You are on page 1of 19

Bronnenbundel SE1

https://blogs.ubc.ca/xenotransplantation/full-essay/

https://www.ukessays.com/essays/biology/the-ethics-of-xenotransplantation-biology-essay.php

1: Mens krijgt aangepast varkenshart. 'Gaat


dit niet te snel?'
Amerikaanse artsen zijn er voor het eerst in geslaagd een genetisch aangepast hart van een
varken in een mens te transplanteren. Of het een succes is, moet nog blijken. Wat vinden
christelijke ethici van deze ontwikkeling? 'Halen we zo geen virussen van dieren binnen bij
mensen?'

Amersfoort

Het was een wereldprimeur. Artsen aan de University of Maryland Medicine in Baltimore slaagden
er begin deze maand in om de 57-jarige David Bennett een allerlaatste strohalm te bieden.
Bennett, die lijdt aan een ongeneeslijke hartziekte, was uitbehandeld. Vanwege zijn ziekte kwam
hij niet in aanmerking voor transplantatie met een regulier donorhart. Bij wijze van experiment
kreeg hij daarom een op tien punten genetisch aangepast varkenshart. Die aanpassingen waren
nodig om onder meer afstoting te voorkomen. Hoogleraar chirurgie Bartley P. Griffith van de
University of Maryland School of Medicine sprak na afloop van een 'baanbrekende operatie' die de
medische wereld 'een stap dichter bij het oplossen van de crisis met tekort aan organen' brengt. 

donorwet

'Dieren gebruiken we ook voor het ontwikkelen van bepaalde medicijnen.'

In Nederland worden de ontwikkelingen rond het gebruik van een dierlijk orgaan in een mens
(xenotransplantatie) op de voet gevolgd. Ook hier speelt - ondanks de nieuwe donorwet - een tekort
aan orgaandonoren. Emeritus hoogleraar christelijke filosofie en onderzoekshoogleraar voor ethiek
in de zorg Henk Jochemsen begrijpt de wens om daar wat aan te doen, maar is tegelijk ook
kritisch op wat in Amerika is gebeurd. 'Het doel is positief, maar gaat het niet te snel?', vraagt hij
zich af. 

'Wat betekent dit voor de veiligheid van mensen? In organen van dieren en mensen zitten
zogeheten DNA-sequenties, die virussen kunnen vormen. Halen we zo geen virussen van dieren
binnen bij mensen? En zo ja, wat gaan die doen? Ze hebben de sequenties die we kennen er
weliswaar van tevoren uitgehaald, maar hebben ze niets over het hoofd gezien? De gentechnologie
is uiterst ingewikkeld en een genoom kan veranderlijk zijn. Ik wil geen angst zaaien, maar bij de
coronacrisis zien we de gevolgen van wat er kan gebeuren als een dierlijk virus overgaat op de
mens.'

orgaanleverancier

Los daarvan zet hij ook vraagtekens bij het houden van een dier als orgaanleverancier voor de
mens. 'Voor deze toepassing is een heel onnatuurlijke, steriele omgeving nodig, dat strijdt met het
respect voor dieren dat vanuit de Bijbel gevraagd wordt', meent hij. De christelijke hoogleraar
Maarten Verkerk, gepromoveerd in technologie en in filosofie-ethiek, onderstreept dat. 'God vindt
dieren belangrijk. Hij sloot zelfs een verbond met ze na de zondvloed, dat wijst op het respect dat
je als christen voor dieren moet hebben', legt hij uit. 'Echter, tegelijk zien we in de Bijbel ook dat
dieren worden geofferd en gegeten. Ik denk daarom dat er geen groot principieel bezwaar is delen
van het dier te gebruiken voor de mens. Vraag je wel eerst af wat genetische manipulatie voor het
dier zelf betekent. Als het dier een armzalig leven heeft in dienst van de transplantatie van zijn
hart, wil ik er wel vraagtekens bij zetten aangezien dat strijdt met het tonen van respect.' 
Volgens Jochemsen is met deze ontwikkeling de kans groot dat het lichaam meer en meer als 'een
vehikel met vervangbare onderdelen' wordt beschouwd. 'Dat je ermee kunt doen wat je wilt, nu
ook met inzet van dierlijke organen.' En dat strookt volgens hem niet met een christelijke visie
waarin zowel ziel als lichaam van belang zijn. 'Het gaat volgens de Bijbel niet om een eindeloos
leven op aarde met hulp van reconstructies', licht hij toe. 'Onze hoop is juist gevestigd op wat
uiteindelijk uit de hemel zal neerdalen, waarbij onze lichamen worden opgewekt. Het idee dat het
lichaam altijd moet doen wat jij wilt, leidt tot ongewenste instrumentalisering ervan. We zouden
dat als christenen meer moeten ontmaskeren en bediscussiëren.' 

Maar; er is een spanningsveld, erkent Jochemsen. 'In de christelijke traditie staat immers óók de
zorg voor het leven en voorkomen van onnodige sterfte centraal. Dat we lijden wegnemen als dat
mogelijk is. Het is daarom niet allemaal met een schaartje te knippen hoever je daarin zou moeten
gaan. Vanuit de christelijke ethiek vind ik orgaandonatie of het kweken van organen met
lichaamseigen cellen een goede oplossing. Mensen kunnen daar zelf een keuze voor maken. Dat
past bij de integrale benadering van het lichaam.' 

te ver
Xenotransplantatie gaat hem op dit moment te ver omdat vermenging van mens en dier 'een
symbolische ordening doorbreekt die bestaat in de samenleving, waarbinnen mensen zich veilig
voelen'. Jochemsen vervolgt: 'In de Bijbel lezen we over verboden op vermengingen, bijvoorbeeld
om twee verschillende soorten dieren niet te laten paren, maar ook dat verschillende soorten
graan gescheiden verbouwd moeten worden. Die voorschriften, hoewel niet direct van toepassing
op xenotransplantatie, wijzen erop dat het onderkennen van een normatieve orde in een gegeven
werkelijkheid heilzaam is. Het biedt een bepaalde veiligheid. We doorbreken dat als we op
orgaanniveau dier en mens gaan vermengen, hoewel er biologisch gezien best overeenkomsten
zijn tussen het mensenhart en het hart van een varken.' 

Verkerk: 'Ook al respecteer je die ordening, dan nog is het gebruik van een varkenshart in een
mens niet automatisch uitgesloten. Dieren gebruiken we ook voor het ontwikkelen van bepaalde
medicijnen. Niet dat dat precies hetzelfde is als zo'n transplantatie, maar ik zou dat wel in mijn
overweging betrekken.' Hij waarschuwt er daarnaast voor om de Bijbel 'te laten buikspreken',
want: 'De Bijbel is de openbaring van God. Dit boek is in een bepaalde tijd ontstaan en heeft een
eigen geschiedenis. Daar moet je recht aan doen. In het verleden is daar weleens te makkelijk
mee omgegaan, want er zijn geen pasklare antwoorden. Ik zou daarom veel meer een beroep
willen doen op de waarden die uit de Bijbel spreken. Zoals respect tonen voor dieren.'

Jochemsen: 'In onze samenleving leeft sterk het idee dat we met al onze instituties steeds weer
moeten bepalen wat goed is. Het doel is toch goed, hoor je dan, in deze voortgaande
instrumentele benadering van het lichaam. Ethiek is meer een ontdekkingsreis dan een
constructie. Vanuit christelijke ethiek bezien zouden we de maakbaarheid meer moeten
relativeren. Moet het hebben van een genetisch eigen kind bijvoorbeeld het hoogste doel zijn? Ik
denk dat we dan de door God gegeven normativiteit doorkruisen. Aanvaarden dat er grenzen zijn,
vinden we lastig. Toch moeten we blijven oefenen in het omgaan met lijden en gebrokenheid op
een andere manier dan het maar blijven zoeken naar medisch-technische oplossingen.' 

