Professional Documents
Culture Documents
Esoterie - de onwetenschappelijke
manier om de werkelijkheid te
beschouwen
Het toeval is het zachte kussen van hen die het goddelijke,
het zinvolle en hetgeen de schepselen een bestemming ver-
leent, uit de kosmos zouden willen verwijderen, ten gunste
van de geestdodende fabel dat het heelal buiten elke zinge-
ving geheel terloops en absoluut vanzelf tot stand zou zijn
gekomen.
Herbert Fritsche
Het denken van onze eeuw is doortrokken van een wereld-
beeld dat men 'natuurwetenschappelijk' noemt. Dit bijvoeg-
lijk naamwoord 'wetenschappelijk' werd tot een criterium
waarmee men probeert de juistheid van een bewering, een
theorie of een gedachte te meten. We denken allemaal in we-
tenschappelijke categorieën, zelfs op gebieden die welbe-
schouwd niets met wetenschap te maken hebben. Zo zijn we in
, hoge mate gaan 'geloven in de wetenschap' zonder dat we ons
van de ongerijmdheid in deze uitdrukking eigenlijk bewust
werden.
De wetenschap streeft in haar werk naar het doel, al denkend
in de werkelijkheid door te dringen en door het ontdekken van
wetten orde te scheppen in de talrijkheid van verschijningsvor-
men. Daartoe worden theorieën opgesteld die de werkelijk-
heid zo goed mogelijk horen te omvatten.
Elke theorie is op het moment dat ze wordt opgebouwd telkens
een weerspiegeling van de bewustzijnstoestand van degene die
haar voortbrengt. Door voortdurend verder onderzoek ont-
wikkelt de bewustzijnstoestand zich ook verder en toont al
gauw de vroegere theorie als te eng: een nieuwe, meer omvat-
tende theorie wordt noodzakelijk enzovoort. Zo ontstaat de
onontkoombare wet dat door de steeds groeiende bewustzijns-
verruiming van de mensheid elke theorie vroeg of laat achter-
13
-
haald wordt en plaats moet m~ken voor. n~euwe inzichten.
Want de waarhe id v~n va?daa g 1s de verg1ss1ng van morgen.
Een blik op de gesch1eden1s van de w~tenschap bevestigt deze
stelling op een indrukwek_kend~ manier . De. ~eschiedenis van
de wetensc hap is de gesch1eden1s van menseh Jke vergissingen.
Er is echter geen reden zich voor dit feit te schamen want ieder-
een weet dat men van fouten het beste leert. Grotesk is alleen
dat iedere generat ie er absoluu t zeker van is dat vergissingen
uitsluitend in het verlede n werden begaan en zich daarom door
niets van haa~ diepe overtui ging laat afbreng en nu de absolute
en uiteinde lijke waarhe id te hebben gevond en. Op dit punt
overtre ft de geloofs kracht van de wetensc hap met gemak elke
religieuze sekte.
Ook het gedrag tegenov er hen die door nieuwe opvattingen de
'algeme en geldend e waarhe id' van het ogenbli k in twijfel trek-
ken lijkt verbluf fend veel op religieus fanatisme. Ongetwijfeld
is het een van de grootste zwakhe den van de mens dat hij zich
wat gedacht en betreft fixeert en dit eigen standpu nt uit alle
macht tot aan het einde van zijn levensd agen verdedigt. Hier
wijkt de wetensc hap wel op een bijzond er grappige wijze af van
de (verdacht) luide nadruk op haar objectiv iteit.
De wetenschap begon haar werk met het onderzo eken van de
zichtbare buitenwereld. De zichtba re wereld treedt ons als ma-
terie tegemo et - dienove reenkom stig paste de wetenschap
haar werkme thoden aan de eisen van de materie aan. Dit was
juist - blijft echter alleen zo lang juist zolang men inderdaad
slechts materie onderzo ekt. Ook gelden de gevond en resulta-
ten in het gunstigste geval binnen de ·materie . Op deze plaats
stoten we echter op de beide fundam entele fouten die ons toe-
staan twijfel uit te spreken met betrekk ing tot de aanspra ak van
de wetenschap op alleenv ertegen woordig ing:
15
vormen afzonderlijk bekijken. Zo maken we een geweldige
toename mee van psychische ziekten, waarvan het onderdruk-
ken nog niet zo goed gelukt is als van sommige somatische
symptomen.
