


i) Algemeenstelsel
- (Categorieën van) rechtshandelingen in verband met de goederen
waarvoor deze handelingsonbekwaam wordt
- Beschermde persoon kan aan vrederechter machtiging vragen om
toch te beschikken

ii) Bijzonder stelsel voor bepaalde categorieën ernstig


geestesgestoorden
- Een lijst opgesteld met gezondheidstoestanden die geacht worden
op ernstige en aanhoudende wijze de mogelijkheid van een
persoon om zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te
nemen, zelfs met behulp van bijstand, aan te tasten

- Het gecombineerde opleggen van een gerechtelijke beschermingsmaatregel


t.a.v. de persoon en t.a.v. de goederen
o Bijstand bij of de vertegenwoordiging voor rechtshandelingen

o Hetzij bijgestaan worden, hetzij vertegenwoordigd worden

o Beschikking van vrederechter in Belgisch Staatsblad

o Sanctionering:
 Nietigheid rechtens
 Eveneens nietigheid van handeling kan worden ingeroepen indien
deze onderworpen was aan voorwaarden en die niet zijn
nageleefd
 Benadeling
 Eventuele aankopen verminderen in geval van buitensporigheid

 Handelingen verricht voor onbekwaamheid uitwerking had kunnen


worden vernietigd, als bewezen wordt dat de oorzaak van de
maatregel kennelijk reeds bestond ten tijde van het verrichten van
die handelingen
- Betrekkelijke nietigheid
o Kan uitsluitend worden ingeroepen door de beschermde persoon zelf
of diens bewindvoerder

o De nietige handeling kan tijdens de duur van de


beschermingsmaatregel bevestigd worden door de bewindvoerder

o In de regel niets restitueren van wat tijdens de bescherming ten


gevolge van die - verbintenissen is betaald

o Verjaart door verloop van vijf jaar

o De beëindiging van de gerechtelijke beschermingsmaatregel


 De vrederechter kan te allen tijde een einde maken
 Eindigt van rechtswege:
 Overlijden
 verstrijken van de duur
 in geval van definitieve invrijheidsstelling geïnterneerde
 Na 2 jaar evaluatie

3. Instelling van het bewind


a. Het ontstaan van het bewind
- Hetzij een derde moet worden aangewezen die de beschermde persoon
bijstand verleent bij het stellen van handelingen

- Hetzij een derde moet worden aangewezen die de beschermde persoon


vertegenwoordigt bij het stellen van handelingen

b. Aanstelling van de bewindvoerder


- Wijze van aanstelling
o Door de te beschermen persoon zelf: wilsverklaring waarbij voorkeur te
kennen wordt gegeven. Van deze verklaring wordt een authentieke
akte opgesteld.

o Door een bewindvoerder in functie

o Aanstelling door vrederechter: bij voorkeur ouders of één van beide


personen die worden aangesteld als bewindvoerder over persoon én
goederen

o Aanstelling derde als bewindvoerder is mogelijk, maar subsidiair


- Aantal bewindvoerders: met uitzondering ouders in principe slechts één
persoon

c. Werking van het bewind


= Een persoon kan onder bewind worden gesteld als iemand als gevolg van zijn
lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of voor langere tijd niet in staat is zijn
vermogensrechtelijke belangen (zijn financiën) volledig waar te nemen

- Algemeen
o Bevordert autonomie beschermde persoon
o Aantal personen van wie men bewindvoerder kan zijn beperken
o Hoogstpersoonlijke rechtshandelingen

- De bewindvoerder ad hoc

- Vertrouwenspersoon Bv. dame woont tegenover haar neef (vrouw heeft


medische problemen en heeft hulp nodig --> naar rusthuis) advocaat was
bewindvoerder, ze willen de neef niet aanstellen mevrouw heeft iets klein
nodig waar de advocaat niet voor afkomt, verpleegster heeft ervoor moeten
zorgen = mogelijk om vertrouwenspersoon te hebben die tussen de advocaat
en beschermde persoon staat.