Verkerk: 'Is geneeskunde de heilige graal of een afgod? Hebben we nog oog voor het goddelijke,
dat alles met elkaar samenhangt en verwijst naar de Schepper? Dat is een uitdagend vertrekpunt
als je wilt afwegen wat je van nieuwe ontwikkelingen als xenotransplantatie vindt. En, heel eerlijk: ik
ben daarin nog heel zoekend. Het is namelijk een grijs gebied.' 
criteria

Hij formuleert tot slot drie criteria die in de zoektocht naar antwoorden behulpzaam kunnen zijn.
'Afweging 1 is: vooruitgang. Als een ontwikkeling mensen vooruit helpt, wees er dan in principe
positief over. Stap 2 is: voorzichtigheid. Je hebt te maken met mensen, met patiënten, met
dieren: vraag je af wat het voor hen betekent. Stap 3 is: afwegen of en waarom verzet nodig is,
dat je besluit 'nee' te zeggen tegen een ontwikkeling. Voor mij is dat bijvoorbeeld het aanpassen
van het menselijk DNA in embryo's, onder andere omdat de vrucht daar zelf geen zeggenschap
over heeft.' <

publiek debat over xenotransplantatie


Het getransplanteerde varkenshart functioneert nog steeds, maar een succes is het nog niet te
noemen, waarschuwt transplantatiechirurg Ian Alwayn van het LUMC in Leiden op de website van
NEMO Kennislink. 'Daar kunnen we pas van spreken als zich de komende maanden geen
complicaties voordoen.' In tegenstelling tot andere landen, zoals Amerika, verbiedt de Nederlandse
wet onderzoek naar xenotransplantatie. Wel startten NEMO Kennislink en het Rathenau Instituut
afgelopen najaar een publieke discussie - de zogeheten Donordierdialoog - over de inzet van
dieren als orgaandonoren om het tekort aan donoren terug te dringen. Doel: inventariseren hoe de
samenleving over dergelijke ontwikkelingen denkt. Het kan via xenotransplantatie, maar ook door
menselijke en dierlijke cellen te combineren in een dierlijk embryo. De bevindingen zullen in maart
aan de politiek aangeboden worden.
publiek debat over xenotransplantatie
Het getransplanteerde varkenshart functioneert nog steeds, maar een succes is het nog niet te
noemen, waarschuwt transplantatiechirurg Ian Alwayn van het LUMC in Leiden op de website van
NEMO Kennislink. 'Daar kunnen we pas van spreken als zich de komende maanden geen
complicaties voordoen.' In tegenstelling tot andere landen, zoals Amerika, verbiedt de Nederlandse
wet onderzoek naar xenotransplantatie. Wel startten NEMO Kennislink en het Rathenau Instituut
afgelopen najaar een publieke discussie - de zogeheten Donordierdialoog - over de inzet van
dieren als orgaandonoren om het tekort aan donoren terug te dringen. Doel: inventariseren hoe de
samenleving over dergelijke ontwikkelingen denkt. Het kan via xenotransplantatie, maar ook door
menselijke en dierlijke cellen te combineren in een dierlijk embryo. De bevindingen zullen uiterlijk
in maart dit jaar aan de politiek aangeboden worden.

2: [Gebruik bij voorkeur geen dieren om het tekort aan...]*


Gebruik bij voorkeur geen dieren om het tekort aan menselijke donororganen op te lossen, blijkt
uit het rapport 'Het dier als donor'. 

De meeste mensen staan daarnaast wel open voor verder onderzoek naar hoe je menselijke
organen in dieren kunt laten groeien. Mits ernstig zieke patiënten ermee geholpen zijn. 

Utrecht

'Wat vinden mensen van het gebruiken van dieren om er organen voor mensen in te laten
groeien?' Die vraag stond afgelopen jaar centraal in zeventien gespreksbijeenkomsten die het
Rathenau Instituut en NEMO Kennislink organiseerden met verschillende organisaties. Onder de
noemer Donordierdialoog wisselden ruim vierhonderd mensen van heel diverse achtergronden
erover van gedachten: van patiënten, (dier)ethici en varkenshouders tot scholieren en artsen.

'Willen we deze kant op? Hoe gaan we om met donordieren?'

Het eindrapport 'Het dier als donor', dat op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport is gemaakt, werd maandagmiddag in Utrecht gepresenteerd. De uitkomsten
kunnen politici en beleidsmakers helpen in het gesprek over het gebruik van dieren voor medische
toepassingen bij de mens, vertelde onderzoeksleider Petra Verhoef van het Rathenau Instituut.
'Dankzij deze dialoog weten we dat de meeste mensen in de samenleving ervoor openstaan en
onder welke voorwaarden.' In de gesprekkenreeks over mens-diercombinaties ging het vooral over
voordelen en bezwaren voor mensen, kwesties rond het gebruik van dieren, de randvoorwaarden
voor het onderzoek en gevolgen van dergelijke technologie voor de maatschappij. 
alternatieven
Dat het gesprek erover nodig is, is niet toevallig. Met name in landen als de Verenigde Staten,
Japan en Duitsland speurt de medische wetenschap al volop naar alternatieven om het structurele
tekort aan donororganen op te lossen. Daarbij wordt gekeken naar transplantatie van een
genetisch aangepast dierlijk orgaan in een mens (xenotransplantatie). In Nederland is dat momenteel
bij wet verboden. Hoewel het technisch ingewikkeld is, wordt er in Amerika al mee
geëxperimenteerd. Zo kreeg de uitbehandelde 57-jarige David Bennett vorig jaar een genetisch
aangepast varkenshart. Hij leefde er twee maanden langer door. 

Een tweede mogelijkheid die in de wetenschap onderzocht wordt, is het laten groeien van
menselijk weefsel en organen in dieren (dier-mens-chimeren). In Nederland stuit dat onderzoek op
beperkingen door de Embryowet, als daar stamcellen van een menselijk embryo voor nodig zijn.
Echter, een nieuwe techniek (iPS) maakt het mogelijk die route te omzeilen. iPS-cellen zijn
menselijke cellen die in het laboratorium worden 'geherprogrammeerd' om net als stamcellen tot
elk type orgaan of weefsel te kunnen uitgroeien. 

Toen de Embryowet er kwam, bestond deze optie nog niet. Hier is het onduidelijk wat nu
toegestaan is. Verhoef: 'Op 2 juni wordt de Embryowet geëvalueerd en in het najaar spreekt de
Tweede Kamer over benodigde aanpassingen.' Daarnaast speelt in de wetgeving rond mens-
diercombinaties ook de Wet op de dierproeven een rol. Verhoef: 'Het ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) streeft naar proefdiervrij onderzoek, maar hoe verhoudt zich dat
met de wens eventueel met dierlijke embryo's te gaan experimenteren? Onze aanbeveling is dat
de ministeries van Volksgezondheid en Landbouw samen gaan optrekken op dit thema en integraal
beleid ontwikkelen.'

Het gesprek over xenotransplantatie of mens-dier-chimeren levert talloze ethische en


maatschappelijke vragen op, ontdekten deelnemers aan de Donordierdialoog. Het overgrote deel
vindt dat wetenschappers in onderzoek bij voorkeur moeten inzetten op 'diervrije' alternatieven,
zoals het opknappen van ongeschikte organen. Maar als ernstig zieke patiënten ermee geholpen
zijn, vinden de meeste deelnemers het geoorloofd verder onderzoek te doen naar de inzet van
dieren om het tekort aan donororganen op te lossen. Begin dit jaar lag dat in Nederland op bijna
1300. Veiligheid is van groot belang, als dieren in beeld komen voor orgaantransplantatie bij
mensen, stellen de deelnemers. Ze wijzen op het gevaar van zoönose, waarbij mensen vatbaar
worden voor een door dieren overgedragen ziekte, zoals COVID-19. De dieren die gebruikt worden
om een mensenleven te redden, moeten een zo goed mogelijk leven leiden. De deelnemers maken
in hun beoordeling weinig onderscheid tussen xenotransplantatie of dier-mens-chimeren. Zorgen
gaan vooral over het welzijn van het geboren dier, niet zozeer over het samenbrengen van
menselijke en dierlijke cellen in een embryo, bleek uit een aanvullende toelichting van onderzoeker
Yayouk Willems van het Rathenau Instituut. 'Dat hadden we van tevoren niet verwacht.'
orgaantransplantatie
Sommige deelnemers sluiten het gebruik van dieren voor orgaantransplantatie naar mensen op
voorhand uit. Een deel vindt het niet te verdedigen dieren voor menselijke doelen in te zetten. Een
ander deel wijst juist op het belang van onderzoek, waardoor de orgaandonorwachtlijst slinkt.
Anderen zien een door God gegeven scheppingsorde die niet verbroken mag worden, waardoor
mens-diercombinaties uitgesloten zijn. Ze wegen voor hen niet op tegen eventuele medische
voordelen. Uit het rapport blijkt verder dat deelnemers zich afvragen of een mens-dieralternatief
niet leidt tot afname van de bereidheid van mensen om orgaandonor te zijn. Verhoef onderstreept
dat het belangrijk is dat beleidsmakers de samenleving blíjven betrekken bij nadenken en
beslissingen nemen over mens-diercombinaties en op termijn mogelijk ook over xenotransplantatie.
'Dat mensen niet zomaar voor inzet van dieren zijn bij medische doeleinden, past bij hoe
tegenwoordig over onze relatie met dieren wordt gedacht. Dat proces is dynamisch, waardoor het
toetsen van de mening van experts én burgers bij toekomstige ontwikkelingen steeds opnieuw
nodig zal zijn.' 