Al deze opmerkingen hebben echter niet zozeer tot doel flink
kritiek op de wetenschap uit te oefenen maar moeten veeleer
de noodzaak en gegrondheid verduidelijken dat we ons in het
vervolg met een andere, de wetenschappelijke denkwijze soms
polair tegenovergestelde methode willen gaàn bezighouden die
we met het begrip esoterie aanduiden. Dit begrip is grotendeels
identiek met andere benamingen, zoals bijvoorbeeld geheime
leer, leer der wijsheid, occultisme enz. De meeste associaties
die van oudsher met deze begrippen worden verbonden zijn
echter fout en het is de taak van dit boek de lezer stap voor stap
het denksysteem van de esoterie binnen te leiden.
16
overdraagbaar, kennis is echter nooit het resultaat van ijver
maar het gevolg van een heel persoonlijk, individueel inzicht
dat metafysisch van aard is en alle eisen van de massa om 'ken-
nis voor allen' royaal negeert. Kennis kan altijd alleen maar het
resultaat van eigen ervaring zijn, kan noch overgenomen noch
doorgegeven worden.
Alles wat ik van anderen overneem kan ik enkel en alleen gelo-
ven, nooit weten. Daarbij is het onbelangrijk of men een goede
reden heeft om iets te geloven of niet. Geloven betekent: niet
weten. Daaraan veranderen ook waarschijnlijkheidsbereke-
ningen niets. Vanuit dit gezichtspunt openbaart de natuurwe-
tenschap zich als een grote geloofsgemeenschap die de krui-
mels van enkelen die werkelijk weten voortdurend herkauwt
tot alles onherkenbaa r wordt.
Het is in geen geval de bedoeling het geloven daarmee te deva-
lueren, want het geloof is de belangrijkste voorwaarde om ken-
nis t~ kunnen verwerven. Geloven betekent in beginsel: voor
mogelijk houden; zonder een voor mogelijk houden is ervaring
nooit bereikbaar. Geloof en kennis zijn verschillende stappen, ·
ze worden wederzijds door elkaar bepaald en zijn allebei ge-
rechtvaardigd, alleen moet men ze niet met elkaar verwarren.
Zoals kennis dus altijd de zaak van een enkeling is, zo was ook
esoterie altijd de zaak van weinige11r Deze weinigen, die het
smalle pad van het inzicht gingen om tot kennis te komen, vor-
men de zogenaamde esoterische, de binnenste cirkel (Grieks:
esoteros = de binnenste). Deze kleine binnenste cirkel wordt
omgeven door de wezenlijk grotere exoterische, de buitenste
cirkel (Grieks: exoteros = de buitenste). Ons zal later bij de
beschouwing van de wet van de polariteit duidelijk worden dat
deze beide cirkels elkaar wederzijds bepalen en dat elk van bei-
de cirkels zijn bestaan dankt aan de andere pool. ·
Uit deze kennis volgt dat het nooit het doel van de esoterische
cirkel is de wereld te bekeren. De ware esoterie werkt in het
verborgene en doet meer moeite om het eigen bestaan naar
buiten toe te camoufleren dan om op jacht te gaan naar leden.
Zo is het ook van elke vereniging of genootschap waarin men
17
zich druk maakt om groei en leden, een onfeilbaar teken dat
het hier niet om een werkelijk esoterische vereniging gaat, ook
wanneer naam en propag anda dat beweren.
De geheimhouding van de esoteri e heeft niets met geheimzin-
nig gedoe te maken , maar ontstaa t onontk oomba ar vanzelf.