4. Taak en bevoegdheden van de bewindvoerder


a. Bijstand:
- Toestemming verlenen voor één welbepaalde handeling, eventueel
medeondertekening

- Bewindvoerder over goederen: jaarlijks schriftelijk verslag

- Bewindvoerder over de persoon: vrederechter bepaalt, anders ook jaarlijks

b. Vertegenwoordiging
- Omvang en aardµ
o Alle betekeningen en kennisgeving aan persoon zelf en bewindvoerder
o Overleg
o Bewindvoerder goederen: inkomsten besteden aan onderhoud,
verzorging, welzijn
o Gelden en goederen volledig afgescheiden

- Bijzondere vormvereisten
o In bepaalde gevallen machtiging van vrederechter nodig

- Sanctie: handeling wordt nietig verklaard

c. Bevoegdheden m.b.t de woning, het huisraad en de persoonlijke voorwerpen


- Zo lang mogelijk ter beschikking
- Souvenirs en persoonlijke voorwerpen nooit vervreemd

- Verslaggeving door de bewindvoerder


o Bij aanvang van de aanwijzing
o Uiterlijk 1 maand na aanvaarding aanwijzing
o Schriftelijk verslag tijdens bewind
o Eventueel technisch adviseur die advies geeft over rekening
o Vrijstelling van verslaggeving aan beschermde persoon

- Bijzondere regels bij bewind uitgeoefend door de ouder


o Beide ouders aangesteld: gezamenlijk bewind

d. Bezoldiging van de bewindvoerder


- Niet onbezoldigd, max 3% van de inkomsten

- Toekennen van bijzondere vergoeding in overeenstemming met vervulde


materiële en/of intellectuele prestaties

e. Beëindiging van de opdracht van de bewindvoerder


- Ten alle tijden kan men de bewindvoerder vervangen
- Kan ook ambtshalve tot vervanging overgaan

5. Het beschermingsstatuut van de gehuwde geestesgestoorde


a. Situering: gerechtelijke volmacht tot vertegenwoordiging
b. Vereisten:
- Onmogelijkheid verkeren wil te kennen te geven dan wel wilsonbekwaam
- Blijvende dementie, comateuze patiënt

c. Titularis: kan uitsluitend uitgaan van de andere echtgenoot

d. Procedure: eenzijdig verzoekschrift bij de familierechtbank

e. Publiciteit

f. Statuut: rechter dient omvang van volmacht die hij toekent te omschrijven

Deel ll. FamilierechtTitel l. Afstamming en adoptie


Hoofdstuk 1. Afstamming

§1. ALGEMEEN

A. Begripsbepaling
1. Moederschap en vaderschap
Afstamming: moederszijde en vaderszijde

2. Meemoederschap
Er bestaat echter geen duurzaam juridisch concept buiten adoptieve
afstammingsband dat de verhouding weergeeft tussen een man die duurzaam
een kind opvoedt samen met zijn mannelijke partner, vader van het kind

B. Situering
1. Moederschap en vaderschap
Het vaststellen en betwisten van de afstamming gebeurt op grond van
autonome regels, waarbij de biologische band een belangrijke rol speelt, maar
waarbij ook andere elementen in rekening worden gebracht
- Nooit meer dan 1 juridische moeder of vader
- Juridische geslachtsverandering heeft geen invloed op reeds bestaande
afstamming

C. Korte historiek van het afstammingsrecht


- Binnen het huwelijk geboren kinderen

- Natuurlijke kinderen

- Geen rekening gehouden met andere technieken van bevruchting dan de


geslachtsgemeenschap

- Vestiging en betwisting afstamming moederszijde en vaderszijde nu


grotendeels gelijkgeschakeld, kind krijgt zo altijd inspraak nu zelfs vanaf de
leeftijd van 12j

- Gelijkschakeling huwelijkse en buitenhuwelijkse afstammelingen

D. De afstamming en de mensenrechten
 Het EVRM en de evolutie in de rechtspraak van het Hof van Straatsburg
Arrest-Marckx

 Het IVRK
Art 7 IVRK bepaalt dat het kind vanaf zijn geboorte, voorzover mogelijk, het recht
heeft zijn ouders te kennen en door hen te worden verzorgd

§2. AFSTAMMING LANGS MOEDERSZIJDE


Biologisch gezien 1ste pijler van elke afstammingsband

3 wijzen van vaststelling:


- Geboorteakte: naam van moeder wordt altijd vermeld (voor zekerheid)
- Erkenning: uw kind erkennen (zeggen dat het uw eigen kind is)
- Gerechtelijk onderzoek

A. De geboorteakte
1. Vaststelling van de afstamming
- Gebeurd door de geboorteakte
- “Mater semper certa est” = de mama is altijd zeker
- In buitenland bevallen om verplichte vermelding van naam tegen te gaan
(anoniem bevallen in Frankrijk)

2. Betwisting van de afstamming


a. Overeenstemmend bezit van staat
b. Geen overeenstemmend bezit van staat
- Afwezigheid van staat t.a.v wier naam in geboorteakte vermeld staat

- Vordering tot betwisting moederlijke afstamming principieel mogelijk4


- Geen overeenstemming staat kind en het bevallen zijn van het kind uit die
vrouw