Het rapport werd aangeboden aan Karla van Rooijen, directeur Geneesmiddelen en Medische
Technologie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 'Het gebruikmaken van
dieren bij orgaantransplantatie bij mensen is op dit moment nog toekomstmuziek, maar het is een
ingrijpende ontwikkeling die ons aan het denken zet. Willen we deze kant op? Wat betekent het
voor patiënten? Hoe gaan we om met donordieren? Deze dialoog laat zien dat mensen heel
genuanceerd naar dit onderwerp kijken. Het gaat niet over 'voor of tegen', maar er zit een
gelaagdheid in de standpunten van mensen. Daar kunnen wij als beleidsmakers ons voordeel mee
doen.' 

Het ministerie komt voor de zomer van 2023 naar de Kamer met een voorstel om de Embryowet
aan te passen. Daarin worden de uitkomsten van de Donordialoog meegewogen, beloofde het.

3: Het varken als kist vol gereedschap


Amerikaanse chirurgen transplanteerden voor het eerst een varkenshart in een mensenlichaam.
Vooralsnog met succes: het hart klopt en het lichaam stoot het (nog) niet af. Is dit het begin van
het einde van het hardnekkige donortekort?

Maryland

Toen David Bennett zijn kinderen vertelde dat de artsen van het academisch ziekenhuis van de
Universiteit van Maryland zijn verzwakte hart binnenkort zouden vervangen door dat van een
varken, dacht zijn zoon dat hij aan een delirium leed. Maar de 57-jarige wist precies waarover hij
het had. Vorige week kreeg hij als eerste mens ter wereld een donorhart van een genetisch
gemodificeerd varken.

Bennett leed aan ernstige hartritmestoornissen en kwam niet meer in aanmerking voor een
menselijk donorhart. De experimentele transplantatie was zijn enige optie. De zeven uur durende
operatie verliep voorspoedig en de patiënt kwam de eerste twee cruciale dagen na de
transplantatie goed door; Bennetts lichaam stoot het varkenshart - voorlopig - niet af.

'Als het blijkt te werken, kun je een marathon rennen met een varkenshart.'

In Nederland is een nijpend tekort aan donororganen. Op 31 december 2020 stonden er volgens
de Nederlandse Transplantatie Stichting 133 mensen op de wachtlijst voor een donorhart. Dat jaar
werden er in totaal slechts 41 harttransplantaties uitgevoerd. Voor 350 wachtenden kwam in 2020
een orgaandonor te laat. Zij verdwenen zonder nieuw orgaan van de wachtlijst: ofwel waren ze
gestorven, ofwel waren ze te ziek om nog voor een transplantatie in aanmerking te komen.

ziektekiemvrije modder
Het is voor het eerst dat artsen een genetisch gemodificeerd varkenshart naar een mens
transplanteren. Met xenotransplantatie, het plaatsen van organen, weefsel of cellen van dieren in een
mensenlichaam, wordt al langer geëxperimenteerd.

Het varken wordt geïdentificeerd als het 'meest ideale dier', zegt Ian Alwayn, hoogleraar
transplantatiechirurgie aan het LUMC. 'Het formaat van de organen van het dier komt overeen met
dat van menselijke organen. Daarbij zijn varkens makkelijk te fokken en maatschappelijk redelijk
geaccepteerd als dier waarvan wij als mens gebruikmaken.'

Vorig jaar koppelden New Yorkse artsen al een nier van een varken aan de bloedsomloop van een
hersendode patiënt, puur om te kijken of het mogelijk was, en of de nier naar behoren zou
functioneren. Na 54 uur werd de nier weer verwijderd. De eerste tekenen in de operatiekamer
waren hoopvol: de nier begon urine aan te maken en scheidde het juiste afvalproduct af.

Normaliter maakt een menselijk lichaam antistoffen aan tegen alles wat het als vreemd
beschouwt. Om te voorkomen dat het lichaam van een patiënt een vreemd hart afstoot, is het
varken waarvan het hart afkomstig is genetisch gemodificeerd. Op sommige plekken in het
genoom van het dier zijn stukjes gen weggeknipt en op andere plekken voegden wetenschappers
menselijke genen toe. Eenmaal geboren mag het gemodificeerde varken onder geen beding
virussen oplopen. Dat betekent in de praktijk: in ziektekiemvrije modder wroeten.

Zo wordt de kans op infecties ingedamd. Het blijft slechts risicovermindering, zegt Alwayn. De
komende tijd moet blijken of het hart van de Amerikaan het houdt en of zijn immuunsysteem zich
niet alsnog tegen het vreemde hart keert. Daarna moeten er meer casussen volgen. Pas dan
kunnen wetenschappers zich een goed beeld vormen van de risico's. 'Maar stel dat het in de
toekomst allemaal blijkt te werken', zegt Alwayn, 'dan kun je in theorie zelfs een marathon rennen
met een varkenshart.'

bezwaren

Is een marathon een varkensleven waard? Nee, vindt Bernice Bovenkerk, universitair hoofddocent
dierenethiek aan de Wageningen Universiteit. 
De ontwikkeling op orgaangebied werpt allereerst de vraag op: hoever moeten we gaan om
mensen in leven te houden? Bovenkerk: 'We kunnen er ook voor kiezen te accepteren dat iemand
sterft, en dat proces goed begeleiden. Dat is sowieso iets wat we in overweging moeten nemen,
aangezien we een beperkt zorgbudget hebben.'

Vanuit de dierenethiek zijn er twee bezwaren. Ten eerste tast xenotransplantatie onherroepelijk het


welzijn van dieren aan; varkens zijn niet gemaakt om onder steriele omstandigheden te leven.
Belangrijker nog: de technologie stuurt onze blik op de werkelijkheid. Bovenkerk: 'Doordat we
kunnen ingrijpen in de genetica, gaan we het varken zien als een soort gereedschapskist met
reserveorganen. We gaan het dier zien als een ding en maken er in zekere zin zelfs een ding van.
Zo creëren we zelf een ethisch dilemma, waarbij je iemand voor een keuze stelt die diegene
eigenlijk niet zou willen maken. Als mijn kind een orgaan nodig had en een varkenshart was de
enige optie, dan zou ik die keuze eigenlijk niet willen maken. Waarom moeten dieren onze
problemen oplossen?'
diervriendelijke alternatieven

Ook transplantatiechirurg Alwayn geeft de voorkeur aan diervriendelijker alternatieven. Zo is de


verwachting dat de nieuwe donorwet, die bepaalt dat iedere volwassene donor is, tenzij die zich uit
het register uitschrijft, tot meer orgaandonoren leidt.

Toch zal dat niet genoeg zijn om het gehele tekort op te lossen. Andere kunstmatige technieken
moeten soelaas bieden. Een kunstorgaan, bijvoorbeeld. Vorig jaar maten Nederlandse artsen een
patiënt voor het eerst een kunsthart aan: twee motortjes, draaiende gehouden door vier batterijen
in de buikwand van de patiënt, pompen het bloed rond.

Een andere oplossing schuilt in de organen die nu worden afgekeurd. Als die aan een nauwkeuriger
beoordeling worden onderworpen, zou een deel tóch kunnen worden goedgekeurd. En dan is er
nog regeneratieve geneeskunde, die erop gericht is om organen met behulp van stamcellen te
herstellen.

Xenotransplantatie is het verst gevorderd, maar het zal nog lang duren voordat dat wordt
geïmplementeerd. Alwayn: 'De tussentijd moeten we gebruiken om alle alternatieven te
onderzoeken, zodat op den duur niemand op de wachtlijst meer overlijdt.' <

4: ’Belang van heel zieke mensen staat voorop’


Als transplantatiechirurg zie ik dagelijks het leed van zieke mensen die wachten op een orgaan en
mede daarom ben ik vóór. Maar er is een belangrijke nuance: we zijn nog lang niet zover. Hoewel
men in de Verenigde Staten gestart is met kleinschalige klinische studies, zal het voorlopig nog
niet lukken om met organen van dieren – meestal varkens – langdurige successen te behalen in
mensen.

Kortetermijnfunctie tot ongeveer een jaar is heel misschien nu al wel mogelijk. Maar langer zal
voorlopig niet gaan lukken, omdat we de menselijke afweer tegen dierlijke organen nog
onvoldoende onder controle hebben. Alle hoopgevende positieve verhalen van de laatste tijd ten
spijt, zullen we echt nog jaren geduld moeten hebben voordat er acceptabele resultaten mogelijk
zijn met xenotransplantatie en we deze techniek op grote schaal kunnen toepassen.