De esoterische lessen houden zichzelf, zonder toedoe n van bui-
ten, geheim. Een mens kan alleen dan een of andere kennis
. inzien en voor zichzelf nuttig maken , wanne er zijn eigen be-
wustzijnstoestand ongeveer gelijkwaardig aan het niveau van
de kennis is ..Een natuurkundig onontwikkeld mens kan de be-
tekenis van een natuurkundige formule niet inzien, ze is voor
hem nietszeggend, ook dan wanne er de formule voor de na-
tuurkundige van opzienbarend belang is. De formule houdt
zich voor de natuurkundig oningewijde geheim. Men hoeft
haar daarom niet te verstoppen. Pas wanne er de waarnemer
zich een hoge mate van natuurkundige kennis eigen heeft ge-
maakt kan deze formule hem een geweldige stap verder bren-
gen wat zijn inzicht betreft. Met de esoterische kennis of de
zogenaamde geheime leren is het net zo.
De kennis van de esoterie is in gecodeerde vorm voor ieder toe-
gankelijk, ze kan echter door de onwetende niet worden her-
kend. De massa herken t de waarde van de symbolen niet en
houdt die daarom voor nutteloze onzin. Met moet daarom
eerst leren zien om te kunnen zien. ('En het licht scheen in de
duisternis, maar de duisternis heeft het niet begrep en,' Joh. 1).
Als ik geen noten kan lezen, geeft me dat niet het recht aan de
muziek te vragen of ze toch alsjeblieft bij het op papier zetten
van muziek letters of getallen zou willen gebruiken die ik kan
lezen. Ik moet daaren tegen beslissen of ik moeite wil doen no-
ten te leren lezen, ofwel voor altijd afzien van het diepere be-
grip van de muziek. Met de esoterie is het net zo. Het is niet de
taak van de wetenden zich aan het begrip van de onwetenden
aan te passen, maar ze kunnen enkel en alleen bereid zijn die-
genen bij het leren te helpen die om dergelijke hulp vragen -
'Vraagt en gij zult verkrijgen, klopt en u zal worden openge-
daan'.
18
De naar voren gebrachte vergelijkingen dienen om aan te to-
nen dat de esoterie geen gebied van kénnis net als vele andere
is, dat men zich door ijver kan eigen maken. Esoterie is geen
verzamelbegrip voor welke gegevens, feiten en formules dan
ook, die men alleen maa r hoeft tè leren om op de hoogte te
zijn.
Esoterie is een weg of een pad. Een weg leidt naar een doel.
Nemen we als concreet voorbeeld de weg die van München
naar Wenen lei4t. We kunn en deze weg_op de landkaart nauw-
keurig beki jken , het aantal kilometers uitrekenen, we kunnen
in boeken die op het onderwerp betrekking hebben over de af-
zonderlijke plaatsen lezen die op deze weg liggen, foto's bekij- _
ken, met ande ren die de weg al gegaan zijn alle bijzonderheden
bespreken enzovoort. ·
Al deze bezigheden met deze weg 'München-Wenen' kunnen
heel aantrekkelijk en interessant zijn, één ding bereiken we
daardoor echt er niet: het doel Wenen. Willen we ooit Wenen
bereiken dan moe ten we ons op weg begeven, de weg gaan, o~s
. in beweging zetten. Alle voorafgaande beschouwingen en in-
lichtingen kunn en nu nuttig blijken te zijn, maar alle theorieën ·
kunnen het gaan van de weg niet vervangen. Dit voorbeeld
dient om het onderscheid tussen de esoterie ·als weg en een ver-
zameling van loute r feiten te verhelderen. De esoterie leidt
naar een doel dat men alleen dan kan bereiken wanneer men
zich op weg begeeft. .
Hier ligt de meest voorkomende bron van fouten van degenen
die zich weliswaar hard op voor het wereldbeeld van de esoterie
inzetten maa r verzuimen ooit een voet op deze weg te zetten.
De weg gaan bete kent alle inzichten, ook al zijn ze nog zo
klein, mete en in werkelijkheid omzetten, betekent voortdu- .
rend het eigen leven en beleven, het gedrag veranderen, steeds
anders worden, steeds nieuw zijn, kortom, esoterie betekent
·ontwikkeling.