- Bevallen zijn is doorslaggevend criterium niet noodzakelijk genetische


afstammingsband

- Titularissen: het kind, de vrouw van wie de afstamming op basis van


geboorteakte is vastgesteld, de bevallen vrouw, de wettelijke vader

- Termijn: binnen het jaar na ontdekking leugenachtig karakter van op


geboorteakte vermelde moederlijke afstamming

B. De erkenning
1. Vaststelling van de afstamming
a. Toepassingsgebied
- Erkenning van het kind door de moeder
- Ontoelaatbaar indien ertussen moeder en juridische vader een
huwelijksbeletsel wegens verwantschap bestaat

b. Instemming van vader en kind


- De erkennende moeder heeft de instemming nodig van de vader en/ of het
kind

2. Betwisting van de afstamming


- Situering
- Niet overeenstemmen van de staat van het kind
- Nietigverklaring wegens wilsgebrek

C. Het onderzoek naar het moederschap


1. Toepassingsgebied
- Geen wettelijk vastgestelde afstamming
- Weliswaar hun afstamming van moederszijde vastgesteld zien op grond van
hun geboorteakte, maar die geen overeenstemmend bezit van staat hebben

§3. AFSTAMMING LANGS VADERSZIJDE

A. Afstamming langs vaderszijde binnen het heterohuwelijk


1. Vaststelling van de afstamming

a. Wijze van vaststelling


- “Pater is est quem nuptiae demonstrant”
- Empirische grondslag

b. Vereisten
- Huwelijk met een man dus niet bij vrouw-vrouw huwelijk of wettelijke
samenwoning
- De moederlijke afstamming van het kind dient vast te staan
c. Toepassingsgebied
 Principe: het volstaat dat de moeder gehuwd geweest is met een man
gedurende één dag van de wettelijke maximale duur van haar zwangerschap

 Uitzonderingen:
1° Het kind geboren meer dan 300 dagen: morele onmogelijkheid
2° meer dan 300 d na vonnis familierechtbank
3° meer dan 300 dagen na neerlegging ter griffie
4° meer dan 300 dagen na de datum waarop de echtgenoten op
verschillende adressen zijn ingeschreven

- Niets belet de echtgenoten reeds tijdens de zwangerschap voor de ambtenaar


van burgerlijke stand deze verklaring afleggen teneinde elk van hen
psychologisch gerust te stellen aangaande de vaderlijke afstamming van het
kind verwacht wordt

d. Conflicten van vaderschap


 Vroegtijdig opvolgend huwelijk van de moeder
o Geboorte vindt plaats niet meer dan 300 dagen na de ontbinding (of
nietigverklaring) van het vorige huwelijk van de moeder
o De wet lost dit conflict op door het kind uitsluitend te houden voor het
kind van de nieuwe echtgenoot

 Bigamie van de moeder

e. Geldingskracht
- Vordering tot betwisting van het vaderschap

2. Betwisting van de afstamming


a. Toelaatbaarheidsvereisten
1. Voorafgaande vaststelling van de vaderlijke afstamming is zelfs niet
noodzakelijk: preventieve betwisting ingesteld door echtgenoot die a priori zijn
vaderschap wenst te betwisten

2. Geen toestemming tot een daad die de voortplanting tot doel had
1° instemming
2°verwekking
3° man heeft toegestemd

3. Afwezigheid van bezit van staat: bezit van staat ten aanzien van de
echtgenoot vormt een algemene en absolute grond van ontoelaatbaarheid die
geldt zowel in het gewone geval van vaderschapsbetwisting op tegenbewijs
Oordeel Grondwettelijk Hof!

b. Titularissen en termijnen
 Algemeen
o Toegewezen rechtsvordering: alleen echtgenoot-jur vafer, moeder en
kind kunnen de vordering instellen, alsook de beweerde genetische
vader en vrouw die meemoederschap opeist
o Ook de vaderlijke grootouders kunnen tijdens het leven van hun zoon
geen vordering instellen tot betwisting van het vaderschap

 Echtgenoot
o Binnen één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat hij niet de vader
van het kind is
 Moeder

 Kind: vanaf 12de tot 22ste verjaardag

 Man die het vaderschap opeist: nadat hij ontdekt heeft dat hij zelf de
genetische vader van dat kind is

C. Organisatie
 Vaderschapsbetwisting zonder bewijsvoering
1°kinderen wier afstamming van moederszijde is vastgesteld
2° kinderen wier afstamming van moederszijde nog niet is vastgesteld
 Vaderschapsbetwisting op tegenbewijs
o Bewijs leveren van het ontbreken van een genetische band tussen de
echtgenoot en het kind
1° onrechtstreekse bewijsvoering
2° rechtstreekse bewijsvoering
= de morele onmogelijkheid

d. Bijkomende vereiste en bijzondere gevolgen van een betwisting op vordering van


de man die het vaderschap opeist resp. van de vrouw die het meemoederschap
opeist
- Vordering van de man die het vaderschap opeist