Resultaat
Maar stel dat we ooit zover komen. En dat het écht mogelijk wordt om een dierlijk orgaan
helemaal veilig en met een goed langetermijnresultaat in een mens te transplanteren; dan moeten
we dat zeker gaan doen, vind ik.

In Nederland staan ongeveer 1300 patiënten op de wachtlijst voor een orgaantransplantatie. Dat
zijn mensen met eindstadium orgaanfalen, die ernstig ziek zijn en wier dagelijks functioneren
enorm beperkt wordt door hun aandoening. Ieder jaar overlijden er alleen al in ons land van die
wachtlijst meer dan honderd mensen, omdat hun levensreddende orgaan niet op tijd komt. Een
nieuw orgaan kan hun leven redden en hun kwaliteit van leven onmiddellijk sterk verbeteren. In
een realiteit waar er permanent onvoldoende menselijke organen beschikbaar zijn, vind ik het
acceptabel en proportioneel om ook organen van dieren te gebruiken.

Onnodig dierenleed

Buiten kijf staat dat zoiets niet moet leiden tot onnodig dierenleed, maar daar is iedereen die in
het xenotransplantatieveld werkt heel goed van doordrongen. Dieren die bedoeld zijn voor het
verkrijgen van donororganen zullen onder bijzonder gecontroleerde en diervriendelijke
omstandigheden worden grootgebracht en verzorgd. En ja, ze zullen worden gedood om de
organen te verkrijgen, maar dat gaat op een humane manier. Onder narcose, zonder dat het dier
daar iets van meekrijgt. Heel anders dan hoe dieren worden gehouden en geslacht in de veeteelt,
iets wat de meerderheid van de bevolking prima vindt. Jaarlijks worden er miljoenen dieren
gedood omdat we het zo lekker vinden om vlees te eten, terwijl vlees niet noodzakelijk is voor
onze gezondheid. Ook tegen deze achtergrond vind ik dat xenotransplantatie, onder strikte
voorwaarden, een acceptabele praktijk zou kunnen zijn.

Humane wijze

Het jaarlijks daarvoor benodigde aantal dieren is, vergeleken met veeteelt voor vleesconsumptie,
ontzettend klein. De dieren die we voor organen gaan gebruiken zullen een goed leven hebben en
op een humane wijze worden gedood. En daarmee bovendien meerdere mensenlevens kunnen
redden. Tegenargumenten zoals ’het is niet natuurlijk’ en ’je mag geen dieren opofferen ten bate
van mensen’ zijn best begrijpelijk, maar het belang van heel zieke mensen helpen weegt hier in
mijn ogen echt zwaarder.

Maar, zoals gezegd, het is echt nog niet zover. We hebben nog wel even tijd om het
maatschappelijke debat zorgvuldig te voeren en te zoeken naar nuance in plaats van polarisatie.
Zodat de belangen van dieren én van zieke mensen worden gediend.

Cyril Moers is transplantatiechirurg aan het Universitair Medisch Centrum Groningen

5: Met een varkenshart leeft de mens langer


Transplantatie

Toen David Bennett zijn kinderen vertelde dat de artsen van het academisch ziekenhuis van de
Universiteit van Maryland zijn verzwakte hart binnenkort zouden vervangen door dat van een
varken, dacht zijn zoon dat hij aan een delirium leed. Maar de 57-jarige wist precies waarover hij
het had. Vorige week kreeg hij als eerste mens ter wereld een donorhart van een genetisch
gemodificeerd varken.

Bennett leed aan ernstige hartritmestoornissen en kwam niet meer in aanmerking voor een
menselijk donorhart. De experimentele transplantatie was zijn enige optie. De zeven uur durende
operatie verliep voorspoedig en de patiënt kwam de eerste twee cruciale dagen na de
transplantatie goed door; Bennetts lichaam stoot het varkenshart - voorlopig - niet af.
In Nederland is een nijpend tekort aan donororganen. Op 31 december 2020 stonden er volgens
de Nederlandse Transplantatie Stichting 133 mensen op de wachtlijst voor een donorhart. Dat jaar
werden er in totaal slechts 41 harttransplantaties uitgevoerd. Voor 350 wachtenden kwam in 2020
een orgaandonor te laat. Zij verdwenen zonder nieuw orgaan van de wachtlijst: ofwel waren ze
gestorven, ofwel waren ze te ziek om nog voor een transplantatie in aanmerking te komen.

Ziektekiemvrije modder

Het is voor het eerst dat artsen een genetisch gemodificeerd varkenshart naar een mens
transplanteren. Met xenotransplantatie, het plaatsen van organen, weefsel of cellen van dieren in een
mensenlichaam, wordt al langer geëxperimenteerd.

Het varken wordt geïdentificeerd als het 'meest ideale dier', zegt Ian Alwayn, hoogleraar
transplantatiechirurgie aan het LUMC. 'Het formaat van de organen van het dier komt overeen met
dat van menselijke organen. Daarbij zijn varkens makkelijk te fokken en maatschappelijk redelijk
geaccepteerd als dier waarvan wij als mens gebruikmaken.'

Vorig jaar koppelden New Yorkse artsen al een nier van een varken aan de bloedsomloop van een
hersendode patiënt, puur om te kijken of het mogelijk was, en of de nier naar behoren zou
functioneren. Na 54 uur werd de nier weer verwijderd. De eerste tekenen in de operatiekamer
waren hoopvol: de nier begon urine aan te maken en scheidde het juiste afvalproduct af.

Normaliter maakt een menselijk lichaam antistoffen aan tegen alles wat het als vreemd
beschouwt. Om te voorkomen dat het lichaam van een patiënt een vreemd hart afstoot, is het
varken waarvan het hart afkomstig is genetisch gemodificeerd. Op sommige plekken in het
genoom van het dier zijn stukjes gen weggeknipt en op andere plekken voegden wetenschappers
menselijke genen toe. Eenmaal geboren mag het gemodificeerde varken onder geen beding
virussen oplopen. Dat betekent in de praktijk: in ziektekiemvrije modder wroeten.

Zo wordt de kans op infecties ingedamd. Het blijft slechts risicovermindering, zegt Alwayn. De
komende tijd moet blijken of het hart van de Amerikaan het houdt en of zijn immuunsysteem zich
niet alsnog tegen het vreemde hart keert. Daarna moeten er meer casussen volgen. Pas dan
kunnen wetenschappers een goed beeld vormen van de risico's. 'Maar stel dat het in de toekomst
allemaal blijkt te werken', zegt Alwayn, 'dan kun je in theorie zelfs een marathon rennen met een
varkenshart.'

Gereedschapskist

Is een marathon een varkensleven waard? Nee, vindt Bernice Bovenkerk, universitair hoofddocent
dierenethiek aan de Wageningen Universiteit. De ontwikkeling op orgaangebied werpt allereerst de
vraag op: hoe ver moeten we gaan om mensen in leven te houden? Bovenkerk: 'We kunnen er
ook voor kiezen te accepteren dat iemand sterft, en dat proces goed begeleiden. Dat is sowieso
iets wat we in overweging moeten nemen, aangezien we een beperkt zorgbudget hebben.'

Vanuit de dierenethiek zijn er twee bezwaren. Ten eerste tast xenotransplantatie onherroepelijk het


welzijn van dieren aan; varkens zijn niet gemaakt om onder steriele omstandigheden te leven.
Belangrijker nog: de technologie stuurt onze blik op de werkelijkheid. Bovenkerk: 'Doordat we
kunnen ingrijpen in de genetica, gaan we het varken zien als een soort gereedschapskist met
reserveorganen. We gaan het dier zien als een ding en maken er in zekere zin zelfs een ding van.
Zo creëren we zelf een ethisch dilemma, waarbij je iemand voor een keuze stelt die diegene
eigenlijk niet zou willen maken. Als mijn kind een orgaan nodig had en een varkenshart was de
enige optie, dan zou ik die keuze eigenlijk niet willen maken. Waarom moeten dieren onze
problemen oplossen?'

Diervriendelijke alternatieven

Ook transplantatiechirurg Alwayn geeft de voorkeur aan de diervriendelijker alternatieven. Zo is de


verwachting dat de nieuwe donorwet, die bepaalt dat iedere volwassene donor is, tenzij die zich uit
het register uitschrijft, tot meer orgaandonoren leidt.

Toch zal dat niet genoeg zijn om het gehele tekort op te lossen. Andere kunstmatige technieken
moeten soelaas bieden. Een kunstorgaan, bijvoorbeeld. Vorig jaar maten Nederlandse artsen een
patiënt voor het eerst een kunsthart aan: twee motortjes, draaiende gehouden door vier batterijen
in de buikwand van de patiënt, pompen het bloed rond.