Deze noodzakelijke omzetting noem ik de verplichting van de
esoterische leer. Alle functionele wetenschappen zijn voor de
beschouwer niet verplichtend. Een chemicus kan vandaag ee·n
19
_sensationele ontdekking doen en tegelijkertijd doorgaan met
zijn vrouw te slaan, het proces tegen zijn broer blijven voeren
op de maatschappij schelden enzovoort. Zijn leven en gedra~
blijft volledig losstaan van zijn chemische ontdekking.
Het is volkomen anders met de kleinste esoterische 'ontdek-
king.' Die heeft een directe uitwerking op alle gebieden van het
zijn, dwingt een andere houding ten opzichte van de wereld af,
maakt tot dan toe geldende gewoonten terstond onmogelijk.
Heeft iemand bijvoorbeeld de astrologie begrepen, dan kan hij
nooit meer schuldigen in de buitenwereld zoeken, geen proces
meer voeren enzovoort. (Hier moet beklemtoond worden dat
astrologie beoefenen en astrologie begrijpen twee heel ver-
schillende dingen zijn. Ze ontmoeten elkaar helaas slechts zel-
den.)
Deze verplichting is van ouds de reden waarom de exoterische
buitenwereld het uitlekken van esoterische waarheden zo
hartstochtelijk bestrijdt, want men voelt onbewust heel nauw-
keurig de verpletterende verplichting. Men is graag bereid elke
nieuwe ontdekking te accepteren zolang die functioneel is en
dus geen verplichtende gevolgen heeft.
Sinds enige tijd probeert men dit conflict met een foefje te om-
zeilen; dit foefje heet parapsychologogie. Hier probeert men
de uitdaging door het esoterische wereldbeeld door de steriele
methodiek van de wetenschap minder fel te maken. Belang-
rijkheidsberekeningen vullen de archieven, maar veranderen-
god zij dank - de mens niet. De parapsychologie is leugenach-
tig en laf, want ze heeft noch de moed van de zuiver materia-
listische wetenschap om alle niet-materiële verschijnselen
gladweg te negeren, noch de bereidheid om voor het eigen in-
zicht op te komen en de consequenties te dragen. De parapsy-
chologie snuffelt voortdurend en discussieert over het 'besnuf-
felde,' durft er echter nooit de tanden in te zetten. De ironie
van het lot zorgt ervoor dat het ieder over zichzelf het oorde~l
laat uitspreken: het zelfgekozen begrip parapsychologie
(Grieks: para= naast) geeft te kennen dat men aan de psyche
voorbijgaat.
20
Esoterie als weg
Nadat we ons standpunt met voldoende duidelijkheid zowel
ten opzichte van de wetenschap als van de parapsychologie
hebben afgebakend, kunnen we ons met de esoterische weg
gaan bezighouden. Het doel van deze weg is de volmaaktheid
van de mens, is de wijsheid, de overwinning van de polariteit,
de vereniging met God, de unio mystica, de 'chymische Hoch-
zeit', het kosmische bewustzijn. Al deze begrippen zijn pogin-
gen dit einddoel van de me~selijke weg te omschrijven. Op·dit
punt moeten zulke begrippen nog erg hol klinken, maar ik
hoop dat onze verdere beschouwingen deze begrippen met
steeds meer inhoud zullen opvullen.
Om het doel te bereiken, is het noodzakelijk de esoterische
wetten van dit universum te herkennen en ze ook te leren be-
grijpen. Samen met het groeiende inzicht moet de mens veran-
deren, bewuster worden, om zijn ware taak en zijn doel steeds
duidelijker te kunnen begrijpen. Op een dergelijke weg zijn
hulpmiddelen ter oriëntering erg nuttig, wegwijzers en borden
die informatie geven over waar op een bepaalde kruising de
juiste weg verder gaat. Zulke hulpmiddelen zijn de esoterische
technieken en systemen, waar er veel van zijn. Als voorbeel-
den zijn hier alleen de belangrijkste vermeld: astrologie, kab-
bala, tarot, alchemie, magie, yoga, meditatie, I Tjing. Al deze
systemen zijn geen doel op zichzelf, maar hulpmiddelen ter
oriëntering, wegwijzers op de weg.
