You are on page 1of 3

Artistiek onderzoek vs.

Wetenschappelijk onderzoek

Vooraleer artistiek en wetenschappelijk onderzoek met elkaar te vergelijken, lijkt het me goed om
even de gemeenschappelijke punten te duiden. Beide vormen van onderzoek dienen als de verrijking
van kennis in het algemeen, en helpen ons de wereld beter begrijpen. Maar beide doen ze dat op
een heel verschillende manier, met uiteraard verschillende uitkomsten.

Wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op metingen, waar dus niet over te discussiëren valt. De
discussie over wetenschappelijk onderzoek zit hem in de betekenis en mechanismen die men lezen
kan in de metingen, zowel empirische als statistische metingen. Men baseert dus zijn wereldbeeld op
iets dat absoluut is, waardoor de basis waarop de theorieën gebaseerd zijn solide is en zeker is. Op
metingen kan je bouwen, metingen zijn een garantie voor de juiste weg naar de waarheid. Die
absolute basis waarop dan gebouwd wordt is iets dat voor wetenschappelijk onderzoek kan pleiten.
Een ander voordeel is dat het onderzoek onafhankelijk is van de onderzoeker, en dus voortgezet kan
worden door een andere onderzoeker, er is geen persoonlijke component nodig om het onderzoek
te voeren eens er een plan is opgesteld. Ook is er voor het meeste wetenschappelijk onderzoek geen
verwacht resultaat nodig om het onderzoek te voeren, de conclusie is compleet afhankelijk van wat
er gemeten wordt. Natuurlijk is er wel een verwachting of een theorie nodig om het onderzoek op te
stellen, maar als het een goed onderzoek is dan wordt die theorie gestaafd aan de realiteit, er is dus
geen direct verband tussen het verwachte resultaat en het bekomen resultaat. In het algemeen
wordt wetenschappelijk onderzoek gevoerd om theorieën te bevestigen, ontkrachten of bij te
schaven aan een absolute waarheid of realiteit. Maar natuurlijk heeft dat ook zijn nadelen.

Aangezien wetenschappelijk onderzoek gevoerd wordt om denkkaders en wereldbeelden te testen


aan de meetbare realiteit, beperkt het de vraagstelling tot enkel die vragen waarop een antwoord
bestaat in die meetbare realiteit. Maar de menselijke leefwereld bestaat niet enkel uit de realiteit die
je kan meten, maar ook uit een andere realiteit, een minder absolute realiteit. Terwijl de meetbare
realiteit (hoogstwaarschijnlijk) niet verandert – de gravitatieconstante G zal altijd dezelfde zijn
bijvoorbeeld – is er nog een andere realiteit die wel veranderlijk en veel subjectiever is. Het
antwoord op wat schoonheid is of wat goed of slecht is hangt compleet af van de persoon die zich
die vraag stelt, en wat hij allemaal al heeft gezien en ervaren. Zelfs vragen die iets meer betrekking
hebben tot de meetbare realiteit kunnen subjectief worden beantwoord, zo delen andere culturen
de kleuren anders op dan wij dat doen. Voor de wetenschap is iedere kleur eigenlijk hetzelfde, het
enige verschil zit in de golflengte van de lichtstraal in het elektromagnetisch veld, en dus zijn twee
tinten rood eigenlijk even verschillend van elkaar als rood en groen. Maar de mens ervaart dat
anders, om zowel culturele als biologische redenen. En dus heeft het woord “rood” of “groen” in de
wetenschappelijke zin eigenlijk geen betekenis, want in de realiteit is het allemaal hetzelfde. Maar op
ons hebben beide kleuren een ander effect, in onze cultuur heeft groen een rustgevend effect op ons
en rood het tegenovergestelde. De realiteit die moeilijk onderzocht kan worden door de wetenschap
heeft dus weldegelijk fysiologische en dus wetenschappelijk relevante gevolgen. Daarom denk ik dat
die zogezegd “niet wetenschappelijke” realiteit even reëel en serieus genomen moet worden als de
meetbare realiteit. Een ander nadeel aan wetenschappelijk onderzoek is dat het een vaste structuur
bezit, die weliswaar betrouwbaar is maar in vele gevallen creatieve methodes nodig heeft om tot
juiste conclusies te kunnen komen. Ook beperkt die wetenschappelijke structuur de wetenschapper
tot een bepaalde manier van denken, waardoor sommige onderzoeken op grote vraagtekens
uitmondden (wat naar mijn mening helemaal niet erg is, een goed onderzoek moet volgens mij meer
vragen dan antwoorden opleveren, zodat de kennisboom des mensheid exponentieel kan groeien).
Creatieve doorbraken – zoals die van Albert Einstein, die de Newtoniaanse denkwijze compleet over
boord gooide om tot de relativiteitstheorie te komen en zo de grote mysteries van zijn tijd te kunnen
verklaren – zijn dan nodig om de wetenschap verder te brengen, en daarvoor moet de
wetenschapper in feite openstaan om zijn manier van denken in vraag te stellen. In essentie is er niet
zoveel verschillend tussen een wetenschapper en een artiest, beiden stellen ze de wereld in vraag, en
trachten ze die te begrijpen, alleen opereren ze vaak in heel verschillende werelden. De wetenschap
kan dus geen antwoord bieden op alle vragen die door de menselijke geest spoken, en dus moet er
naast de wetenschap nog een alternatief zijn, zoals bijvoorbeeld filosofie, die net als in de kunsten
niet noodzakelijk vasthangt aan een bepaald denksysteem.