Een andere oplossing schuilt in de organen die nu worden afgekeurd. Als die aan een nauwkeuriger
beoordeling worden onderworpen, zou een deel tóch kunnen worden goedgekeurd. En dan is er
nog regeneratieve geneeskunde, dat erop gericht is om organen met behulp van stamcellen te
herstellen.

Xenotransplantatie is het verstgevorderd, maar het zal nog lang duren voordat dat wordt
geïmplementeerd. Alwayn: 'De tussentijd moeten we gebruiken om alle alternatieven te
onderzoeken, zodat op den duur niemand op de wachtlijst meer overlijdt.'

Als het blijkt te werken, dan kun je in theorie een marathon rennen met een varkenshart

6: Geen donor? Dan maar een varkenshart


Citatie exporteren

de Volkskrant

12 januari 2022 woensdag


Copyright 2022 DPG Media B.V. All Rights Reserved
Section: Ten Eerste; Blz. 18

Length: 957 words

Byline: WIES DE GRUIJTER

Highlight: Amerikaanse chirurgen transplanteerden voor het eerst een varkenshart in een


mensenlichaam. Vooralsnog met succes: het hart klopt en het lichaam stoot het (nog) niet af. Is
dit het begin van het einde van het hardnekkige donortekort?

Body

Transplantatie

Toen David Bennett zijn kinderen vertelde dat de artsen van het academisch ziekenhuis van de Universiteit van Maryland
zijn verzwakte hart binnenkort zouden vervangen door dat van een varken, dacht zijn zoon dat hij aan een delirium leed.
Maar de 57-jarige wist precies waarover hij het had. Vorige week kreeg hij als eerste mens ter wereld een donorhart van een
genetisch gemodificeerd varken.

Bennett leed aan ernstige hartritmestoornissen en kwam niet meer in aanmerking voor een menselijk donorhart. De
experimentele transplantatie was zijn enige optie. De zeven uur durende operatie verliep voorspoedig en de patiënt kwam de
eerste twee cruciale dagen na de transplantatie goed door; Bennetts lichaam stoot het varkenshart - voorlopig - niet af.

In Nederland is een nijpend tekort aan donororganen. Op 31 december 2020 stonden er volgens de Nederlandse
Transplantatie Stichting 133 mensen op de wachtlijst voor een donorhart. Dat jaar werden er in totaal slechts 41
harttransplantaties uitgevoerd. Voor 350 wachtenden kwam in 2020 een orgaandonor te laat. Zij verdwenen zonder nieuw
orgaan van de wachtlijst: ofwel waren ze gestorven, ofwel waren ze te ziek om nog voor een transplantatie in aanmerking te
komen.

Ziektekiemvrije modder

Het is voor het eerst dat artsen een genetisch gemodificeerd varkenshart naar een mens transplanteren.
Met xenotransplantatie, het plaatsen van organen, weefsel of cellen van dieren in een mensenlichaam, wordt al langer
geëxperimenteerd.

Het varken wordt geïdentificeerd als het 'meest ideale dier', zegt Ian Alwayn, hoogleraar transplantatiechirurgie aan het
LUMC. 'Het formaat van de organen van het dier komt overeen met dat van menselijke organen. Daarbij zijn varkens
makkelijk te fokken en maatschappelijk redelijk geaccepteerd als dier waarvan wij als mens gebruikmaken.'

Vorig jaar koppelden New Yorkse artsen al een nier van een varken aan de bloedsomloop van een hersendode patiënt, puur
om te kijken of het mogelijk was, en of de nier naar behoren zou functioneren. Na 54 uur werd de nier weer verwijderd. De
eerste tekenen in de operatiekamer waren hoopvol: de nier begon urine aan te maken en scheidde het juiste afvalproduct af.

Normaliter maakt een menselijk lichaam antistoffen aan tegen alles wat het als vreemd beschouwt. Om te voorkomen dat het
lichaam van een patiënt een vreemd hart afstoot, is het varken waarvan het hart afkomstig is genetisch gemodificeerd. Op
sommige plekken in het genoom van het dier zijn stukjes gen weggeknipt en op andere plekken voegden wetenschappers
menselijke genen toe. Eenmaal geboren mag het gemodificeerde varken onder geen beding virussen oplopen. Dat betekent in
de praktijk: in ziektekiemvrije modder wroeten.

Zo wordt de kans op infecties ingedamd. Het blijft slechts risicovermindering, zegt Alwayn. De komende tijd moet blijken of
het hart van de Amerikaan het houdt en of zijn immuunsysteem zich niet alsnog tegen het vreemde hart keert. Daarna
moeten er meer casussen volgen. Pas dan kunnen wetenschappers een goed beeld vormen van de risico's. 'Maar stel dat het
in de toekomst allemaal blijkt te werken', zegt Alwayn, 'dan kun je in theorie zelfs een marathon rennen met een
varkenshart.'
Gereedschapskist
Is een marathon een varkensleven waard? Nee, vindt Bernice Bovenkerk, universitair hoofddocent dierenethiek aan de
Wageningen Universiteit. De ontwikkeling op orgaangebied werpt allereerst de vraag op: hoe ver moeten we gaan om
mensen in leven te houden? Bovenkerk: 'We kunnen er ook voor kiezen te accepteren dat iemand sterft, en dat proces goed
begeleiden. Dat is sowieso iets wat we in overweging moeten nemen, aangezien we een beperkt zorgbudget hebben.'

Vanuit de dierenethiek zijn er twee bezwaren. Ten eerste tast xenotransplantatie onherroepelijk het welzijn van dieren aan;
varkens zijn niet gemaakt om onder steriele omstandigheden te leven. Belangrijker nog: de technologie stuurt onze blik op
de werkelijkheid. Bovenkerk: 'Doordat we kunnen ingrijpen in de genetica, gaan we het varken zien als een
soort gereedschapskist met reserveorganen. We gaan het dier zien als een ding en maken er in zekere zin zelfs een ding van.
Zo creëren we zelf een ethisch dilemma, waarbij je iemand voor een keuze stelt die diegene eigenlijk niet zou willen maken.
Als mijn kind een orgaan nodig had en een varkenshart was de enige optie, dan zou ik die keuze eigenlijk niet willen maken.
Waarom moeten dieren onze problemen oplossen?'
Diervriendelijke alternatieven

Ook transplantatiechirurg Alwayn geeft de voorkeur aan de diervriendelijker alternatieven. Zo is de verwachting dat de
nieuwe donorwet, die bepaalt dat iedere volwassene donor is, tenzij die zich uit het register uitschrijft, tot meer
orgaandonoren leidt.

Toch zal dat niet genoeg zijn om het gehele tekort op te lossen. Andere kunstmatige technieken moeten soelaas bieden. Een
kunstorgaan, bijvoorbeeld. Vorig jaar maten Nederlandse artsen een patiënt voor het eerst een kunsthart aan: twee motortjes,
draaiende gehouden door vier batterijen in de buikwand van de patiënt, pompen het bloed rond.

Een andere oplossing schuilt in de organen die nu worden afgekeurd. Als die aan een nauwkeuriger beoordeling worden
onderworpen, zou een deel tóch kunnen worden goedgekeurd. En dan is er nog regeneratieve geneeskunde, dat erop gericht
is om organen met behulp van stamcellen te herstellen.

Xenotransplantatie is het verstgevorderd, maar het zal nog lang duren voordat dat wordt geïmplementeerd. Alwayn: 'De
tussentijd moeten we gebruiken om alle alternatieven te onderzoeken, zodat op den duur niemand op de wachtlijst meer
overlijdt.'

Als het blijkt te werken, dan kun je in theorie een marathon rennen met een varkenshart

Jochemsen, H., (2022, 20 januari). Past het hart van een dier in de mens?
Reformatorisch Dagblad. (pp.33). Geraadpleegd van lexis.com:
https://advance.lexis.com/api/document?collection=news&id=urn:contentItem:64K7-6F71-F03D-
3131-00000-00&context=1516831.

Past het hart van een dier in de mens?