Een veel voorkomend gevaar is dat de mens de wegwijzer met
de weg verwart. Zo vinden we degenen die alleen maar aan
astrologie doen, die alleen maar pendelen, en nog een massa
andere specialisten die geloven op hun speciale gebied de sleu-
tel tot de wereld te hebben gevonden. Deze mensen blijven he-
laas bij een geliefde wegwijzer staan en beletten zichzelf de weg
voort te zetten. Esoterische systemen horen de mens van zijn
oude fixaties te bevrijden, maar al te vaak worden die echter
juist gebruikt om zich opnieuw te fixeren. Zo gelooft men dat
men verder is gekomen, zonder in de gaten te hebben dat het
21 .
voorwerp van de fixatie is omgeruild.
Op deze plaats nog een woord over de oosterse en westerse
technieken. AaQ het eind van elke esoterische ontwikkeling
staat het inzicht in de waarheid. Er is maar•één waarheid. 'Ze is
onafhankelijk van tijd, cultuur en religie. De methoden voor
het bereiken van deze waarheid hebben zich in de verschillende
tijden en culturen individueel ontwikkeld, en al deze methoden
.zijn als hulpmiddelen even goed en bruikbaar. Ongetwijfeld
staat een mens dichter bij de systemen en symbolen van zijn
eigen cultuur. Het is aanmerkelijk moeilijker en in de regel
langduriger om als westerse mens met de hulpmiddelen van het
Oosten zijn weg te gaan.
Dit vermeld ik daarom, omdat tegenwoordig het zich bezig-
houden met de oosterse esoterische systemen en religies tot
·een modetrend is geworden die velen over het hoofd doet zien,
dat wij in het Westen eveneens een ruim aanbod van eso_teri_-
sche systemen bezitten .die het voordeel hebben beter aan ons
denken en onze levensgewoonten te zijn aangepast.
Dit is dan ook de enige reden waarom ik me bij al mijn werk
bijna uitsluitend beroep op de vier grote zuilen van de westerse
esoterie, welke zijn: de astrologie, de kabbala, de alchemie en
de magie. Deze.systemen worden-dikwijls ook aangeduid als
wetenschappen van de eerste orde, waaruit zich pas in de loop
van de tijd de wetenschappen van de tweede orde (astronomie,
chemie enzovoort) ontwikkelden. . _
De esoterie is zo oud als de mensheid. Ze is er altijd geweest en
· zal er altijd zijn. Ze bewaart vanaf het begin de som van de
kennis die voor de mens over dit universum toegankelijk is.
Haar lessen zijn onafhankelijk van de tijd, ze worden nooit ge-
corrigeerd, nooit gemoderniseerd, veroudere n ·nooit.
~nze.moderne wetenschap begrijpt niet dat alle kennis er altijd
1s. 'Ze leeft veeleer in de waan dat men door elke nieuwe ont-
dekking dichter bij de waarheid zou komeri en dat het daarom ·
··een kwestie van tijd zou zijn tot men 'alles' weet.
~a~uit een_ ~soterisch standpunt is het juist andersom. De ken-
nis 1s er alttJd, alleen het individu moet zich naar haar toe ont-
22
wikkelen om haar te kunnen herkennen. Met een voorbeeld
gezegd beteken t dat: de dichtwerken van Homerus zijn er al
lange tijd, hoewel ieder kind zich pas langzaam door het leren
op school zodanig moet ontwikkelen tot het Homerus' dicht-
werken kan lezen en begrijpen. Voor zo'n kind is het onbelang-
rijk of en hoeveel anderen Homerus al ooit hebben gelezen,
het leest Homerus, die sinds vele duizenden jaren kan worden
gelezen, voor de allereerste keer.
De hermetische filosofie
Vergelijken we de werkelijkheid met een cirkel, dan verdeelt .
de wetenschap· de cirkel vanaf de rand in vele segmenten, in
speciale systemen (geneeskunde, natuurkunde, chemie, biolo-
gie enzovoort). Door het onderzoeken van al deze speciale ge-
bieden hoopt men elkaar ooit een keer in het centrum van de
cirkel te ontmoeten. Dit doel wordt helaas echter steeds onbe-
reikbaarder daar de hoge specialisering de toenadering tussen
de verschillende takken van wetenschap steeds moeilijker
maakt.