B. De afstamming langs vaderszijde buiten het heterohuwelijk


1. De erkenning
a. Vaststelling van de afstamming
1. Situering
- Begripsbepaling
o Vrijwillige rechtshandeling uitgaande van de man die een
afstammingsband wil creëren t.a.v. een kind

- Genetisch vaderschap van de erkenner


o De erkennende man dient geenszins zijn genetisch vaderschap t.a.v.
het kind dat hij wenst te erkennen, te bewijzen. Aldus zijn erkenningen
om de moeder genoegen te doen, zeer goed mogelijk en komen deze
in de praktijk vaak voor

o De ambtenaar van de burgerlijke stand dient te weigeren om een akte


van erkenning op te maken ingeval van manifeste onmogelijkheid
2. Toepassingsgebied
 M.b.t. het kind
o Komen enkel in aanmerking voor een vaderlijke erkenning

o Op wie de vaderschapsregel niet van toepassing is

o Het “a matre” overspelige karakter van de door de vaderlijke erkenning


vastgestelde afstammingsband stelt als dusdanig geen probleem

o De erkenning is volgens de wet evenwel ontoelaatbaar indien uit deze


erkenning zou blijken dat tussen de juridische moeder en erkenner een
huwelijksbeletsel bestaat wegens verwantschap waarvoor geen
ontheffing verleend kan worden

 M.b.t. de erkenner

3. Termijn

4. Vormvereisten
- Vormvereisten die in alle gevallen toepasselijk zijn: in een authentieke akte die
wordt opgemaakt door de ambtenaar van burgerlijke stand

- Bijkomende vormvereisten in geval van erkenning door een gehuwd man


o Kind erkennen dat verwekt is buiten huwelijk
o Kennis geven aan ambtenaar van burgerlijke stand
o Kennis geven van erkenning aan echtgenote

5. De instemming van moeder en kind


- Er is een voorafgaande instemming vereist van het kind en/ of van de
(juridische) moeder

 3 Hypotheses:
1. Niet ontvoogd minderjarig kind wiens moeder in leven is en in staat haar wil te
uiten

- Bij weigering van de moeder en/of van het kind, kan de aspirant-erkenner
verhaal aantekenen bij de rechter

- Nu het Grondwettelijk Hof oordeelt dat artikel 329bis, §2, 3 de lid de artikelen 10
en 11 Gw. Schendt

- De erkenning is kennelijk strijdig met de belangen van het kind

2. Meerderjarig of ontvoogd kind


- Instemming van het kind met erkenning vereist
- Instemming van moeder is niet vereist

3. Niet ontvoogd minderjarig kind zonder moer, of wiens moeder niet in staat is haar
wil te uiten of wilsonbekwaam is
- In deze uitzonderlijke hypothese is geen voorafgaande toestemming vereist
zelfs niet als het kind minstens 12 jaar is
- De wettelijke vertegenwoordiger van het kind

b. Betwisting van de afstamming


1. Situering:
1° betwisting op grond van het ontbreken van een genetische band tussen de
erkennende man en het erkende kind

2° niet naleven van de wettelijke bepalingen

2. Betwisting van een leugenachtige erkenning


- T.a.v. zijn vader een bezit van staat heeft dat overeenstemt met de akte van
erkenning

- Geen overeenstemmend bezit van staat: in geval van afwezigheid van bezit
van staat t.a.v. de man die het kind erkend heeft, is overeenkomstig de wet
een vordering tot betwisting van de vaderlijke afstamming gegrond op het
ontbreken van een genetische band principieel mogelijk

- Ook het Openbaar Ministerie kan de vaderlijke erkenning betwisten

- Geen opportuniteitsbeoordeling: Bij het beoordelen van de vordering tot


betwisting erkenning dient rechtbank in beginsel enkel rekening te houden met
het al dan niet bestaan van een genetische band t.a.v. de erkenner.