De media besteedden vorige week veel aandacht aan de eerste transplantatie van het hart van een
varken in een mens. Een primeur! Het gaat om een experiment en het is onduidelijk hoelang de
patiënt erdoor zal blijven leven. Een risico is dat het lichaam van de ontvanger het hart gaat
afstoten. De immunologische afstoting zal naar verwachting het iger zijn dan bij een menselijk hart.
Wat zijn ethische overwegingen bij deze ontwikkeling? Allereerst kunnen we vaststellen dat het doel
positief is. Er zijn meer patiënten die wachten op een donororgaan dan er organen beschikbaar
komen. Als met dierlijke organen meer patiënten geholpen kunnen worden, kan bij die patiënten
een vroegtijdige dood worden voorkomen. Maar er zijn zowel medische als ethische bezwaren, en
soms vallen die samen. Dit is ten eerste de veiligheid. Ook organen van mensen die in
immunologisch opzicht ‘matchen’ worden afgestoten omdat ze ‘vreemd’ zijn voor het lichaam. De
afweer van de ontvanger moet dus voortdurend worden onderdrukt. Bij een orgaan van een andere
soort zal dat nog sterker zijn. Door genetische modii catie van het donordier lijkt het dierorgaan in
immunologisch opzicht meer op een menselijk orgaan. Maar hoe goed dat is gelukt, zal moeten
blijken. Daarnaast is er een risico dat ik in de berichten nu niet tegenkwam. Dat is dat alle soorten
dieren, evenals mensen, in hun erfelijke materiaal (hun genoom) stukken DNA hebben die van
virussen ak omstig zijn. Dergelijke virale stukken DNA kunnen zich onder omstandigheden mogelijk
‘losmaken’ uit het genoom en een virus vormen. Dit kan zich vermenigvuldigen en verder
verspreiden. Weliswaar zijn veel van dergelijke stukken DNA bekend en die kunnen in het
beginstadium van het genetisch gemodii ceerd dier worden verwijderd met de CRISPR-techniek
(DNA-knipen-plaktechniek). Maar men kan alleen die stukken verwijderen die bekend zijn. Of alle
mogelijke virale stukken bekend zijn of zelfs bekend kunnen zijn, is de vraag. Daarmee brengt
xenotransplantatie het risico mee van het ontstaan, in de ontvanger, van een virus met dierlijke
stukken DNA. Wat een dergelijk virus voor eigenschappen kan hebben en hoe riskant dat voor
mensen kan zijn, is op dit moment (nog) onvoorspelbaar. We hoeven maar aan Covid-19 te denken
om te besef en dat we hier erg voorzichtig moeten opereren! Vooralsnog lijkt dit me een argument
om een operatie zoals nu gerealiseerd niet uit te voeren. Niet voor niets is dit in Nederland en
andere landen verboden. Ook vanuit dierethiek wordt er bezwaar aangetekend tegen
xenotransplantatie. Hiervoor zouden namelijk varkens gehouden moeten worden die genetisch
veranderd zijn om zo weinig mogelijk afgestoten te worden en om het risico op virusoverdracht te
minimaliseren. Bovendien moeten de dieren in een steriele, kunstmatige omgeving gehouden
worden. Op die wijze omgaan met dieren acht men ethisch niet verantwoord. Vanuit de dierethiek
en dierenbescherming wordt al langer betoogd dat onze veehouderij ethisch problematisch is en
wordt bepleit de dieren in een zo natuurlijk mogelijke omgeving te houden. Varkenshouderij voor
xenotransplantatie zou dan een stap terug zijn. Het argument op zich vind ik valide. Toch denk ik dat,
als xenotransplantatie op een veilige en ef ectieve manier mensenlevens kan ‘redden’, dit
dierethische bezwaar voor velen in onze samenleving niet doorslaggevend zal zijn.

We hoeven maar aan Covid-19 te denken om te beseffen dat we hier erg voorzichtig
moeten opereren!
Een laatste overweging, die nauwelijks naar voren komt, is of we op deze manier mens en dier
moeten gaan vermengen. Is het onderscheid tussen mens en dier in onze samenleving niet zo
fundamenteel dat een vermenging zoals bij xenotransplantatie ons besef van een veilige orde
aantast? Een orde waarin het lichaam van mensen niet zozeer geïnstrumentaliseerd wordt dat er
een gevoel van onveiligheid wordt opgeroepen? Dergelijke overwegingen, die in de dominante
ethiek weinig aandacht krijgen, zouden verder doordacht moeten worden. Naar mijn inzicht heet er
dus nog onvoldoende bezinning plaatsgevonden op deze ontwikkeling om nu al tot een duidelijke
beslissing te komen. Ondertussen dienen er minder bezwaarlijke alternatieven te worden
ontwikkeld en gestimuleerd.

De auteur is onderzoekshoogleraar op de Lindeboomleerstoel voor ethiek van de zorg aan de


Theologische Universiteit Kampen.
Van Beek M., (2021, 8 november). Een varken als donor is voor joden en moslims niet per se een
probleem. Trouw. (pp. 6-7). Geraadpleegd van lexis.com:

https://advance.lexis.com/api/document?collection=news&id=urn:contentItem:641K-FHT1-DYRY-
X10N-00000-00&context=1516831.

Transplantatie interviews

In de Verenigde Staten zijn medici er voor het eerst in geslaagd een genetisch gemanipuleerd
orgaan van een dier naar een mens te transplanteren. De donor was een varken, het orgaan een
nier. De operatie is geslaagd, aldus het medisch team van het Langone Transplant Institute van de
universiteit van New York.

Transplantatie-experts spreken van een 'mijlpaal': een varkensnier die niet wordt afgestoten in
een mens. De techniek staat nog in de kinderschoenen en roept morele vragen op. Mag een dier
geofferd worden aan het leven van mensen - die ook van soortgenoten een orgaan zouden kunnen
krijgen, en is het genetisch manipuleren van dieren voor dit doel toegestaan? Zorgt het inzetten
van varkens voor groeperingen die deze dieren 'onrein' vinden voor extra problemen?

Een joodse en een islamitische ethicus, in wier tradities het varken als 'onrein' gezien wordt, over
dit dilemma.

Je mag zeker een dier oogsten", zegt de orthodoxe rabbijn Raph Evers stellig. Hij schreef in 1997
een boek over medische ethiek waarin hij de joodse do's-and-don'ts op dat terrein verkende.
Evers, die tegenwoordig in Israël woont, is positief over het Amerikaanse experiment. "Sterker
nog: het is een mitswa, een gebod, als je er een leven mee kunt redden. Dieren zijn ons lief, de
Thora kent ze rechten toe, maar je mag dierenlevens opofferen. Zij zijn namelijk geen drager van
de goddelijke ziel, de mens staat op een hoger niveau. Laten we ons meer bekommeren om de
honderden miljoenen dieren die voor de consumptie geslacht worden dan om het kleine aantal dat
je aanwendt voor het redden van een mensenleven."

Dan de diersoort die in het geding is. Varkens en joden, dat matcht niet lekker.

"Nee, hartstikke treife (onrein, red.)! Klassiek voorbeeld van een onrein dier. Het is bizar, dat
begrijp ik ook wel. Maar in de Talmoed (rabbijnse teksten uit de vijfde eeuw, red.) staat
geschreven dat de organen van het varken het meest lijken op die van de mens."

Begin oktober meldde het Israëlische Rabin Medical Center een vinding die het afstoten van
varkensorganen - nier, lever, long en hart - voorkomt. Het leidde niet tot protesten tegen het
gebruik van het onreine dier, wel was er een zeer tevreden ministerie van volksgezondheid dat zo
een eind zag komen aan wachtlijsten voor donororganen. "Het varken is de ideale donor."

Dat beaamt Evers. "Een varken binnen joods of rabbinaal perspectief, het klinkt gek ... maar
varkens komen het meest in aanmerking om geoogst te worden." Hij benadrukt dat het joodse
verbod op het eten van varkensvlees niet absoluut is. "In levensgevaar mag het, moet het zelfs
om je leven te redden. En dat geldt ook voor xenotransplantatie. Je móét je laten genezen en de arts
moet hulp bieden. Alles voor het leven."
Om dierlijke organen voor donatie geschikt te maken, kan het noodzakelijk zijn
mensengenen in te brengen. In uw boek uit 1997 stelt u dat kruisen en enten niet zijn
toegestaan.

"Dat is zo. Een ezel en een paard mag je niet laten paren. Maar je mag wel het resultaat - de
muilezel - gebruiken. Net als bij de citroen die gekruist wordt met een sinaasappel: dat is een
grapefruit die ik graag lust. Maar ik geloof niet dat de argumenten tegen kruising bij genetische
manipulatie van toepassing zijn."

Modificatie speelt, licht Evers toe, op 'moleculair niveau, onzichtbaar voor het menselijk oog'. Hij
verwijst naar de Amerikaanse rabbijn Moshe Feinstein, overleden in 1986. "Hij heeft uitgemaakt
dat microscopische gegevens voor de joodse wet niet tellen."

Is genetische manipulatie geen ongeoorloofde ingreep in wat God geschapen heeft?

"Nee. De genenchirurg is er niet op uit om de schepping te veranderen. G'd heeft de wereld


opzettelijk onvolmaakt geschapen om de mens de kans te bieden om haar als G'ds partner te
vervolmaken.