De esoterische studie begint niet aan de rand maar iri het cen-
trum van de cirkel. De esoterie onderzoekt de universele wet-
matigheden - hebben we deze ingezien, dan hoeven we ze en-
kel en alleen op de verschillende segmenten van de cirkel, op
de verschillende speciale gebieden te projecteren. Een derge-
lijke kennis is superieur aan die van de specialist omdat ze in
betrekking staat tot alle andere gebieden en elk speciale gebied
adequaat in de werkelijkheid kan rangschikken.
Het esoterische denken volgt een basisprincipe waarvan de
taalkundige formulering teruggaat tot de stamvader· van de
esoterie die naar hem ook de ·'hermetische filosofie' wordt ge-
noemd: Hermes Trismegistus. Deze 'driemaal grote Hermes'
was priester en ingewijde in Egypte, zijn juiste biografie ver-
dwijnt in het duister van de geschiedenis. Hij schreef de
23
kwintessens van alle wijsheid in vijftien stellingen op een plaat
van groe n oosters koru nd. De plaat , die sinds lange tijd ver-
dwenen is, ging onde r de naam 'tabu la smaragdina' de geschie-
denis in. De tekst van deze Sma ragd en Tafel wordt hier, ver-
taald uit het Duit s, weergegeven.
24
drie delen van de wijsheid van de hele wereld bezit.
15. Wat ik gezegd heb over het werk van de Zon, daaraan ont-
breekt niets, het is geheel volmaakt.
26
kosmos (Grieks: kosmos = orde) te erkennen. Een kosmos
wordt echter beheerst door wetten en biedt geen ruimte aan
een toeval.
Het toeval als een niet berekenbaar en niet wetmatig gebeuren
zou elke kosmos in een chaos veranderen. Bouwen we een
computer, dan stelt die op zich een kleine kosmos voor: hij is
wetmatig geconstrueerd, zijn functioneren is afhankelijk van
de inachtneming van deze wetten. Soldeert men in de schakel-
circuits ervan willekeurig een paar transistors, condensators en
weerstanden, die niet tot het wetmatige schakelplan behoren,
dan veranderen deze ingebouwde vertegenwoordigers van het
toeval de hele kosmos in een chaos en de computer werkt niet
meer zinvol. Hetzelfde geldt ook voor onze wereld. Reeds bij
de eerste toevallige gebeurtenis zou onze wereld ophouden te
bestaan.
Ook de wetenschap vertrouwt meestal op de wetmatigheid van
de natuur, schrikt er echter niet voor terug tegelijkertijd het
begrip toeval volop te gebruiken. Laat men een steen vanaf een
bepaalde hoogte vallen, dan valt die niet toevallig maar wetma-
tig naar beneden. Valt deze steen daarbij op het hoofd van de
heer X, dan wordt de heer X niet toevallig maar even wetmatig
door een steen getroffen. Noch het feit dat er een steen op het
hoofd van de heer X valt, noch het tijdstip waarop dit gebeurt is
toevallig. Men wordt niet toevallig ziek, niet toevallig door een
auto aangereden, niet toevallig uit.arme of rijke ouders gebo-
ren enzovoort.
Nogmaals: Er is geen toeval. Achter elke gebeurtenis ligt een
wet. Niet altijd kunnen we deze wet onmiddellijk herkennen. ·
Dat geeft ons echter niet het recht het bestaan daarvan te ont-
kennen. De stenen vielen ook in die tijd wetmatig naar bene-
den toen de mensen de valwet nog niet hadden ontdekt.
Het is zeker opnieuw de ironie van het lot ·d at die professionele
voorvechters van het toeval, de statistici, het zich niet Jaten
. ontnemen eigenhandig de onhoudbaarheid van hun begrip toe-
val met methodische acribie te bewijzen. Een statisticus gelooft
namelijk dat bij het gooien van een dobbelsteen deze alleen
27
maar toevallig de 3, de 5 of een ander getal kan aanwijzen.