- Met het belang van het kind kan de rechter hierbij geen rekening houden

2. Het onderzoek naar het vaderschap


 Het gaat enkel om kinderen: die niet vallen onder de vaderschapsregel,
evenmin vallen onder meemoederschapsregel

 Er zijn 3 bewijsmogelijkheden door de wet voorgeschreven:


1° het bezit van staat dat het kind heeft t.a.v. de beweerde vader
2° De geslachtsgemeenschap van de beweerde vader
3° Rechtstreeks bewijs van de genetische band

c. Bijzondere gronden van ontoelaatbaarheid


- Bezwaar van het kind

- Bezwaar van de moeder: ingeval van kennelijke strijdigheid met het belang
van het kind

- Rechtbanken kunnen bij verzet door de moeder ook m.b.t. een kind onder één
jaar nagaan of de vaststelling van het vaderschap niet strijdig is met diens
belang en zo ja, de vordering afwijzen
- Bezwaar van de moeder en/of van het kind indien de man schuldig werd
verklaard aan verkrachting van de moeder

- Werd strafvordering ingesteld wordt procedure voor familierechtbank


geschorst tot beslissing hierover in kracht van gewijsde is

d. Termijn
30 j vanaf geboorte of als er bezit van staat is, vanaf het ophouden ervan

e. Partijen in het geding


- De vordering van de moeder en die van het kind wordt ingesteld tegen de
vermeende vader, ingeval vader reeds overleden tegen diens erfgenamen

- Ook het kind in het geding betrekken

f. Bijkomende vormvereisten in geval van onderzoek naar het vaderschap tegen een
gehuwd man

§4. AFSTAMMING NA MEDISCH BEGEILEIDE VOORTPLANTING

A. Begripsbepalingen
1° kunstmatige inseminatie
2° in vitro fertilisatie

B. De MBV-wet medisch begeleide voortplantingswet


1. Toepassingsgebied: telkens wanneer een tussenkomst van een fertiliteitscentrum
vereist is

2. Beginselen:
Het aanwenden van donormateriaal in het kader van medisch begeleide
voortplanting leidt tot een splitsing tussen het wensouderschap en het genetische
ouderschap

3. Gevolgen voor de gewone regels inzake afstamming


a. Langs moederszijde
- De vrouw die bevalt van het kind wordt geacht de wensouder te zijn

b. Langs vaderszijde
- Echtgenoot

- De niet met de moeder gehuwde man die mede de overeenkomst tot medisch
begeleide voortplanting ondertekende, kan het kind erkennen

- Het bewijs van de toestemming tot medisch begeleide voortplanting dient


geleverd te worden
- De MBV-wet vormt geen beletsel voor de erkenning van het kind door de
spermadonor (met toestemming van alle betrokkenen voor zover de wet dit
vereist)

§5. AFSTAMMING LANGS MOEDERSZIJDE


- 5 mei 2014
- Omweg via adoptie teneinde een afstammingsband te vestigen niet langer
nodig
- Model van vaderlijke afstamming

A. Afstamming t.a.v. de meemoeder binnen het lesbische huwelijk


1. Vaststelling van afstamming
- Echtgenote van moeder tot meemoeder
- Betwisting van het meemoederschap

2. Betwisting van afstamming


- Afwezigheid van bezit van staat
- Titularissen en termijnen
- De man die het vaderschap opeist, dient bijkomend te bewijzen dat hij
het kind verwekt heeft
- Verwekking van het kind kan gevolg zijn van medisch begeleide
voortplanting

B. De afstamming langs meemoederszijde buiten het lesbische huwelijk


1. De erkenning
- Vaststelling van de afstamming: de feitelijke meemoeder kan het kind
erkennen
- Betwisting van de afstamming
- Grondslag en bewijs: hetzij dat de erkennende vrouw niet heeft ingestemd met
de verwekking, hetzij dat de verwekking hier niet het gevolg van kan zijn

2. Het onderzoek naar het meemoederschap


- Ouderlijk gezag en ouderlijke verplichtingen
- Creëren van een verwantschapsband

C. De rechtsgevolgen van het vaststellen van het meemoederschap


- Ouderlijk gezag en ouderlijke verplichtingen
- Creëren van een verwantschapsband

§6. AAN ALLE AFSTAMMELINGSVORDERINGEN GEMEENSCHAPPELIJKE


REGELS

A. Vereiste van de levende en levensvatbare geboorte


- Voor de geboorte van het kind
- Het moet te maken hebben met een levend kind dus niet van een doodgeboren
baby.