"Dit medisch handelen is een noodzakelijke bijsturing. Al heb ik zelf wel moeite met het mengen
van menselijk en dierlijk materiaal, G'd staat het creëren van organen als deel van een
genezingsproces toe. Zelfs als in de Thora had gestaan 'gij zult geen menselijke genen gebruiken
tegen het afstoten van die organen', dan zeg ik nog: het leven heeft prioriteit."

Stel, uw nieren begeven het, maar er is een remedie. Dan loopt er straks een rabbijn
met een varkensnier rond.

"So what? Ik zeg eerlijk: ik zou liever een menselijke donor hebben, en ik zou het niet aan de
grote klok hangen. Maar ik wil leven. Daar gaat het om."

Kun je als moslim een varkensnier in je lichaam laten transplanteren? Voor de islamitische ethicus
Mohammed Ghaly, verbonden aan de universiteit van Hamad Bin Khalifa in Qatar, begint die
morele kwestie bij de vraag of je überhaupt dieren mag gebruiken om mensenlevens te redden.
"Het islamitisch denken maakt een onderscheid tussen mens en dier. Er is sprake van een
hiërarchie, die sterk overeenkomt met de zijnsorde van de Griekse filosofen."

Onderaan groeien de planten, waar dieren op leven, en mensen leven op dieren, legt Ghaly uit.
"De mens heeft een moreel hogere status dan dieren, en daarom is het religieus toegestaan dieren
op te offeren voor het welzijn van mensen. En dat betekent dat we ze ook kunnen gebruiken als
geneesmiddel."
En wat als je daarvoor varkens nodig hebt?

"Nou, een varken is islamitisch gezien niet een gewoon dier. De theologie gaat uit van drie
groepen dieren: ten eerste de dieren die je mag slachten en eten, zoals schapen en koeien, ten
tweede de dieren die je niet kunt eten maar die niet onrein zijn, zoals katten, en ten derde de
dieren die je niet kunt eten én die ritueel onrein zijn. Varkens en honden horen tot die laatste
categorie.

"Als je vraagt: mogen wij organen van een varken gebruiken als geneesmiddel, dan zou ik zeggen:
wie stelt de vraag? Is het een islamitische patiënt wiens leven op het spel staat? En is het orgaan
van het varken de enige mogelijke uitweg? Dan hebben we een regel in de islam die heet 'Nood
breekt wet'. Het consumeren van een varken is in principe verboden. Maar in dit geval is het
toegestaan, want dit is het enige veilige geneesmiddel voor jou.

"Maar als een wetenschapper die met deze medische ontwikkelingen bezig is zich afvraagt of hij
een varken mag gebruiken, is het een iets ander verhaal. Die zou als eerste moeten kijken of je de
organen van een dier uit de eerste categorie kunt gebruiken of, als dat niet mogelijk is: een dier
uit de tweede categorie. Pas als dat allemaal niet lukt, ga je met de varkens en honden werken."

Denkt u dat de wetenschappers dat gedaan hebben?

"Ik denk het niet, nee. Wat ik wel weet, is dat de wetenschappers varkens gekozen hebben om
een reden: de genetische structuur van dit dier staat heel dicht bij die van een mens. Daardoor is
de kans op afstoting minimaal. En de zwangerschapsperiode van het varken is kort, dus je kunt
snel veel varkens ontwikkelen."

Zijn er geen islamitische geleerden die moeite hebben met orgaandonatie?

"Jawel. Over orgaantransplantatie is sinds de jaren vijftig discussie gaande onder islamitische
geleerden. Er zijn ontelbare fatwa's over gepubliceerd. Het overgrote deel zegt:
orgaantransplantatie is toegestaan, onder bepaalde voorwaarden. Zoals dat de menselijke
waardigheid niet aangetast mag worden. Er moet bijvoorbeeld geen sprake zijn van onnodige
mutilatie, of van financiële compensatie. Hierbij speelt mee dat islamitisch gezien de waarde van
een mens niet afneemt na de dood. Dus een levenloos lichaam moet je met evenveel respect
bejegenen.

"Een kleine minderheid van geleerden, met name uit Pakistan en Egypte, is er op tegen. Hun
argumenten zijn altijd geweest dat de mens die speciale positie heeft in de schepping. Dus als je
zou vragen: wat als het orgaan van een dier komt? Dan kan het goed zijn dat ze zeggen: dán is
het geen probleem. 

"Er is zelfs een Pakistaanse geleerde, Muhammad Shafi, die in de jaren zestig een boek over
orgaantransplantatie geschreven heeft. Hij zei in dat boek letterlijk: als wij het voor elkaar kunnen
krijgen dat we een orgaan kunnen krijgen van een dier in plaats van dat van een mens, dan zou
dat toegestaan zijn. Het kan zijn dat ze toch nog problemen zien bij het transplanteren van een
orgaan van een varken of hond in je lichaam. Maar er is een kans dat ze het dus als een beter
alternatief zien voor donatie van menselijke organen."

'Binnen joods perspectief komen varkens het meest in aanmerking geoogst te worden'

Bekijk de oorspronkelijke pagina: pagina 6, pagina 7


Donorlever uit varken? Nog lange weg te
gaan.
Costerus, M., (2021, 23 november).Donorlever uit varken? Nog lange weg te gaan.
Reformatorisch Dagblad. (pp. 29). Geraadpleegd van lexis.com:
https://advance.lexis.com/api/document?collection=news&id=urn:contentItem:644V-WPP1-
F03D-336W-00000-00&context=1516831.

Persbureau Reuters kwam op 19 oktober met een kort maar opvallend bericht: voor het eerst
slaagden wetenschappers erin een varkensnier naar een mens te transplanteren. De artsen van
een academisch ziekenhuis in New York maakten hierbij gebruik van een genetisch gemodificeerd
varken. De genen van het dier waren zo aangepast dat zijn weefsels niet langer een molecuul
bevatten dat ervoor zorgt dat zijn organen bij transplantatie acuut worden afgestoten door de
mens.

De ontvangster was een hersendode vrouw met nierfalen. Drie dagen nadat de donornier was
geplaatst -aan de buitenzijde van haar lichaam- trokken artsen de stekkers uit de apparatuur en
eindigde het experiment. ,,De proef laat zien dat acute afstoting kan worden voorkomen",
verklaart prof. Ian Alwayn, hoogleraar transplantatiechirurgie aan het Leids Universitair Medisch
Centrum. ,,Uit dierexperimenteel onderzoek is ook gebleken dat je langdurige afstoting kunt
voorkomen of behandelen. Varkensorganen kunnen maanden of zelfs jaren functioneren in een
aapachtige. De verwachting is dat dat bij de mens ook zo zal zijn."

Uitdagingen

Het gebruik van dierlijke organen voor de mens -met een duur woord: xenotransplantatie- is in
Nederland wettelijk nog niet toegestaan, ook niet voor onderzoeksdoeleinden. ,,Het gaat ook nog
heel lang duren voordat deze techniek in de praktijk toegepast kan gaan worden", voorspelt
Alwayn, die twintig jaar geleden promoveerde op xenotransplantatie. ,,Ik dacht tijdens mijn
promotieonderzoek: dat zal nog wel vijf of zeven jaar duren. Maar het kan nog steeds niet."

Een van de uitdagingen is het voorkomen van infecties. Alwayn: ,,Het laatste wat we willen is dat
we door een transplantatie een gevaarlijk virus van een dier op een mens overbrengen."

Dieren laten opgroeien in een virusvrije omgeving -zoals varkens in steriele modder laten wroeten-
kan volgens de hoogleraar een deel van het probleem ondervangen, maar niet alles. Er zijn
namelijk ook virussen die zich hebben gevestigd in het genetisch materiaal van varkens. Het is
mogelijk die eruit te knippen, maar niet al deze virussen zijn bekend.

Stel dat het lukt om een dierlijk orgaan geheel virusvrij naar de mens te transplanteren, dan moet
nog worden onderzocht of het orgaan bij de mens goed functioneert. ,,Het hart zal wel werken, als
dat groot genoeg is", verwacht Alwayn. ,,Uit dierexperimenten weten we ook dat nieren maanden
tot jaren genoeg afvalstoffen kunnen klaren. Van de lever is dat echter niet bekend. Het is de
vraag of dit orgaan in de mens goed functioneert en de juiste eiwitten produceert."

Het gebruiken van dierlijke organen voor de mens is al een forse technische uitdaging. Een
volgende stap waar wetenschappers op broeden, is zo mogelijk nog ingewikkelder: het kweken
van menselijke organen in dieren. Het voordeel hiervan is dat het DNA van het orgaan
overeenkomt met dat van de patiënt. Daardoor treden er vermoedelijk geen
afstotingsverschijnselen op.