Dobbelt men echter lang genoeg, dan levert de som van alle
getallen een wetmatige curve op, normaalverdeling genaamd.
Welk een wonder openbaar t zich hier! Het optellen van niet
wetmatige afzonderlijke gebeurtenissen levert een wetmatig-
heid op. De wetmatige baan die een voorwerp aflegt is tenslot-
te toch ook niet samengesteld uit toevallige afzonderlijke tra-
jecten. Zouden de statistici gelijk hebben, dan moest ook de
stelling gelden: hoe vaker men zich bij een berekening verre-
kent, des te juister wordt het resultaat. Van een soortgelijke
logica is de mening van de darwinisten die een evolutie uit het
optellen van ongelukken met genen (!) willen verklaren.
Vanzelfsprekend geeft de wetmatige normaalverdeling van het
grote aantal aan, dat die uit wetmatige afzonderlijke gebeurte-
nissen is opgebouwd. Men kan in het gunstigste geval zeggen
dat de afzonderlijke gebeurtenis van een vallende dobbelsteen
te klein is om meteen het wetmatig bepaald zijn daarvan te
kunnen waarnem en en dat wij mensen daarom nog op een ze-
kere minimale omvang van het gebeuren zijn aangewezen.
De waarneming van deze wereld dwingt ons om van een kos-
mos te spreken en elke toevalligheid uit te sluiten. Overigens
herkent men reeds aan het woord 'toeval' dat dit oorspronke-
lijk zeker een andere betekenis had. Want het duidt datgene
aan, wat de mens wetmatig toevalt. Wanneer de kosmos echter
een geordende eenheid voorstelt, dan moet ook overal dezelf-
de wetm.atigheid heersen, in het groot net als in het klein, zo
boven, zo beneden.
Deze analogie gaf Paracelsus het recht om de mens als micro-
kosmos aan de macrokosmos gelijk te stellen. De mens is het
getrouwe evenbeeld van het macrokosmische universum - we
kunnen buiten niets vinden wat niet ook in analogie in de mens
te vinden is en omgekee rd. Daarom stond op de tempel te Del-
phi: 'Ken jezelf, opdat je God herkent.'
28
,_
29
materi ële lichaa m verschilt.
Onze moder ne psychologie kent helaas geen ziel. Weliswaar
beroem t ze zich luid op een vakter minolo gie die de schijn wekt
-dat men kennis van de ziel zou bezitte n, ja zelfs nog van de
diepte n en lagen daarva n, maar in werke lijkhei d is de psycho-
logie er tot op vanda ag in de verste verte niet in geslaagd met de
ziel van de mens in aanrak ing te komen .
De psychologie ond~r zoekt 'het psychische' in de mens. Dit is
echter niet de ziel maar een produ kt van deze wetenschap, een
eliminatie. Door het inet elkaar verwa rren van beide begrip-
pen komt de psychologie tot de bewering dat het geestelijk
functi oneren van de mens een produ kt van de hersen en en een ..
· intact zenuwstelsel zou zijn, en conclu deert daarui t dat met het
verlies van deze materi ële voorwaarden ook de 'ziel' zou op-
houde n te bestaa n. Dit slordige omgaa n met begrippen en ge-
dachte n door onze wetenschap maakt het vaak bijna onmoge-
lijk_de zaken weer enigermate recht te trekke n
30
De ziel van de psychologie is de plaats van de driften, ang-
sten, conflicten en complexen, een verzamelbegrip voor de
uitwerkingen van de ziel dat echter nooit het werkzame zelf
benadert. Men vermoedt dat het werkzame in de hersenen
en het centrale zenuwstelsel zetelt. Op dit punt bijt de hond
zich echter in zijn eigen staart. Want wie zorgt ervoor dat de
hersenen en het zenuwstelsel werken? Zoals bekend heeft
materie altijd informatie nodig om handelend op te treden -
informatie is echter altijd niet-materieel. In een later
hoofdstuk zullen we het onderscheid tussen informatie en
informatiedrager nauwkeuriger behandelen. Hier wordt al-
leen maar vooraf daarover gesproken om te verhinderen
dat iemand de informatie in de genen zoekt.