B. Voorbehouden karakter van de rechtsvorderingen


- De door de wet aangeduide titularissen.
- Het OM kan nooit een vordering tot vaststelling van de afstamming instellen
C. Vertegenwoordiging in afstammingsgeschillen
- Wordt een voogd ad hoc aangewezen door de familierechtbank (om het kind te
vertegenwoordigen)

D. Gelasten van onderzoeksmaatregelen


DNA onderzoek

E. Bevoegdheid van de familierechtbank en behandeling in de raadkamer


- Vaststelling en betwisting van afstamming
- Machtiging tot erkenning
- raadkamer = klein zaaltje aanwezig waar ze mensen kunnen binnen laten om over
delicate persoonlijke onderwerpen discreet te praten

F. De uitwerking van uitspraken op afstammingsgeschillen


- Met terugwerkende kracht tot aan de geboorte = ex tunc
- Hier op last van het O.M.
- In de registers van de burgerlijke stand

§7. RECHTSGEVOLGEN
- Non discriminatiebeginsel: wettelijke formulering van het gelijkheidsbeginsel
qua statuut

- Afstammingsband

- Ouderlijke prerogatieven en ouderlijke verplichtingen

- Verwantschapsband

- Gevolgen voor de staat van de persoon

- Gevolgen op gebied van aquiliaanse aansprakelijkheid art. 1384 oud BW

§8. DE ONDERHOUDSVORDERING TEGEN DE VERWEKKER

A. Situering
- Vordering tegen de verwekker
- Beoogt de verwekker te doen veroordelen tot het betalen van een
onderhoudsuitkering ten behoeve van het kind
- Kan uitsluitend tegen een man

B. Toepassingsgebied
- Kinderen van wie de vaderlijke afstamming niet (meer) vaststaat

C. Grondslag
- Het onderhouden van de man van vruchtbare geslachtsbetrekkingen met
de moeder tijdens de wettelijke periode van bevruchting
- Zij kan evenmin een onderhoudsvordering instellen tegen de spermadonor
noch in geval van MBV, noch in geval van zelfinseminatie

D. Bewijsmogelijkheden
- Vooreerst het rechtstreeks bewijs dat de betrekkingen vruchtbaar geweest zijn
- De “exeptio plurium concubentium” is geen afdoend verweermiddel
- DNA-onderzoek bevelen

E. Titularissen
- Kind zelf (voogd ad hoc)
- Wettelijk vertegenwoordiger

F. Ontoelaatbaarheid

G. Termijn
- Maximaal tot slechts vijf jaar terug worden gevorderd

H. Procedure
- Partijen worden opgeroepen om in de raadkamer voor de familierechtbank te
verschijnen

I. Gevolgen
1. Veroordeling tot onderhoudsgeld
2. Andere gevolgen:
o huwelijksbeletselen wegens verwantschap, exact dezelfde gevolgen als
de vaststelling van het vaderschap
o Geen aanspraak op een omgangsrecht t.a.v. het kind

Hoofdstuk ll. Adoptie

§1. ALGEMEEN
A. Situering
- Rechterlijke uitspraak, een juridische band gecreëerd die grosso modo
dezelfde rechtsgevolgen meebrengt als de gewone afstammingsband

- Adoptant (adopteerd) en adoptandus (wordt geadopteerd)

- Stiefouderadoptie wanneer 1 van de ouders met een nieuwe partner een


nieuw samengesteld gezin creëert

- Gewone (band behouden met gezin waarvan vertrekt) vs volle adoptie


(weggaan en overgaan naar nieuwe gezin)

B. Korte historiek van het adoptierecht


- Het contractuele karakter van de adoptie werd afgeschaft, het vetorecht werd
verlaagd tot 12 jaar
- Holebi-adoptie
C. De adoptie en de mensenrechten
 Het EVRM
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft bevestigd dat het EVRM als
dusdanig niet het recht waarborgt om een kind te adopteren

 Het IVRK
Artikel 21 IVRK stelt dat de lidstaten die de adoptie van kinderen aanvaarden, er zorg
voor moeten dragen dat het belang van het kind hierbij de belangrijkste overweging
is

D. Het recht om zijn afstamming te kennen


- De geadopteerde heeft steeds het recht om een afschrift te bekomen van zijn
geboorteakte (met kantmelding)

- Het Belgische recht erkent op verregaande wijze het recht om zijn afstamming
te kennen.

- Het arrest-Odièvre

- Anderzijds stelde het Hof ook vast dat de rechten van de moeder in het
gedrang zijn: de bedoeling van de anonieme bevalling is immers het
waarborgen van de gezondheid, het toestaan om te bevallen in gepaste
medische omstandigheden, en het vermijden van abortus

§2. VEREISTEN VOOR ADOPTIE

A. Bekwaamheidsvereisten in hoofde van de adoptant


1. Adoptant in leven: degene die adopteert, moet in leven zijn op het ogenblik van het
neerleggen van het verzoekschrift tot adoptie

2. Enkelvoudigheid of meervoudigheid van de adoptanten


- Eén persoon alleen
- Twee echtgenoten
- Twee wettelijk samenwonenden
- Twee feitelijk samenlevende