Die onafhankelijkheid van denkmethodes is volgens mij de grootste troef van artistiek onderzoek.
Het is onderzoek dat dingen in vraag stelt die niet meetbaar zijn maar wel grote relevantie kunnen
hebben in de samenleving, zoals bijvoorbeeld de affectenleer in de barok. Ik kan mij inbeelden dat
het onderzoek naar de invloed van bepaalde muzikale structuren op de gemoedstoestand van de
luisteraar een onderzoek is dat zeer nuttig zou kunnen geweest zijn voor componisten destijds. Maar
het is een onderzoek dat eigenlijk steeds opnieuw gevoerd moet worden, aangezien de manier
waarop we reageren op muziek sterk afhangt van de culturele achtergrond van de mens, waarvan
men duidelijk ziet dat die doorheen de geschiedenis continu verandert. Artistiek onderzoek kan
volgens mij steeds opnieuw gevoerd worden en steeds opnieuw relevant zijn, zonder dat beide
uitvoeringen van het onderzoek dezelfde conclusie moeten bekomen. Natuurlijk is dit specifieke
onderzoek vandaag naar mijn mening iets minder relevant aangezien er vandaag de dag geen
algemene stroming is van de muziek waarnaar men luistert, en de correlatie tussen bepaalde
muzikale structuren en de gemoedstoestand van de luisteraar bijna verschilt van persoon tot
persoon, in plaats van sociale kring tot sociale kring. Hoe dan ook blijft het wel interessant om dat
onderzoek te voeren, om zich de vraag te stellen of er misschien bepaalde constanten zijn door alle
culturen heen, en zo misschien een beeld te vormen hoe wij mensen op het fundamenteelste niveau
muziek ervaren. Artistiek onderzoek is door de relatie tussen de onderzoeker en de conclusie van het
onderzoek misschien ook wel interessant om dingen bij te leren over jezelf. Ook is de link tussen
relevantie voor de samenleving en relevantie voor de kunsten daardoor sterker dan in de empirische
wetenschap, waar de theorie eigenlijk toegepast wordt op verschillende zaken om de mensheid te
helpen (of juist niet). Natuurlijk moet ik wel een verschil duiden tussen beide soorten relevantie voor
de samenleving.

Hoewel wetenschappelijk onderzoek vaak een creatieve insteek nodig heeft om zijn problemen op te
lossen, problemen die naarmate de geschiedenis vordert steeds moeilijker worden om op te lossen,
– het onvermogen om de wetten van de kwantumfysica te verenigen met die van de relativistische
fysica – zou ik niet kunnen stellen dat artistiek onderzoek op dezelfde manier voordelig kan zijn voor
de samenleving als wetenschappelijk onderzoek. Artistiek onderzoek wordt gevoerd door een heel
specifieke en unieke onderzoeker, wiens wereldbeeld de uitkomst van het onderzoek drastisch kan
veranderen, waardoor de uitkomst van dat onderzoek automatisch meestal enkel relevant is voor
een heel kleine groep mensen die dezelfde achtergrond of interesses hebben. Voor het exploreren
van verschillende denkwijzen is artistiek onderzoek uiteraard heel goed, maar zelfs dat zou ik eerder
toeschrijven aan de filosofie dan aan de kunsten. Ook is er om onderzoek te voeren een stappenplan
nodig, een stappenplan dat in de wetenschappelijke wereld voorop wordt opgesteld en nauwkeurig
wordt uitgevoerd, terwijl de stappen in artistiek onderzoek zich eerder voordoen terwijl het
onderzoek bezig is; waardoor ik me afvraag in welke mate we artistiek onderzoek wel “onderzoek”
kunnen noemen, aangezien de kennis die men vergaart door artistiek onderzoek niet absoluut is en
vaak enkel toepasselijk of relevant is voor de onderzoeker zelf. Voordelig hieraan is wel dat artiesten
hierdoor veel van elkaar kunnen leren, en als we ons door artistiek onderzoek beter kunnen
uitdrukken kan dat de cohesie in de artistieke wereld en uiteindelijk de samenleving uiteraard beter
bevorderen.
Beide disciplines zijn goed op hun eigen domein, en ik denk dat om meer bij te leren en dingen beter
te kunnen begrijpen men op beide manieren aan onderzoek moet kunnen doen. Maar ik denk ook
wel dat de noodzaak van onderzoek in de wetenschappen groter is dan die in de kunsten, en dat
kunstenaars zich minstens evenveel moeten bezighouden met het maken van kunst als het
onderzoek doen in de kunst, om het onderzoek vruchten te laten afwerpen.

You might also like