32
L. -
men een hart niet van een lever kunnen onderscheiden. Deze
functionele individualiteit veronderstelt echter dat elk orgaan
een individueel bewustzijn heeft. Deze gedachte kan een onge-
wone indruk maken daar we altijd alleen maar aan onszelf een
bewustzijn toeschrijven. De meeste mensen zijn nog wel be-
reid hun hond een bewustzijn toe te kennen, hoewel het be-
wustzijn van de hond ongetwijfeld heel anders is dan dat van de
mens. Een vlieg bewustzijn toekennen stoot meestal echter al
op meer weerstanden, hoewel de vraag opduikt welke recht-
vaardiging voor een dergelijke scheidingslijn kan worden aan-
gevoerd. Alles wat zich levend ontwikkelt en individualiteit
toont heeft bewustzijn, ook dan wanneer we moeilijkheden
hebben ons met ons bewustzijn in het bewustzijn van heel an-
dere levensvormen te verplaatsen.
We moeten goedschiks of kwaadschiks ook onze organen dit
bewustzijn toekennen. De lever ervaart zichzelf eveneens als
een in zichzelf besloten eenheid en individualiteit. Haar taak is
enkel en alleen haar wetmatige functie als lever te verrichten,
daar anders de in rang boven haar geplaatste individualiteit
mens, waarin zij geïntegreerd is, zich onwel voelt.
Wanneer we het individu lever verder analyseren, dan stoten
we op nieuwe eenheden, cellen genaamd. Ook elke cel is een
individualiteit. Ze leeft, kan zich voortplanten, bezit dus onge-
twijfeld ook bewustzijn, ervaart zichzelf als 'ik ben'. Haar taak
is, helemaal 'levercel' te zijn.
Heeft ze hier geen zin in en ontdekt ze een persoonlijke drang
naar vrijheid, dan wordt ze een kankercel omdat ze de grotere
orde verlaat. De mens als bezitter van dergelijke cellen die de
orde verlaten, feliciteert hen meestal niet met hun pas ontdekte
vrijheid maar probeert hen daarentegen te elimineren om zijn
eigen bestaan te behouden.
Zoals de cel als individu een deel van het grotere individu or-
gaan is en het orgaan ook alleen maar een deel van het individu
mens, zo is ook de mens alleen maar een deel van een grotere
eenheid. De mens is alleen maar cel in een organisme dat we
planeet aarde noemen. Zoals alle planeten is ook de aarde een
33
individuele intelligentie en bezit niet alleen maar een lichaam
maar ook bewustzijn. Was dit niet het geval, dan zouden w;
geen intact planetenlichaam aantreffen maar een planetenlijk.
Net zoals een dood menselijk lichaam uiteenvalt, valt ook het
lichaam van een dode planeet uiteen, zoals we bijvoorbeeld in
de asteroïdengordel aantreffen.
We moeten er uiteindelijk aan wennen niet alleen maar de stof-
felijke verschijningsvormen te beschouwen. Elk lichaam, of
het nu steen, plant of dier is, bezit ook nog ziel en geest, of we
hebben een lijk voor ons dat zeer snel zijn vorm verliest. Ook
een planeet is slechts orgaan van een groter organisme, van het
zonnestelsel, enzovoort. Wanneer de mens een beetje over de-
ze orde nadenkt, zal hem gauw duidelijk worden dat hij als cel
ook alleen maar de taak heeft de hem opgedragen dienst aan
het geheel te verrichten. Hij heeft ervoor te zorgen een zo nut-
tig mogelijke cel te zijn, zoals hij het van zijn lichaamscellen
verwacht, opdat hij niet het kankergezwel van deze wereld
wordt. Verlaat hij toch moedwillig de orde om ten volle van
zijn verkeerd begrepen vrijheid te genieten, dan moet hij niet
verbaasd zijn wanneer hij geëlimineerd wordt. Want: zo bo-
ven, zo beneden.
34