3. Leeftijdsvereisten
- Enkel minimumleeftijd in hoofde van adoptanten geen maximumleeftijd
- De adoptant moet minstens 25 jaar oud zijn
- Stiefouderadoptie volstaat het dat de adoptant 18jaar is

B. Bekwaamheidsvereisten in hoofde van de adoptandus


 Adoptandus in leven

 Leeftijdsvereisten
o Eén van de ouders ouderlijk gezag uitoefent: dan kan de adoptie niet
uitgesproken worden vooraleer er twee maanden verstreken zijn sinds
de geboorte
o Alleen bij volle adoptie bestaat er in hoofde van de adoptandus een
maximum leeftijd

o Daarentegen kunnen ook meerderjarigen gewoon geadopteerd worden.

C. Bekwaamheidsvereisten m.b.t de verhouding tussen adoptant en


adoptandus
1. Leeftijdsverschil
15j
Ingeval stiefouderadoptie 10 j

2. Verwantschaps-en aanverwantschapsbeletselen
- Adoptie tussen echtgenoten is uitgesloten

- Een persoon van wie de afstamming van moederszijde vaststaat kan niet door
zijn moeder worden geadopteerd

- Regularisatieadoptie dient gegrond te zijn op wettige redenen in het hoger


belang van het kind

- Grootouderadoptie: bepaalde rechtspraak staat zeer weigerachtig tegenover


dergelijke adoptie, omdat zij de afstammingsschakels vervalst
(generatiesprong) tante wordt zus

- Rechtsvraag: Kan een grootouder een beroep doen op art. 8 EVRM in


verband met de bijzondere omstandigheden om een kleinkind te adopteren?

- Ingeval van grootouderadoptie voorkeur aan gewone adoptie geen omzetting


in siblingrelatie

- Adoptie door andere familieleden: adoptie door broer/zus of halfbroer/ halfzus


wordt door de wet niet verboden toch grote omzichtigheid gelet op de familiale
orde niet teveel te verstoren

D. Opeenvolgende adopties en nieuwe adopties


1. Opeenvolgende adoptie
- Een persoon kan opeenvolgend door een persoon en nadien door diens
echtgenoot worden geadopteerd
- Langstlevende kan het adoptieve kind nog adopteren

2. Nieuwe adoptie
- Vervanging van bestaande adoptie

- Een nieuwe gewone adoptie door derden is zelfs mogelijk als de


geadopteerde meerderjarig is: de wet gebruikt doelbewust de term persoon en
niet kind

- Een adoptie door derden:


1° overleden
2° herroepen
3° zeer gewichtige redenen

E. Omzetting van adoptie


Een verzoek indienen om deze adoptie in volle adoptie om te zetten

F. Toestemming vanwege bepaalde personen


1. Vereiste toestemmingen
a. Toestemming door de adoptandus zelf
- Die leeftijd van 12j heeft bereikt, moet in zijn adoptie toestemmen

b. Toestemmingen in geval van adoptie van een minderjarige


- Beide ouders in adoptie toestemmen
- Enkel de enige respectievelijke langstlevende ouder
- Minderjarige die geen ouders heeft: Toestemming voogd ad hoc

c. Toestemming door echtgenoot, wettelijk samenwonende partner, feit


samenlevende partner van de adoptant

d. Toestemming door echtgenoot van de adoptandus

e. Toestemming ingeval van nieuwe adoptie


- De vorige is een gewone adoptie:
1° toestemming van personen die in vorige adoptie hebben toegestemd
2° de vorige adoptant behalve indien de vorige adoptie herroepen is

- De vorige adoptie is een volle adoptie


- Enkel de toestemming van de vorige adoptant(en) vereist

2. Vormvereisten
- Persoonlijke verklaring
- Akte verleden ten overstaan van een notaris naar keuze

3. Terugtrekking van toestemming tijdens procedure

4. Weigering van de toestemming


a. Vormregeling
- Persoonlijke verklaring
- Akte verleden
b. Inhoudelijke regeling:
- Vetorecht adoptandus

- Adoptie kan toch worden uitgesproken indien de toestemming op


onverantwoorde wijze werd geweigerd

- De enige ouder heeft als wettelijk uitgangspunt een vetorecht tegen de


adoptie van zijn minderjarig kind voor zover hij zich steeds over zijn kind
bekommerd heeft en diens gezondheid
- Uitzondering nieuwe wetgeving

c. Adoptie tegen de wil van de ouders en de mensenrechten


- Zie jaar 3 notarieel familierecht
- Europese commissie voor de Rechten van de Mens
- Casus: ouder weigert adoptie door stiefouder te anvaarden