Deze methode werkt als volgt. Stel dat een patiënt een nier nodig heeft. Dan kunnen
wetenschappers in een embryo van bijvoorbeeld een varken de genetische code voor een nier
uitschakelen. Vervolgens spuiten ze stamcellen van de patiënt in het varkensembryo. Stamcellen
kunnen tot allerlei soorten cellen uitgroeien. De menselijke cellen zullen zich in dit geval
ontwikkelen tot niercellen. Als het varken is volgroeid, zal het een nier hebben dat kan worden
gebruikt voor de patiënt.

Zo werkt het in theorie. Of het in de praktijk ook kan, is de vraag. ,,Dat zal zeker niet binnen
afzienbare tijd lukken", stelt Alwayn. ,,Waarschijnlijk duurt het nog vele jaren. De techniek is
ongelooflijk ingewikkeld."

Wetenschappers in de Verenigde Staten en Japan hebben inmiddels kleine successen geboekt. Zo


meldden Amerikaanse onderzoekers in april dit jaar dat ze apenembryo's hadden gekweekt met
menselijke cellen erin. Eerder lukte het hun al menselijke cellen in embryo's van schapen (2018)
en varkens (2017) te kweken.

De Amerikanen slaagden er eerder ook in muizenembryo's te ontwikkelen met rattenogen, -harten


en -alvleesklieren. Hiervoor verwijderden ze tijdens de embryonale ontwikkeling bepaalde genen,
die ze vervingen door rattenstamcellen. ,,Dit is bij kleine proefdieren dus gelukt", zegt
Alwayn. ,,Maar er zijn nog heel veel stappen te gaan voordat het ook mogelijk is bij grote
proefdieren en bij de mens."

Kinderschoenen

Een derde methode is het kweken van menselijke organen vanuit stamcellen in een petrischaaltje,
een doorzichtige platte schaal die onder de microscoop kan worden gelegd. Collega-onderzoekers
van Alwayn doen daar in Leiden onderzoek naar. ,,Dat onderzoek staat echt nog in de
kinderschoenen. Van alle mogelijke technieken is xenotransplantatie, het gebruik van dierlijke
organen voor de mens, nog het dichtstbij."

Alwayn vindt het veelbelovende ontwikkelingen. ,,De lange wachtlijsten voor een donororgaan zijn
een groot probleem. Per jaar overlijdt 15 tot 20 procent van de mensen op een wachtlijst omdat
ze niet tijdig een orgaan konden krijgen. Dat gaat mij aan het hart."
De hoogleraar transplantatiechirurgie zou het liefst inzetten op oplossingen waar geen dieren aan
te pas hoeven te komen. ,,Al vind ik het persoonlijk acceptabeler om dieren te gebruiken voor
donororganen dan voor consumptie."

De minst ingewikkelde oplossing ziet Alwayn in het beter gebruikmaken van de beschikbare
organen van overleden patiënten. ,,Veel organen keuren we nu af omdat ze te oud zijn of door een
ziekte zijn aangetast. Hier in Leiden onderzoeken we of we deze organen met bijvoorbeeld
stamcellen zouden kunnen herstellen. Ook kijken we naar technieken om organen met behulp van
machines onder verschillende omstandigheden met vloeistoffen door te spoelen. Dat kan de
kwaliteit verbeteren van bijvoorbeeld de lever, nier of alvleesklier. Daar gaan we het tekort aan
donororganen niet mee oplossen, maar het is wel een stap in de goede richting."

Van alle mogelijke technieken is xenotransplantatie, het gebruik van dierlijke organen voor de mens,
nog het dichtstbij Prof. Ian Alwayn, hoogleraar transplantatiechirurgie aan het LUMC

,,Houd grens tussen mens en dier overeind"

Hoe staat de maatschappij tegenover het gebruik van (menselijke) donororganen gekweekt in
dieren? Om hiervan een beeld te krijgen, organiseren het Rathenau Instituut en NEMO Kennislink
een serie publieksbijeenkomsten. De eerstvolgende sessie is woensdag 1 december in het
Rijksmuseum Boerhaave in Leiden. De bijeenkomst is ook te volgen via livestream.

Tijdens de sessies gaan deelnemers met elkaar in gesprek over de voors en tegens van het
kweken van menselijke organen in dieren. Ook xenotransplantatie, het gebruik van dierlijke organen
voor de mens, komt tijdens de dialogen aan bod.

,,We zijn benieuwd welke kansen mensen zien en welke zorgen ze hebben", verklaart dr. ir. Petra
Verhoef van het Rathenau Instituut. Inmiddels zijn zeven van de pakweg tien sessies -verspreid
door het hele land- geweest. ,,We vinden het belangrijk dat de dialoog wordt gevoerd door zo veel
mogelijk verschillende mensen. Daarom hebben we bijeenkomsten met verschillende groepen: van
jong tot oud, van leek tot onderzoeker of arts, op het platteland en in de stad."

De uitkomsten van de bijeenkomsten zal het team -net als vorig jaar na afloop van een
maatschappelijke dialoog over het aanpassen van embryonaal DNA- begin volgend jaar
presenteren aan het ministerie van Volksgezondheid. Ook zullen de resultaten voor iedereen
beschikbaar komen.

Het ministerie kan zich met die informatie beraden over een mogelijke aanpassing van de
Embryowet. ,,De Embryowet loopt achter op wat onderzoekers zouden willen", zegt Verhoef. ,,In
die wet staat geschreven dat je geen menselijke embryonale stamcellen mag gebruiken voor onder
meer het ontwikkelen van mens-diercombinaties. Tegenwoordig is het echter ook mogelijk om
stamcellen uit bijvoorbeeld huidcellen te kweken."

Ook xenotransplantatie, waarbij dierlijke organen naar de mens worden getransplanteerd, komt


tijden de dialogen aan bod. Zowel het kweken van menselijke organen in dieren
als xenotransplantatie is bij wet verboden. Verhoef: ,,Wetenschappers zouden graag een
wetswijziging zien, zodat ze in ieder geval in de eerste weken van de embryonale ontwikkeling
onderzoek kunnen doen." Uit eerdere sessies met focusgroepen kwamen al de nodige bezwaren
tegen de technieken boven water. ,,Veel mensen zijn bezorgd om het welzijn van dieren", merkt
dr. Eline Bunnik, medisch ethicus aan het Erasmus MC in Rotterdam. ,,Ik vraag me alleen af of dat
gerechtvaardigd is. Het klopt dat dieren opgroeien in een laboratorium, een onnatuurlijke
omgeving. Maar ook daarin kunnen ze een redelijk aangenaam leven leiden. Wel moeten ze
waarschijnlijk sterven als een orgaan nodig is. Maar dat gebeurt ook als dieren voor
vleesconsumptie worden gebruikt."

Ook zijn mensen soms bang voor vergaande vermenging van soorten. Bunnik: ,,Stel je voor dat
een varken steeds meer op een mens gaat lijken in uiterlijk of gedrag. Dat kan twee typen
problemen geven. Het varken zou meer kunnen waarnemen of begrijpen en eronder kunnen lijden
bij de gedachte te worden gebruikt. Of wij mensen vinden het een eng idee om een dier te zien
dat op ons lijkt. Maar het is de vraag of varkens echt zullen vermenselijken."
Medisch ethicus prof. Henk Jochemsen vindt het belangrijk om de grens tussen mens en dier
overeind te houden. ,,Ik noem dat de symbolische orde, waarmee ik de scheppingsorde in de
gevallen natuur bedoel. Mensen hechten bewust of onbewust waarde aan een dergelijke orde. Uit
onderzoek blijkt dat mensen zich onbehaaglijk voelen als diersoorten worden vermengd. Voor mij
is dat een belangrijke reden om vooralsnog bezwaren aan te tekenen bij deze techniek."

Ook heeft Jochemsen zijn bedenkingen bij de visie op de mens die in deze ontwikkelingen
zichtbaar wordt. ,,Hoeveel respect is er nog voor het menselijk-lichamelijk bestaan? Of wordt het
lichaam steeds meer een project dat je naar believen kunt vormen?"

> rijksmuseumboerhaave.nl/te-zien-te-doen/donordierdialoog/

Per jaar overlijdt 15 tot 20 procent van de mensen op een wachtlijst. Dat gaat mij aan het hart
Prof. Ian Alwayn, hoogleraar transplantatiechirurgie aan het LUMC

Link naar PDF

https://philosophynow.org/issues/55/Xenotransplantation_For_and_Against

https://edubirdie.com/examples/morality-of-animal-to-human-organ-transplant-argumentative-
essay/

https://www.nuffieldbioethics.org/assets/pdfs/xenotransplantation.pdf

You might also like