G. Instellingsvoorwaarden
1. Het belang van de adoptandus

2. De adoptiebekwaamheid en adoptiegeschiktheid: adoptie vereist


sociaalpsychologische eigenschappen

3. Wettige redenen: niet in strijd met de openbare orde, adoptie van kleinkind
principieel niet toelaatbaar geacht
- Wegens ontbreken wettige redenen
- Erfrechtelijke bevoordelingen
- Kinderloos echtpaar van een kind door hen besteld bij een vrouw met wie zij
een ménage à trois vormden
- Precaire verblijfstoestand regulariseren

4. Afweging van andere wettige belangen

§3. Procedure

B. Algemene regel: adoptie op verzoek van de adoptant (en)


1. Inleiden van het verzoek bij de familierechtbank

2. Inwinnen van inlichtingen door het O.M.


- Nuttige inlichtingen inwint omtrent de voorgenomen adoptie
- Binnen 2 maanden terug aan griffier

3. Maatschappelijk onderzoek

4. Rechtspleging voor de familierechtbank

a. Verhoor van bepaalde personen


- Binnen 3 dagen nadat zowel het verslag van het O.M. als dat van het
maatschappelijk onderzoek is neergelegd
- Opgeroepen om ervan kennis te nemen
- De familierechtbank hoort volgende personen
- Het kind (zowel boven als onder de 12j) wordt steeds alleen gehoord

b. Onderzoek door de familierechtbank

c. Wijziging

d. Wachttermijn: doet de familierechtbank pas ten vroegste zes maanden na de


neerlegging van het verzoekschrift tot adoptie uitspraak
C. Uitzonderlijk geval: adoptie op verzoek van het O.M.
- Zeer gewichtige redenen Bv. wanneer er zware problemen van misbruik is
- Onverantwoorde weigering van toestemming

§4. Rechtsgevolgen

A. Algemeen
Pas na zij in kracht van gewijsde is getreden

B. Volle adoptie
1. Algemeen
- Volledige gelijkstelling

- Hetzelfde statuut, dus dezelfde rechten en plichten

- Het ten volle geadopteerde kind houdt juridisch op tot zijn oorspronkelijke
familie te behoren

- Op de verbreking van de verwantschapsbanden met de oorspronkelijke familie


bestaan evenwel uitzonderingen:
1° wettelijke uitzondering: huwelijksbeletselen
2° dat de oorspronkelijke grootouders ook na volle adoptie nog een
omgangsrecht t.a.v. de adoptandus kunnen laten gelden

2. Concrete gevolgen
- Naam
- Ouderlijk gezag
- Huwelijksbeletselen
- Levensonderhoud
- Erfrecht

C. Gewone adoptie
1. Algemeen
- Gewone afstammingsband
- beperkt tot de eerste graad
- Juridisch ook tot zijn oorspronkelijke familie behoren

- Om die reden wordt soms een volle adoptie geweigerd als zij als een te radicale
breuk met de oorspronkelijke familie wordt ervaren, maar de gewone adoptie wel
toegestaan, inzonderheid in geval van stiefouderadoptie

2. Concrete gevolgen
- Oorspronkelijke ouders verliezen alle bevoegdheden van het ouderlijk gezag

- Hebben eveneens de ouderlijke plichten

- Aantal huwelijksbeletselen
- De verplichting tot levensonderhoud blijft bovendien bestaan tussen de
geadopteerde en zijn oorspronkelijke ouders

- Behoud van alle erfrechten in de oorspronkelijke familie

§5. BEINDIGING

A. Geen einde bij de dood van de adoptant


Op zich geen einde bij de dood van de adoptant (u blijft eeuwig de geadopteerde van
de adoptieouders)

B. Herziening van de adoptie


- Ingevolge de ontvoering van de verkoop van of de handel in kinderen, moeten
de herziening van het adoptievonnis gevorderd worden

- Adoptie geen gevolgen meer heeft vanaf de overschrijving van de beslissing


houdende herziening in de registers van de burgerlijke stand

C. Herroeping van de adoptie


1. Uitgesloten bij volle adoptie
- Volle adoptie is in geen enkele omstandigheid vatbaar voor herroeping
- Op zichzelf geenszins strijdig met Art. 8 en artikel 14 EVRM

2. Mogelijk bij gewone adoptie


- Ontbinding van de adoptie ex nunc (kan niet ongedaan maken dat de persoon
geadopteerd is geweest)

- wel om zeer gewichtige redenen

- De loutere onenigheid tussen adoptant en adoptandus, na jarenlange


harmonieuze verhouding, wordt door de rechtspraak als onvoldoende
beschouwd

You might also like